EIIAIIDEII-tllEUWS
Samenvatting rapport
„Boeren en Emigratie
Beleidsplan
ZWN 1989
Met 'n goede verhuizer
kunt u rustig gaan slapen
„Kom in de Kas"
ook op Goeree-Overflakkee
Hoe ds. G. C. Muntingh het beroep
naar Middelharnis aannam
flakkee expresse bv
Bevallen, en wat nu?
Schilderijen gevraagd
voor expositie
9?
Gebr.VanDllkBV
2e Blad
VRIJDAG 31 MAART 1989
No. 5787
Vanwege het LEI, het Landbouw Economisch Instituut is op verzoek van de
Emigratiecentrales de belangstelling onder agrariërs en hun oudere kinde
ren voor emigratie gepeild. Ook is nagegaan naar welke landen men zou wil
len gaan, of er verschillen bestaan tussen degenen met en zonder
belangstelling voor vertrek naar het buitenland en welke redenen en moge
lijke belemmeringen er zijn voor de emigratieplannen.
Opzet en dataverzameling
De gegevens voor het onderzoek zijn
verzameld via een schriftelijke enquête
onder ruim 2400 bedrijfshoofden. De
steekproef vóór de enquête is getrokken
uit de landbouwtelling van 1987. Alleen
geselecteerd zijn agrariërs in de leeftijd
van 30-65 jaar met een hoofdberoepsbe-
drijf In totaal omvat deze groep 90.000
boeren en tuinders. Aan de bedrijfs
hoofden zijn zowel vragen over henzelf
als over hun kinderen in de leeftijd van
18 tot 30 jaar voorgelegd.
Van de aangeschrevenen heeft de helft
gereageerd. Uit een aanvullende telefo
nische enquête onder de non-respon-
denten is gebleken dat deze (zoals
verwacht) wezenlijk minder belangstel
ling voor emigratie hebben dan de
bedrijfshoofden die de vragenlijst wel
hebben geretourneerd. Bij het meten
van de belangstelling voor emigratie is
daar rekening mee gehouden.
Belangstelling voor emigratie
Zeventien procent van de geënquê
teerde bedrijfshoofden speelt wel eens
met de gedachte om te emigreren. Vijf
procent van deze geënquêteerden heeft
informatie aangevraagd over emigratie,
een voorlichtingsbijeenkomst over dit
onderwerp bezocht of een reis naar het
buitenland gemaakt om de mogelijkhe
den van emigratie te verkennen, maar
nog geen vastomlijnde plannen voor
vestiging in het buitenland. Eén procent
heeft wel dergelijke plannen.
Ongeveer de helft van de geënquêteerde
bedrijfshoofden heeft zoons of dochters
in de leeftijd van 18 tot 30 jaar. Vijf pro
cent van deze bedrijfshoofden heeft kin
deren die er wel eens over hebben
gedacht om op eigen gelegenheid in het
buitenland te gaan wonen om daar in de
agrarische sector te gaan werken. In
ruim één procent van de gezinnen zijn
kinderen die zich over emigratie hebben
laten voorlichten of een verkennende
reis naar het buitenland hebben ge
maakt, maar nog niet over vastomlijnde
plannen voor emigratie beschikken.
Ongeveer een half procent van de agra
riërs met oudere kinderen heeft een
zoon of dochter met vastomlijnde plan
nen voor vestiging buiten Nederland.
Landen waar men naar
toe wil
Zowel onder de bedrijfshoofden als
onder hun kinderen blijkt er maar wei
nig belangstelling te bestaan voor ver
huizing binnen Europa. Buiten Europa
is vooral Canada in trek, op ruimte afge-
stand gevolgd door de Verenigde Staten.
Ook de andere traditionele emigratie-
landen (Australië, Brazilië en Nieuw-
Zeeland) worden vrij frequent ge
noemd.
