EIIIM1DEI1-I1IEUW5 Overdenking De radiatorthermostaat regelt uw gasverbruiic V: In memoriam Adrianus de Gans uit de Heilige Schrift Museumhaven in Zierikzee? Spannende viswedstrijd Zuinig stoken: KMErrEMBOERTJiS CACA0-8LEKSRIJ 9STTINA ONZE MAAMOEN AAMSLA6AFWAS 01870 4844 Gratis taxatie van uw huis UIT ADAMS PORSELEINKAST OP DE HOOGTE De levende traditie AKTIE ZUINIG STOKEN VERVOLGVERHAAL 2e Blad VRIJDAG 7 APRIL 1989 No. 5789 Deze vraag- en antwoord-rubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er kosteloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u sturen aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Post bus 8, Middelharnis, met in de linker bovenhoek „Vragen-rubriek" vermeld. De vragen worden door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending compleet met antwoord in deze rubriek worden ge publiceerd. Hoe kujnnen ze van bruine cacao witte cho colade maken? Antwoord: Door meer cacaoboter dan anders en bovendien melkpoeder toe te voegen, als de gemalen cacaobonen met suiker gemengd worden. Weet u soms waarde meisjesvoornaam Bet- tina vandaan komt? Antwoord: Uit Bertina, van Bert(h)ien, Bartholina, Bartelineke enz. welke vor men allemaal verbasteringen zijn van Berta. De germaanse namen met Bert betekenen 'stralend' en 'glanzend'. Waar komen de namen van de 12 maanden toch vandaan en hoe komt het, dat ze niet even lang zijn gemaakt? Antwoord: Onze kalender is ons door de Romeinen thuisbezorgd. Zij verdeel den hun jaar oorspronkelijk in tien maanden. Numa Pompilius maakte er in 672 voor Christus twaalf van door toe voeging achteraan van januari en fe bruari. Elke maand duurde toen 29 dagen, 12 uur, 44 minuten en 3 secon den. Julius Caesar vond dat te lastig en maakte er gehele dagen van, door de eer ste, derde en verdere oneven maanden 31 dagen te geven en de even maanden 2 t/m 12 dertig dagen. Dat kwam niet goed uit met de omloop van (de aarde rond om) de zon, want we zijn na 365,2422 dagen op het zelfde lengtepunt terug en de seizoenen mogen niet verschuiven. Daarom gaf Caesar in 46 v. Chr. zijn laatste maand, februari, om de vier jaar een dag meer. De meeste maanden waren genummerd, doch keizer Augus tus noemde Quintilis (de vijfde maand) naar zijn voorganger Julius en Sextilus (de zesde) naar zichzelf Toen moest die maand augustus evenveel dagen tellen als juli, want de keizer wilde niet onder doen voor zijn voorganger. Om het schema toch in stand te houden, kregen september en november toen 30 dagen, en oktober, december en j anuari 31Dat bracht het totaal op 367 dagen. Ook daar vond deze rekenmeester wat op: hij haalde twee dagen weg bij de sluitpost, de schrikkelmaand. En wat de overige namen betreft: de eerste maand was genoemd naar de Romeinse oorlogsgod Mars, de tweede naar het latijnse woord aperire openen, en dat werd vanwege de ontluikende natuur aprili, aldus Ovi- dius. Mei komt van Jupiter Maius, de god van de groeikracht, Junius van Juno, beschermgodin van de vrouw, huwelijk en geboorte. September betekent ze vende, oktober achtste, november ne gende, december tiende. Januari dankt zijn naam aan lanus, eerst zonnegod en later wachter aan de hemelpoort. Fe- bruarius stamt van reinigingsmaand, want dan vonden de reinigingsoffers plaats. Het romeinse nieuwjaarsfeest werd ter ere van hun jaargodin Anna Perenna op 15 maart gevierd. In aardewerk en ook in metalen kopjes ont