EIIIM1DEI1-I1IEUW5
Overdenking
De radiatorthermostaat
regelt uw gasverbruiic
V:
In memoriam Adrianus de Gans
uit de
Heilige Schrift
Museumhaven in Zierikzee?
Spannende viswedstrijd
Zuinig stoken:
KMErrEMBOERTJiS
CACA0-8LEKSRIJ
9STTINA
ONZE MAAMOEN
AAMSLA6AFWAS
01870
4844
Gratis taxatie van uw huis
UIT ADAMS PORSELEINKAST
OP DE HOOGTE
De levende traditie
AKTIE ZUINIG STOKEN
VERVOLGVERHAAL
2e Blad
VRIJDAG 7 APRIL 1989
No. 5789
Deze vraag- en antwoord-rubriek staat
geheel ten dienste van de lezer die er
kosteloos gebruik van kan maken. Uw
vragen op velerlei gebied kunt u sturen
aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Post
bus 8, Middelharnis, met in de linker
bovenhoek „Vragen-rubriek" vermeld.
De vragen worden door deskundigen
beantwoord en zullen binnen enkele
weken na de inzending compleet met
antwoord in deze rubriek worden ge
publiceerd.
Hoe kujnnen ze van bruine cacao witte cho
colade maken?
Antwoord: Door meer cacaoboter dan
anders en bovendien melkpoeder toe te
voegen, als de gemalen cacaobonen met
suiker gemengd worden.
Weet u soms waarde meisjesvoornaam Bet-
tina vandaan komt?
Antwoord: Uit Bertina, van Bert(h)ien,
Bartholina, Bartelineke enz. welke vor
men allemaal verbasteringen zijn van
Berta. De germaanse namen met Bert
betekenen 'stralend' en 'glanzend'.
Waar komen de namen van de 12 maanden
toch vandaan en hoe komt het, dat ze niet
even lang zijn gemaakt?
Antwoord: Onze kalender is ons door
de Romeinen thuisbezorgd. Zij verdeel
den hun jaar oorspronkelijk in tien
maanden. Numa Pompilius maakte er
in 672 voor Christus twaalf van door toe
voeging achteraan van januari en fe
bruari. Elke maand duurde toen 29
dagen, 12 uur, 44 minuten en 3 secon
den. Julius Caesar vond dat te lastig en
maakte er gehele dagen van, door de eer
ste, derde en verdere oneven maanden
31 dagen te geven en de even maanden 2
t/m 12 dertig dagen. Dat kwam niet goed
uit met de omloop van (de aarde rond
om) de zon, want we zijn na 365,2422
dagen op het zelfde lengtepunt terug en
de seizoenen mogen niet verschuiven.
Daarom gaf Caesar in 46 v. Chr. zijn
laatste maand, februari, om de vier jaar
een dag meer. De meeste maanden
waren genummerd, doch keizer Augus
tus noemde Quintilis (de vijfde maand)
naar zijn voorganger Julius en Sextilus
(de zesde) naar zichzelf Toen moest die
maand augustus evenveel dagen tellen
als juli, want de keizer wilde niet onder
doen voor zijn voorganger. Om het
schema toch in stand te houden, kregen
september en november toen 30 dagen,
en oktober, december en j anuari 31Dat
bracht het totaal op 367 dagen. Ook daar
vond deze rekenmeester wat op: hij
haalde twee dagen weg bij de sluitpost,
de schrikkelmaand. En wat de overige
namen betreft: de eerste maand was
genoemd naar de Romeinse oorlogsgod
Mars, de tweede naar het latijnse woord
aperire openen, en dat werd vanwege
de ontluikende natuur aprili, aldus Ovi-
dius. Mei komt van Jupiter Maius, de
god van de groeikracht, Junius van Juno,
beschermgodin van de vrouw, huwelijk
en geboorte. September betekent ze
vende, oktober achtste, november ne
gende, december tiende. Januari dankt
zijn naam aan lanus, eerst zonnegod en
later wachter aan de hemelpoort. Fe-
bruarius stamt van reinigingsmaand,
want dan vonden de reinigingsoffers
plaats. Het romeinse nieuwjaarsfeest
werd ter ere van hun jaargodin Anna
Perenna op 15 maart gevierd.
