EIIIVI1DEn-niEUW5
i
Overdenking
De weg
naar huis
Zomerconcert
te Ouddorp
uit de
Heilige Schrift
Triathlon
Qoeree-Overflakkee
HET
KIJKVENSTER
0
Jan Knape Mzn.
- Bij de 150ste geboortedag
van Hoedemaker
- Leven en werk
Zomerzangdienst te Goedereede
Laat toch geen twisting zijn
.'?^fS
KORT 6 KLEIN
SEVRORCN VITAMINEN
TERUG UIT DIENST
ASJEWIJNE
ÜE DIKKE OF DE DUNNE?
Tweewielercentrum
Middelharnis
LUCHTJE AAN
PLEZIER-WEER
VERLAKKERIJ
VERVOLGVERHAAL
-20-
Niet uitgegeven manuscript,
beschikbaar gesteld door
M. A. Knape
2e Blad
VRIJDAG 28 JULI 1989
No. 5820
•JÜ
blik op kerk
en samenleving
Er valt de laatste tijd nogal eens iets te
herdenken. Terwijl Frankrijk en eigen
lijk heel West-Europa nog in de roes
leven van 200 jaar Revolutie werden we
in ons land op tal van manieren herin
nerd aan het feit dat Hoedemaker hon
derdvijftig jaar geleden werd geboren.
Een figuur die zo een geheel eigen kijk
had op „Kerk en Samenleving" - daar
kunnen we in een rubriek die als onder
titel heeft „Blik op Kerk en Samenle
ving" niet om héén. Al is het uiteraard in
zo'n kort bestek slechts mogelijk een
paar hoofdlijnen te trekken.
Philippus Jacobus Hoedemaker werd
op 16 juli 1839 geboren te Utrecht. De
stad waar ijn die tijd Hermann Frie-
drich Kohlbrugge als ambtloos burger
woonde.... Kohlbrugge, die toen nog wei
nig bekendheid genoot, maar later ook
zo'n eenzame profetische figuur zou
zijn.
Hoedemakers vader sympathiseerde
met de Afgescheidenen, zijn moeder
was sterk gehecht aan de Hervormde
Kerk. Maar het ouderlijk huis was een
toevluchtsoord voor voorgangers uit de
kring der Afgescheidenen. Ledeboer en
Buddingh logeerden er herhaaldelijk.
Dat is niet bedoeld als een op zichzelf
interessante mededeling, maar een feit
dat Hoedemakers leven heeft gevormd
en zijn latere positiekeuze heeft be
paald.
In 1851 emigreerde het gezin naar Ame
rika. Maar moeder Hoedemaker ging de
Oceaan over met de wetenschap dat
haar zoon tot grote zegen zou worden
voor de kerk in Nederland. Het zag er in
eerste instantie niet naar uit dat die
belofte in vervulling zou gaan. Aan de
wens van zijn ouders om theologie te
studeren voldeed Philippus niet, hij
bewoog zich op literair en politiek ter
rein, en werd later onderwijzer op een
school in Kalamazoo. In die tijd kwam
echter de begeerte op om predikant te
worden. Hij studeerde aan de Congrega-
tionalistenschool in Chicago en maakte
al spoedig naam als kanselredenaar.
In 1862 kandidaat tot de Heilige Diens
geworden maakte hij een reis door
Europa en kwam onder andere weer in
zijn vaderland. Hij had een preekbeurt
aangenomen in de Afgescheiden Ge
meente van Amsterdam, maar toen hij
op dezelfde dag ook een beurt zou ver
vullen op een hervormde kansel in de
hoofdstad, schreef de Afgescheiden ker-
keraad deze beurt af Dat feit heeft op
Hoedemaker een diepgaande invloed
gehad, en eigenlijk zijn keuze voor de
vaderlandse kerk voorgoed bepaald.