staat een bruine aanslag van de thee, die je moeilijk wegspoelt. Wat raadt u ons aan? Antwoord: Een oude bruine aanslag kun je wegwassen met citroenzuur, maar dat geeft altijd extra werk. Thee met wat melk geeft geen aanslag. Als u de kopjes gelijk na het drinken afwast, spoelen ze sneller schoon. Kies anders theeglazen. Die zijn in praktische hou ders met oortjes verkrijgbaar. b.v. Hierbij kleurenfoto's van oude vazen uit onze porseleinkast, gemerkt met de naam William Adams. Wat zouden die waard zijn? Antwoord: De verkoopwaarde ligt tus sen de ca 125,- en 175,- per stuk. Dat zal u tegenvallen, maar dit Engelse aar dewerk is gemaakt volgens een niet te duur procédé, waarbij de erg levendige afbeeldingen op de vazen zijn gedrukt. Ze zijn dus niet met de hand beschil derd. Is de route via de Col de llseran in mei/juni te berijden? Antwoord: Daar mag u niet op rekenen. Deze pasweg tussen het Arcdal en het Isèredal in de Frans-Italiaanse Alpen wordt meestal pas begin juli opengesteld en is vaak half oktober al gesloten. Op 92-jarige leeftijd is op 29 maart j.l. de heer Adrianus de Gans te Som- melsdijk overleden. Vooral de ouderen in Sommelsdijk hebben met Arjoan de Gans zoals hij door iedereen werd genoemd, in een of ander opzicht wel te maken gehad. Zo trad de Gans in 1931 als nachtwaker in dienst van de gemeente Sommelsdijk. Daarnaast vervulde hij meer funk- ties zoals grafdelver, dorpsomroeper en klokkeluider. Ook het onderhoud van de paden op het oude kerkhof van de Ned. Herv. Kerk alsmede op de nieuwe algemene begraafplaats aan de Molenweg werd tot zijn taak gere kend. Voorts inde hij het schoolgeld thuis bij de kleuters van de Bewaar school en droeg dat op het secretarief af. Voor 1 kind was dat een dubbeltje en voor 2 kinderen was dat 15 cent. In 1932 verhuisde het gezin van de Gans naar het Kantongerecht aan de Dijkstraat. Door tal van bewoners werd aan nachtwaker de Gans het ver zoek gericht op een afgesproken nachtelijk uur te worden gewekt. Bij één wekklant" moest hij soms wel vijf keer gaan wekken voor die eindelijk uit bed stapte.... Achter het Kantongerecht hield de Gans wat konijnen en, zoals zovele mensen uit die tijd, een aantal geiten. De zorg voor de arrestanten was eveneens aan de familie de Gans toever trouwd. Tijdens de wekelijks afwikkeling op woensdag van de civiele zaken en de maandelijkse strafzittingen van het Kantongerecht zorgde mevr. de Gans-Saarloos voor de koffie. Dat ging zo jaren achtereen. Thans verblijft mevr. de Gans op 87-jarige leeftijd in het rusthuis „de Goede Ree". In de oorlog kwam er verandering in hun bezigheden. Van de bezettende macht mochten de gemeentelijke nachtwakers niet meer in funktie blijven. Dat moest veranderen en zo werd Arjoan de Gans „Gemeenteveldwachter in het bijzonder belast met de nachtdienst!" Nu wel in uniform. Op enige plaatsen in het dorp werden z.g.n. prikklokken bevestigd waarvan de Gans voor controle door zijn superieuren gebruik diende te maken. Op b.