Poteraevend Flakkeese schrievers
ai)
Adverteren kost geld, niet adverteren kost meer
Winst van Good-Luck
op titel icandidaat
Kinderdijlc 4
'm^m^m^m^m^m^¥m^¥^^im¥mf^i^^i(^^f^'^i^^
Gelijkspel Intermezzo
Het CNV helpt met het invullen
van uw belastingformulier
Weet jij al waar je
deze zomer naar toe gaat?
Biz. 2
„EILANDEN NIEUWS
DINSDAG 28 FEBRUARI 1989
Ingezonden:
In het eerste deel van mijn betoog heb ik
gezegd, dat ik ook niet weet hoe het
MOET met de spelling van het Flak-
kees. Maar misschien kunnen we ont
dekken hoe je tot een eenvoudige en
bruikbare spelling zou kunnen komen.
Laten we daarvoor eens fantaseren over
wat er had kunnen gebeuren, als er
iemand op de gedachte was gekomen
om niet ZW als uitgangspunt voor de
spelling te kiezen, maar een tekst van
een man die lang vóór de verschijning
van ZW de kunst van het schrijven in
het Flakkees beoefende, namelijk de tot
nog toe niet geëvenaarde Jan Knape
Mzn. Hoe die het Flakkees spelde, kan
elke Flakkeeënaar zelf nagaan, want het
in boekvorm meest verbreide verhaal
van Knape is te vinden in Gebroken Dij
ken: Hoe ouwe Kees de watersnood
beleefde. Om bij ons fantaseren enige
grond onder de voeten te hebben, laten
we onze „iemand" ergens in Middelhar-
nis wonen en over het Flakkees (dus
zonder het Goerees) nadenken. We noe
men hem Pieterse en we dromen:
In de kleine lichtkring van zijn bureau
lamp zit Pieterse gebogen over de
„Grote Van Dale" en leest over de spel
ling de passage:
„De spelling geeft de regels aan volgens
welke in een bepaalde taal, in dit geval
de Nederlandse, de woorden moeten
worden geschreven. Het is minder ver
kieslijk te spreken van de „uitbeelding
van spraakklanken", want ons spel
lingsysteem is verre van fonetisch;
schrijven is voor ons veeleer woordbeel
den vormen dan klanken uitbeelden en
onze spelregels zijn eigenlijk slechts de
regels waaronder de traditie in het vor
men van woordbeelden kan worden
gebracht".
Pieterse kijkt op. Tja, dat is wel mooi
gezegd, maar als er geen sprake is van
een traditie, wat dan? Van de vele teksten
die hij al onder ogen gehad heeft, heeft
hij er de laatste dagen een dozijn nog
eens speciaal op het punt van de spelling
bekeken. Zo ongeveer het enige wat in
allemaal eender behandeld wordt, zijn
woorden als ken, wel: daer, waer en meule,
geweun. Voor het overige is eensgezind
heid in de spelling soms ver te zoeken.
Dat is een schrale oogst. Het zou toch
mogelijk moeten zijn, een afspraak te
maken hoe je het best het geschreven
Flakkees tot zijn recht kunt laten ko
men. Voorwaarde daarbij zou natuurlijk
zijn, dat zo'n richdijn niet alleen over
zichtelijk en doeltreffend, maar vooral
ook eenvoudig te hanteren zou zijn.
Maar hoe bereik je dat?
Pieterse schuift zijn stoel achteruit en
begint door zijn kamer te ijsberen. Er
moet toch ergens een aanknopingspunt
zijn, een handvat. Wat zou het eenvou
dig zijn, als er een autoriteit voor het
geschreven Flakkees was, zoals Land
heer en ZW dat zijn voor het gesproken
dialect. Jammer, dat die er niet is.... Wat
zeg ik?.... Die is er wel!
Resoluut gaat Pieterse op zijn boeken
kast af en grijpt het boek Gebroken Dij
ken. Het is al heel lang geleden, dat hij
daarin het verhaal van Jan Knape Mzn.
over ouwe Kees heeft gelezen. Hoe heeft
eigenlijk die bekendste van de Flak-
keese vertellers indertijd het probleem
van de spelling opgelost?
