EIIIVriDEI1-l1IEUW5
POSllüllS
De mooiste steden
van Nederland
De weg
naar huis
Z/
Opgepast voor teken
Commissie Grondwaterbelieer:
„Zoutgehalte Zoommeer
te lioog!"
Orgelconcert
Grote Kerk Dordrecht
No. 5806
HET
KIJKVENSTER
- De wervingskracht van de kerk
- Belijdenis en apostolaat
- Evangelisatiewerk
wij drukken ze
vakkundig, vliegensvlug
en voor een redelijke prijs
drukkerij kranse bv
II
II
Woensdag 14 juni 1989;
aanvang 20.00 uur;
organist: Piet Westhoeve
GEKOOIDE Kcvens
VRUCHTJES ONTZWAVELSN
PAUS ADKIANUS
SPIKKELS EN SPETTERS
01870
4844
Gratis taxatie van uw huis
de juiste |QS
taxatie...
Makelaar Tamboer
GEUREND MET TABAK
VERVOLGVERHAAL
Jan Knape Mzn.
- 6 -
Niet uitgegeven manuscript,
beschikbaar gesteld door
M. A. Knape
2e Blad
VRIJDAG 9 JUNI 1989
blik op kerk
en samenleving
Reeds één- en andermaal waren we in
onze gedachten bezig met de problemen
rondom de saecularisatie en de kerkver
lating. Het is onmiskenbaar: met name
de grote kerken (Rooms-Katholiek, Ne
derlands Hervormd en Gereformeerd)
brokkelen snel af. Leden die niet-prak-
tiserend waren, maar nog steeds stonden
ingeschreven, snijden ook de formele
band met de kerk door. Van hun kant
bekeken mag dat een zaak van eerlijk
heid zijn, voor de kerken is het bepaald
verontrustend, ze raken hun greep kwijt
op de rand die weliswaar niet meedeed,
maar er nog wel bij hoorde.
De vraag die ons vandaag bezig moet
houden is: wat doen de kerken eraan om
hun mensen erbij te houden of anderen
erbij te trekken? De vraag dus naar de
wervingskracht van de kerk. Als ik het
goed zie staat dat op een nogal laag pitje.
De kerken lijken het verschijnsel saecu
larisatie te hebben aanvaard en zich
erbij neergelegd. Afgezien van het feit
dat het zelfs ter linkerzijde - maar daar
over schreven we eerder al - wordt
toegejuicht.
Na de oorlog is er binnen de Hervormde
Kerk een felle strijd gevoerd over de
vraag naar de volgorde: belijdenis en
apostolaat. De toonaangevende kringen
in die kerk vonden dat het apostolaat
voorrang had boven het belijden. Het
wervend bezig zijn was punt één op het
programma van de kerk, de belijdenis
kwam op de tweede plaats. Die volgorde
werd voor de meeste afgevaardigden die
zich tot de Gereformeerde Bond reken
den, zelfs een reden om tegen het ont
werp voor de Nieuwe Kerkorde te
stemmen. Zij vonden terecht, denk ik,
dat de belijdenis op de eerste en het
apostolaat op de tweede plaats kwam.
Na meer dan dertig jaar moeten we ons
afvragen wat er terecht gekomen is van
die drang om apostolair bezig te zijn. In
brede kringen van de Hervormde Kerk
wordt aan evangelisatiewerk ternauwer
nood meer iets gedaan. Dat heeft te
maken met een gebrek aan mankracht:
waar moeten we de mensen vinden die
tijd en moed hebben om met het Evan
gelie op pad te gaan naar de steeds groter
wordende schare van onkerkelijken.
Maar het heeft ook te maken met de syn-
cretistische gedachte, dat immers alle
godsdiensten toch op hetzelfde neerko
men en dat er vele wegen zijn die naar
God leiden?
Maar ook in de meer rechtse sektor van
de kerk blijkt het hoe langer hoe moeilij
ker te worden de buitenkerkelijken te
bereiken. De mensen zijn individualis
tisch geworden en wensen niet te wor
den aangetast in hun privacy. Evange-
lisatie-lektuur verdwijnt tegelijk met alle
huis-aan-huis-reclame in de prulle-
mand. Voor persoonlijk bezoek hebben
ze geen tijd of de deur wordt niet eens
geopend. Evangelisatiewerkers worden
dikwijls met Jehovah-getuigen over één
kam geschoren. Voorheen konden ze
nog weleens aan de deur worden afge
blaft, maar zelfs die periode lijkt voorbij.