Van een terugkeer naar Amerika kwam
niets meer. Na een studiereis langs
Bonn, Heidelberg en Straatsburg liet hij
zich inschrijven in Utrecht. Daar pro
moveerde hij in 1867 op een dissertatie
over „Het probleem der vrijheid en het
theïstisch Godsbegrip". De promotie
geschiedde „summa cum laude" (met de
hoogste lof)-
In 1868 werd Hoedemaker hervormd
predikant te Veenendaal, in 1873 in Rot
terdam en in 1876 in Amsterdam. Daar
maakte hij kennis met Abraham Kuy-
per, die juist bezig was met de oprichting
van de Vrije Universiteit. Hoewel Hoe
demaker niet in alles congeniaal was
met de mannen die aan de wieg van de
V.U. stonden meende hij toch een hoog
leraarsbenoeming wel te kunnen aan
vaarden. Maar toen hij merkte dat
Kuyper aanstuurde op een breuk met de
Hervormde Kerk kwam het tussen beide
tot een botsing. Hoedemaker trok de
consequentie en legde zijn professoraat
neer. Hij stelde zich weer beroepbaar en
werd voor korte tijd predikant in het
Friese Nijland (1888-1890). Menselijker
wijze gesproken heeft hij niet alleen de
gemeente Nijland voor Doleantie be
hoed, maar is hij er de oorzaak van
geweest dat Kuyper in de Zuid-West
hoek van Friesland uiteindelijk toch
maar weinig aanhang kreeg.
In 1890 werd hij teruggeroepen naar
Amsterdam, waar hij een uitgedunde
Hervormde Gemeente aantrof, omdat
zo velen Kuyper waren gevolgd. Hij
heeft er mogen werken tot 1909, toen hij
eervol emeritaat ontving. Een jaar later,
op 26 juli 1910, is Hoedemaker op 71-
jarige leeftijd te Santpoort overleden.
Volgende keer willen we stilstaan bij
Hoedemakers betekenis voor kerk en
staat.
Waarnemer
De 1/4 Triathlon Goeree-Overflakkee
wordt gehouden op zaterdag 12 augus
tus 1989 en zal plaatsvinden in en
rondom Dirksland. Het is overigens pas
de tweede keer dat een dergelijk evene
ment plaats vindt op Goeree-Overflak
kee. Maar door het grote succes vorig
jaar en vooral door de goede organisatie
van vele enthousiaste medewerkers
heeft de Nederlandse Triathlon Bond de
Triathlon Goeree-Overflakkee erkend
en geplaatst op de superprestigelijst. Dit
betekent dat de wedstrijd voor de wed
strijdatleten meetelt voor het landelijk
klassement.
Geïnteresseerden kunnen zich zowel
voor de superprestige alswel voor de
recreanten inschrijven bij: Peter Keu-
ker, tel. 01877-3254 of bij: Erik Peeman,
tel. 01870-3471.
Inschrijven kan tot 29 juli.
Het programma van de Triathlon ziet er
als volgt uit: Om 12.00 uur zal het start
schot gegeven worden vanuit de jacht
haven in Herkingen voor de 1000 meter
zwemmen. Daarna gaan de atleten één
ronde van 45 kilometer fietsen en tot slot
wordt er nog 10 kilometer gelopen, waar
van de laatste 1600 meter zich in de kern
van Dirksland af zullen spelen en de
finish zal voor het Gemeentehuis in de
Voorstraat plaatsvinden vanaf ±14.00
uur.
Een dergelijke organisatie kan niet door
een paar mensen verwezenlijkt worden
en daarom doet het bestuur een beroep
op enthousiaste mensen die zich op
zaterdag 12 augustus vrijwillig in willen
zetten voor een goed en sportief verloop
van de Triathlon Goeree-Overflakkee.
Er zijn 150 vrijwilligers nodig om van
deze dag een bijzondere dag te maken
die de mensen in en rondom Dirksland
zich nog lang zullen heugen.
