EIÜVI1DEf1-l1IEUW5 NIEUWE BOEKEN vanHrongelen Overdenking De weg naar huis Prestatieloop Dialezing over de Bokkepolder uit de Heilige Schrift Open Jeugdwerk Open Monumentendag in de Goereese toren Aanvang repetities nieuw Chr. Mannenicoor lol I tven weg eer t v<^^' f ji nieuwste uit iiic aparte mode ^j;-^ weg is. ,'6^'* t'■..'T' Verkiezingsrede (2) een huis SSJI verkopen... to Makelaar Tamboer Tweewielercentrum Middelharnis VERVOLGVERHAAL Jan Knape Mzn. Niet uitgegeven manuscript, beschikbaar gesteld door M. A. Knape 2e Blad VRIJDAG 8 SEPTEMBER 1989 No. 5832 W. van Vlastuin, Onbekeerd... wat doe je ermee...? Uitgeverij De Banier b.v. te Utrecht. Paperback 90 pag. Prijs ƒ9,75. Met dit kleine, eenvoudige boekje heeft de schrijver de jeugd van de gemeente op het oog. De jongelui die weliswaar kerkelijk meelevend zijn, maar die moe ten erkennen dat ze Gods genade niet kennen - dat ze dus 'onbekeerd' zijn. Dat is een eerlijk en toch heel ernstig getuigenis, het mag zo niet blijven! Van daar dit boekje dat. naar de schrijver in zijn voorwoord meedeelt, bedoelt „een middel te zijn tot bekering van onbe keerden. Ik hoop datje als lezer je verlo renheid gaat zien, maar ook dat je je nameloos zult mogen verwonderen over Gods genade", aldus de heer Van Vlastuin. De auteur schreef het boekje in dank bare herinnering aan de aangename uren die de lectuur van de oudvaders hem zelf hebben bezorgd. Een aantal van hen noemt hij in alfabetische volg orde. Enkelen van hen: Alleine en Ambrosius, Binning en Calvijn, Gray en Luther, Philpot en Teellinck. Zijn twee de wens is dan ook dat dit boekje een opstap tot het lezen van de oude schrij vers mag zijn. Moge het inderdaad zo zijn! Het boekje telt een aantal hoofdstukken. Elk van die hoofdstukken is in elf para grafen verdeeld, met sprekende opschrif ten. De indeling van de stof is heel ordelijk. In het eerste deel gaat de schrij ver ernstig en indringend in op de vraag wie wij als ellendige zondaren tegenover de heilige en rechtvaardige God zijn. Allerlei uitvluchten en argumenten heeft de natuurlijke mens om zijn staat als zodanig te handhaven en te verdedi gen. Dat vooral tekent onze zonde en afval van de hoge God. De schrijver tekent deze van onsuit hopeloze toe stand op bewogen wijze. De titel van hoofdstukje twee luidt: ..Bekering, mogelijk?". Hij gaat daarin met zijn lezers na wat de Heere gedaan heeft om de mens uit zijn vreselijk toe stand te verlossen. Dit gedeelte gaat vooral over de heerlijkheid en de schoon heid van de Heere Jezus, in Wien Gods weg der verlossing is geopenbaard. De schrijver volstaat niet met een afstande lijke en objectieve weergave van de bij belse gegevens dienaangaande - nee, zoals hoofdstuk één zich kenmerkt door een toon van ernst en betrokkenheid, zo klinken hier de bewogen nodiging tot en de aanprijzing van Christus als de toe vlucht voor zondaren. Vooral in dit hoofdstuk laat de auteur invloed van de oude Puriteinse en Schotse schrijvers merken. Evenals zij het deden, schrijft hij op zodanige evenwichtige wijze dat zowel de absolute doodstaat van de mens als het welgemeende aanbod van Gods genade voluit blijven gelden - en niet in mindering op elkaar worden gebracht. Het laatste hoofdstuk „Bekering, hoe?" geeft iets weer van de weg waarin een zondaar, dus ook een zondig jong mens, deel krijgt aan de schatten van heil en zaligheid. De heilsorde dus, het werk van de Heilige Geest in de 'toeëigening'. „Wij zijn volkomen en volstrekt afhan kelijk van het werk van de Heilige Geest", aldus de schrijver. „Hij werkt droefheid over de zonde. Overtuiging van zonden is Zijn eerste werk. Hij maakt doden levend. Hij werkt het geloof. Hij verheerlijkt Christus in de ziel. Hij werkt zo krachtig dat we Hem nooit tegen kunnen houden..." Ik wens dit eenvoudige boekje in de handen van velen van onze jonge men sen. Er is heel