EIIIVIIDEfl-rilEIJWS Neergeschoten vliegtuigen 4 mei 1990 Overdenking Met'n goede verhuizer kunt u rustig gaan slapen Ontmoetingsdienst Wie wordt er Moeder van het Jaar! uit de Heilige Schrift w flakkee expresse bv Wij zijn rentmeesters onzer goederen... (XI) 12 mei landelijke fietsdag Fa. B. van Eek Zn. WCK Opdat wij niet vergeten... Belijden en geloven (1) Busreis aangeboden door de Oranjevereniging VERVOLGVERHAAL Jan Knape Mzn. De volgende morgen Onvolledig Baby Broderie Boetiekjes Verdere gegevens - 39 - Niet uitgegeven manuscript, beschikbaar gesteld door M. A. Knape 2e Blad VRIJDAG 27 APRIL 1990 No. 5895 op 21 juli 1944, 's avonds om 11 uur vloog een vliegtuig met gierend geluid over de gemeente Oude Tonge. Even later volgde een explosie. Het vliegtuig was niet ver van het dorp neergestort. Maar waar? Hoewel de situatie in de polders rondom Oude Tonge, na de inundatie van februari 1944 verschrikkelijk slecht was te noe men, werd toch nog getracht om de plaats van het onheil op te sporen. Doch wegens de heersende duisternis was het niet mogelijk dit vliegtuig te kunnen vinden. Stelt u zich eens voor hoe de omstandig heden in dat oorlogsjaar in Oude Tonge waren. De dijken waren nauwelijks begaanbaar, aan weerszijden van die dijken spoelde het zoute zeewater over de eens zo vruchtbare landerijen, na zonsondergang brandde nergens meer een lichtje en dat er nog zoveel ander gevaar dreigde in een door mensen ver laten gebied! Onder die omstandigheden is de mens dubbel op zijn qui-vive; het was im mers oorlog! Wat een afschuwelijke ontdekking deed men op de ochtend van 22 juli, om half acht ongeveer. De overblijfselen van het neergestorte vliegtuig werden gevonden. Het bleek een Engelse bommenwerper te zijn. Het vliegtuigwrak lag onder water. Volgens de heerW. J. Terhoeve uit Oude Tonge was dat in de geïnundeerde Molenpolder net ten zuidwesten van het dorp. Bij nader onderzoek trof men de licha men aan van de verongelukte beman ningsleden. Deze lichamen werden ge deeltelijk verbrand aangetroffen. De stoffelijke overschotten werden met veel moeite uit de verwrongen massa ge haald en één voor één naar de Molen dijk gedragen. De aanwezige leden van de Grenzschutz namen het onderzoek verder op zich. Van identificatie was toen geen sprake. Met het rapport bestaande uit zeven zin nen en dat is opgesteld d.d. 22 juli 1944 voor kleding, kussens en kado's Oranjestraat 8, Sommelsdijk Tel. (01870) 52 71 door de gemeentesecretaris C. Slobbe, komt het verhaal niet veel verder. Wel dat het is opgetekend uit de mond van getuige L. Verolme, die als gemeente bode kennelijk 's morgens bij het onder zoek is geweest en mogelijk heeft mee gewerkt om de slachtoffers van deze crash op de Molendijk te brengen. Uit het verhaal 'Neergeschoten vliegtui gen' VIII leid ik af, dat de omgekomen bemanningsleden aan de noordzijde van het Kerkhof van de Ned. Herv. Kerk te Oude Tonge in juli 1944 zijn begraven. Immers de twaalf verongelukte vliege niers van 6 oktober 1944 werden naast de vijf reeds eerder begraven Engelse bemanningsleden, ter aarde besteld. Voor verder onderzoek zal trouwens over alle neergekomen vliegtuigen op ons eiland kontakt worden opgenomen met de daartoe geëigende instanties. De namen van de slachtoffers werden niet in het rapport vermeld. Door een schriftelijke