EIIIVI1DEI1-I1IEUW5
Grijsoordse Schetsen
NIEUWS
VOORPROEFJE
De visafslag en de visbank
van Middelharnis
f u
uit de Kerken
DIA-AVOND
s 1 L
f.
'Heivoet' presenteert
wereldprimeur
No. 5872
Arbeidsbureau in St. ilAaartensdijlt
opende haar deuren
Arjaon van Herken
Ingezonden:
De afgelopen weken verschenen er in het E.N.
enkele artikelen m.b.t. de visafslag van Middel
harnis. Zo suggereert dhr./mw. E. Beket in een
artikel in het E.N. van 23-01-90, dat de visbank
fungeerde als visafslag; dit is niet juist. De vis
bank was namelijk uitsluitend bedoeld als zijn
de t.b.v. de plaatselijke vishandel.
Jeugdwerk Nieuwe Tonge
Goedereede
c r
4e Blad
VRIJDAG 2 FEBRUARI 1990
De hevige storm die voor meer dan een miljard schade aanrichtte, deed velen van
ons herinneren aan de stormramp 1 februari 1953. Maar er was weleen verschil.
Nu kwam de storm 's middags op klaarlichte dag, toen midden in de donkere
nacht en ongeveer 5 meter zeewater en de mensen sliepen. Het is een rustig dorp
aan de Krammer In 1944 werden ze allen weggevoerd en geëvacueerd door heel
Nederland. Van Kloosterburen in Groningen tot Geleen in Limburg. Als logé's
leerden ze daar dat er mensen woonden met andere opvattingen en richtingen en
kerken. Ze leerden daar dat wel de mensen; maar oorlog en rampen, en de dood
geen onderscheid maakt tussen geloof en leven. En terug weer op 't land waar nog
1 meter zout water stond; bleek dat de Duitsers alle torenklokken hadden meege
nomen. De oude zware luidklok San Salvadora. Het Angelus en van de Roomse
kerk; de Heilige Maria. In de toren werd op een gasfles geslagen, als je naar de
kerk of 't kerkhof moest. Gekollekteerd in beid ekerken kochten we samen één
nieuwe klok. Enkelen waren het er niet mee eens, maar dat waren meest overlan-
ders. Maar de dijken waren provisorisch hersteld, de stroomgaten begaven het.
Huis na huis bezweek door het geweld van storm en baren. Ze kwamen aandrij
ven op een stuk dak, vaderen moeder, en vijf kinderen. Halfop 't vlot, half onder
water. We zagen tot onze ontzetting dat de ratten zich vastgebeten hadden in de
lijfjes en benen van de kinderen: om zich te redden. Weer ondernam Dr. Voogd de
halsbrekende tocht om over de daken van de dijk naar zijn apotheek, medicijnen
te halen en spuiten tegen de ziekte van Weill Met grote inzet heeft hij vele mensen
hun leven verlengd en vermoedelijk het zijne verkort. Er kwam ook veel stress
voor. Mensen getroffen, door de angst voor de dood; in die nachuten, en verliezen,
die het niet meer zagen zitten. Zij stierven hieraan na korte of langere tijd. Opeen
stukje dijk, hebben we onze vrienden en bekenden en familie begraven, soms 10
of 15 per dag. Daar was niet veel van over, aan de trouwring kon men nog velen
herkennen. Toch komt men telkens tegen het opschrift: onbekende jongen of
meisje. En er zijn er nog steeds die nooit gevonden zijn, weggedreven door de
stroomgaten bij de ebbe en vloed die ook door de polder ging. „Het water door
Gods wil geschapen, heeft velen voor Zijn troon geleid. Zo werd zijn gave ons een
teken. Hun zijn Zijn deel in eeuwigheid", staat er op het monument. Zijn deel
zijn; d.w.z. van Hem, Johannes zegt ervan, de eerste aarde was voorbij gegaan, en
de zee was niet meer, en God zal alle tranen van hun ogen afwissen.
SINT ANNALAND
Met het stappen door een papieren vlag
die voor de draaideur was gespannen,
verrichtte drs. E. J. Schoevaars, plaats
vervangend directeur-generaal arbeids
voorziening, één dezer dagen de ope
ning van het nieuwe Arbeidsbureau
Tholen in de kern Sint-Maartensdijk.
Daarvoor hadden enkele sprekers al het
woord gevoerd. De directeur van het
Gewestelijk Arbeidsbureau uit Goes, de
heer J. J. J. C. Vermeulen, keek terug in
het recente verleden. Enkele jaren gele
den stond het bestaansrecht van de
kleine arbeidsbureaus ter discussie.
