EHAIiDEfl-flIEUWa
Wat wordt morgen?
Van oud naar nieuw
Wie schrijft er mee van en over Flakkee?
Maak het gezellig!
Populair-klassiek
nieuwjaarsconcert
door KI. J. Mulder
Over gornaetvisserieë in vroeger daegen
'Zitten' en 'Slapen' op maat.
Elke Dinsdag Senioren-dag
4e Blad
VRIJDAG 29 DECEMBER 1989
No. 5863
Van de heer J. Gebraad uit Nieuwe Tonge ontvingen wij een artikel uit een
Poolse krant, dat dor mevr. Ewas de Gelder uit Ooltgensplaat werd ver
taald. De inhoud van dit artikel spreekt voor zichzelf....
„Wij weten helemaal niet op welke
wereld wij leven" Krystyna Zarebska,
direktrice van een Staats Tehuis van
Sociale Hulp voor Volwassenen in Su-
walki, verbergt de angst niet. „Gisteren,
op de beraadslaging op de Afdeling van
Volksgezondheid kreeg ik te horen dat
er geen subsidie komt. Het Hoofd van de
Provinciale Staat heeft geen geld. Fi
nanciële voorschriften hadden zulke
inflatie niet voorzien. Het dusverre bud
get is door de plotselinge sprong van de
prijs eenvoudig ineengestort."
Het Tehuis wordt bewoond door 200 zie
ken, die naar de tegenwoordige staat van
medische kennis niet genezen kunnen
worden. Overwegend vrouwen tussen de
70 en 90 jaar. Op de parterre is de zwaar
ste afdeling. Direkt na het overstappen
van de drempel slaat een sterke, de keel
toeknijpende, reuk toe; toch is alles in
het rond glinsterend van properheid.
„Dat is de reuk van ouderdom. Wij heb
ben hier veel demente mensen", legt de
hoofdzuster uit. „Hun fysiologische
behoeftes doen ze rechtstreeks onder
zichzelf Ze worden natuurlijk direkt
verschoond, maar er is één verpleegster
op 40 zieken."
Een oude vrouw met een versleten
gezicht zit op een stapel gestreken bed-
degoed, ze kijkt dof naar haar blote voet
met extreem lange, magere tenen.
„Ze eet, tekent, kamt zich met deze voet",
legt de afdelingszuster uit.
„En dat is ons scheurvrouwtje", ze wijst
naar een glimlachend, dik vrouwtje in
de volgende kamer. „Ze scheurt over
trekken, lakens, gordijnen, tot op enkele
draadjes uit. Hoe heet je, lieverd?"
„Ik weet het niet", stoutert de zieke
vrouw met een glimlach.
„Niet waar, jij weet het. Jij heet Rózia",
legt de afdelingszuster geduldig uit.
„O.... ja."
„O, en deze mevrouw fokt katjes. In een
kartonnen doosje onder bed, in de kast,
waar dat maar kan."
In de volgende, schone en behaaglijke,
driepersoons kamer zijn twee patientjes,
in moeilijk te omschrijven leeftijd; ze
liggen onbeweeglijk met glazige blik
naar het plafond te staren. De derde
slaat ononderbroken een kruisteken.
Dat is een kassière. Veel jaren geleden
heeft ze een overval meegemaakt. Ze
kan niet tot zichzelf komen.
In de volgende woonruimte zitten twee
oude vrouwen op bedden en bestrooien
elkaar met hatelijke blikken.
„Zuster, ze heeft mijn horloge gestolen",
klaagt een met piepende, kinderlijke
stem.
„Poesje, je moest hem zelf ergens neer
leggen. Misschien was je aan het was
sen? Wij zullen hem zo zoeken."
Achter de badkamer - zo vlekkeloos dat
men hier een reklame-film van Palmo-
live-zeep zou kunnen draaien - liggen
zieke vrouwen die permanent toezicht
vragen. Een trillend, mager vrouwtje, zo
op het oog 100 jaar, is de moeder van een
prominent uit Suwalki.