Schattend waar ongeveer het relaas over
ouwe Kees moet staan, slaat hij het boek
open en kijk: blz. 126/127, midden in het
verhaal! Maar.... staat er op deze bladzij
den wel Flakkees? Dat is haast niet te
geloven: zo'n rustige zetspiegel zonder
ook maar één accent circonflexe, dat zo
uitheems aandoende teken dat in het
Nederlands alleen gebruikt wordt als
samentrekkingsteken in woorden als
saam, geboón en De Goede Reê. En 't is
toch inderdaad Flakkees: Ik haweerjae-
renlang mit m 'n vrouwe geweund.
Hij gaat naar zijn bureau terug en legt
Van Dale opzij. Hoe heeft Knape het
klaargespeeld om nergens en te
schrijven? O, wacht eens, hij gebruikt oa,
k.\]k:graat. zoa. hoatje, schoanzeune, naait:
en hij zet de a vooraan in Daontje. aolle-
gaere, acres, daortig. Tjonge, dat is toch
een pracht van een oplossing! Zo zie je
zonder ook maar één „kapje" toch het
verschil in klank bij aoltoas, bij omdat
het zoa waoiende, bij Toen 'k thuuskwam
was aolles schoan en bij voor zoavaore.
Pieterse gaat er eens goed voor zitten,
bladert in het verhaal en krabbelt op
zijn kladblok. Maar wacht even.... daar
klopt iets niet: hoag en loape en hoapje
zijn dan verkeerd gespeld. Waarom
heeft Knape zo onzorgvuldig gehan
deld?.... Hoezo onzorgvuldig? Zou het
niet kunnen zijn, dat Knape volstaan
heeft met de waarschuwing: Pas op! de
Nederlandse oo-klank wordt in het
Flakkees anders uitgesproken, waarbij
hij erop rekende, dat zijn mede-Flak-
keeënaars dan zelf wel de juiste uit
spraak zouden invullen?
Mogelijk.... maar is het, ook met het oog
op de niet-dialectspreker, toch niet beter
om voor één bepaalde klank in beklem
toonde lettergrepen één vaste lettercom
binatie te gebruiken? Dan zou je bij
zulke woorden dus van de spelling-
Knape moeten afwijken.
Pieterse noteert: haog, laope en haopje,
en daarbij: bij oo-achtige klank eerst de
o, dus oa: bij a-achtige klank eerst de a.
dus ao.
Hij kijkt een ogenblik op. Dit was best
een aardige start. Knape heeft hem op
een mooi spoor gezet. Zou die man trou
wens meegewerkt hebben aan ZW?
Deze gedachte neemt hem gelijk zo in
beslag, dat Pieterse automatisch zijn
ZW opslaat en de lijst van medewerkers
inkijkt. Hé.... géén J. Knape! Wél een B.
Knape, scholier, met het jaartal 1947, die
meewerkte voor Middelharnis.
Wat vreemd! Hij kan zich uit die tijd
helemaal geen scholier B. Knape herin
neren! Maar bij de leerlingen van de
Middelburgse kweekschool die in 1947/
48 vragenlijsten voor ZW invulden, was
wel een meisje uit Sommelsdijk dat
Knape heette. Ze had hem eens verteld,
dat ze voor landbouvrtermen altijd de
hulp inriep van haar zwager, die uit
Middelharnis kwam. Sommelsdijk.... ja,
wat ligt dat op die klankkaartjes in ZW
toch op een rare plaats: boven op Stel-
lendam! En je vraagt je af: zou dat
„klankeilandje" dat op blz. XI bij Stel-
lendam getekend is, eigenlijk wel be
staan? Je snapt niet, dat ze dat niet eens
een keer corrigeren. Hij had pas nog
iemand gesproken die de zevende druk
van ZW aangeschaft had, en ook daar
stonden die kaartjes ongewijzigd in.
