EIIIVriDEI1-l1IEUW5 POSllüllS De mooiste steden van Nederland De weg naar huis Z/ Opgepast voor teken Commissie Grondwaterbelieer: „Zoutgehalte Zoommeer te lioog!" Orgelconcert Grote Kerk Dordrecht No. 5806 HET KIJKVENSTER - De wervingskracht van de kerk - Belijdenis en apostolaat - Evangelisatiewerk wij drukken ze vakkundig, vliegensvlug en voor een redelijke prijs drukkerij kranse bv II II Woensdag 14 juni 1989; aanvang 20.00 uur; organist: Piet Westhoeve GEKOOIDE Kcvens VRUCHTJES ONTZWAVELSN PAUS ADKIANUS SPIKKELS EN SPETTERS 01870 4844 Gratis taxatie van uw huis de juiste |QS taxatie... Makelaar Tamboer GEUREND MET TABAK VERVOLGVERHAAL Jan Knape Mzn. - 6 - Niet uitgegeven manuscript, beschikbaar gesteld door M. A. Knape 2e Blad VRIJDAG 9 JUNI 1989 blik op kerk en samenleving Reeds één- en andermaal waren we in onze gedachten bezig met de problemen rondom de saecularisatie en de kerkver lating. Het is onmiskenbaar: met name de grote kerken (Rooms-Katholiek, Ne derlands Hervormd en Gereformeerd) brokkelen snel af. Leden die niet-prak- tiserend waren, maar nog steeds stonden ingeschreven, snijden ook de formele band met de kerk door. Van hun kant bekeken mag dat een zaak van eerlijk heid zijn, voor de kerken is het bepaald verontrustend, ze raken hun greep kwijt op de rand die weliswaar niet meedeed, maar er nog wel bij hoorde. De vraag die ons vandaag bezig moet houden is: wat doen de kerken eraan om hun mensen erbij te houden of anderen erbij te trekken? De vraag dus naar de wervingskracht van de kerk. Als ik het goed zie staat dat op een nogal laag pitje. De kerken lijken het verschijnsel saecu larisatie te hebben aanvaard en zich erbij neergelegd. Afgezien van het feit dat het zelfs ter linkerzijde - maar daar over schreven we eerder al - wordt toegejuicht. Na de oorlog is er binnen de Hervormde Kerk een felle strijd gevoerd over de vraag naar de volgorde: belijdenis en apostolaat. De toonaangevende kringen in die kerk vonden dat het apostolaat voorrang had boven het belijden. Het wervend bezig zijn was punt één op het programma van de kerk, de belijdenis kwam op de tweede plaats. Die volgorde werd voor de meeste afgevaardigden die zich tot de Gereformeerde Bond reken den, zelfs een reden om tegen het ont werp voor de Nieuwe Kerkorde te stemmen. Zij vonden terecht, denk ik, dat de belijdenis op de eerste en het apostolaat op de tweede plaats kwam. Na meer dan dertig jaar moeten we ons afvragen wat er terecht gekomen is van die drang om apostolair bezig te zijn. In brede kringen van de Hervormde Kerk wordt aan evangelisatiewerk ternauwer nood meer iets gedaan. Dat heeft te maken met een gebrek aan mankracht: waar moeten we de mensen vinden die tijd en moed hebben om met het Evan gelie op pad te gaan naar de steeds groter wordende schare van onkerkelijken. Maar het heeft ook te maken met de syn- cretistische gedachte, dat immers alle godsdiensten toch op hetzelfde neerko men en dat er vele wegen zijn die naar God leiden? Maar ook in de meer rechtse sektor van de kerk blijkt het hoe langer hoe moeilij ker te worden de buitenkerkelijken te bereiken. De mensen zijn individualis tisch geworden en wensen niet te wor den aangetast in hun privacy. Evange- lisatie-lektuur verdwijnt tegelijk met alle huis-aan-huis-reclame in de prulle- mand. Voor persoonlijk bezoek hebben ze geen tijd of de deur wordt niet eens geopend. Evangelisatiewerkers worden dikwijls met Jehovah-getuigen over één kam geschoren. Voorheen konden ze nog weleens aan de deur worden afge blaft, maar zelfs die periode lijkt voorbij. Er heerst meer een stemming van: „u