EIÜVriDEn-IIIEUWS Schurvelingentocht in Ouddorp Overdenking Na Maart, ook Eef en Poulus „van de blöömekasse" De weg naar huis 2/ uit de Heilige Schrift Ketting- formulieren Hekwerk moet auto's uit de berm van de Oesterdam houden HET KIJKVENSTER „Advendo" Ie prijs in afd. Uitmuntendlieid Jan Knape Mzn. 2e Blad VRIJDAG 23 JUNI 1989 No. 5810 blik op kerk en samenleving - De Hervormde Synode - Een vérstrekkende uitspraak - Bezinning nodig! Vorige week vergaderde de Generale Synode van de Nederlandse Hervormde Kerk. Een vergadering die een emotio neel karakter droeg en die waarschijn lijk vérstrekkende gevolgen zal hebben. Jarenlang heeft een bepaalde commissie gewerkt aan een rapport over homofilie. In deze commissie was, zoals we dat noemen, „de breedte van de kerk" verte genwoordigd. Inmiddels lag het resul taat van dat werk op de synodetafel en het voorstel van het moderamen was dit rapport ook goed te keuren. Maar wat gebeurde? Een aantal synodeleden diende een motie in - wat het modera men trouwens sterk had afgeraden! - waarbij aan kerkeraden wordt verboden tucht te oefenen ten aanzien van prakti serende homofielen. De motie werd met een krappe meerderheid aangenomen: 29 tegen 23 stemmen! Het is geen wonder dat na het aanne men van de motie zich een sterke polari satie aftekende tussen de verschillende machtsblokken, en dat een en ander aanleiding werd tot emotionele gesprek ken in de wandelgangen. Vooral zij die zich wensen te houden aan de Heilige Schrift en het belijden van de kerk - en dat zijn heus niet alleen de Gerefor meerde Bonders! - waren verslagen. Het machtsdenken, waarvan de Gerefor meerde Bond herhaaldelijk wordt be schuldigd, had gezegevierd, maar dan van de andere kant! Het trieste van het hele geval is, dat, zoals Dr. J. Hoek te Veenendaal, een van de commissieleden, verklaarde, de bij bel nauwelijks open is geweest. De voor stemmers van de motie hebben zich niet laten leiden door de vraag: wat zegt de bijbel over homoxexualiteit? De kwestie was alleen: mogen we onze homofiele naaste in de kou laten staan? De Schriftgegevens over de homofilie werden buiten spel gezet of niet van toe passing verklaard. Zondag mag geen zonde worden genoemd en als de Hei lige Schrift toch deze zondige praktijken veroordeelt, dan heet dat „tijdge bonden". Voor kerkeraden die zich willen laten leiden door het Woord van God zouden er weleens tijden kunnen aanbreken waarin het moeilijk wordt. Stel dat een praktiserende homofiel aan het Avond maal wil komen en de kerkeraad meent hem dat recht te moeten ontzeggen, dan kan die kerkeraad zelf in aanraking komen met de kerkelijke tucht! Nu is het nog wel de vraag hoeveel rechtskracht zo'n aangenomen motie heeft. Het is geen kerkorde-bepaling. Maar het zal toch in de breedte van de kerk wel beschouwd worden als een nor merende uitspraak. Daar moeten predi kanten en kerkeraden maar mee re kenen. Wat hen natuurlijk niet ontslaat van de plicht om tucht te oefenen. Ze moeten dan wel bereid zijn de conse quenties daarvan te aanvaarden. Ter Synode werd opgemerkt dat er een wissel is omgezet. Het is nog nooit ver toond in de Hervormde Kerk dat op zo'n wijze van bovenaf het recht van de plaatselijke gemeente werd aangetast. De Hervormd-Gereformeerden zullen - dat is al aangekondigd - zich moeten gaan bezinnen op hun positie in de Kerk. Is het nog langer verantwoord lid maat van zo'n kerk te blijven of zo'n kerk in het ambt te dienen? Dat zijn ingrijpende vragen, die wel om een ant woord schreeuwen! Waarnemer op woensdagavond 28 juni a.s. wordt er vanuit de Gereformeerde Kerk te Ouddorp de eerste