wat lektuur van minder gehalte. Ook wanneer ik daarbij betrek de geschriftjes die hetzelfde als dit boekje bedoelen: jonge mensen tot Christus te leiden. Het onderscheid is dat vele andere boekjes de jongelui iets in handen stopt of ze tot het een of ander aanspoort, zonder dat de werkelijke nood van hun jonge leven gewogen, laat staan hen op het hart gebonden wordt. Hier hebt u een boekje dat met onze jon gelui eerlijk omgaat. En dat vandaaruit dan ook een boodschap ten leven heeft! Een hartelijke aan beveling - en niet alleen aan jongeren. Cicely Saunders - een leven voor ster venden, door Shirley du Boulay. Uitgeverij Buijten en Schipperheijn. Paperback. 88 pagina's. Prijs 16,90. Heel recent verscheen dit boekje dat aandacht vraagt voor de persoon en het werk van Cicely Saunders, een Engelse arts die de grondlegster werd van de moderne hospice-beweging. In deze beweging wordt op een nieuwe, inhoud- rijke wijze gestalte gegeven aan het begrip stervensbegeleiding. In Engeland en Amerika.heeft zij in dat verband een heel grote naam. De hospice-beweging gaat in op de fysieke en psychische nood van sterven den. Grote aandacht wordt besteed aan een effectieve pijnbestrijding. Maar dat niet alleen. Onderkend worden ook de angst voor het alleen-zijn en de moeite veroorzaakt door de lichamelijke en mentale aftakeling. In de hospice-hui- zen wordt vanuit waarlijk christelijke bewogenheid antwoord gegeven op de nood die in vele andere gevallen tot het toepassen van de zogenaamde euthana sie leidt. Juist in verband met de funda mentele afwijzing van dat middel heeft, volgens de hospice-beweging, de chris ten de plicht alles in het werk te stellen om de vraag naar euthanasie in te dam men door aan terminale patiënten een optimale zorg te verlenen. Dr. Cicely Saunders heeft die roeping verstaan. Haar levenswerk is het waard aandacht te krijgen in ons land. Meer dan tot heden het geval is. Michael Walsh. De wortels van het Christendom. Uitgeverij Zomer en Keuningte Ede. Rijk geïllustreerd. 256 pag. Prijs ƒ39,90. In dit boek dat schitterend geïllustreerd is, geeft Walsh, een bekende Britse godsdienst-historicus, een boeiende weergave van de totstandkoming van het Nieuwe Testament. Tevens van de opkomst en de ontwikkeling van het Christendom in de eerste drie eeuwen van onze jaartelling. In de driehonderd jaar die Walsh be schrijft, heeft het Christendom een ingrijpende ontwikkeling te zien gege ven. Het was afkomstig uit het land van de Joden, in een onbetekenende uithoek van het Romeinse Rijk, ver van de hoofdstad Rome. Christenen werden zwaar vervolgd, zowel door de autoritei ten als door de mensen onder wie ze leefden. Luttele eeuwen later behoorden kerkleiders tot de machtigste personen in de grote steden van het rijk. En in de eerste helft van de vierde eeuw werd zelfs de Romeinse keizer christen en verhief hij het Christendom tot staats godsdienst. Komnlete woninainrichtina Oohqensplaat V4? 01873-1437 Komplete woninginrichting Middelharnis, tel. 2596 De vereniging voor natuur- en land schapsbescherming Goeree-Overflakkee organiseert op donderdag 14 sept. a.s. een dialezing over de vogels en planten van de Bokkepolder. De Bokkepolder is een gebied rijk aan flora en fauna gelegen op de kop van het eiland. De lezing wordt verzorgd door dhr. H. van Dam. Plaats: het verenigingsge bouw Dorpstienden te Ouddorp. Aan vang: 20.00 uur. Een ieder is welkom en de toegang gratis. Ter ere van het 10-jarig bestaan van de vereniging is er een boekje over de Bok kepolder verschenen. Het boekje is deze avond in de zaal verkrijgbaar. Op het verloop en de achtergronden van deze ontwikkelingen gaat Walsh in. Daarnaast tracht hij ook antwoord te geven op de vraag hoe de eerste christe nen leefden. Al met al een boeiend boek. Jammer dat de schrijver nauwelijks rekening houdt met de absolute uniciteit van