mag van ons gelukkig zijn met uw geloof, maar laat ons als-t-u-blieft met rust". Ik geef toe, het klinkt allemaal niet zo opwekkend. Laat niemand echter den ken dat het met de kerk een snel aflo pende zaak is. Terwijl de kerken leger worden zal Gods huis toch vol worden. En er zullen er - naar het bekende woord uit de Handelingen der Aposte len - zo velen geloven als er verordineerd zijn tot het eeuwige leven. Dat ontslaat natuurlijk niemand van z'n verantwoordelijkheid. We hebben de roeping levende getuigen en leesbare brieven van Christus te zijn. Door ons woord en door onze wandel onze naaste voor Christus te winnen. De beste evangelisatie-methode is altijd nog het persoonlijke voorbeeld. Waarnemer SINT ANNALAND De commissie grondwaterbeheer is van oordeel dat in het einde van vorig jaar (1988) door provinciale staten vast- gestlde grondwaterbeleidsplan onvol doende aandacht is besteed aan alter natieven voor het gebruik van (zoet) grondwater. Met name wordt de aan- voermogelijkheid van zoet water uit het Zoommeer genoemd. De commissie grondwaterbeheer adviseert de minister van Verkeer en Waterstaat dan ook over de provinciale grondwaterplannen. In een reactie wijzen gedeputeerde staten erop, dat de alternatieven vooral moeten worden gezocht in de aanvoer van bui tenaf Het Zeeuwse watersysteem is immers voornamelijk brak tot zout. De provincie Zeeland is - zoals in het grondwaterbeleidsplan is aangegeven - al sterke mate aangewezen op de aan voer van buitenaf. Het Zoommeer biedt vooralsnog geen oplossing, omdat het zoutgehalte in voornoemd meer aan de hoge kant blijft: 300 a 400 mg/I in het Zeeuwse gedeelte. Voor een aanvullende water voorziening op grote schaal voor de landbouw is het Zoommeer wel de enige bron. Dit heeft de aandacht van de provincie Zeeland, zo stellen gedeputeerde staten, maar het valt buiten het kader van de grondwaterwet en het grondwaterplan. Door de slecht doorlatende deklaag in de gebieden, die vanuit het Zoommeer water zouden kunnen worden bediend, zal de aanvoer van het Zoommeerwater bijna alleen het oppervlaktewater (en alles wat daarmee samenhangt) be ïnvloeden. Tenslotte onschrijven gedeputeerde sta ten de opmerking van de commissie dat de Grondwaterwet geen ruimte biedt voor het verlenen van kollektieve ver gunningen voor beregeningen. Het is evenwel de bedoeling dat - om de win bare hoeveelheid zoet grondwater in kreekruggen optimaal te kunnen gebrui ken - de winning van dit zoete grondwa ter plaats vindt door één (gezamenlijke) inrichting, waarbij meerdere afnemers zich zonodig hebben verenigd in een rechtspersoon. Op de kernpunten van het plan heeft de commissie grondwaterbeheer het grond waterbeleidsplan positief beoordeeld. Voorstraat 13, 3245 BG Sommelsdijk Tel. 01870-2275. Het prachtige Kam orgel in de Grote Kerk te Dordrecht is op woensdag 14 juni te beluisteren, bespeeld door de organist Piet Westhoeve. Bij de TV-orgeluitzendingen vanuit de Grote Kerk te Dordrecht enige tijd gele den, was Piet Westhoeve een van de con certgevers. Hij gaf toen een prachtige vertolking van de zesde sonate van Mendelssohn. Ook voor zijn concert op 14 juni heeft hij een prachtig programma, zeer ge schikt voor het Kam orgel, samenge steld. Het concert begint om 20.00 uur. Enkele jaren geleden oogstte Uitgeversmaatschappij The Reader's Digest veel waardering met de schitterende uitgave DORPEN IN NEDERLAND. Meer dan 250 historische dorpen werden daarin uitgebreid belicht. Het succesvolle boek van toen heeft nu een pas send vervolg gekregen. Want met de gloednieuwe uitgave DE MOOISTE STEDEN VAN NEDERLAND bewijst