EIUVtlDEn-tllELWS Installatiebedrijf Jaap Tieleman had wéér wat nieuws De weg naar hui; Ei Buurtwinkels van Ziekenfonds Z.H.E. Kinderkledingbeurs Melissant een huis verkopen- Makelaar Tamboer Jan Knape Mzn. 2e Blad VRIJDAG 22 SEPTEMBER 1989 No. 5836 Aan de Zuidelijke Achterweg te Sommelsdijk staan al eeuwenlang grote en kleinere landbouwschuren, vooral aan de zuidkant stonden de kleinere. De familie L. Kattestaart had, voor het niesten van een varken, een van deze schuurtjes in bezit. Ruim voor de Tweede Wereldoorlog werden er in en rondom het dorp, door de meeste bewoners een varken gemest, ieder voor de eigen slacht. Meestal hield men in dergelijke schuurtjes naast het varken ook nog enige kippen, konijnen of geiten. Op zijn verjaardag kreeg Bram Katte staart eens een jong bokje cadeau. Daar was hij als kind van zeven jaar natuur lijk erg blij mee. Zijn drie jaar oudere broertje Piet was er niet minder door verrast. Een bokje, net van de moeder af, was vooral voor jongens toch iets bijzonders. Hij maakte immers van die dolle bokke- sprongen en de jongens konden er naar hartelust mee spelen. Met een konijn gaat dat bijvoorbeeld lang zo leuk niet. De groei Het bokje was een fraai diertje, geheel en al wit en goed gebouwd. Hij werd Jan genoemd, maar dat stond nergens gere gistreerd. Het beestje kreeg op tijd zijn voer, werd keurig onderhouden en daar naast kon hij met de jongens op de Ach terweg springen, zoveel hij maar wilde. Jan kreeg dus veel aandacht en ontwik kelde zich mede daardoor zeer goed. Maar.... op een dag moest hij worden gecastreerd. Voor de voortplanting van geiten, was men in die tijd overigens via een bestaande geitenfokvereniging in Sommelsdijk, aangewezen op de bok van de gebr. J. en C. Edewaard aan het Korteweegje. Na de castratie ontwikkelde het boekje Jan, zich zonder noemenswaardige strubbelingen, tot een sterk dier. Zo sterk zelfs, dat de bok al voor een wagentje kon worden gespannen. De bokkewagen Vader Kattestaart wist een pracht van een bokkewagen aan te schaffen. Het is niet duidelijk of de wagen gekocht of in bruikleen werd verkregen. In ieder geval was de oorspronikelijke eigenaar de heer P. Kievit van de Voorstraat, die zijn landbouwschuur in de Van Gorcum- straat had. De bokkewagen had vier wielen met echte ijzeren banden er om, een trekbur- rie en een laadbak waarop twee zitbank jes overdwars waren aangebracht, die plaats boden aan wel vier personen. „In feite was het een miniatuur boeren- wagen" zegt Piet Kattestaart nu. Natuurlijk was er verder nog een gareel nodig, maar ook dat werd aangeschaft. Toen moest er worden ingespannen en er mee worden gereden. Dat kostte heel wat moeite, want Jan, vond dat gareel om zijn lijf maar niks. Bovendien had zich een grote schare kinderen rnet enige volwassenen, nieuws gierig om Jan heen verzameld en dat werkte nogal aanstekelijk op de bok. Iedereen genoot van de grappige caprio len van de bok. Echter geduld overwint alles en in het geval van Jan bleek dat ook zo te zijn. Bram kreeg hem tenslotte in toom! Vrachtjes doen Zo'n prachtige bokkewagen met zo'n sterke bok er voor, leende zich al spoe dig voor het doen van allerlei vracht jes. Net als zijn vader die vrachtrijder was, ging Bram voor de buren in de Hofstraat waar de familie Kattestaart woonde, soms een vrachtje eierkolen halen. De ene keer bij de heer Iz. Grootenboer (kortweg Izakje genoemd) en de andere keer bij de kolenbond „Helpt Elkander" waar de heer M. v. d. Veer beheerder was. In de zomer reed Bram met zijn bokke- kar „schot" van de klampenmeet Schot was het losse afval van strobossen, dat tijdens dorswerkzaamheden uitviel. Het schot werd in bosjes gebonden en was uitermate geschikt als strooisel voor kleine dieren. Bram werd daarbij geholpen door zijn klasgenootjes van de „School met de Bijbel" aan de Jacob