^tïjf.T)eentehuis wist de Gans uiteraard goed zijn weg te vinden: zo goed zelfs dat hij enige mensen van het Verzet op een bepaalde nacht per soonsgegevens van burgers die tegenover de vijand extra gevaar liepen, liet wegnemen!!! In de oorlog werden de arrestantenlokaliteiten meer gebruikt. De oudste zoon van de Joodse familie Mesritz (destijds wonende in de Dirk Bosstraat te Middelharnis) vertoefde er 10 weken in de cel. Hij had een foto gemaakt van de Goereese Dom.... Deze jongen had het bij de familie de Gans op het Kantongerecht niet slecht. Zijn huidskleur bijvoorbeeld was behoorlijk bruin wat toch wel op veelvuldig „luchten" moet hebben gewezen. Twee jongens van de familie Tanis uit Ouddorp waren eveneens in de cel beland, zij op beschuldiging van collaboratie met de geallieerden, volgens de bezetters. Zij zouden naar overvliegende vliegtuigen met lichtsignalen hebben geseind. Later bleek dat een geglazuurde pan op het dak van hun woning in de maneschijn geglinsterd had.... daarna kwamen ze gelukkig weer vrij. Ook deze jongens, evenals zovele andere, zijn door de familie de Gans goed verzorgd. Na de bevrijding heeft Arjoan de Gans nog enige maanden bij de Binnenlandse Strijdkrachten gediend. Niet lang daarna is de Gans benoemd tot gemeentebode en marktmeester totdat hij in die funktie in 1963 werd opgevolgd door Jac. van de Polder. De Gans mocht nu van zijn pensioen gaan genieten. Dat duurde tot 1978 want in dat jaar werd Arjoan de Gans tengevolge van de ziekte van Parkinson opgenomen in de verpleeginrichting „de Samaritaan". Daar is hij in al die jaren zeer liefdevol verpleegd. Maandagmorgen j.l. om kwart voor elf luidde in Sommelsdijk de klok. Dezelfde klok welke door de Gans zo vaak werd geluid voor de aankondi ging van een begrafenis. Mede namens de redaktie, wordt de familie de Gans-Saarloos veel sterkte toegewenst bij het verlies van een veelzijdig en plichtsgetrouw man. H. „Houd in gedachtenis, dat Jezus Christus uit de doden is opge wekt...." Veel mensen in onze tijd hebben erg veel moeite met de dingen, die ons van geslacht tot geslacht zijn overgeleverd. Met name de godsdienstige traditie moet het iedere keer ontgelden. Zij erva ren deze traditie als een last, die zij het liefst zo spoedig mogelijk kwijt zouden willen. Wij leven toch nu? De hedendaagse mens vergeet echter, dat er in dit geval steeds een andere tra ditie voor in de plaats komt. Dit is de tra ditie van het ongeloof, die dateert vanaf Adam toen hij zich moedwillig van de levende God afwendde. In deze laatste traditie zit, naar het schijnt, nogal enige variatie zodat hier de last minder zwaar lijkt. Maar wat is het trieste? Dat je op deze wijze nooit echt kunt zeggen wat de apostel Paulus getuigde: „Het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden" (2 Kor. 5:17). Is dit eigenlijk niet benauwender? Wat Paulus betreft, zou je kunnen zeg gen dat hij om te beginnen is opgegroeid in een Jóódse traditie. Misschien is in dit opzicht Psalm 78 wel het meest spre kende voorbeeld. Want hier zingt een dichter van de grote daden van God, die de vaderen óns verteld hebben. En wij die de wonderen, welke God gedaan heeft, weer vertellen aan de kinderen die geboren worden. En deze kinderen die dit weer doorgeven aan hün kinderen, opdat dezen hun hoop op God mogen stellen en Zijn daden niet vergeten! Pas vrij laat, op de weg naar Damascus, is Paulus evenwel tot de ontdekking gekomen dat in deze Joodse traditie iets sluimert dat naar méér schreeuwt. In 2 Korinthe 3 spreekt hij van een bedek king die op de harten ligt, totdat deze door de bekering tot Christus weggeno men wordt. En zo is hij samen met de andere apostelen een getuige geworden van de dood en opstanding van Jezus Christus. Hoevelen is hij daarin tot zegen geweest! Paulus mag onder hen