Over zwaluwen, spreeuwen en Ooltgensplaat Drievoudig gezag Bevestiging en intrede van ds. A. W. v. d. Plas te Urlc .V. I Boekbespreking: „Doch op Uw woord zal ik het net uitwerpen Naaimachine nodig? PFAFF bellen W. Rikken b Bladz. 2 „EILANDEN-NIEUWS" DINSDAG 15 SEPTEMBER 1987 In dit verhaal zou ik een poging willen doen, om iets meer tekening te brengen in de wordingsgeschiedenis van ons dorp voor 1600. We zouden best door kunnen gaan en het zal boeiend bleven, maar het gevaar van verwarring is latent aanwezig. Dat laatste zou ik willen ontgaan, maar het is moeiiyk. We z^n een beetje gewend en vergroeid met het dorp, zoals w^ het nu kennen. Daarom biyft het een hele onderneming ons een weg te banen naar een werkelykheid, die reeds eeuwen achter ons ligt De vraag die ons bezighoudt is: hoe zag Ooltgensplaat er toen uit? Al die jaren hebben hier mensen gewoond in een dikwijls benauwend isolement. Zij hebben alles op het spel gezet, zelfs hun schamele bestaan, om een bestaansmoge lijkheid te hebben en te behouden. Men zou ook graag meer willen weten over hun dromen en hun angsten. Wat weten wij van hun lach en hun tranen? Veel vaststaande gegevens hebben we niet, maar wat we hebben kunnen we proberen te ordenen. Aan de hand van enkele gedrukte en veel geschreven tek sten zou het mogelijk kunnen zijn, enig inzicht te krijgen van het dorp zoals het er ongeveer in de tweede helft van de 16e eeuw uit moet hebben gezien. Het is de moeite waard om alle stukjes en brokken een beetje in elkaar te passen en om dan te zien, hoever we komen. Ik moet daarbij nog wel opmerken, dat vrijwel alles wat er uit die tijd op papier staat geen geschreven geschiedenis is, maar meestal resoluties en aanwijzingen, wetten en ver ordeningen. We komen dus de dingen te weten, door de maatregelen, die naar aan leiding van een bepaalde gebeurtenis ge nomen moesten worden. Wij zijn dus gaan zoeken naar die dingen, die absoluut vast staan. En dat waren er, alles bij elkaar, toch nog al wat We beginnen, waar men ook toen be gonnen is: te weten bij de verdeling van de eerste polder en de inrichting ervan. De Langeweg liep door tot aan de Molendijk en de grens was de sloot die vroeger in onze jeugd nog langs hetDoeltje liep. Die dorpsgrens liep door tot de Witte Brug en ging dan langs de wallen, aan de ene kant richting Watering-Dorpsdijk en aan de andere kant was de wal doorgetrokken tot net buiten de molen. Dat laatste gedeelte was echter wel poldergebied en hoorde niet bij het eerste dorp. Vanaf het eerste begin stond er op de plaats van de latere kazerne een soort lazeret, waar zieken konden worden op gevangen. Waarschijnlijk heeft daar in die buurt ook nog een „Lazarushuisken" ge staan, wat verwoest is bij een strooptocht. We komen van de Langeweg in de Slik- straat, nu Stoofstraat, in de volksmond „den Hoek". Er stonden in de tweede helft van de 16e eeuw twee meestoven. De verbinding met onze jeugd was „de rooie schuur" op het hoekje. Aan de andere hoek met de Ring was in 1549 de smidse vanPieterNoudszoon. Er is namelijk een hypotheekakte overge bleven d.d. 17 december 1549. Lopen we dan verder de ring in richting Weesmolen, dan stond daar het secre tarie, de pastorie en de school. Alles door brand verwoest in 1586. De kerkgracht, die er in onze jeugd ook nog was is in het eerste begin uitgegraven en met de grond die daar uitkwam is het kerkhof opgehoogd. De kerkbouw heb ik reeds eerder beschreven in een