EIÜVtlDEII-rilEUWS
Overdenking
De weg
naar huis
Z/
uit de
Heilige Schrift
Politieberichten oostAakkee
Buffet „de Schakel"
verpacht
HET
KIJKVENSTER
r^
OOGTRANSPIANTATIE
80DS8US
TRILJOENCNNOTA
J-ji Na nagedacht
te hebben
dachten wij: 't
1_» betere past u ^^v
'3 betei
ECHTE HUTSPOT
EEN APOSTELKRING
Een biddende gemeente (2)
01870
4844
Onafhankelijk
HYPOTHEEK-ADVIES
Poging inbraak
Diefstal autovelgen
Nieuwe pastorie
VERVOLGVERHAAL
Jan Knape Mzn.
- 40 -
Niet uitgegeven manuscript,
beschikbaar gesteld door
M. A. Knape
2e Blad
VRIJDAG 6 OKTOBER 1989
No. 5840
blik op kerk
en samenleving
- Nogmaals: de Kerkendag
- Apostolaatstheologie
De discussie over de Kerkendag van 16
september gaat onverdroten voort.
17000 mensen van allerlei richting en
opvatting hebben eraan deelgenomen
en de organisatoren vonden dat een
overweldigend succes. Uit de massale
opkomst kunnen we concluderen, aldus
Ds. W. R. van der Zee, secretaris van de
Raad van Kerken, dat we hoop mogen
hebben voor de kerk! Niet de opkomst
op zondag en de graad van kerkelijke
meelevendheid zijn kennelijk maatsta
ven, maar de belangstelling voor de
Kerkendag!
In De Waarheidsvriend van 28 septem
ber wijdt Ir. J. van der Graaf een nabe
schouwing aan de Kerkendag, waarvan
ik u graag deelgenoot wil maken. Wat
het getal betreft schrijft hij dat er nu
ineens wordt geschermd met de grote
aantallen bezoekers, terwijl, als het gaat
om EO-landdagen of jongeren- en toog-
dagen van de GZB, dan werd er al gauw
het etiket „consumptie-christendom"
opgedrukt. Bovendien, aldus Van der
Graaf,
„wanneer de graad van meelevend
heid in bepaalde gemeenten getals
matig, wat betreft kerkgang, cate
chese en verenigingsleven, aan de
orde is, wordt gewaarschuwd voor
triomfalisme. Getal heeft immers
met macht te maken! Het hoog opge
ven van het aantal bezoekers van de
Kerkendag steekt dan ook schril af
tegen de neerbuigende geluiden die
vaak gehoord worden als het ging om
kerkelijke kringen, waar men al sinds
jaar en dag (nog) duizenden op de
been krijgt".
H: 4:
Van der Graaf brengt vervolgens de hele
zaak in verband met de na-oorlogse
gedachte van de apostolaatstheologie.
In de nieuwe kerkorde moest het artikele
over het apostolaat (8) persé voorafgaan
aan dat over het belijden (10). Daar zat
de opinie achter dat de samenleving
gekerstend moest worden. Dat is echter
een groot fiasco geworden. De samenle
ving is niet gekerstend, maar juist steeds
verder gesaeculariseerd.
Maar - zo betoogt hij,
„lopen we zo niet het gevaar in
dezelfde fout te gaan als die waarin
de apostolaatstheologie van de na
oorlogse jaren verviel? Is hier niet
sprake van een laatste stuiptrekking
van die apostolaatstheologie? We
zijn als kerk klein en tot niet geko
men in de ogen der mensen, maar
toch rapen we alles nogeens bij
elkaar en roepen nogeens luidkeels
wat er allemaal moet veranderen in
de wereld en hóe dat dan veranderen
moet. Willen we zo, met een gesmal-
deelde kerk, toch nog een keer indruk
maken? Alsof er - gelet op de cijfers -
nog sprake kan zijn van enige triom-
fantelijkheid, gesteld dat die er ooit
zou mógen zijn! We zouden als kerk
eerst eens een toontje lager moeten
zingen, om dan vervolgens weer een
toontje Hoger te zingen, namelijk de
toon van het „alles moet Hem eren".