In aardewerk en ook in metalen kopjes ont
staat een bruine aanslag van de thee, die je
moeilijk wegspoelt. Wat raadt u ons aan?
Antwoord: Een oude bruine aanslag
kun je wegwassen met citroenzuur,
maar dat geeft altijd extra werk. Thee
met wat melk geeft geen aanslag. Als u
de kopjes gelijk na het drinken afwast,
spoelen ze sneller schoon. Kies anders
theeglazen. Die zijn in praktische hou
ders met oortjes verkrijgbaar.
b.v.
Hierbij kleurenfoto's van oude vazen uit
onze porseleinkast, gemerkt met de naam
William Adams. Wat zouden die waard
zijn?
Antwoord: De verkoopwaarde ligt tus
sen de ca 125,- en 175,- per stuk. Dat
zal u tegenvallen, maar dit Engelse aar
dewerk is gemaakt volgens een niet te
duur procédé, waarbij de erg levendige
afbeeldingen op de vazen zijn gedrukt.
Ze zijn dus niet met de hand beschil
derd.
Is de route via de Col de llseran in mei/juni
te berijden?
Antwoord: Daar mag u niet op rekenen.
Deze pasweg tussen het Arcdal en het
Isèredal in de Frans-Italiaanse Alpen
wordt meestal pas begin juli opengesteld
en is vaak half oktober al gesloten.
Op 92-jarige leeftijd is op 29 maart j.l. de heer Adrianus de Gans te Som-
melsdijk overleden. Vooral de ouderen in Sommelsdijk hebben met
Arjoan de Gans zoals hij door iedereen werd genoemd, in een of ander
opzicht wel te maken gehad. Zo trad de Gans in 1931 als nachtwaker in
dienst van de gemeente Sommelsdijk. Daarnaast vervulde hij meer funk-
ties zoals grafdelver, dorpsomroeper en klokkeluider. Ook het onderhoud
van de paden op het oude kerkhof van de Ned. Herv. Kerk alsmede op de
nieuwe algemene begraafplaats aan de Molenweg werd tot zijn taak gere
kend. Voorts inde hij het schoolgeld thuis bij de kleuters van de Bewaar
school en droeg dat op het secretarief af. Voor 1 kind was dat een dubbeltje
en voor 2 kinderen was dat 15 cent.
In 1932 verhuisde het gezin van de Gans naar het Kantongerecht aan de
Dijkstraat. Door tal van bewoners werd aan nachtwaker de Gans het ver
zoek gericht op een afgesproken nachtelijk uur te worden gewekt. Bij één
wekklant" moest hij soms wel vijf keer gaan wekken voor die eindelijk uit
bed stapte....
Achter het Kantongerecht hield de Gans wat konijnen en, zoals zovele
mensen uit die tijd, een aantal geiten.
De zorg voor de arrestanten was eveneens aan de familie de Gans toever
trouwd. Tijdens de wekelijks afwikkeling op woensdag van de civiele
zaken en de maandelijkse strafzittingen van het Kantongerecht zorgde
mevr. de Gans-Saarloos voor de koffie. Dat ging zo jaren achtereen. Thans
verblijft mevr. de Gans op 87-jarige leeftijd in het rusthuis „de Goede
Ree".
In de oorlog kwam er verandering in hun bezigheden. Van de bezettende
macht mochten de gemeentelijke nachtwakers niet meer in funktie blijven.
Dat moest veranderen en zo werd Arjoan de Gans „Gemeenteveldwachter
in het bijzonder belast met de nachtdienst!" Nu wel in uniform. Op enige
plaatsen in het dorp werden z.g.n. prikklokken bevestigd waarvan de Gans
voor controle door zijn superieuren gebruik diende te maken.
Op b.^tïjf.T)eentehuis wist de Gans uiteraard goed zijn weg te vinden: zo
goed zelfs dat hij enige mensen van het Verzet op een bepaalde nacht per
soonsgegevens van burgers die tegenover de vijand extra gevaar liepen,
liet wegnemen!!!