natuurwandeling van dit zomerseizoen gemaakt. De deelnemers worden daarbij begeleid door ervaren natuurgidsen die alle gebie den op hun duimpje kennen en garant staan voor een boeiende en leerzame excur sie. Zij brengen de deelnemers op de fraaiste, alleen te voet bereikbare, plekjes in het unieke Ouddorpse schurvelingenlandschap. Vertrek vanaf de Gereformeerde Kerk (ingang Dorpstienden) om 19.00 uur. De tocht duurt ca. 2 uur. Deelname en koffie of frisdrank na afloop is gratis. II II Wij verzorgen ze voor u. drukkerij kranse bv OOLTGENSPLAAT Zaterdag 17 juni 1989 werd te Alphen (N.Br.) een Zangconcours gehouden ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het Alphens Mannenkoor en het 35- jarig bestaan van het Dameskoor ,Avanti". Aan dit Internationaal Con cours werd ook deel genomen door de Gem. Zangvereniging „Advendo" uit Ooltgensplaat, die 's morgens als eerste optrad. In de afdeling Uitmuntendheid behaalde men een eerste prijs met 311 punten. Als verplicht werk werd uitgevoerd: „Ich hab' die Nacht getraumet" van Max Reger, als keuzewerk bracht „Advendo" ten gehore: „The Piper O'Dundee" van Antoon Maessen. Door ziekte van de dirigent, de heer C. C. van den Heuvel trad als dirigente op het koorlid, mevrouw Sarita van Steeg- van de Steenhoven. Aan het concours werd door 17 koren deelgenomen. De jury bestond uit de heren: Jan Vermulst, voorzitter en W. Lüderitz en H. Tuer- lings. Een mooi op kunstdrukpapier uitge voerd programma gaf de geschiedenis van de twee jubilerende koren overzich telijk weer, verlucht met enkele foto's. SINT ANNALAND Provinciale Waterstaat heeft in de berm bij de Oesterdam op de meest brede stukken stalen hekwerken ingegraven. Deze obstakels moeten het automobilis ten verhinderen om van de hoofdrij baan de parallelweg te bereiken en omgekeerd, op andere plaatsen dan die, die daarvoor aangegeven zijn. Veel auto mobilisten blijven, met name daar waar de beide rijbanen nagenoeg op dezelfde hoogte liggen, over de tussenberm rij den. Deze maatregel hiertegen is, zo legt ir. A. Lievense van de provinciale water staat uit, in de eerste plaats uit veilig heidsoverweging genomen. „Wanneer automobilisten op een willekeurige plaats van de parallelweg de rijbaan opkomen, rekenen andere weggebrui kers daar niet op". De groenstrook werd door het oneigenlijk gebruik bovendien steeds kapot gereden. De parallelweg, die overigens gedeeltelijk alleen voor fietsers en landbouwverkeer, gedeelte lijk voor alle verkeer toegankelijk is, wordt met name opgezocht door auto's met surfers en pierenstekers. 01870 4844 veel en snelle verkopen! Niet bezorgd zijn!? „Zijt dan niet bezorgd tegen de mor gen; want de morgen zal voor het zijne zorgen: elke dag heeft genoeg aan zijn zelfs kwaad". (Mattheüs 6 34) Wie is er zonder zorgen? Wie kan ze echter terzijde schuiven zon der oppervlakkig te zijn en zichzelf èn anderen te misleiden: De ernstig zieke, die doet alsof er niets aan de hand is; de bedroefde, rouwende familie, die met een maar weer overgaat tot de orde van de dag; de ouders die hun kind de ver keerde weg zien inslaan maar tegen iedereen zeggen, dat het zo goed met hem gaat. Moet dat zó? Kan en mag dat? Misleiden we dan onszelf en anderen niet op een verschrikkelijke manier? Neen, dat is géén goede manier van leven en met elkaar en de zorgen van het leven omgaan! Toch staan de woorden „Zijt dan niet bezorgd" midden in de Bergrede van de Heere Jezus. Hij heeft dan gesproken over de onbezorgdheid van de vogels en over de schoonheid van de leliën op het veld: De één kent nog minder gevoel van bezorgdheid dan de ander maar