EIÜVI1DEf1-l1IEUW5
NIEUWE BOEKEN
vanHrongelen
Overdenking
De weg
naar huis
Prestatieloop
Dialezing over
de Bokkepolder
uit de
Heilige Schrift
Open Jeugdwerk
Open Monumentendag
in de Goereese toren
Aanvang repetities
nieuw Chr. Mannenicoor
lol
I tven weg eer t v<^^'
f ji nieuwste uit iiic
aparte mode ^j;-^
weg is. ,'6^'*
t'■..'T'
Verkiezingsrede (2)
een huis SSJI
verkopen... to
Makelaar Tamboer
Tweewielercentrum
Middelharnis
VERVOLGVERHAAL
Jan Knape Mzn.
Niet uitgegeven manuscript,
beschikbaar gesteld door
M. A. Knape
2e Blad
VRIJDAG 8 SEPTEMBER 1989
No. 5832
W. van Vlastuin, Onbekeerd... wat doe
je ermee...? Uitgeverij De Banier b.v.
te Utrecht. Paperback 90 pag. Prijs
ƒ9,75.
Met dit kleine, eenvoudige boekje heeft
de schrijver de jeugd van de gemeente
op het oog. De jongelui die weliswaar
kerkelijk meelevend zijn, maar die moe
ten erkennen dat ze Gods genade niet
kennen - dat ze dus 'onbekeerd' zijn.
Dat is een eerlijk en toch heel ernstig
getuigenis, het mag zo niet blijven! Van
daar dit boekje dat. naar de schrijver in
zijn voorwoord meedeelt, bedoelt „een
middel te zijn tot bekering van onbe
keerden. Ik hoop datje als lezer je verlo
renheid gaat zien, maar ook dat je je
nameloos zult mogen verwonderen over
Gods genade", aldus de heer Van
Vlastuin.
De auteur schreef het boekje in dank
bare herinnering aan de aangename
uren die de lectuur van de oudvaders
hem zelf hebben bezorgd. Een aantal
van hen noemt hij in alfabetische volg
orde. Enkelen van hen: Alleine en
Ambrosius, Binning en Calvijn, Gray en
Luther, Philpot en Teellinck. Zijn twee
de wens is dan ook dat dit boekje een
opstap tot het lezen van de oude schrij
vers mag zijn. Moge het inderdaad zo
zijn!
Het boekje telt een aantal hoofdstukken.
Elk van die hoofdstukken is in elf para
grafen verdeeld, met sprekende opschrif
ten. De indeling van de stof is heel
ordelijk. In het eerste deel gaat de schrij
ver ernstig en indringend in op de vraag
wie wij als ellendige zondaren tegenover
de heilige en rechtvaardige God zijn.
Allerlei uitvluchten en argumenten
heeft de natuurlijke mens om zijn staat
als zodanig te handhaven en te verdedi
gen. Dat vooral tekent onze zonde en
afval van de hoge God. De schrijver
tekent deze van onsuit hopeloze toe
stand op bewogen wijze.
De titel van hoofdstukje twee luidt:
..Bekering, mogelijk?". Hij gaat daarin
met zijn lezers na wat de Heere gedaan
heeft om de mens uit zijn vreselijk toe
stand te verlossen. Dit gedeelte gaat
vooral over de heerlijkheid en de schoon
heid van de Heere Jezus, in Wien Gods
weg der verlossing is geopenbaard. De
schrijver volstaat niet met een afstande
lijke en objectieve weergave van de bij
belse gegevens dienaangaande - nee,
zoals hoofdstuk één zich kenmerkt door
een toon van ernst en betrokkenheid, zo
klinken hier de bewogen nodiging tot en
de aanprijzing van Christus als de toe
vlucht voor zondaren. Vooral in dit
hoofdstuk laat de auteur invloed van de
oude Puriteinse en Schotse schrijvers
merken. Evenals zij het deden, schrijft
hij op zodanige evenwichtige wijze dat
zowel de absolute doodstaat van de
mens als het welgemeende aanbod van
Gods genade voluit blijven gelden - en
niet in mindering op elkaar worden
gebracht.