Readers Digest opnieuw haar faam als uitgever van toeristische boeken. Maar liefst 75 steden wordenin dit 324 pagina's tellende boekwerk op grondige wijze geïnventariseerd. Iedere selectie is natuurlijk aan vechtbaar, maar toch is Reader's Digest er uitstekend in geslaagd om een zinvolle invulling te geven aan het begrip „mooiste steden". De samenstellers van het boek baseerden zich namelijk op een drietal criteria. Zo moesten de steden (gemeenten) meer dan 30.000 inwo ners hebben en voorkomen op de lijst van Beschermde Stadsgezich ten. Deze lijst werd gecompleteerd met steden die volgens des kundige toeristische journalisten niet mochten ontbreken in deze unieke uitgave. DE MOOISTE STEDEN VAN NEDERLAND verschaft in een handomdraai het antwoord op allerlei toeristische vragen. Tevens wordt de lokale geschiedenis van alle steden in het boek op pak kende wijze beschreven. Van Maastricht in het uiterste zuiden tot Groningen in het hoge noorden.... grote steden, maar ook heel veel stadjes, die voor velen slechts namen op de landkaart zijn, komen in DE MOOISTE STEDEN VAN NEDERLAND tot leven dank zij meer dan 400 schitterende kleurenfoto's. Bovendien wordt de ligging van alle steden duidelijk aangegeven op praktische oriëntatiekaar tjes, zodat iedereen met DE MOOISTE STEDEN VAN NEDER LAND moeiteloos zijn weg vindt naar al die plekjes, die men minimaal één keer gezien moet hebben. Want als er één boek is dat u laat genieten van de schoonheid, historie en charme van onze steden is het deze uitgave wel. Maar DE MOOISTE STEDEN VAN NEDERLAND is veel meer dan een toeristische uitgave. De onge kende hoeveelheid achtergrondinformatie en de vele prachtige foto's maken het tot een veelzijdig boekwerk. Voor iedereen die alles weten wil over onze steden is deze uitgave beslist onmisbaar! '«•^^Mr, Deze vraag- en antwoord-rubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er kosteloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u sturen aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Post bus 8, Middelharnis, met in de linker bovenhoek „Vragen-rubriek" vermeld. De vragen worden door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending compleet met antwoord in deze rubriek worden ge publiceerd. ZZWANGERSCHAPSPSRIKeieN Ik zie erg tegen een volgende zwangerschap op, omdat ik daarbij zolang last had van misselijkheid. Weet u daar iets tegen? Antwoord: Volgens een Duitse medicus kan de a.s. moeder die narigheid en het braken grotendeels voorkomen door in plaats van 3 maaltijden vaker enige kleine porties tot zich te nemen. Wel moeten daarin de noodzakelijke bouw en voedingsstoffen voor moeder en kind voorkomen. Ik verschoon wekelijks het zand in de vogel kooi. Toch zie ik er telkens kleine kevertjes in. Hoe houd ik mijn kanarie er vrij van? Antwoord: Uw kanarie zal er geen last van hebben, want die piepkleine kever tjes van 1% mm, die u in dat blikje opstuurde, zijn clambidae en die leven van vergane plantedelen. Hun eitjes komen vaak met zand, met zaad of met planten binnen. Kennelijk konden zij zich in uw kooi ontwikkelen. Kippen pikken dergelijke kevertjes op, maar kanaries doen dat niet. Verschoon het zand (liefst schelpzand) voortaan om de dag en vervang het niet gebruikte groen voer dagelijks voor vers en goed gewas sen groen. Het zaad moet echter eerst opgegeten zijn, alvorens u het bakje weer vult. Is het waar, dat zuidvruchten worden gezwaveld? Antwoord: Niet allemaal. Het gebeurt voor verzending om bacteriën en insec ten te doden en de kleur te behouden. Wilt u de zwavel verwijderen, dan moet u dgl. zuidvruchten even