Banestraat. Dat waren Gerard Drooger, Han van Erkel, Simon Knöps, Bertus Mans en Klaas Stoutjesdijk. Zijn waren als schooljon gens altijd bij elkaar geweest. Mais halen Bram moest voor de paarden van zijn vader in de zomer om groene mais op het land (zie foto). De hoge maisplanten werden met de sikkel dichtbij de grond afgesneden en met goudgeel haverstro in bossen opgehouden. Deze bossen konden, vanwege hun lengte heel goed overdwars worden geladen en Bram kwam altijd zonder een deel van de vracht te hebben verloren, bij de schuur in het Korteweegje aan. De landbouw schuur was eigendom van de familie L. Edewaard en daar had Kattestaart een deel van gehuurd. Bij de schuur aange komen, werden de bossen mais gelost en daarna met een speciale maissnijma- chine in stukjes van enige centimeters lang, gesneden. Men moest met de hand aan een groot wiel draaien waardoor de snijmessen in beweging werden gebracht. Bokkepootjes Met een Oranjefeest werden bok en wagen prachtig versierd. Er waren altijd wel nijvere handen te vinden om daarbij behulpzaam te zijn. Hoewel de bokkewagen zitplaats bood aan vier personen, kwam het dan toch wel voor, dat er veel meer kinderen op de wagen plaats kregen. Deed de winter zijn intrede en er voor de kinderen „eindelijk" eens sneeuw was gevallen om daarin naar hartelust te kunnen spelen, dan ontging dat Jan de bok evenmin! Wanneer de sneeuw da genlang bleef liggen en in straten en/of wegen was plat gelopen en gereden, dan gingen de kinderen met hun sleetjes urenlang spelen. Overal op straat kon den de kinderen het winterfeest vieren. Er werd toen niet gepekeld. De gemeentewerklieden G. v. d. Laan, J. Bom en C. van Huizen strooiden wel zand op een breedte van ongeveer een meter aan de kant van de straat voor een veilig looppad, maar verder niet. Bram en zijn schoolkameraadjes bon den met een lang touw, enige sleetjes aan elkaar en spanden daar de bok dan voor. Echter niet voordat Jan oude sokken om zijn poten kreeg aangeboden om uitglij den tegen te gaan. Dat waren dan echte „bokkepootjes". Dan was er wel ver maak. Leuke herinneringen Als Bram met de bok en wagen uit de Molenlaan kwam en naar de grote De concentratie van het ziekenfonds Zuid-Hollandse Eilanden (Z.H.E.) in Zwijndrecht betekent, dat de admini stratie op een meer doelmatige wijze kan plaatsvinden. Na de verhuizing begin juni jongstleden is hard gewerkt aan de samenvoeging van de systemen. Tegelijkertijd is de bereikbaarheid van het ziekenfonds voor de verzekerden vergroot door de vestiging van een aan tal buurtwinkels. Dit zijn kleine kanto ren, waar twee personeelsleden^van het ziekenfonds service verlenen aan de ver zekerden. U kunt daar terecht voor bij voorbeeld het verkrijgen van informatie, administratieve handelingen in ver band met de inschrijving als zieken fondsverzekerden, indienen van nota's, advies ziektekostenverzekering, enz. Ook zullen bepaalde tijdstippen de adviserend geneeskundige en tandarts in deze winkels spreekuur houden. Indien gewenst kan de buitendienstme dewerker van de buurtwinkel u thuis bezoeken. De buurtwinkels zijn zo veel mogelijk gespreid in het werkgebied van het zie kenfonds Z.H.E., dat de Zuid-Hollandse Eilanden, dus Voome-Putten-Rozen- burg, Goeree-Overflakkee, Hoeksche V^aard en het eiland IJsselmonde (uitge zonderd Rotterdam) omvat. Op Goeree-Overflakkee is het kantoor gevestigd te Middelhamis, Veestdijk 4d, tel. 01870-4499. Uitbreiding van spreekuren wordt o.a. overwogen in Ouddorp en Oude Tonge. schuur aan het Korteweegje wilde gaan, dan kreeg hij daar niet direkt kans voor. Op dat kruispunt liep de bok altijd rechtstreeks naar de woning van de familie Vis aan de Oost Indische Hoek. Daar kreeg de bok altijd iets lekkers van „de Visjes"! Dan moest Bram de bok wel laten gaan, dan viel er niets te men nen.... Verder weten