reactie op 'Neergeschoten vliegtuigen' VIII van de heer W. H. Beze- mer uit Wijk en Aalburg zijn deze als nog bekend geworden. De heer Bezemer heeft zelfs een copie gestuurd van het programma 'Plechtige Herdenking der gevallenen 1940-1945" op vrijdag 3 mei 1946 te Oude Tonge. Dit programma zal, naar ik hoop, in zijn geheel worden opgenomen in een op handen zijnde beschrijving van alle neergekomen vliegtuigen op Goeree en Overflakkee tijdens de Tweede Wereld oorlog in boekvorm. Een dankwoord aan de heer Bezemer is hier zeker op zijn plaats. De slachtoffers van de vliegtuigcrash in de Molenpolder te Oude Tonge, op 21 juli 1944 waren: 1. Ernest Crowter 2. Albert Hobard 3. Harry Pool 4. J. Pyle 5. L. Zonlinter Hoogachtend, D. Hoogzand Hyacinthenstraat 8 3245 CN Sommelsdijk Op zaterdag 12 mei wordt weer de Lan delijke Fietsdag georganiseerd, het offi cieuze begin van het nieuwe fietssei- zoen, ook al is dit voor velen al lang begonnen. Vanuit een zeer groot aantal plaatsen, over geheel Nederland ver spreid, kunnen fietsers een speciaal uit gezette route volgen. Het gaat daarbij om tochten van gemiddeld veertig kilo meter, dus iedereen kan meedoen en een gezinstocht behoort zeker tot de moge lijkheden. Nederland en de ontluikende natuur nodigen weer uit tot fietstoe- risme; ontspannen, sportief gezond en milieuvriendelijk. Op 12 mei allemaal op de fiets!! STELLENDAM Op zondag 29 april zal er D.V. in de Geref Kerk van Stellendam een dienst gehouden worden waarin wij in Woord en Geest, in zang en muziek God en elkaar willen ontmoeten. Het thema voor deze dienst is: 'Afklop- pen'. Ds. J. van Westenbrugge zal uitleg gen wat hiermee bedoeld wordt. Medewerking wordt gegeven door het kinderkoor 'Den Donk' en het tiener koor 'The Christians Singers', beide uit Slikkerveer en onder leiding van Hes- sel Hoving. Iedereen die zich hierdoor aangespro ken voelt, of die belangstelling heeft, of alleen maar nieuwsgierig is, is van harte welkom, wij hopen dat u om 10.30 uur in de kerk bent, want op die tijd begint de dienst. Westdijk 33-56 Middelharnis l\Tel. 01870-3035-2060 l'Fietsen. brommers, reparatie Het Amsterdam Marriott Hotel organi seert dit jaar voor het vijfde jaar met groot succes de 'Moeder van het Jaar' verkiezing. Kleine en grote kinderen mogen in het kader van Moederdag 13 mei a.s. hun moeder voordragen voor de 'Moeder van het Jaar' titel. Kinderen die vinden dat hun moeder de allerliefste is, moeten een brief sturen aan Jan Klaassen en in deze brief precies vertellen waarom hun moeder de liefste en beste is! Versjes en tekeningen zijn natuurlijk ook heel leuk om bij de brief in te sluiten. Jan Klaassen zal alle brieven nauwkeu rig bekijken en kiest de Moeder van het Jaar 1990. Die moeder krijgt met haar gezin een Champagne Brunch in het Amsterdam Marriott Hotel aangebo den. Ook ontvangt zij een speciale her innering aan deze dag. Alle kinderen moeten voor 8 mei a.s. hun brieven sturen aan: JAN KLAASSEN Amsterdam Marriott Hotel Stadhouderskade 19-21 1054 ES Amsterdam Vergeet vooral niet je adres duidelijk te vermelden. Wie weet wordt jouw moe der wel de 'Moeder van het Jaar 1990'! Voor dag en dauw besefte iedere inwo ner van deze streken op de 10e mei 1940 dat het nu menens was. Oorlog dus! Be richten van Duitse parachutisten bij Rotterdam en