EIIIVIIDEfl-rilEIJWS
Neergeschoten vliegtuigen
4 mei 1990
Overdenking
Met'n goede verhuizer
kunt u rustig gaan slapen
Ontmoetingsdienst
Wie wordt er
Moeder van het Jaar!
uit de
Heilige Schrift
w
flakkee expresse bv
Wij zijn
rentmeesters
onzer goederen...
(XI)
12 mei landelijke fietsdag
Fa. B. van Eek Zn.
WCK
Opdat wij niet vergeten...
Belijden en geloven (1)
Busreis aangeboden
door de Oranjevereniging
VERVOLGVERHAAL
Jan Knape Mzn.
De volgende morgen
Onvolledig
Baby Broderie Boetiekjes
Verdere gegevens
- 39 -
Niet uitgegeven manuscript,
beschikbaar gesteld door
M. A. Knape
2e Blad
VRIJDAG 27 APRIL 1990
No. 5895
op 21 juli 1944, 's avonds om 11 uur
vloog een vliegtuig met gierend geluid
over de gemeente Oude Tonge. Even
later volgde een explosie.
Het vliegtuig was niet ver van het dorp
neergestort. Maar waar? Hoewel de
situatie in de polders rondom Oude
Tonge, na de inundatie van februari
1944 verschrikkelijk slecht was te noe
men, werd toch nog getracht om de
plaats van het onheil op te sporen. Doch
wegens de heersende duisternis was het
niet mogelijk dit vliegtuig te kunnen
vinden.
Stelt u zich eens voor hoe de omstandig
heden in dat oorlogsjaar in Oude Tonge
waren. De dijken waren nauwelijks
begaanbaar, aan weerszijden van die
dijken spoelde het zoute zeewater over
de eens zo vruchtbare landerijen, na
zonsondergang brandde nergens meer
een lichtje en dat er nog zoveel ander
gevaar dreigde in een door mensen ver
laten gebied!
Onder die omstandigheden is de mens
dubbel op zijn qui-vive; het was im
mers oorlog!
Wat een afschuwelijke ontdekking deed
men op de ochtend van 22 juli, om half
acht ongeveer. De overblijfselen van het
neergestorte vliegtuig werden gevonden.
Het bleek een Engelse bommenwerper
te zijn. Het vliegtuigwrak lag onder
water. Volgens de heerW. J. Terhoeve uit
Oude Tonge was dat in de geïnundeerde
Molenpolder net ten zuidwesten van het
dorp.
Bij nader onderzoek trof men de licha
men aan van de verongelukte beman
ningsleden. Deze lichamen werden ge
deeltelijk verbrand aangetroffen. De
stoffelijke overschotten werden met veel
moeite uit de verwrongen massa ge
haald en één voor één naar de Molen
dijk gedragen. De aanwezige leden van
de Grenzschutz namen het onderzoek
verder op zich. Van identificatie was
toen geen sprake.
Met het rapport bestaande uit zeven zin
nen en dat is opgesteld d.d. 22 juli 1944
voor kleding, kussens en kado's
Oranjestraat 8, Sommelsdijk
Tel. (01870) 52 71
door de gemeentesecretaris C. Slobbe,
komt het verhaal niet veel verder. Wel
dat het is opgetekend uit de mond van
getuige L. Verolme, die als gemeente
bode kennelijk 's morgens bij het onder
zoek is geweest en mogelijk heeft mee
gewerkt om de slachtoffers van deze
crash op de Molendijk te brengen.
Uit het verhaal 'Neergeschoten vliegtui
gen' VIII leid ik af, dat de omgekomen
bemanningsleden aan de noordzijde
van het Kerkhof van de Ned. Herv. Kerk
te Oude Tonge in juli 1944 zijn begraven.
Immers de twaalf verongelukte vliege
niers van 6 oktober 1944 werden naast
de vijf reeds eerder begraven Engelse
bemanningsleden, ter aarde besteld.
Voor verder onderzoek zal trouwens
over alle neergekomen vliegtuigen op
ons eiland kontakt worden opgenomen
met de daartoe geëigende instanties.