Tot zover Ir. Van der Graaf Ik denk dat
hij helemaal gelijk heeft. Maar of hij het
in brede kringen van de kerken ook
krijgt....?
Waarnemer
Deze vraag- en antwoord-rubriek staat
geheel ten dienste van de lezer die er
kosteloos gebruik van kan maken. Uw
vragen op velerlei gebied kunt u sturen
aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Post
bus 8, Middelharnis, met in de linker
bovenhoek „Vragen-rubriek" vermeld.
De vragen worden door deskundigen
beantwoord en zullen binnen enkele
weken na de inzending compleet met
antwoord in deze rubriek worden ge
publiceerd.
Is het mogelijk na verlies van een oog met
dat van iemand anders te gaan zien?
Antwoord: Oogtransplantaties blijven
uitzonderingen, want bij een oog kan
worden volstaan met vervanging van de
lens. In de meeste gevallen en met name
bij staar kan de oogchirurg de vertroe
belde lens verwijderen en een kunstlens
inplanten. Dat wordt in Nederlandse
oogklinieken regelmatig gedaan. Jaar
lijks worden zo'n 18.000 kunstlensjes
geplaatst en er zijn wachtlijsten voor de
patiënten die zich met zo'n eenvoudige
ingreep willen laten helpen. Grotere
operaties komen ook voor, maar uitslui
tend in ernstige gevallen, bijvoorbeeld
na een ongeluk.
Hierbij de foto van een fraai bewerkte zilve
ren kokere met ketting. Hebt u er enig idee
van, wat dit voor gebruiksvoorwerp kan
zijn?
Antwoord: Dat is een unieke „bodebus",
de koker waarin de bode van een gilde,
gemeente, of waterschap officiële docu
menten en brieven opborg die hij moest
rondbrengen. Ze dateren uit de vroege
middeleeuwen, kregen later vaak een
wapenschild en zijn nu in veel plaatsen
nog het teken van de waardigheid van
waterschaps- en gemeenteboden. Neem
kontakt op met bode Martin Agterberg,
gemeentehuis Schipluiden (telefoon
01738-84.44) want die schrijft er boe
ken over.
Op de zaak heb ik met zeer grote getallen te
maken, soms met 20 en meer cijfers voor de
komma. Hoe moet ik die uitspreken?
Antwoord: Verdeel de cijfers vanaf de
komma in groepjes van drie, bijv.
12.345.678,901,234,567,890,- Dan luidt
de uitspraak 12 triljoen 345 biljard 678
biljoen 901 miljard 234 miljoen 567 dui
zend en achthonderdnegentig. Staan er
cijfers vóór die triljoenen dan heten ze
in groepjes van drie en van rechts naar
links gezien: triljard, quadriljoen, qua-
driljard, guintiljoen.
Middelharnis, tel. 2596
Toen wij in Leiden waren, kregen we héél
andere hutspot voorgeschoteld dan wij het
kennen. Niet met aardappelen, maar met
witte bonen en blanke penen. Ze zeggen
daar, dat hun recept de originele is.
Antwoord: Een aantal Leidenaren ver
kiest de oorspronkelijke ingrediënten
die de Spanjaarden gebruikten, want
toen Leiden in 1574 werd ontzet en de
uitgehongerde bevolking in de verlaten
Spaanse stellingen de pannen met hut
spot aantrof, bleek dat 16de-eeuwse sol-
datengerecht te zijn bereid uit o.m. witte
bonen, uien en pastinaak (de blanke
wortelen). Aardappelen kónden er niet
bij gebruikt zijn, omdat die toendertijd
in heel Europa nog onbekend waren. De
pastinaak raakte geleidelijk in onbruik,
maar is in Leiden in ere gehouden. Het
oude recept luidt: 500 gram witte bonen
met 500 gram in dobbelsteentjes gesne
den mager spek 20 minuten laten koken
in het weekwater van de bonen. Afzon
derlijk Wi kg winterwortels en 500 g pas-
tinaken met 500 gram uien klein snijden
en zo'n 45 minuten laten koken. Dan
alles goed door elkaar roeren en op
smaak brengen met wat peper.