Tholen is een betrekkelijk klein gebied;
Bergen op Zoom en ook Goes, dichter
bij gekomen door de aanleg van de Oes-
terdam, lagen binnen handbereik.
In de voornoemde discussie fungeerde
het Arbeidsbureau Tholen als proef en
hield zich staande. De bestaande acco-
modatie was inmiddels te klein gewor
den. Er werd gezocht naar een geschikte
lokatie voor een nieuw kantoor. Beslo
ten werd tot nieuwbouw over te gaan in
de grote kern Sint-Maartensdijk.
In het nieuwe gebouw heeft ook het uit
zendbureau Start een definitief onder
dak gevonden. Opereerde men voor
heen vanuit Goes en Bergen op Zoom,
nu is er een vast steunpunt in de kern
Sint-Maartensdijk.
Dit tot groot genoegen van directeur
ingenieur S. Attema. Hij benadrukte de
nauwe samenwerking tussen het uit
zendbureau Start en het arbeidsbureau.
Voor Start is het uitzenden van werkne-
NED. HERV. KERK
Beroepen te: Ochten (toez.) C. D. Zon-
nenberg te Benschop; Alblasserdam A.
Schaap te Hasselt; Veen M. B. van den
Akker te Wageningen.
GEREF. KERKEN
Benoemd: tot predikant van het Huis
van Bewaring te Leeuwarden dr. H. W^.
Vijver, 1.1. zendingspred. te Argentinië,
verbonden aan de kerk van Gauw-
Terzool, wonende te Leeuwarden.
Beroepen te: Heinkenszanda drs. D.
Luymes, kand. te Hengelo.
Aangenomen: de benoeming tot predi
kant van het Huis van Bewaring te Leeu
warden dr. H. W. Vijver, 1.1. zendings
pred. te Argentinië, verbonden aan de
kerk van Gauw-Terzool; naar Ferwerd
(part-time) drs. F. A. A. Baarslag te
Amsterdam-Noord (part-time); Amers
foort J. van Verseveld te Franeker; Zeist
F. J. Boer te Alphen aan den Rijn.
Beroepbaarstelling: P. Kwast, Kamer-
Ungh Onnesweg 126, 1223 JM Hilver
sum, tel. (035) 83 43 99.
GEREF. KERKEN (Vrijgemaakt)
Beroepen te: Ridderkerk K. de Vries te
IJsselmuiden-Grafhorst.
CHR. GEREF KERKEN
Bedankt voor: Leerdam L. W. van der
Meij te Alphen aan den Rijn.
GEREF GEMEENTEN
Beroepen te: Oud Beijerland J. J. Tanis
te Ridderkerk; Apeldoorn C. J. Meeuse
te Rotterdam-Zuid.
Bedankt voor: Middelburg-Zuid Th.
van Stuijvenberg te Terwolde de Vecht;
Woerden J. den Hoed te Rock Valley
(USA).
OUD GEREF GEMEENTEN IN NED.
Beroepen te: Sint Philipsland A. D.
Muilwijk te Dordrecht.
mers geen doel, maar een middel om
diverse mensen aan een vaste baan te
helpen. Van de werknemers, die via het
uitzendbureau Start uitgezonden wor
den, vindt één op de drie een dienst
betrekking.
Na de officiële opening en de bezichti
ging van het nieuwe kantoorgebouw,
volgde nog een drukbezochte receptie
voor de gaande en voor de komende
directeur van het arbeidsbureau. De
scheidende directeur J. P. M. van der
Male uit Tholen verwelkomde daarbij
zijn opvolger, de heer P. J. F. Castricum.
Vier oktober, drie en veertig.,,,
't Was een fraaie najaarslucht.
Flak, gestationeerd op Zijpe,
weerde zich die dag geducht.
Want de Tommy's in die dagen,
werden wel heel erg brutaal.
En zij gingen voor dat schieten,
niet maar daad'lijk aan de haal.
Men beschoot de baggermolen,
voor 't verleende hulpbetoon,
bij het leggen van een kabel,
voor de Wehrmachtstelefoon.
Maar 't bleef van de Duitse herders
ook niet slechts bij wat geblaf!
Want ze beten fel en nijdig
naar de mannen van de R.A.F.
Eén Spitfire werd aangeschoten;
maakte langs ons dorp een bocht,
alsof de piloot bij Herken,
naar een landingsplekje zocht.