ook Timotheüs rekenen. En daarom herinnert hij hem in dit verband aan wat deze van hem gehoord heeft onder vele getuigen. En waarom zou Timotheüs dat op zijn beurt weer niet doorgeven aan getrouwe mensen, die bekwaam zullen zijn en eveneens anderen te onderrichten? U ziet, dat hier ook iets van een Christe lijke traditie om de hoek komt kijken. Want het geloof in de Heere Jezus mag van de ene generatie overgeleverd wor den aan de volgende generatie. Dit is ook zeer verantwoordelijk werk. Helaas, zegt Paulus, heeft niet iedereen in de gemeente de „bekwaamheid" om ook anderen te leren. Zijn er, wat de traditie aangaat, niet telkens de gevaren van de verwarring en de verstarring? U die dit leest begrijpt, naar wij hopen, wat hiermee bedoeld wordt. Het begint dikwijls hiermee dat sommigen in de gemeente zich wat ter zijde opstellen. Willen zij een ander Evangelie? O nee, zij beweren met stelligheid dat dit niet het geval is. Maar waarom, zo vragen zij, dat zij niet een beetje anders met het Evangelie zouden mogen omgaan? Toch hebben wij na enige tijd dikwijls bemerkt, dat het wel degelijk om andere accenten gaat. Er zijn hoofdzaken, die op de achtergrond komen. En er zijn sommige bijzaken, die extra veel aan dacht krijgen. Ook de apostel Paulus heeft deze geva ren onderkend. Er zullen altijd mensen zijn, die met het Evangelie van de Heere Jezus proberen te knoeien. De apostel noemt om duidelijk te zijn in dit hoofd stuk de namen van Hymeneüs en File- tus, van wie hij zegt dat hun woorden voortwoekeren als de kanker. Je schrikt, als je zoiets leest. Is het werkelijk zo erg geweest? Ja, schrijft Paulus, zij beweren immers dat de opstanding reeds ge schied is. De opstanding van Jezus tot onze rechtvaardigmaking, die we wel vergeten mogen voortaan. Dit verklaart waarom de apostel zich hier zo sterk uitdrukt. Want gaat het hier om een kleinigheid? Slechts om een punt of een komma? Nee, op deze wijze wordt het hart uit het Evangelie wegge sneden! Het woord van de opstanding vraagt eveneens om de gelovige aan vaarding van de Heere die leeft. Houd in gedachtenis, dat Jezus uit de doden is opgewekt! Is het inderdaad zo, dat u en ik bij het lezen van deze woorden volkomen eens- geestes zijn met de apostel? Want laten wij er rekening mee houden, dat Paulus hier niet alleen de waarheid van Jezus' opstanding verdedigt. Het gaat om veel meer. Het kennen van Jezus zélf als de Opgestane is hier eveneens in het ge ding. Blijkens de Griekse grondtekst schrijft de apostel letterlijk: „Houdt in gedachtenis Jezus, de uit de doden opge stane Christus". Ja, wij dienen er van doordrongen te zijn, dat de Christelijke traditie behalve door dwaling ook op een andere wijze ontkracht kan worden. De godsdienst kan tot een systeem gemaakt worden, tot een samenstel van een aantal „waarhe den" die we zeggen lief te hebben, tot oude waarheden die evenwel tot op de draad toe versleten zijn. Want Jezus zélf ontbreekt in dit alles. Weet u, beste lezers, wat we dan nog nodig hebben? Hetzelfde als wat de dis cipelen nodig hadden, die op de Paas avond achter gesloten deuren bijeen waren. Ineens verschijnt de opgestane Heere in hun midden. Hij blaast op hen en zegt tot hen: „Ontvangt de Heilige Geest"! Dit is een voorproefje van Pink steren geweest. Ja, de discipelen die straks nog veel méér van de Geest van Christus vervuld zullen worden! Alleen zo hebben de apostelen