EIIIVnDEI1-niEUW5
Orgelconcert te Sommelsdijk
Kunnen mensen met een chronische
ziekte sport beoefenen?
Overdenking
Let op gaten en kieren
ml.
uit de
Heilige Schrift
AKT.EgSotSÏf
KMlirraMBOEMTJiS
Tweewielercentrum
Middelharnis
Het heil der armen (i)
wij drukken ze
vakkundig, vliegensvlug
en voor een redelijke prijs
drukkerij kranse bv
hypotheek Q{]
op maat...
Makelaar Tamboer
Zuinig stoken:
AKTIE ZUINIG STOKEN
VERVOLGVERHAAL
2e Blad
VRIJDAG 20 JANUARI 1989
No. 5768
Hoek
Hoflaan/
Schoolstraat
01870-3332
Op D.V. zaterdag 28 januari hoopt Kees van Eersei een
orgel-recital te verzorgen op het prachtige historische
orgel van de Ned. Hervormde Kerk te Sommelsdijk. Het
concert begint om 20.00 uur (kerk open om 19.30 uur) en
de organisatie is in handen van de Stichting Kerkconcer-
ten Goeree-Overflakkee.
De concertgever heeft een prachtig programma samenge
steld. We noemen: De tweede bijbelse Sonate van Johann
Kuhnau (de voorganger van Bach te Leipzig) die uitbeeldt de
treurigheid en de onzinnigheid van Saul, Davids verkwik
kend harpspel en het tot rust gebrachte gemoed van de
koning.
De prachtige partita „Ach, was soil ich Sunder machen" van
J. S. Bach, de 3e sonate van Philip Pool, koraalbewerking van
Krebs, een preludium en fuga van Rinck en niet te vergeten
een improvisatie van de organist zelf
Kees van Eersei werd in 1944 te Vlaardingen geboren. Hij
studeerde orgel aan het Rotterdams Conservatorium bij Piet
van den Kerkhoff George Stam en André Verwoerd en
behaalde in 1971 de Prix d' Excellence. In 1969 studeerde hij
aan de Schola Cantorum te Parijs bij Jean Langlais en in
1975 kerkmuziek aan het Utrechts Conservatorium. In 1974
werd hij benoemd als cantor-organist van de Grote of Maria
Magdalenakerk te Goes. Prijzen en onderscheidingen
behaalde hij op de internationale orgelconcoursen van
Brugge, Arnhem, St. Albans, Linz en Innsbruck. Ook was hij
tweemaal deelnemer aan het orgel-improvisatieconcours
te Haarlem.
Van Eersei concerteert veelvuldig in binnen- en buitenland
en heeft een aantal grammofoonplaten op zijn naam staan.
Hij is voorts stadsbeiaardier van Zierikzee en Veere en com
poneerde werken voor orgel, beiaard, koor, strijkers, hout
blazers en symphonie-orkest.
Toegangsprijs 5,- (scholieren, CJP houders en 65+ ƒ3,-).
In Nederland heeft 15 tot 20% van de
bevolking een of meer chronische
ziekten. Dit zijn meer dan 1.500.000
mensen. Iemand met een chronische
ziekte legt regelmatig en langdurig
beslag op de gezondheidszorg, in de
vorm van bezoek aan artsen, zieken
huisopnamen en medicijn gebruik.
Chronische ziekten zijn onder andere
astma, bronchitis, epilepsie, hart- en
vaataandoeningen, hoge bloeddruk,
suikerziekte, reuma en arthrosis (ge-
wrichtsslijtage).
Er zijn chronische ziekten die zich pas
op latere leeftijd manifesteren, bijvoor
beeld botontkalking. Door de vergrij
zing van de Nederlandse bevolking zal
dan ook de komende jaren de groep
chronische zieken sterk in omvang
groeien.
Lange tijd kregen mensen met een chro
nische ziekte van de artsen het advies
niet te sporten. Daar is de laatste tijd
minder reden voor. Onderzoek heeft
aangetoond dat sport en chronische
ziekten prima gecombineerd kunnen
worden. En dat sport zelfs een positief
effekt kan hebben op de chronische
ziekte.