Er heerst meer een stemming van: „u
mag van ons gelukkig zijn met uw
geloof, maar laat ons als-t-u-blieft met
rust".
Ik geef toe, het klinkt allemaal niet zo
opwekkend. Laat niemand echter den
ken dat het met de kerk een snel aflo
pende zaak is. Terwijl de kerken leger
worden zal Gods huis toch vol worden.
En er zullen er - naar het bekende
woord uit de Handelingen der Aposte
len - zo velen geloven als er verordineerd
zijn tot het eeuwige leven.
Dat ontslaat natuurlijk niemand van z'n
verantwoordelijkheid. We hebben de
roeping levende getuigen en leesbare
brieven van Christus te zijn. Door ons
woord en door onze wandel onze naaste
voor Christus te winnen. De beste
evangelisatie-methode is altijd nog het
persoonlijke voorbeeld.
Waarnemer
SINT ANNALAND
De commissie grondwaterbeheer is van
oordeel dat in het einde van vorig jaar
(1988) door provinciale staten vast-
gestlde grondwaterbeleidsplan onvol
doende aandacht is besteed aan alter
natieven voor het gebruik van (zoet)
grondwater. Met name wordt de aan-
voermogelijkheid van zoet water uit het
Zoommeer genoemd. De commissie
grondwaterbeheer adviseert de minister
van Verkeer en Waterstaat dan ook over
de provinciale grondwaterplannen. In
een reactie wijzen gedeputeerde staten
erop, dat de alternatieven vooral moeten
worden gezocht in de aanvoer van bui
tenaf Het Zeeuwse watersysteem is
immers voornamelijk brak tot zout. De
provincie Zeeland is - zoals in het
grondwaterbeleidsplan is aangegeven -
al sterke mate aangewezen op de aan
voer van buitenaf.
Het Zoommeer biedt vooralsnog geen
oplossing, omdat het zoutgehalte in
voornoemd meer aan de hoge kant
blijft: 300 a 400 mg/I in het Zeeuwse
gedeelte. Voor een aanvullende water
voorziening op grote schaal voor de
landbouw is het Zoommeer wel de enige
bron.
Dit heeft de aandacht van de provincie
Zeeland, zo stellen gedeputeerde staten,
maar het valt buiten het kader van de
grondwaterwet en het grondwaterplan.
Door de slecht doorlatende deklaag in
de gebieden, die vanuit het Zoommeer
water zouden kunnen worden bediend,
zal de aanvoer van het Zoommeerwater
bijna alleen het oppervlaktewater (en
alles wat daarmee samenhangt) be
ïnvloeden.
Tenslotte onschrijven gedeputeerde sta
ten de opmerking van de commissie dat
de Grondwaterwet geen ruimte biedt
voor het verlenen van kollektieve ver
gunningen voor beregeningen. Het is
evenwel de bedoeling dat - om de win
bare hoeveelheid zoet grondwater in
kreekruggen optimaal te kunnen gebrui
ken - de winning van dit zoete grondwa
ter plaats vindt door één (gezamenlijke)
inrichting, waarbij meerdere afnemers
zich zonodig hebben verenigd in een
rechtspersoon.
Op de kernpunten van het plan heeft de
commissie grondwaterbeheer het grond
waterbeleidsplan positief beoordeeld.
Voorstraat 13, 3245 BG Sommelsdijk
Tel. 01870-2275.
Het prachtige Kam orgel in de Grote
Kerk te Dordrecht is op woensdag 14
juni te beluisteren, bespeeld door de
organist Piet Westhoeve.
Bij de TV-orgeluitzendingen vanuit de
Grote Kerk te Dordrecht enige tijd gele
den, was Piet Westhoeve een van de con
certgevers. Hij gaf toen een prachtige
vertolking van de zesde sonate van
Mendelssohn.
Ook voor zijn concert op 14 juni heeft
hij een prachtig programma, zeer ge
schikt voor het Kam orgel, samenge
steld. Het concert begint om 20.00 uur.
Enkele jaren geleden oogstte Uitgeversmaatschappij The Reader's
Digest veel waardering met de schitterende uitgave DORPEN IN
NEDERLAND. Meer dan 250 historische dorpen werden daarin
uitgebreid belicht. Het succesvolle boek van toen heeft nu een pas
send vervolg gekregen. Want met de gloednieuwe uitgave DE
MOOISTE STEDEN VAN NEDERLAND bewijst Readers Digest
opnieuw haar faam als uitgever van toeristische boeken.