nadien gedurig kunnen getuigen van de opstan ding des Heeren. Alleen zo hebben zij het Evangelie kunnen uitdragen, met een bevel van bekering en geloof Alleen zo heeft er een gemeente kunnen op bloeien, die steeds meer toenam in de breedte en in de diepte. Alleen zo ook een gemeente van de Heere Jezus, waarin de ene generatie iets wezenlijks had door te geven aan een volgende generatie. Verstaat u? Alleen zo een levende tradi tie, waarin ook wij vandaag staan mo gen en waarmee wij de kinderen na ons tot zegen kunnen zijn. Alleen zoals de oudere apostel Paulus aan de jongere Timotheüs schreef: „Houd in gedachte nis, dat Jezus Christus uit de doden opgewekt is!" Dirksland, ds. A. Kastelein Enkele vooruitstrevende inwoners van Zierikzee willen van de z.g. Oude Ha ven, omringd door de 17e eeuwse patri ciërshuizen, met als achtergrond de stadspoorten en de witte brug een museumhaven maken. Dit doel wil men bereiken door in de haven historische zeilschepen te stationeren, zoals die vroeger in het Zeeuwse Deltagebied voorkwamen. Dergelijke oude model schepen komen echter nog maar sporadisch in het Del tagebied voor, veel minder dan b.V: rond de voormalige Zuiderzee en het IJssel- meer. De op zaterdag 18 maart j.l. gehouden viswedstrijd door de leden van de hen gelaarsvereniging Krammer was een bij zonder spannend evenement. Door de hoeveelheid vis die door alle aanwezige vissers gevangen werd bleef het tot het laatste moment onduidelijk wie de wed strijd zou gaan winnen. De uitslag laat dit ook duidelijk zien. 1. A. Kromdijk658 cm. 2. T. v.d. Poel649 cm. 3. C. v.d. Jagt626 cm. 4. W. van Welie602 cm. 5. P. Belder584 cm. Zaterdag 8 april a.s. wordt er weer een zoutwaterwedstrijd gehouden. Inschrijven kan men van 09.30-10.00 uur bij café de Geit te Oude Tonge. Gevist wordt er van 11.00-14.00 uur. De tabel voor de v/eek van: 27 maart 1989 t.e.m. 2 april 1989 Normaal jaar- Weekstreef- Totaal streef- verbruik verbruik verbruik 500 m'' 10 m= 285 m' 600 m^ 11 m^ 342 m' 700 m' 13 m= 401 m= 800 m» 15 m' 460 m' 900 m» 17 m= 518 m= 1000 m» 19 m^ 575 m= 1100 m' 21 m= 635 m= 1200 m= 23 m' 694 m' 1300 m= 25 m' 751 m= 1400 m= 27 m" 807 m» 1500 m' 29 m> 868 m^ 1600 m= 31 m' 928 m= 1700 m= 32 m» 979 m= 1800 m» 34 m' 1042 m' 1900 m= 36 m" 1098 m' 2000 m' 38 m' 1160 m' 2200 m' 42 m= 1278 m' 2400 m' 46 m' 1395 m' 2600 m= 50 m= 1512 m3 2800 m» 54 m= 1628 m= 3000 m» 57 m' 1745 m= 3500 m' 67 m=' 2038 m" 4000 m' 76 m' 2330 m' 4500 m= 86 m' 2630 m^ 5000 m= 96 m' 2918 m' 5500 m= 105 m' 3213 m= 6000 m= 115 m' 3509 m' In de verschillende kamers van een huis heersen vaak verschillende ka mertemperaturen. Zo is een kamer op het noorden kouder dan een kamer op het zuiden. Toch wordt in veel woningen de cv-warmte voor alle kamers centraal geregeld. Dat kan tot gevolg hebben dat sommige kamers veel te warm zijn. Dat is ver spilling van energie. Een radiatorthermostaat stelt u in staat de hoeveelheid cv-warmte voor iedere kamer apart te regelen. Dat kan een aanzienlijke energiebespa ring opleveren. Overigens bespaart u zonder radia torthermostaat ook al energie, als u de radiator in ongebruikte kamers uitzet. Bij uw energiebedrijf weten ze alles over zuinig omgaan met gas. Loop gerust eens binnen. E M.G O W IVl.VJ \_J 1 Weersomstandigheden: Afgelopen week lag de buitentemperatuur aanzienlijk boven normaal, de windsnelheid lag op het normale niveau. Weergegevens Valkenburg Z-H berekeningsmodel NV GEB ZHW N.V, ENERGIE MAATSCHAPPIJ GOEREE OVERFLAKKEE PostbusS 3240AA MIDDELHARNIS ^if.if.if.if.