toch worden de vogels gevoed en is de heer lijkheid van Salomo minder dan die van de leliën op het veld! En dat terwijl vogels en lelies toch ver in waarde ach terblijven bij de mens.... „Niet bezorgd zijn"! Bezorgd zijn is iets van de heidenen. De mens, die God niet kent, maakt zich druk van de vroege morgen tot de late avond. Hij denkt dat hij het allemaal zelf moet regelen en handelt daar ook naar. Alsof hij ijzer met handen zou kunnen breken. Velen die beter zouden moeten weten handelen niet anders. Ze liggen zelfs bij nacht in hun bed te woelen en proberen wegen en oplossingen te vinden om uit hun problemen te komen. Wie gaat er niet mank aan? Wie kan zijn handen in onschuld wassen en zeggen dat het van hem of haar niet geldt? Het is ook wel begrijpelijk, want we kun nen in grote nood verkeren en veel leeu wen en beteren op onze weg zien: Wie vreest niet op zijn tijd, dat de gevreesde ziekte hem of haar ten deel zal vallen? Of verlammingen zullen treffen. Of de dementie zal toeslaan bij het ouder wor den. En zeker als u achter al die moge lijkheden de oorzaak er van ziet en weet dat u niet beter bent of meer rechten op gezondheid en voorspoed hebt dan een ander die door een last van plagen gebukt door het leven gaat. Toch slaat de Heere Jezus ons dat alles uit handen! Het moge u treffen en beschaamd het hoofd doen buigen om uit Zijn Woord weer moed te putten en u over te geven aan Zijn voorzienig bestel en vaderlijke zorg.... Dus toch maar oppervlakkig leven en alle bezwaren wegwuiven? Zijn we dan van heidenen christenen geworden? Is het kenmerk van bijbels leven, dat we nooit meer ergens om wakker liggen en altijd opgewekt en blijmoedig zijn? Wat kan dat onnatuurlijk en opgelegd overkomen. Daar kun je echt vraagte kens bij zetten als ik de levensgang en houding van de helden des geloofs en vele anderen ernaast leg. Er moet en mag ook zorg zijn: Er is zoveel te klagen en te dragen. Deze aarde is en blijft een tranendal en wie een toren bouwt moet eerst de kosten berekenen. Tenslotte heeft de Heere ons verantwoordelijkheid gegeven boven de vogels en zeker boven de bloemen van het veld! Daar kunnen we mee worstelen en ons machteloos bij voelen. Dan geldt ook daar: „Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal?" Dat leert afhankelijkheid en oefent in de overgave des geloofs en het vertrouwen op de Heere.... Hoe moeten we dan de tekst van de onbezorgdheid verstaan? Wat is haar geheim? Wel, de tekst die eraan voorafgaat geeft er het juiste zicht op: „Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toege worpen worden". We moeten zélf uit het middelpunt van al ons willen en wensen, denken en begeren, doen en laten. De Héére moet in het centrum van ons leven komen te staan met Zijn gerechtigheid. De onver diende, door Christus verworven ge rechtigheid, die een zondaar in het reine brengt met de Heere, waardoor alle din gen gaan medewerken ten goede. Dan komen de grote en kleine zorgen in eeu- wigheidslicht te staan en schrompelen ze ineen tot bijzaken, die kunnen wach ten. Op zichzelf zwaar genoeg. We behoeven daar niet geringschattend over te den ken en te spreken. Het kwaad waar we dagelijks mee in aanraking en gecon fronteerd worden moet niet gebagatelli seerd worden. Er is elke dag genoeg te verwerken. Daar behoeven we het moge lijke van morgen niet nog eens bij te nemen: Dan hebben we meer te dragen dan God te dragen geeft! Levend van Christus' gerechtigheid kan door het geloof in Hem en met de kracht van de Heilige Geest het kruis niet boven onze kracht gaan en zelfs met vreugde achter Hem aan gedragen wor