Wat hij ook, zo bleek ons spoedig.
achter in de polder vond.
Want hij zette zijn machine,
in ,,de Nolle" aan de grond.
Het was een perfekte landing,
in het Herkens polderland.
Maar hij schoot, volgens instructie,
eerst zijn toestel in de brand.
'n Boerenzoon in die omgeving,
nam de vlieger maar aan boord.
Bracht hem op zijn wagen dorpwaarts,
waar de rust weer werd verstoord.
En wat niemand hier verwachtte....
zeer uitbundig was 't onthaal.
Al was dan de conversatie
meest maar in gebarentaal!
En omstuwd door de bewoners,
werd de vlieger opgebracht.
Maar dit muisje kreeg een staartje.
Dat werd dan ook wel verwacht!
Was dan Herken overwegend,
Duitsgezind en N.S.B
't bleek wel anders op die maandag,
niemand riep er toen: „Hou Zee"!
Voor de vlieger was 't het einde.
Een voor hem fatale vlucht,
'n Zestal mannen die verdwenen,
achter 't prikkeldraad in Vucht.
En de straf voor de bevolking,
was bepaald ook niet zo fijn.
Moesten heel de maand oktober,
om zes uur al binnen zijn.
't Zestal kwam na enk'le maanden,
huiswaarts weer; dat viel dus mee.
Nu wel haarloos, en zij waren,
in 't bezit van veel ,,klein vee".
Straf was waarlijk wel te dragen,
schoon men 't wel wat lastig vond.
Wisten niet, dat na vier maanden,
erger ons te wachten stond!
Hier kochten de inwoners van Middelharnis hun
maaltje vis bij de zogeheten visroeper(s). Dit waren
plaatselijke kleine ondernemers, die d.m.v. het aan
de man brengen van vis hun dagelijks brood poog
den te verdienen. Twee zinnen uit het boek van bur
gemeester Ulbo J. Mijs over de visafslag staven de
hierboven vermelde veronderstelling, dat de conclu
dering van dhr./mw. E. Beket op onwaarheid zou be
rusten. In het voorwoord staat namelijk; „Bij overle
vering weten thans nog enkelen, dat alhier in vroeger
dagen een visafslag bestond, die belangrijke voorde
len voor de gemeente opleverde; veel meer is aan de
meesten niet bekend en spoedig zal ook dat weinige
vergeten zijn". Blz. 106 van ditzelfde boek verhaalt
daarenboven als volgt omtrent de visbank: „Deze
vischbank schijnt tot in de 19e eeuw bestaan te heb
ben; de oudere bewoners van Middelharnis zullen
zich die waarschijnlijk nog wel kunnen herinneren".
De visafslag bestond van 1598 t/m 1856; het woord
„schijnt" geeft dus al aan, dat de visbank iets anders
was dan de visafslag.
De plaats waar de visbank zich bevond is mij be
kend. Op bijgaande afbeelding van Middelharnis
anno 1751 kan men de visbank duidelijk onder
scheiden.
Ook in het archief van de gemeente Middelharnis
ben ik weleens een aantekening tegengekomen m.b.t.
de plaats van de visbank. Voornoemde aantekening
schetst dit als volgt: „....van dorpshuijs tot de visbank
is een touw gespannen daar er een vier-
werck over liep gins ende weder...." Ze
werd opgetekend in 1765 t.t.v. de uitbun
dige viering van het 300-jarig bestaan
van Middelharnis. De visbank bevond
zich dus aan het eind van de Voorstraat
tegenover het raadhuis; m.a.w. op de
Kaai (zie afbeelding).
Tot zover de visbank. De plaats van de
visafslag daarentegen vormt het onder
werp van een geheel ander soort verhaal,
een verhaal waarin echter eveneens het
thans reeds eerder vermelde boek van
burgemeester Ulbo J. Mijs een belang
rijke schakel zal blijken te vormen. Bur
gemeester Mijs omvat de geschiedenis
van de visafslag op een zo nauwkeurig
en volledig mogelijke wijze. Ter illustra
tie van het laatste, het boek is rijkelijk
voorzien van bijlagen (33 in totaal). Het
toont tevens enkele foto's, waarvan ech
ter geen enkele de visafslag vertoont.
Wat vormt de oorzaak van dit gemis?
Wist hij de exacte lokatie van de voor
malige visafslag niet?; was het gebouw
misschien dan reeds afgebroken?; of
heeft er misschien nooit zoiets bestaan
als een voor de visafslag ingericht
gebouw?