Ik zag op een landgoed in Epse een kring
van elf eiken en temidden daarvan nog twee
bomen. Het zou een Apostelkring zijn, met
Jezus in het midden. Maar is de tweede eik
daar dan Maria? Of Judas?
Antwoord: Bedoelde eiken zijn om
streeks 1700 in het voormalige landgoed
't Hassink aldus geplant, mogelijk in
navolging van andere apostelkringen,
waarvan er in oost-Nederland een acht
tal bekend is. Ze zouden de 12 apostelen
met Jezus Christus kunnen voorstellen.
Beide centraal staande eiken kunnen
het goed en het kwaad symboliseren:
naast de Heere Jezus zou dan Judas
Iskariot staan. Doch een niet-christe-
lijke uitleg kan o.i. ook tot de mogelijk-
Petrus dan werd in de gevangenis
bewaard; maar van de Gemeente
werd een gedurig gebed tot God voor
hem gedaan.
(Handelingen 13:5)
En nu kunnen zij elkander niet uit de
banden des doods en de kluisters der hel
verlossen, maar God wel en dat in een
rechte weg. Christus is gekomen om der
blinden ogen te openen, de gevangenen
vrijheid uit te roepen en de gebondenen
opening der gevangenis. Daarom tot
Wien zullen wij heengaan? Gij hebt de
woorden des eeuwigen levens. En zij rie
pen als een stroom Hem aan, Hij liet
hen nimmer schaamrood staan. Neen,
niet dat de Heere dat op onze tijd doet,
maar op Zijn tijd. Niet zo dat gevange
nisdeuren dan onmiddellijk open gaan
en de banden breken. De Heere laat het
in Zijn wijsheid zo muurvast lopen, zo
onmogelijk worden, de nood zo hoog
gaan opdat Hij alleen de eer zou
krijgen.
Dan worden ze menigmaal bestreden:
Houd maar op met bidden, je hebt al zo
lang gebeden en de Heere komt toch
niet, als het echt was, dan was er al lang
uitkomst gekomen. Zo gaat de vijand
tekeer. Maar de Schrift zegt: Bidt zonder
ophouden. Die Mij verwacht in de nood
vindt Mijn gunst oneindig groot.
Is er een volk onder onze lezers voor wie
het niet meer kan? Is de gevangenis zo
toegesloten? Zijt gij zo vastgeketend aan
dood en hel door de zonde? Houd aan,
grijp moed, want uw ziel zal vrolijk
leven. Hij kan, en wil en zal in nood,
zelfs bij het naad'ren van de dood, vol
komen uitkomst geven. En zo Hij ver
toeft, verbeidt Hem, Hij zal gewisselijk
komen.
Petrus zit in de gevangenis en de
gemeente bidt. Hoe komt het dat de
gemeente bidt? Omdat er nog een Ander
is Die bidt, nJ. Die biddende en dan
kende Hogepriester in de hemel. En als
vrucht daarvan mag de kerk ook leren
bidden. Hij treedt tussen met Zijn ver
dienste. Hij bidt voor Petrus. Zo hebben
Petrus en de kerk een Voorbidder in de
hemel en één in het hart n.l. de Heilige
Geest Die in hen zucht met onuitspreke
lijke verzuchtingen. Die Heilige Geest
zal hen alles leren, ook bidden en de
Heere maakt het waar: Zou God niet
horen Zijn uitverkorenen die dag en
nacht tot Hem roepen?
We lezen in het 7e en 8e vers: En ziet, een
engel des Heeren stond daar, en een
licht scheen in de woning, en slaande de
zijde van Petrus, wekte hij hem op, zeg
gende: Sta haastelijkop. En zijn ketenen
vielen af van de handen. En de engel
zeide tot hem: Omgord u, en bind uw
schoenzolen aan. En hij deed alzo. En
hij zeide tot hem: Werp uw mantel om,
en volg mij.
