EIIAIIDEn-IIIEUWS
Jos, Janny
en Remco Tuns
C. VAN NOORD
ABRESCH
Gebr. HAGENS
A. A. QUIST
C. J. de Looze
Soeteman
Firma A. A. de Gast
Wout van Kempen en Co
PEEN en UIENZAAD
Cor Hartman
Dieren Speciaalzaak
Schildersbedrijf
Constructie Machinebouw
Onze beste wensen voor 1990
aan alle mensen.
en medewerkers
Uitjagen
In weer en wind
De stok
Het bestaan
De plantengroei
Afwisseling
Anekdote
Verloop
Naar stal
Eerbetoon
D. Hoogzand
Molenweg OUDE TONGE
wensen vrienden en clientèle
een gelukkig nieuwjaar
landbouwprodukten
een voorspoedig 1990
Tevens uw adres voor:
Levensmiddelen - Woninginr. Textiel
Telefoon 1366 OUDE TONGE
Voorstraat 23 - Tel. 1407 - OUDE TONGE
wenst allen een gelukkig nieuwjaar
Handelsterrein - Oude Tonge - Tel. (01874) 1659
De beste wensen voor 1990
Henry Dunantstraat 5
Oude Tonge
Melkhandel
Emmastraat 21 - OUDE TONGE
Een voorspoedig 1990
Horlogerie - Optiek
Kerkstraat 1 - OUDE TONGE
Vrienden en clientèle
een voorspoedig 1990 toegewenst
Timmerbedrijf
KerkringSS - OUDE TONGE
Aan clientèle, vrienden en familie
|f onze beste wensen voor het komende jaar
Brood- en Banketbakkerij
Clientèle, familie en vrienden
een gelukkig 1990
toegewenst
6e Blad
VRIJDAG 29 DECEMBER 1989
No. 5863
Koeiewachter
Jongens en zelfs meisjes van amper negen jaar
moesten in vroeger jaren voor het gezin een
centje meeverdienen. Ook op Goeree en Over-
flakkee werden deze jeugdigen o.a. ingescha
keld bij het hoeden of wachten van koeien.
Koeiewachter was de algemene benaming
voor hen.
Veehouders hadden voor het vee een of meer
dijken ter beschikking, meestal in pacht. Eige
naars van gemengde bedrijven vormden samen
een groep om daarmee ook hun koeien geza
menlijk aan één of andere dijk te laten
grazen.
Als het in de stallen na de lange, donkere winter
steeds warmer werd, gedroeg het vee zich meer
en meer onrustig.
De lente zat in de lucht!
De voedselvoorraden aan hooi en voederbieten
verminderde sterk maar buiten op de polder
dijken en in de weiden groeide het gras
zienderogen.
Het wachten was op een stralende lentedag.
Dan werden de staldeuren geopend en de
koeien kwamen met knipperende ogen naar
buiten. Wild sprongen ze dan in de straten en
de begeleiders hadden de grootste moeite om
de dieren in bedwang te houden.
Uitjagen heette dat.
De aan staken in de stallen vastgeklonken ket-
tingeri knelden niet langer meer aan de halzen
van de koeien. Ze liepen nu vrij in het malse
groene gras en graasden met grote gulzigheid
van het kersverse voer.
Maar er was geen vrijheid meer voor de jonge
mensenkinderen die als taak kregen opgedra
gen de koeien bij elkaar te houden en ze niet
van de dijk te laten afdwalen.
De koeiewachter mocht de dieren in geen geval
op de landerijen, die langs de dijk gelegen
waren, laten komen.
's Morgens rond zeven uur arriveerde de koeie
wachter bij het schot. Een schot is een door
palen en draad afgesloten ruimte uiteraard met
een toegangshek. In dat schot verbleef het vee
gedurende de nacht. Na de melktijd, in het
vroeger morgenuur, werden de koeien uitgela
ten om te gaan grazen op de dijken in de
omgeving.
's Middags rond vier uur moesten de koeien
weer terug zijn voor de tweede melktijd.
Daarna mochten ze nog tot half acht in de
avond op de dijk gaan grazen, waarna ze terug
keerden naar het schot voor de komende nacht.
Na het hek te hebben gesloten ging de koeie
wachter naar huis.
Meestal volgde na het zachte weer toch een
terugval naar kouder weer. Soms vielen er in
mei nog wel hagelbuien en hadden de melkers
vooral bij dageraad, te koude handen om de
spenen goed te kunnen omvatten en de melk uit
het uier te laten vloeien. De eerste stralen in de
lege emmer kon men goed horen klinken maar
naarmate de emmer voller werd, vormde zich
op de melk een laag schuim dat het geluid van
de melkstralen temperde.
Met koud weer trok de koeiewachter een jute
zak over het hoofd en de schouders. Soms
regende het de ganse dag en de koeiewachter
moest dan toch met de dieren op weg.
Veelal van opoe, had de kleine wachter een
afgedankte paraplu meegekregen. Dat was wel
zo'n beetje de uitrusting. Het loon was uiterst
karig. Klagen, kniezen of zeuren was er echter
niet bij, men aanvaardde de werkelijkheid.