vorig ar tikel. Maar op die gracht moeten we nog eens terugkomen. Die liep zonder onder breking rond het hele kerkhof, wat toenter tijd veel groter was dan nu. Men zou kunnen zeggen dat de Voorstraat eindigde tegen de kerkgracht en wat nu Marktveld genoemd wordt hoorde destijds bij het kerkhof Dat stuk was namelijk het kerk hof van de armen. Overigens moeten we ons niet al te veel voorstellen van die begraafplaats toen, want wie het enigszins betalen kon werd in de kerk begraven en de anderen erbuiten. Het kerkhof zelf werd voor alles en nog wat gebruikt Er stonden stenen bakken voor het ergste huisvuil, de metselaars zetten er hun stenen neer en zo af en toe komen we een resolutie tegen, waarbij iedereen, die het aanging weer eens ge maand werd om zijn ronunel op te ruimen. De rest van de Ring was vrijwel onbe bouwd op een enkele schuur na en een paar kleine huisjes. En alles wat er later en nu in de Brande wijnstraat aan bebouwing staat aan de zijde van het kerkhof moeten we weg denken, want dat waser toen nog lang niet Aan het begin van de SUkstraat tegenover de smidse van Pieter Noudszoon was de brandvate. Die is ook pas in onze jeugd gedempt Aan de andere kant van het einde van de Voorstraat was er een brug over de gracht om in de kerk te geraken. Die brug lag ongeveer tegenover de vroe gere schoenmakerswerkplaats van C. Wielhouwer. Links van de brug, op het kerkhof stond nog een soort wachthuis met een uitkijk op de Voorstraat Samen met de torenwachter en de nachtwaker wasderustende veiligheid van het dorp in hun handen. In de Nieuwstraat, „den Brak" genoemd stonden één of twee schuren. Gaan we daarna de Noord-Achterweg op, dan vinden we een brede sloot tot aan de Slikdijk. De resten ervan waren er ook nog in onze jeugd, want er was destijds nog een breed plaidder en men noemde dat toen „de Mallemolen". Ik heb het waarom niet kunnen achterhalen. Over het plankier stonden toen nog een achttal huisjes, rug aan rug. Over de bebouwing aan de rand van de Noord-Achterweg kunnen we kort zijn. Een enkele stal voor de paarden en wat huisjes voor huis-, stal- en tuinpersoneel. Hetzelfde beeld was te vinden op de Zuid- Achterweg. De Molendijk was tot richting molen bebouwd met schuren en andere kotten. Daar waren ook de meeste slopjes te vinden. Krotwoninkjes, die niet meer als onderdak boden. Een deel van de Molendijk naar de Kaai toe, hoorde eigen- Ujk een beetje bij de betere bouwsels van de Voorstraat en de Kaai. Daar woonden de beter gesitueerden, de handelaren, amb tenaren en de verdere notabelen. Hoewel we ook daar in die eerste eeuw geen al te grote voorstelling van moeten hebben. Het geheel was een beetje van; hier en daar een vrij groot huis en er tussen en er achter grote tuinen en boomgaarden. De rest van de Slikdijk werd bewoond door de vissers en de schippers. Hier en daar zouden we nog wat vraagtekens kun nen plaatsen, maar wat willen we? Na zoveel jaren. Om maar een voorbeeld te noemen, er ontstaat geen Kuiperslop zon- dereenkuiper. Wasdieerdan? Ja, wanter moesten vaten worden gemaakt voor de meekrap-industrie. Zo zie je maar. Bestrating was er in het hele dorp niet en op de Voorstraat en de Molendijk ston den, het is bijna niet voor te stellen, kippenhokken en varkenskotten en andere aanbouwsels. Daar is men in de loop van de 17e eeuw achteraan getrokken. Toen mosten er straatmakers komen en er kwamen verordeningen om de troep op te ruimen. Zo heb ik geprobeerd