„Hij komt één keer in de maand", zegt
bitter de verpleegster. „Hij kijkt naar
haar niet eens. Alleen neemt hij het pen
sioen over."
Als iemand hier terecht komt, houdt de
familie op hem als een mens te behan
delen. Alsof de ouderdom niet iets
natuurlijks was....
„Wat is het? Een kommissie?" van achter
de deur leunt een oude vrouw met een
bril op. „Dus, nu wordt het beter?"
„Is het tot dusverre slecht?"
„Nee, dat kan ik niet zeggen. Schoon
beddegoed, ze geven goed te eten. Een
warm bad. Overigens, ik heb niet veel
nodig. Als er maar voor de postzegels
genoeg overblijft. Ik schrijf veel. Nee,
zelf kan ik dat niet. Ik vraag het aan een
zuster. Waarover gaan de brieven? Dat
ik nog leef Laatst lag ik drie weken in
het ziekenhuis. De familie dacht dat ik
eindigen zal maar ik kwam terug en ik
heb geschreven. Ik heb vier zusters, twee
broers en twee zonen. Ze zijn zelf arm.
Als iemand van ze hier komt, geef ik ze
altijd de 20 - 30 duizend. Maar wat zal er
verder van worden? Zo'n duurte, dat het
bang maakt..."
„Ik weet niet wat het verder wordt." De
direktrice Zarebska maakt zich zorgen.
„Het leven verandert aanzienlijk sneller
dan de voorschriften. Vandaag was het
uitbetalingsdag voor het personeel. Er
was net voldoende. En de salarissen zijn
belachelijk. Voor een veel zwaarder
werk dan in een ziekenhuis krijgt een
schoonmaakster hier maar 75.000, een
verpleegster met 25-jaar - stage in het
beroep - 111.000 zloty."
De hele tijd geldt de oude maatregel dat
bij de zieken 75% pensioen voor de kos
ten van onderhoud afgetrokken wordt,
maar niet meer dan 13.800 zl. Reeds
etenskosten voor een zieke is 485 zl. per
dag. Patiënten krijgen dus in de hand
100.000 en 200.000 zloty. Eten, wassen,
kapper, kranten, naaier, bioscoop, reis
jes - alles gratis. Men heeft niets om uit
te geven. Direkt op de eerste dag (uitbe
talingsdag, EdG) rijden dus auto's voor,
waarvan bij de eigenaren een groot
gevoel voor omaatje wordt gestoken.
Sommigen, om de waardevolle tijd niet
te verliezen, bellen eerst naar de hoofd
zuster en vragen: „Is het er al?"
„O, onze Nederlanders komen. Dank zij
God!", het gezicht van mevrouw de
direktrice klaart plotseling op.
Voor het Tehuis stopt eren bestelauto.
Een 60-jarige, glimlachende, grijzende
man groet hartelijk het personeel. Aan
de ramen verschijnen gezichten.
Jan Gebraad uit de omgeving van Rot
terdam, is bemiddelaar in een handel
van elektrische apparaten. Toen hij met
pensioen ging, is hij begonnen een paar
keer per jaar Suwalki te bezoeken. Hij
brengt medicijnen, beddenovertrekken
en allerlei medische apparatuur, van lx
bruikbare spuiten tot invalidewagens.
„Mensen hebben hulp nodig en ik kan
mij veroorloven om te helpen", konsta-
teert de Nederlander zonder ceremo
nies.
„Waarom juist Polen?"
„Ja, u heeft gelijk, in Afrika en Azië leeft
men veel armer, maar als ik daar iets
heen zou sturen, zou ik geen zekerheid
hebben of dat aan mensen in nood
terecht komt. Komipte ambtenaren,
militairen en God weet wie nog meer,
zouden onderweg hun hand erop leg
gen. Als resultaat zou alles naar de
zwarte markt gaan. En hier naar toe is
dichtbij. Ik kan zelf komen en recht
streeks aan de mensen geven die in nood
zijn. Waarom Suwalki? In Szczecin,
Warschaw, Poznan heb ik zo veel van
rijkdom gezien. Men leeft daar waar
schijnlijk niet slecht. Hier is het be
slist armer."