De wachters merken niets en als zij aan
de ijzeren poort komen gaat die vanzelf
voor hen open. Heilig zijn o God Uw
wegen. Daar stond Petrus in vrijheid en
de engel scheidde van hem. O wat een
wonder eerst kon Petrus het niet gelo
ven, hij meende dat het een gezicht was.
Maar tot zichzelf gekomen zijnde, ja nu
weet hij het, leest het maar in vers 11Nu
weet ik waarachtiglijk dat de Heere Zijn
engel uitgezonden heeft, en mij verlost
heeft uit de hand van Herodes, en uit al
de verwachting van het volk der Joden.
Het was geen gezicht, geen droom, maar
werkelijkheid, waarachtig verlost uit de
hand van Herodes en uit al de verwach
ting van het volk der Joden.
O ziet, van deze verlossingen blijft Gods
volk geen vreemdeling. De Heere is het
Die koperen deuren verbreekt en ijzeren
grendels in stukken slaat. O is er een
volk dat in de gevangenis zit? Leeft u in
dat u uzelf niet verlossen kunt? Weet
dan, dat er hulpe besteld is bij een Held
Die verlossen kan. Die in al hun be
nauwdheden mede benauwd is geweest
en daarom krachtelijk bevonden te zijn
een Hulp in benauwdheden. Dan kunt u
proberen uzelf te verlossen, maar het zal
nooit gaan. Die gevangenis zal geleerd
moeten worden en de onmacht om uzelf
te verlossen. Die gevangenis van Adams
val, als die geleerd wordt, houden alle
pogingen tot zelf-verlossing op. In de
gevangenis van de eeuwige dood, hel en
vloek. En nu gaat dat volk het leren dat
zij het waardig zijn om daar eeuwig in te
moeten verkeren om eigen schuld, ze
vallen aan Gods zijde en het wordt bele
den: Uw doen is rein. Uw vonnis gans
rechtvaardig.
Maar wat een wonder wordt het voor
zo'n volk om die verlossingen in het
standelijke leven te ervaren. O wat een
verruimingen mogen ze proeven en
smaken en dat in Hem die hun gevange
nis is ingegaan. O Hem te leren kennen
als Die Held der Hulp, hoe Hij Zich
heeft laten binden: „Indien gij dan Mij
zoekt, zo laat dezen heengaan". Ja een
geloofsblik op Hem te mogen werpen,
wat wordt Hij hun dan dierbaar, gepast
en beminnelijk.
O die wondervolle verlossingen te erva
ren, die hemelse uitreddingen, dat ont
roert de ziel. Dan zeggen ze met Petrus
ook wel eens: Nu weet ik waarachtiglijk
dat de Heere Zijn engel uitgezonden
heeft om mij te verlossen. Dan denken
ze dat ze nooit meer zullen twijfelen.
Maar op die ogenblikken weten ze niet
dat het nog zo laag zal aflopen, dan kun
nen ze niet denken dat de banden nog
strakker aangehaald zullen worden, dat
de boeien nog meer zullen gaan knellen.
Dan kunnen ze niet indenken dat ze nog
in zo'n gesloten gevangenis zullen te
recht komen. Van alle kanten vastgeke
tend, met alle bevindingen en erva
ringen kunnen zij zich niet meer bewe
gen noch roeren. Hoe kostelijk het is wat
zij ervaren hebben, maar daar gaan
geen gevangenisdeuren door open. De
verlossing in Hem te zien maar in te
leven nog niet door Hem verlost te zijn.
Sion zal niet door ervaringen, maar
door recht verlost worden, en wat eist dat
recht? Betaal me wat gij schuldig zijt. En
die schuld staat nog open. Ik lag gekneld
in banden van de dood, daar de angst
der hel mij alle troost deed missen. O
dan voor die ijzeren poort te liggen, hoe
zullen zij die ooit open krijgen?
Nu wat moest Petrus daar aan doen?
Niets, die werd hem vanzelf geopend.