Kenmerken belangstellenden
voor emigratie
De groep agrariërs die wel eens met de
gedachte speelt om te emigreren ver
schilt duidelijk van de categorie die dat
nooit doet. De bedrijfshoofden in de eer
ste groep zijn jonger, hebben meer
onderwijs genoten, zijn in het verleden
mobieler geweest en wonen verhou
dingsgewijs vaak in de provincies Fries
land, Drenthe, Flevoland, Limburg en
Groningen. Een groter deel van hen
heeft familie of goede kennissen in het
buitenland en is geïnteresseerd in litera
tuur over emigratie. Bovendien hebben
de bedrijfshoofden die wel eens denken
over emigratie grotere bedrijven en zijn
zij relatief vaak gespecialiseerd op in
tensieve veehouderij. Dat neemt niet
weg dat de meesten een melkveebedrijf
hebben. Wat betreft burgerlijke staat
bestaan er geen verschillen tussen de
twee groepen agrariërs.
Van de kinderen die er wel eens over
gedacht hebben om zelf buiten Neder
land in de agrarische sektor te gaan
werken (verder genoemd: kinderen met
belangstelling voor emigratie) is het
merendeel van het mannelijk geslacht,
ongehuwd en momenteel werkzaam in
de agrarische sektor. Hun ouders zijn
vaak zelf ook geïnteresseerd (geweest) in
vestiging in het buitenland. Bovendien
hebben zij grotere, vaak meer gespecia
liseerde, bedrijven.
Ten opzichte van de bedrijfshoofden in
de leeftijdsgroep 30 tot 35 jaar hebben de
kinderen met belangstelling voor emi
gratie meer onderwijs genoten en vaker
in het buitenland stage gelopen.
Redenen voor emigratie
Acht mogelijke redenen voor emigratie
zijn voorgelegd aan de bedrijfshoofden
die wel eens met de gedachte spelen om
zich in het buitenland te vestigen. De
produktiebeperkende maatregelen wor
den het vaakst belangrijkst genoemd.
Ook de onzekerheid over de toekom
stige landbouwmaatregelen en de hoge
belastingen scoren in dit verband hoog.
De toekomst van de kinderen en het feit
dat Nederland zo druk en vol is spelen
een kleinere rol. De bedrijfsopvolging,
het avontuur en slechte produktie-om-
standigheden op het bedrijf worden
maar zeld^p sis belangrijke redenen om
te emigreren naar voren gebracht.
Wat betreft de emigratieplannen van de
kinderen zijn vier faktoren ter beoorde
ling voorgelegd. De geringe uitbrei
dingsmogelijkheden op de bedrijven
worden duidelijk het belangrijkst ge
acht. Ook speelt nog enigszins dat het
moeilijk is om in Nederland zelf een
bedrijf te beginnen. De andere twee fak
toren („hier niet slecht maar in buiten
land beter" en „betere vooruitzichten
bieden aan eigen kinderen") worden
maar zelden belangrijk gevonden.
Belemmeringen voor
emigratie
Zaken in de persoonlijke of gezinssfeer
zoals binding met familie, geboorte
streek of bedrijf, en weinig enthousiaste
gezinsleden worden de grootste belem
meringen voor emigratie genoemd door
bijna 60 procent van de bedrijfshoofden
die wel eens met de gedachte spelen om
zich in het buitenland te vestigen. Voor
17 procent van deze bedrijfshoofden is
het benodigde eigen vermogen de groot
ste hindernis. Het onbekende/vreemde
in het buitenland en de vreemde taal
worden ieder door zeven procent als
belangrijkste belemmering opgegeven.
Tien procent ziet helemaal geen belem
meringen voor emigratie.
In het onlangs vastgestelde Beleidsplan
1989 formuleert Zuid-West-Nederiand
het bedrijfsbeleid voor de komende
jaren. Dit beleid wordt voor een belang
rijk deel beïnvloed door het rijksbe
leid.
Zo is het de bedoeling van de rijksover
heid om de rol van het openbaar vervoer
te vergroten. Dit beleid is neergelegd in
het tweede Structuur Schema Verkeer en
vervoer. Ook de doelstelling van minis
ter Smit-Kroes om de files in de Rand
stad te bedwingen, leidt tot een groter
beroep op het openbaar vervoer. De gro
tere maatschappelijke waarde die aan
het openbaar vervoer wordt toegekend,
betekent dat de kansen voor ZWN gro
ter worden. Hiervoor zal een grotere
marktinspanning worden geleverd.