gevechten bij o.a. de Maasbruggen. Wie zou ons helpen? Enige uren later werden de eerste vlieg tuigen van onze Engelse bondgenoten gesignaleerd. Zes Bristol Blenheim ja gers van het 600 Squadron 'City of Lon don' van de Royal Auxilary Air Force lieten zich zien boven de Zuidhollandse Eilanden. Helaas was de Luftwaffe in het bezit van beter materiaal. Vijf Blen heims werden neergeschoten, slechts één kon zwaar beschadigd naar z'n ba sis terugkeren. Zeven van de dertien inzittenden kwa men om het leven. Van deze zeven werd pilot officer Robert W. H. Echlin, die bij Piershil neerkwam, aldaar begraven. Nu, vijftig jaar later, zal er in Piershil ex tra aandacht besteed worden aan de 4e mei herdenking. Om 13.00 uur is er een herdenking in de kerk, gevolgd door een kranslegging op de begraafplaats. Hier bij zullen oud-gedienden van het 600 squadron, uit Engeland overgekomen, aanwezig zijn. Leerlingen van de hoog ste klassen van de protestant christelijke scholen uit de gemeente Korendijk zul len bloemen leggen. De Bond van Wapenbroeders, afdeling Zuidhollandse Eilanden, heeft zich zeer beijverd om de herdenking op passende wijze te doen plaatsvinden. De Bond is ook gastheer van de Engelse veteranen van het 600 squadron gedurende hun verblijf op de Zuidhollandse Eilanden. Laten wij niet vergeten! De mannen van het 600 squadron waren piloten die in de week-ends als vrijwilligers de vliegtui gen van de Royal Air Force bemanden, eenvoudig omdat de Britse luchtmacht niet gereed was voor een echte oorlog. Alleen 'Herr Hitler' beschikte over een goed georganiseerd Wehrmacht met al les wat daarbij hoorde. Een zwakke te genstander lokt agressie van superieure machten uit. Zo is het door de eeuwen geweest. Er zijn er die helaas niets ge leerd hebben van de periode 1939- 1945. Maar wie de vrede wil bewaren moet zich - helaas - efficiënt bewapenen. Laten we ook dat niet vergeten! Th. Eijkman PR. afd. ZhE (01880) 1 75 11 Namelijk, indien gij met Uw mond zult belijden de Heere Jezus en met Uw hart geloven, dat God Hem uit de doden opgewekt heejt. zo zult gij zalig worden. (Rom. 10:9) Over het grote oogmerk van de apostel Paulus in de verkondiging, in het onder wijzen en in het schrijven van zijn brie ven, kan geen enkel misverstand be staan. Dat was het leiden van mensen tot de Heere Jezus. Hij had het heil, de zaligheid, het behoud van zondaren op het oog. Daar ging het hem om. Daartoe was dit uitver koren vat tot de heidenen gezonden. Om hun ogen te openen en hen te bekeren van de duisternis tot het licht en van de macht van de satan tot God; opdat zij vergeving van de zonden en een erfdeel onder de geheiligden, door het geloof in de Heere Jezus Christus (Hand. 26:18). Hiervan was de apostel helemaal door- gloeid. Dat beheerste hem in zijn preken en in zijn spreken. Van de morgen tot de avond. Behoud, redding, zaligheid. Daar wordt vandaag wel meewarig over gedaan. Dan vallen woorden als heils- egoïsme, het trekken van een wissel op de eeuwigheid. Maar Paulus heeft het over 'zalig wor den'. Dat heeft hij van zijn Meester geleerd. Die was immers gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was (Luk. 19:10)? Paulus stoot dan in de tekst van deze meditatie door tot de wortel van de zaak. Vertolkt hij in een zin dat Evangelie van de hemelhoge zaligheid op een