Pieterse glimlacht, terwijl hij B. Knape
verandert in: mej. D. Knape. Ze hadden
indertijd om zo te zeggen voor de con
currenten gewerkt: zij voor ZW en hij
voor Landheer. Tja, Landheer.... toen
die bij hem kwam, was er direct een
mooi aanknopingspunt geweest: ze had
den allebei les gehad van meneer Jan
sen. En Jansen junior, die hij óók als
leraar gehad had, was Landheers klas
genoot en later jaargenoot geweest.
Met een schok dringt het tot Pieterse
door, dat hij wel ver van zijn onderwerp
is afgedwaald, en hij zet zijn ZW op zijn
plaats terug. Nou wel even goed bij de les
blijven! Hoe heeft Knape het probleem
van de ee-achtige klank opgelost zonder
kapjes te gebruiken? Hé, daar heeft hij
blijkbaar geen oplossing voor gezocht.
Hij schrijft geweest, Menheerse, leze, mee,
maar óók eerst, hele, ineens, meneertje,
omgekeerd. Vond hij daar het verschil
met het Nederlands niet duidelijk ge
noeg? Of wist hij niet hoe hij daarmee
aan moest?
Teleurgesteld staart Pieterse naar Kna-
pes tekst. Dat verschil moet je toch
eigenlijk wel aangeven. Van de twaalf
schrijvers van wie hij een tekst onder de
loep genomen heeft, hadden er elf
moeite gedaan om dat verschil aan te
duiden.
Hij dubt, zijn hand gereed om de pen in
beweging te zetten. Op het moment dat
hij dan tóch maar kapjes zal zetten, ziet
hij weer zijn notitie bij ao en oa. Dat is
het! Als je al het paaröo/oa gebruikt, dan
ligt het toch voor de hand, dat je ook
gebruik maakt van het paar ae/ed? Dus:
gehaeld, daer, baezen en daarnaast earst,
heale, ineans, meneartje, omgekeard.
Verbaasd kijkt Pieterse naar wat hij
geschreven heeft. Waar heeft hij die
spelling voor diezelfde eigenaardige ee-
achtige klank eerder gezien? O ja, dat
was toen hij die twee Friezen op vakan
tie ontmoette.
Hij ziet weer hun verbaasde gezicht toen
hij de voornamen Teake en Teadske feil
loos bleek te kunnen nazeggen. En hij
noteert: bij ee-achtige klank eerst de e,
dan de a. dus ea. Dat is weer een pro
bleem opgelost. Zitten er trouwens
onder zijn twaalftal misschien schrij
vers die dezelfde oplossing hadden
gevonden? Ja, inderdaad, één tekst heeft
zo goed als overal ea en een andere heeft
het in een paar gevallen. Nou jongen, in
deze mening sta je dus niet alleen!
Tevreden leunt hij even achterover: in
één klap van alle kapjes verlost! Hoe
komt hij trouwens aan die naam? Vroe
ger op school noemden ze die dingen
toch altijd accent circon-hoedje? Ho,
ho! laat je nou niet weer afleiden. Pie
terse kijkt naar zijn notities en gelijk is
zijn vreugde voorbij. Wordt het nu niet
tóch te moeilijk? Dat ao/oa, ae/ea, dat
kun je toch onmogelijk uit elkaar hou
den?
Even is hij uit het veld geslagen; dan
veert hij weer op. Hoe komt hij aan zo'n
onzinnige gedachte? In het Fries kun
nen ze toch óók ae en ea uit elkaar hou
den en iedereen weet toch direct wat hij
moet zeggen, als er in het Nederlands
geit of giet staat? En er is toch niemand
die loep en Leopold verkeerd uitspreekt?
Het is alleen een kwestie van wennen.
Als je het maar regelmatig zo ziet en
vooral consequent zelf schrijft, dan lijkt
het in een mum van tijd of het altijd zo
geweest is. En niemand heeft er dan
meer moeite mee.