Het laatste hoofdstuk „Bekering, hoe?"
geeft iets weer van de weg waarin een
zondaar, dus ook een zondig jong mens,
deel krijgt aan de schatten van heil en
zaligheid. De heilsorde dus, het werk
van de Heilige Geest in de 'toeëigening'.
„Wij zijn volkomen en volstrekt afhan
kelijk van het werk van de Heilige
Geest", aldus de schrijver. „Hij werkt
droefheid over de zonde. Overtuiging
van zonden is Zijn eerste werk. Hij
maakt doden levend. Hij werkt het
geloof. Hij verheerlijkt Christus in de
ziel. Hij werkt zo krachtig dat we Hem
nooit tegen kunnen houden..."
Ik wens dit eenvoudige boekje in de
handen van velen van onze jonge men
sen. Er is heel wat lektuur van minder
gehalte. Ook wanneer ik daarbij betrek
de geschriftjes die hetzelfde als dit
boekje bedoelen: jonge mensen tot
Christus te leiden. Het onderscheid is
dat vele andere boekjes de jongelui iets
in handen stopt of ze tot het een of ander
aanspoort, zonder dat de werkelijke
nood van hun jonge leven gewogen, laat
staan hen op het hart gebonden wordt.
Hier hebt u een boekje dat met onze jon
gelui eerlijk omgaat. En dat vandaaruit
dan ook een boodschap ten leven heeft!
Een hartelijke aan
beveling - en niet alleen aan jongeren.
Cicely Saunders - een leven voor ster
venden, door Shirley du Boulay.
Uitgeverij Buijten en Schipperheijn.
Paperback. 88 pagina's. Prijs 16,90.
Heel recent verscheen dit boekje dat
aandacht vraagt voor de persoon en het
werk van Cicely Saunders, een Engelse
arts die de grondlegster werd van de
moderne hospice-beweging. In deze
beweging wordt op een nieuwe, inhoud-
rijke wijze gestalte gegeven aan het
begrip stervensbegeleiding. In Engeland
en Amerika.heeft zij in dat verband een
heel grote naam.
De hospice-beweging gaat in op de
fysieke en psychische nood van sterven
den. Grote aandacht wordt besteed aan
een effectieve pijnbestrijding. Maar dat
niet alleen. Onderkend worden ook de
angst voor het alleen-zijn en de moeite
veroorzaakt door de lichamelijke en
mentale aftakeling. In de hospice-hui-
zen wordt vanuit waarlijk christelijke
bewogenheid antwoord gegeven op de
nood die in vele andere gevallen tot het
toepassen van de zogenaamde euthana
sie leidt. Juist in verband met de funda
mentele afwijzing van dat middel heeft,
volgens de hospice-beweging, de chris
ten de plicht alles in het werk te stellen
om de vraag naar euthanasie in te dam
men door aan terminale patiënten een
optimale zorg te verlenen.
Dr. Cicely Saunders heeft die roeping
verstaan. Haar levenswerk is het waard
aandacht te krijgen in ons land. Meer
dan tot heden het geval is.
Michael Walsh. De wortels van het
Christendom. Uitgeverij Zomer en
Keuningte Ede. Rijk geïllustreerd. 256
pag. Prijs ƒ39,90.
In dit boek dat schitterend geïllustreerd
is, geeft Walsh, een bekende Britse
godsdienst-historicus, een boeiende
weergave van de totstandkoming van
het Nieuwe Testament. Tevens van de
opkomst en de ontwikkeling van het
Christendom in de eerste drie eeuwen
van onze jaartelling.
In de driehonderd jaar die Walsh be
schrijft, heeft het Christendom een
ingrijpende ontwikkeling te zien gege
ven. Het was afkomstig uit het land van
de Joden, in een onbetekenende uithoek
van het Romeinse Rijk, ver van de
hoofdstad Rome. Christenen werden
zwaar vervolgd, zowel door de autoritei
ten als door de mensen onder wie ze
leefden. Luttele eeuwen later behoorden
kerkleiders tot de machtigste personen
in de grote steden van het rijk. En in de
eerste helft van de vierde eeuw werd
zelfs de Romeinse keizer christen en
verhief hij het Christendom tot staats
godsdienst.