ZWN zal deze kansen echter slechts
kunnen grijpen wanneer de overheid
voldoende geld beschikbaar stelt voor
de uitvoering van de door haar uitgestip
pelde beleidslijnen.
De financiële verhouding met het rijk
wordt steeds losser. Tot 1987 dekte het
rijk alle kosten af die werden veroor
zaakt door vooraf goedgekeurde uitga
ven. De minister trad op als een super
wethouder. Nu is het zo dat ZWN een
som geld krijgt waarvan de omvang
wordt bepaald door de goedgekeurde
produktie. Het is de bedoeling dat met
ingang van volgend jaar ZWN een ver
goeding krijgt van het rijk voor ieder
door het rijk goedgekeurde en door
ZWN gereden (norm)busuur. De ver-
01870
4844
Onafhankelijk
HYPOTHEEK-ADVIES
goeding per goedgekeurd busuur wordt
bepaald door de gemiddelde kosten in
de gehele bedrijfstak. Hierdoor ontstaat
er dus een concurrentie in efficiency tus
sen de streekvervoerbedrijven. Gezien
de lage indirecte kosten van ZWN, ver
wacht het bedrijf deze aan te kunnen.
Het beleid zal daarom mede gericht zijn
op continuïteit.
ZWN krijgt alleen maar een vergoeding
voor het rijden van door het rijk goedge
keurde ritten. Dit betekent dat de maat
schappelijke funktie, die ZWN in de
regio heeft, door de rijksnormen wordt
begrensd. ZWN zal het vervoer zo effi
ciënt mogelijk inrichten om te proberen
ook in de zwakke gebieden een redelijke
verzorgingsgraad te handhaven.
De nieuwe relatie met het rijk maakt het
voor ZWN ook mogelijk nevenaktivitei-
ten te ontplooien. De winst die met deze
aktiviteiten wordt verkregen, mag ZWN
behouden. Hierbij denkt ZWN aan het
uitbreiden van het groepsvervoer in de
daluren en het op commerciële basis ter
beschikking stellen van de technische
infrastructuur. ZWN verwacht overi
gens dat deze aktiviteiten slechts margi
naal bijdragen aan de omzet.
Over de zaken die voor de kinderen met
belangstelling voor emigratie een ver
trek naar het buitenland moeilijk ma
ken, zijn geen directe gegevens voor
handen. Aangenomen mag worden dat
de vreemde taal, de onbekendheid met
het eventuele land van vestiging en
gezinsomstandigheden voor de kinde
ren minder frequent een belemmering
voor emigratie vormen dan voor de
bedrijfshoofden. De faktor binding met
familie en geboortestreek speelt voor
hen waarschijnlijk net zo sterk. Het
benodigde eigen vermogen zal voor de
kinderen echter duidelijk meer proble
men opleveren.
Er blijken al met al heel wat belemme
ringen voor emigratie te worden ge
voeld. Het is dan ook belangrijk zich te
realiseren dat zelfs de bedrijfshoofden
en kinderen die zich over emigratie heb
ben laten voorlichten of een verken
nende reis naar het buitenland hebben
gemaakt, waarschijnlijk lang niet alle
maal daadwerkelijk uit Nederland zul
len vertrekken.
Bijeenkomst verzorgende beroepen
regio Goeree-Overflai(l(ee
Op D.V. 6 april is er weer een bijeen
komst Verzorgende Beroepen in het ver
enigingsgebouw van de Ger. Gem. te
Dirksland. Dr. Kuit hoopt te spreken
over „Begeleiding van ongeneeslijk zieken
Aanvang half acht.
Kraayenstelnsew/eg 4,
Sommelsdijk.
Tel. (01870)28 87
A.S. zaterdag 1 april organiseren de land- en tuinbouw op Goeree-
Overflakkee weer hun jaarlijkse open dag. Zes bedrijven zetten tussen 10.00
uur 's morgens en 16.00 uur 's middags hun deuren open voor het grote
publiek.