den. Daar worden we reeds door ons doopformulier op gewezen.... Middelhamis W. H. van Kooten OUDDORP Maart Grinwis die de bloemisterij van zijn schoonvader zo succesvol voortzet heeft zich onder zijn dorpsgenoten al de eervolle bijnaam „Maertje van de blóómekasse" verworven en sommige van zijn gezinsleden lijken hem daarin te gaan volgen. De liefde voor het bloemenvak blijkt n.l. ook zijn beide oudste zoons te hebben gegrepen, want ook zij werken met veel ambitie mee in het bedrijf dat aan de Dijk stelweg gevestigd is. Vorige week slaagden zoons Eef en Poulus voor resp. het Middenstandsdiploma en de bloembindersopleiding, waarmee Eef die al eerder z'n vakdiploma haalde volledig gediplomeerd is. De klanten deelden vrijdag en zaterdag mee in de blijdschap die er heerste, in de bloemenkas nog eens extra onder de aandacht gebracht met felicitatieteksten die tussen de bloemen waren opgehangen. De twee geno ten hun opleiding aan de Hugo de Vriesschool te Rotterdam. VERVOLGVERHAAL - 10 - Niet uitgegeven manuscript, beschikbaar gesteld door M. A. Knape Vooral Gerrit z'n vrouw neemt Betje zeer kwalijk wat ze gezegd heeft: „We hebbe d'r altijd mar angehange, of we d'r nie ware. Wat zou het, mens", zegt ze tegen Jans, „is het nog te veel om es een lettertje te schrijven, krijg je 's avonds een telegram: kom dadelijk. En as Frans het niet gedaan had dan hadde we 't mis schien nog niet gewete!" Ze wil trouwens neit veel van de erfenis hebben, „want me hebbe gelukkig niks nodig en me benne niet van plan om ons eige af te laaien, niewaar Gerrit". Betje verdedigd zich, dat ze geen tijding gedaan heeft. Ze rekende er op, dat een van de anderen het doen zou, en moeder dacht het ook. Er was immers voor zoveel te zorgen, „m'n hoad liep kompleet om", het kwam zo onverwacht. „Ja, ja, smoesjes, 't is vandaag of gistere niet gekomme!" Mariet klaagt opnieuw: „Moeder d'r lieve bul letjes". Ze probeert een schone schijn aan de zaak te geven. Jans vraagt aan Betje: „Doch' je, dat wielle mit zoa'n kappetaol de deur uutgegaen wazze toen m'n trouwende! O, ik had oak niet veul meer as dat ik an had, oor!" „Wullem hei wel een goeie spaerpot", grappigt er een, „geen waer, Wullem?" Maar Willem zit zijn voeten nog altijd te warmen. En de anderen vinden een grap voor 't ogenblik zeer ongepast. „D'r is nogal wat te deelen oak", zegt Jaap, „mit z'n negenen!" „Dat hawe ik ommers al gezeid", valt Mariet bij. „Mot daer noe nog musje om komme oak! 't Is voor ieder een gedachtenisje!" In gedachten heeft ze reeds beslag gelegd op de mooie pronkjes van de linnenkast. Die zouden op haar linnenkast zo keurig staan. Ze zegt: „Dan zou ik al tevreje weze". „Je mot je beurte mar ofwachte", waar schuwt Lienekee. De verdeling van de nalatenschap dreigt enige strubbeling te geven. Op voorstel van komen ze overeen, dat ieder een keus zal mogen doen in volgorde van zijn ouderdom. Elk één keer, en als ieder een beurt heeft gehad weer van vorenaf aan maar dan in omgekeerde volgorde. Het is een bil lijke regeling. Jaap laat d ekeuze aan zijn vrouw over om er later geen heibel over te hebben. Ze neemt met een effen gezicht de pronkjes van de linnenkast in bezit. Mariet dreigt het op haar zenuwen te krijgen en kreunt, dat het niet eerlijk is, maar ze zal zich met moeders leunstoel scha deloos stellen. As je an de beurte bint", zegt Kees. Maar voor het zover is heeft hij, op aanstoken van zijn vrouw de leunstoel als zijn aandeel in de erfenis opgeëist. Een zenuwtoeval wordt voor Mariet afgewend door de omstandigheid, dat ze dadelijk na Kees gelegenheid krijgt om het kostbaarste stuk van de