De namen van de slachtoffers werden
niet in het rapport vermeld. Door een
schriftelijke reactie op 'Neergeschoten
vliegtuigen' VIII van de heer W. H. Beze-
mer uit Wijk en Aalburg zijn deze als
nog bekend geworden.
De heer Bezemer heeft zelfs een copie
gestuurd van het programma 'Plechtige
Herdenking der gevallenen 1940-1945"
op vrijdag 3 mei 1946 te Oude Tonge.
Dit programma zal, naar ik hoop, in zijn
geheel worden opgenomen in een op
handen zijnde beschrijving van alle
neergekomen vliegtuigen op Goeree en
Overflakkee tijdens de Tweede Wereld
oorlog in boekvorm.
Een dankwoord aan de heer Bezemer is
hier zeker op zijn plaats. De slachtoffers
van de vliegtuigcrash in de Molenpolder
te Oude Tonge, op 21 juli 1944 waren:
1. Ernest Crowter
2. Albert Hobard
3. Harry Pool
4. J. Pyle
5. L. Zonlinter
Hoogachtend,
D. Hoogzand
Hyacinthenstraat 8
3245 CN Sommelsdijk
Op zaterdag 12 mei wordt weer de Lan
delijke Fietsdag georganiseerd, het offi
cieuze begin van het nieuwe fietssei-
zoen, ook al is dit voor velen al lang
begonnen. Vanuit een zeer groot aantal
plaatsen, over geheel Nederland ver
spreid, kunnen fietsers een speciaal uit
gezette route volgen. Het gaat daarbij
om tochten van gemiddeld veertig kilo
meter, dus iedereen kan meedoen en een
gezinstocht behoort zeker tot de moge
lijkheden. Nederland en de ontluikende
natuur nodigen weer uit tot fietstoe-
risme; ontspannen, sportief gezond en
milieuvriendelijk. Op 12 mei allemaal
op de fiets!!
STELLENDAM
Op zondag 29 april zal er D.V. in de
Geref Kerk van Stellendam een dienst
gehouden worden waarin wij in Woord
en Geest, in zang en muziek God en
elkaar willen ontmoeten.
Het thema voor deze dienst is: 'Afklop-
pen'. Ds. J. van Westenbrugge zal uitleg
gen wat hiermee bedoeld wordt.
Medewerking wordt gegeven door het
kinderkoor 'Den Donk' en het tiener
koor 'The Christians Singers', beide uit
Slikkerveer en onder leiding van Hes-
sel Hoving.
Iedereen die zich hierdoor aangespro
ken voelt, of die belangstelling heeft, of
alleen maar nieuwsgierig is, is van harte
welkom, wij hopen dat u om 10.30 uur in
de kerk bent, want op die tijd begint
de dienst.
Westdijk 33-56
Middelharnis
l\Tel. 01870-3035-2060
l'Fietsen. brommers,
reparatie
Het Amsterdam Marriott Hotel organi
seert dit jaar voor het vijfde jaar met
groot succes de 'Moeder van het Jaar'
verkiezing.
Kleine en grote kinderen mogen in het
kader van Moederdag 13 mei a.s. hun
moeder voordragen voor de 'Moeder
van het Jaar' titel. Kinderen die vinden
dat hun moeder de allerliefste is, moeten
een brief sturen aan Jan Klaassen en in
deze brief precies vertellen waarom hun
moeder de liefste en beste is! Versjes en
tekeningen zijn natuurlijk ook heel leuk
om bij de brief in te sluiten.
Jan Klaassen zal alle brieven nauwkeu
rig bekijken en kiest de Moeder van het
Jaar 1990. Die moeder krijgt met haar
gezin een Champagne Brunch in het
Amsterdam Marriott Hotel aangebo
den. Ook ontvangt zij een speciale her
innering aan deze dag.
Alle kinderen moeten voor 8 mei a.s. hun
brieven sturen aan:
JAN KLAASSEN
Amsterdam Marriott Hotel
Stadhouderskade 19-21
1054 ES Amsterdam
Vergeet vooral niet je adres duidelijk te
vermelden. Wie weet wordt jouw moe
der wel de 'Moeder van het Jaar
1990'!
