Over zwaluwen, spreeuwen
en Ooltgensplaat
Drievoudig gezag
Bevestiging en intrede
van ds. A. W. v. d. Plas te Urlc
.V. I
Boekbespreking:
„Doch op Uw woord zal ik het net uitwerpen
Naaimachine
nodig?
PFAFF bellen
W. Rikken b
Bladz. 2
„EILANDEN-NIEUWS"
DINSDAG 15 SEPTEMBER 1987
In dit verhaal zou ik een poging willen doen, om iets meer tekening te
brengen in de wordingsgeschiedenis van ons dorp voor 1600. We zouden
best door kunnen gaan en het zal boeiend bleven, maar het gevaar van
verwarring is latent aanwezig. Dat laatste zou ik willen ontgaan, maar het
is moeiiyk. We z^n een beetje gewend en vergroeid met het dorp, zoals w^
het nu kennen. Daarom biyft het een hele onderneming ons een weg te
banen naar een werkelykheid, die reeds eeuwen achter ons ligt De vraag
die ons bezighoudt is: hoe zag Ooltgensplaat er toen uit?
Al die jaren hebben hier mensen gewoond
in een dikwijls benauwend isolement. Zij
hebben alles op het spel gezet, zelfs hun
schamele bestaan, om een bestaansmoge
lijkheid te hebben en te behouden. Men
zou ook graag meer willen weten over hun
dromen en hun angsten. Wat weten wij
van hun lach en hun tranen?
Veel vaststaande gegevens hebben we
niet, maar wat we hebben kunnen we
proberen te ordenen. Aan de hand van
enkele gedrukte en veel geschreven tek
sten zou het mogelijk kunnen zijn, enig
inzicht te krijgen van het dorp zoals het er
ongeveer in de tweede helft van de 16e
eeuw uit moet hebben gezien.
Het is de moeite waard om alle stukjes en
brokken een beetje in elkaar te passen en
om dan te zien, hoever we komen. Ik moet
daarbij nog wel opmerken, dat vrijwel
alles wat er uit die tijd op papier staat geen
geschreven geschiedenis is, maar meestal
resoluties en aanwijzingen, wetten en ver
ordeningen. We komen dus de dingen te
weten, door de maatregelen, die naar aan
leiding van een bepaalde gebeurtenis ge
nomen moesten worden. Wij zijn dus gaan
zoeken naar die dingen, die absoluut vast
staan. En dat waren er, alles bij elkaar,
toch nog al wat
We beginnen, waar men ook toen be
gonnen is: te weten bij de verdeling van de
eerste polder en de inrichting ervan. De
Langeweg liep door tot aan de Molendijk
en de grens was de sloot die vroeger in
onze jeugd nog langs hetDoeltje liep. Die
dorpsgrens liep door tot de Witte Brug en
ging dan langs de wallen, aan de ene kant
richting Watering-Dorpsdijk en aan de
andere kant was de wal doorgetrokken tot
net buiten de molen. Dat laatste gedeelte
was echter wel poldergebied en hoorde
niet bij het eerste dorp.
Vanaf het eerste begin stond er op de
plaats van de latere kazerne een soort
lazeret, waar zieken konden worden op
gevangen. Waarschijnlijk heeft daar in die
buurt ook nog een „Lazarushuisken" ge
staan, wat verwoest is bij een strooptocht.
We komen van de Langeweg in de Slik-
straat, nu Stoofstraat, in de volksmond
„den Hoek". Er stonden in de tweede helft
van de 16e eeuw twee meestoven. De
verbinding met onze jeugd was „de rooie
schuur" op het hoekje.
Aan de andere hoek met de Ring was in
1549 de smidse vanPieterNoudszoon. Er
is namelijk een hypotheekakte overge
bleven d.d. 17 december 1549.
Lopen we dan verder de ring in richting
Weesmolen, dan stond daar het secre
tarie, de pastorie en de school. Alles door
brand verwoest in 1586.
De kerkgracht, die er in onze jeugd ook
nog was is in het eerste begin uitgegraven
en met de grond die daar uitkwam is het
kerkhof opgehoogd. De kerkbouw heb ik
reeds eerder beschreven in een vorig ar
tikel. Maar op die gracht moeten we nog
eens terugkomen. Die liep zonder onder
breking rond het hele kerkhof, wat toenter
tijd veel groter was dan nu. Men zou
kunnen zeggen dat de Voorstraat eindigde
tegen de kerkgracht en wat nu Marktveld
genoemd wordt hoorde destijds bij het
kerkhof Dat stuk was namelijk het kerk
hof van de armen.
Overigens moeten we ons niet al te veel
voorstellen van die begraafplaats toen,
want wie het enigszins betalen kon werd in
de kerk begraven en de anderen erbuiten.
Het kerkhof zelf werd voor alles en nog
wat gebruikt Er stonden stenen bakken
voor het ergste huisvuil, de metselaars
zetten er hun stenen neer en zo af en toe
komen we een resolutie tegen, waarbij
iedereen, die het aanging weer eens ge
maand werd om zijn ronunel op te ruimen.
De rest van de Ring was vrijwel onbe
bouwd op een enkele schuur na en een
paar kleine huisjes.