In de oorlog werden de arrestantenlokaliteiten meer gebruikt. De oudste
zoon van de Joodse familie Mesritz (destijds wonende in de Dirk Bosstraat
te Middelharnis) vertoefde er 10 weken in de cel. Hij had een foto gemaakt
van de Goereese Dom.... Deze jongen had het bij de familie de Gans op het
Kantongerecht niet slecht. Zijn huidskleur bijvoorbeeld was behoorlijk
bruin wat toch wel op veelvuldig „luchten" moet hebben gewezen.
Twee jongens van de familie Tanis uit Ouddorp waren eveneens in de cel
beland, zij op beschuldiging van collaboratie met de geallieerden, volgens
de bezetters. Zij zouden naar overvliegende vliegtuigen met lichtsignalen
hebben geseind. Later bleek dat een geglazuurde pan op het dak van hun
woning in de maneschijn geglinsterd had.... daarna kwamen ze gelukkig
weer vrij. Ook deze jongens, evenals zovele andere, zijn door de familie de
Gans goed verzorgd. Na de bevrijding heeft Arjoan de Gans nog enige
maanden bij de Binnenlandse Strijdkrachten gediend.
Niet lang daarna is de Gans benoemd tot gemeentebode en marktmeester
totdat hij in die funktie in 1963 werd opgevolgd door Jac. van de Polder. De
Gans mocht nu van zijn pensioen gaan genieten. Dat duurde tot 1978 want
in dat jaar werd Arjoan de Gans tengevolge van de ziekte van Parkinson
opgenomen in de verpleeginrichting „de Samaritaan". Daar is hij in al die
jaren zeer liefdevol verpleegd.
Maandagmorgen j.l. om kwart voor elf luidde in Sommelsdijk de klok.
Dezelfde klok welke door de Gans zo vaak werd geluid voor de aankondi
ging van een begrafenis. Mede namens de redaktie, wordt de familie de
Gans-Saarloos veel sterkte toegewenst bij het verlies van een veelzijdig en
plichtsgetrouw man.
H.
„Houd in gedachtenis, dat Jezus
Christus uit de doden is opge
wekt...."
Veel mensen in onze tijd hebben erg veel
moeite met de dingen, die ons van
geslacht tot geslacht zijn overgeleverd.
Met name de godsdienstige traditie
moet het iedere keer ontgelden. Zij erva
ren deze traditie als een last, die zij het
liefst zo spoedig mogelijk kwijt zouden
willen. Wij leven toch nu?
De hedendaagse mens vergeet echter,
dat er in dit geval steeds een andere tra
ditie voor in de plaats komt. Dit is de tra
ditie van het ongeloof, die dateert vanaf
Adam toen hij zich moedwillig van de
levende God afwendde. In deze laatste
traditie zit, naar het schijnt, nogal enige
variatie zodat hier de last minder zwaar
lijkt. Maar wat is het trieste? Dat je op
deze wijze nooit echt kunt zeggen wat de
apostel Paulus getuigde: „Het oude is
voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw
geworden" (2 Kor. 5:17). Is dit eigenlijk
niet benauwender?
Wat Paulus betreft, zou je kunnen zeg
gen dat hij om te beginnen is opgegroeid
in een Jóódse traditie. Misschien is in dit
opzicht Psalm 78 wel het meest spre
kende voorbeeld. Want hier zingt een
dichter van de grote daden van God, die
de vaderen óns verteld hebben. En wij
die de wonderen, welke God gedaan
heeft, weer vertellen aan de kinderen die
geboren worden. En deze kinderen die
dit weer doorgeven aan hün kinderen,
opdat dezen hun hoop op God mogen
stellen en Zijn daden niet vergeten!
Pas vrij laat, op de weg naar Damascus,
is Paulus evenwel tot de ontdekking
gekomen dat in deze Joodse traditie iets
sluimert dat naar méér schreeuwt. In
2 Korinthe 3 spreekt hij van een bedek
king die op de harten ligt, totdat deze
door de bekering tot Christus weggeno
men wordt. En zo is hij samen met de
andere apostelen een getuige geworden
van de dood en opstanding van Jezus
Christus.
Hoevelen is hij daarin tot zegen geweest!
Paulus mag onder hen ook Timotheüs
rekenen. En daarom herinnert hij hem
in dit verband aan wat deze van hem
gehoord heeft onder vele getuigen. En
waarom zou Timotheüs dat op zijn
beurt weer niet doorgeven aan getrouwe
mensen, die bekwaam zullen zijn en
eveneens anderen te onderrichten?