Voor dag en dauw besefte iedere inwo
ner van deze streken op de 10e mei 1940
dat het nu menens was. Oorlog dus! Be
richten van Duitse parachutisten bij
Rotterdam en gevechten bij o.a. de
Maasbruggen. Wie zou ons helpen?
Enige uren later werden de eerste vlieg
tuigen van onze Engelse bondgenoten
gesignaleerd. Zes Bristol Blenheim ja
gers van het 600 Squadron 'City of Lon
don' van de Royal Auxilary Air Force
lieten zich zien boven de Zuidhollandse
Eilanden. Helaas was de Luftwaffe in
het bezit van beter materiaal. Vijf Blen
heims werden neergeschoten, slechts
één kon zwaar beschadigd naar z'n ba
sis terugkeren.
Zeven van de dertien inzittenden kwa
men om het leven. Van deze zeven werd
pilot officer Robert W. H. Echlin, die bij
Piershil neerkwam, aldaar begraven.
Nu, vijftig jaar later, zal er in Piershil ex
tra aandacht besteed worden aan de 4e
mei herdenking. Om 13.00 uur is er een
herdenking in de kerk, gevolgd door een
kranslegging op de begraafplaats. Hier
bij zullen oud-gedienden van het 600
squadron, uit Engeland overgekomen,
aanwezig zijn. Leerlingen van de hoog
ste klassen van de protestant christelijke
scholen uit de gemeente Korendijk zul
len bloemen leggen.
De Bond van Wapenbroeders, afdeling
Zuidhollandse Eilanden, heeft zich zeer
beijverd om de herdenking op passende
wijze te doen plaatsvinden. De Bond is
ook gastheer van de Engelse veteranen
van het 600 squadron gedurende hun
verblijf op de Zuidhollandse Eilanden.
Laten wij niet vergeten! De mannen van
het 600 squadron waren piloten die in de
week-ends als vrijwilligers de vliegtui
gen van de Royal Air Force bemanden,
eenvoudig omdat de Britse luchtmacht
niet gereed was voor een echte oorlog.
Alleen 'Herr Hitler' beschikte over een
goed georganiseerd Wehrmacht met al
les wat daarbij hoorde. Een zwakke te
genstander lokt agressie van superieure
machten uit. Zo is het door de eeuwen
geweest. Er zijn er die helaas niets ge
leerd hebben van de periode 1939-
1945.
Maar wie de vrede wil bewaren moet
zich - helaas - efficiënt bewapenen.
Laten we ook dat niet vergeten!
Th. Eijkman PR. afd. ZhE
(01880) 1 75 11
Namelijk, indien gij met Uw mond
zult belijden de Heere Jezus en met
Uw hart geloven, dat God Hem uit de
doden opgewekt heejt. zo zult gij
zalig worden.
(Rom. 10:9)
Over het grote oogmerk van de apostel
Paulus in de verkondiging, in het onder
wijzen en in het schrijven van zijn brie
ven, kan geen enkel misverstand be
staan. Dat was het leiden van mensen tot
de Heere Jezus.
Hij had het heil, de zaligheid, het
behoud van zondaren op het oog. Daar
ging het hem om. Daartoe was dit uitver
koren vat tot de heidenen gezonden. Om
hun ogen te openen en hen te bekeren
van de duisternis tot het licht en van de
macht van de satan tot God; opdat zij
vergeving van de zonden en een erfdeel
onder de geheiligden, door het geloof in
de Heere Jezus Christus (Hand. 26:18).
Hiervan was de apostel helemaal door-
gloeid. Dat beheerste hem in zijn preken
en in zijn spreken. Van de morgen tot de
avond. Behoud, redding, zaligheid.
Daar wordt vandaag wel meewarig over
gedaan. Dan vallen woorden als heils-
egoïsme, het trekken van een wissel op
de eeuwigheid.
Maar Paulus heeft het over 'zalig wor
den'. Dat heeft hij van zijn Meester
geleerd. Die was immers gekomen om te
zoeken en zalig te maken dat verloren
was (Luk. 19:10)?
Paulus stoot dan in de tekst van deze
meditatie door tot de wortel van de zaak.
