EllAtlDEII-IIIEUWS
Bezoek Koningin Beatrix aan Goedereede
op 29 april a.s.
Een terugblik
4e Blad
VRIJDAG 14 APRIL 1989
No. 5791
31 januari 1938. „Om twaalf minuten voor tien hedenmor
gen heeft H.K.H. Prinses Juliana het leven geschonken aan
een flinke dochter".
Met dit communiqué hebben de geneesheren Dr. De Jongh
en Dr. De Groot een eind gemaakt aan een lange tijd van
speculeren, wachten en verbeiden.
Om kwart over 9 's morgens wordt de commandant van de
saluutbatterij reeds gewaarschuwd „alles in gereedheid te
brengen": 101 saluutschoten voor een prins, 51 voor een
prinses.
Om 10 voor 10 komt de boodschap: er is een Prinses gebo
ren. Onmiddellijk hierna klinken er31 saluutschoten.
Aan het gejuich in alle steden, dorpen en gehuchten schijnt
geen einde meer te komen. Alle kinderen smullen van
beschuiten met oranje muisjes. Eindelijk een prinsen
kind!
Premier Colijn zei ondermeer in zijn radiotoespraak in de
wat gezwollen taal van die dagen: „God heeft als het ware
een venster geopend waardoor wij weer over wijde vlakten
naar buiten blikken, weer in de toekomst durven staren".
Maar hoe waar waren zijn woorden. Hoe zeer heeft niet het
voortbestaan van ons vorstenhuis lang, heel lang aan een
zijden draad gehangen.
Lange tijd leek er een tragedie boven ons Koningshuis te
hangen. Koning Willem III, de vader van onze Koningin
Wilhelmina, was gehuwd met Sophie von Würtemberg.
Niet zeer gelukkig was dit huwelijk. Een politiek huwelijk,
in Nederland gericht op de troonsopvolging, in Würtemberg
ontving men in ruil hiervoor een flinke bruidsschat. Met
recht kon men spreken van „die verkaufte Braut".
Koning Willem had moeite met de pretentieuze Duitse, die
zich verre hield van het Nederlandse gebeuren en zich
omringde met haar eigen Duitse hofhouding.
Koningin Sophie vond op haar beurt haar gemaal „een
echte Hollandse boer", een bullebak. Die vriendelijk en
goedhartig, doch tevens graag ongeremd zijn gemoed liet
vieren en er dan lustig op los bulderde. Het deed hen uitein
delijk in verschillende paleizen wonen. Koning Willem in
Den Haag, Koningin Sophie op Het Loo, bij Apeldoorn.
Bij officiële ontvangsten was zij present, aan de zijde van
haar gemaal. Zij schonk hem drie zoons: Kroonprins Wil
lem, Prins Maurits en Prins Alexander.
Tragisch is, dat Prins Willem na een hooglopend conflict
met zijn vader over zijn vriendin Mathilde van Limburgh
Stirum, die „slechts" een gravin was en daardoor geen
geschikte toekomstige Koningin (toen!) naar Parijs vertrok
en daar in een duel het leven verloor. Duelleren was verbo
den en zeker had een Kroonprins beter moeten weten, het
officiële communiqué luidde dan ook „overleden aan
longontsteking".
Wij weten het niet. Hoe het ook zij: onze Kroonprins was
dood. Zijn broertje Maurits overleed op zevenjarige leeftijd
aan een hersenvliesontsteking. Wat een tragedie ook voor
deze twee mensen, Willem en Sophie, die zo ver van elkaar
leefden, samen twee kinderen naar de Grafkelder brachten
en elkaar niets te zeggen hadden.
Er was nu nog: Alexander. Hij was echter „vreemd",
andersgericht. Zeer intelligent, buitengewoon belezen, zijn
vrienden waren schrijvers en dichters van naam. Ook in
zaken was hij uiterst bekwaam, onder andere betreffende
aankopen van koninklijke landgoederen.
Echter had hij een diepe afkeer jegens vrouwen, die hem
geen geschikte troon pretendent deden zijn. Hij ambieerde
dit ook niet zelf Hij aanbad evenwel zijn moeder Sophie
en heeft na haar overlijden nooit Emma von Waldeck Pyr-
mont, zijn vaders tweede vrouw willen ontmoeten.
Zijn vader, de toen 71-jarige Koning Willem III zou nu met
zijn geslacht uitsterven, indien hij niet andermaal op zijn
leeftijd de blik naar buiten richtte. Het oog viel op het
kleine Duitse vorstendom Waldeck, men vond daar twee
huwbare prinsessen.
De oudste prinses deinsde terug, de tweede, de 18-jarige
Emma, was genegen.
En hier begint het wonder. Want hoe zwaar moet toch voor
haar het ja-woord geweest zijn tegenover een 71-jarige
vorst! Maar hoe lief, hoe trouw, hoe innemend is juist deze
Emma geweest én tegenover Koning Willem én tegenover
ons land en volk.