Men sprak elkaar zelfs moed in, door te stellen
dat het morgen wel beter zou gaan!
Een essetak werd afgesneden en met inge
keepte ringen versierd. Deze deed dienst als
koeiewachtersstok. Soms was het erg moeilijk
om de koeien uit de opgroeiende gewassen te
houden. De afrastering was niet overal even
deugdelijk en op vele plaatsen was die hele
maal niet aangebracht.
In het begin van het seizoen, net na het uitja
gen, ging het nog wel. Op de dijken groeide het
gras overvloedig, maar later in het seizoen,
vooral bij droogteperiodes, dan moest de stok
er vaak aan te pas komen.
Melktijd. Gez. Kievit.
Oplettendheid was voortdurend geboden, want
sommige koeien lieten zich niet gauw afschrik
ken en dwaalden op een gegeven moment toch
weer van de groep af en namen dan snel hun
kans waar. Enkele dieren waren op dat punt
'onverbeterlijk'. De koeiewachter leerde de die
ren afzonderlijk kennen. Om ze uit elkaar te
houden was niet zo'n probleem, daar elk dier
immers een eigen tekening (schets) vertoonde.
Was er dan toch een koe door de sloot op het
land gekomen, dan nam die een paar gretige
happen b.v. van het malse klavergewas nog
vóór de koeiewachter dit kon verhinderen.
Menige koeiewachter heeft daarvoor nogal wat
standjes gekregen van boeren wiens gewas kale
'vreetplekken' vertoonde.
De koeiewachters hadden in die tijd een zeer
eenvoudig en ook wel eenzaam bestaan. Welis
waar ontvingen ze buiten schooltijd bezoek
van broertjes of buurjongens, maar die waren 's
ochtends na het melken nog niet aanwezig!
Meisjes konden de tijd doorbrengen door
handwerk te verrichten. Zo heeft de overgroot
moeder van mijn vrouw een borduurwerk ach
tergelaten dat zij als meisje van 'negen'jaar had
gemaakt wijl ze 'koeien wachtte!'
Onderling zochten de koeiewachters ook kon-
takt met elkaar vooral op zondag wanneer nie
mand op de velden werkzaam was.
Mijn moeder vertelde eens dat koeiewachters
elkaar toeriepen.
De roep klonk aldus:
Haaleweele witkop
kom een aandje dit op!
Het langgerekte geroep klonk van dijk tot dijk
over de velden zonder te echoën. Bovendien
klonk dit geroep melancholisch maar er sprak
het verlangen uit, om, na zo'n lange dag elkaar
weer te zien en naar het dorp te kunnen gaan.
Kom een aandje dit op....
Immers, de wachtertjes waren ver van huis en
elke afstand moest te voet worden afgelegd.
Later ging de leeftijdsgrens van de koeiewach
ter enigszins naar boven.
Eens was ik bij de familie Roozenbeek enige
tijd koeiewachter op de Poldersedijk, officieel
St. Christoffeldijk geheten. Christoffel was de
beschermheilige van de reizigers en waren de
kleine koeiewachters ook geen dagreizigers?
Tot het graasgebied behoorden ook nog het
Panksdijkje en de Onwaardsedijk tot aan
Dirksland.
De koeien graasden dat het een lieve lust was,
maar bij het grazen meden ze plekken brand
netels, akkerdistels en vooral ook de zeer
scherpe speer- en kruisdistels werden onge
moeid gelaten. Ook kattendoorn werd niet
afgegrazen. Gras, daar ging het om. Zwenkgras,
kweekgras, kropaar, raaigras, werd goed afge
grazen. Het scherpe buntgras werd echter over
geslagen. Soms kon men de tere aartjes van het
trilgras, bevertjes genaamd, die aan de vreet-
grage tong ternauwernood ontkomen waren,
nog waarnemer. Bevertjes groeien trouwens in
laaggroeiend grasland.
Langs de sloten sloeg de taaie tong van de koe
zich om het riet of om de veel malsere cyper-
grassen. Totdat hun buik vol was. De ene koe na
de andere vleide zich op de dijk neer en begon
dan te herkauwen. Daar was geen seintje van
de koeiewachter voor nodig....
Zittend op de kruin van de dijk, at de koeie
wachter zijn boterhammen. Meestal zat hij dan
alleen. Soms sloot hij zich met etenstijd aan bij
een groep landarbeiders die in de buurt op een
akker hun werk verrichtten. Vaak werd de
koeiewachter dan welkom geheten met een bak
koffie die ter plaatse in een ketel was gekookt.
De ketel was geheel zwart maar de koffie wel
iets minder en lekker warm.
Balten Doomhein. Oudelandsedijk Sommelsdijk, 60 jaar geleden.
Betrof het mensen van een ander dorp, dan
werd al gauw naar 's koeiewachters naam
gevraagd, doch komende van het eigen dorp
dan wisten de arbeiders wel van wie het een
kind was.