even opmerkelijke als compacte wijze. Het is tegelijk een magistrale samenvatting van wat hem voor ogen stond. Hoe dan ook een stralend Evangeliewoord. Het is het Woord des geloofs. Ooit sprak Mozes tot Israël: Want dit woord is zeer nabij U, in Uw mond en in Uw hart, om dat te doen (Deut. 30:14). Daarin klinkt door de herinnering aan het gebod van het begin, het gebod van de liefde, van de gehoorzaamheid. Im mers in het gehoorzamen, in het onder houden van het gebod van God, was het leven besloten. In dat vervullen van de wet. Die vervulling zou zijn de bewaring van het leven. Paulus grijpt er in vers 5 op terug. Maar die weg is volstrekt opge broken. Vanwege de ongehoorzaamheid is die weg onbegaanbaar. Al kunnen we nog zoveel. Al proberen we het met alle mogelijke middelen. Het leven zijn we kwijt, de zaligheid is niet binnen het handbereik van ons menselijk kunnen. Al ons menselijk doen en laten is vol strekt ontoereikend. Wij redden het niet. Wij klimmen niet op. Het is omgekeerd. God daalt neer. In Zijn Zoon. Het Evangelie komt van de andere kant. Het is niet van beneden, maar van boven. Het Evangelie zegt niet tegen ons, dat we het leven al hebben, maar dat we het leven missen. Het EvangeHe komt als tot dode zondaren die levend- gemaakt moeten worden. Want als Pau lus hier schrijft over het zalig worden, heeft dat als diepe ondergrond dat we het hoe dan ook niet zijn. Dat zijn de donkere klanken van ons gevallen zijn, van onze verlorenheid, van onze hope loze toestand. Daaruit nu, moet het Evangelie ons verlossen. Daarvoor moe ten onze ogen open gaan. Daarmee begint het altijd weer in de evangelie dienst, als het adres van het Evangelie in het vizier komt. Het wordt gericht aan U die het nodig hebt, aan U die verloren bent. Het Evangelie is werkelijk goed nieuws, maar het is goed nieuws voor hen die gebonden zijn. Het is het Evan gelie voor vijanden. Immers, die worden met God verzoend. Hoe krijgen mensen daar oog en hart voor? Altijd weer door de prediking van het geloof. Het middel bij uitstek in de hand van de Heilige Geest. Om te bren gen tot belijden en geloven. Met mond en hart. Want die horen bij elkaar als bron en stroom. Het spreekwoord is raak en waar: Waar het hart vol van is, loopt de mond van over. Het is het hart dat welsprekend maakt en welsprekend heid uit zich via de mond. Wanneer God beslissend ingrijpt in een mensenleven, een zondaar opnieuw wordt geboren, komt dat openbaar in de taal van de mond. Het geloof dringt tot belijden, het belijden is gegrond in het geloof Ligt het recht voor God en de mensen, dan is er geen geloof zonder belijdenis en geen belijdenis zonder geloof En het moet gezegd, een valse hoop, uitkomend in een gehuichelde belijdenis, is het meest effectieve ge schut dat in stelling gebracht kan wor den tegen het Evangelie. En het is een ramp voor de christelijke gemeente. Dit zijn de zaken geloven en belijden. Met mond en hart. De belijdenis met de mond zet Paulus hier voorop. Hij be doelt daar uiteraard niet mee te zeggen dat belijden meer is dan geloven. Wie echt gelooft, zal belijden. Die zal nazeg gen wat eerst is voorgezegd. Tussen voor zeggen en nazeggen is de plaats van het door de Heilige Geest gewerkte geloof Dat geloof belijdt met de mond. Het is de belijdenis van de Heere Jezus. Het heeft in