Komnlete woninainrichtina Oohqensplaat V4? 01873-1437
Komplete woninginrichting
Middelharnis, tel. 2596
De vereniging voor natuur- en land
schapsbescherming Goeree-Overflakkee
organiseert op donderdag 14 sept. a.s.
een dialezing over de vogels en planten
van de Bokkepolder.
De Bokkepolder is een gebied rijk aan
flora en fauna gelegen op de kop van
het eiland.
De lezing wordt verzorgd door dhr. H.
van Dam. Plaats: het verenigingsge
bouw Dorpstienden te Ouddorp. Aan
vang: 20.00 uur.
Een ieder is welkom en de toegang
gratis.
Ter ere van het 10-jarig bestaan van de
vereniging is er een boekje over de Bok
kepolder verschenen. Het boekje is deze
avond in de zaal verkrijgbaar.
Op het verloop en de achtergronden van
deze ontwikkelingen gaat Walsh in.
Daarnaast tracht hij ook antwoord te
geven op de vraag hoe de eerste christe
nen leefden. Al met al een boeiend boek.
Jammer dat de schrijver nauwelijks
rekening houdt met de absolute uniciteit
van de Christelijke, zijnde de enige
ware, godsdienst. De verklaring voor
diverse ontwikkelingen wordt geheel in
de omstandigheden en het verloop van
de dingen gezocht. Typerend is zijn
weergave van het wonder van Christus'
opstanding: uiterst relativerend en alle
accent leggend op 'het verhaal'. Dit
boek, vergt dus kritische lezers. Wie
daartoe in staat is, zal er desondanks
heel wat interessante gegevens in vin
den. De vele schitterende illustraties
geven het boek nog een duidelijke
meerwaarde.
J.K.
Toen zeide de koning tot Zadok:
Breng de ark Gods weder in de stad;
indien ik genade zal vinden in des
HEEREN ogen. zo zal Hij mijn
wederhalen, en zal ze mij laten zien,
mitsgaders Zijn woning.
2 Samuel 15:25
Vorige week, lezers (lezeressen) hebben
we gezien hoe Absalom zijn eigen haan
koning wilde laten kraaien. Hij wilde op
de troon en vader David moest eraf.
Hierin openbaart zich de menselijke
natuur. Zo is Absalom niet alleen, maar
zo zijn u en ik ook. In alles wat we doen,
zoeken we onszelf.
Daarom verkozen velen van het volk
Absalom, want zijn verkiezingspro
gramma smaakte hen wel. En hebben
wij daarom ook zo gekozen? De een op
partij zus, omdat er dan verlaging van de
belastingdruk zal komen. Een ander op
partij zo, omdat die de vrijheid van
meningsuiting propagandeerde. En gaat
u maar door. Als dat de reden van uw
keus is geweest, wat bent u dan een arm
zalig mens. Dan hebt u het van de mens
alleen verwacht. En daar valt u onher
roepelijk mee om.
Ja maar, zult u zeggen, David is toch ook
maar een mens.
Dat is waar. Ook David is een mens met
vele zonden en vele gebreken. Een man,
die in de uitwendige zonde misschien
nog wel dieper gevallen is dan u en ik.
Maar David heeft door die diepe dalen
heen het mogen leren, dat de HEERE
regeert. Vandaar ook dat David nu niet
een groot leger op de been probeert te
brengen om zijn zoon Absalom, die
eigenmachtig de troon beklom, er weer
vanaf te stoten.
Zelfs toen zijn getrouwen hem navolg
den. En de getrouwe priesters met de ark
David volgden, heeft hij hen met de ark
weer teruggezonden.
Hoeveel verdriet dit hem ook gedaan
heeft, denk b.v. maar aan psalm 42, hij
wilde het volk de God der vaderen. Die
tussen de cherubim woont, niet ontne
men. Want als het gebed tot deze God
niet meer zal kunnen opklimmen, dan is
het volk reddeloos verloren.