U ziet, dat hier ook iets van een Christe
lijke traditie om de hoek komt kijken.
Want het geloof in de Heere Jezus mag
van de ene generatie overgeleverd wor
den aan de volgende generatie. Dit is
ook zeer verantwoordelijk werk. Helaas,
zegt Paulus, heeft niet iedereen in de
gemeente de „bekwaamheid" om ook
anderen te leren. Zijn er, wat de traditie
aangaat, niet telkens de gevaren van de
verwarring en de verstarring?
U die dit leest begrijpt, naar wij hopen,
wat hiermee bedoeld wordt. Het begint
dikwijls hiermee dat sommigen in de
gemeente zich wat ter zijde opstellen.
Willen zij een ander Evangelie? O nee,
zij beweren met stelligheid dat dit niet
het geval is. Maar waarom, zo vragen zij,
dat zij niet een beetje anders met het
Evangelie zouden mogen omgaan?
Toch hebben wij na enige tijd dikwijls
bemerkt, dat het wel degelijk om andere
accenten gaat. Er zijn hoofdzaken, die
op de achtergrond komen. En er zijn
sommige bijzaken, die extra veel aan
dacht krijgen.
Ook de apostel Paulus heeft deze geva
ren onderkend. Er zullen altijd mensen
zijn, die met het Evangelie van de Heere
Jezus proberen te knoeien. De apostel
noemt om duidelijk te zijn in dit hoofd
stuk de namen van Hymeneüs en File-
tus, van wie hij zegt dat hun woorden
voortwoekeren als de kanker. Je schrikt,
als je zoiets leest. Is het werkelijk zo erg
geweest? Ja, schrijft Paulus, zij beweren
immers dat de opstanding reeds ge
schied is. De opstanding van Jezus tot
onze rechtvaardigmaking, die we wel
vergeten mogen voortaan.
Dit verklaart waarom de apostel zich
hier zo sterk uitdrukt. Want gaat het hier
om een kleinigheid? Slechts om een
punt of een komma? Nee, op deze wijze
wordt het hart uit het Evangelie wegge
sneden! Het woord van de opstanding
vraagt eveneens om de gelovige aan
vaarding van de Heere die leeft. Houd in
gedachtenis, dat Jezus uit de doden is
opgewekt!
Is het inderdaad zo, dat u en ik bij het
lezen van deze woorden volkomen eens-
geestes zijn met de apostel? Want laten
wij er rekening mee houden, dat Paulus
hier niet alleen de waarheid van Jezus'
opstanding verdedigt. Het gaat om veel
meer. Het kennen van Jezus zélf als de
Opgestane is hier eveneens in het ge
ding. Blijkens de Griekse grondtekst
schrijft de apostel letterlijk: „Houdt in
gedachtenis Jezus, de uit de doden opge
stane Christus".
Ja, wij dienen er van doordrongen te
zijn, dat de Christelijke traditie behalve
door dwaling ook op een andere wijze
ontkracht kan worden. De godsdienst
kan tot een systeem gemaakt worden, tot
een samenstel van een aantal „waarhe
den" die we zeggen lief te hebben, tot
oude waarheden die evenwel tot op de
draad toe versleten zijn. Want Jezus zélf
ontbreekt in dit alles.
Weet u, beste lezers, wat we dan nog
nodig hebben? Hetzelfde als wat de dis
cipelen nodig hadden, die op de Paas
avond achter gesloten deuren bijeen
waren. Ineens verschijnt de opgestane
Heere in hun midden. Hij blaast op hen
en zegt tot hen: „Ontvangt de Heilige
Geest"! Dit is een voorproefje van Pink
steren geweest. Ja, de discipelen die
straks nog veel méér van de Geest van
Christus vervuld zullen worden!
Alleen zo hebben de apostelen nadien
gedurig kunnen getuigen van de opstan
ding des Heeren. Alleen zo hebben zij
het Evangelie kunnen uitdragen, met
een bevel van bekering en geloof Alleen
zo heeft er een gemeente kunnen op
bloeien, die steeds meer toenam in de
breedte en in de diepte. Alleen zo ook
een gemeente van de Heere Jezus,
waarin de ene generatie iets wezenlijks
had door te geven aan een volgende
generatie.