Heel gedegen liet zij zich voorlichten over tal van zaken
wat land en volk betrof Denken wij aan de Emmabloem-
kollekte. Zij maakte zich zorgen over armoede en ziektes
als T.B.C. Leerde onze taal en liet zich tevens voorlichten
over regeringszaken, zodat zij later met recht „Regentes"
werd en niet slechts in naam.
Bovenal was de vreugde, toen zij koning Willem en ons
land een Prinsesje schonk, nu wel heel groot! Wilhelmina.
Later „groot" onder de groten op deze aarde. - Een sterke
vrouw, sterk in het verzet tegen onze Duitse overheersing.
Vanuit Londen sprak zij krachtige taal over de verboden
Engelse radio. En wat luisterden wij „in "t geheim" (met
gevaar!) wat een moed om verder te gaan, te blijven geloven
in de Overwinning, putten wij uit die woorden. Vele verzets
strijders ontving zij in haar eenvoudige huis in Londen, liet
zich voorlichten over „droppings" van parachutisten in het
bezette Nederland, overvallen, fusillades. Jodenvervolging,
hongersnood. Zij leefde en leed mee met haar „volk" als
geen ander. „De enige man op de tronen van Europa", zei
Churchill heel opmerkelijk in die dagen.
Dit was even een klein „tussendoortje", ik vervolg mijn ver
haal over de kleine Prinses.
12 mei 1938
Toen ons „Wilhelmientje" geboren werd, was haar vader
Koning Willem III 72 jaar, haar moeder Koningin Emma
19. Een unicum, ik sprak U reeds over die „zijden
draad".
Zelf in 1880 geboren, overleed haar halfbroer Alexander in
1884, zodat zij nu met recht enig troonopvolger was.
Een diepe, hechte band bestond er tussen de oude koning
en zijn dochtertje, samen met Emma. Toen Koning Willem
in 1890 overleed was Wilhelmina tien jaar, te jong nog voor
de troon. Tot 1898 was nu haar moeder Regentes. Op
18-jarige leeftijd aanvaardde Wilhelmina de Kroon. Emma
trok zich terug als goede, wijze raadgeefster.
In 1901 huwde Koningin Wilhelmina met Hertog Hendrik
von Mecklenburg-Schwerin. Veel hing nog aan een zijden
draad. Er was op een moment zelfs typhus in ons
Koningshuis.
Hoe intens blij en opgelucht moet men geweest zijn toen
Wilhelmina op 30 april 1909 het leven schonk aan een
gezonde dochter!
Onze latere wijze, innemende, hartelijke en moederlijke
Koningin Juliana. Die op 7 januari 1937 huwde met Prins
Bernhard von Lippe-Biesterfeld.
En dan: op 31 januari 1938 wordt er weer een Prinses gebo
ren. Aan een lange periode met veel onvoorspelbare onze
kerheden lijkt nu toch wel voorgoed een einde gekomen te
zijn. De dynastie is gered! En hoe! Uit 't latere huwelijk (10
maart 1966) van onze Prinses Beatrix met Prins Claus von
Amsberg worden zelfs drie prinsen geboren: Willem Ale
xander (Kroonprins), Johan Friso en Constantijn. Vier
„neven"-prinsen uit 't huwelijk van Prinses Margriet en
Pieter van Vollenhoven: Maurits, Bernhard, Pieter Chris-
tiaan en Floris. Wij zullen ze allen straks - 29 april - in
levenden lijve aanschouwen.
Gods zegen moet toch op dit Koningshuis gerust hebben,
denk ik bij mij zelf, al leek die „zijden draad" héél lang heel
dun en kwetsbaar.
Ik keer terug naar de Saluutschoten op 31 januari 1938. Op
1 februari toont Prins Bernahrd in de eetzaal van Paleis
Soestdijk voor het eerst zijn dochter aan Baarn's burge
meester van Reenen, premier Colijn en de vice-president
van de Raad van State, Jhr. Beelaerts van Blokland. Tevens
wordt het Prinsesje nu ingeschreven in het Bevolkings
register.
„Mijne Heren", zegt Prins Bernhard, „dit is nu het kind. Ik
had gehoopt, dat het een jongen zou zijn, maar nu het een
meisje is, ben ik niet minder gelukkig. Wij hebben dit kind
Beatrix Wilhelmina Armgard genoemd. Twee namen van
de grootmoeders en één omdat de Prinses en ik gaarne de
naam een voorteken wilden laten zijn. Ik hoop, dat mijn
dochter gelukkig zal worden".
Beatrix nu „de gelukdragende en brengende" ontpopte
zich als een waardig draagster van haar naam. Een sterke,
stralende vrouw met een warm hart en open oog en oor
voor haar „medeburgers". Maar ook diep verdriet bleef
haar niet bespaard. Wij herinneren ons allen de lange ziek
teperiode van Prins Claus, de onzekere kansen op een vol
ledig herstel.
