EIUVriDEn-tllEUWS Overdenking ANWB-vakantie-informatie De weg naar huij uit de Heilige Schrift KIJKVENSTER HET Zomeravondzang II in Geref. kerk Ouddorp Dankzij donaties is geld voor couveuse in ambulance Tholen bijna bij elkaar! Volgend jaar postzegel 100 jaar Oranjevrouwen Tips van de ANWB-alarmcentrale Jan Knape Mzn. 2e Blad VRIJDAG 14 JUU 1989 No. 5816 blik op kerk "j^ en samenleving Lj - Nogmaals: het synodebesluit - De Schriftgegevens Twee weken geleden bereikte ons een brief van een Ger. predikant naar aan leiding van de beslissing van de Her vormde Synode over het van de hand wijzen van tuchtmaatregelen op prakti serende homofielen. De schrijver ver ontschuldigde zich bij voorbaat, want hij wilde zich „niet ongevraagd met de ruzies van zijn buren bemoeien". De brief is wat lang om in extenso op te nemen, maar komt hierop neer dat de Schriftgegevens inzake de homofilie door hem anders worden geïnterpre teerd. Onder homofilie verstaat mijn brief schrijver „een liefdevolle relatie van twee mensen van hetzelfde geslacht". Zo'n relatie wordt in de bijbel niet ver boden, zegt hij. In Genesis 19 (de geschiedenis van Lot in Sodom) gaat het om een poging tot verkrachting. In Levi ticus 18 wordt slechts de Moloch-cultus met z'n tempelprostitutie veroordeeld, dus een vorm van afgoderij. Tenslotte dan Romeinen 1, waar Paulus ook niet de liefde tussen twee mensen van hetzelfde geslacht zou afkeuren, maar alleen de vrije sexuele moraal die de heidenen erop na hielden. Doorslag gevend is voor mijn briefschrijver Rom. 13 10: „De liefde doet de naaste geen kwaad". Al geeft hij toe daarmee niet een pasklaar antwoord te willen geven op alle vragen. Het is niets nieuws wanneer ik zeg, wat ook ter Synode herhaaldelijk gezegd is: ten diepste is hier het gezag van de Hei lige Schrift aan de orde. Mijn brief schrijver geeft dat ook toe. Maar dan kunnen we niet meer om de vraag heen: hoe verstaan we de Schrift en hoe leggen we de genoemde Schriftgegevens uit? Ik denk dat op dit punt onze wegen uiteen gaan. Natuurlijk ken ik ook de boven vermelde exegese, maar van de juistheid ben ik, op z'n zachtst gezegd, niet over tuigd.... Het zou ons te ver voeren alle argumenten pro en contra aan te dragen en het zou de discussie ook niet verder brengen. Voor hen die zich er nader in willen verdiepen verwijs ik graag naar het boek van Dr. J. Douma en Dr. W. H. Op woensdagavond 19 juli wordt de tweede zomerzangavond in dit seizoen verzorgd door leerlingen van de Zeeuw se Muziekschool. Er worden werken ten gehore gebracht van Antonio Vivaldi, Joh. Seb. Bach, Jo seph Haydn, Wolfgang Am. Mozart en andere bekende componisten. Ook is er gelegenheid voor samen zang. De presentatie is in handen van Titia Dijkstra. De zangavond begint om 20.00 uur en duurt ca. 1 uur. Na afloop is er gratis koffie of een glaasje frisdrank. De toegangsprijs bedraagt 2,50 voor volwassenen en 1,- voor kinderen t/m 12 jaar. De ingang van de kerk is aan de Dorp- stienden. De volgende zangavond is op 2 augustus a.s. Velema, HOMOFILIE (in de serie Ethisch Commentaar), die alle Schrift- plaatsen inzake homofilie grondig heb ben geëxegetiseerd en dan tot de vol gende conclusie komen: „Homosexualiteit wordt door de Heilige Schrift duidelijk veroordeeld Het bleek onmogelijk alles op de kaart van uitwassen a la Sodom te zetten. De Schrift veroordeelt homosexualiteit èn in Leviticus èn in Romeinen als tegen natuurlijk. Een man kan met een man nie tomgaan zoals men gemeenschap heeft