Vertolkt hij in een zin dat Evangelie van
de hemelhoge zaligheid op een even
opmerkelijke als compacte wijze. Het is
tegelijk een magistrale samenvatting
van wat hem voor ogen stond. Hoe dan
ook een stralend Evangeliewoord. Het is
het Woord des geloofs.
Ooit sprak Mozes tot Israël: Want dit
woord is zeer nabij U, in Uw mond en in
Uw hart, om dat te doen (Deut. 30:14).
Daarin klinkt door de herinnering aan
het gebod van het begin, het gebod van
de liefde, van de gehoorzaamheid. Im
mers in het gehoorzamen, in het onder
houden van het gebod van God, was het
leven besloten. In dat vervullen van de
wet. Die vervulling zou zijn de bewaring
van het leven. Paulus grijpt er in vers 5
op terug. Maar die weg is volstrekt opge
broken. Vanwege de ongehoorzaamheid
is die weg onbegaanbaar. Al kunnen we
nog zoveel. Al proberen we het met alle
mogelijke middelen. Het leven zijn we
kwijt, de zaligheid is niet binnen het
handbereik van ons menselijk kunnen.
Al ons menselijk doen en laten is vol
strekt ontoereikend. Wij redden het niet.
Wij klimmen niet op. Het is omgekeerd.
God daalt neer. In Zijn Zoon.
Het Evangelie komt van de andere kant.
Het is niet van beneden, maar van
boven. Het Evangelie zegt niet tegen
ons, dat we het leven al hebben, maar
dat we het leven missen. Het EvangeHe
komt als tot dode zondaren die levend-
gemaakt moeten worden. Want als Pau
lus hier schrijft over het zalig worden,
heeft dat als diepe ondergrond dat we
het hoe dan ook niet zijn. Dat zijn de
donkere klanken van ons gevallen zijn,
van onze verlorenheid, van onze hope
loze toestand. Daaruit nu, moet het
Evangelie ons verlossen. Daarvoor moe
ten onze ogen open gaan. Daarmee
begint het altijd weer in de evangelie
dienst, als het adres van het Evangelie in
het vizier komt. Het wordt gericht aan U
die het nodig hebt, aan U die verloren
bent. Het Evangelie is werkelijk goed
nieuws, maar het is goed nieuws voor
hen die gebonden zijn. Het is het Evan
gelie voor vijanden. Immers, die worden
met God verzoend.
Hoe krijgen mensen daar oog en hart
voor? Altijd weer door de prediking van
het geloof. Het middel bij uitstek in de
hand van de Heilige Geest. Om te bren
gen tot belijden en geloven. Met mond
en hart. Want die horen bij elkaar als
bron en stroom. Het spreekwoord is
raak en waar: Waar het hart vol van is,
loopt de mond van over. Het is het hart
dat welsprekend maakt en welsprekend
heid uit zich via de mond.
Wanneer God beslissend ingrijpt in een
mensenleven, een zondaar opnieuw
wordt geboren, komt dat openbaar in de
taal van de mond. Het geloof dringt tot
belijden, het belijden is gegrond in het
geloof Ligt het recht voor God en de
mensen, dan is er geen geloof zonder
belijdenis en geen belijdenis zonder
geloof En het moet gezegd, een valse
hoop, uitkomend in een gehuichelde
belijdenis, is het meest effectieve ge
schut dat in stelling gebracht kan wor
den tegen het Evangelie. En het is een
ramp voor de christelijke gemeente.
Dit zijn de zaken geloven en belijden.
Met mond en hart. De belijdenis met de
mond zet Paulus hier voorop. Hij be
doelt daar uiteraard niet mee te zeggen
dat belijden meer is dan geloven. Wie
echt gelooft, zal belijden. Die zal nazeg
gen wat eerst is voorgezegd. Tussen voor
zeggen en nazeggen is de plaats van het
door de Heilige Geest gewerkte geloof
Dat geloof belijdt met de mond. Het is
de belijdenis van de Heere Jezus. Het
heeft in zich de belijdenis, de kennis van
de smalle weg die ten leven leidt. De
belijdenis van ons huiveringwekkend
diep gezonken zijn in de staat van de
dood. De erkenning van ons verdorven
ik. De erkenning dat ik het niet red en
dat uit de werken van de wet geen mens
ooit gerechtvaardigd wordt. De belijde
nis van de volstrekte onvruchtbaarheid
aan onze kant. Dat en nog veel meer
speelt mee. Maar het komt hierin sa
men: In dien gij met Uw mond zult belij
den de Heere Jezus. Het ware geloof
spreekt, belijdt voor God en de mensen
van Hem.