Maar liefst 75 steden wordenin dit 324 pagina's tellende boekwerk
op grondige wijze geïnventariseerd. Iedere selectie is natuurlijk aan
vechtbaar, maar toch is Reader's Digest er uitstekend in geslaagd om
een zinvolle invulling te geven aan het begrip „mooiste steden". De
samenstellers van het boek baseerden zich namelijk op een drietal
criteria. Zo moesten de steden (gemeenten) meer dan 30.000 inwo
ners hebben en voorkomen op de lijst van Beschermde Stadsgezich
ten. Deze lijst werd gecompleteerd met steden die volgens des
kundige toeristische journalisten niet mochten ontbreken in deze
unieke uitgave.
DE MOOISTE STEDEN VAN NEDERLAND verschaft in een
handomdraai het antwoord op allerlei toeristische vragen. Tevens
wordt de lokale geschiedenis van alle steden in het boek op pak
kende wijze beschreven. Van Maastricht in het uiterste zuiden tot
Groningen in het hoge noorden.... grote steden, maar ook heel veel
stadjes, die voor velen slechts namen op de landkaart zijn, komen in
DE MOOISTE STEDEN VAN NEDERLAND tot leven dank zij
meer dan 400 schitterende kleurenfoto's. Bovendien wordt de ligging
van alle steden duidelijk aangegeven op praktische oriëntatiekaar
tjes, zodat iedereen met DE MOOISTE STEDEN VAN NEDER
LAND moeiteloos zijn weg vindt naar al die plekjes, die men
minimaal één keer gezien moet hebben. Want als er één boek is dat u
laat genieten van de schoonheid, historie en charme van onze steden
is het deze uitgave wel. Maar DE MOOISTE STEDEN VAN
NEDERLAND is veel meer dan een toeristische uitgave. De onge
kende hoeveelheid achtergrondinformatie en de vele prachtige
foto's maken het tot een veelzijdig boekwerk. Voor iedereen die alles
weten wil over onze steden is deze uitgave beslist onmisbaar!
'«•^^Mr,
Deze vraag- en antwoord-rubriek staat
geheel ten dienste van de lezer die er
kosteloos gebruik van kan maken. Uw
vragen op velerlei gebied kunt u sturen
aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Post
bus 8, Middelharnis, met in de linker
bovenhoek „Vragen-rubriek" vermeld.
De vragen worden door deskundigen
beantwoord en zullen binnen enkele
weken na de inzending compleet met
antwoord in deze rubriek worden ge
publiceerd.
ZZWANGERSCHAPSPSRIKeieN
Ik zie erg tegen een volgende zwangerschap
op, omdat ik daarbij zolang last had van
misselijkheid. Weet u daar iets tegen?
Antwoord: Volgens een Duitse medicus
kan de a.s. moeder die narigheid en het
braken grotendeels voorkomen door in
plaats van 3 maaltijden vaker enige
kleine porties tot zich te nemen. Wel
moeten daarin de noodzakelijke bouw
en voedingsstoffen voor moeder en
kind voorkomen.
Ik verschoon wekelijks het zand in de vogel
kooi. Toch zie ik er telkens kleine kevertjes
in. Hoe houd ik mijn kanarie er vrij van?
Antwoord: Uw kanarie zal er geen last
van hebben, want die piepkleine kever
tjes van 1% mm, die u in dat blikje
opstuurde, zijn clambidae en die leven
van vergane plantedelen. Hun eitjes
komen vaak met zand, met zaad of met
planten binnen. Kennelijk konden zij
zich in uw kooi ontwikkelen. Kippen
pikken dergelijke kevertjes op, maar
kanaries doen dat niet. Verschoon het
zand (liefst schelpzand) voortaan om de
dag en vervang het niet gebruikte groen
voer dagelijks voor vers en goed gewas
sen groen. Het zaad moet echter eerst
opgegeten zijn, alvorens u het bakje
weer vult.
Is het waar, dat zuidvruchten worden
gezwaveld?
Antwoord: Niet allemaal. Het gebeurt
voor verzending om bacteriën en insec
ten te doden en de kleur te behouden.