Maar kan David dan zonder deze God?
O nee, maar David weet dat God niet
verlaten zal wat Zijn hand begon. Ook
al komt David hier in de verdrukking, al
moet hij voor eigen vlees en bloed vluch
ten, toch zal de HEERE bij hem zijn.
Daarbij weet David, dat hij niets ver
diend heeft. Ook het bestijgen van de
troon, het door God „gezalfd zijn" tot
koning, het is enkel genade. Vandaar dat
David de ark terugzendt en zegt: „En als
ik genade gevonden zal hebben in de
ogen van de HEERE, dan zal ik niet
alleen naar huis terugkeren. Dan zal ik
niet alleen de troon weer beklimmen,
maar bovenal zal ik Gods ark weer
mogen aanschouwen." De ark, die
spreekt van verzoening door voldoe
ning.
Nee, David had geen rechten meer. Die
lagen achter de gesloten hekken van het
paradijs. David had enkel oordeel ver
diend. Ook dit weg-moeten-gaan uit
Jeruzalem is een verdiend oordeel. En
het eenmaal zullen terugkeren is enkel
genade.
En daar wringt nu net de schoen, lezers
(lezeressen). Van zonde willen we niet
meer horen en van genade niet weten.
We zijn uiteindelijk van die goede, lieve
mensen, waar de HEERE wel blij mee
mag zijn. De een vindt dat vanwege zijn
nette leven. De ander vanwege zijn
trouw. De derde vanwege zijn godsdien
stigheid. Allemaal gronden voorvoor
de hemel? Nee, voor de hel.
Als dat enkel onze grond is, wat is dat
dan rampzalig. Welke grond is er dan
enkel?
Genade-grond. De genade in Christus,
Die voor u en mij in het recht van God is
ondergegaan. En dat moeten we nu
leren, dat het daarom enkel genade is,
dat de HEERE nog naar u, naar mij,
naar David zal omzien.
„Als ik genade gevonden zal hebben."
Dan zal David terugkeren. Dan zal
David Gods zonde- en zoenoffer weer
mogen zien. En dat is nu Davids verkie
zingsrede. Absalom wijst op zichzelf:
Och, dat men mij koze. David wijst naar
boven: Och, dat we de HEERE kozen.
Dat Hij de hemelen scheurdet en neder-
kwaamt. Dan zeal er zegen zijn voor
land en volk.
Nee, wij hebben er geen recht op. Wij
hebben ook niet anders verdiend dan te
zullen moeten vluchten. Niet anders
verdiend dan van Gods nabijheid ver
stoken te zijn.
Als we een regering krijgen, die van
Gods geboden niets meer aantrekt,
hooguit alles met een godsdienstig jasje
overgiet, net als Absalom, dan is dat
onze verdienste. Dat we dat eerst goed
beseffen.
Maar dat dan ook de bede mag zijn: Als
we nu genade zullen vinden in de ogen
van de HEERE. Genade, omdat Hij ons
en ons land nog wil aanzien in het vol
brachte werk van Christus.
Dan zal er nog zegen zijn. Dan zal Hij
nog temidden van een verkeerd en ver
draaid geslacht willen wonen.
Dan zal gezien worden, die oneindige
goedheid van de HEERE.
En hoe kan een heilig God Zich nu nog
inlaten met zulke onheilige mensen?
Dat Hij dit kan doen, komt, omdat Hij
Zijn eigen Zoon heeft heengezonden.
Zijn Gezalfde in de duisternis, opdat
rechtelozen in Zijn licht zouden wan
delen.
Van welke partij verwacht u het?
Van Absalom, de ongezalfde? Van Da
vid, de gezalfde? Van de liberale partij?
Van een partij, die nog wil handelen
naar Schrift en belijdenis (dat is de God
delijke opdracht)?
Ik verwacht het van niet één partij.
Enkel door de genade van God zal ik
mijn verantwoordelijkheid weten, maar
bovenal mijn afhankelijkheid kennen.