Komt er mee voor de dag. Doet het niet
alleen in de nacht. Hem belijden, dat Hij
de Zoon van de levende God is. De
Heere uit de hemel. Dat Hij Heere en
Meester is. Wie Hem belijdt, zal zich
voegen onder Zijn banier. Wie Hem
belijdt, zal zeggen: Hij is mijn Meester.
Ik wil een soldaat zijn in Zijn leger. Ik
onderwerp mij aan Hem en lever mij
helemaal aan Hem uit. Hij is Heere. Hij
is ook Jezus, Zaligmaker. Ook zo wordt
Hij beleden. Als de door God Gezon
dene en Gezalfde. Om Zijn volk te lei
den uit die wanhopige toestand. Om
Zijn volk kennis van hun zaligheid te
geven in de vergeving van hun zonden.
Uitdrukkelijk onderstreept Paulus dat
belijden met de mond. Ook dat is in het
spoor van zijn Meester. Die heeft er een
heel zwaar gewicht aan toegekend: Wie
Mij belijden zal voor de mensen, zal Ik
belijden voor Mijn Vader, Die in de
hemelen is. Maar zo wie Mij verloo
chend zal hebben voor de mensen (wie
Mij dus niet beleden zal hebben) die zal
Ik ook verloochenen voor Mijn Vader,
Die in de hemelen is (Matth. 10:32).
Belijden met de mond. De Heere Jezus
belijden. Waarom deze nadruk? Me
dunkt dat met deze belijdenis manifest
wordt de breuk met de wereld. Openlijk
wordt toch uitgezegd de Heere Jezus te
willen volgen. Wie met de mond de
Heere Jezus belijdt, zegt met zoveel
woorden met de wereld en met het
schema van de wereld te breken. Dat
openlijk de dienst aan de overste van
deze wereld wordt opgezegd. Ik treed uit
het ene gelid en voeg me bij het andere.
Ik onderwerp me in heel mijn doen en
laten aan de Heere Jezus en aan Zijn
volstrekt betrouwbaar Woord. Al brengt
het nog zo veel strijd en aanvechting met
zich mee, ik ga aan de kant van de Heere
te staan. Belijden met de mond, in de zin
zoals Paulus het hier bedoelt, maakt
zichtbaar dat er een band is, een geloofs-
band met Christus. Dat er door genade
een onberouwelijke keuze is gedaan.
Omdat er die betrekking was gevallen.
Belijden met de mond:
Wien heb ik nevens U omhoog?
Wat zou mijn hart, wat zou mijn oog
op aarde nevens U toch lusten?
Mets is er waar ik in kan rusten!
K. t. K.
>S:vi^>^|^&
Lorentz 1 3241 LX Middelharnis Tel. 01870-2188 A
Cricketpad 15 3223 EA Hellevoetsluis Tel. 01883-20016 Êl
Kreeftstraat 36 4301 ZD Zierlkzee Tel. 01110-13163 Ig
Wielsingel24 3261 VJ Oud-Beijerland Tel. 01860-13624 ^1
OOLTGENSPLAAT
De Oranjevereniging 'Ooltgensplaat' or
ganiseert evenals voorgaande jaren rond
om Koninginnedag een busreis voor de
55-plussers.
Gewoonlijk was deze reis na 30 april, dit
jaar is vóór deze datum gekozen, n,l. op
zaterdag 28 april a.s. Het bestuur is er
weer in geslaagd een mooie rit samen te
stellen, een en ander in samenwerking
met Van Mourik's Tours. Het waarheen
en waarlangs blijft nog geheim. De start
is om 12.30 uur (precies), met twee stop
plaatsen en de aankomst terug is om on
geveer 18.15 uur bij "t Centrum', waar
vandaan ook het vertrekpunt is. Na aan
komst staat er een feestelijk gedekte kof
fietafel in "t Centrum' gereed. De kosten
zijn 20,- per persoon.