Indien burgemeester Mijs evenwel niet
had geweten wat de situering van de vis
afslag is geweest, dan zou hij zich toch
zeker verontschuldigd hebben voor dit
gemis en de bevolking alsnog verzocht
hebben hem deze plaats kenbaar te ma
ken? Woorden van soortgelijke strek
king worden als zodanig echter niet in
het boek uitgesproken. En bovendien,
zelfs wanneer het gebouw reeds zou zijn
afgebroken, dan had hij m.i. in ieder ge
val m.b.v. een tekening getracht de
plaats en de gevel(s) respektievelijk te lo
kaliseren en te reconstrueren, hetgeen
hij echter eveneens heeft verzuimd. Een
merkwaardig gegeven vormt ook het feit,
dat bij de jaarlijkse verpachting van de
afslag nergens over een bepaling gerept
wordt, dewelke het onderhoud van het
gebouw zou hebben moeten waarbor
gen. Deze keuren werden vele malen
aangepast en bevatten tientallen bepa
lingen; echter geen van deze bepalingen
heeft betrekking op het onderhoud van
het gebouw.
Uit het een en ander volgt ogenschijn
lijk, dat de visafslag geen gebouw be
helsde, maar daarentegen een bepaald
recht omvatte tot het heffen van een
soort belasting op alle gevangen vis bin
nen een bepaald territorium.
Dit 'recht' werd jaarlijks verpacht aan de
hoogste bieder.
Vanuit dit perspektief bezien bevat het
boek van burgemeester Mijs wel dege
lijk bepaalde zekere aanwijzingen om
trent de hoedanigheid waarin en de si
tuering waar de visafslag zich afspeelde.
Uit de tientallen, met deze zaak verband
houdende aanwijzingen wil ik er een
aantal noemen, waaruit blijkt dat de af
slag van vis veelal aan boord van de
schepen en/of aan het toenmalige Ha
venhoofd geschiedde. Enkele citaten:
„Alle de inwoonders sullen bij weer en
de wint gehouden sijn allen den visch
die sij vangen op den affslagh te brengen
aant hooft ofte binnen de haven deser
heerlijckheijt sonder de.selve elders te
voeren in zee ofte op de stroomen te ver-
copen, ten ware zij luijden aant hooft of
te kaeije geen koopluijden tot haeren
visch vonden, in welken gevalle zij met
voorweten van den affslager met haren
visch sullen mogen verseijlen ende den
selven vercopen op de stroomen...." (blz.
SINT ANNALAND
Uienveiling van dinsdag 30 januari
1990 Uien, maat veertig opwaarts,
klasse twee N.L. 38,00. Uienprijs per
honderd kilogram. Aanvoer: twintig
ton.
154), „Dat de vissers stuerluijden van tijt
tot tijt weer en windt dienende geduren
de den herfst hare gevange vis aan het
hooft alhier sullen moeten aanbrengen,
en dat die geene die eerst aan 't hooft
aancomt ook eerst sal moeten afslaan
sonder deselve te mogen ophouden...."
(blz. 175).
„Zoo geduurende de verkooping, ie
mand den verkoper der visch, kwame te
bedriegen, schelden of molesteren, of
eenige schade aan de verkooping toe te
brengen, zal den verkoper het recht heb
ben, om zoodanige persoonen, uit zijne
schuit te drijven...." (blz. 249) en „....dat
thans de verse vis niet meer word, nog
met eenige mogelijkheid kan werden af-
geslaegen aen het hoofd of in de haeve
alhier, maer dien afslag en ook de leeve-
rancie zeederd altoos geschied op het
stroom buijten deeze haeve en wel be-
westen dezelve op en langs de geheele ri
vier tot aan het gat van Goeree, sulks
thans moet gezegt worden aldaer de
plaets van den afslag van Middelharnis
te weesen, alwaer alle de vis werd afge-
slaegen, verkogt en geleeverd, dewelke
het gat van Goeree in komt, met intentie
om ten afslag van Middelharnis gebragt
te worden" (blz. 214). Tot zover het boek
van burgemeester Mijs. Wat verhaalt de
overige oude geschiedschrijving over dit
onderwerp?
In het boek 'Beschrijving van het eiland
Goedereede en Overflakkee" van B.