Er is een zelfkazend veehouderijbedrijf, waar het publiek kan zien hoe kaas
wordt gemaakt. Verder kan er in een sla- en tomatenkwekerij, een witlofkwe
kerij en bij een snijbloemen- en potplantenteler worden bekeken hoe deze
produkten milieuvriendelijk geproduceerd worden. In de kassen van
kwekerij Marleen (fam. L. Klein, Sommelsdijk) zullen plm. 40.000 bloeiende
tulpen in 30 variëteiten te bewonderen zijn. Hoe een en ander in zijn werk
gaat wordt uitgelegd door de bedrijfsleiders zelf.
De opengestelde bedrijven staan aangegeven op gele bewegwijzeringsbor
den. Alle bedrijven zijn toegankelijk voor minder-validen. Parkeerplaatsen
zijn in ruime mate aanwezig, evenals versnaperingen onderweg. Ze zijn:
L. Klein, Groentenplanten- en Perkplantenkwekerij,
Rijzenburgseweg 1, Sommelsdijk
Landbouwschool Ruitenboer, Molenweg 42, Sommelsdijk
De Kwekerij „Het Buitenhof', Oudelandsedijk 24, Middelharnis
J. A. Franken, Tomatenkwekerij, Tilsedijk la, Den Bommel
R. J. van Schalk, Kaasmakerij, Tilsedijk 25, Den Bommel
De wijkverpleging van Oude Tonge
organiseert een gespreksavond over het
onderwerp „Bevallen en wat nu?"
Moneke de Werk, stafverpleegkundige
ouder- en kindzorg, zal onder ander
espreken over de emotionele verande
ringen na de bevalling en de gevoelens
ten aanzien van je baby. Tevens is er
gelegenheid om vragen te stellen.
Tijdens deze avond zal er ook een video
band vertoond worden.
De avond zal bij voldoende belangstel
ling gehouden worden op 13 april a.s.
om 19.45 uur in het wijkgebouw van
Oude Tonge, Arendsstraat 34.
U kunt zich telefonisch opgeven bij de
wijkverpleegkundigen, maandag t/m
vrijdag tussen 13.00 en 14.00 uur, tele
foon 01874-1289.
Op zaterdag 27 mei aanstaande is het in
Middelharnis „Havendag". Het is onder
meer de bedoeling een expositie in te
richten van schilderijen die op de een of
andere manier iets van doen hebben
met havens, schepen en dergelijke.
De expositie kan alleen slagen als er
vanuit de bevolking een voldoende aan
bod komt. Gegadigden of geïnteres
seerden worden verzocht kontakt op te
nemen met mevrouw Ria Zoomers, tele
foon 01870-2853 of met de afdeling voor
lichting van de gemeente Middelharnis,
telefoon 01870-3555 toestel 250.
De tentoonstelling zal worden gehou
den in de grote zaal van Het Diekhuus
aan het Beneden Zandpad.
In NRC-HANDELSBLAD van maandag 20 maart 1989 is een interview
opgenomen met Drs. H. J. Muntingh, zoon van wijlen ds. G. C. Muntingh,
in leven gereformeerd predikant te Bergentheim en van 1953 tot aan zijn
emeritaat in 1965 te Middelharnis. Drs. H. J. Muntingh vertelt tijdens dit
interview het verhaal hoe zijn vader van Bergentheim naar Middelharnis
ging. Een verhaal dat hij, naar eigen zeggen, tot dusver nimmer prijsgaf
Wij willen onze lezers ook hiervan deelgenoot maken. Drs. Muntingh:
„Mijn vader wist niet wat hij moest doen. Aannemen of afwijzen? Toen
schreef hij twee brieven aan de kerkeraad van Middelharnis. Eén met ja en
één met nee. En ik moest daar in Bergentheim één van die twee brieven
posten. Het was een stormachtige avond, zaterdag 31 januari 1953. Die
nacht braken de dijken in Zeeland en Zuid-Holland. Ik postte een van de
brieven en gaf de andere aan mijn vader terug. Toen bleek dat het ja-
bericht was verzonden".