Ja, dan verwachten we het van de
HEERE alleen. Dan zal er uit genade
een biddend volk zijn. Door de genade
Gods biddend om de genade Gods.
Hebt u gestemd? Met welk doel? Vanuit
welke verwachting?
Mijn hulp en verwachting is van de
HEERE alleen, Die hemel en aarde
gemaakt heeft. En.... en nog onderhoudt
tot op de jongste dag. Dat u en ik dan zo
achter Hem mogen aangaan. Misschien
nog dieper de ballingschap in, mis
schien weer te mogen terugkeren naar
Gods heiligdom.
Het is alles genade alleen.
Kent u dat?
O.T.
N.P.J.K.
met optimaal resultaat
Tel. 01870-3477
SOMMELSDIJK
Op dinsdag 12 september a.s. organi
seert de Brandweer Sommelsdijk een
PRESTATIELOOP voor 5 en 10 km.
Starttijd 19.30 uur, startplaats Brand
weerkazerne, Koninginnelaan 26, Som
melsdijk.
Deelnemers kunnen vanaf 17.30 uur
terecht in de kazerne voor inschrijving,
kosten 5,- p.p. ledere deelnemer ont
vangt een herinnering.
NIEUWE TONGE
Op D.V. zaterdag 9 september is er
alweer voor de tweede maal Jeugdwerk
in „Elim". Het aantal aanwezigen was
om te beginnen erg groot. Wij mogen
dan ook best over een zeer tevreden
avond spreken, aldus het Jeugdcomité.
Deze avond telden we maar liefst 28
leden. Ook morgenavond hopen wij
weer op veel belangstellenden. Om half
8 staat voor jullie de deur weer open, en
de koffie en limonade klaar. Tot ziens
in „Elim". Het J.W.C.
In het kader van de Open Monumenten
dag zal morgen 9 september in het
museum in de toren te Goedereede om
9.45 uur een videofilm vertoond worden
over het bezoek dat H.M. Koningin Bea
trix aan Goedereede bracht. In het eerste
deel van deze videovertoning zal de
nadruk liggen op de vele voorbereidin
gen die getroffen werden om Goede
reede zo feestelijk mogelijk te kunnen
presenteren. De opnamen, verzorgd
door dhr. A. Groenendijk, geven een
prachtige kijk achter de coulissen!
Om 10.50 uur zal door Matthijs Mijn-
ders met een klein ensemble renais
sance muziek ten gehore worden ge
bracht. In historische kledij, begeleid
door onder meer een clavecimbel, een
lust voor oog en oor!
Het tweede gedeelte van de uitvoering
wordt om 15.00 uur gehouden.
Om 13.00 uur wordt een door foto
Hameeteman verzorgde videocollage
vertoond met afwisselende beelden van
t.v.-opnamen en eigen opnamen van het
bezoek van de Koningin aan Goede
reede.
Uiteraard is het de gehele dag (vanaf
10.00 uur tot 17.00 uur) mogelijk het
museum te bezoeken en vanaf het dak
schitterende opnamen te maken van de
speciaal voor de Monumentendag auto
vrije kern van Goedereede!
41» *3& «ft o^i <ab OU 4d <a& «ae»
De start van het Christelijk Mannen
koor onder leiding van Paul Kieviet zal
plaats hebben op D.V. 13 september a.s.
in het vml. kleuterschoolgebouw aan de
Kastanjelaan nr. 3 te Middelharnis
(peuterspeelzaal Pimpeloentje).
De kooravonden worden gehouden van
8.00 tot 10.00 uur. In de pauze wordt
zoals te doen gebruikelijk een kop koffie
geschonken.
ledere zangliefhebber die zijn stemge
luid wil laten doorklinken in een man
nenkoor is van harte welkom tijdens één
of meerdere van de zangavonden.
Met nieuwe vitaliteit en eendracht wordt
vanuit een vroegere basis gestart. In het
nieuwe mannenkoor zult u namelijk
veel leden van het in juni 1989 opgehe
ven Christelijk Flakkees Mannenkoor
aantreffen. Wij hopen vele bekende en
nieuwe gezichten op 13 september te
mogen begroeten.