Mijnheer Jan heeft alleen maar één pro
bleem. De kosten van het transport. Als
buitenlander moet hij voor benzine
woekerprijzen betalen die door CPN
(Poolse Shell, EdG) in dollars gesteld
zijn. Als de poolse kant de kosten van
transport vanuit Szczecin tot Suwalki
zou willen dekken, zou hij veel meer
kunnen brengen. Hij komt nog eens
voor de Kerst, met kerstpakketten. Hij
wou nu bestellingen verzamelen.
„Waarom jonge Polen geen Engels op
Duits kennen?" Hij is een beetje geïrri
teerd: „Zonder dat kan men niet eens
om hulp vragen."
Op de verdieping liggen mannen, het
Het oudejaar glijdt weg, wat heeft het ons gegeven?
Een mooie lichte zomer, wij vergeten gauw.
En elke morgen was daar weer Gods milde zegen
Hij gaf ons kracht in droefheid, smart en rouw.
Ging weer het oude jaar voorbij, herinneringen blijven.
Ze zijn niet weg te denken, en ook dat is goed.
Als ze ons maar steds weer naar de Bron van alle leven drijven.
Hoe Hij ook daarin bij ons was, geeft het ons troost en moed.
Het nieuwe jaar staat voor de deur, niet één weet wat zal komen.
Zijn wij bevreesd en bang? We zien de wereldnood.
Leg vol vertrouwen alles in Gods had, wat ons mag overkomen.
Hij die in 't oudejaar ons steeds Zijn bijstand bood
Zal ook in 't nieuwe jaar er altijd zijn voor hen die Hem verwachten.
Hij heeft voor 't nieuwe jaar Zijn wereldplan reeds klaar.
Geen ding gebeurt er bij geval, bij dagen en bij nachten
staat Hij op wacht, Zijn macht is wonderbaar.
LANERTA
meest boven de 70 jaar. Des te meer is
het verbazend dat er één man van 30
jaar, onbeweeglijk in een wagentje tus
sen zit.
„Tien jaar geleden was ik het hoofd van
een pantserwagen", zegt hij langzaam,
kalm. „Het was juist aan het einde van
de diensttijd toen het ongeluk gebeurde.
De krukas brak af, wij sloegen op hol.
De wagen gleed van een sneeuwhoop af
en ging slippen. De stuurbekrachtiging
deed het niet, dus de chauffeur had niet
de kracht om met de roei opzij te slaan.
Wij zijn op een boom geland. Bij mij
zijn de nekwervels afgegaan. Volle ver
lamming van de armen en de benen. De
dokters gaven mij geen twee jaar. Na
drie jaar waren ze verbaasd dat ik nog
leefde. Na vijfjaar is het mij een beetje
gelukt de handen los te bewegen. Ik
oefen iedere dag. Ik woon hier nu twee
jaar. Ik wilde dat zelf De ouders zijn
oud en op het platteland. De vader - na
hart infarctus. Ik moest ze minder
belasten
Eén verdieping hoger - lichtere geval
len. Vooral wagensrijders met handige
handen. Ook vijf huwelijken waarvan
één hier gekoppeld.
„Mevrouw de direktrice heeft ze een
prachtig trouwfeest voorgezet", herin
nert de verpleegster.
„Wij missen een dagverblijfkamer, ge
woonweg een gewone gezamenlijke
kamer met een tv-toestel", komt de
hoofdzuster tot de realiteit. „Eind jaren
'70 heeft mevrouw direktrice al een deel
van het fonds voor de bouw bij elkaar
gebracht, maar de toenmalige provin
cie-dokter kwam tot de konklusie dat het
geld voro een ander doel nodig zou zijn.
Nu zullen wij dat ons niet meer kunnen
veroorloven."
In verband met de slechte financiële toe
stand werd aan de families een appèl
gedaan om de zieken bij zichzelf te hou
den minstens tot het einde van het jaar.
Er heeft op het appèl slechts één familie
gereageerd.