met een vrouw; en een vrouw niet met een vrouw zoals men gemeenschap heeft met een man. De orde van God, door Hem met de schepping van man en vrouw gegeven, wordt op deze wijze geschonden. En deze orde van God, waarin de man aan de vrouw verbonden is, terwijl sexuele gemeenschap alléén binnen die relatie gevonden zal worden, houdt haar geldigheid ook voor mensen van de twintigste eeuw". In het Hervormd Weekblad van 29 juni j.l. schrijft Dr. G. Bos, zelf lid van de commissie die het bewuste rapport heeft samengesteld, over de twee zienswijzen, die voortvloeien uit een verschil in uitleg van de Schriftgegevens. En dan maakt hij de volgende opmerking: „Maar als het zo nauw luistert kan het toch niet zijn dat zonder meer mijn overwegingen géén recht van spreken hebben in en door de kerke- raad? Dat zouden zelfs homosexuele gemeenteleden niet moeten willen! Het gaat om hun leven en toekomst tegenover de Heere God. Ambtsdra gers hebben een speciale roeping die naangaande en over het in praktijk brengen van die roeping zullen zij ter verantwoording geroepen worden door het Hoofd van de Kerk". Mijn briefschrijver zal misschien niet overtuigd zijn. Maar met de bijbel in de hand kan ik zijn standpunt niet delen. Waarnemer 01870 4844 Onafhankelijk HYPOTHEEK-ADVIES HERKINGEN Uitslag P.Y. „de Luchtbede" Wedvlucht uit Aalst d.d. 8 juli 1989. 522 jonge duiven, los om 11.05 uur bij Zuide lijke wind. Afstand 84 km. K Kievit: 1,16,22,34,48,79; J. den Boer: 2,3,5,8,14,17,23,38,40,44,50,55,59,61, 63, 68, 72, 74, 75, 85, 86, 87, 88, 89, 96; Gebr. Logmans: 4, 30, 97; M. Huizer en Zn.: 6, 25, 29, 45, 47, 64, 70, 91, 95; Ph. Logmans: 7,9,10,11,13,18,20,24,26,28, 32,37,39,42,43,54,57,58,60,67,77,101, 102; A. J. A. Volaart: 12,19, 33,35,41,46, 52, 53, 56, 62, 73, 76, 80, 81, 100, 105; J. Molenaar: 15, 21, 65, 66, 92, 93, 94; C. Logmans: 27, 90, 103, 104; I. Kievit: 31, 51,84,98; H. Kievit: 49,69, 82,99; B. v. d. Ochtend: 71. Wedvlucht Dourdan d.d. 10 juli 1989. Oude duiven los om 13.00 uur bij N.W. wind. Afstand 384 km. M. Huizer en Zn.: 1, 3, 4, 5, 6, 8, 11, 19; H. Kievit: 2, 7, 20; A. J. A Volaart: 9; J. den Boer: 10, 17; C. Logmans: 12, 18; B. V. d. Ochtend: 13, 14; C. Auperlee: 15; I. Kievit: 16. SINT ANNALAND De Stichting Ambulancedienst Tholen en Omstreken zal naar verwachting dit najaar kunnen beschikken over een couveuse en een puls-oxymeter in haar voertuig. Donaties van particulieren, verenigingen en bedrijven hebben mo menteel bijna de benodigde twaalfdui zend gulden opgebracht. De Stichting begon in maart van dit jaar met de Aktie Couveuse. Coördinator M. Kwekkeboom koos be- vrast voor het betrekken van de bevol king bij de uitbreiding in de ambulance- wagen. „We hadden ook een verzoek in kunnen dienen bij de betreffende cen trale organisatie voor de gezondheids zorg. Of dit goedgekeurd zou worden is nog maar de vraag. De ambulance ont leent hier haar bestaansrecht aan het feit, dat deze een vrij groot gebied be dient, niet aan de hand van het in wonertal". De verpleger stelt bovendien dat be schikbaarstelling door de gezondheids zorg van de apparatuur een verhoging van de rittarieven zou inhouden. „Ik vond verder ook om publicitaire rede nen een ludieke aktie leuker. De mensen zijn er nu sterker bij betrokken. In het verleden is ook de auto zelf aangeschaft van Rode-Kmis-opbrengsten. De nood zakelijkheid van de apparatuur staat volgens coördinator Kwekkeboom bui ten kijf. Bij vervoer van elke pas-ge- boren baby met of zonder