EIÜVtlDEII-rilEUWS Overdenking De weg naar huis Z/ uit de Heilige Schrift Politieberichten oostAakkee Buffet „de Schakel" verpacht HET KIJKVENSTER r^ OOGTRANSPIANTATIE 80DS8US TRILJOENCNNOTA J-ji Na nagedacht te hebben dachten wij: 't 1_» betere past u ^^v '3 betei ECHTE HUTSPOT EEN APOSTELKRING Een biddende gemeente (2) 01870 4844 Onafhankelijk HYPOTHEEK-ADVIES Poging inbraak Diefstal autovelgen Nieuwe pastorie VERVOLGVERHAAL Jan Knape Mzn. - 40 - Niet uitgegeven manuscript, beschikbaar gesteld door M. A. Knape 2e Blad VRIJDAG 6 OKTOBER 1989 No. 5840 blik op kerk en samenleving - Nogmaals: de Kerkendag - Apostolaatstheologie De discussie over de Kerkendag van 16 september gaat onverdroten voort. 17000 mensen van allerlei richting en opvatting hebben eraan deelgenomen en de organisatoren vonden dat een overweldigend succes. Uit de massale opkomst kunnen we concluderen, aldus Ds. W. R. van der Zee, secretaris van de Raad van Kerken, dat we hoop mogen hebben voor de kerk! Niet de opkomst op zondag en de graad van kerkelijke meelevendheid zijn kennelijk maatsta ven, maar de belangstelling voor de Kerkendag! In De Waarheidsvriend van 28 septem ber wijdt Ir. J. van der Graaf een nabe schouwing aan de Kerkendag, waarvan ik u graag deelgenoot wil maken. Wat het getal betreft schrijft hij dat er nu ineens wordt geschermd met de grote aantallen bezoekers, terwijl, als het gaat om EO-landdagen of jongeren- en toog- dagen van de GZB, dan werd er al gauw het etiket „consumptie-christendom" opgedrukt. Bovendien, aldus Van der Graaf, „wanneer de graad van meelevend heid in bepaalde gemeenten getals matig, wat betreft kerkgang, cate chese en verenigingsleven, aan de orde is, wordt gewaarschuwd voor triomfalisme. Getal heeft immers met macht te maken! Het hoog opge ven van het aantal bezoekers van de Kerkendag steekt dan ook schril af tegen de neerbuigende geluiden die vaak gehoord worden als het ging om kerkelijke kringen, waar men al sinds jaar en dag (nog) duizenden op de been krijgt". H: 4: Van der Graaf brengt vervolgens de hele zaak in verband met de na-oorlogse gedachte van de apostolaatstheologie. In de nieuwe kerkorde moest het artikele over het apostolaat (8) persé voorafgaan aan dat over het belijden (10). Daar zat de opinie achter dat de samenleving gekerstend moest worden. Dat is echter een groot fiasco geworden. De samenle ving is niet gekerstend, maar juist steeds verder gesaeculariseerd. Maar - zo betoogt hij, „lopen we zo niet het gevaar in dezelfde fout te gaan als die waarin de apostolaatstheologie van de na oorlogse jaren verviel? Is hier niet sprake van een laatste stuiptrekking van die apostolaatstheologie? We zijn als kerk klein en tot niet geko men in de ogen der mensen, maar toch rapen we alles nogeens bij elkaar en roepen nogeens luidkeels wat er allemaal moet veranderen in de wereld en hóe dat dan veranderen moet. Willen we zo, met een gesmal- deelde kerk, toch nog een keer indruk maken? Alsof er - gelet op de cijfers - nog sprake kan zijn van enige triom- fantelijkheid, gesteld dat die er ooit zou mógen zijn! We zouden als kerk eerst eens een toontje lager moeten zingen, om dan vervolgens weer een toontje Hoger te zingen, namelijk de toon van het „alles moet Hem eren". Tot zover Ir. Van der Graaf Ik denk dat hij helemaal gelijk heeft. Maar of hij het in brede kringen van de kerken ook krijgt....? Waarnemer Deze vraag- en antwoord-rubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er kosteloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u sturen aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Post bus 8, Middelharnis, met in de linker bovenhoek „Vragen-rubriek" vermeld. De vragen worden door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending compleet met antwoord in deze rubriek worden