een beeld te schet sen van het dorpje Ooltgensplaat in het begin van de Tachtigjarige Oorlog. Wat ons daarbij steeds weer opvalt, is de enorme tegenstelling die min of meer onder de oppervlakte, het leven in het dorp bepaalde. Ik heb daarover verteld in het verhaal over het havengebied en in het verhaal over „'s Konings Zegel....". Er gingen voor die tijd grote geldsommen om in een levendige handel. Gijzelingen om achterstallige betalingen van 5 tot 15 duizend gulden kwamen in andere varia bele bedragen meerdere malen voor. Hier en daar is er zelfs sprake van aflossingen. Ik bedoel te zeggen, dat, wanneer men dacht dat Jan nu lang genoeg gegijzeld was voor een bepaalde schuld. Piet het van Jan overnam en die weer maar een tijdje ging zitten. Soms bewerkte men uitstel van betaling en een andere keer dempte men het ene gat met het andere. En dat speelde zich allemaal af met een aantal bewoners van 700 800 zielen. Bezien we dan daar nog bij alle tramme lant van militairen en ander oorlogsgedoe, dan begrijpen we niet hoe alles nog reilde en zeilde. Destijds vonden we de eerste school meester op 8 JuU 1596 (Zie Kerk en Fort blz. 74) maar nu vonden wij in een aantal brieven dat de eerste schoolmeester „Aer- nout den Coninck" omstreeks 1584 van Ruighill naar Ooltgensplaat kwam. Hier geld weer hetzelfde, wat ik in het begin van dit verhaal reeds schreef „er is geen ge schiedenis-verslag", maar een samenvat ting van een stuk correspondentie, waaruit we kunnen putten. De indruk, die wij van Aemout den Coninck kregen, was die van een ongemakkelijk heer, althans van iemand, die niet bereid was zich zo maar bij alles neer te leggen. Toen hij van Schout en Schepenen zijn ontslag aan gezegd kreeg was het 9 Oktober 1586. Ik heb deze datum onderstreept omdat ik daar in een volgend artikel nog wel eens op terugkom. Om kort te gaan, Aemout vocht zijn ontslag aan tot in hoogste instantie. Het was ook niet duidelijk ge zegd, waarom hij ontslag kreeg. Aemout had de zaak aanhangig gemaakt bij de „super-intendant", de heer G. van der Aa uit Leiden of Noordwijk, dat is niet helemaal duidelijk. Hij, van der Aa, was een soort provinciale hoofdambtenaar, die zich uit hoofde van zijn ambt overal mee bemoeide. Vrijwel alles; zoals krijgs gevangenen, belastinggeschillen, gijze lingen en.... het ontslag van een school meester viel onder zijn bevoegdheden. Nu heb ik er reeds eerder op gewezen, dat het een verwarrende tijd was en naarmate men nu de stukjes in elkaar gaat passen, wordt één en ander er niet duidelijker op. Want de toenmahge Schout Jonkheer Pieter Cool was eveneens „super-inten dant". Hoe het ook zij Schout en Sche penen van Ooltgensplaat moesten in op dracht van van der Aa in 1588 (dus bijna drie jaar later) aan Aemout den Coninck nog drie maanden salaris uitbetalen en.... met het uitdrukkelijk verzoek, de hele zaak stilzwijgend af te handelen om de Gemeente nog niet meer in opspraak te brengen. Aemout den Coninck had de predücant en de gereformeerde godsdienst belasterd. De betreffende predikant Joost de Neve was ondertussen (1586) ver trokken naar een klein plaatsje onder Goes. Aemout werd opgevolgd door ene Adolf Seegers uit Amersfoort. Seegers was er schoolmeester tot 1596 en dan is de rij weer gesloten. Tot slot van deze rondwandeling voor 1600 nog eenmaal een overzicht van de belangrijkste gebouwen. De houten koren molen, ongeveer op de plaats, waar nu het restant nog staat De