Ook dit jaar hoopt het bestuur weer op
veel deelnemers. U kunt kontakt opne
men met: Erik Peeman, tel. 01870-3471
of met Peter Keuker, tel. 01877-3254 om
je aan te melden als vrijwilliger voor de
Triathlon Goeree-Overflakkee. Bij voor
baat vast bedankt.
op D.V. dinsdag 1 augustus, aanvang
20.00 uur, hopen de flakkeese musici
Wim Soeters en Piet Westhoeve een
piano-recital te verzorgen in de Muziek
kamer van dhr. Westhoeve, Koolweg 11a
te Ouddorp.
Deze twee talentvolle pianisten zullen
voornamelijk pianowerken a quatre
mains (4-handig) ten gehore brengen,
terwijl zij ook ieder één solowerk zul
len vertolken.
Om het geheel vooral in een informele,
vakantie-achtige sfeer te houden zullen
de musici beurtelings de prachtige com
posities tijdens het concert mondeling
toelichten.
Het programma is als volgt: Sonate voor
piano 4-handen van Moussorgsky,
Deux Arabesques van Cl. Debussy,
Twee Hongaarse Dansen van J. Brahms,
dan volgt er een pauze. Het programma
wordt vervolgd met Eine kleine Nacht-
musik van W. A. Mozart, Etude in E,
opus 10 no. 3 van F. Chopin en het wordt
besloten met de Bloemenwals uit de
„Notenkraker-Suite".
Organisatie: Stichting Kerkconcerten
Goeree-Overflakkee. De toegangsprijs
is 5,-. (scholieren, CJP en 65+ ƒ3,-).
op woensdag 2 augustus is er weer een
zomerzangdienst te Goedereede. Mede
werkenden zijn: ds. J. G. van Willigen,
meditatie; A. van Koppen, declamatie
en M. Mans, orgel. Aanvang 19.30 uur.
,,En Abram zeide tot Lot: Laat toch
geen twisting zijn tussen mij en tus
sen u, en tussen mijn herders en tus
sen uw herders. Want wij zijn
mannenbroeders".
(Gen. 13:8)
Abram draagt dus in zich de schat van
het Evangelie. En dat maakt hem geluk
kig en ook rijk. Wat een tegenstelling
met Lot! Lot kan alleen maar tevreden
zijn met het ogenblikkelijk bevredi
gende. Lot wil hebben, tasten, zien,
bezitten! Als hij vandaag niet bezit, is hij
- voor zijn besef - morgen arm. Maar
Abram is een man der belofte. Abram
heeft wat beters, wat mooiers, wat ho
gers: het heeft in zijn oren geklonken:
„En Ik zal u tot een groot volk maken en
Ik zal u zegenen". Dat is zijn rijkdom,
dat woord, die belofte uit de mond van
zijn God. En omdat hij deze God kent,
zegt hij: Laat er geen twisting zijn. Hij
weet: ik ben een bevoorrecht man. Veel
meer dan m'n neef Lot: die trekt wel
mee, die is bij me, maar tot wie dan
alleen tot mij is gezegd: En ik zal u tot
een groot volk maken en Ik zal u zege
nen. Nee, hij ziet dat nog niet, hij betast
dat nog niet, maar.... maar hij gelooft het
wel, en omhelsd van verre de belofte die
de Heere hem gafl Kunnen we 't zelfde
zeggen van onszelf? Rijk in God? Rijk in
wat Hij zei? Wat Hij persoonlijk tot me
zei? Kent u dat ook, dat geheim van
Abram? Die schat van binnen, draagt u
die daar ook? Want dan ben je rijk, als je
- zoals Abram - mag geloven in God, en
mag roemen in God. Als je Zijn onfeil
baar Woord mag prijzen, omdat je 't uit
zijn eigen mond gehoord hebt!