Pieterse zet zijn speurtocht door Knapes
tekst voort. Verschil in oe-klank wordt
ook niet aangegeven. Zou hij daar moe
ten ingrijpen? Of zou je kunnen zeggen,
dat je dat verschil eigenlijk niet hoeft
aan te geven? Per slot van rekening zijn
de verschillen tussen die twee oe-klan-
ken in het Flakkees niet veel groter dan
die in het Nederlands en daar hebben ze
ook geen verschil aangeduid. Sterker
nog: in het Duits is het verschil tussen
een korte en een lange oe heel wat groter
en daar schrijven ze die korte oe in FluB
en muS ook al niet anders dan de lange
oe in FuB en GruS. Dan kunnen we dus
met een gerust geweten het voorbeeld
van Knape volgen. En dat geldt toch
eigenlijk net zo voor de uu (u). Knape
schrijft huusje, uut en uren. Duvel. Wat is
er op tegen om ook hierin met hem mee
te gaan? Ja, maar nou niet te hard van
stapel lopen! Kijk, Knape schrijft naast
Duvel ook huuzen. Dat is, zou je zo zeg
gen, toch onnodig. Iedereen zal immers
Duvel en huzen met een ««-klank uit
spreken, want die schrijfwijze is hele
maal in overeenstemming met de „spel
regels" die we op school geleerd hebben.
Een buitenstaander zou zelfs geneigd
kunnen zijn om aan te nemen, datje in
huuzen met zo'n verdubbelde klinker de
uu extra lang moet aanhouden. Het zal
dus wel het beste wezen om de uu in
open lettergrepen consequent als u te
schrijven.
Pieterse pauseert weer even. Dat zoeken
is toch een inspannende bezigheid.
Maar als dat nou uiteindelijk wat zou
opleveren waar verschillende mensen
mee uit de voeten kunnen, dan zou dat
die inspanning wel waard zijn. Eens
even kijken, welke „probleem-klinkers"
er nou nog over zijn....
Zijn pen weer oppakkend loopt Pieterse
zijn tot nu toe gemaakte aantekeningen
door. In het rijtje ontbreken nog de aa
van maansen en waark en de ie. Dan
eerst maar die aa. Hoe wordt die door
Knape behandeld? Nou, dat valt een
beetje tegen: Kerkstraete, mens en zegge.
Zo kun je dat toch niet oplossen. Een
niet-dialectspreker zou hier een hele
maal niet bedoelde klank lezen. Trou
wens, Knape schrijft wél ik hawe.
Pieterse kijkt het lijstje in dat hij maakte
van de door „zijn twaalftal" gebruikte
spelling. Asjeblieft: tien van hen hebben
hier aan geschreven, van wie er zes dat
heel consequent gedaan hebben. En als
je dan bedenkt, dat Landheer in zijn
fonetische weergave voor de klank in
kaarke en zage een ander teken nodig
heeft dan voor de klank in maans en
toch vaststelt, dat de klank het meest
overeenkomt met die van de Neder
landse aa, dan kun je toch wel het best
die spelling aa (in open lettergrepen a)
aanhouden.
Weer neemt Pieterse Gebroken Dijken
voor zich. Wat doet Knape met de ie-
klanken?.... O, daar geeft het verschil tus
sen de korte en de lange klank ook niet
aan: de ie in rienkeldieng, mien en geliek
is net zo geschreven als die in wier, lieve
en hier. Maar kan dat wel? Hier ligt het
toch duidelijk anders dan bij de oe en de
MM? Het onderscheid is bij de ie ook voor
niet-dialectsprekers heel opvallend. En
moet dan zo'n buitenstaander bij het
lezen van een Flakkeese tekst niet
gewaarschuwd en geholpen worden?
Het Nederlands kent immers zo'n groot
verschil in zV-klanken helemaal niet.
(slot in het nummer van a.s. vrijdag)
Zaterdagavond 25 februari trad het eer
ste team van Good-Luck aan tegen Kin
derdijk 4, dat tot aan dat moment nog de
mogelijkheden had om naast koploper
PKC te komen.
Good-Luck had een sterk begin. Kin
derdijk werd overrompeld en stond al
snel met 0-3 achter. Hiervoor was het
eerste aanvalsvak verantwoordelijk dat
door goed combinatiespel 0-2 aan liet
tekenen met doorloopballen van Di-
neke Sprong en Ben Vis. Na de vakwis
seling scoorde Anton Mol van afstand
uit een situatie die was ontstaan uit een
vrije worp.