„Wat is daar vreemd aan?", mengt zich
de afdelingszuster in het gesprek. „Men
moet eens zien in welke staat de meeste
van deze mensen bij ons terecht komen.
Met luizen, vuil, verhongerd, vaak met
tekenen van slaag."
In het maatschappelijke bewustzijn is
dit een „bejaardenhuis". Wie hier vader
of moeder afgeeft, die houdt geen reke
ning meer met hun terugkomst. De uit
gang hier vandaan is maar één - door
het begraafhuis. Gemiddel één begrafe
nis per week. Het elegante paviljoen met
postument staat in de tuin.
„Wij kwamen verwijten tegen dat het
een overbodige uitgave was, dat het de
nabijheid van de dood ondertekent",
legt de direktrice uit. „Maar niemand
van de kriticerenden wilde opmerken
dat het voor de overledenen tot nu toe
wachten is op hun laatste weg in de
schuur naast het varkenskot...."
Over de binnenplaats rennen twee dikke
honden. „Alleen honden hebben het
goed", heeft een boosaardige journaliste
uit Warschau in juni in een reportage
over de vestiging geschreven. De hon
den maken het werkelijk goed want ze
zijn door de zieken van hun „overvloe
dige" porties bijgevoed.
Hoe lang nog? Boven het Tehuis hangen
donkere wolken. Het geld is definitief
op. Gelukkig dat de bakkerij en het zui-
velbedrijf niet direkt betaald moeten
worden. Hollandse giften en eigen var
kens dekken alleen in geringe mate de
behoeften. Mevrouw de direktrice re
kent op de bedrijven in Suwalki. Giften
zijn toch vrij van belasting, en buiten
dat is het een investering in de toekomst.
Wie kan raden hoe zijn eigen ouderdom
eruit zal zien. Zal de maatschappij ver
wilderen tot zulke mate dat mensen die
niet meer nuttig zijn vergeten worden?
Voorlopig krijgen 200 personen die per
manent toezicht nodig hebben deze
nog. Ze leven in waardige omstandighe
den. Toch kan hun lot in een nachtmer
rie veranderen als de gewetens van
mensen uit Suwalki niet in beweging
zullen komen.
Piotr Laskowski
Op zaterdag 6 januari 1990 zal de beken
de en beroemde organist Klaas Jan Mul
der uit Kampen het traditionele popu
lair-klassieke nieuwjaarsconcert verzor
gen in de Grote of St. Laurenskerk te
Rotterdam. Dit jaar weer een echt popu
lair programma zodat er veel te genieten
zal zijn voor de orgelliefhebbers. Op het
programma staan werken van Bach
(toccata-adagio en fuga in c-dur), Rach-
mininoff (prelude), Mozart (turkse
mars). Raff (valse impromptu), Guil-
mant (koraal en fugue), Elgar (variaties
uit „nimrod"), Vierne (final uit sympho
nic I) en een improvisatie aan het slot
door de concertgever. Elk jaar weer we
ten ongeveer 1000 orgelliefhebbers de
weg te vinden naar deze traditionele ge
beurtenis. Het programma zal woren ge
opend en gesloten met samenzang. De
toegangsprijs is 6,- p.p. Aanvang 20.15
uur en de verwarmde kerk is open om
19.15 uur. Programma's uitsluitend aan
de kerk verkrijgbaar. Inlichtingen:
01858-18260.
Ik dienke da'k er niet veul van terecht zal brienge, maar
'k wil ut us prebere of 't wat worre kan.