nalatenschap uit te zoeken. Het blijkt niet gemak kelijk, vier adviezen van haar man worden als onzinnig afgewezen, van alle kanten wordt onge duldig gebromd: „'t is om tuureluurs te worren". „Och, lae 'k dan 't klokje van de muur mar neme, daer was moeder zoa groas op". Betje weigert pertinent van haar rechten gebruik te maken. Het is een onverwachte moeilijkheid, die de voortgang van de boedelscheiding dreigt te verhinderen. Ze proberen Willem te overhalen om Betje's plaats in te nemen. Betje verbiedt het nadrukkelijk: „Dat wi 'k es zieë!" Ik zal d'r m'n eige wel buuten houwe!" zegt Willem haastig. „Mo' je zelf wete", valt Jaap uit. Er schiet hem iets te binnen: „Bi' je nog van plan om mit één van ons mee te gaen?" „Nee". „Wat mo' je dan?" „Hei je niks mee te maeken". Ze schreit van woede. „Bemoei joe je eige daer noe es mee, Wullem". Willem volstaat met de te verklaren, dat hij het een schande vindt, iets dergelijks is nog nooit in het dorp gebeurd. Het is niet waar, want hoe klei ner de erfenis hoe groter de ruzie, en er zijn al heel wat kleine erfenissen in het dorp verdeeld. Nu Willem eenmaal aan het praten is gaat het hem gemakkelijk af. Hij gebruikt enkele minder fat soenlijke woorden om zijn diepe verachting uit te drukken voor wat hier gebeurd. Jaap maakt een kalmerend gebaar met zijn handen: „Je heit er niet mee te maeken, want je binne nog niet getrouwd". Dat is zo kennelijk de waarheid, dat Willem er dadelijk het zwijgen toe doet, zijn hoofd zakt weer voorover en hij klemt zijn han den tussen zijn knieën. „Dus je gae nie mee?" vraagt Jaap opnieuw, bemoedigd door de gemakkelijk behaalde over winning op Willem. „Nee". „Za' je hier motte bluuve, eh". Za 'k wel doeë oak!" Hij knikt in het rond. „Nó', dan zal ze een bed noadig hawe, en een taefel en een paer stoelen.... Dat is dan Betje d'r andeel". Het wordt goedgevonden. Er zijn enkele teleurge stelde gezichten, een bed, een tafel.... het zijn de kostbaarste stukken. Toch heeft ieder dit zien aankomen, want er is nog niemand geweest die beslag op dit onmisbare huisraad heeft durven leggen. „Ik wille d'r niks van hawe!" „M'n laete 'n het tóch hier!" „Je hoef noait bie m'n in de deur te kommen" dreigt Willem. „'t Zal wel zakke", voorspelt Jaap. Als ze naar huis gaat neemt Jaap z'n vrouw de pronkjes van de linnenkast mee in haar schort. Het kastje zelf is met algemeen goedvinden nog aan Betje toegewezen. „Draeg joe noe 't aore", zegt ze tegen haar man. Het is een goed idee. Kees knikt: „'t Is noe donker, d'r heit geen mens mee te maeken". Hij zoekt zijn eigendommen bijeen. De anderen volgen zijn voorbeeld. Het geeft een hele drukte. Jaap is de laatste die weggaat, hij heeft zijn vrouw vooruit gestuurd: „Ik komme wel". Nu is hij onder de indruk van het beroofde huisje. „Dus je weet het, Betje, je ken komme as je wil". Betje geeft er geen antwoord op. Tegen Willem zegt ze: „Gae noe oak mar naer huus, je moeder zal wel dienke: waer bluuft 'n. 't Is laete geworre". Ze wil op de klok kijken, maar die is er niet meer. Willem doet hulpeloos. Hij blijft bij de kamer deur staan alsof er nog iets voor hem te doen is. Ze dringt hem in het voorhuis: „Daaaggg".... „Daaaggg", zegt ook Willem. Buiten kijkt hij naar de lucht. Ze volgt hem op het stoepje, de nacht wind verkoelt haar heet gezicht. Hij zegt: „'t Loekje stae maer scherp". (wordt vervolgd) H: Voorstraat 13, 3245 BG Sommelsdijk Tel. 01870-2275. b.v. ^^^^^^^^^^^^^^,j^^jf,,^^^^^^^^,^^if,^i^^if.^i^^i^^.^.^^.^if.if.if.if.^^^.^i^^^if,if.if.^i^,f,,f,if,^^i^i^,^^^^

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1989 | | pagina 5