Maar wie zag er ooit een dapperder mens als juist tóén onze
Koningin, zo vastberaden om op beide fronten - voor haar
man, haar thuis en aan de andere kant haar werk, haar
Koningstaak - te vechten en vol te houden. En ze overwon.
De glimlach was er weer.
En zie, het „geluk" is iets wonderlijks. Je vindt 't niet door
voortdurend te vertoeven bovenop de top van een berg met
je zieltje zorgeloos boven de wolken in de zon. Soms moet
een mens door een heel diep dal gaan, voor hij de zon weer
terugvindt. En dan ervaar je pas echt wat „gelukkig"
zijn betekent.
En dat herwonnen of juist ontdekte geluk is sterk, onver
woestbaar. Samen met haar man. Prins Claus, draagt Bea
trix dat uit. Een uniek mensenpaar, die elkaar zelf hebben
gevonden. Wel iets anders dan de politieke huwelijken
van vroeger!
Wat een opgaaf ook om in moeilijke tijden zo in een „gla
zen huis" te leven. Die buitenwereld, dat publiek, dat zich
overal mee bemoeit.
Dat is de keerzijde van het Koningschap. De publieke
belangstelling is huizenhoog, de warmte ook, zie het vreug-
debetoon bij een vorstelijk bezoek.
Maar.... er is ook de kritiek - waartegen het vorstenhuis zich
niet verweren kan - de machteloosheid van een vorst(in) te
moeten zwijgen als men wil spreken. Knap vond Beatrix
een „verweer" over ons zorgwekkend milieu in haar Kerst
boodschap. Anders dan in de Troonrede, die zij geacht
wordt instemmend voor te lezen. Een ander mens had die
misschien publiekelijk in stukken gescheurd! Maar nee,
dat doet niet een Koningin in ons huidige democratisch
staatsbestel. -
En dan is er nog de tomeloze, grenzeloze nieuwsgierigheid.
Waardoor een normaal vriendinnetje van een normale jon
gen als Willem Alexander - zoals onze zoons die ook heb
ben! - onder moet duiken „ergens in Nederland". Waar
onmiddellijk in de sensatiepers gespeculeerd wordt op een
toekomstige Koningin! Hoe rustig, prettig en verstandig
vangen de ouders van onze Prins dit op.
Ik eindig mijn filosofietje plus stukje geschiedenis over ons
Koningshuis met een treffende vooruitblik op het karakter
dat de kleine Beatrix zal ontwikkelen.
„Onze pasgeboren Prinses zal veel persoonlijke wilskracht
bezitten, van nature goedaardig zijn, maar wee degenen,
die de baas over haar willen spelen. Zij zal vastbesloten
heid, koppigheid, concentratie bezitten. Succes oogsten
door persoonlijke inspanning.
De Prinses is zelfbewust en kan zeer aanvallend te werk
gaan, hoewel vanuit een kalme beslistheid handelend. Zij
zal eerzuchtig, maar gezellig in de omgang zijn, gastvrij
en genoeglijk.
Zij bepaalt zichzelf door kledingkeuze en uiterlijke ver
schijning. Zij zal een criticus, een opmerkster zijn met een
knappe, brede aanleg. Een weinig filosofisch, daarbij gees
tig en gevat. Zij zal voorspoed, vooruitgang en geluk in haar
leven kennen.
Zij zal de bekwaamheden bezitten jegens ondergeschikten
en rechtvaardig zijn. Zij zal leven voor anderen en per
soonlijk belang in het lot van haar medemensen stellen. Zij
zal weinig rust kennen. Onafhankelijkheid, op zichzelf ver
trouwen. In staat zijn „tot veel persoonlijke, krachtige
inspanning". -
Volgende week weer een geheel ander licht op ons
Koningshuis. Zo leven wij toe naar ons vorstelijk be
zoek!
Hartelijk dank voor de zeer vele spontane reakties op het
stuk uit de krant van vorige week. Mevrouw Kaat Troost
verdient zeker een deel van de eer, zoals zij vertellen
kan!
Eén kleine korrektie plaats ik nog graag: Beatrix geeft niet
een geheel eigen nieuwe invulling aan haar Koninklijke
„staat", wél aan haar koninklijke „taak". -
De voorbereidingen voor het bezoek beginnen zich nu dui
delijk in Goedereede af te tekenen. Wat wordt er een werk
verzet in de gemeente, „bere hard" is men bezig er iets heel
fraais van te maken.
Er valt nog heel wat te schrijven. We houden u op de
hoogte!
Dieke Schippers-Vaarzon Morel
^^>t\^^Krf^tt.^%t^)<.^^l.^%*.^)<.^)t.^V^^H^M^^t^H^V^^M^^H.^^
-^»;^K^M,^K^^C^H^K^H^K^K^V.^C^H^H^H^^(^K^^(^^t^K^lC^
1963