Als er innerlijk nu maar vrede is, ben je
dan niet op de goede weg? Is er geen (hei
lige) jaloersheid bij ons op mensen zoals
Abram? Mensen die houvast hebben, en
toekomst, en perspektief de belofte van
het tegenwoordige en van het toeko
mende leven? Want dat is 't ook. Omdat
Abram de belofte van beiderlei leven
heeft, van het leven hier en van het leven
straks daarom zegt hij nu: laat er geen
twisting zijn. Dat zegt hij dus als: man
des vredes. Ook als man der belofte. En
ten derde, als: man met toekomst.
Abrams geloof dat hij er toch niet min
der van zal worden, wordt niet be
schaamd. Hij kon eerst de minste zijn,
een stapje terug doen, en.... nu blijkt dat
hij de meeste wordt. Hij mag nu een stap
vooruit. Abram maakt het nu mee: wie
zichzelf vernederd, als burger van een
ander, een hemels vaderland, zal ook
hier en nu al, in dit leven al), op Gods
tijd en wijze verhoogd worden. Leest
maar wat er staat: Hij is een man met
toekomst. Wat lezen we nl., als Lot van
hem gescheiden is, en zijn ziel gaat
kwellen in het goddeloze Sodom?
„Hef uw ogen op", zegt God. En dan valt
't zo mee voor Abram. Want nu zegt de
Heere tegen hem: Abram, kijk nu eens
niet naar „de ganse vlakte der Jordaan",
waar Lot voor koos. Maar kijk eens de
andere kant op, ja al die andere richtin
gen op die Ik u wijs: noordwaarts en
zuidwaarts, en oostwaarts en westwaarts
waar dus en hoever je maar kijken kunt.
En - in vs. 17 lezen we: maak u op, wan
del door dit land, in zijn lengte en in zijn
breedte. Maak u er maar blij mee, en
wees er dankbaar voor, want Ik zal 't
u geven!
Ziet u wel? een man met toekomst, want:
Ik zal het u geven! Dat is de vrucht van
zijn geloof, en geduld en volharding. De
Heere is niet karig. Hij geeft mild en
overvloedig. Hij mag daar nu wandelen,
zijn tenten uitspannen, altaren bouwen.
Daar mag hij nu leven, met God en zijn
vrouw, en straks, als Gods belofte heer
lijk is vervuld, met zijn gezin.
Abram is een man met toekomst. Het
belooft allemaal nog heel wat te worden.
En temeer en helderder zie je dat als je 't
nu vergelijkt met Lot en diens keuze en
hoe 't dus met hem gaat: Want van die
vlakte waar Lot voor koos lees je: „....eer
de Heere Sodom en Gomorra verdorven
had". Dat is een enkele notitie met
betrekking tot de toekomst van Lots erf
deel, maar ze spreekt hier boekdelen.
Het duurt niet zolang, die keuze en 't
maakt niet gelukkig. Enkele jaren later
al zal het rechtvaardige oordeel Gods
aan deze steden gezien worden. Dan
daalt er vuur van de hemel neer en Lot
en de zijnen worden als een brandhout
uit het vuur gerukt.
Het duurt dus niet zolang, en het gaat
uiteindelijk, op langere termijn gezien,
niet zo goed als je zo'n keuze maakt en
alleen maar ziet wat voor ogen is. 't Is
maar kort en het gaat snel voorbij, en het
loopt slecht af, met een elk, die schatten
vergadert voor zichzelf en niet rijk is in
God! Gedenk aan Lot! Gans anders is
het echter met hem of haar die een
andere kijk heeft, en een andere keus
maakt, die zoals Abram weleer, rijk is
in God!
Wiens toekomstperspektief zouden wij
nu willen hebben? Ik denk dat een ieder
zou zeggen: liever niet die van Lot, maar
die van Abram! Want.... die heeft 't nu
goed en die heeft 't straks goed! En dat is
waar. Maar.... dan zij de vraag ook
gesteld: Welke keuze hebt u gemaakt?