VERVOLGVERHAAL
Publikatierecht door de uitgever
Bosch en Keuning - Baarn.
Overgedragen aan de Ver. Streekmuseum
Goeree-Overflakkee, Sommelsdijk.
- 47 -
Het deed hem pijn, dat ze dat zei, maar
ze merkte het niet. „Ze hadde 'em allang
al in 't gekkenhuus motte douwe", zei ze
nog, „daer hoare zukke lui"....
Ze wou nog meer zeggen, maar moeder
viel haar in de rede: „Och, as die man d'r nog mar
es boven op moch komme, dan was ik weer al
tevreje.... A' mot ik dan weer van vorenevoet
beginne, alia.... Mar as Kees weg zou motte, da's 't
ergste.... Je mot er nie min over dienke.... voor
zoa'n groate eeuwigheid.... Och, och, wat is toch
een mens!".... Ze begon te schreien.
„Je zou zegge waer bluuft die meid?" vroeg opoe.
Haar ogen gingen vinnig naar de kamerdeur.
„De Heere is machtig om ons te verlossen van het
geweld des grafs", zei Sien d'r vader troostend.
„En Hie is lankmoedig en groat van goeder
tierenheid"....
„Mar 't zal tocha hier gekend motte weze", wierp
moeder tegen. Nee, zo gemakkelijk als die man
zei ging het niet. Er moest heel wat aan vooraf
gaan. En Kees had er niet naar geleefd, nee, hele
maal niet. Daarom zei ze nog eens, troosteloos:
„Daer zou heel wat voor z'n te doen komme te
staen, och, och"....
„Och", zei opoe, „noe mo'je je eige daedelijk niet
het alderzwarste voorstelle, oor. Hie is knap ziek,
mar net as den dokter zeit: 't is mar een beetje van
de schrik.... een beetje flaauw gevalle.... En hie is
sterk van spieren, dienkt er om dat 'n sterk van
spieren is, oor! Hie is uut een sterk geslacht. Zelf
schil ik noait niks, as d'r niks in de weege komt,
dan ken 'k wel honderd jaer worre.... En z'n vao-
der, daer had ik nog noait een dokter voor gehad
zoa lang azze m'n getrouwd wazze. De man is
gesturve van een kouwe te vatten, hard bezweet
thuus komme, een hoap koud waeter drienke, bie
een ope raem gaen zitte, en den aoren dag nie
goed. En ziedaert: binnen een week op 't kerkhof!
Dat zè 'k zoa dikkels: as 'an niet zoa dom geweest
was om dat te doeën, dan had 'n dienkelijk nog
geleefd.... Jae, en ik had 'n gewaerschoewd!"....
Lena kwam binnen en stoorde de oude vrouw in
haar verhaal. „Mo' m'n dan mar gaen?" vroeg
ze.
„Meid, waer bluuf je!" zei opoe. „Die man zit al
een half ure op je te wachten. In dien tied ken 'k
m'n eige wel zesmal uut en anklee. Ko' je je haer
nie goed kriege?"....
Lena gaf geen antwoord.
Hij rees op. „EUè, dan", zei hij.
„Wacht effen", gebood opoe, „me gaene mee".
„Zoa zeker, in je nachtjak?".... Lena vroeg het
snibbig.
Maar moeder schudde droevig haar hoofd. „Ik
gloave dat Joast geliek heit", zei ze. „Merge komt
er weer een dag. Me moste mar gaen prebeere om
es pasjes te slaepen. Joe bint veul te lange opge-
weest. As dat mar goed uutkomt"....
Opoe lachte er om. „Pffdeed ze minachtend,
maar ze gaf toch toe. „Mar je mot er op rekene, da'
m'n mergenochend voor dag en voor daauw gun-
ter binne, oor!" zei ze nog, en het klonk als een
bedreiging.
Hij moest er om lachen. Wat was ze toch nog een
baas, je zou niet zeggen, dat ze al zo oud was.
„Prebeer mar es wat uut te rusten", ried hij. „En
mot ik je es wat zegge? Ik zoue bie gelegenheid
nog wel es graeg pasjes mit je komme praete"....