de Christelijke, zijnde de enige ware, godsdienst. De verklaring voor diverse ontwikkelingen wordt geheel in de omstandigheden en het verloop van de dingen gezocht. Typerend is zijn weergave van het wonder van Christus' opstanding: uiterst relativerend en alle accent leggend op 'het verhaal'. Dit boek, vergt dus kritische lezers. Wie daartoe in staat is, zal er desondanks heel wat interessante gegevens in vin den. De vele schitterende illustraties geven het boek nog een duidelijke meerwaarde. J.K. Toen zeide de koning tot Zadok: Breng de ark Gods weder in de stad; indien ik genade zal vinden in des HEEREN ogen. zo zal Hij mijn wederhalen, en zal ze mij laten zien, mitsgaders Zijn woning. 2 Samuel 15:25 Vorige week, lezers (lezeressen) hebben we gezien hoe Absalom zijn eigen haan koning wilde laten kraaien. Hij wilde op de troon en vader David moest eraf. Hierin openbaart zich de menselijke natuur. Zo is Absalom niet alleen, maar zo zijn u en ik ook. In alles wat we doen, zoeken we onszelf. Daarom verkozen velen van het volk Absalom, want zijn verkiezingspro gramma smaakte hen wel. En hebben wij daarom ook zo gekozen? De een op partij zus, omdat er dan verlaging van de belastingdruk zal komen. Een ander op partij zo, omdat die de vrijheid van meningsuiting propagandeerde. En gaat u maar door. Als dat de reden van uw keus is geweest, wat bent u dan een arm zalig mens. Dan hebt u het van de mens alleen verwacht. En daar valt u onher roepelijk mee om. Ja maar, zult u zeggen, David is toch ook maar een mens. Dat is waar. Ook David is een mens met vele zonden en vele gebreken. Een man, die in de uitwendige zonde misschien nog wel dieper gevallen is dan u en ik. Maar David heeft door die diepe dalen heen het mogen leren, dat de HEERE regeert. Vandaar ook dat David nu niet een groot leger op de been probeert te brengen om zijn zoon Absalom, die eigenmachtig de troon beklom, er weer vanaf te stoten. Zelfs toen zijn getrouwen hem navolg den. En de getrouwe priesters met de ark David volgden, heeft hij hen met de ark weer teruggezonden. Hoeveel verdriet dit hem ook gedaan heeft, denk b.v. maar aan psalm 42, hij wilde het volk de God der vaderen. Die tussen de cherubim woont, niet ontne men. Want als het gebed tot deze God niet meer zal kunnen opklimmen, dan is het volk reddeloos verloren. Maar kan David dan zonder deze God? O nee, maar David weet dat God niet verlaten zal wat Zijn hand begon. Ook al komt David hier in de verdrukking, al moet hij voor eigen vlees en bloed vluch ten, toch zal de HEERE bij hem zijn. Daarbij weet David, dat hij niets ver diend heeft. Ook het bestijgen van de troon, het door God „gezalfd zijn" tot koning, het is enkel genade. Vandaar dat David de ark terugzendt en zegt: „En als ik genade gevonden zal hebben in de ogen van de HEERE, dan zal ik niet alleen naar huis terugkeren. Dan zal ik niet alleen de troon weer beklimmen, maar bovenal zal ik Gods ark weer mogen aanschouwen." De ark, die spreekt van verzoening door voldoe ning. Nee, David had geen rechten meer. Die lagen achter de gesloten hekken van het paradijs. David had enkel oordeel ver diend. Ook dit weg-moeten-gaan uit Jeruzalem is een verdiend oordeel. En het eenmaal zullen terugkeren is enkel genade. En daar wringt nu net de schoen, lezers (lezeressen). Van zonde willen we niet meer horen en van genade niet weten. We zijn uiteindelijk van die goede, lieve mensen, waar de HEERE wel blij mee mag zijn. De een vindt dat vanwege zijn nette leven. De ander vanwege zijn trouw. De derde vanwege zijn godsdien stigheid. Allemaal gronden voorvoor de hemel? Nee, voor de hel. Als dat enkel onze grond is, wat is dat dan rampzalig. Welke grond is er dan enkel? Genade-grond. De genade in Christus, Die voor u en mij in het recht van God is ondergegaan. En dat moeten we nu leren, dat het daarom enkel genade is, dat