Projekt „Chronische ziek(t)en
en sport"
Maar welke sporten mag een persoon
met een chronische ziekte beoefenen?
Met welke intensiteit? Hoe staat het met
het onderwijs en onderzoek naar chro
nische ziekten in relatie tot sport/be
weging?
Dit zijn slechts enkele van de vragen die
het Nationaal Instituut voor de Sportge-
zondheidszorg (NISGZ) wil beantwoor
den in het projekt „Chronische ziek(t)en
en sport".
De laatste jaren wordt veel onderzoek
verricht naar chronische ziekten. Er is
dan ook veel bekend geworden over de
invloed die de chronische ziekte heeft
op het lichaam.
De sportgeneeskunde vormt een bron
van kennis over de invloed van sport op
het lichaam.
Is het dan niet logisch al deze kennis te
bundelen? Dit is wat er gebeurt bij het
projekt „Chronische ziek(t)en en sport".
Tijdens het projekt worden zogenaamde
„consensusbijeenkomsten" georgani
seerd. Medische specialisten uit ver
schillende vakgebieden, fysiotherapeu
ten en sportartsen komen dan bij elkaar.
Er worden dan tijdens deze bijeenkom
sten sportadviezen opgesteld voor men
sen met een bepaalde chronische ziekte.
Tot nu toe zijn er bijeenkomsten gehou
den over botontkalking (osteoporose),
reumatische aandoeningen, hart- en
vaataandoeningen, hoge bloeddruk en
epilepsie. Wat blijkt? Een persoon met
een chronische ziekte mag niet alleen
sporten, maar moet ook sporten, meestal
binnen bepaalde grenzen. Hier geldt
duidelijk het motto „rust roest".
Verder wordt uit deze consensus-bijeen-
komsten lesstof ontwikkeld voor de na-
'en bijscholing van medisch specialisten,
huisartsen en fysiotherapeuten. Ook
worden voorlichtingsfolders ontwik
keld, voor zowel de sporter als zijn of
haar begeleider.
Waar wordt al
door chronisch zieken gesport?
Soms wordt er door chronisch zieken al
geruime tijd gesport. De komende maan
den willen we landelijk onderzoeken in
welke gemeenten, door groepen chro
nisch zieken, en onder wiens leiding, er
al gesport wordt.
We weten bijvoorbeeld dat patiënten na
een hartinfarct vaak groepsgewijs, on
der leiding van een fysiotherapeut of
sportleraar, bev/egen of sporten. Van
veel andere chronische ziekten weten we
dat nog niet. Begeleidt u een groep spor
ters met een chronische aandoening, of
maakt u deel uit van zo'n sportgroep, of
weet u mensen in uw omgeving die dat
doen, laat het ons weten. Zodat wij het
kontaktadres van uw groep kunne.i
opnemen in een landelijk adressen-
boek. Door deze gids kunnen artsen en
ziekenhuizen, mensen met een chroni
sche ziekte naar een sportgroep door
verwijzen.
Chronisch zieke kinderen en sport
Juist voor kinderen met een chronische
ziekte is sport belangrijk. Door het spor
ten kunnen ze de lichamelijke onge
makken van hun ziekte beter opvangen.
Maar ook komen kinderen met een
chronische ziekte door het sporten in
aanraking met andere (gezonde) kinde
ren. Waardoor ze er nadrukkelijk bij
horen.
De Stichting het Zieke Kind in Bewe
ging waarin het NISGZ participeert, wil
ervoor zorgen dat sporten een belang
rijke plaats gaat innemen in het leven
van kinderen met een chronische ziekte.