kerk op dezelde plaats. Secretarie, school en pastorie in de Ring, naast de smidse. De Doelen, de schietbaan van het schut- tersgilde aan de Langeweg, met een onder komen, wat naar alle waarschijnlijkheid ook gediend heeft als onderdak voor de Rederijkerskamer. De havendijk, spuidijk en oudelandsedijk als buitendijk. Een paar versterkingen en een schans aan de haven en een fort aan de Galatee. Een eilandje ver weg, bewoond door maxi maal 800 mensen en.... de geschiedenis leert het niet onbelangrijk als handels plaats en als verdedigingspunt We moesten het hier maar bij laten, deze keer. Eindhoven Jo Kosten Wy vergeten het gezag van de Heilige Geest, en dit stelt ons schuldig voor God. Wy z^n zo geïnteresseerd in onszelf en in onze eigen aktiviteiten, dat we het enige, dat ons werk met vruchten kan bekronen, vergeten. Laten we vóór alles en na alles bidden en smeken om een revival (opwekking). Als God een revival geeft, kan Hy in één enkele dag meer doen dan in vgftig jaar met al ons georganiseerd. Dat is wat we momenteel het meest nodig hebben; het is zelfs onze enige hoop. Laten we daarom besluiten dat we elke dag, en vele keren per dag, onze tyd zullen gebruiken om God om een revival te bidden. Maar dwazen die we zijn, dat zullen we nooit doen voordat we aan het eind van onszelf gekomen zgn en aan het eind van onze eigen krachten. We zullen het dan pas doen, als het andere is mislukt en als we er achter zyn gekomen dat we totaal bankroet zgn en onmachtig en als we hebben leren zien dat de Heere eenvoudig de waarheid sprak, toen Hg zei: „Zonder Mg kunt g^ niets doen". Deze woorden dateren uit 1957 toen in september van dat jaar wijlen dr. D. Martyn Lloyd-Jones, de bekende prediker van de WestminsterChapel te Londen, ze uitsprak in een toespraak voor een inter nationale studentenconferentie. Beter nog: het waren drie toespraken die hun ge meenschappelijk onderwerp hadden in „het gezag". Lloyd Jones meende en zal het niet terecht zijn geweest?! dat met de kwestie van het gezag één van de belangrijkste problemen van zijn tijd was gegeven. Dat het met de Christelijke kerk in de hele wereld zo droevig gesteld is, komt ongetwijfeld, doordat zij haar gezag verloren heeft, zo was zijn stelling. De grote massa van het volk ging toen, dertig jaar geleden, en nu in nog veel grotere mate, niet meer naar de kerk. De mensen luisteren niet meer naar de boodschap van de kerk en hebben er geen belangstelling meer voor. Trouwens hééft de kerk überhaupt nog wel een boodschap, al thans vertolkt ze haar enige, unieke, ge zaghebbende Woord nog wel? Is ze in plaats daarvan veelal niet met een onecht en kunstmatig surrogaat gekomen? Ge looft ze zelf nog wel in het hoge en heilzame gezag van Gods Woord en Wet? En zo nee ügt hier niet een voorname oorzaak van de gezagscrisis die zich aller wegen doet gelden? Het oordeel begint bij het huis Gods; ze trekt door in onze gehele samenleving. Moeten we niet spreken van een bijkans ordeloze maatschappij waarin regels en wetten op grote schaal met de voeten worden getreden, welke wetten en regels nota bene! daarna worden aangepast aan de heilloze praktijk. Waar zijn de vaders.... Gy zyt de Christus Hoe het zij dr. Llohd-Jones zag in 195 7 aanleiding het onderwerp van het gezag aan de orde te stellen voor een gezelschap jonge mensen. Het verscheen aanstonds in boekvorm. Na vele herdrukken in de Engelse taal („Authority", uitgave The Banner of Tmth) kwam het