moeder is bij aanwezigheid van een couveuse volgens hem betere controle mogelijk. „En we hebben nu eenmaal een zeer kinderrijk eiland", voegt hij hieraan toe. Ook de pulse-oximeter kan bij vervoer van baby's van groot belang zijn. Met deze apparatuur kan door lichtmeting het zuurstofgehalte in het bloed geme ten worden. In eerste instantie is dit van belang bij volwassen hartpatiënten en mensen met lóngproblemen. Met een aanpassing kan de meter ook bij de cou veuse gebruikt worden. „Een klein zuur stofgebrek kan voor baby's al fatale ge volgen hebben", voert de heer Kwekke boom aan. Tot voor kort telde de opbrengst van de aktie nog niet de helft van het streefbe drag. Een particulier, die overigens an oniem wenst te blijven, zegde toe het res terende bedrag te willen aanvullen. „Jammer dat het bestuur niet met mij heeft overlegd", stelt de heer Kwekke boom. „Zij noemden de gever een be drag van zeseneenhalf duizend gulden waardoor we net de twaalfduizend gul den niet haalden". Kollektebussen in diverse winkels in de kern Sint Maartensdijk, en vanaf vol gende week ook in de andere kernen, en aktiviteiten op de braderie in Sint Maar tensdijk op 29 juli zullen, zo verwacht Kwekkeboom, het nog benodigde be drag wel rond maken. Op 4 september 1990 zal PTT Post een bijzondere postzegel uitgeven met als onderwerp „Honderd jaar Oranjevrou wen op de troon". Daarmee is het al eerder bekend ge maakte postzegelprogramma voor 1990 kompleet. Van 1890 tot 1898 trad Emma, Koningin der Nederlanden, op als regentes. In 1898 volgde Wilhelmina haar moeder op als koningin. In 1948 deed zij afstand van de troon ten gunste van haar doch ter Juliana. En in 1980 werd zij weer opgevolgd door haar dochter Beatrix, die tot op heden de troon bezet. De postzegel zal in een extra groot for maat worden uitgevoerd. De waarde van de zegel wordt 1,50. GOEDE l\/iOED „Heb goede moed. sta op, Hij roept U. (Markus 1049b) Wat kunnen onze woorden soms leeg zijn. Het schrijnendst komt dat toch wel uit bij een ernstige ziekte, bij rouw, of ook bij grote levensvragen. Wat wordt het dan vaak gezegd: Nu, sterkte, hoor! Of: Hoofd omhoog, moed houden, hoor! Maar je moet zélf maar in zulke omstan digheden zitten. Wat betekent zo'n woord „Sterkte!", of „Moed houden!" dan? Ja, waar moet je dan moed en kracht vandaan halen? Laten we naar een antwoord zoeken in deze bekende geschiedenis van de gene zing van de blinde Bartimeus. Want juist Bartimeus is een man die weet wat het is, te moeten leven in de grootste ellende en met niet op te lossen vragen. Hij is blind. Met dat éne woord is zijn leven gete kend. Nooit kan hij iets zien, nooit kan hij normaal werk verrichten, altijd is hij afhankelijk van anderen. Dat betekent dat hij in feite aan de kant gezet is. Hij telt niet mee en niemand houdt eigenlijk rekening met hem. Er blijft voor hem dan ook maar één ding over om nog wat in zijn levensonderhoud te voorzien. Dat is: Bedelen! Elke dag weer zijn hand ophouden en roepen om een aalmoes. Elke dag weer afhankelijk zijn van de goedgeefsheid van andere mensen. Wat een leven moet dat geweest zijn; wat een vragen zal dat gegeven hebben! We kun nen ons levendig indenken dat Barti meus vaak gebukt ging onder moede loosheid en uitzichtloosheid. En dat wordt opzekere dag nog erger; op de dag nog wel dat hij een vonkje hoop gekregen had dat er verandering zou komen in zijn moeilijke omstandighe den. Want terwijl hij die morgen aan de kant van de weg zit te bedelen, hoort hij het