Verstaat u? Alleen zo een levende tradi
tie, waarin ook wij vandaag staan mo
gen en waarmee wij de kinderen na ons
tot zegen kunnen zijn. Alleen zoals de
oudere apostel Paulus aan de jongere
Timotheüs schreef: „Houd in gedachte
nis, dat Jezus Christus uit de doden
opgewekt is!" Dirksland,
ds. A. Kastelein
Enkele vooruitstrevende inwoners van
Zierikzee willen van de z.g. Oude Ha
ven, omringd door de 17e eeuwse patri
ciërshuizen, met als achtergrond de
stadspoorten en de witte brug een
museumhaven maken. Dit doel wil men
bereiken door in de haven historische
zeilschepen te stationeren, zoals die
vroeger in het Zeeuwse Deltagebied
voorkwamen.
Dergelijke oude model schepen komen
echter nog maar sporadisch in het Del
tagebied voor, veel minder dan b.V: rond
de voormalige Zuiderzee en het IJssel-
meer.
De op zaterdag 18 maart j.l. gehouden
viswedstrijd door de leden van de hen
gelaarsvereniging Krammer was een bij
zonder spannend evenement. Door de
hoeveelheid vis die door alle aanwezige
vissers gevangen werd bleef het tot het
laatste moment onduidelijk wie de wed
strijd zou gaan winnen.
De uitslag laat dit ook duidelijk zien.
1. A. Kromdijk658 cm.
2. T. v.d. Poel649 cm.
3. C. v.d. Jagt626 cm.
4. W. van Welie602 cm.
5. P. Belder584 cm.
Zaterdag 8 april a.s. wordt er weer een
zoutwaterwedstrijd gehouden.
Inschrijven kan men van 09.30-10.00 uur
bij café de Geit te Oude Tonge. Gevist
wordt er van 11.00-14.00 uur.
De tabel voor de v/eek van:
27 maart 1989 t.e.m. 2 april 1989
Normaal jaar-
Weekstreef-
Totaal streef-
verbruik
verbruik
verbruik
500 m''
10 m=
285 m'
600 m^
11 m^
342 m'
700 m'
13 m=
401 m=
800 m»
15 m'
460 m'
900 m»
17 m=
518 m=
1000 m»
19 m^
575 m=
1100 m'
21 m=
635 m=
1200 m=
23 m'
694 m'
1300 m=
25 m'
751 m=
1400 m=
27 m"
807 m»
1500 m'
29 m>
868 m^
1600 m=
31 m'
928 m=
1700 m=
32 m»
979 m=
1800 m»
34 m'
1042 m'
1900 m=
36 m"
1098 m'
2000 m'
38 m'
1160 m'
2200 m'
42 m=
1278 m'
2400 m'
46 m'
1395 m'
2600 m=
50 m=
1512 m3
2800 m»
54 m=
1628 m=
3000 m»
57 m'
1745 m=
3500 m'
67 m='
2038 m"
4000 m'
76 m'
2330 m'
4500 m=
86 m'
2630 m^
5000 m=
96 m'
2918 m'
5500 m=
105 m'
3213 m=
6000 m=
115 m'
3509 m'
In de verschillende kamers van een
huis heersen vaak verschillende ka
mertemperaturen. Zo is een kamer
op het noorden kouder dan een
kamer op het zuiden. Toch wordt in
veel woningen de cv-warmte voor
alle kamers centraal geregeld. Dat
kan tot gevolg hebben dat sommige
kamers veel te warm zijn. Dat is ver
spilling van energie.
Een radiatorthermostaat stelt u in
staat de hoeveelheid cv-warmte voor
iedere kamer apart te regelen. Dat
kan een aanzienlijke energiebespa
ring opleveren.
Overigens bespaart u zonder radia
torthermostaat ook al energie, als u
de radiator in ongebruikte kamers
uitzet.
Bij uw energiebedrijf weten ze alles
over zuinig omgaan met gas. Loop
gerust eens binnen.