Want: de toekomst van straks hangt af
van de keuze van nu! Allemaal, zoals
Lot weleer, en Abram weleer, heffen we
onze ogen wel op. Maar wat zien we? En:
wat wensen we te zien? Alleen maar de
ganse vlakte van de Jordaan, omdat die
vet en groen is? Alleen maar: geld, goed,
een goede baan, en.... noem maar op?
Of... of kunnen we wachten, terugtre
den, het van God alleen verwachten, Die
mildelijk geeft en niet verwijt? Eén ding
is zeker:
„DeHeere kent de weg der rechtvaar
digen, maar de weg der goddelozen
zal vergaan".
Stad aan 't Haringvliet Joh. de Rijke
■j,'"'?'>V^°'
Deze vraag- en antwoord-rubriek staat
geheel ten dienste van de lezer die er
kosteloos gebruik van kan maken. Uw
vragen op velerlei gebied kunt u sturen
aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Post
bus 8, Middelharnis, met in de linker
bovenhoek „Vragen-rubriek" vermeld.
De vragen worden door deskundigen
beantwoord en zullen binnen enkele
weken na de inzending compleet met
antwoord in deze rubriek worden ge
publiceerd.
Waar ergens huist die club voor korte en
kleine mensen?
Antwoord: Dat is de Belangenvereni
ging Kleine Mensen (B.V.KM.), secreta
riaat: Oranjestraat 55, 2405 BÉ Alphen
aan de Rijn, tel. 01720-7.59.11.
Zijn alle vitaminen bestand tegen het
diepvriezen?
Antwoord: Op één na wel, dus u kunt
rustig diepvriesprodukten kopen en zelf
de genoemde etenswaren invriezen. Uit
sluitend vitamine E kan bij lage tempe
raturen worden afgebroken, maar om
dat u toch veel volkorenbrood, plantaar
dige olie, nu en dan noten en dagelijks
groenten eet, vult u dat gemis geregeld
aan. Denk er wel om, uw diepvries lang
zaam te ontdooien, want als het bij hoge
temperatuur gebeurt gaan er méér vita
minen verloren dan nodig is!
Mijn vroegere baas heeft me na m'n dienst
tijd wel teruggenomen, maar m 'n vervanger
blijft op mijn plaats zitten en ik kreeg min
der prettig werk. Hoe kan ik m'n eigen
job terugkrijgen?
Antwoord: Uw werkgever betaalt u het
zelfde loon uit en het is allebei admini
stratief werk, dus het voldoet aan de
voorwaarde dat het „passend" moet zijn.
Wij raden u aan vooral niet te mokken,
maar de opgedragen arbeid juist héél
goed en snel te verrichten, zodat u op
grond van uw prestaties weer prettiger
opdrachten en (wie weet) loonsverho
ging krijgt.
Een collega zegt herhaaldelijk .Asjewijne".
Ik hoorde het ook in de vorm „Kassiewij-
nen" en dgl Waar komen die termen
vandaan?
Antwoord: Uit het Hebreeuws „Hasji-
weinoe", dat is: voer ons terug, een litur
gische tekst bij het wegdragen en aan 't
gezicht onttrekken van de wetsrol aan
het eind van de Joodse eredienst. Ver
basterd tot asjewijne, kassiewijne en
bijv. kassiewijlen door associatie met
„wijlen" voor weleer en gebruikt als men
spreekt of schrijft over een overleden
persoon, of een verdwenen voorwerp.
Met „kassie" denkt menigeen aan de
doodkist. „Iets sjewijne maken" staat
ook voor: iets achterover drukken, weg
maken.
Wat is nu de beste honing: de dunne vloei
bare, of de dikke versuikerde? En kan het
kwaad om een pot ingedikte honing te ver
warmen, zodat de inhoud weer vloeibaar
wordt?