gerucht de ronde doen dat Jezus van Nazareth in aantocht is, de Wonderdoe ner over wie iedereen spreekt! Zou Die hem kunnen helpen; Zou Die hem wil len helpen? Hij begint te roepen, te schreeuwen: „Jezus, Gij Zone Davids, ontferm U mijner!" Al zijn verlangen, al zijn hoop legt hij in die éne schreeuw. Maar.... het valt zo tegen. De schare, die zich verdringt om deze Jezus van Naza reth roept hem toe dat hij stil moet zijn. Zó te schreeuwen...., dat past toch niet! En wat doet Bartimeus? Al zinkt zijn moed wellicht weg..., hij begint nog lui der te roepen. Hij kan zijn nood niet voor zich houden. Het moet trouwens maar echt hoog lopen, dan kunnen we niet zwijgen. Maar in zijn hart zullen de vragen zich wél vermenigviildigd heb ben: Zouden die mensen geen gelijk hebben? Past zoiets niet....? Het zou toch geen wonder zijn als de Heere naar mij niet wil omzien? Hij heeft immers nog geen woord gezegd en reist verder naar Jeruzalem zonder aan mijn geroep aan dacht te schenken? En dan gebeurt het: De Heere Jezus staat stil. Bartimeus hoort het gedruis van de voetstappen afnemen. Vaag ver neemt hij dat midden in de schare zacht gesproken wordt. En dan hoort hij plot seling iemand tot hem zeggen: „Heb goede moed, sta op. Hij roept U!" Barti meus staat op. De donkere wolken vol moedeloosheid en uitzichtloosheid ver dwijnen. Hoop begint in zijn hart te glo ren. Hij vat moed! Waaróm staat Bartimeus op en waaróm krijgt hij eigenlijk moed? Neen, niet in de eerste plaats omdat de mensen rondom de Heere Jezus tot hem zeggen: „Houd moed!" Want dat betekent eigen lijk maar heel weinig. Het éne moment zeggen ze: „Houd moed!" en straks zeg gen ze weer: „Houd stil!" Niets kan moeilijker troosten en moed geven dan een mens....! Maar Bartimeus krijgt moed omdat er gegronde reden is om moed te vatten. Die reden is, dat gezegd wordt: „Hij roept U!" In die woorden hoort Bartimeus een genadeboodschap: „Déze bestraft u niet, zoals de schare deed. Hij gaat niet verder op zijn tocht zonder naar u om te zien. Hij wil uit onverdiende ontferming met u te doen hebben, Bartimeus. En daarom: Heb goede moed, sta op, want Hij roept U!" De vraagt komt daarbij boven: Waarom moet Bartimeus eigenlijk opstaan? Waarom komt de Heere Jezus Zélf niet tot Bartimeus en maakt Hij hem ziende door bijvoorbeeld zijn ogen aan te raken of door slijk op zijn ogen te doen? Het antwoord is eigenlijk heel eenvoudig: De Heere vindt dit nu juist nodig voor Bartimeus. Hij moet opstaan en tot de Heere Jezus komen in zijn armoede en met zijn ellende. Dat is ook de reden waarom de Heere hem straks vraagt: „Wat wilt gij dat Ik u doen zal?" Dan mag Bartimeus al zijn nood, zijn zorgen en zijn zonden uitspreken voor Hem. Hij mag komen zoals hij is in zijn blind heid en in zijn schuld. De Heere roept ook ons op om tot Hem te vluchten in de grote nood van ons leven. Hij wacht erop dat wij met al onze vragen, onze nood, ja, met onze hemel hoge schuld tot Hem de toevlucht nemen. Dan komen we niet als vrome mensen, of als mensen met eisen en rechten. Dan komen we in ootmoed en rechteloosheid, onszelf aanklagend voor Hem! En voor hen die Hem zó nederig te voet vallen en ootmoedig pleiten om ontfer ming, valt het mee. Al hebben ze zelf geen hoop en geen moed meer, al heb ben ze alles tegen, tot hen wordt gezegd: „Heb goede moed, sta op. Hij roept U!" En de woorden die Hij tot hen spreekt zijn geen lége woorden, maar evangelie van vrije genade. Daarom geeft het Woord dat Hij door Zijn Geest