„Dat vind ik best", stemde ze toe, „want ik hawe je
oak nog wel es wat te zeggen. Huubje heit de boel
in den brand gestoke bie Kees, en noe hoop ik, dat
je dat zoa niet over je kant zal laete gaen"....
Hij vond het jammer, dat de oude vrouw daar
over begon, het stemde hem wrevelig. Hij was niet
van plan om de mensen zo aan hun lot over te
laten. Hij had hier verplichtingen, dat voelde hij,
en hij zou doen wat hij kon.
Maar zijn plannen hadden nog geen vaste vorm
kunnen aannemen, daar had hem de tijd voor
ontbroken. En het was ook bete rom eesrt af te
wachten hoe het met Kees zou gaan. Als de man
nog eens beter werd, dan kon er met hem overlegd
worden hoe hij het best kon worden geholpen.
Daarom zei hij: „Dat komt aollemaele wel in
orde. Lae m'n eerst aol het meugelijke mar doeë
om Kees hier te houwen"....
„Jae, aolles goed en wel.... mar ditte".... ze maakte
een beweging van geld tellen, „dat zal d'r noadig
weze, oor!"....
„Hou noe toch je mond, moeder"....
„Jae.... jae".... De oude vrouw maakte een kalme
rend gebaar met haar dorre handen. „Lae mien
m'n gang mar gaen, oor!"....
Toen gingen ze de deur uit.
Buiten regende het. Hier en daar brandde een
lantaarn triestig in de verlaten straten.
„Bel, bel, wat een ouwe kedee", zei hij toen ze
boven op de dijk kwamen. „Ze zeit aolles mar wat
er voor d'r mond komt".
Lena moest er om lachen. Ze stapte stevig naast
hem voort. Hun voetstappen klonken luid in de
stilte van de nacht. Hij schrok er van, dat hij het
gezegd had. Dat had hij niet moeten doen. Het
was toch haar opoe. Maar het was ook zo'n hard,
ongevoelig mensje, zo had hij het nog nooit
beleefd.
„Zukke dienge merke wielle geen eens meer", zei
ze schamper. „Daer bi' m'n al an gewend. Me
laete ze mar klesse. Mar je mot er toch om lache a'
je 't goed beschouvrt''....
Hij vond het helemaal niet belachelijk. Het waren
treurige verhoudingen in deze familie. Zo ging
het als er niet gevraagd werd naar Gods ordinan-
tiën. Want hier werd wel gepraat over God, maar
het echte ontbrak er aan....
Zwijgend gingen ze naast elkander. Hij wou iets
zeggen, maar hij wist niet waar hij mee beginnen
zou. Hij zocht in zijn gedachten.... Er was zo
veel.... Och, wat een mensen toch!....
Er sloften voetstappen nader, langzaam.... en het
telkens neerzetten van een stok op de straatste
nen. Het was de nachtwaker, die zijn rondte deed.
Met zijn zaklantaarn lichtte hij hen in het gezicht.
Ze knipperden tegen de felle lichtbundel, die een
ogenblik in hun ogen priemde. Dan werd het weer
donker.
„N' avond", zei Sien d'r vader.
„Welterusten", antwoordde de man en ging weer
verder. Ze hoorden nog lang het stampen van zijn
stok....
„Zou vaoder daer noe nog lange motte bluuve
legge?" vroeg Lena opeens.
(wordt vervolgd)
Lorentz 1 3241 LX Midd^arnis Tel. 01870-2188
Cricketpad 15 3223 EA Hellevoetsluis Tel. 01883-20016 m
Kreeftstraat 36 4301 ZD Zierikzee Tel. 01110-13163 tij
Wielsingel 24 3261 VJ Oud-Beijerland Tel. 01860-13624 I
GEBR.
VAN DIJK BV
MIddelharnl*
Land- en
tuinbouwmechanisatle
l^4.l^lf.l^l^^^.^^.)^l^l^l^]^]^l^l^:^]^l^l^l^l^l^44.l^l^l^l^l^]^]^^^l^J^l^J^l^l^l^l^^l^>^^^l^l^^^)^^^l^l^l^4■*^