opkoken en het kooknat wegdoen. Er zijn desgewenst ook ongezwavelde zuidvruchten te koop, maar dan bestaat er weer kans op de aanwezigheid van ziektekiemen en insekten. Uit een gedicht over paus Adrianus herin nert mijn vader zich nog de regels: „Er liep langs Utrechts straten een knaap van twaalf jaren en ,Als Adriaan de Zesde droeg hij wel kort, maar toch met eer, de pauselijke kroon Kunt u, of anders één van uw lezers, mij aan de ontbrekende dichtregels hel pen? Antwoord: Het zal dan toch van een lezer moeten komen, want wij hebben heel wat dichtwerken en liederenbun dels overhoop gehaald en in diverse archieven gesnuffeld, maar over deze Nederlandse paus nergens een dergelijk vers aangetroffen. Bij het documentatie centrum van de R.K. Universiteit te Nij megen kan na de vakantie nog verder worden gezocht, maar omdat u de titel en schrijver niet weet, en ons geen hou vast kan geven door een bundel, een uit gever of een jaartal te noemen, blijft het zoeken naar de beruchte speld in de hooiberg. Nu zijn er tal van liederen en gedichten tevens op de eerste regel gerangschikt, maar wie zegt ons dat uw aanhef wel de eerste versregel van het eerste couplet is? Bovendien kan het een zelfgemaakt gedicht van een lang gele den overleden predikant, pastoor of schoolhoofd zijn, dat nimmer in druk verschenen is. Mocht een lezer het nog kennen, dan horen we dat graag. Het kan een aantal mensen veel vergeefs zoekwerk besparen! We zien op steeds meer kamerplanten vreemde spikkeltjes en slijmspatten. De bla deren gaan erdoor verdorren en verschrom pelen. Ook de potgrond krijgt vlekken en verkleurt. Hierbij een aantal blaadjes en een schepje aarde. Kunt u nagaan, wat dit voor plantenziekte is? Antwoord: Bij analyse van de toegezon den grond en plantedelen constateerden wij de aanwezigheid van verscheidene schimmelsoorten. Schimmels vormen een uiterst primitieve plantencategorie en de eenvoudigste soorten bestaan slechts uit één of enkele cellen. Ze vor men bolletjes, draadjes, of een bijna onzichtbare slijmerige laag. Schimmels planten zich voort door middel van spo ren: speciale voor de voortplanting bestemde cellen die in ontelbaar veel uiteenlopende vormen voorkomen. Ook het aantal schimmels is zeer groot. Er zijn al zo'n 100.000 soorten onderzocht en beschreven. Alle schimmels zijn voor hun voortbestaan afhankelijk van be staande organische stoffen. Er zijn twee hoofdsoorten: de ene (saprophyten ge naamd) leeft van dood materiaal en de andere (die we parasieten noemen) ont leent zijn voeding aan levende organis men. Er bestaan wel manieren om de vaak zeer besmettelijke schimmels te bestrijden, maar de kans bestaat dat de aanwezige schimmels resident zijn of worden, of dat zij zich toch langs een andere weg weten te verspreiden. Wij adviseren u daarom al uw kamerplanten met potten en al weg te doen. Gegla zuurde sierpotten en voorwerpen die in de omgeving stonden, kunt u met heet sodawater afborstelen en goed laten drogen, liefst in de zon, zodat elke infec tie kan worden voorkómen. Zorg voor ontsmette potgrond van een betrouw bare bloemist, geef uw nieuwe planten niet teveel water, maar verschaf ze wel voldoende licht en lucht. Controleer ze geregeld op schimmels en verwijder een plant zodra u ziet dat ze aangetast is, teneinde zo verdere besmetting tegen te gaan. Ongerustheid over de teken-ziekte heeft bij hondenbezitters geleid tot het vragen naar extra bescherming. Immers bij een wandeling door park of bos haalt hun viervoeter zich snel zo'n beest op de hals. Teken verwijderen kan alleen met een pincet, na verdoving met alcohol of