aan het hart toepast, sterkte en troost bij ernstige ziekte of bij rouw en verdriet. Daarom verdrijft het Woord dat Hij met kracht tot onze ziel spreekt de geestelijke blind heid die ons eigen is en het verlost van het benauwende juk van de zonde. Hoe lang leven we nog door of zoeken we het nog bij onszelf, als er Eén is. Die tot blin den, schuldigen en dwazen laat zeggen: „Heb dan goede moed, sta op. Hij roept U!" A. Baars Voor u op reis gaat moet u zeker het vol gende niet vergeten: - Controleer of uw paspoort niet verlo pen is. - Controleer of uw groene kaart geldig is (zowel of de kaart niet verlopen is als ook of de kaart geldig is in alle lan den waar u door reist). - Als u ziekenfonds verzekerd bent: vraag uw ziekenfonds om een E-111- formulier. - Als u particulier verzekerd bent: kijk na of u in alle landen waar u door of naartoe reist verzekerd bent. - Neem een reisapotheek mee: een fol der met suggesties kunt u bij uw apo theek vragen. - Zorg dat u de belangrijkste medische gegevens bij u hebt en vraag zo nodig uw huisarts of specialist om advies. Als u over een medisch informatiesys teem beschikt (medisch paspoort o.d): kijk dan na of de gegevens nog klop pen en laat uw arts die gegevens zo nodig bijwerken. - Neem als u medicijnen gebruikt een voldoende voorraad mee. - Als u een bril of contactlenzen heeft: neem uw reserveset mee (in sommige landen verplicht als u een voertuig bestuurt). - Indien u medische verbruiksartikelen nodig heeft (stomazakjes e.d.): zorg voor voldoende voorraad. - Informeer bij uw ANWB-kantoor of u een Internationaal Rijbewijs nodig heeft. - Vergeet niet meteen uw ANWB-hand- boek af te halen en neem die mee op reis: er staan tal van handige tips in. - Vraag dan meteen ook om een Inter nationaal Kampeercarnet als u in het buitenland gaat kamperen. - Als u nog geen Internationale Reis- en Kredietbrief heeft, vergeet die dan niet af te sluiten als u met „eigen" ver voer reist. - Vergeet ook zeker niet een reisverze kering af te sluiten. - Vraag om informatiebladen over de landen waar u door of naar toe reist (gratis voor ANWB-leden). - Als u met de auto op reis gaat: laat uw auto voor u vertrekt geheel nakijken, dit kan u onderweg een hoop proble men besparen! - Belaad uw auto goed: verdeel het gewicht 20 veel mogelijk. - Tracht uw imperiaal zo licht mogelijk te belasten. - Als u uw huisdieren meeneemt: zorg voor voldoende voedsel (zeker als ze wat dat betreft kieskeurig zijn!) en overleg met uw dierenarts of ze nog (extra) injecties moeten hebben. U kunt ook om het informatieblad „De hond en de poes tijdens de vakantie" vragen bij de ANWB. - Informeer de „achterblijvers" waaru naar toe reist: geef precies aan waar u zult verblijven en geef ook de route aan die u van plan bent te nemen. - ZORG DAT U GOED UITGERUST OP REIS GAAT! Vergeet onderweg niet: - regelmatig rustpauzes te nemen. - regelmatig uw olie- en waterpeil na te kijken als u met de auto reist. Vergeet op uw vakantiebestemming aangekomen niet: - regelmatig naar de achterblijvers te bellen: het hoeft geen lang gesprek te zijn, maar als u maar weet dat thuis alles in orde is en „thuis" weet dat het goed met u gaat. U kunt dan bijna niet meer voor onplezierige verrassingen komen te staan, wat wel gebeurt als u uw naam in de krant leest of op de radio hoort noemen bij de Radio- oproepen van de ANWB-Alarmcen- trale! - TE GENIETEN VAN UW WELVER DIENDE VAKANTIE! Voor u terugreist moet u niet vergeten: - uw auto nog even na te