Het oprichtingscomité
Kontaktadressen:
C. J. van Eek. Westdijk 56.
Middelharnis, tel. 01870-2060/3035
A. Leijdens, Emmastraat 7,
Ooltgensplaat, tel. 01873-2448.
Hoek
Hoflaan/
Schoolstraat
01870-3332
^^.^.^.l(.^.,f^.}^^.^.4l^^.^.^.^.^^.^.^.^.^.l^>t.^.)^^.^.l^^.^.l^4.l^^.4.l^l^^.>^l^l^^■i^^.4■l^4■l^^.l^^.^.^.^.^.^.l^^.^■l^^
- 32 -
Haastig komt hij overeind nadat hij
eerst nog probeert om de bank te ver
plaatsen zoals de anderen gedaan heb
ben, de bank dreigt te kaqntelen, de
vrouwen grijpen zich aan de tafel vast,
het maakt zijn gezicht nog heter. Nu
staat de bank hinderlijk in zijn
knieën.
Onder het bidden krijgt hij gelegenheid zich iets
te herstellen. Het gebed gaat langs hem heen, het
is een gevolg van zijn consternatie. Hij doet zijn
ogen op een spleetje om te onderzoeken of hij
toch wel goed gedaan heeft met overeind te
komen. Hij herinnert zich, dat de dominee een
hele tijd geleden van de preekstoel gevraagd heeft
of de mannen onder het bidden in de kerk zouden
willen staan. De mensen hebben er zich niet aan
gestoord, ze vonden het een nieuwigheid en het is
gemakkelijker om te zitten, of- als het gebed wat
lang duurt - met je hoofd voorover te liggen op de
bank; dat is ook eerbiedig, in de Bijbel leest men
eveneens van bidders, die hun hoofd ter aarde
neigden. Sommigen, die aanvankelijk aan domi-
nee's verzoek gevolg hebben gegeven, zijn op den
duur daarmee opgehouden, omdat het zo gek is
om uitzonderlijk te doen. Willem is er van over
tuigd dat het hier een gekke indruk zou geven om
onder het bidden te blijven zitten.
„Amen", zegt de dominee. Hij gaat een kapittel uit
de Bijbel voorlezen. Willem hoort er alweer wei
nig van. Want na het Bijbellezen zal het vragen
beginnen. Het valt hem in, dat hij vergeten heeft
om te conditioneren, dat dominee hem vanavond
nog geen beurt moet geven. Hij maakt er zich zó
bezorgd over, dat het zweet hem aan alle kanten
uitbreekt. Betje had waarlijk geen ongelijk toen ze
voorstelde om tot de volgende winter te wachten.
Hij is gewoon om zich tweemaal te bedenken
voordat hij iets doet, hij neemt zich voor om zich
in het vervolg driemaal te bedenken. Hij is werke
lijk wat al te hard van stal gelopen....
Hij komt op die gedachte terug als dominee zijn
onderricht begint. Nee, hij is toch niet te hard van
stal gelopen. Hij is er dadelijk zó in, dat hij zijn
ellebogen gemoedelijk op tafel legt om goed te
kunnen luisteren, zijn mond hangt ervan open en
met gefronst voorhoofd volgt hij dominee's
sobere gebaren.
Dominee is een geboren redenaar. Dat is een
bovenmate groot voorrecht in zijn omstandighe
den. Het is gelukkig voor degenen, die werkeliajk
iets te zeggen hebben, indien God hen de gave
van het schone woord heeft willen geven. Zo
houdt de dominee de mensen in zijn kerk. De
eenvoudige eilanders laten zich boeien door zijn
gloeiende voordracht, ze prijzen: „hie heit z'n
boekje nie noadig!" Een boekje of geen boekje is
van bijzonder gewicht, als deze dominee een
boekje nodig had zouden de mensen er van
maken: „hie leest een lesje voor". Nu vinden ze
het jammer, „dat 'n d'r zelf geen kennisse an heit,
och nee, as je 't op de keper beschouwt dan is het
wind, en nog es wind"....