Door bijvoorbeeld het stimuleren van
wetenschappelijk onderzoek en de
bouw van sportfaciliteiten bij zieken
huizen. Om dit alles te kunnen financie-
„Zalig zijn de armen van geest, want
hunner is het Koninkrijk der
hemelen
(Matth. 5 vers 3)
Het is op de helling van een berg, dat de
Heere Jezus de rede houdt, die bekend
staat als de Bergrede. Omringd door zijn
discipelen en in groter kring door de
scharen, spreekt Hij woorden van za
ligheid.
Van Zijn gezegende lippen klinken
negen zaligsprekingen en ze zijn als een
snoer van kostbare parels.
Eén van deze parels willen wij nader
bekijken en ons in haar flonkering
verheugen.
Het is de eerste en ze luidt: „Zalig zijn de
armen van geest, want hunner is het
Koninkrijk der hemelen".
Armen van geest.... wie zijn dat?
Zijn dat armen in materieel opzicht?
Arme sloebers, die met moeite het hoofd
boven water kunnen houden?
En spreekt Jezus hen zalig, alleen omdat
ze arm zijn?
Neen, want armoede of rijkdom op
aarde bepaalt niet onze eeuwige toe
komst. Onder de schare der gezaligden,
die God eeuwig loven, zijn zowel zij die
rijk, als zij die op aarde arm waren.
Wél is waar, dat de discipelen van Jezus
toen en de volgelingen van Hem nü, als
regel niet behoren tot de bezittende
klasse.
Paulus schreef daar over.... „want gij ziet
uwe roeping broeders! dat gij niet vele
wijzen zijt naar het vlees, niet vele
machtigen, niet vele edelen", en: „het
onedele der wereld en het verachte heeft
God uitverkoren en hetgeen niets is,
opdat Hij hetgeen iets is, te niet zou
maken". (1 Cor. 1 26 en 28). Op deze
regel zijn gelukkig uitzonderingen. Ook
rijke mannen als David en Salomo en
zovelen na hen, zijn zalig geworden.
Armen van geest, wie Zijn dat?
De kanttekeningen op de Statenverta
ling omschrijven het zó: „de armen van
geest zijn die nederigen en gebrokenen
van hart, die hun nietigheid verstaande,
een klein gevoel van zichzelf hebben,
steunend alleen op de genade Gods in
Jezus Christus".
En de profeet Jesaja heeft het over: ver
brijzeling, gebrokenheid, waarover de
Heere Zelf zegt: „Ik woon in de hoogte
en in het heilige en bij dien, die van een
verbrijzelde en nederige geest is, opdat
Ik levend make de geest der nederigen,
en opdat Ik levend make het hart der
verbrijzelden".
Nederigheid, gebrokenheid, nietigheid,
dat zijn de kenmerken van de geeste
lijk armen.
Weet u wat het „arm van geest zijn"
eigenlijk betekent?
Het betekent: „bedelarm" zijn.
De mens is door de zonde bedelarm
geworden. In het Paradijs zijn wij alle
goede gaven kwijtgeraakt.
Gods heerlijkheid kwijt, Gods beeld
kwijt, de gerechtigheid kwijt, de heilig
heid kwijt.
We waren rijk in God.... we werden
straatarm.
Maar wie erkent dat nu?
Wie erkent, geestelijk tot de bedelstaf te
zijn vervallen?
Voor genadebrood ontbreekt ons van
huis uit, elk smaakgevoel.
Het staat ons tegen. We lusten het
niet.
Zo lang we kunnen, houden we de
schijn op. Zowel materieel als geestelijk.
Tot de Heere ons ontdekt aan onze
armoede.
Ons alle ingebeelde rijkdom afneemt en
alleen zonde en schuld overblijft.
Zulken hebben een mishagen aan zich
zelf, verootmoedigen zich voor God en
zoeken hun reinigmaking en zaligheid
buiten zichzelf. In hen is geen enkele
grond van bestaan voor een heilig
God.
Ze hopen alleen op Gods ontferming.
Deze pijnlijke, maar ook heilzame ont
dekking, is het werk van de Heilige
Geest door het Woord.
Zó worden we arm van geest.