kijken. - het gewicht zo goed mogelijk over de auto te verdelen. - op tijd vertrekken: laat het niet zo zijn dat een ontspannende vakantie ein digt met spanning omdat u door oponthoud onderweg (file, pech met de auto) dan ineens niet op tijd thuis zou aankomen! SINT ANNALAND Aardappelveiling van dinsdag 11 juli 1989 Doré blok 1 ƒ0,41 - 0,46. Doré blok 2 0,37 -ƒ0,39. Doré gewone apart 0,24 - ƒ0,35. Doré bonken ƒ0,25 -ƒ0,30. Doré kriel 1,26 - 1,34. Première gewone 0,33 - ƒ0,41. Première bonken ƒ0,65 - ƒ0,66. Première drielingen 0,24. Première kriel 1,37. Gloria gewone 0,36 -ƒ0,47. Gloria bonken eerste soort ƒ0,67 -ƒ0,73. Gloria drieUngen 0,26 - 0,27. Gloria kriel 1,40 - ƒ1,45. Eigenheimers gewone ƒ0,40 - ƒ0,66. Eigenheimers drielingen ƒ0,12. Eigenheimers kriel 0,20. Aardappelprijs per kilogram. Aanvoer: 450 ton. De moeder zegt bijna hetzelfde: „Zeker, noe mond puft, zo geeft ze grenzenloze minachting te VERVOLGVERHAAL - 16 - Niet uitgegeven manuscript, beschikbaar gesteld door M. A. Knape Om daar over na te denken begint ze de grote lamp aan te steken, de demonstra tie met het nachtlampje heeft lang genoeg geduurd. Willem doorgrondt de situatie nog altijd niet en zegt opgelucht: „Zoa, noe ke' m'n mekaore zieë". Hij hangt de pook aan de spijker in de schoorsteen. kenne m'n mekaore es in het gezicht kieke!" Maar deze mensen verstaan niet wat het zeggen vril elkander in het gezicht te zien. Tegen Betje valt ze uit: „Bie je in komme weune, zei je.... noait van z'n leven.... noait m'n voeten onder joe taefel, verstae je!.... Dat gaet een paer weken goed en dan is het ouwe wuuf teveul.... Niks, oor!".... Ze veegt haar handen af, het is vol betekenis. Het grieft Betje zó diep, dat ze resoluut haar tra nen droogt en vinnig vraagt: „Wat hei je tegen m'n!" Het is een vraag op de man af, de odue vrouw moet er zich op bezinnen. Ze probeert tijd te win nen door de vraag te herhalen: „Wat ik tegen je ha?!".... Ja, wat heeft ze eigenlijk tegen dit meisje? Ze weet alleen, dat ze Willem niet aan een andere vrouw wil afstaan. Ze durft het niet te erkennen, omdat ze er geen verklaring van zal kunnen geven, en omdat niemand het zal kunnen begrij pen. Ze kan het zelf al evenmin begrijpen, want het is langzaam beginnen te groeien in een tijd toen Willem nog heel klein was, en de dronken vader nog leefde, en de andere kindertjes een voor een naar het kerkhof werden gebracht. Ze verzet zich tegen een opkomend verdriet om hetgeen onafwendbaar is. Er is voor haar slechts één mid del tot verweer tegen de slagen van het harde leven, en tegen de aanvallen van meedogenloze mensen. Iets anders heeft het leven haar niet geleerd. Daarom hanteert ze dat middel ook op een wijze die geheel enig is. Haar gerimpelde gezicht maakt een onbeschrijfelijke grimas, haar kennen: „Wat ik tegen je ha!.... Pffniks, oor,.... heelemaele niks!" Betje kan zich daar niet bij neerleggen. Ze heeft zich voorgenomen om deze vrouw rekenschap te vragen. De stem van de gestorven moeder is weg, en haar tranen heeft ze resoluut afgedroogd. De zakdoek frommelt zenuwachtig in haar handen, het is een heel ding om van iemand reken schap te vorderen. As je dan niks tegen m'n heit, waerom doe je dan aoltoas zoa leelijk. Ik hawe Wullem niet gevroge, oor, mar hie mien!" De tegenpartij wordt er niet mee ontwapend, ze smaalt: „Bel, bel, joe hei je mondje dan bie je, oor, dat mo 'k zegge!" En omdat Betje zo volstrekt geen bres kan schie ten in dit gepantserde hart wordt ze opnieuw over wonnen