In de crisisjaeren die 'k al sjongen hao meegemaekt, was
ut ook in de visserieje niet zoa vet. Zoa as juule
meschien wel wete, heit ons durp de bienaem van gor-
naetdurp, wat niet ongterecht is, want vroeger wiere d'r
daegelijks veule kilo's gepeld. Je kan wel annéme, dat er
haest van huusje tot deurtje gornaet gepeld wier. As kin-
ders wasje ernauwbie betrekke, want vooral 'szeumers
mos je in alle vroegte uut je bed, in vóór da je nae schole
gieng nog gauw een pasjes helpe, om d'n éérsten nem-
mer weg te pellen, 's Middags tussen twaolve in éne van
't zelfde laeken een pak, en om halfviere as de schole
uutgieng iedem dito (oak op zaeterdag soms tot bie
achte 's aeves). Je kan wel begriepe as 't us sturmde dat
mun dat best fijn vongde, dan was f r geen gornaet an
dan wazze m'n vrie, in kon je tenminste wat speule. Oak
toen was er in de visserieje een quotering zoals noe. Wel
anders dat begriepe je wel, mar vroeger kon je oak niet
raek visse in mar vange wat 't ur voor kwam. In de ofslag
naest de meule op de Meulekae stieng een leie voor de
raem in daerop stieng dan mit kriet geschreve hoeveul
d'n aoren dag angevoerd moch worre. 't Gebeurde nogal
us, dat ter niks gevange moch worre, in dan stieng er een
nul op. Zoa was 't de geweunte dat er 's aevens op de
koaie gevraegd wier, deur de vissers onder mekaore „wat
staet tur op de leie", wat Mertien van Jan Leen (bie de
ouwere nog wel bekend) us du uutspraek ontlokte, „un
nul as een citroenappel". Dat er niet altied gornaet was
of in beperkte maete, had tot gevolg dat de te pellen gor
naet die je in de pelderieje mos haele, in een zienken
nemmer, in ofgewoge hoeveulheid mee gegeve wier,
zodat de pelbaes precies wist hoeveul ons (te weten
1 kilo gepelde uut 3 kilo ongepelde) gepelde gornaet er
teruggebrocht mos worre. In wee je gebeente as 't ur iets
te weinig was, want dan kreeg je de laege da'j niet goed
pelle kon. Zoa was 't oak de geweunte onder de vissers as
je un dag deur omstandigheden niet uut kon vaere, deur
ziekte of wat anders, as dan de schuutjes binnekwamme
dan mos je een mande klaer zette, in dan wierre deur
diejen en gêne daer wat kilo's deur heulie gevangen gor
naet ingedaen, zoadat je toch al had je niet kunne visse,
wat in de ofslag kon brienge, in daerdeur toch noch wat
verdienste had.
Toen d'n oorlog kwam wier het nog aores, want dan mog
je niet uutvaere vóór dat de Duutsers in 't wachthokje op
't kaetje (bie Jan van der Wal naest de deure) de passen
hadden uutgereikt. Je mogt soms hêlemaele niet uut of
op de gekste momente, al naer gelang dat de muste
gesteld stieng. In voor zunsondergang mos je terug
weze.
Oak de meugelijkheid om gornaet te vissen wier toen an
banden geleid, want je mogt niet overal visse, mar je
most precies binnen de op pepier getrokken lijn bluve
van de vuurtoren van Ouddurp naer de Waeterweg. As
je 't dust te waegen om d'r buten te gaen, dan schote ze
(de Duutsers dus) vanof een pretoeljevaertuug voor de
boeg, datje terug mos komme. Oak de zeilvisserieje wier
in d'n oorlog weer gedaen, uut noadzaek zoas je wel
begriepe zal. Want oolje voor de mètor was tur niet vol
doende anwezig, zoadat as 't ur een briesje wind was
dan gieng aoles op de zeilen.
Hêêl vroeger toen dur nog gêên mètorren in de
schuutjes stienge mos aoles vanzelf op de zeilen. In
aster dan gêên wind was dan gienge ze op een haene-
poat deur de vaert. Dat gieng as volgt in zun waerk. An
d'n êne kant van 't vaertuug gieng een boam overboord
mit een driekantig zeil der an, mit an de punte naer
beneje een gewicht, waerdeur de stroam het vaertuug
meetrok, dat daervoor dwors in de stroam lei. An de aore
kant gienge de korren over boord in zoa wier er dan op
gornaet gevist. Je begriept wel, een groate gang zat tur
niet in, in gornaet niet veul. As je dan ziet waermee ze
vandaeg an dun dag de visserieje mee uutoefene dan
kan je dat niet vergelieke mit vroeger.