Petrus had alleen maar te volgen. Dan
zullen zij Christus moeten volgen net als
de discipelen. Wij hebben alles verlaten
en zijn U gevolgd. En dat ging best toen
Hij zo troostrijk tot hun zielen sprak.
Dan mag de ziel veel genieten, proeven,
smaken. Maar er is nog een verder vol
gen en als de Heere met Zijn volk die
weg in slaat, dan moeten zij met alles de
dood in. Sterven om in Christus te leven.
Wij willen wel zalig worden met behoud
van het leven en ervaringen. Maar nu
kunnen we alleen zalig worden met ver
lies van het leven en met loslating van
alles waarmee we ons trachten staande
te houden. En als dat volk nu verwaar
digd mag worden Hem te volgen tot in
de dood, dan gaat de ijzeren poort van
zelf open. Zit u misschien zo in de
gevangenis?
Nu wat hebt u te doen? Volgen, sterven,
omkomen en de ijzeren poorten zullen
open gaan.
Welgelukzalig is het volk dat deze wel
daad ten deel valt: Staat dan in de vrij
heid met welke Christus u heeft vrij
gemaakt en wordt niet wederom met het
juk der dienstbaarheid bevangen. O dan
tot zichzelf te komen met Petrus: Nu
weet ik dat het waarachtiglijk is. Verlost
uit de hand van de helse Herodes, dan
zingen zij in God verblijd, aan Hem
gewijd, van 's Heeren wegen. Ik zal niet
sterven nog vergaan, maar leven, en in
alle landen van Gods weidaan doen
vermaan.
Petrus gaat naar het huis van zijn vrien
den en klopt op de deur en Rhode de
dienstmaagd ging luisteren wie er was
en toen zij de stem van Petrus hoorde
deed ze van blijdschap niet open maar
ging het de vrienden zeggen dat Petrus
aan de deur stond en zij geloofden haar
niet, het was te groot. Zo is het nog wel
eens, smeken om verlossing en als de
Heere verlossing geeft dan zijn ze soms
als degenen die dromen. Gij raast, zo
zeggen ze. Maar Petrus bleef kloppen en
zij deden op en zagen hem en zij ontzet
ten zich.
Gingen zij nu in elkander op? Neen
maar Petrus ging vertellen hoe de Heere
hem uit de gevangenis verlost had:
Komt, luistert toe, gij Godgezinden,
Gij, die den Heer van harte vreest.
Hoort, wat mij God deed ondervinden.
Wat Hij gedaan heeft aan mijn geest.
Zijn naam moet eeuwig eer ontvangen.
Hij mocht vertellen niet wat hij of zij
gedaan hadden, maar wat God gedaan
heeft. Komt maakt God met mij groot.
Zo zijn er in het leven van Gods volk
vele gevangenissen waaruit zij zichzelf
nooit kunnen verlossen. Maar waar de
Heere hen uit verlost tot roem Zijns
Naams die heerlijk is.
Dirksland
ds. J. Koster
b.v.
heden behoren, want het is niet zeker
wat onze voorouders voor ogen hadden
toen zij dergelijke boomgroepen plant
ten. Daarover is helaas niets op schrift
gesteld.
J.l. zaterdag werd er een poging onder
nomen om in te breken in het onderko
men van de korfbalvereniging te Oude
Tonge. Men is binnen geweest doch er
werd niets weggenomen. Wel werd er
voor enkele honderden guldens
schade aangericht.
J.l. zondag werd door een inwoner van
Oude Tonge aangifte gedaan van dief
stal van 2 velgen van zijn personenauto.
De auto stond geparkeerd op het Han
delsterrein te Oude Tonge, alwaar beide
wielen van de auto werden gedemon
teerd. De schade aan de auto wordt
geschat op ongeveer 600,-.
DIRKSLAND
In de raadsvergadering van j.l. donder
dagavond heeft de gemeenteraad beslo
ten tot verpachting van het buffet van
het Verenigingsgebouw „de Schakel"
aan dhr. en mevr. van Steenbergen-
Hoek, Philipshoofjesweg 53 te Dirks
land.