door haar verdriet. Haar ogen lopen vol water: „Noe bin 'k pas m'n moeder verlore.... en noe had ik gehoopt een tweede moeder te kriegen".... De oude vrouw knikt langzaam en haar stem zegt overtuigend: „Ke' je es voele wat het zegge wil om een kind te verliezen". Betje denkt aan de drie kinderen, die jaren gele den naar het kerkhof zijn gebracht, ze zegt mede lijdend: „Dat weet ik wel". Maar de oude vrouw heeft het anders bedoeld, ze haalt een oud spreekwoord op: „Wie een dochter trouwt wint een zeun, en wie een zeun trouwt houdt niks over.... Mo' je op rekene". Betje stelt gerust: „Da's toch aoltoas niet zoa! ....Zei joe noe es wat, Wullem". Ze kan deze onge lijke strijd niet alleen volhouden, ze is aan het eind van haar krachten. De moeder herhaalt: „Bèjae, zei joe noe toch oak es wat, Wullem, je hei zoa nog niks es gezeid!" Willem lacht overmoedig, hij zal ineens een vol treffer plaatsen en daarmee aan de ruzie een einde maken. Hij vraagt: „Joe bint toch oak niet bie je moeder gebleve!" De oude vrouw is tegen Willem opgewassen. Ze begint dadelijk: „Nee, en daer hawe ik spiet genog van gehad.... Dat mot je noe mar es goed begriepe!" Het klinkt zó diepzinnig, dat het plotseling alle monden stopt. Even later zegt Willem: „Ik za' je mar thuus gaen brienge, Betje". Buiten de deur staan ze even stil. Betje klaagt: „Wat een aevend". Hij heeft medelijden met haar en troost: „'t Zal wel wenne.... ze is niet aores".... Ze kan het zó niet aanvaarden. „Je ken het nog vrom doeë as je wil".... Het komt er haperend uit, want met dqat aanbod wil ze alles opgeven, hij is toch wel goed, en hij is een man.... thuis is het zo eenzaam sinds moeder er niet is, en nu moeders meubeltjes weg zijn. „Je ken het nog vrom doeë".... Haar handen spreken haar woorden tegen, ze grijpt zijn arm beet, alsof ze hem niet los kan laten. Hij kan het toch niet helpen dat zijn moe der zó is! Moet ze hem daarom van zich af stoten? En Willem is wel waarlijk een man. Van de man staat geschreven, dat hij zijn vader en zijn moeder zal verlaten en zijn vrouw aanhangen. Willem is dat zó stellig van plan, dat hij een lelijk woord zegt om het te bevestigen. Betje zegt: „Sstt, foei".... En klagend aanvaardtze: „Dan mot je 't zelf wete". Betje vindt de spaarpot ruim voldoende, ze houdt zijn arm vaster beet terwijl ze tegen de felle vries- wind intomen. Zo komt er weer enig geluk over haar. Ze zegt bezorgd: „As je moeder noe mar nie zoa leelijk bluuft doeë". Ze zal het gepasseerde kennen vergeten, maar ze weet zich zwak tegen nieuwe aanvallen: „wat mot er aores van te recht komme". Hij is vanavond vast besloten en verklaart nadrukkelijk: „As 't niet aores wil dan za' k ze de deure wieze, ik mot geen moeite". Voor Betje is er plotseling weer de stem van de gestorven moeder. Het beangstigt haar, Willem zal zijn eigen moeder de deur wijzen! Maar dat mag niet! Dat zou een oordeel over haar huis kun nen brengen. „Nee, dat doe je niet, Wullem!" Ze zegt het zó stellig, dat het hem alle zekerheid ontneemt: „Nah, dan za 'k nog wel es kieke". Ze gaan door de nachtstille straten. Boven hen is de donkere lucht, nu ze uit het licht van de kamer komen zijn er geen sterren. Alleen is er de felle koude van de winter waartegen ze beschutting zoeken dicht bij elkander. Betje hangt stevig aan zijn arm, hun forse voetstappen weerklinken op de bevroren grond, alsof er slechts één man gaat met haastige schreden. (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1989 | | pagina 5