Boers uit 1843 - let wel, in die tijd funk-
tioneerde de visafslag als zodanig nog -
staat op blz. 274 de volgende zinsnede:
„....maar ook de gemeente zelve erlangt
door den verkoop of afslag, welke voor
de haven plaats heeft, belangrijke in
komsten". Betekent 'voor' hier: ten be
hoeve van of kan men haar interprete-
D.V. zaterdag 3 februari hebben wij een
dia-avond over Marokko. Deze avond
verzorgt de heer Numan voor ons. Hij
zal ons het één en ander laten zien over
dit land, en ons daarbij ook wat vertel
len. We hopen deze avond om 8 uur te
beginnen, en verwachten ook nu weer
veel jongelui. Tot ziens in 'Elim'.
Het J.W.C.
y
a
o
D.V. zaterdag 3 februiari is er weer een
Open Deur-avond. Dan hoopt dhr. W.
Kot in ons midden te zijn, hij is oud-
leraar van de Prins Maurits-school en
als zodanig bij velen nog wel bekend.
Deze avond gaat het over 'Je lichaam
een tempel', een onderwerp met vele
raakvlakken zoals: sport, verslaving, ge
zondheid, enz.
Na een inleiding is er ruimschoots gele
genheid tot het stellen van vragen.
Tot ziens in De Ark.
Het Open Deur-Team
ren als zijnde een plaatsaanduiding?
Een gelijknamig boek van de heren J. v.
d. Waal en F. O. Vervoorn uit 1895 ver
meldt op blz. 349 het volgende inzake de
visafslag: „....bij ampliatie en alternatie
in dato 9 juli 1726 en 11 juli 1733 den vis-
schers werd vergund hun visch op de ri
vier (Haringvliet) of bij en omtrent Goe
dereede af te slaan en te verkoopen".
Concluderend mag men stellen, dat de
visbank uitsluitend fungeerde ten dien
ste van de plaatselijke vishandel en was
gesitueerd aan het eind van de Voor
straat op de Kaai. De plaats van hande
ling m.b.t. de visafslag valt echter tot nu
toe niet te achterhalen. Geen enkele
mondelinge overlevering of zelfs maar
een naam van een pand of perceel biedt
aanwijzingen aan de hand waarvan
men kan bepalen waar de visafslag heeft
gestaan. Dit vormt echter een nog grote
re merkwaardigheid indien men be
denkt, dat de voornoemde visafslag de
grote bloei van Middelharnis in de vori
ge eeuwen mogelijk maakte; om met de
woorden van burgemeester Mijs te spre
ken: „In ééan woord had Middelharnis
den vischafslag en de inkomsten daar
van moeten missen, dan zouden wij
nooit den bloei van voorheen gekend
hebben en beteekenden wij wellicht op
dit oogenblik minder dan eenige ge
meente van dit eiland". Zelfs de oude ar
chieven geven geen duidelijkheid.
Resumerend kan men dus veilig en wel
overwogen aannemen dat de visafslag
een instelling behelsde, waarbij het af
slaan zich niet binnen maar buiten, o.a.
aan boord van een schip of aan het Ha
venhoofd voltrok.
Hoogachtend,
J. C. Both
Heivoet B.V., fabrikant van rubber- en
kunststofprodukten, presenteert op de
VAT een wereldprimeur in de vorm van
een - in samenwerking met Airspray In
ternational ontwikkelde - spuitbus die
geen gebruik maakt van drijfgassen,
maar van samengeperste lucht.
Bestaande 'spuitbussen' zonder drijf
gassen hebben veelal een te grove verne
veling, hetgeen ze voor vele toepassin
gen ongeschikt maakt.
Airspray International is het bedrijf dat
het principe van een dergelijk systeem
gepatenteerd heeft.
In een perfekt voorbeeld van co-maker
ship is de know-how van Airspray met
betrekking tot het principe van een der
gelijk systeem gekoppeld aan de know
how van Hel voet B.V., met als doel te ko
men tot een spuitbus met een opti
male verneveling.
Heivoet B.V. heeft haar bijdrage gele
verd voor wat betreft de konstruktie van
de kunststofonderdelen op basis van de
technische mogelijkheden. Daarnaast
kan Heivoet, dankzij geavanceerde pro-
ces-beheersingstechnieken, de reprodu
ceerbaarheid van dergelijke produkten
garanderen.
Diepgaand technisch overleg en uitge
breide wederzijdse proeven hebben ge
leid tot de introduktie van de huidige na-
vulbare spuitbus met een vernevelings-
effekt dat vergelijkbaar is met de tradi
tionele spuitbus.
Met dit systeem kan ca. 80% van de hui
dige aerosol-toepassingen (drijfgassen)
worden vervangen.
Het systeem wordt door Airspray we
reldwijd aangeboden.