Piet en Bram nog heel goed te herinneren, dat de bok letterlijk en figuurlijk op de haverkist sprong, waarvan de inhoud eigenlijk voor de trekpaarden was bestemd. Maar wie kon nu toch de bok een handjevol haver wei geren? En dat wist Jan maar al te goed. Maar het einde In het vroege voorjaar van 1941 vond er in het leven van de bok een grote veran dering plaats. Dat hield verband met het feit dat Bram in mei daaropvolgend van de grote school zou komen. Voor Bram was daar mee het moment aangebroken de maat schappij in te stappen en deel te gaan nemen aan het arbeidsproces. Dan zou er weinig tijd meer over zijn om te kun nen spelen. Ook niet met Jan de Bok. Bovendien kreeg de bok veel last van haaruitval en de glans van zijn vacht was ook niet meer zo mooi als in vroeger jaren. Na één en ander overwogen te hebben, werd een moeilijk besluit ge nomen. De bok moest worden verkocht. Veehan delaar de heer H. Vroegindeweij uit de St. Joris Doelstraat kocht het dier op. Dat heeft tranen gekost. Na al die jaren dagelijks met de bok te hebben omgegaan, na al die jaren van nauwgezette verzorging en vriendschap tot het dier, viel de lege plek in het stal letje maar moeilijk te accepteren. Dat gold in de eerste plaats voor de gebroeders Kattestaart maar daarnaast toch ook voor hun vriendjes. Ze waren immers zo gehecht aan de bok! Vermoe delijk is het dier voor de slacht naar Rot terdam afgereisd, wat voor geiten, ko nijnen en pluimvee anno 1941 geen bij zonderheid was. De wagen, men mag gerust zeggen, die prachtige bokkewagen" is in handen gekomen van de heer Heiman Vermaas in Middelhamis. Met dank aan de Redaktie, D. Hoogzand Jaap Kieviet, de man van de buitendienst en Irene Slooter, de verkoopster. MIDDELHARNIS Toen Jaap Tieleman bijna tien jaar geleden besloot een eigen zaak te beginnen wisten z'n vrouw en hijzelf dat er een periode van hard werken aan zou breken, maar dat hebben ze 't waard gevonden. Nóg wordt er hard gewerkt, maar inmiddels zijn er 7 monteurs die de handen danig uit de mouwen steken en wordt in de zaak mevr. Tieleman terzijde gestaan door een verkoopster/administratieve kracht; over vooruitgang gesproken.... Die is ook af te lezen aan de prima verzorging van de winkel/showroom aan het Beneden Zandpad. Een aantal jaren geleden kreeg die z'n huidige gezicht en vorige week vrijdag en zaterdag werd open huis gehouden omdat aan het interieur en aan het assortiment weer het nodige te doen was geweest, voldoende interessant om daar alle klanten en overige geïnteresseerden weer eens feestelijk voor bij elkaar te roe pen. En ze kwamen, met drommen zelfs, van Flakkee-, maar ook van Schouwen en Voome en Putten van welke eilanden fa. Tieleman meer en meer klanten werft: „gewoon mensen die hier komen winkelen", verklaart hij, „Middelhamis trekt enorm!" zo is zijn ervaring. De klanten konden er gelijk kennis van nemen dat Installatiebedrijf Jaap Tieleman toegetreden is tot de keten van Brandpunt-speciaalzaken, zowel wat de afd. verwar ming als de afdeling sanitair betreft. Ook wat de service- en reparatie-afdeling betreft trouwens, want bij een Brandpunt speciaalzaak wordt ook dat zéker niet over het hoofd gezien. „Alleen Ie klas firma's op sanitair- en verwarmingsgebied waar vakmanschap, goede voorlichting, garantie en 100% nazorg uw waarborg zijn, mogen zich Brandpunt-zaak noemen", zo laat de organisatie weten. Door een vnl. interne verbouwing werd de winkel aanzienlijk vergroot met een ruimte waarin het accent op het sanitair-assortiment is gelegd, complete badkamers en - nieuw - een pracht keuze aan tegels. De badkamers worden door het bedrijf zelf geheel geïnstalleerd. Wat de betegeling betreft een nieuwe aktiviteit van het Installa tiebedrijf dat als 10-jarige voortreffelijk in de groei is. De Stichting Peuterspeelzaal „De Be zige Bijen" te