Antwoord: De nectar die de honing-
bijen verzamelen, is dun vloeibaar en
bestaat voor circa 70% uit glucose en
fructose, enkele procenten saccharose
en andere suikers, afscheidingsproduk-
ten van levende planten zoals inhibine
(een stof die de bacteriegroei remt), aro-
mastoffen (die de smaak en de geur van
de honing bepalen), en zymen enz. Deze
nectar wordt door de bijen ingedikt tot
een traag vloeibare substantie met ca.
80% suiker, die door de imker uit de raat
wrodt geslingerd (of geperst als ze uit
korven komt) en gezeefd, en dan als
verse bijenhoning in de handel komt.
Enkele soorten, zoals acaciahoning,
blijven vloeibaar maar de meeste gaan
na verloop van enige tijd kristalliseren.
Die wordt vaak verwarmd om ze weer
vloeibaar te krijgen. Hoe hoger de geko
zen temperatuur, des te langer de massa
vloeibaar blijft. Verhit men honing tot
zo'n 80 a 85° C. dan blijft ze altijd vloei
baar. Voor de handel heeft dit het voor
deel, dat ze verwerkbaar blijft. Een groot
bezwaar van die hoge temperatuur is
echter, dat bepaalde enzymen dan ver
loren gaan en zelfs in giftige stoffen
omgezet kunnen worden. Het kopen
van potjes gekristalliseerde honing geeft
dus wat meer garantie op een goed en
gezond produkt dan van vloeibare soor
ten welke eigenlijk dik zouden moeten
zijn. Indien er additieven aan een
Nederlands produkt zijn toegevoegd,
dan moeten deze op het etiket vermeld
staan. Staat er niets bij, dan is de honing
100% zuiver. Er hoeft trouwens niets aan
toegevoegd te worden, want zuivere bij
enhoning blijft vele jaren goed.
Hoek
Hoflaan/
Schoolstraat
01870-3332
Hoe komt het, dat melk soms ineens anders
gaat smaken?
Antwoord: Als melk is blootgesteld aan
de lucht, verandert de smaak al. Boven
dien neemt melk gauw geurtjes van
andere produkten aan. Bewaar daarom
geen etensresten in open schaaltjes, of
uien, knoflook enz. in een koelkast
waarin geopende flessen of pakken
melk, vla, slagroom en dgl. staan. Wik
kel kaas en vleeswaren in daarvoor
bestemd cellofaan of in staniool.
Er moet een speciaal telefoonnummer zijn
voor weerberichten ten dienste van de ple-
ziervaart in de regio. Welk nummer is
dat?
AntwoordEr zij n er twee, 06-911.223.52
voor de Waddenzee, de Friese meren,
het IJsselmeer en de randmeren, en 06-
911.223.53 voor het Deltagebied met
Zuid-Holland en West-Brabant. De
gesprekskosten bedragen 50 cent per
minuut.
Kunt u mij helpen aan een adres voor het
herstel van een Groninger kraantjeskan
met brander eronder, waarvan de beschil
dering door het gebruik is afgesleten en ook
deels is beschadigd?
Antwoord: Het dichtstbijzijnde adres
voor u is de Tingieterij en Verlakkerij
Reijenga, Kerkstraat 5, 9641 AL Veen
dam, tel. 05987-1.53.42.
,f.^^.^.^.^.^.^.^.^.4.^.^^.^.^.^.l^^.^.^.^.^.^.4.^.l^l^:^l^4.^.)^^■^■l^^■>^lt■^■^■l^^.l^)^>^^.>^J^^.)^l^^.^.l^^.^.l^l^^^
Het eerste is, dat ze langzaam aan ouder
wordt en eens sterven zal. Het is mis
schien vreemd, dat iemand daarin niet
geloven kan, maar het is in dit geval niet
anders, het komt, omdat ze zo graag
leeft, en omdat ze zich voor Willem
onmisbaar acht: „wat most er van je
terecht komme as je geen moeder had!"