E M.G O
W IVl.VJ \_J 1
Weersomstandigheden:
Afgelopen week lag de buitentemperatuur
aanzienlijk boven normaal,
de windsnelheid lag op het normale niveau.
Weergegevens Valkenburg Z-H
berekeningsmodel NV GEB ZHW
N.V, ENERGIE MAATSCHAPPIJ
GOEREE OVERFLAKKEE
PostbusS 3240AA MIDDELHARNIS
^if.if.if.if.^,f.if.)f.,fif.i^^.)f.,fif.if.^.,f.if.if.if.if.if.if.^ifif.if.if.if.if.if.lf.if.if.^)f.ifif.if.,f.if.^^jf.if.^^if.if.if,,f.i^^
t> o f. JAN K A P i M (i.
Publikatierecht door de uitgever
Bosch en Keuning - Baarn.
Overgedragen aan de Ver. Streekmuseum
Goeree-Overflakkee, Sommelsdijk.
- 49 -
DERTIENDE HOOFDSTUK
'ADER werd langzaam beter. Het
ging zo langzaam, dat het van de
ene op de andere dag niet te mer
ken was. Alleen als je het vergeleek met een paar
weken geleden, dan viel er vooruitgang te bespeu
ren. Het bewustzijn was nu voorgoed teruggeko
men, en dat was een goed teken, zei de dokter. Hij
was echter zo zwak, dat hij zich niet alleen kon
omdraaien, dan moest hij geholpen worden. Dat
gebeurde soms wel tien keer in een uur, want hij
klaagde telkens, dat hij niet gemakkelijk lag. En
dan zei hij triestig: „IK gloave da'k mit den dag
zieker worre, het komt er niet. Piet"....
Dat scheen in strijd met de verklaring van de dok
ter, die gezegd had, dat er hoop was, en dat er
enige verandering ten goede was gekomen. Trou
wens, dat was ook wel te zien. Daarom begreep
Piet niet, hoe vader kon zeggen, dat hij elke dag
zieker werd. Maar opoe loste dat raadsel op. „Dat
spreekt", zei ze, „hoe meer 'n betert hoe meer of
dat 'n z'n lief gaet voele, dat begriep je wel". En het
was niet onmogelijk, dat het zo was.
Vader sliep nu. Piet was alleen bij hem. Hij was
aan het tafeltje gaan zitten met de lantaarn vlak
bij zich om te kunnen lezen. Maar hij las niet, de
letters dansten voor zijn ogen, die waren zo moe.
In de laatste weken had hij zo weinig geslapen, en
zijn hoofd was vol met allerlei dingen, telkens
dwaalden zijn gedachten weg. Dat was vreemd,
dan las je soms een hele bladzij en ineens werd je
gewaar, dat je niet wist wat je las, maar aan wat
anders zatte denken. Hij had het boek dichtgesla
gen en nu zat hij zomaar met zijn hand onderzijn
hoofd, leunend op het tafeltje, en met zijn ogen
turend in de kwijnende vlam....
Straks zouden moeder en Lena komen, die had
den de nachtwaak. Ze deden het ieder om de
beurt. Vannacht had hij met Sien d'r vader
gewaakt. Het was misschien de laatste keer
geweest, want morgen mocht vader vervoerd wor
den. Ze zouden het wagen, had de dokter gezegd.
Als er geen bijzonders gebeurde, dan kon het,
omdat het moest. Hij zag zeker ook wel, dat hét
hoog tijd werd, anders konden er nog wel eens
meer zieken komen. Het was zo moeilijk om
vader hier op te passen. Er was geen enkel gemak
en ze moesten zo dikwijls heen en weer lopen
naar huis, want dan was er dit nodig en dan dat.
En aan vader was zoveel werk, hij moest overal
aan geholpen worden. Dan moest hij drinken, en
dan wilde hij weer afgewassen worden, omdat hij
het aldoor zo warm had. En wel honderdmaal op
een dag lag zijn kussen niet goed, of er was een
harde plek in het bed, die zijn lichaam pijn deed.
Zo was er altijd wat te doen als hij niet sliep. „Een
krepele joon heit er dagwerk an", zei opoe, en er
was iets van aan. En het nachtwaken, dat matte zo
af. Als vader thuis was, dan zou één man dat
afkunnen, dan was er toch altijd iemand bij de
hand.