Melissant organiseert op Donderdag, 28 september 1989 van 09.00-12.00 uur in Melishof, Binnenweg 59 te Melissant, een KINDERKLEDESFGBEURS voor herfst- en winterkleding, kinder- sportkleding, speelgoed, kinderboeken, kindermeubeltjes, etc. Inleveren: op vrijdag, 22 september en maandag 25 september a.s. van 09.00-10.30 uur in de peuterspeelzaal. Melishof, Binnenweg te Melissant. Van de opbrengst is 25% bestemd voor de peuterspeelzaal. Tijdens de beurs kunt u gebraik maken van onze kinderopvang in de peuter speelzaal, tegen een vergoeding van ƒ2,50 per kind. Uitbetaling en retour van evt. niet ver kochte kleding kan alleen geschieden op dinsdag, 3 oktober 1989 van 13.15- 14.15 uur in de peuterspeelzaal. Tweewielercentrum Middelhamis Hoek Hoflaan/ Schoolstraat 01870-3332 Niet afgehaalde kleding gaat naar een goed doel. De Stichting kan niet aansprakelijk gesteld worden voor evt. zoekgeraakte en/of beschadigde artikelen. Stichting Peuterspeelzaal ,,De Bezige Bijen met optimaal resultaat Tel. 01870-3477 Ermen wille ha!" Broeder Van der Stoof vindt het naar huis aaan: ..Welk een oud en verhard hart".... TIENDE HOOFDSTUK een raadsel. Hij zucht. Het diakenschap heeft zijn VERVOLGVERHAAL -36- Niet uitgegeven manuscript, beschikbaar gesteld door M. A. Knape „Ik zegge: mens, watje zeit, jae, 't is geen wonder, eh, en dan zoa'n groat huus- houwen, en hie geen werk zeker!".... Dominee trekt zijn voorhoofd in rim pels, plukt met zijn tanden aan zijn sigaar en is van plan om zijn onderwerp te vervolgen zodra ze van uitputting het praten zal moeten opgeven. De woorden raffelen over haar lippen, nu en dan haalt ze snel adem. Haar onrustige ogen doen dominee den ken aan een gejaagd dier, dat ontkoming zoekt. En hij moet ook denken aan wat Jezus gezegd heeft: Ik zal u vissers van mensen maken. Een vis ser en een jager, er is weinig verschil. Dominee voelt zich een jager, hij jaagt op mensen, om die te behouden voor de eeuwigheid. Hij zal deze vrouw grijpen, maar broeder Van der Stoof gaat het voor hem bederven, het verhaal van kommer en ellende maakt de diaken in hem wakker. „Hoe maak jij het zoal nu je zoon de deur uit is?" Weer maakt ze een schrikbeweging. „O, die joon!? ....Hoe ik het noe maeke?.... Ik komme niks te kort, oor!" Waarvan ze dan leeft? Broeder Van der Stoof doet de informatie zeer bescheiden, het geeft een onaangenaam gewaarwording om hulp aan te bieden als die blijkbaar niet nodig is, althans niet gewenst wordt. Omdat hij hier „verkeerd geplaat ste hoogmoed" aanwezig acht voorkomt hij een ontijdig antwoord en begint in een lange rede uit een te zetten hoe er onderscheid moet worden gemaakt tussen armenbedeling en de onderstand, die leden van eenzelfde kerk elkander geven. Broeders en zusters van eenzelfde huis! Het heeft al even weinig effekt als de goedbe doelde woorden van dominee. Die zit met inte resse op de afloop te wachten, hij is benieuwd hoe de oude vrouw de diaken verslaan zal. „Waervan ik leve?!.... Dat is voor joe een vraeg en voor mien een weet. Mar ik binne tot nog toe niks tekort gekomme. Ik hawe nog noait wat van den eigen grote moeilijkheden, waarvan niemand iets weet, die het niet uit ondervinding kent. De hand in zijn jaszak speelt met een paar rijksdaalders. Hij durft ze niet te geven, want het is hem overko men, dat men het geld verontwaardigd temg gaf. Zoiets riskeert men niet voor de tweede keer. Hij is zó in de war, dat hij plotseling opstaat zonder aan dominee te denken. „Nou, ik mag misschien nog wel es terugkome?".... Zelfs een diaken ontkomt niet aan de verleiding om moeilijke karweitjes naar een onzekere toekomst te verschuiven. „Bel, neteuurlijk, iedereen mag hier komme, mar daer hoefje niet meer over te praeten!" Dominee komt ook van zijn stoel. Het heeft geen zin om thans opnieuw te beginnen. Hij houdt een ogenblik haar