boekje on langs in het Nederlands uit De titel „Drievoudig gezag" wyst op 1) het ge zag van Jezni Chriitnt, 2) het gezag van de Schrift en 3) het gezag van de Heilige Geeit Het is als een cMevoudig snoer, weliswaar niet licht nee nimmer! te veiibreken, maar wel onderhevig aan vele pogingen het stuk te trekken en te ver brijzelen. Door velen belaagd en onder spanning gezet En daarom is het goed dat dit fijnzinnige en tevens fundamentele woord opnieuw klinkt en ons teragroept naar de dingen die vastheid en gezag hebben. Meer dan ooit is dit onderwerp actueel. De doctor van Westminster vraagt eerst aandacht voor het gezag van Jezus Chris tus. Hij is de drager van het gezag, door Zijn Vader als zodanig aangewezen. Bij Zijn doop en op de berg der verheerlijking klonk hetJDeze is Mijn geliefde Zoon, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb. Hoort Hem!" De moderne mens stelt vragen als: „Als er een God is, kunnen wij Hem dan kennen? Als er grondwaar heden zijn, hoe kan ik ze dan leren ken nen?" Hier is het antwoord, een stem uit de hemel. Hoort Hém. Hij wordt ons voorgehouden als het laatste Woord, als het hoogste Gezag, aan Wie we ons moeten onderwerpen en naar Wie we moeten luisteren. Het is dan ook de roeping van de kerk Hem en Zijn gezag te prediken. Zoals Hij Zelf niet aarzelde om op een gebiedende toon te spreken toen Hij Zijn jongeren riep: „Volg Mij". Zo werkt het evangelie. Zo neemt God zondaren onder Zijn be slag. Zo komt de kerk tot stand. Het is niet minder dan het brengen onder en doen erkennen van Zijn gezag. „Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God". Het Christendom is Christus, aldus Lloyd-Jones. Het is geen filosofie. Het is zelfs niet eens een godsdienst Het is het goede nieuws dat God Zijn volk bezocht en verlost heeft, en dat H|j dat gedaan heeft door Zyn eniggeboren Zoon in de wereld te zenden om te leven, te sterven en weer op te staan. Onze Heere Jezus is de Alpha en de Omega, de Eerste en de Laatste. Hy Is de enige Autoriteit Maar daarmee is niet alles gezegd. Im mers, deze Christus komt tot ons in het gewaad van Zijn Woord. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in de strijd van het slangen- en het vrouwenzaad het gezag van de Heilige Schrift is betrokken. Al lerwegen en reeds enkele eeuwen moet de Schrift de aanval op haar gezag verduren. Het is alsof Lloyd-Jones in zijn boekje al iets aanvoelde van een moderne variant daarvan, die namelijk waarbij dat gezag gereduceerd wordt tot een relatieve waar heidsopvatting. Daarin wordt beweerd dat men slechts „datgene moet erkennen als het Woord van God wat jou aan spreekt. Als er iets is in de Bijbel dat op de eigen situatie slaat, is het het Woord van God en als dat niet het geval is, is het het Woord van God niet". Terecht typeert hij dat als een uiterst subjectieve benade ring. Dan blijft de mens nóg de situatie beheersen; de mens is nóg de autoriteit die beslist wat waarlijk het Woord van God is en wat niet Daarom: een pleidooi voor de onvoor waardelijke erkenning van het gezag van de hele Bijbel als het Woord van God. De auteur omschrijft dit gezag als „die eigenschap waardoor zy geloof en ge hoorzaamheid opeist voor alles wat zy leert". Voor alles.... Daar behoren ook de schepping, de val en de zonde bij. Ja, zegt Lloyd-Jones, u kunt onmogelijk de Nieuw testamentische leer van de verzoening en de verlossing in Christus geloven, als u de leer betreffende de val