Geestelijke bedelaars aan Gods ge-
nadetroon. Werd u zo reeds bedelaar?
Die in ootmoed, als arm zondaar. Hem
smeekte om genade?
Maar.... van gegeef te leven, is dat geen
vreselijk armzalig bestaan?
Neen, zegt Jezus, dat is niet armzalig....
dat is zalig!
Zalig zijn de armen van geest!
Waarom? Wél.... hunner is het Konin
krijk der hemelen.
Rijken in zichzelf, zelfgenoegzamen,
gearriveerden, zendt Hij ledig heen.
„Hij zag geen rijken aan;
Maar heeji z' in hunne waan,
Gans ledig weggezonden
maar!:
Hij heeji na lang geduld.
Met goederen vervuld
Der hongerigen monden
(slot volgt)
H. H.
Voorstraat 13, 3245 BG Sommelsdijk
Tel. 01870-2275.
ren worden er door de Stichting eens in
de twee jaar sponsormanifestaties ge
houden.
In het blad „Chroniek en bewegen"
vindt u meer informatie over de „Stich
ting het Zieke Kind in Beweging".
Voor informatie kunt u bellen
of schrijven naar:
Stichting het Zieke Kind in Beweging
Postbus 5074, 3562 JB Utrecht.
Tel. 030 - 880521, tst. 321.
Nationaal Instituut voor de
Sportgezondheidszorg (NISGZ)
Postbus 90, 6860 AB Oosterbeek.
Tel. 08308 - 1984
kritisch selekteren
NVM,
MAKELAAR I
Tel, 01870-3477
De tabei voor de week van:
9 januari 1989 t.e.m. 15 januari 1989
Normaal jaar-
Weekstreef-
Totaal streef-
verbruik
verbruik
verbruik
500 m^
12 m=
150 m=
600 m=
15 m"
180 m=
700 m=
18 m'
211 m=
800 m'
20 m=
241 m'
900 m'
23 m'
272 m=
1000 m'
25 m'
302 nn=
1100 m=
28 m'
332 m=
1200 m=
30 m=
365 m=
1300 m'
33 m'
394 m=
1400 m'
35 m>
423 m'
1500 m»
38 m»
457 m=
1600 m'
41 m'
487 m=
1700 m=
43 m=
513 m=
1800 m=
46 m=
547 m'
1900 m=
48 m'
576 m=
2000 m=
51 m=
607 m=
2200 m'
56 m=
669 m=
2400 m=
61 m=
730 m3
2600 m'
66 m=
790 m'
2800 m'
72 m'
851 m=
3000 m'
77 m'
915 m=
3500 m'
90 m»
1064 m=
4000 m'
103 m'
1219 m'
4500 m'
116 m=
1374 m='
5000 m'
129 m=
1524 m=
5500 m=
142 m'
1677 m»
6000 m'
155 m=
1833 m^
Gaten en kieren kunnen grote gevol
gen hebben. Vooral wanneer ze kost
bare warmte uit uw huis laten ont
snappen. Spoor ze daarom op en
maak ze dicht. Een kaarsvlammetje
zet u op het spoor van tocht en dus
energielekken in huis. Met flexibele
kit of schuim uit een spuitbus kunt u
ze uitstekend dichten.
Kieren bij ramen en deuren die
geopend moeten kunnen worden,
kunt u dichten met zelfklevend tocht-
band of tochtstrips. Beide tochtweer-
ders horen aan de binnenkant van
het kozijn en niet aan het raam of de
deur te worden bevestigd.
De warmte die door de brievenbus
ontsnapt, kunt u tegenhouden met
een brievenbusborstel. Zo kan er wel
een krant in en geen warmte uit.
Ventilatie van uw huis blijft echter
noodzakelijk. Stop daarom ventilatie-
roosters en dergelijke nooit dicht.
Bij uw energiebedrijf weten ze alles
over zuinig omgaan met gas. Loop
gerust eens binnen.
Weersomstandigheden:
Afgelopen week lag de buitentemperatuur
aanzienlijk boven het normale niveau;
het w/aaide echter harder dan normaal.