ge publiceerd. Is het mogelijk na verlies van een oog met dat van iemand anders te gaan zien? Antwoord: Oogtransplantaties blijven uitzonderingen, want bij een oog kan worden volstaan met vervanging van de lens. In de meeste gevallen en met name bij staar kan de oogchirurg de vertroe belde lens verwijderen en een kunstlens inplanten. Dat wordt in Nederlandse oogklinieken regelmatig gedaan. Jaar lijks worden zo'n 18.000 kunstlensjes geplaatst en er zijn wachtlijsten voor de patiënten die zich met zo'n eenvoudige ingreep willen laten helpen. Grotere operaties komen ook voor, maar uitslui tend in ernstige gevallen, bijvoorbeeld na een ongeluk. Hierbij de foto van een fraai bewerkte zilve ren kokere met ketting. Hebt u er enig idee van, wat dit voor gebruiksvoorwerp kan zijn? Antwoord: Dat is een unieke „bodebus", de koker waarin de bode van een gilde, gemeente, of waterschap officiële docu menten en brieven opborg die hij moest rondbrengen. Ze dateren uit de vroege middeleeuwen, kregen later vaak een wapenschild en zijn nu in veel plaatsen nog het teken van de waardigheid van waterschaps- en gemeenteboden. Neem kontakt op met bode Martin Agterberg, gemeentehuis Schipluiden (telefoon 01738-84.44) want die schrijft er boe ken over. Op de zaak heb ik met zeer grote getallen te maken, soms met 20 en meer cijfers voor de komma. Hoe moet ik die uitspreken? Antwoord: Verdeel de cijfers vanaf de komma in groepjes van drie, bijv. 12.345.678,901,234,567,890,- Dan luidt de uitspraak 12 triljoen 345 biljard 678 biljoen 901 miljard 234 miljoen 567 dui zend en achthonderdnegentig. Staan er cijfers vóór die triljoenen dan heten ze in groepjes van drie en van rechts naar links gezien: triljard, quadriljoen, qua- driljard, guintiljoen. Middelharnis, tel. 2596 Toen wij in Leiden waren, kregen we héél andere hutspot voorgeschoteld dan wij het kennen. Niet met aardappelen, maar met witte bonen en blanke penen. Ze zeggen daar, dat hun recept de originele is. Antwoord: Een aantal Leidenaren ver kiest de oorspronkelijke ingrediënten die de Spanjaarden gebruikten, want toen Leiden in 1574 werd ontzet en de uitgehongerde bevolking in de verlaten Spaanse stellingen de pannen met hut spot aantrof, bleek dat 16de-eeuwse sol- datengerecht te zijn bereid uit o.m. witte bonen, uien en pastinaak (de blanke wortelen). Aardappelen kónden er niet bij gebruikt zijn, omdat die toendertijd in heel Europa nog onbekend waren. De pastinaak raakte geleidelijk in onbruik, maar is in Leiden in ere gehouden. Het oude recept luidt: 500 gram witte bonen met 500 gram in dobbelsteentjes gesne den mager spek 20 minuten laten koken in het weekwater van de bonen. Afzon derlijk Wi kg winterwortels en 500 g pas- tinaken met 500 gram uien klein snijden en zo'n 45 minuten laten koken. Dan alles goed door elkaar roeren en op smaak brengen met wat peper. Ik zag op een landgoed in Epse een kring van elf eiken en temidden daarvan nog twee bomen. Het zou een Apostelkring zijn, met Jezus in het midden. Maar is de tweede eik daar dan Maria? Of Judas? Antwoord: Bedoelde eiken zijn om streeks 1700 in het voormalige landgoed 't Hassink aldus geplant, mogelijk in navolging van andere apostelkringen, waarvan er in oost-Nederland een acht tal bekend is. Ze zouden de 12 apostelen met Jezus Christus kunnen voorstellen. Beide centraal staande eiken kunnen het goed en het kwaad symboliseren: naast de Heere Jezus zou dan Judas Iskariot staan. Doch een niet-christe- lijke uitleg kan o.i. ook tot de mogelijk- Petrus dan werd in de gevangenis bewaard; maar van de Gemeente werd een gedurig gebed tot God voor hem gedaan. (Handelingen 13:5) En nu kunnen zij elkander niet uit de banden des doods en de kluisters der hel verlossen, maar God wel en dat in een rechte weg. Christus is gekomen om der blinden