Kinderdijk herstelde zich moeizaam,
doch vlak voor rust scoorde zij tegen 1-3.
In de kleedkamer van Kinderdijk zijn
kennelijk harde woorden gevallen. Kin
derdijk begon na de rust aan een succes
vol offensief In korte tijd hadden zij de
1-3 achterstand omgezet in een 4-3 voor
sprong. Zoals vele malen dit seizoen is
gebleken, beschikte Good-Luck ook dit
maal over een goede mentaliteit. De
stand werd gelijk getrokken door een
afstandschot van Anton Mol. Direct
hierna werd Dineke Sprong van een sco
ringskans afgehouden. De scheidsrech
ter honoreerde dat met een strafworp,
die door Ben Vis werd benut. Vijf minu
ten voor tijd werd er een aanval die ach
ter de korf werd opgezet met een door
loopbal knap afgerond door Dineke
Sprong, Dit bepaalde uiteindelijk de
eindstand op 5-6.
Door de verrassende uitslagen in de
laatste weken van de competitie, zijn de
kaarten nog allerminst geschud en zal
het kampioenschap pas in de laatste
wedstrijd worden beslist.
'n Ouwe Flakkeese tredisie,
naemelek „poterbal", is 'n vrie-
dagaevend j.I. min of meer in
eere hersteld, 'n Krootje Flak
keese schrievers (van de rebriek
„wie schrijft er mee") wazze in
't Dienstencentrum van Oude
Tonge bie mekaore gekomme
om weer es ouwerwès poters te
eeten in netuurlek aok om herin-
neriengen over vroeger op te
haelen.
„Kèn je me nog, 'k hao nog bie joe
in de klasse gezete", was êên van
de gehoarde uutspraeken.... Af
lijn, d'r wier héél wat ofgepraet.
Den heer Eelco Fluit uut Ede
(oud-Bommelaer) had dit poter-
feest bedocht. 's Middugs had 'n
iedereen op 'n hartelukke menier
oentvange. Hie zei in z'n toe-
spraekje dat 'n d'r leut in had
gehad om dit op pooten te zetten.
Of 'et op aore jaeren noges zal
gebeure kon 'n niet zégge; dat
hieng van de schrievers of Me-
schien viel daer an 't einde van
den aevend méér over te zég
gen....
't Echtpaer Oole, beheerders van 't
Dienstencentrum, zurgde d'r mit
twêê vriewillugsters voor dat ieder
een koffie mit-wat-'r-bie in z'n
natje in z'n draogje kreeg. D'r was
van alles genogt; je kon kriege wat
je hao wou.
Poters eete
Wethouwer G. W. J. Poortvliet van
Oóstflakkee bakte de poters. In de
keuken van 't Dienstencentrum
stieng 'n, mit 'n schorte voor, mit
pollepels in pannen te zwaoien.
Gevraegd naer z'n keukengehei
men angaende de poters, zei 'n
oengder andere: „De poters (klei
ne eigenheimers) motte eerst „ge
neusd" worre oftewel „gekopt in
gekont". Dan laet je ze vier of vijf
(Oude Tongs) menuten mit zout
bakke in 't vèt waerin je van te
voren 't spek heit uutgebakke.
Daernae laet je ze ofkoele. Voor ze
uuteindeluk worre gaer gebakke
mot je ze nog voorbakke".
Vorders vertellende 'n dat ze vroe
ger de poters deeje hussele (uut
zuunugheid). Vandaeg-an-den-
dag laete ze de poters drieve.
Dat de wethouwer eer van z'n
werk had, was wel te ziejen an de
schaelen die achter mekaore leeg
waere. D'r wier goewd van gegete
in 't wier ammar gezèlleger. De
toengen kwamme los. Den eenen
wist nog hoe ze as kind spèkjes op
de kachel bakkende in den aoren
wist weer dat ze d'r 'n geklust ei bie
deeje; in gae zo mar deur.
Sommegen dochten hardop toen
ze voor de dorde kêêr poters lan-
genden: „oh, daer za'k last van
kriege" of „mèrrige mot 'k 'et
bezuure".