^,f.if.)f.,fif.i^^.)f.,fif.if.^.,f.if.if.if.if.if.if.^ifif.if.if.if.if.if.lf.if.if.^)f.ifif.if.,f.if.^^jf.if.^^if.if.if,,f.i^^ t> o f. JAN K A P i M (i. Publikatierecht door de uitgever Bosch en Keuning - Baarn. Overgedragen aan de Ver. Streekmuseum Goeree-Overflakkee, Sommelsdijk. - 49 - DERTIENDE HOOFDSTUK 'ADER werd langzaam beter. Het ging zo langzaam, dat het van de ene op de andere dag niet te mer ken was. Alleen als je het vergeleek met een paar weken geleden, dan viel er vooruitgang te bespeu ren. Het bewustzijn was nu voorgoed teruggeko men, en dat was een goed teken, zei de dokter. Hij was echter zo zwak, dat hij zich niet alleen kon omdraaien, dan moest hij geholpen worden. Dat gebeurde soms wel tien keer in een uur, want hij klaagde telkens, dat hij niet gemakkelijk lag. En dan zei hij triestig: „IK gloave da'k mit den dag zieker worre, het komt er niet. Piet".... Dat scheen in strijd met de verklaring van de dok ter, die gezegd had, dat er hoop was, en dat er enige verandering ten goede was gekomen. Trou wens, dat was ook wel te zien. Daarom begreep Piet niet, hoe vader kon zeggen, dat hij elke dag zieker werd. Maar opoe loste dat raadsel op. „Dat spreekt", zei ze, „hoe meer 'n betert hoe meer of dat 'n z'n lief gaet voele, dat begriep je wel". En het was niet onmogelijk, dat het zo was. Vader sliep nu. Piet was alleen bij hem. Hij was aan het tafeltje gaan zitten met de lantaarn vlak bij zich om te kunnen lezen. Maar hij las niet, de letters dansten voor zijn ogen, die waren zo moe. In de laatste weken had hij zo weinig geslapen, en zijn hoofd was vol met allerlei dingen, telkens dwaalden zijn gedachten weg. Dat was vreemd, dan las je soms een hele bladzij en ineens werd je gewaar, dat je niet wist wat je las, maar aan wat anders zatte denken. Hij had het boek dichtgesla gen en nu zat hij zomaar met zijn hand onderzijn hoofd, leunend op het tafeltje, en met zijn ogen turend in de kwijnende vlam.... Straks zouden moeder en Lena komen, die had den de nachtwaak. Ze deden het ieder om de beurt. Vannacht had hij met Sien d'r vader gewaakt. Het was misschien de laatste keer geweest, want morgen mocht vader vervoerd wor den. Ze zouden het wagen, had de dokter gezegd. Als er geen bijzonders gebeurde, dan kon het, omdat het moest. Hij zag zeker ook wel, dat hét hoog tijd werd, anders konden er nog wel eens meer zieken komen. Het was zo moeilijk om vader hier op te passen. Er was geen enkel gemak en ze moesten zo dikwijls heen en weer lopen naar huis, want dan was er dit nodig en dan dat. En aan vader was zoveel werk, hij moest overal aan geholpen worden. Dan moest hij drinken, en dan wilde hij weer afgewassen worden, omdat hij het aldoor zo warm had. En wel honderdmaal op een dag lag zijn kussen niet goed, of er was een harde plek in het bed, die zijn lichaam pijn deed. Zo was er altijd wat te doen als hij niet sliep. „Een krepele joon heit er dagwerk an", zei opoe, en er was iets van aan. En het nachtwaken, dat matte zo af. Als vader thuis was, dan zou één man dat afkunnen, dan was er toch altijd iemand bij de hand. Het was gelukkig, dat ze zoveel bijstand onder vonden van Sien thuis, anders hadden ze wel niet geweten wat ze moesten beginnen. Er was wel veel deelneming in het dorp