Aanmelden bij de heer W. de Bonte,
Weespad 19, telefoon 13 00. Wacht niet
tot de laatste dag, want vol is vol.
,f.^.lf.^.l^l^)fl^l^^.^.^.^.^.l^.^.)^^.>^^.^.^■^.^.l^l^l^l^^■^■)f■^■^.l^l^l^4■^.^.>^'^)^^.lf.>^>^>^>^^■^■>fl^l^>^^■^■t^^■^^
In zijn ijlen had hij er om gehuild en hij
had gevraagd: „Heeft het erg pijn ge
daan, juffrouw?".... Hij stak zijn hand uit
alsof hij iemand een hand wou geven en
hij beloofde: „Ik zal het nooit weer doen,
juffrouw.... Nee, ze wil niet, ze is boos....
En het was een ongeluk.... ik kon er
eigenlijk niets aan doen!".... En een
ogenblik later klaagde hij weer, dat hij er wel wat
aan doen kon, want dat hij het had doorgedreven
en Piet, aan wie hij zo'n hekel had, en die zich zo
bespottelijk zou maken als hij niet durfde....
En vader had geknikt en gezegd: „Ja, m'n jongen....
als je niet zo'n koorts had, dan zou je niet zo eerlijk
zijn".... En tegen moeder zei hij: „Wat is het hart
van een mens toch een poel van ongerechtigheid,
hé.... Dat is nu nog maar een kind, en wat leeft er in
dat hart, onzichtbaar voor het menselijk oog!....
Maar God ziet het!.... En dan te denken, dat al die
dingen eens geopenbaard zullen worden, net zoals
Frans nu aan het openbaren is wat er binnen in
hem leeft!.... Dat we aan die dingen toch zo
wei-nig denken!"....
Maar moeder luisterde niet meer, want Frans was
gaan huilen en hij jammerde, dat hij niet meer
bidden kon. Het huilen van de jongen was als een
bange klacht in de stilte van de nacht....
Toen was moeder ook gaan huilen, ze zei nog:
„M'n arme jongen, bij God is voor alle zonden ver
geving".... Even had Frans haar aangekeken, maar
vader had zijn hoofd geschud en gezegd: „Stil nu
maar, want hij verstaat het toch niet, we kunnen
alleen voor hem bidden"....
Vader had de kussens van de zieke wat opgeschud
en de dekens goed gelegd, want hij had zich bloot
gewoeld. Dat had de gedachten van Frans blijk
baar in een andere richting gedreven, hij had met
zijn hand naar vader geslagen en gezegd: „Weg....
weg, gemene boer".... En toen was het verhaal van
die middag begonnen. Het was moeilijk te volgen
geweest, maar toen het eerste morgenlicht door de
kieren van de blinden kwam en Frans in een
onrustige sluimering viel was vader van zijn stoel
gerezen. Hij bukte zich in de bedstee en zachtjes
zei hij: „Arme jongen, dat is nog maar een begin,
maar het is bijna te zwaar voor je geweest"....
Voorzichtig had hij de blinden opengeschoven,
het licht van de grauwe winterdag drong in de
kamer. Moeder was bij hem komen staan en ze
vroeg: „Wat bedoel je. Jaap: dat is nog maar
een begin?"....
„Een begin van de moeilijkheden van het leven,
vrouw. Moeilijkheden waar we ons dikwijls zelf
in brengen".
„En het lijkt er dikwijls op, dat die moeilijkheden
voor een arm mens nóg zwaarder zijn.... Hoe
gemeen van die jongen, hé!".... Moeder zei het
boos.
Vader haalde zijn schouders op. „Och, dat is ook
maar betrekkelijk.... Het lijkt wel eens of het bezit
van geld en goed voordelen met zich meebrengt,
maar dat is toch dikwijls maar schijn.... De gevol
gen van de zonde komen over iedereen, rijk en
arm"....