zich de belijdenis, de kennis van de smalle weg die ten leven leidt. De belijdenis van ons huiveringwekkend diep gezonken zijn in de staat van de dood. De erkenning van ons verdorven ik. De erkenning dat ik het niet red en dat uit de werken van de wet geen mens ooit gerechtvaardigd wordt. De belijde nis van de volstrekte onvruchtbaarheid aan onze kant. Dat en nog veel meer speelt mee. Maar het komt hierin sa men: In dien gij met Uw mond zult belij den de Heere Jezus. Het ware geloof spreekt, belijdt voor God en de mensen van Hem. Komt er mee voor de dag. Doet het niet alleen in de nacht. Hem belijden, dat Hij de Zoon van de levende God is. De Heere uit de hemel. Dat Hij Heere en Meester is. Wie Hem belijdt, zal zich voegen onder Zijn banier. Wie Hem belijdt, zal zeggen: Hij is mijn Meester. Ik wil een soldaat zijn in Zijn leger. Ik onderwerp mij aan Hem en lever mij helemaal aan Hem uit. Hij is Heere. Hij is ook Jezus, Zaligmaker. Ook zo wordt Hij beleden. Als de door God Gezon dene en Gezalfde. Om Zijn volk te lei den uit die wanhopige toestand. Om Zijn volk kennis van hun zaligheid te geven in de vergeving van hun zonden. Uitdrukkelijk onderstreept Paulus dat belijden met de mond. Ook dat is in het spoor van zijn Meester. Die heeft er een heel zwaar gewicht aan toegekend: Wie Mij belijden zal voor de mensen, zal Ik belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is. Maar zo wie Mij verloo chend zal hebben voor de mensen (wie Mij dus niet beleden zal hebben) die zal Ik ook verloochenen voor Mijn Vader, Die in de hemelen is (Matth. 10:32). Belijden met de mond. De Heere Jezus belijden. Waarom deze nadruk? Me dunkt dat met deze belijdenis manifest wordt de breuk met de wereld. Openlijk wordt toch uitgezegd de Heere Jezus te willen volgen. Wie met de mond de Heere Jezus belijdt, zegt met zoveel woorden met de wereld en met het schema van de wereld te breken. Dat openlijk de dienst aan de overste van deze wereld wordt opgezegd. Ik treed uit het ene gelid en voeg me bij het andere. Ik onderwerp me in heel mijn doen en laten aan de Heere Jezus en aan Zijn volstrekt betrouwbaar Woord. Al brengt het nog zo veel strijd en aanvechting met zich mee, ik ga aan de kant van de Heere te staan. Belijden met de mond, in de zin zoals Paulus het hier bedoelt, maakt zichtbaar dat er een band is, een geloofs- band met Christus. Dat er door genade een onberouwelijke keuze is gedaan. Omdat er die betrekking was gevallen. Belijden met de mond: Wien heb ik nevens U omhoog? Wat zou mijn hart, wat zou mijn oog op aarde nevens U toch lusten? Mets is er waar ik in kan rusten! K. t. K. >S:vi^>^|^& Lorentz 1 3241 LX Middelharnis Tel. 01870-2188 A Cricketpad 15 3223 EA Hellevoetsluis Tel. 01883-20016 Êl Kreeftstraat 36 4301 ZD Zierlkzee Tel. 01110-13163 Ig Wielsingel24 3261 VJ Oud-Beijerland Tel. 01860-13624 ^1 OOLTGENSPLAAT De Oranjevereniging 'Ooltgensplaat' or ganiseert evenals voorgaande jaren rond om Koninginnedag een busreis voor de 55-plussers. Gewoonlijk was deze reis na 30 april, dit jaar is vóór deze datum gekozen, n,l. op zaterdag 28 april a.s. Het bestuur is er weer in geslaagd een mooie rit samen te stellen, een en ander in samenwerking met Van Mourik's Tours. Het waarheen en waarlangs blijft nog geheim. De start is om 12.30 uur (precies), met twee stop plaatsen en de aankomst terug is om on geveer 18.15 uur bij "t Centrum', waar vandaan ook het vertrekpunt is. Na aan komst staat er een feestelijk gedekte kof fietafel in "t Centrum' gereed. De kosten zijn 20,- per persoon. Aanmelden bij de heer W. de Bonte, Weespad 19, telefoon 13 00. Wacht niet tot de laatste dag, want vol is vol. ,f.