ogen te openen, de gevangenen vrijheid uit te roepen en de gebondenen opening der gevangenis. Daarom tot Wien zullen wij heengaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens. En zij rie pen als een stroom Hem aan, Hij liet hen nimmer schaamrood staan. Neen, niet dat de Heere dat op onze tijd doet, maar op Zijn tijd. Niet zo dat gevange nisdeuren dan onmiddellijk open gaan en de banden breken. De Heere laat het in Zijn wijsheid zo muurvast lopen, zo onmogelijk worden, de nood zo hoog gaan opdat Hij alleen de eer zou krijgen. Dan worden ze menigmaal bestreden: Houd maar op met bidden, je hebt al zo lang gebeden en de Heere komt toch niet, als het echt was, dan was er al lang uitkomst gekomen. Zo gaat de vijand tekeer. Maar de Schrift zegt: Bidt zonder ophouden. Die Mij verwacht in de nood vindt Mijn gunst oneindig groot. Is er een volk onder onze lezers voor wie het niet meer kan? Is de gevangenis zo toegesloten? Zijt gij zo vastgeketend aan dood en hel door de zonde? Houd aan, grijp moed, want uw ziel zal vrolijk leven. Hij kan, en wil en zal in nood, zelfs bij het naad'ren van de dood, vol komen uitkomst geven. En zo Hij ver toeft, verbeidt Hem, Hij zal gewisselijk komen. Petrus zit in de gevangenis en de gemeente bidt. Hoe komt het dat de gemeente bidt? Omdat er nog een Ander is Die bidt, nJ. Die biddende en dan kende Hogepriester in de hemel. En als vrucht daarvan mag de kerk ook leren bidden. Hij treedt tussen met Zijn ver dienste. Hij bidt voor Petrus. Zo hebben Petrus en de kerk een Voorbidder in de hemel en één in het hart n.l. de Heilige Geest Die in hen zucht met onuitspreke lijke verzuchtingen. Die Heilige Geest zal hen alles leren, ook bidden en de Heere maakt het waar: Zou God niet horen Zijn uitverkorenen die dag en nacht tot Hem roepen? We lezen in het 7e en 8e vers: En ziet, een engel des Heeren stond daar, en een licht scheen in de woning, en slaande de zijde van Petrus, wekte hij hem op, zeg gende: Sta haastelijkop. En zijn ketenen vielen af van de handen. En de engel zeide tot hem: Omgord u, en bind uw schoenzolen aan. En hij deed alzo. En hij zeide tot hem: Werp uw mantel om, en volg mij. De wachters merken niets en als zij aan de ijzeren poort komen gaat die vanzelf voor hen open. Heilig zijn o God Uw wegen. Daar stond Petrus in vrijheid en de engel scheidde van hem. O wat een wonder eerst kon Petrus het niet gelo ven, hij meende dat het een gezicht was. Maar tot zichzelf gekomen zijnde, ja nu weet hij het, leest het maar in vers 11Nu weet ik waarachtiglijk dat de Heere Zijn engel uitgezonden heeft, en mij verlost heeft uit de hand van Herodes, en uit al de verwachting van het volk der Joden. Het was geen gezicht, geen droom, maar werkelijkheid, waarachtig verlost uit de hand van Herodes en uit al de verwach ting van het volk der Joden. O ziet, van deze verlossingen blijft Gods volk geen vreemdeling. De Heere is het Die koperen deuren verbreekt en ijzeren grendels in stukken slaat. O is er een volk dat in de gevangenis zit? Leeft u in dat u uzelf niet verlossen kunt? Weet dan, dat er hulpe besteld is bij een Held Die verlossen kan. Die in al hun be nauwdheden mede benauwd is geweest en daarom krachtelijk bevonden te zijn een Hulp in benauwdheden. Dan kunt u proberen uzelf te verlossen, maar het zal nooit gaan. Die gevangenis zal geleerd moeten worden en de onmacht om uzelf te verlossen. Die gevangenis van Adams val, als die geleerd wordt, houden alle pogingen tot zelf-verlossing op. In de gevangenis van de eeuwige dood, hel en vloek. En nu gaat dat volk het leren dat zij het waardig zijn om daar eeuwig in te moeten verkeren om eigen schuld, ze vallen aan Gods zijde en het wordt bele den: Uw doen is rein. Uw vonnis gans rechtvaardig. Maar wat een wonder wordt het voor zo'n volk om die