'k Zal ut hier mar bie laete. As ut bliekt, dat wat ik
geschreve hao in de smaek valt, doe 'k ut meschien nog
Un Stellendammer
Naschrift: We danken de Stellendammer voor z'n
prachtige verhaal, dat onthult hoe zelfs ook de jonge
kinderen - uit pure noodzaak trouwens - aan het werk
werden gezet. Graag zien we van hem nóg eens een bij
drage tegemoet; 't zou erg jammer zijn als dit talent
voorts onbenut wordt gelaten!
Redactie
Als we wat ouder worden stellen we andere eisen.
Aan 'zitten' en 'slapen' bijvoorbeeld.
De Senioren-Studio
bij MeubelExpo is
speciaal ingericht
met slaap- en zit
meubelen voor U,
die op comfort
gesteld bent.
Zoals fauteuils met
verstelbare rug- en
armleuning. Latten
en spiraalbodems
met verstelbaar
hoofd- en voeten
einde (zelfs elek
trisch).
En.... onze meubelmakers maken al deze meubelen op
de voor U meest comfortabele hoogte.
Elke dinsdag krijgt onze Senioren- Studio speciale
aandacht. Er is iets lekkers bij de koffie en we maken
het extra gezellig. Kom op uw gemak proberen,
passen en meten. De dinsdag is voor U.
Het ouderjaarsfeest wordt in ons land
het liefst in de familiekring gevierd. Het
is in hoge mate een gezelligheidsfeest
met veel lekkernijen voor jong en oud
zoals oliebollen en appelfiappen, war
me punch en om middernacht een har
tig hapje. Hierbij het aloude recept voor
het bakken van oliebollen en appelfiap
pen. Het is niet moeilijk, alleen maar
^^^t Oliebollen
Benodigdheden: 250 gram bloem. 15 gram
gist, 2 a 2'/2 dl melk, 125 gram krenten,
rozijnen en sucade, iets zout, slaolie en
poedersuiker.
De krenten en rozijnen in lauw water
wassen en goed uit laten lekken. Meng
de gist aan met wat lauwe melk, voeg
deze bij de bloem, doe er de rest van de
lauwe melk en wat zout bij en maak
hiervan een stevig beslag. Roer er ten
slotte de krenten, rozijnen en de gesnip
perde sucade doorheen. Laat het beslag
dichtgedekt op een lauwwarme plaats
ongeveer een uur rijzen. Doe in een
diepe pan de sla-olie en laat deze dam
pend heet worden. Maak hierin twee
lepelsw even vet, neem hiermee wat van
het beslag en laat dit in de hete sla-olie
glijden. Bak de oliebollen goudbruin en
gaar. Laat ze goed uitlekken en bestuif
ze met wat poedersuiker.
Appelfiappen
Benodigdheden: 125 gram bloem, 1 theele
pel bakpoeder, 2 eieren. 1 dl melk, wat zout,
5 a 6 zure appelen, Vi dl rum, 20 gram sui
ker, een pan sla-olie.
De appelen schillen en boren. Snijd ze
in schijven en naar verkiezing kunt u ze
in de rum, die met suiker vermengd is,
weken.
Roer de meel met het bakpoeder, de eier
dooiers, wat zout en scheutje bij scheutje
de melk, door elkaar, todat een glad
beslag, zonder klontjes, verkregen is.
Vermeng dit zo luchtig mogelijk met het
stijfgeklopte eiwit. Dompel vervolgens
enige schijfjes appel in dit beslag en bak
ze in de sla-olie lichtbruin en gaar.
Bestrooi ze met suiker, die vermengd is
met fijne kaneel en dien ze warm op.
Stellendam
Delta Industrieweg 38
(bij de Haringvlietsluizen.
afslag Havens)
Tel. 01879-2300
Open:
Maandag tm Zaterdag van
8.30 tot 17.00 u.
Vrijdagavond tot 21.00 u.
ZÓ veel en zó dichtbij'.