en de zonde niet accepteert. De Schrift eist aanvaarding van haar totale en allesomvattende gezag. Naar het apostolisch woord is al de Schrift van God ingegeven en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot on derwijzing die in de rechtvaardigheid is. „De mens is er niet mee begonnen. Het is geen produkt van de menselijke wil. Het was veeleer zo dat heilige mannen Gods spraken als ze bewogen, vervoerd en ge dreven werden door de Heilige Geest Het kwam allemaal van God Zelf. Daarom is uw geloof ook gebaseerd op zo'n vast fundament Dat is het wezen van uw gezag" wanneer u zich op de Schriften beroept Door Mijn Geest Evenwel, het belangrijkste is nog niet gezegd, meent de schrijver als hij aan zijn derde hoofdstukje toekomt, „het gezag van de Heilige Geest". Alleen als dat gezag op ons gaat drukken, dan worden al deze dingen eerst levendig en krachtig voorons. Al eerder had hij betoogd (p. 40) dat niemand in waarheid gelooft in en zich onderwerpt aan het gezag van de Schrift als dat niet het gevolg is van het werk van de Heilige Geest in ons. Alleen door Zijn verlichting in ons hart kunnen we uit eindelijk de verzekering van het gezag van de schrift ontvangen. Het is alleen als we onder het gezag en de macht van de Heilige Geest staan. Laat de kerk dat goed bedenken, zo voert de schry ver op overtuigende wyze aan.. De pagina's 67 - 72 zyn in dit verband veelzeggend. Op de vraag „Wat kunnen we doen om de kerk en de waarheid hun gezag terug te geven?" is gedurende de laatste eeuwen verschil lend geantwoord. Veelal bleef men ste ken In het „doen": het schry ven van ver dedigingsgeschriften, nieuwe aandacht voor de liturgie, nadruk op geleerdheid en kennis, organisatie van massale cam pagnes, sociale bewogenheid. Inschake ling van de moderne media, de oecume nische beweging, etc. Echter, al dit acti visme heeft niet gebaat We vergaten het profetisch woord: „Niet door kracht, noch door geweld, maar door Myn Geest zal het geschieden, zegt de HEERE". Het lykt wel, aldus Lloyd- Jones, of we vergeten zyn dat God, heel de geschiedenis door, het merendeel van zyn daden In de kerk door „over- biyfselen" tot stand heeft gebracht Gods eigen methode gaat nooit bulten de Geest, Zyn gezag en Zyn macht om. En Hy werkt In het kleine, het nietige. Zaterdag 12 september deed ds. A. W. V. d. Plas, gekomen uit Berg ambacht zgn intrede in Urk. De nieuwe Urkse predikant werd 's middags bevestigd door zgn vriend en collega ds. M. B. van den Akker te Wageningen met deze woorden uit Kolossenzen 4 17: Zie op de bediening, die gg aangenomen hebt in den Heere, dat gij die vervult In het volle kerkgebouw „de Bron" deed ds. V. d. Plas 's avonds zijn intree. Als tekst had hij gekozen, de woorden uit de geschiedenis van de wonderbare vis vangst opgetekend in Lukas 5 5b: doch op Uw woord zal ik het net uitwerpen. Ds. had over deze tekst een drietal ge dachten: 1. Krachtige roeping. 2. Kinderlijke afhankelijkheid. 