Weergegevens Valkenburg Z-H
berekeningsmodel NV GEB ZHW
lE M.G o
N.V. ENERGIE MAATSCHAPPIJ
GOEREE OVERFLAKKEE
PostbusS 3240AA MIDDELHARNIS
Hoflaan 44 Tel 01870-2244
,f,^:^if,^^if,^^^j^^^^^^^j^^,^j^^jf,jf,jf.if.if.i^jf,jf,^;^i^i^if.^^^if.if.ifif.if.^:f.if.if.^.:f.:f.if^^,^if.ifif:f.^^
K ,S A
Publikatierecht door de uitgever
Bosch en Keuning - Baarn.
Overgedragen aan de Ver. Streekmuseum
Goeree-Overflakkee, Sommelsdijk.
- 28 -
Waarom was er toch zo'n verwijdering
tussen kneuterboertjes en landarbei
ders? Wie zou nu een arbeider zijn
beetje steun misgunnen? De mensen
kwamen vuil genoeg weg. Er was haast
geen werk te krijgen en wat de gemeente aan
werkloossteun gaf was te veel om dood te gaan en
te weinig om er van in 't leven te blijven. Als zulke
lui als Maart Vergeer het goed moesten maken
voor een mens! Dat er voor de kleine boertjes zo
goed als niets gedaan werd was een feit, maar
zoals vader redeneerde was toch niet goed. Hij zei
het ook: „Jae mar, vaoder, a' bi' je noe al es onte-
vreeje over ies, dan mo' je daedelijk nog niet
zegge, dat de soosjelisten geliek hawe, dan bi' je
net as de errebeiers, die binne haest aollemaele
soosjelist, oak al deurdat ze niet weete wat het
soosjelisme eigenlijk inheit!"
„Dat komt dat het zukken ontevreejen volk is....
Dat hei nog noait gemekeerd. Ze verdiene noait
genog en aoltoas mar afgunstig op een aore"....
Piet zuchtte er van. Och, wat had vader toch wei
nig inzicht in de omstandigheden. En hoe kon het
ook anders. Onder de mensen kwam hij weinig en
hij kreeg nooit andere lektuur in zijn handen, dan
een enkele keer een oude schrijver, en het Rotter-
damsch Nieuwsblad.... 't Was waarlijk weinig
genoeg om de geest van deze tijd te leren
verstaan....
„De soosjelisten staene heel wat aores voor, vao
der, dat heit heel wat meer in as een beetje kritiek
op inkelde diengen, die niet naer ons zin
binne!"....
„Ze hawe in een hoap diengen geliek, zal zal ik
noait geen soosjelist worre, daer gaet het niet over.
Mar de centen zitte noe eenmal dikkels op een
plekke waerze nie hoare, je ken zegge watje wil....
Zukke lui net as Maert Vergeer moste geen cent
riek weze, want ze doeë d'r meer kwaed mee as
goed.... Ze vermoore de kleine man, dat doeë ze"....
Er was een grimmige klank in vaders stem.
Ze liepen een poos zwijgend verder tot vader plot
seling zei: „Wata is die wind gemeen koud"....
Piet voelde het ook en zette zijn kraag op.
„A' m'n mar geen vorst kriege", zei vader bezorgd,
„want dan zal d'r nog een hoap bevrieze"....
„'t Is d'r onderhand voor in den tied.... over een
maend hei je Kossemisse, je ken aoUes gaen
kriege, mar 't zou wel vroeg weze".
„Da' m'n noe nog mit zoa'n hoap rommel in de
grond zitte, eh, en geen centen om een errebeier te
betaelen. De daegen worre oak zoa kort, je voer
niet meer uut.... As de boel noe nog bevrieze mot,
dan wee'k het heelemaele niet"....
Piet gaf er geen antwoord op. Je kon over die din
gen beginnen, maar je kwam er toch nooit mee
klaar.