Wilt u de zwavel verwijderen, dan moet
u dgl. zuidvruchten even opkoken en het
kooknat wegdoen. Er zijn desgewenst
ook ongezwavelde zuidvruchten te
koop, maar dan bestaat er weer kans op
de aanwezigheid van ziektekiemen en
insekten.
Uit een gedicht over paus Adrianus herin
nert mijn vader zich nog de regels: „Er liep
langs Utrechts straten een knaap van twaalf
jaren en ,Als Adriaan de Zesde droeg hij
wel kort, maar toch met eer, de pauselijke
kroon Kunt u, of anders één van uw lezers,
mij aan de ontbrekende dichtregels hel
pen?
Antwoord: Het zal dan toch van een
lezer moeten komen, want wij hebben
heel wat dichtwerken en liederenbun
dels overhoop gehaald en in diverse
archieven gesnuffeld, maar over deze
Nederlandse paus nergens een dergelijk
vers aangetroffen. Bij het documentatie
centrum van de R.K. Universiteit te Nij
megen kan na de vakantie nog verder
worden gezocht, maar omdat u de titel
en schrijver niet weet, en ons geen hou
vast kan geven door een bundel, een uit
gever of een jaartal te noemen, blijft het
zoeken naar de beruchte speld in de
hooiberg. Nu zijn er tal van liederen en
gedichten tevens op de eerste regel
gerangschikt, maar wie zegt ons dat uw
aanhef wel de eerste versregel van het
eerste couplet is? Bovendien kan het een
zelfgemaakt gedicht van een lang gele
den overleden predikant, pastoor of
schoolhoofd zijn, dat nimmer in druk
verschenen is. Mocht een lezer het nog
kennen, dan horen we dat graag. Het
kan een aantal mensen veel vergeefs
zoekwerk besparen!
We zien op steeds meer kamerplanten
vreemde spikkeltjes en slijmspatten. De bla
deren gaan erdoor verdorren en verschrom
pelen. Ook de potgrond krijgt vlekken en
verkleurt. Hierbij een aantal blaadjes en
een schepje aarde. Kunt u nagaan, wat dit
voor plantenziekte is?
Antwoord: Bij analyse van de toegezon
den grond en plantedelen constateerden
wij de aanwezigheid van verscheidene
schimmelsoorten. Schimmels vormen
een uiterst primitieve plantencategorie
en de eenvoudigste soorten bestaan
slechts uit één of enkele cellen. Ze vor
men bolletjes, draadjes, of een bijna
onzichtbare slijmerige laag. Schimmels
planten zich voort door middel van spo
ren: speciale voor de voortplanting
bestemde cellen die in ontelbaar veel
uiteenlopende vormen voorkomen. Ook
het aantal schimmels is zeer groot. Er
zijn al zo'n 100.000 soorten onderzocht
en beschreven. Alle schimmels zijn voor
hun voortbestaan afhankelijk van be
staande organische stoffen. Er zijn twee
hoofdsoorten: de ene (saprophyten ge
naamd) leeft van dood materiaal en de
andere (die we parasieten noemen) ont
leent zijn voeding aan levende organis
men. Er bestaan wel manieren om de
vaak zeer besmettelijke schimmels te
bestrijden, maar de kans bestaat dat de
aanwezige schimmels resident zijn of
worden, of dat zij zich toch langs een
andere weg weten te verspreiden. Wij
adviseren u daarom al uw kamerplanten
met potten en al weg te doen. Gegla
zuurde sierpotten en voorwerpen die in
de omgeving stonden, kunt u met heet
sodawater afborstelen en goed laten
drogen, liefst in de zon, zodat elke infec
tie kan worden voorkómen. Zorg voor
ontsmette potgrond van een betrouw
bare bloemist, geef uw nieuwe planten
niet teveel water, maar verschaf ze wel
voldoende licht en lucht. Controleer ze
geregeld op schimmels en verwijder een
plant zodra u ziet dat ze aangetast is,
teneinde zo verdere besmetting tegen
te gaan.
Ongerustheid over de teken-ziekte heeft
bij hondenbezitters geleid tot het vragen
naar extra bescherming. Immers bij een
wandeling door park of bos haalt hun
viervoeter zich snel zo'n beest op de
hals.
Teken verwijderen kan alleen met een
pincet, na verdoving met alcohol of
ether in een watje. Maar Frento, het
door Akzo ontwikkelde dierverzor
gingsprogramma, meldt dat haar vlooi-
banden, sprays en poeders niet alleen
afdoende zijn tegen vlooien maar even
goed tegen de gevreesde teek, dankzij de
sterkere werking. Met de hitte van de
afgelopen weken is een vlooienband
voor elke hond trouwens toch al nood
zaak wil men geen vlooienplagen in
huis halen.