de HEERE nog naar u, naar mij, naar David zal omzien. „Als ik genade gevonden zal hebben." Dan zal David terugkeren. Dan zal David Gods zonde- en zoenoffer weer mogen zien. En dat is nu Davids verkie zingsrede. Absalom wijst op zichzelf: Och, dat men mij koze. David wijst naar boven: Och, dat we de HEERE kozen. Dat Hij de hemelen scheurdet en neder- kwaamt. Dan zeal er zegen zijn voor land en volk. Nee, wij hebben er geen recht op. Wij hebben ook niet anders verdiend dan te zullen moeten vluchten. Niet anders verdiend dan van Gods nabijheid ver stoken te zijn. Als we een regering krijgen, die van Gods geboden niets meer aantrekt, hooguit alles met een godsdienstig jasje overgiet, net als Absalom, dan is dat onze verdienste. Dat we dat eerst goed beseffen. Maar dat dan ook de bede mag zijn: Als we nu genade zullen vinden in de ogen van de HEERE. Genade, omdat Hij ons en ons land nog wil aanzien in het vol brachte werk van Christus. Dan zal er nog zegen zijn. Dan zal Hij nog temidden van een verkeerd en ver draaid geslacht willen wonen. Dan zal gezien worden, die oneindige goedheid van de HEERE. En hoe kan een heilig God Zich nu nog inlaten met zulke onheilige mensen? Dat Hij dit kan doen, komt, omdat Hij Zijn eigen Zoon heeft heengezonden. Zijn Gezalfde in de duisternis, opdat rechtelozen in Zijn licht zouden wan delen. Van welke partij verwacht u het? Van Absalom, de ongezalfde? Van Da vid, de gezalfde? Van de liberale partij? Van een partij, die nog wil handelen naar Schrift en belijdenis (dat is de God delijke opdracht)? Ik verwacht het van niet één partij. Enkel door de genade van God zal ik mijn verantwoordelijkheid weten, maar bovenal mijn afhankelijkheid kennen. Ja, dan verwachten we het van de HEERE alleen. Dan zal er uit genade een biddend volk zijn. Door de genade Gods biddend om de genade Gods. Hebt u gestemd? Met welk doel? Vanuit welke verwachting? Mijn hulp en verwachting is van de HEERE alleen, Die hemel en aarde gemaakt heeft. En.... en nog onderhoudt tot op de jongste dag. Dat u en ik dan zo achter Hem mogen aangaan. Misschien nog dieper de ballingschap in, mis schien weer te mogen terugkeren naar Gods heiligdom. Het is alles genade alleen. Kent u dat? O.T. N.P.J.K. met optimaal resultaat Tel. 01870-3477 SOMMELSDIJK Op dinsdag 12 september a.s. organi seert de Brandweer Sommelsdijk een PRESTATIELOOP voor 5 en 10 km. Starttijd 19.30 uur, startplaats Brand weerkazerne, Koninginnelaan 26, Som melsdijk. Deelnemers kunnen vanaf 17.30 uur terecht in de kazerne voor inschrijving, kosten 5,- p.p. ledere deelnemer ont vangt een herinnering. NIEUWE TONGE Op D.V. zaterdag 9 september is er alweer voor de tweede maal Jeugdwerk in „Elim". Het aantal aanwezigen was om te beginnen erg groot. Wij mogen dan ook best over een zeer tevreden avond spreken, aldus het Jeugdcomité. Deze avond telden we maar liefst 28 leden. Ook morgenavond hopen wij weer op veel belangstellenden. Om half 8 staat voor jullie de deur weer open, en de koffie en limonade klaar. Tot ziens in „Elim". Het J.W.C. In het kader van de Open Monumenten dag zal morgen 9 september in het museum in de toren te Goedereede om 9.45 uur een videofilm vertoond worden over het bezoek dat H.M. Koningin Bea trix aan Goedereede bracht. In het eerste deel van deze videovertoning zal de nadruk liggen op de vele voorbereidin gen die getroffen werden om Goede reede zo feestelijk mogelijk te kunnen presenteren. De opnamen, verzorgd door dhr. A. Groenendijk, geven een prachtige kijk achter de coulissen! Om 10.50 uur zal door Matthijs Mijn- ders met een klein ensemble renais sance muziek ten gehore worden ge bracht. In historische kledij, begeleid door onder meer een clavecimbel, een lust voor oog en oor! Het tweede gedeelte van de uitvoering wordt om 15.00 uur gehouden. Om 13.00 uur wordt een door foto Hameeteman verzorgde videocollage vertoond met afwisselende beelden van t.v.