ether in een watje. Maar Frento, het door Akzo ontwikkelde dierverzor gingsprogramma, meldt dat haar vlooi- banden, sprays en poeders niet alleen afdoende zijn tegen vlooien maar even goed tegen de gevreesde teek, dankzij de sterkere werking. Met de hitte van de afgelopen weken is een vlooienband voor elke hond trouwens toch al nood zaak wil men geen vlooienplagen in huis halen. Katten zullen doorgaans minder last hebben van teken, maar geheel uitgeslo ten is dat nooit. De besmetting van teken door bacteriën (lyme-disease) met alle gevolgen van dien voor de mens noopt dan ook tot extra voorzorgsmaatregelen, aldus Frento. in het doolhof van prijskaartjes NVMI Tel. 01870-3477 Ik heb vrij laat siertabak gezaaid. De plan ten doen het uitstekend, maar hoe is de bloeitijd in de regel? Antwoord: Die kan duren van juli tot eind oktober. ^.^.^.l^^.^,^.^.>^4.l^^.^.^.l^^.^.^.^^.)^l^^.^.^.^.^.t^l^^.3^)^^.^.lf.^.^.l^^■l^^■^■l^l^l^^.^.l^.l^^■l^ltl^^.>^^.^.l^^.^^^ Zoiets zou het einde kunnen verhaasten en het kan nergens goed voor zijn. Betje begint opnieuw over de rust en de stilte, die de dokter nodig acht. De oude vrouw geeft haar pogingen op, ze smekt koortsig met haar lippen en zegt: „Je mot het toch mar es bie de aore laete zegge sommedeen. Vraegt het mar an de kinders van hiemeffen as ze strakjes uut schoole komme". Als weduwvrouw is ze gewend om alles in haar leven zelf en tot in bijzonderhe den te regelen, daarom zegt ze er bij: „Geeft de kinders ieder mar een brokke, daer binne d'r nog wel in 't doasje". Het geeft dadelijk veel drukte in het kleine huisje. Acht getrouwde kinderen brengen acht aange trouwde kinderen mee, en er zijn wel twintig kleinkinderen. Dadelijk nadat de buurjongetjes de familie op de hoogte hebben gesteld begint het te lopen. Mariet is de eerste, erg zenuwachtig, ze laat de voordeur wagenwijd openstaan en holt re gelrecht naar de bedstee, waar ze in luid gejam mer losbreekt: „Modde m'n je noe zoa onver wachts verlieze". Ze wordt door Betje naar de keuken geloodst en met koud water weer op haar verhaal gebracht. Jans komt nog net op tijd om haar strenge afkeuring over zoveel kabaal uit te spreken, ze vonnist: „Hard gekrege, gaauw verge- te!" Hoe gaet het mit je, moeder, bi'je ziek?" Fran- sien grinnikt: „Ze hei last van d'r geweten". Zelfs de driejarige Suze van Dienekee komt met haar moeder van haar belangstelling blijk geven. Ze moet op haar tenen gaan staan om een tip van opoe's witte muts te kunnen zien. „Ik ke' je niet vinde, opoe". Er komt een oude hand om het witte kruUekoepje te strelen. „Dag opoetje, bi' je ziek, opoe? Mo' je noe weer eitjes ete, opoe? Krieg ik dan weer 't kopje, opoe?" Totdat Betje het meisje weg probeert te krijgen: „Sstt, opoe is zoa ziek". Het kind stribbelt tegen: „Ik is opoe's meisje". De dokter schudt zijn hoofd. Dat is volstrekt zijn bedoeling niet geweest. De kamer is vol mensen. Dienekee zit bij het raam, ze houdt Suze vast, die op de tafel is gekropen en een spelletje speelt met opoe's suikerpot en melkkan. Aan de andere kant van de tafel heeft Fransien zich in moeders stoel genesteld. De beide zusters hebben de hoofden over de tafel heen naar elkander toegebogen om fluisterend een gesprek te kunnen voeren. Ze sta ken hun discours bij de komst van de dokter: „Bel, daer hei je den dokter". De kleine Suze krijgt een klets op haar bezige handjes, de suikerpot wordt haar afgenomen, de melkkan zeer nadrukkelijk op het theeblad neergezet. „Komt er noe nog es an, zeg ik je". Het kind wordt aan de arm heen en weer geschud om een opkomende huilbui te sus sen. „Daer hei je den dokter, pas