Voor de bouw van een nieuwe pastorie,
ter vervanging van die aan de Boezem
weg, werd aan de Ned. Herv. Gemeente
een perceel grond verkocht aan de Dah
lia, in het bestemmingsplan „Dirksland-
Zuid".
)^^.l^^.>f.^.^.^.l^l^l^^.l^^.l^^.^.>^l^l^^.l^^.^.^.^.^.^.l^l^^.l^^.^.4.^■4■l^^.^■4.^■^^■^■'^^■^■'^^■^■^■^■^■^■^■^■^^■l^)^^
Ze schrikt van zijn ogen als hij overeind
komt. „Vin je 't zoa erg?"
Hij slaat de droge aardkruimels van zijn
broek.
„Ze staen nogal dik", tracht ze gerust te
stellen. „Daer ken d'r wel een in-
kelden uut!"
Maar vrouwen zijn dikwijls zonder
reden optimistisch. Hij hurkt neer en wijst de
zieke plantjes aan met zijn vinger: „Kiek es, hier....
en hier.... en dieën.... ze binnen zoamar voor 't
griepen"....
Ze gaat naast hem zitten. „Dieën toch niet"....
Hij toont het haar aan, trekt een juinplantje uit de
grond, maakt het groene sprietje met zijn nagel
open, er kruipt een witgele made uit. „Zie je wel...
over veertien daegen staet er mar een half gewas
meer". Het is niet zonder bitterhei, dat hij zegt:
„En joe mar rekene!"....
Ze kijkt alsof ze iets voor de eerste keer opmerkt.
Dan constateert ze verdrietig: „Je Heken je moe
der wel!"
Van den Akker toont op een middag zijn belang
stelling, en Betje begrijpt niet wat hij met de juin
te maken heeft. Hij komt over de dam, ze ziet hoe
hij zich om het hek heenzwaait zonder het te ope
nen. Ze ontstelt er van: „Wat moet die hier
doen?"
Hij loopt langs de greppel, de lange grashalmen
ritselen langs zijn benen. „Heuj".
„Heuj". Ze durft nauwelijks op te kijken, haar
schrepel hakt doelloos in de grond, ze ziet geen
onkruid en geen uien meer. De droge grond schil
fert. Ze voelt ineens hoe heet en hard de grond is,
het lijkt wel of de hitte van de aardbodem haar
schroeiend in het gezicht slaat, het brandt aan
haar voeten. En boven haar is de zon, die met zijn
vlammende gloed de ganse polder in lichte laaie
zet. Ze doet de randen van haar hoed bescher
mend neer. Ze luistert hoe de man in het gras van
de greppel scharrelt.
Hij is op de kant van de greppel gaan zitten. Ze
ziet het met een schuwe beweging van haar hoofd.
Dan kijkt ze de andere kant uit. Heel in de verte
zijn een paar mensen aan het werk, ze ziet hun
gebogen ruggen met de blauwe kielen. Ze bere
kent de mogelijkheid om die ruggen overeind te
schreeuwen. Als er iets gebeurt!.... Wat kan er
gebeuren? Waarom is ze eigenlijk zo geschrok
ken? Nu het zo lang duurt vindt ze zichzelf wel
wat dwaas. Hoe komt ze er toe om zich zo over
stuur te maken? Het schrepeltje hakt zenuwachtig
in de grond. Het is een grote geruststelling, dat ze
niet helemaal alleen is met die vreemde man in
deze verlaten uithoek van de polder.
„Je heit het nog al druk, gloaf ik", zegt hij met
een lach.
Ze vindt het een vreemde opmerking, alsof er een
bedoeling achter verborgen is. Ze weet zelf niet
hoe ze antwoord durft te geven: „Goed schoan
houwe, da's een voornaem dieng voor juun".
„Jaet".... En hij lacht weer.
De schrepel siddert in haar handen. „Wat kom je
hier eigenlijk doeë.... bie een vrouw alleen!" Haar
stem slaat over van agitatie.