Het was gelukkig, dat ze zoveel bijstand onder
vonden van Sien thuis, anders hadden ze wel niet
geweten wat ze moesten beginnen. Er was wel veel
deelneming in het dorp geweest, vooral in het
begin. Toen konden ze niet op straat komen of er
werd gevraagd: „Hoe gaet het mit Kees?" En dan
volgde er dikwijls een lange ontboezeming, warm
van medeleven. Maar daar bleef het ook bij. Nie
mand scheen er aan te denken, dat er ook nog wat
anders nodig was. Nu was de geschiedenis in het
dorp haast al vergeten, morgen zouden de men
sen er nog even over praten als ze vader door het
dorp zouden dragen. Dan zouden de mensen
even stil blijven staan om hen na te kijken, en ze
zouden tegen elkander zeggen: „Wadde spullen
toch, eh!" Maar dan zou er ook voorgoed een punt
achter staan.
Dan was het medeleven, dat ze bij Sien thuis aan
de dag legden, toch inniger. Dat was nog onver-
flauwd als in het begin. Sien d'r vader kwam tel
kens waken, en d'r moeder was ook al eens een
paar nachten geweest. En d'r broers hadden de
zorg voor de beesten op zich genomen. Daar was
hij blij om, want nu kon hij al zijn krachten aan
vader geven. Dat was nodig, want moeder raakte
zo afgetobd. Hij maakte zich wel eens ongerust,
als ze ook het bed maar niet insukkelde. Ze leek in
de laatste weken wel tien jaar ouder geworden, ze
was zo mager, d'r gezicht vol rimpels en haar ogen
lagen zo diep. En aan opoe had je zo weinig,
eigenlijk helemaal niets, ze maakte een hoop
drukte en ze deed alsof heel de zaak eigenlijk om
haar alleen draaide, maar meestal maakte ze nog
meer werk dan er al was. En Lena, die hielp wel
flink mee, maar er was zoveel te doen voor een
vrouw.... de handen van een man stonden voor
veel dingen zo dikwijls verkeerd....
Soms, als hij naar Lena keek, moest hij ineens
aan Sien denken. Hij had zo graag gewild, dat ze
nu eens gekomen was. Zou ze daar nu helemaal
geen behoefte aan hebben? Of zou ze niet durven?
Hij wist, dat ze voor Lena de melk bij de klanten
bracht en daar was hij blij om. Het was een bewijs,
dat ze toenadering zocht. Maar waarom kwam ze
nu toch niet naar hem toe om alles weer goed te
maken? Of wilde ze dat niet? Voorzichtig had hij
geprobeerd, om wat te weten te komen van haar
vader, want hij wilde er niet rechtstreeks naar vra
gen. Die moest er om lachen, zoals hij het vroeg,
want hij begreep hem dadelijk. En toen begon hij
te vertellen, alles van die avond, en hoe ze hem het
spaarbankboekje had gegeven. Het was een lang
verhaal. En de andere morgen had ze tegen hem
gezegd: „Vaoder, za' je niet tegen heulje zeggen,
dat die centen van mien binne, want dan zoue ze
wel es kenne dienke, da 'k Piet vrom wil koape"....
En telkens wou ze met d'r vader mee, maar die
had het geweigerd, omdat hij bang was. dat het te
veel drukte zou geven voorde zieke. En naar opoe
aan huis wou ze niet, omdat ze vreesde, dat de
oude vrouw wat zeggen zou. En daar waren moe
der en Lena....
Dat alles had Sien d'r vader hem fluisterend ver
teld, terwijl ze samen bij vader waakten. Ze waren
in een hoek van de cel gaan zitten, zo ver mogelijk
van het ledikant vandaan, opdat geen enkel
geluid de zieke zou kunnen bereiken. En Sien d'r
vader sprak zo zacht, dat Piet de woorden soms
van zijn lippen moest lezen. Het had hem geluk
kig gemaakt. Het zou weer goed worden tussen
hem en Sien! Hij kon alleen niet begrijpen
waarom er nu gewacht moest worden. Dat ze niet
naar opoe aan huis wou komen begreep hij, maar
als ze nu naar hier kwam, 's avonds, als vader
sliep-... (wordt vervolgd)