Katten zullen doorgaans minder last
hebben van teken, maar geheel uitgeslo
ten is dat nooit. De besmetting van teken
door bacteriën (lyme-disease) met alle
gevolgen van dien voor de mens noopt
dan ook tot extra voorzorgsmaatregelen,
aldus Frento.
in het doolhof van prijskaartjes
NVMI
Tel. 01870-3477
Ik heb vrij laat siertabak gezaaid. De plan
ten doen het uitstekend, maar hoe is de
bloeitijd in de regel?
Antwoord: Die kan duren van juli tot
eind oktober.
^.^.^.l^^.^,^.^.>^4.l^^.^.^.l^^.^.^.^^.)^l^^.^.^.^.^.t^l^^.3^)^^.^.lf.^.^.l^^■l^^■^■l^l^l^^.^.l^.l^^■l^ltl^^.>^^.^.l^^.^^^
Zoiets zou het einde kunnen verhaasten
en het kan nergens goed voor zijn. Betje
begint opnieuw over de rust en de stilte,
die de dokter nodig acht.
De oude vrouw geeft haar pogingen op,
ze smekt koortsig met haar lippen en
zegt: „Je mot het toch mar es bie de aore
laete zegge sommedeen. Vraegt het mar
an de kinders van hiemeffen as ze strakjes uut
schoole komme". Als weduwvrouw is ze gewend
om alles in haar leven zelf en tot in bijzonderhe
den te regelen, daarom zegt ze er bij: „Geeft de
kinders ieder mar een brokke, daer binne d'r nog
wel in 't doasje".
Het geeft dadelijk veel drukte in het kleine huisje.
Acht getrouwde kinderen brengen acht aange
trouwde kinderen mee, en er zijn wel twintig
kleinkinderen. Dadelijk nadat de buurjongetjes
de familie op de hoogte hebben gesteld begint het
te lopen. Mariet is de eerste, erg zenuwachtig, ze
laat de voordeur wagenwijd openstaan en holt re
gelrecht naar de bedstee, waar ze in luid gejam
mer losbreekt: „Modde m'n je noe zoa onver
wachts verlieze". Ze wordt door Betje naar de
keuken geloodst en met koud water weer op haar
verhaal gebracht. Jans komt nog net op tijd om
haar strenge afkeuring over zoveel kabaal uit te
spreken, ze vonnist: „Hard gekrege, gaauw verge-
te!" Hoe gaet het mit je, moeder, bi'je ziek?" Fran-
sien grinnikt: „Ze hei last van d'r geweten".
Zelfs de driejarige Suze van Dienekee komt met
haar moeder van haar belangstelling blijk geven.
Ze moet op haar tenen gaan staan om een tip van
opoe's witte muts te kunnen zien. „Ik ke' je niet
vinde, opoe". Er komt een oude hand om het witte
kruUekoepje te strelen. „Dag opoetje, bi' je ziek,
opoe? Mo' je noe weer eitjes ete, opoe? Krieg ik
dan weer 't kopje, opoe?" Totdat Betje het meisje
weg probeert te krijgen: „Sstt, opoe is zoa ziek".
Het kind stribbelt tegen: „Ik is opoe's meisje".
De dokter schudt zijn hoofd. Dat is volstrekt zijn
bedoeling niet geweest. De kamer is vol mensen.
Dienekee zit bij het raam, ze houdt Suze vast, die
op de tafel is gekropen en een spelletje speelt met
opoe's suikerpot en melkkan. Aan de andere kant
van de tafel heeft Fransien zich in moeders stoel
genesteld. De beide zusters hebben de hoofden
over de tafel heen naar elkander toegebogen om
fluisterend een gesprek te kunnen voeren. Ze sta
ken hun discours bij de komst van de dokter: „Bel,
daer hei je den dokter". De kleine Suze krijgt een
klets op haar bezige handjes, de suikerpot wordt
haar afgenomen, de melkkan zeer nadrukkelijk
op het theeblad neergezet. „Komt er noe nog es
an, zeg ik je". Het kind wordt aan de arm heen en
weer geschud om een opkomende huilbui te sus
sen. „Daer hei je den dokter, pas op, nie schreeu-
we, oor". „Hie za' je de pokken ininte", dreigt de
tante. Het kind laat zich van de tafel in de schoot
van de moeder rollen en smoort haar snikken in
het schort, dat ze beschermend over zich heen-
trekt.