op, nie schreeu- we, oor". „Hie za' je de pokken ininte", dreigt de tante. Het kind laat zich van de tafel in de schoot van de moeder rollen en smoort haar snikken in het schort, dat ze beschermend over zich heen- trekt. Jaap en Kees staan bij de bedstee, ze zijn even van hun werk aan de Kaai weggelopen en vertellen aan de oude vrouw, dat het hun werkelijk meevalt. Ze hadden er toevallig iets van gehoord want ze waren niet thuis geweest om te eten. Jaap zegt te gen de dokter: „Ik doche, dat er ik-weet-nie-wat gaende was". En Kees: „'t Zal wel schikke, wasjoe dokter". De buurvrouw bij de kachel is het daar mee eens, ze doet een verhaal van haar eigen on gesteldheid. Dat alles moet dienen om de zieke te bemoedigen. De beide jongens maken ruimte voor de dokter. En de buurvrouw vraagt astrant: „Wat zou dat toch kenne weze, dokter, al mar zul ke pien hier". Ze wrijft met allebei haar handen over haar buik. „Zou ik es een dokter over raad plegen", adviseert de arts met een effen hoofd knik. Betje schuift de gordijnen van de bedstee zover mogelijk open. Ze vergoelijkt: „Dat hei je in die kleine huusjes, dokter, je ken iedereen toch niet buten de deure houwe". De dokter staat met gerimpeld voorhoofd te pein zen. Het is zo, maar het is voor een zieke niet goed. Het is al erg om in zo'n kleine, bedompte bedstee te liggen. En de kamer is ook al niet groot. Hij weet er geen oplossing voor: „Toch zoveel mogelijk stilte". Dienekee vraagt: „Zoue m'n d'r vannacht nie bie motte waeke, dokter, want Kees die zeit daer noe wel: 't zal wel schikke, mar ik vinde ze mar vrak, oor. Is 't geen waer, moeder, je bint hard ziek, eh? Bé jaet, mens, ik zien het wel". De dokter vindt het niet nodig om er vannacht bij te waken. En de zieke zelf vindt het ook niet no dig. Dienekee sputtert tegen, ze komt bij de bed stee staan. „M'n zieë d'r niet tegen op, oor". „Dat weet ik wel, kind, mar Betje zal vannacht wel bie m'n opbluve as 't noadig is, en dan kenne m'n mergennacht weer wel vaorder kieke". Bij de deur smoest de dokter met Betje, dat ze de patiënt geen ogenblik alleen moet laten, en dat ze een middel moet zoeken om aan die herrie een einde te maken. Zijn ogen kijken woedend de ka mer in het rond, hij zegt een lelijk woord en gaat weg. Jaap en Kees gaan naar hun werk met de belofte, dat ze vanavond na den eten terug zullen komen. „Sommedeen komt m'n vrouwe nog", belooft Jaap, „ik zal heen en de weer thuus anloape". „Ik gloaf, dat den dokter d'r nie veul mee op had", zegt Fransien, „zou je nog geen eens es bie je ouwe moeder magge kieke. Zukke lui kenne makkelijk klesse, ze hawe honderd kaemers in d'r huus". „Ik gloave toch, dat moeder d'r last van heit", pro beert Betje voorzichtig te overtuigen, „ze ziet zoa road". „Da's de koorse", zegt Dienekee. En de buurvrouw, die van veraltereerdheid tot nu toe niet heeft kunnen praten, valt heftig uit: „wat een bobberkop! Nee, dan dokter Verspille, oor! Die weet hoe 'n een mens behandele mot!" 's Avonds om tien uur jaagt de oude vrouw ieder een naar huis met te zeggen, dat ze moe is en sla pen wil. Jans heeft nog helemaal geen haast: „Az- ze m'n dan de gordientjes es dicht doeë en de deurtjes anzette". „Die motte ope bluuve voor de luchtigheid", zegt Betje. „Me zalle wel zachtjes praete", belooft Frans. „Hei ze nog last van 't licht", houdt Betje vol. Daar weet Kees wel raad op: „Doeë m'n de groate lamp uut en zette m'n 't kleine lampje op taefel". De oude vrouw overwint de tegenstand met te ver klaren, dat ze zo blij is met de belangstelling. (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1989 | | pagina 5