„Als Frans een zoontje van een rijke boer geweest
was, dan had al dat andere toch niet gebeurd",
wierp moeder tegen, „'t Is zonde, wat heeft die
arme jongen geleden.... 't Is goed, dat die Piet niet
hier is, anders zou ik hem"....
Vader kalmeerde haar: „Laten we niet vergeten,
dat God zelf ons kind op de plaats gesteld heeft.
Die Hij in Zijn wijsheid voor hem nodig oor
deelde, vrouw.... En laten we hopen, dat hij er iets
uit geleerd mag hebben, als god geeft dat hij weer
genezen zal".... Zijn blikken dwaalden bezorgd
naar de bedstee.
Moeder begon te huilen. „Ja", zei ze, „maar ik vind
het van die Piet toch zó gemeen.... zo'n arme jon
gen.... moet je eens kijken hoe ziek hij is.... Zo'n
lelijkerd.... om zo'n gemene streek uit te halen"....
„Dat is het".... gaf vader toe. „Dat die jongen bang
was voor de gevolgen, dat kan ik billijken.... Maar
dat hij probeerde om met zijn geld".... Hij bleef
half in de zin steken, want hij voelde, dat hij ook
boos werd, en dat mocht niet. Maar het was zo
gevaarlijk, wat Piet gedaan had, hij had er zoveel
mee kapot gemaakt....
Dat zei hij ook tegen de boer en die knikte: „Ja, zo
is het. Jaap.... ik begrijp het", en hij bromde: „Zo'n
deugniet... ik zal hem!.... Vrouw, mijn kousen"....
Hij gooide zijn benen over de bedsteerand en drif
tig deed hij de wollen doek van zijn hoofd. „Mijn
kousen, vrouw, toe.... ik kom er uit.... Jaap.... haal de
dikste stok uit de schuur, die je kunt vinden,.... ik
zal eens naar hem toegaan en dan zal hij er
van lusten"....
Zijn vrouw schoot haastig toe om zijn benen weer
onder de dekens te doen, hij stribbelde tegen met
zijn handen: „Vort.... vort.... ik kom er uit"....
„Nee, je komt er niet uit", commandeerde ze snib
big, „daarnet zei je, dat je ziek was.... Als je nou
weer je benen van onder de dekens durft te doen,
dan zal ik jou eens met een dik hout!".... Ze
lachte nu.
Jaap lachte ook, de kibbelpartij tussen die twee
oude mensen was zo grappig. De ogen van de
oude boer flikkerden boos, maar aan zijn mond
kon je zien, dat hij het niet zo erg meende. „Ik zal
die jongen een pak slaag geven, dat hij zijn hele
leven niet vergeten zal".... dreigde hij weer.
„Je blijft in bed", zei zijn vrouw.
„Laten we de zaak nu zo maar laten, baas", vond
Jaap, „er is al zoveel moeite geweest"....
„Nee, nee.... niet zo laten", streefde de boer
tegen.
„'t Is toch te hopen, dat Piet er wat mee geleerd zal
hebben", meende Jaap.
„Ik zal het hem wel onder 't oog brengen"....
„Dat kan in elk geval geen kwaad"....
„Ja, met een eind hout.... dat is de beste remedie,
om zulke jongens wat aan het verstand te bren
gen.... Spaar de jongen de roede niet heeft de
Spreukendichter gezegd"....
Jaap schudde zijn hoofd, en de oude man begon
de wollen doek weer om zijn hoofd te winden. De
boerin hielp hem, hij leunde vermoeid tegen haar
aan. „O, wat heb ik toch weer een pijn in mijn
hoofd gekregen"....
„Zie je nou wel".... Ze zei het verwijtend. „Hou je
ook wat kalmer"....
„Dan zal ik maar eens naar mijn werk gaan", zei
Jaap. „Nou heb ik je nog zieker gemaakt dan je al
was, baas... En ik had je nog al willen bedanken
voor gisteravond, dat je zo goed"....
„Laat maar.... laat maar".... viel de boer in de rede.
Hij liet zich in de kussens vallen.
(wordt vervolgd)