Voor Willem is het ook wind.... Maar een wind, die
in dorre doodsbeenderen rammelt. Er gaat een
levendmakende adem door de consistoriekamer,
het is er stil van.... alleen de stem van de prediker
is er, nu eens fluisterend als het suizen van een
zomerwindje, dan weer dreunend als het loeien
van een winterstorm. Dan kijkt dominee over hun
hoofden heen alsof hij voor een kerk vol mensen
staat. Willem krijgt slechts één enkele ogenblik de
kans om iets te bedenken, het is als dominee aan
zijn glaasje water tipt. Dan schiet het verlangen
door hem heen: „Als Betje dit eens horen kon!''
Het catechisatie-uur is om voordat Willem er erg
in heeft. Hij is de eerste die buiten staat. Bij de lan
taarn, waaronder hij daarstraks op dominee
gewacht heeft, valt het hem in, dat hij weggelopen
is zonder dominee een hand te geven. Dominee
zal ook wel denken! Zal hij nog even teruggaan?
Maar ondertussen klepperen zijn klompen haas
tig naar huis toe, hij verlangt er naar om Betje ver
slag te doen.
„Hoe hei je 't gehad?" vraagt ze, een bakje voor
hem neerzettend, de wasem kringelt om de
lamp heen.
Zijn ogen volgen met aandacht de dampslierten
van de hete koffie, alsof er iets bijzonders aan te
zien is. Dan vraagt hij: „Betje, wis tjoe dat dat ach
ter in je psalmboekje stieng?"
„Wat dan!?"
Haar verwonderde vraag valt koud op zijn
begeestering. Het kan hem toch zijn blijdschap
niet ontnemen. Hij zegt het vlot voor haar op:
„Dat ik niet mijn, maar mijns getrouwen Zalig
makers Jezus Christus eigen ben".... De rest van
het antwoord heeft hij niet kunnen onthouden.
„Wist je dat, Betje?" Hij peinst een ogenblik op de
vraag waardoor het heerlijk antwoord wordt uit
gelokt: „Welke is uw enige troost, beid ein het
leven en sterven?.... Dat is het wadde m'n noadig
hawe, Betje!"
„Hm", zegt ze, „je bedoelt de catechismus!" Ze
lacht om zijn opgetogenheid, hij doet alsof hij een
ontdekking gedaan heeft: „Je wist toch wel, dat die
achter in je psalmboekje staet!"
Maar hij heeft werkelijk iets nieuws gevonden.
Hij zegt: „Jae, ik wisse het wel". Dan zwijgt hij,
want hij heeft geen jwoorden om haar duidelijk te
maken wat hij bedoelt. Hij zou haar willen zeg
gen, dat men iets kan bezitten zonder dat men het
bezit, maar hoe maakt men dat iemand duide
lijk.
Betje zegt na een lange stilte: „Ik hawe moeder wel
es hoare zegge: je mó noait vergete, dat in de cate
chismus een oprecht Christen an 't woord is".
Hij knikt: „Dat zeit den domenee oak vanaevend.
Hie zei er bie, dat ieder, die oprecht gloaft wat er
in de catechismus staet, een oprecht Christen is".
Hij moet zijn ogen dicht doen om de woorden van
Betje en die van den dominee met elkander te ver
gelijken. Ze hebben bijna hetzelfde gezegd, maar
er is verschil. Hij schudt zijn hoofd, want het wil
hem niet duidelijk worden. „Troost.... troost"....,
hij herhaalt het telkens bij zichzelf, alsof hij bang
is, dat iemand hem zal ontnemen wat hij nog zo
kort bezit. Hij gevoelt, dat het niet moeilijk zal
zijn om hem die troost te ontfutselen, het heeft
nog geen gelegenheid gehad om met hem te ver
groeien. „Troost.... troosf'.,.. Dominee heeft ge
zegd: „het is zo gemakkelijk, het is voor het
grijpen, we behoeven onze handen slechts uit te
strekken. Zoekt en gij zult vinden.... klopt en u zal
opengedaan worden"....
„Waer staet dat iewers, Betje".
(wordt vervolgd)