„En a' je 't goed beschouwt wat geef je er dan
eigenlijk om", zei vader nog, „de rommel is toch
niks waerd, van 't voorjaer leit aolles toch weer op
't land te vrotten"....
Zwijgend liepen ze weer verder.
Bij de deur stond Lena met d'r vrijer te scharrelen.
Lena deed verlegen.
„Mo' je een kou vatte?" vroeg vader. „Wat stae je
hier te blaauwbekken"....
„Bie gebrek an een toevlucht voor dekloazen", zei
de vrijer brutaal en hij lachte.
„Kom dan mar deur".... nodigde vader onvriende
lijk. En in de gang bromde hij: ,A'k het noe toch
nie tegen ken houwe vooruit dan mar.... Wat geef
je er om".... En een maand geleden had vader
Lena nog gedreigd: „A'k je weer mit die joon zieë
dan za 'k je bont en blaauw slaen, daer mo' je op
rekene!".... Want Dirk was maar een arbeider, en
hij was een grote socialist... en hij dorst wel te zeg
gen, dat hij de kerk nog nooit van binnen gezien
had.... Daarom gaven de boeren hem alleen werk
als ze niet buiten hem konden....
Aarzelend kwamen ze achter vader aan....
Piet ging dadelijk naar boven. Hij had behoefte
aan rust en stilte.
Bij het nachtlichtje zocht hij zijn Bijbel op. Die
lag in de grote bruingeverfde kist naast zijn bed
stee. Hij sloeg het deksel neer en ging er op zitten
om te lezen, met het lichtje naast zich.
Het was koud, hij huiverde. Er waren grote
vreemde schaduwen op de lege zolder.
„Ziet, een zaaier ging uit om te zaaien"....
Hij voelde geen kou meer. Het was als zag hij
Jezus zitten op het schip, het deinde zacht op en
neer, hij zag de schare staan op de oever, luiste
rend naar de heldere stem: „Ziet, een zaaier ging
uit om te zaaien"....
....„En die in de doornen bezaaid is, deze is
degene, die het woord hoort en de zorgvuldigheid
dezer wereld en de verleiding des rijkdoms ver
stikt het woord, en het wordt onvruchtbaar"....
Hij deed het boek dicht en bleef peinzend zitten.
Zijn gedachten werden tot een bange klacht: „O,
vaoder, vaoder, ik begriepe je wel, 't komt er noe
niet meer opan wat voore vriejer of Lena heit....
Och, dat de Heere je toch nog es staende wou
houwe, eer dat het te laete is.... voor eeuwig te
laet"....
En langzaam aan verstilde zijn klacht tot een
gebed: „Och, Heere, laet het bie mien toch oak
niet in de doornen gezaoid weze, want het is m'n
zoa benaauwd"....
En toen Maart Vergeer 's avonds in bed stapte zei
zijn vrouw tegen hem: „Wat mo' je noe doeë mit
dat huusje?"
Hij kroop onder de dekens terwijl ze nog een en
ander beredderde. „Dat is een moeilijk geval, daer
loap ik den heelen aevend al over te prakkezee-
ren. Want noe ken een mens z'n recht wel kriege,
mar daer mot deugemeen geld bie as 't er niet te
haelen is. 't Binne moaie wetten!.... en dan mo' je
kieke oe brutaol, om nog te durve zeggen, dan mot
het je mar centen koste.... zukke lui, je ken net zieë
wat er in zit"....
„Die joon is aores wel een kittige kaerel, gloaf ik",
vond ze bescheiden, „vi' je oak niet?"....
„Die joon,.... bel mens,".... en hij lachte hoofd
schuddend, „noe ken 'k toch zieë, datje niet veul
onder mensen komt, oor.... Die joon.... die is nog
veul erger as z'n vaer.... Ik gloave dat het een
groate soosjelist is"....
„'t Ken weze", zei ze nederig, „ik doche 't zoamar,
omdat 'n dat zoa zei van die centen.... dat was toch
netjes"....
(wordt vervolgd)