oude hand vast en zegt: „Ik kom ook es een keer terug, opoe, en dan kom ik alleen. En dan zullen wij samen es een lang en heel ern stig gesprek voeren". Ze staat voor de dominee met gebogen hoofd, ze is niet bij machte om haar hand temg te trekken, en dominee houdt hem toch maar losjes vast. Hij dwingt om een antwoord: „Mag ik?" „Zeker domenee, zeker.... Ik hawe toch al gezeid, dat iedereen komme mag, dus joe oak".... „Nou, dan doe ik dat".... En omdat hij niet gewoon is om iets te verschuiven naar een verre toekomst maakt hij een secure afspraak: „Volgende week maandagmiddag om twee uur ben ik bij je". „Ik zal d'r op rekene, domenee".... En tegen broeder Van der Stoof zegt hij onder het naar huis gaan: „Welk een oud en verhard hart".... Hij bemoedigd zichzelf: „Een hart kan zo hart niet zijn of de Heere weet het wel kapot te maken". Hij zucht nochtans, want er zijn dikwijls harde slagen voor nodig, en slagen doen pijn.... Diezelfde avond leent de oude vrouw een rijks daalder bij de verpleegster in de spinde. Ze schrijft een schuldbekentenis: „geleent ƒ2,50, voor huur en voor kolen en de bakker". Het is nog altijd Willem z'n geld. Ze is er niet toe kunnen komen om op de traditie inbreuk te maken en zich het geld toe te eigenen, alhoewel Willem al z'n rechten op de spaarpot verbeurd heeft. Er zal een tijd komen, dat ze deze zaak tussen haar en Willem tot een oplossing zal brengen. Zolang dat niet gebeurd is leent ze wat ze nodig heeft. Aan terag betalen denkt ze niet, ze heeft geleerd om onaangename dingen uit haar gedachten te zet ten. Diep in haar leeft het besef, dat het geld weer in het busje terug moet komen. Als het tot een oplossing komt tussen haar en Willem dan zal ze de bankbiljetten en de guldens laten zien, dan moet ze kunnen verwijten: „Dat hei je moeder voor je opgespaerd!" Deze keer weifelt ze onder het schrijven, ze likt drie keer aan het stompje potlood. Het lijkt wel of er iets is, dat niet goed is. Of komt het, omdat er zo heel weinig geld meer in het busje is? „Waer of gaet en nie bie komt, dat mindert", schiet het door haar heen. En de winter is koud geweest.... Ze schudt haar hoofd, daarmee zet ze haar gedachten stil. en schone droom neemt een einde bij het ontwaken, soms blijft een zoete herinne- /ring achter; en het verlangen, dat het moois gebleven ware. Willem weet wel, dat het geen droom geweest is, maar toch is hij aan het wakker worden. Het gaat langzaam, zoals alles langzaam bij hem gaat. Hij wordt zich met verba zing bewust, dat hij iets aan het kwijt raken is. De innige zielevrede, die hij al die tijd genoten heeft, schijnt uit hem weg te wijken. Er komt een onrust over hem waarmee hij vechten moet. Hij kan niet vatten hoe het mogelijk is, dat het opnieuw zo geworden is. Het behoort tot het oude leven, waar van hij voorgoed afstand gedaan heeft toen hij beleed: dat ik met lichaam en ziel niet mijns, maar mijns getrouwen Zaligmakers Jezus Chris tus eigen ben. Er zijn oude en nieuwe moeilijkhe den, die op hem afkomen. Telkens komt het kindje in zijn gedachten, dat er nog niet is, en waarvoor Betje Meertjes zou moeten naaien als er geld was. Zelfs een enkele dag regen kan hem zó triestig maken, dat hij er een hele avond niet van praten kan; een dag regen geeft een gulden verlet. Hij moet er over tobben en prakkizeren tot zijn hoofd pijn doet. Het resultaat van zijn overleggin gen is altijd, dat een mens dikwijls zware lasten te dragen krijgt. Hij berust er in, dat de Heere hem die lasten oplegt. Die zal ze niet zó zwaar maken dat ze boven zijn krachten gaan. Dat is wel een verschil met vroeger! (wordt vervolgd) De bokkewagen iNVMi ^.^.^.l^^.)^^.)^>^I^.^.^.^.)^)^.^.l^)^lfl^l^l^^.l^l^lf.^.^.^.l^l^.l^l^^.4.l^l^^■l^^■^.^.^■l^l^^■^■'^'^^■'^'^^■'^^■l^^

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1989 | | pagina 5