^.lf.^.l^l^)fl^l^^.^.^.^.^.l^.^.)^^.>^^.^.^■^.^.l^l^l^l^^■^■)f■^■^.l^l^l^4■^.^.>^'^)^^.lf.>^>^>^>^^■^■>fl^l^>^^■^■t^^■^^ In zijn ijlen had hij er om gehuild en hij had gevraagd: „Heeft het erg pijn ge daan, juffrouw?".... Hij stak zijn hand uit alsof hij iemand een hand wou geven en hij beloofde: „Ik zal het nooit weer doen, juffrouw.... Nee, ze wil niet, ze is boos.... En het was een ongeluk.... ik kon er eigenlijk niets aan doen!".... En een ogenblik later klaagde hij weer, dat hij er wel wat aan doen kon, want dat hij het had doorgedreven en Piet, aan wie hij zo'n hekel had, en die zich zo bespottelijk zou maken als hij niet durfde.... En vader had geknikt en gezegd: „Ja, m'n jongen.... als je niet zo'n koorts had, dan zou je niet zo eerlijk zijn".... En tegen moeder zei hij: „Wat is het hart van een mens toch een poel van ongerechtigheid, hé.... Dat is nu nog maar een kind, en wat leeft er in dat hart, onzichtbaar voor het menselijk oog!.... Maar God ziet het!.... En dan te denken, dat al die dingen eens geopenbaard zullen worden, net zoals Frans nu aan het openbaren is wat er binnen in hem leeft!.... Dat we aan die dingen toch zo wei-nig denken!".... Maar moeder luisterde niet meer, want Frans was gaan huilen en hij jammerde, dat hij niet meer bidden kon. Het huilen van de jongen was als een bange klacht in de stilte van de nacht.... Toen was moeder ook gaan huilen, ze zei nog: „M'n arme jongen, bij God is voor alle zonden ver geving".... Even had Frans haar aangekeken, maar vader had zijn hoofd geschud en gezegd: „Stil nu maar, want hij verstaat het toch niet, we kunnen alleen voor hem bidden".... Vader had de kussens van de zieke wat opgeschud en de dekens goed gelegd, want hij had zich bloot gewoeld. Dat had de gedachten van Frans blijk baar in een andere richting gedreven, hij had met zijn hand naar vader geslagen en gezegd: „Weg.... weg, gemene boer".... En toen was het verhaal van die middag begonnen. Het was moeilijk te volgen geweest, maar toen het eerste morgenlicht door de kieren van de blinden kwam en Frans in een onrustige sluimering viel was vader van zijn stoel gerezen. Hij bukte zich in de bedstee en zachtjes zei hij: „Arme jongen, dat is nog maar een begin, maar het is bijna te zwaar voor je geweest".... Voorzichtig had hij de blinden opengeschoven, het licht van de grauwe winterdag drong in de kamer. Moeder was bij hem komen staan en ze vroeg: „Wat bedoel je. Jaap: dat is nog maar een begin?".... „Een begin van de moeilijkheden van het leven, vrouw. Moeilijkheden waar we ons dikwijls zelf in brengen". „En het lijkt er dikwijls op, dat die moeilijkheden voor een arm mens nóg zwaarder zijn.... Hoe gemeen van die jongen, hé!".... Moeder zei het boos. Vader haalde zijn schouders op. „Och, dat is ook maar betrekkelijk.... Het lijkt wel eens of het bezit van geld en goed voordelen met zich meebrengt, maar dat is toch dikwijls maar schijn.... De gevol gen van de zonde komen over iedereen, rijk en arm".... „Als Frans een zoontje van een rijke boer geweest was, dan had al dat andere toch niet gebeurd", wierp moeder tegen, „'t Is zonde, wat heeft die arme jongen geleden.... 