En het andere, waarin ze niet geloven kan, is, dat
Willem ooit zal kunnen trouwen en een andere
vrouw toebehoren, van haar weggaan. Het klinkt
al even onwaarschijnlijk, maar het is alweer de
volle waarheid. En toch heeft elke dag, elke week,
elk jaar haar de overtuiging moeten geven, dat
zowel het een als het ander eenmaal gebeuren zal.
Er is zoveel verandering om haar heen, ze heeft er
geen oog voor. Mensen worden geboren, en ster
ven weg.... ze doet verwonderd tegen de lijkebid-
der: „bel, bel, is die alzoa oud!" Kinderen worden
groter en trouwen,l ze zegt tegen de krant: „bel,
bel, heit die al zulke groate kinders!" Zelf staat ze
onveranderlijk in de tijd. En Willem staat ook
onveranderlijk, en Betje.... Voor het feit,k dat ze
zelf zo onaantastbaar te midden van de verganke
lijkheid schijnt te staan, is geen redelijke verkla
ring te vinden. Of het zou moeten zijn, dat ze haar
hart heeft laten verstenen. Voor Willem en Betje is
de oorzaak wellicht hierin gelegen, dat ze zo heel
lang hebben gevrijd. De moeder kan zich nauwe
lijks herinneren, dat het anders was.
Vanavond moest ze er aan denken, dat hij op een
keer Betje heeft meegebracht. Zomaar, zonder dat
ze ergens van wist, ze stonden verlegen op de
vloer. Ze vond het vreemd totdat Betje verklaarde:
„Ik binne z'n meisje". Het maakte haar zo in de
war, dat ze niet anders kon uiten dan: „bel, bel,
bel".... En: „hei je noe toch van z'n leven!" Zo is
Betje het meisje geworden, dat elke zaterdag
avond met Willem meekomt om een bakje koffie;
dat eens in de veertien dagen 's zondagsavonds
boterhammen mee eet en dan met Willem naar de
kerk gaat. Dat is alles.... iets anders zal het meisje
nooit kunnen worden. Willem is van zijn moeder
en hij blijft van zijn moeder. Ze doet voor hem
wat een moeder voor een kind doen moet. Ze wast
zijn kleren, ze stopt zijn kousen en ze naait wat
kapot is. Ze maakt 's avonds de boterhamzak
klaar, die hij 's morgens mee naar 't land moet
nemen. Ze zet waswater voor hem gereed als hij
uit het land komt, ze schenkt koffie en gromt:
„laet je bakje niet koud worre". Ook denkt ze voor
hem, want hij kan het zelf niet. Ze verbloemt het
voor een ander. Als ze voor hem bedisseld heeft
wat hij op zijn twee meedjes land zal zaaien, dan
vraagt ze aan hem daar Betje bij is: „bi' je noe al
beslote, Wullem, watje kommede jaere op je land
mot zaoie?" Zo is soms een moeder!
Sins een paar dagen is alles veranderd, het is zo
plotseling gekomen, dat het slechts langzaam tot
haar bewustzijn doordringt. Maar het geld op
tafel spreekt een duidelijke taal, het busje staat
tastbaar en zichtbaar voor haar, er valt niets te
loochenen. Willem gaat weg, Betje neemt hem
mee, voorgoed.... En ze zal de opgespaarde centen
moeten afstaan aan Willem, aan Betje.... Ze wil
daar nog eens over nadenken, want het is zo in
strijd met haar bedoeling. Ze is wel verplicht om
zich rekenschap te geven wat haar bedoelingen
eigenlijk zijn. Het is alles zó vaag geweest en
onbestemd, dat het heel moeilijk is om tot een
conclusie te komen. Van één ding is ze zeker: er is
iets uit haar handen geglipt. Willem en Betje zou
den getrouwd zijn als zij de tijd daarvoor geko
men achtte. Daar zet ze een punt achter haar
gedachten. Ze vraagt zich niet af of ze Willem ooit
eigener beweging aan Betje zou hebben afge
staan. Ze zou het niet hebben gedaan....