verlossingen in het standelijke leven te ervaren. O wat een verruimingen mogen ze proeven en smaken en dat in Hem die hun gevange nis is ingegaan. O Hem te leren kennen als Die Held der Hulp, hoe Hij Zich heeft laten binden: „Indien gij dan Mij zoekt, zo laat dezen heengaan". Ja een geloofsblik op Hem te mogen werpen, wat wordt Hij hun dan dierbaar, gepast en beminnelijk. O die wondervolle verlossingen te erva ren, die hemelse uitreddingen, dat ont roert de ziel. Dan zeggen ze met Petrus ook wel eens: Nu weet ik waarachtiglijk dat de Heere Zijn engel uitgezonden heeft om mij te verlossen. Dan denken ze dat ze nooit meer zullen twijfelen. Maar op die ogenblikken weten ze niet dat het nog zo laag zal aflopen, dan kun nen ze niet denken dat de banden nog strakker aangehaald zullen worden, dat de boeien nog meer zullen gaan knellen. Dan kunnen ze niet indenken dat ze nog in zo'n gesloten gevangenis zullen te recht komen. Van alle kanten vastgeke tend, met alle bevindingen en erva ringen kunnen zij zich niet meer bewe gen noch roeren. Hoe kostelijk het is wat zij ervaren hebben, maar daar gaan geen gevangenisdeuren door open. De verlossing in Hem te zien maar in te leven nog niet door Hem verlost te zijn. Sion zal niet door ervaringen, maar door recht verlost worden, en wat eist dat recht? Betaal me wat gij schuldig zijt. En die schuld staat nog open. Ik lag gekneld in banden van de dood, daar de angst der hel mij alle troost deed missen. O dan voor die ijzeren poort te liggen, hoe zullen zij die ooit open krijgen? Nu wat moest Petrus daar aan doen? Niets, die werd hem vanzelf geopend. Petrus had alleen maar te volgen. Dan zullen zij Christus moeten volgen net als de discipelen. Wij hebben alles verlaten en zijn U gevolgd. En dat ging best toen Hij zo troostrijk tot hun zielen sprak. Dan mag de ziel veel genieten, proeven, smaken. Maar er is nog een verder vol gen en als de Heere met Zijn volk die weg in slaat, dan moeten zij met alles de dood in. Sterven om in Christus te leven. Wij willen wel zalig worden met behoud van het leven en ervaringen. Maar nu kunnen we alleen zalig worden met ver lies van het leven en met loslating van alles waarmee we ons trachten staande te houden. En als dat volk nu verwaar digd mag worden Hem te volgen tot in de dood, dan gaat de ijzeren poort van zelf open. Zit u misschien zo in de gevangenis? Nu wat hebt u te doen? Volgen, sterven, omkomen en de ijzeren poorten zullen open gaan. Welgelukzalig is het volk dat deze wel daad ten deel valt: Staat dan in de vrij heid met welke Christus u heeft vrij gemaakt en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid bevangen. O dan tot zichzelf te komen met Petrus: Nu weet ik dat het waarachtiglijk is. Verlost uit de hand van de helse Herodes, dan zingen zij in God verblijd, aan Hem gewijd, van 's Heeren wegen. Ik zal niet sterven nog vergaan, maar leven, en in alle landen van Gods weidaan doen vermaan. Petrus gaat naar het huis van zijn vrien den en klopt op de deur en Rhode de dienstmaagd ging luisteren wie er was en toen zij de stem van Petrus hoorde deed ze van blijdschap niet open maar ging het de vrienden zeggen dat Petrus aan de deur stond en zij geloofden haar niet, het was te groot. Zo is het nog wel eens, smeken om verlossing en als de Heere verlossing geeft dan zijn ze soms als degenen die dromen. Gij raast, zo zeggen ze. Maar Petrus bleef kloppen en zij deden op en zagen hem en zij ontzet ten zich. Gingen zij nu in elkander op? Neen maar Petrus ging vertellen hoe de Heere hem uit de gevangenis verlost had: Komt, luistert toe, gij Godgezinden, Gij, die den Heer van harte vreest. Hoort, wat mij God deed ondervinden. Wat Hij gedaan heeft aan mijn geest. Zijn naam moet eeuwig eer ontvangen. Hij mocht vertellen niet wat hij of zij gedaan hadden, maar