3. Gelovige gehoorzaamheid. Al gelijk aan het begin van zijn preek spreekt ds. over Gods woord en de liacht die daarvan uitgaat Mensenwoorden zijn loze woorden en zijn we snel vergeten. Maar als Gods woord je roept en raakt, kom je daar niet meer van los. Dan gaat dat Woord spreken van het nieuwe leven dat Hij geeft. Voor wie dat bestemd is? Wel, zelfs de grootste der zondaren vindt vergeving in het bloed van Jezus Christus. Als Hij gaat roepen zullen we dat ge voelen, en zal het doorklinken dat in het diepst van ons hart. Ook vandaag roept het Evangelie, hier in Urk. Kent u dat? Bent u al aangeraakt door Zijn Woord? De roep gaat uit tot alle mensen: Bekeert u. Zo was er ook de roeping tot het ambt, zoals dat gebeurt met Petms in de ge schiedenis van de wonderbare visvangst. De Heere had gesproken: Steek af naar de diepte, en werp uw netten uit om te vangen. Zo stelt de Heere ambtsdragers aan: Het net moet uitgeworpen worden. Zo was ook Gods opdracht voor mij, door God ben ik geroepen om hier het net uit te werpen, want ook hier in Urk moeten nog mensen gevangen worden met het net van het Evangelie. Dat is nodig gemeente, wij mensen voelen ons van nature wel thuis in de diepte. Zonder God, voelen we ons als een vis in het water. Bekering en weder geboorte kunnen we van nature wel missen. Maar God klopt op de deur van uw hart!, en dan komt Jezus, en wil u vangen in zijn ------------------------------------- Wij komen vrijblijvend bij u aan huis. Eer van je werk met Pfaff I I Telefoon 01640 - 35878 1 I 01650-35546 het geringe. In de enkele mens wiens hart Hy vermurwt en verbreekt en die Hy door zyn onweerstaanbare kracht tot bekering en geloof brengt. Dr. Lloyd-Jones laat zijn boekje, dat ook heel goede dingen zegt over de inhoud van het Geesteswerk, uitlopen op het ver schijnsel van de revivals, de opwekkingen die in de geschiedenis van de kerk, met name in Engeland, Schotland, Wales en in Amerika hebben plaats gevonden. Hier vallen de namen van predikers als White- field Edwards. Maar zij waren slechts de predikers. Een revival is iets dat mensen nooit kunnen organiseren. Een revival is het gevolg van een rechtstreekse hande ling van de HeiUge Geest in gezag en kracht Niet alleen zodanig dat door de prediking van het evangelie een aantal mensen wordt bekeerd. Een revival be tekent dat de Heilige Geest neerdaalt op een kerk of zelfs een volksdeel met zulk een kracht en macht dat mensen ver broken worden. Het kan wel gebeuren dat ze fysiek ter aarde geworpen worden. Een revival leidt tot hevige pijnen van berouw en verlangen naar Christus en naar vrede en verlossing. En de Geest van God wordt uitgestort en komt op de mensen met gezag en met kracht Laten we bedenken dat de God die in het verleden plotseling en onverwacht op de stervende kerk neerdaalde en haar verhief, zodat er een nieuwe pe riode van leven en overwinning kwam, nog hetzelfde kan doen; dat Zyn arm niet verkort is en dat Zyn macht in geen enkel opzicht verminderd Is. Laten we op Hem wachten. Laten we tot Hem smeken, laten we leren worstelen In het gebed: „HEERE, als ik Uw rede ge oord heb, heb ik gevreesd. Uw werk, o HEERE, behoud dat in het leven In het midden der jaren. In de toorn gedenk des ontfermens". N.a.v. Drievoudig gezag, door D. M. Lloyd-Jones. Uitgeverij De Banier te Utrecht. Paperback. 93 pag. Prijs f 12,50. Middelhamis J. M. J. Kieviet net. En daartoe gebmikt Hij zijn dienst knechten. Heeft u zo'n dienstknecht begeerd? Was er gebed tijdens het beroepingswerk? We zijn hierheen gekomen op de belofte zoals Petms die mocht horen: Werp het net uit en u zult vangen. Ook hier in Urk moeten mensen gevangen worden, want Zijn getal is nog niet vol. Daarom mogen we hier de mimte van Gods genade prediken. Hij heeft geen lust in uw dood maar daarin: dat u zich bekeert! Het gaat om leven of dood. Zo roept God ons om Zijn woord te verkondigen. Wie is dan tot deze dingen bekwaam? 