Dat gaf wel wat afwisseling maar prompt
maakten een of meer koeien van de gelegen
heid gebruik om uit te breken en te gaan grazen
waar het niet was toegestaan. Dan kwam de
stok er weer aan te pas en.... een grote mond,
hoewel dit laatste niet eens meer hielp. Meer
afwisseling boden de jongens uit het dorp.
Boompje klimmen, slootje springen, ravotten
beneden aan de dijk en als het groeiseizoen
zover gevorderd was; erwten poffen. Een flinke
wis erwten kompleet met stro en peulen werd
dan van het land gehaald en meestal beneden
bij een oprel aangestoken. Vooral als het stro
goed droog was, vlamde het kort maar hevig.
Als het vuur gedoofd was, zochten ze de
gloeiend hete erwten uit de zwarte asresten.
Goed gepofte erwten waren bruin gekleurd en
waren een beetje gebarsten. De erwten werden
in een daartoe uitgetrokken klomp verzameld.
De jongens vonden ze heerlijk. Te begrijpen
valt, dat de handen en het gezicht van de erw
tenpoffers, na het eten grotendeels zwart zagen.
De boer als erwtenteler zag dit doorgaans door
de vingers.
Aardig is het verhaaltje van koeiewachter Bal
ten die in dienst was bij de familie Cor Joppe.
Hij moest op de Oudelandsedijk te Sommels
dijk de koeien wachten. Arend Nelis die me dat
vertelde, moet er nu nog om lachen.
Op een prachtige zomerdag waren enige jon
gens, onder wie Arend, in de Kloosterwei-kreek
aan het zwemmen. Voor de jonge koeiewachter
was dat te verleidelijk en hij sloot zich bij dit
groepje aan om zich ook eens lekker te
'verfrissen'.
Plonsend en spartelend in het troebele water
van de kreek, was Balter echter zijn dieren ver
geten. Van de geboden vrijheid hadden de
koeien onmiddellijk gebruik genomen en de
hele kudde was terechtgekomen in een stuk
zaaduien (uien voor zaadteelt). Men kan zich
de ravage in het broze en ijle gewas wel
voorstellen....
De verdere gevolgen zijn onbekend gebleven,
maar zeker is dat er wel een tij is afgegaan!
Maar och, het waren nog kinderen.
In het boekje 'Sommelsdijk in oude ansichten'
van Th. de Waal, staat een prachtige afbeelding
van een koeiewaqchtera met zijn dieren op de
Oudelandsedijk anno 1900.
De jaargetijden volgden elkaar op. Een oud
rijmpje luidt:
„als het riet gaat pluimen
gaat de zomer ruimen
Zo is het ook. De nazomer was voor de koeie
wachter een moeilijke tijd. Het gras groeide
minder snel en de voedingswaarde vermin
derde aanmerkelijk. De koeien braken steeds
meer uit. In het vroege najaar werden de koeien
met bietenblad wat bijgevoerd en dat gaf voor
de koeiewachter al enige verlichting van zijn
hoedende taak.
's Morgens was het nog donker als hij of zij met
de koeien de dijk opging en 's avonds werd het
hek al vroeger afgesloten.
Kou en regen maakte tenslotte een einde aan
het seizoen. Sprongen de koeien in het voorjaar
van pure uitgelatenheid over de dijken, in het
najaar stonden de dieren vaak met een hoge
rug om zich enigszins tegen de kou te bescher
men. Of ze loeiden met gestrekte kelen als het
ware om meer aandacht te vragen voor hun
nare levensomstandigheden in modder en kou.
Welke aandacht vroegen de koeiewachters voo
rhun trieste bestaan?
Het besluit om de koeien naar stal te halen
ondervond bij niemand enige tegenstand. De
dieren behoefden niet eens aangemoedigd te
worden om sneller te lopen. Dat deden ze wel
uit zichzelf In het dorp wachtte een klein
plaatsje van enige vierkante meters in een
warme stal.
De koeiewachters hadden hun taak volbracht.
Hun ouders namen de gebruikelijke emolu
menten in ontvangst. Dat kon zijn een mud
tarwe, een pilosen broek of wat dies meer zij en
natuurlijk het laatste loon van die week....
Op het Vingerling te Middelhamis staat een
prachtig beeldje van "t Kofjekokertje' teneinde
de herinnering aan de jeugdige vissersjongens
levendig te houden.
Eigenlijk was koffiekoker evenals koeiewach
ter een kinderberoep. De posthume hulde aan
deze kinderen is historisch verantwoord. Zijn
we de oprichting van een beeldje voor de koeie
wachters ook niet een beetje verplicht?
Met veel dank aan de Redaktie en aan de fami
lie L. Joppe voor de foto's van weleer.
iSr
wenst vrienden en begunstigers
Oude Tonge Telefoon (01874) 14 70
Bij de wisseling des jaars al onze clientèle, vrienden
en bekenden een voorspoedig nieuwjaar toegewenst.
Y^f
KERKSTRAAT 26 OUDE TONGE TEL 01874-1307