wat God gedaan heeft. Komt maakt God met mij groot. Zo zijn er in het leven van Gods volk vele gevangenissen waaruit zij zichzelf nooit kunnen verlossen. Maar waar de Heere hen uit verlost tot roem Zijns Naams die heerlijk is. Dirksland ds. J. Koster b.v. heden behoren, want het is niet zeker wat onze voorouders voor ogen hadden toen zij dergelijke boomgroepen plant ten. Daarover is helaas niets op schrift gesteld. J.l. zaterdag werd er een poging onder nomen om in te breken in het onderko men van de korfbalvereniging te Oude Tonge. Men is binnen geweest doch er werd niets weggenomen. Wel werd er voor enkele honderden guldens schade aangericht. J.l. zondag werd door een inwoner van Oude Tonge aangifte gedaan van dief stal van 2 velgen van zijn personenauto. De auto stond geparkeerd op het Han delsterrein te Oude Tonge, alwaar beide wielen van de auto werden gedemon teerd. De schade aan de auto wordt geschat op ongeveer 600,-. DIRKSLAND In de raadsvergadering van j.l. donder dagavond heeft de gemeenteraad beslo ten tot verpachting van het buffet van het Verenigingsgebouw „de Schakel" aan dhr. en mevr. van Steenbergen- Hoek, Philipshoofjesweg 53 te Dirks land. Voor de bouw van een nieuwe pastorie, ter vervanging van die aan de Boezem weg, werd aan de Ned. Herv. Gemeente een perceel grond verkocht aan de Dah lia, in het bestemmingsplan „Dirksland- Zuid". )^^.l^^.>f.^.^.^.l^l^l^^.l^^.l^^.^.>^l^l^^.l^^.^.^.^.^.^.l^l^^.l^^.^.4.^■4■l^^.^■4.^■^^■^■'^^■^■'^^■^■^■^■^■^■^■^■^^■l^)^^ Ze schrikt van zijn ogen als hij overeind komt. „Vin je 't zoa erg?" Hij slaat de droge aardkruimels van zijn broek. „Ze staen nogal dik", tracht ze gerust te stellen. „Daer ken d'r wel een in- kelden uut!" Maar vrouwen zijn dikwijls zonder reden optimistisch. Hij hurkt neer en wijst de zieke plantjes aan met zijn vinger: „Kiek es, hier.... en hier.... en dieën.... ze binnen zoamar voor 't griepen".... Ze gaat naast hem zitten. „Dieën toch niet".... Hij toont het haar aan, trekt een juinplantje uit de grond, maakt het groene sprietje met zijn nagel open, er kruipt een witgele made uit. „Zie je wel... over veertien daegen staet er mar een half gewas meer". Het is niet zonder bitterhei, dat hij zegt: „En joe mar rekene!".... Ze kijkt alsof ze iets voor de eerste keer opmerkt. Dan constateert ze verdrietig: „Je Heken je moe der wel!" Van den Akker toont op een middag zijn belang stelling, en Betje begrijpt niet wat hij met de juin te maken heeft. Hij komt over de dam, ze ziet hoe hij zich om het hek heenzwaait zonder het te ope nen. Ze ontstelt er van: „Wat moet die hier doen?" Hij loopt langs de greppel, de lange grashalmen ritselen langs zijn benen. „Heuj". „Heuj". Ze durft nauwelijks op te kijken, haar schrepel hakt doelloos in de grond, ze ziet geen onkruid en geen uien meer. De droge grond schil fert. Ze voelt ineens hoe heet en hard de grond is, het lijkt wel of de hitte van de aardbodem haar schroeiend in het gezicht slaat, het brandt aan haar voeten. En boven haar is de zon, die met zijn vlammende gloed de ganse polder in lichte laaie zet. Ze doet de randen van haar hoed bescher mend neer. Ze luistert hoe de man in het gras van de greppel scharrelt. Hij is op de kant van de greppel gaan zitten. Ze ziet het met een schuwe beweging van haar hoofd. Dan kijkt ze de andere kant uit. Heel in de verte zijn een paar mensen aan het werk, ze ziet hun gebogen ruggen met de blauwe kielen. Ze bere kent de mogelijkheid om die ruggen overeind te schreeuwen. Als er iets gebeurt!.... Wat kan er gebeuren? Waarom is ze eigenlijk zo geschrok ken? Nu het zo lang duurt vindt ze zichzelf wel wat dwaas. Hoe komt ze er toe om zich zo over stuur te maken? Het schrepeltje hakt zenuwachtig in de grond. Het is een grote geruststelling, dat ze niet helemaal alleen is met die