Nu ze zo'n zware punt in haar gedachten gezet
heeft moet ze zuchten: „bel, bel, wat is een mens!?'
Daarmee heeft ze haar houding bepaald tegen
over de verandering, die er in haar leven komt en
die ze niet gewild heeft. Willem gaat trouwen.... en
waarvan moest ze leven als ze zonder kostwinner
achterblijft? Dat is de andere kant van de kwestie.
Het is voor haarzelf van bijzondere betekenis. De
vraag is er al eerder geweest, want een mens denkt
dikwijls het eerst aan zichzelf Ook een moeder
valt niet ten allen tijde buiten dit algemeen oor
deel, in een mensenhart zijn zo heel veel moge
lijkheden.
Over deze belangrijke vraag peinst ze lang, ze laat
haar hoofd in haar handen rusten. Even is er een
vage twijfel of het wel goed is de zaak van deze
kant te bekijken. Maar ze kan niet van de wind
leven, heeft ze altijd tegen de verpleegster gezegd,
en ze verhardt haar hart. Dat is verstandig als er
iets moet worden beoordeeld, waarbij men zeer
nauw met belangen betrokken is. Ze komt nu
gemakkelijk tot de overtuiging, dat hij best nog
een paar jaar had kunnen wachten, totdat... nee,
dat niet... maar in elk geval nog enige jaren wach
ten.... Ze overweegt wat ze al niet voor de jongen
gedaan heeft, en dat al die zorgen en bemoeienis
sen toch wel enige vergelding verdienen. Ze voelt
zich achter gezet, dat grieft haar: „Jae, jae, noe
heur moeder doad is noe komt het er niet meer op
an!" Willem is niet voor haar thuis gebleven, nee.
die meid kon niet van d'r moeder vandaan!
Ze heeft geen hekel aan Betje, ze heeft ook geen
hekel aan de verpleegster op het cacaobusje, al
heeft ze wel eens tegen haar gebromd: „kind, ik
wou dat je toch es een aor gezicht zette". Er is
enige overeenkomst in de gevoelens, die ze jegens
Betje heeft, en de nagedachtenis, die ze aan Wil
lem z'n vader bewaart. Ze hebben haar allebei iets
ontnomen.... En Betje maakt het voor Willem
onmogelijk, dat hij aan zijn oude moeder goed
maakt wat de vader in zijn leven misdreven heeft.
En dat is toch de afspraak, reeds vanjaren her. Ze
hoort het Willem nog beloven met een geheim
zinnig knipoogje: „Ik zal wel een hoap geld voor
je verdiene a'k groat binne, eh, moeder". En eens,
toen ze hem 's avonds op zolder naar bed bracht,
zei die: „Wat za' m'n 't goed ha, eh, as vaoder d'r
niet meer is".
Nu is de vader er niet meer, al in jaren niet, en
Betje is gekomen.... De moeder kan er geen
afstand van doen, want ze heeft er jaren bij
geleefd: „Wat za' m'n 't goed ha, eh, wielle mit z'n
beidjes!".... Wielle mit z'n beidjes, een kinder
mond spreekt soms zeer onbedachtzame dingen,
en het hart van een moeder is vol raadsels....
Ze schrikt plotseling op uit haar mijmeren, de
voetstappen hebben haar nog verrast In d'r haast
klapt ze het deksel van de spaarpot dicht, er is
geen tijd meer om die in de spinde te zetten. Ze
zijn gelijktijdig bij de deur.
Hij hoort de grendel wegschuiven. Ze doet de
deur voor hem open. Hij vraagt: „Zit je mit de
deur op slot?" (wordt vervolgd)