't Is goed, dat die Piet niet hier is, anders zou ik hem".... Vader kalmeerde haar: „Laten we niet vergeten, dat God zelf ons kind op de plaats gesteld heeft. Die Hij in Zijn wijsheid voor hem nodig oor deelde, vrouw.... En laten we hopen, dat hij er iets uit geleerd mag hebben, als god geeft dat hij weer genezen zal".... Zijn blikken dwaalden bezorgd naar de bedstee. Moeder begon te huilen. „Ja", zei ze, „maar ik vind het van die Piet toch zó gemeen.... zo'n arme jon gen.... moet je eens kijken hoe ziek hij is.... Zo'n lelijkerd.... om zo'n gemene streek uit te halen".... „Dat is het".... gaf vader toe. „Dat die jongen bang was voor de gevolgen, dat kan ik billijken.... Maar dat hij probeerde om met zijn geld".... Hij bleef half in de zin steken, want hij voelde, dat hij ook boos werd, en dat mocht niet. Maar het was zo gevaarlijk, wat Piet gedaan had, hij had er zoveel mee kapot gemaakt.... Dat zei hij ook tegen de boer en die knikte: „Ja, zo is het. Jaap.... ik begrijp het", en hij bromde: „Zo'n deugniet... ik zal hem!.... Vrouw, mijn kousen".... Hij gooide zijn benen over de bedsteerand en drif tig deed hij de wollen doek van zijn hoofd. „Mijn kousen, vrouw, toe.... ik kom er uit.... Jaap.... haal de dikste stok uit de schuur, die je kunt vinden,.... ik zal eens naar hem toegaan en dan zal hij er van lusten".... Zijn vrouw schoot haastig toe om zijn benen weer onder de dekens te doen, hij stribbelde tegen met zijn handen: „Vort.... vort.... ik kom er uit".... „Nee, je komt er niet uit", commandeerde ze snib big, „daarnet zei je, dat je ziek was.... Als je nou weer je benen van onder de dekens durft te doen, dan zal ik jou eens met een dik hout!".... Ze lachte nu. Jaap lachte ook, de kibbelpartij tussen die twee oude mensen was zo grappig. De ogen van de oude boer flikkerden boos, maar aan zijn mond kon je zien, dat hij het niet zo erg meende. „Ik zal die jongen een pak slaag geven, dat hij zijn hele leven niet vergeten zal".... dreigde hij weer. „Je blijft in bed", zei zijn vrouw. „Laten we de zaak nu zo maar laten, baas", vond Jaap, „er is al zoveel moeite geweest".... „Nee, nee.... niet zo laten", streefde de boer tegen. „'t Is toch te hopen, dat Piet er wat mee geleerd zal hebben", meende Jaap. „Ik zal het hem wel onder 't oog brengen".... „Dat kan in elk geval geen kwaad".... „Ja, met een eind hout.... dat is de beste remedie, om zulke jongens wat aan het verstand te bren gen.... Spaar de jongen de roede niet heeft de Spreukendichter gezegd".... Jaap schudde zijn hoofd, en de oude man begon de wollen doek weer om zijn hoofd te winden. De boerin hielp hem, hij leunde vermoeid tegen haar aan. „O, wat heb ik toch weer een pijn in mijn hoofd gekregen".... „Zie je nou wel".... Ze zei het verwijtend. „Hou je ook wat kalmer".... „Dan zal ik maar eens naar mijn werk gaan", zei Jaap. „Nou heb ik je nog zieker gemaakt dan je al was, baas... En ik had je nog al willen bedanken voor gisteravond, dat je zo goed".... „Laat maar.... laat maar".... viel de boer in de rede. Hij liet zich in de kussens vallen. (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1990 | | pagina 5