Jaap en Kees staan bij de bedstee, ze zijn even van
hun werk aan de Kaai weggelopen en vertellen
aan de oude vrouw, dat het hun werkelijk meevalt.
Ze hadden er toevallig iets van gehoord want ze
waren niet thuis geweest om te eten. Jaap zegt te
gen de dokter: „Ik doche, dat er ik-weet-nie-wat
gaende was". En Kees: „'t Zal wel schikke, wasjoe
dokter". De buurvrouw bij de kachel is het daar
mee eens, ze doet een verhaal van haar eigen on
gesteldheid. Dat alles moet dienen om de zieke te
bemoedigen. De beide jongens maken ruimte
voor de dokter. En de buurvrouw vraagt astrant:
„Wat zou dat toch kenne weze, dokter, al mar zul
ke pien hier". Ze wrijft met allebei haar handen
over haar buik. „Zou ik es een dokter over raad
plegen", adviseert de arts met een effen hoofd
knik.
Betje schuift de gordijnen van de bedstee zover
mogelijk open. Ze vergoelijkt: „Dat hei je in die
kleine huusjes, dokter, je ken iedereen toch niet
buten de deure houwe".
De dokter staat met gerimpeld voorhoofd te pein
zen. Het is zo, maar het is voor een zieke niet goed.
Het is al erg om in zo'n kleine, bedompte bedstee
te liggen. En de kamer is ook al niet groot. Hij weet
er geen oplossing voor: „Toch zoveel mogelijk
stilte".
Dienekee vraagt: „Zoue m'n d'r vannacht nie bie
motte waeke, dokter, want Kees die zeit daer noe
wel: 't zal wel schikke, mar ik vinde ze mar vrak,
oor. Is 't geen waer, moeder, je bint hard ziek, eh?
Bé jaet, mens, ik zien het wel".
De dokter vindt het niet nodig om er vannacht bij
te waken. En de zieke zelf vindt het ook niet no
dig. Dienekee sputtert tegen, ze komt bij de bed
stee staan. „M'n zieë d'r niet tegen op, oor". „Dat
weet ik wel, kind, mar Betje zal vannacht wel bie
m'n opbluve as 't noadig is, en dan kenne m'n
mergennacht weer wel vaorder kieke".
Bij de deur smoest de dokter met Betje, dat ze de
patiënt geen ogenblik alleen moet laten, en dat ze
een middel moet zoeken om aan die herrie een
einde te maken. Zijn ogen kijken woedend de ka
mer in het rond, hij zegt een lelijk woord en
gaat weg.
Jaap en Kees gaan naar hun werk met de belofte,
dat ze vanavond na den eten terug zullen komen.
„Sommedeen komt m'n vrouwe nog", belooft
Jaap, „ik zal heen en de weer thuus anloape".
„Ik gloaf, dat den dokter d'r nie veul mee op had",
zegt Fransien, „zou je nog geen eens es bie je ouwe
moeder magge kieke. Zukke lui kenne makkelijk
klesse, ze hawe honderd kaemers in d'r huus".
„Ik gloave toch, dat moeder d'r last van heit", pro
beert Betje voorzichtig te overtuigen, „ze ziet
zoa road".
„Da's de koorse", zegt Dienekee.
En de buurvrouw, die van veraltereerdheid tot nu
toe niet heeft kunnen praten, valt heftig uit: „wat
een bobberkop! Nee, dan dokter Verspille, oor!
Die weet hoe 'n een mens behandele mot!"
's Avonds om tien uur jaagt de oude vrouw ieder
een naar huis met te zeggen, dat ze moe is en sla
pen wil. Jans heeft nog helemaal geen haast: „Az-
ze m'n dan de gordientjes es dicht doeë en de
deurtjes anzette". „Die motte ope bluuve voor de
luchtigheid", zegt Betje. „Me zalle wel zachtjes
praete", belooft Frans. „Hei ze nog last van 't
licht", houdt Betje vol. Daar weet Kees wel raad
op: „Doeë m'n de groate lamp uut en zette m'n 't
kleine lampje op taefel".
De oude vrouw overwint de tegenstand met te ver
klaren, dat ze zo blij is met de belangstelling.
(wordt vervolgd)