vreemde man in deze verlaten uithoek van de polder. „Je heit het nog al druk, gloaf ik", zegt hij met een lach. Ze vindt het een vreemde opmerking, alsof er een bedoeling achter verborgen is. Ze weet zelf niet hoe ze antwoord durft te geven: „Goed schoan houwe, da's een voornaem dieng voor juun". „Jaet".... En hij lacht weer. De schrepel siddert in haar handen. „Wat kom je hier eigenlijk doeë.... bie een vrouw alleen!" Haar stem slaat over van agitatie. Hij gaat overeind staan, zijn gezicht verstrakt. Hij is zich volstrekt niet bewust van het ongepaste van zijn gedrag. Hij is van huis gegaan met het voornemen om de verschillende perceeltjes juin en paardepeen te gaan bezien, die hij in voorkoop gekocht heeft. Zo'n vrouw moest dat toch begrij pen! „Nó jae,l wat kom je hier doeë!? „Ik bin noe eenmal juunkoapman! Wat kom je dan bie juun doeë? Kieke netuurlijk!.... Of doch" je soms?" Hij houdt plotseling op, er glijdt een hoogmoedige glimlach over zijn gezicht als hij de gedachten van deze arbeidersvrouw tracht te raden. „Ik zal wel weggaen as je 't liever heit.... Ik ken d'r toch niks an doeë, dat de juun al voor twee gulden in voorkoap verkocht wordt".... Betje is zo veraltereerd, dat ze van die laatste opmerking geen notitie neemt. Ze is boos gewor den, haar ongerustheid is geweken. Ze is nu bang voor praatjes, daarvoor is in een dorp alle reden. Ze neemt het Van den Akker kwalijk, dat hij dat niet begrepen heeft. Hij heeft op de grepskant gezeten, dicht bij haar. In de verte zijn mensen aan het werk. Hebben ze iets gezien? De mannen staan overeind, in haar opgewondenheid meent ze te onderscheiden hoe de arbeiders deze kant uit kijken, de handen beschuttend boven de ogen. Heftig valt ze uit: „Komt op een aoren tied naer de juun kieke as m'n man d'r is".... Van den Akker staat een ogenblik beduusd. „Da's goed, vrouwe" zeg thij en het klinkt onderdanig. Hij gaat weg met grote stappen, het gras ruist langs zijn driftige broekspijpen. Hij mompelt: „Daer ken ik toch niks an doeë, dat de juun twee gulden is.... negotie is negotie".... Betje verstaat alleen de woorden: „juun twee gul den geworre is".... Met een ruk komt ze overeind. Ze roept: „Komt dan mar es as m'n man d'r is".... Hij loopt door, steekt zijn hand op ten bewijze, dat hij het verstaan heeft. Dit is de laatste gelegenheid, die Willem geboden wordt, om van het geld te vertellen. Hij laat die ongebruikt voorbij gaan. Als Betje 's avonds het eten op tafel brengt komt de verontwaardiging weer bij haar boven. Zo'n vent denkt, dat hij zich alles kan permitteren als het arbeidersmensen betreft. Van den Akker is voor haar de rijkgeworden armoedzaaier, hij heeft de gewoonten van een armoedzaaier behou den, geld en beschaving gaan niet noodwendig samen. In haar gedachten maakt ze een vergelijk tussen Van den Akkeren mijnheer Simons. Mijn heer Simons is een rijke hereboer. Willem heeft van 't voorjaar werk bij hem gevonden. Een enkele keer komt hij zelf belasten voor voor de andere dag, want Willem doet soms karweitjes op de villa, hij doet het altijd naar mevrouw d'r zin. Mijnheer Simons weigert pertinent om verder te komen dan de voordeur als Willem niet thuis is. Mijnheer Simons is een heer, van ouder op ouder.... „Van den Akker is vanochend in 't land weze kieke.... Wat heit die vent daer te maeken! As 'n juun wil koape laet 'n dan naer joe toe komme en nie naer mien!" De aardappelen dampen. Willem houdt zijn pet al gereed om te bidden. Hij kijkt naar het stukje gebakken spek op zijn bord. „Van den Akker!" Hij schrikt nog erger dan Betje gedaan heeft. „Betje weet het!" flitst het doorhem heen, ze gaat hem ter verantwoording roepen. In dit ogenblik wordt hij door duizend angsten gekweld. (wordt ven'olgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1989 | | pagina 5