Nae den eeten wiere d'r deur den
heer Saarloos dia's over Oóstflak
kee vertoond.
Al mit al was 'et 'n buutengeweun
gezèlligen middug in aevend ge-
worre. In of 'et meschien 'n tredi
sie zal worre? Me hoore 'et nog
wél....
T. K. (Nieuwe Tonge)
Afgelopen zaterdag speelde Jongens A
in Dordrecht tegen Ekspalvo. Inter
mezzo was goed gemotiveerd en dat
bleek in de eerste set. Goede stops en
geplaatste aanvallen resulteerde in set-
winst met 15-9. In de volgende set ging
de strijd gelijk op tot 11-11. Concentra
tieverlies in de eindfase was de oorzaak
dat men de set met 11-15 uit handen gaf.
Ekspalvo trok deze lijn in het vervolg
van de wedstrijd door en won de derde
set met 10-15.
Intermezzo behoedde zich voor een
nederlaag mede door het goede blok.
Verbeten vochten de jongens voor set-
winst, die ze na een spannende strijd
ook kregen met 15-8.
Overige uitslagen:
Schovocomca 2 - Jongens BI1 - 3
Ekspalvo 2 - Dames 23 - O
Vovero 3 - Dames 31 - 3
Prov./DVO 1 - Jongens Cl3 - O
Vovero 1 - Meisjes B23 - O
Rowido 1 - Dames 13 - 1
Volley Quick 1 - Dames 43 - 1
Vovero 1 - Mini Jongens3 - 1
Vovero 1 - Meisjes Al3 - O
Vovero 1 - Meisjes ClO - 3
Rowido 2 - Heren 11 - 3
Ekspalvo 1 - Meisjes BI3 - O
Vovero 1 - Heren 23 - O
A.S. zaterdag speelt Intermezzo thuis.
In het kader van de ledenservice van het
Christelijk Nationaal Vakverbond wor
den door het speciaal daarvoor opge
leide team van invullers in de maand
maart weer de formulieren van de
inkomstenbelasting ingevuld.
Ieder CNV-lid kan tijdens deze zittin
gen zijn of haar formulier laten invul
len. Gezien het aantal leden dat ieder
jaar weer opnieuw het formulier laat
invullen, kan gesteld worden dat deze
ledenservice zeer op prijs wordt ge
steld.
Op tal van plaatsen worden avondzittin
gen gehouden, hiervoor moet wel een
afspraak gemaakt worden.
Daar kunt u terecht voor het laten invul
len van uw belastingformulier: In Mid
delharnis op 15 maart in „De Hoek
steen", aanvang 19.00 uur.
Voor het maken van een afspraak voor
de middagzittingen en voor eventueel
nadere informatie kunt u kontakt opne
men met het CNV-Dienstencentrum te
Goes, tel. 01100-20310; Elly ten Brink.
MIDDELHARNIS Op vrijdagmid
dag 3 maart wordt in Café Zaaier aan de
Kon. Julianaweg een spektaculaire dia
show vertoond van de jongeren-reis
organisatie Aktieve Vakanties van
Youth for Christ.
Met 9 diaprojektoren flitsen in slechts 18
miniiten ruim 1100 dia's aan je voorbij,
waarin het vakantie-aanbod uitvoerig
wordt belicht.
Aktieve Vakanties verzorgt jongeren-
groepsreizen voor jongeren van 12 tot 35
jaar. Reizen die variëren van ontspan
nend tot sportief, van bergsport tot
kanovaren, van landrovertochten in
Marokko tot surfen in Giethoorn.
Naast alle ontspanning, aktiviteiten en
gezelligheid is er ook aandacht voor do
rol van het christelijk geloof in het dage
lijks leven en alle vragen en twijfels die
je daarbij kunt hebben. Het motto van
Aktieve Vakanties is dan ook „Meer dan
gewoon weg".
Er worden 2 voorstellingen gehouden,
t.w. om 12.15 uur en 14.15 uur.
De toegang is vrij en vooral scholieren
zijn van harte welkom.
Een gemiste
kans