-opnamen en eigen opnamen van het bezoek van de Koningin aan Goede reede. Uiteraard is het de gehele dag (vanaf 10.00 uur tot 17.00 uur) mogelijk het museum te bezoeken en vanaf het dak schitterende opnamen te maken van de speciaal voor de Monumentendag auto vrije kern van Goedereede! 41» *3& «ft o^i <ab OU 4d <a& «ae» De start van het Christelijk Mannen koor onder leiding van Paul Kieviet zal plaats hebben op D.V. 13 september a.s. in het vml. kleuterschoolgebouw aan de Kastanjelaan nr. 3 te Middelharnis (peuterspeelzaal Pimpeloentje). De kooravonden worden gehouden van 8.00 tot 10.00 uur. In de pauze wordt zoals te doen gebruikelijk een kop koffie geschonken. ledere zangliefhebber die zijn stemge luid wil laten doorklinken in een man nenkoor is van harte welkom tijdens één of meerdere van de zangavonden. Met nieuwe vitaliteit en eendracht wordt vanuit een vroegere basis gestart. In het nieuwe mannenkoor zult u namelijk veel leden van het in juni 1989 opgehe ven Christelijk Flakkees Mannenkoor aantreffen. Wij hopen vele bekende en nieuwe gezichten op 13 september te mogen begroeten. Het oprichtingscomité Kontaktadressen: C. J. van Eek. Westdijk 56. Middelharnis, tel. 01870-2060/3035 A. Leijdens, Emmastraat 7, Ooltgensplaat, tel. 01873-2448. Hoek Hoflaan/ Schoolstraat 01870-3332 ^^.^.^.l(.^.,f^.}^^.^.4l^^.^.^.^.^^.^.^.^.^.l^>t.^.)^^.^.l^^.^.l^4.l^^.4.l^l^^.>^l^l^^■i^^.4■l^4■l^^.l^^.^.^.^.^.^.l^^.^■l^^ - 32 - Haastig komt hij overeind nadat hij eerst nog probeert om de bank te ver plaatsen zoals de anderen gedaan heb ben, de bank dreigt te kaqntelen, de vrouwen grijpen zich aan de tafel vast, het maakt zijn gezicht nog heter. Nu staat de bank hinderlijk in zijn knieën. Onder het bidden krijgt hij gelegenheid zich iets te herstellen. Het gebed gaat langs hem heen, het is een gevolg van zijn consternatie. Hij doet zijn ogen op een spleetje om te onderzoeken of hij toch wel goed gedaan heeft met overeind te komen. Hij herinnert zich, dat de dominee een hele tijd geleden van de preekstoel gevraagd heeft of de mannen onder het bidden in de kerk zouden willen staan. De mensen hebben er zich niet aan gestoord, ze vonden het een nieuwigheid en het is gemakkelijker om te zitten, of- als het gebed wat lang duurt - met je hoofd voorover te liggen op de bank; dat is ook eerbiedig, in de Bijbel leest men eveneens van bidders, die hun hoofd ter aarde neigden. Sommigen, die aanvankelijk aan domi- nee's verzoek gevolg hebben gegeven, zijn op den duur daarmee opgehouden, omdat het zo gek is om uitzonderlijk te doen. Willem is er van over tuigd dat het hier een gekke indruk zou geven om onder het bidden te blijven zitten. „Amen", zegt de dominee. Hij gaat een kapittel uit de Bijbel voorlezen. Willem hoort er alweer wei nig van. Want na het Bijbellezen zal het vragen beginnen. Het valt hem in, dat hij vergeten heeft om te conditioneren, dat dominee hem vanavond nog geen beurt moet geven. Hij maakt er zich zó bezorgd over, dat het zweet hem aan alle kanten uitbreekt. Betje had waarlijk geen ongelijk toen ze voorstelde om tot de volgende winter te wachten. Hij is gewoon om zich tweemaal te bedenken voordat hij iets doet, hij neemt zich voor om zich in het vervolg driemaal te bedenken. Hij is werke lijk wat al te hard van stal gelopen.... Hij komt op die gedachte terug als dominee zijn onderricht begint. Nee, hij is toch niet te hard van stal gelopen. Hij is er dadelijk zó in, dat hij zijn ellebogen gemoedelijk op tafel legt om goed te kunnen luisteren, zijn mond hangt ervan open en met gefronst voorhoofd volgt hij dominee's sobere gebaren. Dominee is een geboren redenaar. Dat is een bovenmate groot voorrecht in zijn omstandighe den. Het is gelukkig voor degenen, die werkeliajk iets te zeggen hebben, indien God hen de gave van het schone woord heeft