Hij gaat overeind staan, zijn gezicht verstrakt. Hij
is zich volstrekt niet bewust van het ongepaste
van zijn gedrag. Hij is van huis gegaan met het
voornemen om de verschillende perceeltjes juin
en paardepeen te gaan bezien, die hij in voorkoop
gekocht heeft. Zo'n vrouw moest dat toch begrij
pen! „Nó jae,l wat kom je hier doeë!? „Ik bin noe
eenmal juunkoapman! Wat kom je dan bie juun
doeë? Kieke netuurlijk!.... Of doch" je soms?" Hij
houdt plotseling op, er glijdt een hoogmoedige
glimlach over zijn gezicht als hij de gedachten
van deze arbeidersvrouw tracht te raden. „Ik zal
wel weggaen as je 't liever heit.... Ik ken d'r toch
niks an doeë, dat de juun al voor twee gulden in
voorkoap verkocht wordt"....
Betje is zo veraltereerd, dat ze van die laatste
opmerking geen notitie neemt. Ze is boos gewor
den, haar ongerustheid is geweken. Ze is nu bang
voor praatjes, daarvoor is in een dorp alle reden.
Ze neemt het Van den Akker kwalijk, dat hij dat
niet begrepen heeft. Hij heeft op de grepskant
gezeten, dicht bij haar. In de verte zijn mensen
aan het werk. Hebben ze iets gezien? De mannen
staan overeind, in haar opgewondenheid meent
ze te onderscheiden hoe de arbeiders deze kant
uit kijken, de handen beschuttend boven de ogen.
Heftig valt ze uit: „Komt op een aoren tied naer de
juun kieke as m'n man d'r is"....
Van den Akker staat een ogenblik beduusd. „Da's
goed, vrouwe" zeg thij en het klinkt onderdanig.
Hij gaat weg met grote stappen, het gras ruist
langs zijn driftige broekspijpen. Hij mompelt:
„Daer ken ik toch niks an doeë, dat de juun twee
gulden is.... negotie is negotie"....
Betje verstaat alleen de woorden: „juun twee gul
den geworre is".... Met een ruk komt ze overeind.
Ze roept: „Komt dan mar es as m'n man d'r
is"....
Hij loopt door, steekt zijn hand op ten bewijze,
dat hij het verstaan heeft.
Dit is de laatste gelegenheid, die Willem geboden
wordt, om van het geld te vertellen. Hij laat die
ongebruikt voorbij gaan.
Als Betje 's avonds het eten op tafel brengt komt
de verontwaardiging weer bij haar boven. Zo'n
vent denkt, dat hij zich alles kan permitteren als
het arbeidersmensen betreft. Van den Akker is
voor haar de rijkgeworden armoedzaaier, hij
heeft de gewoonten van een armoedzaaier behou
den, geld en beschaving gaan niet noodwendig
samen. In haar gedachten maakt ze een vergelijk
tussen Van den Akkeren mijnheer Simons. Mijn
heer Simons is een rijke hereboer. Willem heeft
van 't voorjaar werk bij hem gevonden. Een
enkele keer komt hij zelf belasten voor voor de
andere dag, want Willem doet soms karweitjes op
de villa, hij doet het altijd naar mevrouw d'r zin.
Mijnheer Simons weigert pertinent om verder te
komen dan de voordeur als Willem niet thuis is.
Mijnheer Simons is een heer, van ouder op
ouder....
„Van den Akker is vanochend in 't land weze
kieke.... Wat heit die vent daer te maeken! As 'n
juun wil koape laet 'n dan naer joe toe komme en
nie naer mien!"
De aardappelen dampen. Willem houdt zijn pet
al gereed om te bidden. Hij kijkt naar het stukje
gebakken spek op zijn bord. „Van den Akker!" Hij
schrikt nog erger dan Betje gedaan heeft. „Betje
weet het!" flitst het doorhem heen, ze gaat hem ter
verantwoording roepen. In dit ogenblik wordt hij
door duizend angsten gekweld.
(wordt ven'olgd)