2. Daartoe is nodig: kinderlijke afhanke lijkheid. Gemeente, ukenthet beeld: soms is er veel werk en geen besomming; de discipelen hadden de gehele nacht gevist en niets gevangen, maar luister, dan volgt dat wonderlijke woord uit Jezus mond: werp uw net uit en ge zult vangen. Petms is sprakeloos. En Petms gaat, hij wist het hier dat hij het doen mocht In afhankelijkheid van de Heere is hij uitgegaan, omdat hij het van Hem verwachtte. Al zijn kennis over het vissen moest overboord. Dat is sterven aan jezelf gemeente, en het dan ver wachten van Hém. Hebt u de Heere nodig in uw dagelijkse problemen? Zijn met de zorgen in de visserij uw gebeden vermeerderd? Werd het roer al uit uw handen genomen, zo vroeg ds. v. d. Plas zijn nieuwe gemeente. Hebben we al geleerd dat we van onszelf niets hebben, maar hoort dan: Gods goed heid is oneindig groot Werp uw net uit; op Gods woord. Hoop op de trouw van God, dan mag u leven van genade alleen. Tel kens weer zal het ons gebed moeten zijn: Heere, leer mij Uw weg te gaan. Uw nieuwe predikant begint hier, en zal het ook in alles van God verwachten. We zullen door mogen geven, wat we van de Heere ontvangen hebben. Dat wordt een biddend werken. Telkens opzien naar Boven, als predikant en gemeente. Van onszelf kunnen we nergens op rekenen. Zie dan Gods wonderlijke wegen. Zo mocht ik geloven dat mijn weg naar Urk moest gaan. Is dat geen zegen?, dat het net van het Evangelie hier uitge worpen mag worden? Daarop zal dan volgen: 3. Gelovige gehoorzaamheid. De ge bieder van hemel en aarde keert als om. God spreekt tot ons. Zijn we al gevangen door die Grote Visser van mensen? Dan worden alle ja-maars in ons leven weg genomen. Als Hij spreekt, zullen we horen én ge hoorzamen! Uw volk zal dan gewillig zijn. Petms is daar een voorbeeld van. Hoevéél keren heeft de Heere u al ge roepen? Luister dan toch naar Hem. Uit stel is onmogelijk. U mag Gods Woord niet wederstaan. Petms gehoorzaamde met vertrouwen op Zijn woord. Als nieuwe predikant mogen we vandaag het werk beginnen. We mo gen u prediken, de rijkdom van Gods genade. Is het een onzeker werk; het net uitwerpen in de diepte? Petms gehoorzaamd. Het is Gods werk. Op Zijn tijd en wijze zal er vangst zijn. De Heere is een verrassend God. De Heere is de Amen en het vertrouwen. Gód is op uw hart uit, en daarom werpen wij hier het net uit. De Heere heeft de vissers al gezien, want Hij kent degenen die de Zijnen zijn. Zo mogen we ons werk beginnen. Och Heere, geef thans Uw zegeningen. Och Heere, geef heil op deze dag. Och, dat men op deezeerstelingen Een rijken oogst van voorspoed zag. Toespraken Na deze met overtuiging en aansprekende prediking richtte ds. v. d. Plas zich tot allen in de gemeente in welk verband dan ook, en wenste een ieder Gods Zegen toe bij de arbeid in Zijn koninkrijk. Vervolgens werd ds. toegesproken door de consulent ds. Bos, burgemeester Buys namens de gemeente, ds. Speehnan na mens de Gereformeerde kerk en tot slot ouderling/scribaBuitink, die woorden van dankbaarheid sprak, en de familie v. d. Plas verwelkomde in de gemeente, waar op de gemeente verzocht werd de nieuwe predikant toe te zingen de woorden van Psalm 37: Geen ijd'le zorg doe u van 't heilspoor dwalen; Houd in uw weg het oog op God gericht; Vertrouw op Hem, en d' uitkomst zal niet falen. Ds. van der Plas volgt dr. C. A. Tukker op die onlangs naar Epe is vertrokken.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1987 | | pagina 6