geweest, vooral in het begin. Toen konden ze niet op straat komen of er werd gevraagd: „Hoe gaet het mit Kees?" En dan volgde er dikwijls een lange ontboezeming, warm van medeleven. Maar daar bleef het ook bij. Nie mand scheen er aan te denken, dat er ook nog wat anders nodig was. Nu was de geschiedenis in het dorp haast al vergeten, morgen zouden de men sen er nog even over praten als ze vader door het dorp zouden dragen. Dan zouden de mensen even stil blijven staan om hen na te kijken, en ze zouden tegen elkander zeggen: „Wadde spullen toch, eh!" Maar dan zou er ook voorgoed een punt achter staan. Dan was het medeleven, dat ze bij Sien thuis aan de dag legden, toch inniger. Dat was nog onver- flauwd als in het begin. Sien d'r vader kwam tel kens waken, en d'r moeder was ook al eens een paar nachten geweest. En d'r broers hadden de zorg voor de beesten op zich genomen. Daar was hij blij om, want nu kon hij al zijn krachten aan vader geven. Dat was nodig, want moeder raakte zo afgetobd. Hij maakte zich wel eens ongerust, als ze ook het bed maar niet insukkelde. Ze leek in de laatste weken wel tien jaar ouder geworden, ze was zo mager, d'r gezicht vol rimpels en haar ogen lagen zo diep. En aan opoe had je zo weinig, eigenlijk helemaal niets, ze maakte een hoop drukte en ze deed alsof heel de zaak eigenlijk om haar alleen draaide, maar meestal maakte ze nog meer werk dan er al was. En Lena, die hielp wel flink mee, maar er was zoveel te doen voor een vrouw.... de handen van een man stonden voor veel dingen zo dikwijls verkeerd.... Soms, als hij naar Lena keek, moest hij ineens aan Sien denken. Hij had zo graag gewild, dat ze nu eens gekomen was. Zou ze daar nu helemaal geen behoefte aan hebben? Of zou ze niet durven? Hij wist, dat ze voor Lena de melk bij de klanten bracht en daar was hij blij om. Het was een bewijs, dat ze toenadering zocht. Maar waarom kwam ze nu toch niet naar hem toe om alles weer goed te maken? Of wilde ze dat niet? Voorzichtig had hij geprobeerd, om wat te weten te komen van haar vader, want hij wilde er niet rechtstreeks naar vra gen. Die moest er om lachen, zoals hij het vroeg, want hij begreep hem dadelijk. En toen begon hij te vertellen, alles van die avond, en hoe ze hem het spaarbankboekje had gegeven. Het was een lang verhaal. En de andere morgen had ze tegen hem gezegd: „Vaoder, za' je niet tegen heulje zeggen, dat die centen van mien binne, want dan zoue ze wel es kenne dienke, da 'k Piet vrom wil koape".... En telkens wou ze met d'r vader mee, maar die had het geweigerd, omdat hij bang was. dat het te veel drukte zou geven voorde zieke. En naar opoe aan huis wou ze niet, omdat ze vreesde, dat de oude vrouw wat zeggen zou. En daar waren moe der en Lena.... Dat alles had Sien d'r vader hem fluisterend ver teld, terwijl ze samen bij vader waakten. Ze waren in een hoek van de cel gaan zitten, zo ver mogelijk van het ledikant vandaan, opdat geen enkel geluid de zieke zou kunnen bereiken. En Sien d'r vader sprak zo zacht, dat Piet de woorden soms van zijn lippen moest lezen. Het had hem geluk kig gemaakt. Het zou weer goed worden tussen hem en Sien! Hij kon alleen niet begrijpen waarom er nu gewacht moest worden. Dat ze niet naar opoe aan huis wou komen begreep hij, maar als ze nu naar hier kwam, 's avonds, als vader sliep-... (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1989 | | pagina 5