willen geven. Zo houdt de dominee de mensen in zijn kerk. De eenvoudige eilanders laten zich boeien door zijn gloeiende voordracht, ze prijzen: „hie heit z'n boekje nie noadig!" Een boekje of geen boekje is van bijzonder gewicht, als deze dominee een boekje nodig had zouden de mensen er van maken: „hie leest een lesje voor". Nu vinden ze het jammer, „dat 'n d'r zelf geen kennisse an heit, och nee, as je 't op de keper beschouwt dan is het wind, en nog es wind".... Voor Willem is het ook wind.... Maar een wind, die in dorre doodsbeenderen rammelt. Er gaat een levendmakende adem door de consistoriekamer, het is er stil van.... alleen de stem van de prediker is er, nu eens fluisterend als het suizen van een zomerwindje, dan weer dreunend als het loeien van een winterstorm. Dan kijkt dominee over hun hoofden heen alsof hij voor een kerk vol mensen staat. Willem krijgt slechts één enkele ogenblik de kans om iets te bedenken, het is als dominee aan zijn glaasje water tipt. Dan schiet het verlangen door hem heen: „Als Betje dit eens horen kon!'' Het catechisatie-uur is om voordat Willem er erg in heeft. Hij is de eerste die buiten staat. Bij de lan taarn, waaronder hij daarstraks op dominee gewacht heeft, valt het hem in, dat hij weggelopen is zonder dominee een hand te geven. Dominee zal ook wel denken! Zal hij nog even teruggaan? Maar ondertussen klepperen zijn klompen haas tig naar huis toe, hij verlangt er naar om Betje ver slag te doen. „Hoe hei je 't gehad?" vraagt ze, een bakje voor hem neerzettend, de wasem kringelt om de lamp heen. Zijn ogen volgen met aandacht de dampslierten van de hete koffie, alsof er iets bijzonders aan te zien is. Dan vraagt hij: „Betje, wis tjoe dat dat ach ter in je psalmboekje stieng?" „Wat dan!?" Haar verwonderde vraag valt koud op zijn begeestering. Het kan hem toch zijn blijdschap niet ontnemen. Hij zegt het vlot voor haar op: „Dat ik niet mijn, maar mijns getrouwen Zalig makers Jezus Christus eigen ben".... De rest van het antwoord heeft hij niet kunnen onthouden. „Wist je dat, Betje?" Hij peinst een ogenblik op de vraag waardoor het heerlijk antwoord wordt uit gelokt: „Welke is uw enige troost, beid ein het leven en sterven?.... Dat is het wadde m'n noadig hawe, Betje!" „Hm", zegt ze, „je bedoelt de catechismus!" Ze lacht om zijn opgetogenheid, hij doet alsof hij een ontdekking gedaan heeft: „Je wist toch wel, dat die achter in je psalmboekje staet!" Maar hij heeft werkelijk iets nieuws gevonden. Hij zegt: „Jae, ik wisse het wel". Dan zwijgt hij, want hij heeft geen jwoorden om haar duidelijk te maken wat hij bedoelt. Hij zou haar willen zeg gen, dat men iets kan bezitten zonder dat men het bezit, maar hoe maakt men dat iemand duide lijk. Betje zegt na een lange stilte: „Ik hawe moeder wel es hoare zegge: je mó noait vergete, dat in de cate chismus een oprecht Christen an 't woord is". Hij knikt: „Dat zeit den domenee oak vanaevend. Hie zei er bie, dat ieder, die oprecht gloaft wat er in de catechismus staet, een oprecht Christen is". Hij moet zijn ogen dicht doen om de woorden van Betje en die van den dominee met elkander te ver gelijken. Ze hebben bijna hetzelfde gezegd, maar er is verschil. Hij schudt zijn hoofd, want het wil hem niet duidelijk worden. „Troost.... troost"...., hij herhaalt het telkens bij zichzelf, alsof hij bang is, dat iemand hem zal ontnemen wat hij nog zo kort bezit. Hij gevoelt, dat het niet moeilijk zal zijn om hem die troost te ontfutselen, het heeft nog geen gelegenheid gehad om met hem te ver groeien. „Troost.... troosf'.,.. Dominee heeft ge zegd: „het is zo gemakkelijk, het is voor het grijpen, we behoeven onze handen slechts uit te strekken. Zoekt en gij zult vinden.... klopt en u zal opengedaan worden".... „Waer staet dat iewers, Betje". (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1989 | | pagina 5