En alles wat er later en nu in de Brande
wijnstraat aan bebouwing staat aan de
zijde van het kerkhof moeten we weg
denken, want dat waser toen nog lang niet
Aan het begin van de SUkstraat tegenover
de smidse van Pieter Noudszoon was de
brandvate. Die is ook pas in onze jeugd
gedempt Aan de andere kant van het
einde van de Voorstraat was er een brug
over de gracht om in de kerk te geraken.
Die brug lag ongeveer tegenover de vroe
gere schoenmakerswerkplaats van C.
Wielhouwer. Links van de brug, op het
kerkhof stond nog een soort wachthuis
met een uitkijk op de Voorstraat Samen
met de torenwachter en de nachtwaker
wasderustende veiligheid van het dorp in
hun handen.
In de Nieuwstraat, „den Brak" genoemd
stonden één of twee schuren.
Gaan we daarna de Noord-Achterweg op,
dan vinden we een brede sloot tot aan de
Slikdijk. De resten ervan waren er ook nog
in onze jeugd, want er was destijds nog een
breed plaidder en men noemde dat toen
„de Mallemolen". Ik heb het waarom niet
kunnen achterhalen. Over het plankier
stonden toen nog een achttal huisjes, rug
aan rug.
Over de bebouwing aan de rand van de
Noord-Achterweg kunnen we kort zijn.
Een enkele stal voor de paarden en wat
huisjes voor huis-, stal- en tuinpersoneel.
Hetzelfde beeld was te vinden op de Zuid-
Achterweg. De Molendijk was tot richting
molen bebouwd met schuren en andere
kotten. Daar waren ook de meeste slopjes
te vinden. Krotwoninkjes, die niet meer
als onderdak boden. Een deel van de
Molendijk naar de Kaai toe, hoorde eigen-
Ujk een beetje bij de betere bouwsels van
de Voorstraat en de Kaai. Daar woonden
de beter gesitueerden, de handelaren, amb
tenaren en de verdere notabelen.
Hoewel we ook daar in die eerste eeuw
geen al te grote voorstelling van moeten
hebben.
Het geheel was een beetje van; hier en
daar een vrij groot huis en er tussen en er
achter grote tuinen en boomgaarden.
De rest van de Slikdijk werd bewoond
door de vissers en de schippers. Hier en
daar zouden we nog wat vraagtekens kun
nen plaatsen, maar wat willen we? Na
zoveel jaren. Om maar een voorbeeld te
noemen, er ontstaat geen Kuiperslop zon-
dereenkuiper. Wasdieerdan? Ja, wanter
moesten vaten worden gemaakt voor de
meekrap-industrie. Zo zie je maar.
Bestrating was er in het hele dorp niet en
op de Voorstraat en de Molendijk ston
den, het is bijna niet voor te stellen,
kippenhokken en varkenskotten en andere
aanbouwsels. Daar is men in de loop van
de 17e eeuw achteraan getrokken. Toen
mosten er straatmakers komen en er
kwamen verordeningen om de troep op te
ruimen.
Zo heb ik geprobeerd een beeld te schet
sen van het dorpje Ooltgensplaat in het
begin van de Tachtigjarige Oorlog. Wat
ons daarbij steeds weer opvalt, is de
enorme tegenstelling die min of meer
onder de oppervlakte, het leven in het dorp
bepaalde. Ik heb daarover verteld in het
verhaal over het havengebied en in het
verhaal over „'s Konings Zegel....". Er
gingen voor die tijd grote geldsommen om
in een levendige handel. Gijzelingen om
achterstallige betalingen van 5 tot 15
duizend gulden kwamen in andere varia
bele bedragen meerdere malen voor. Hier
en daar is er zelfs sprake van aflossingen.
Ik bedoel te zeggen, dat, wanneer men
dacht dat Jan nu lang genoeg gegijzeld
was voor een bepaalde schuld. Piet het
van Jan overnam en die weer maar een
tijdje ging zitten. Soms bewerkte men
uitstel van betaling en een andere keer
dempte men het ene gat met het andere.
En dat speelde zich allemaal af met een
aantal bewoners van 700 800 zielen.
Bezien we dan daar nog bij alle tramme
lant van militairen en ander oorlogsgedoe,
dan begrijpen we niet hoe alles nog reilde
en zeilde.
Destijds vonden we de eerste school
meester op 8 JuU 1596 (Zie Kerk en Fort
blz. 74) maar nu vonden wij in een aantal
brieven dat de eerste schoolmeester „Aer-
nout den Coninck" omstreeks 1584 van
Ruighill naar Ooltgensplaat kwam. Hier
geld weer hetzelfde, wat ik in het begin van
dit verhaal reeds schreef „er is geen ge
schiedenis-verslag", maar een samenvat
ting van een stuk correspondentie, waaruit
we kunnen putten. De indruk, die wij van
Aemout den Coninck kregen, was die van
een ongemakkelijk heer, althans van
iemand, die niet bereid was zich zo maar
bij alles neer te leggen. Toen hij van
Schout en Schepenen zijn ontslag aan
gezegd kreeg was het 9 Oktober 1586. Ik
heb deze datum onderstreept omdat ik
daar in een volgend artikel nog wel eens op
terugkom. Om kort te gaan, Aemout
vocht zijn ontslag aan tot in hoogste
instantie. Het was ook niet duidelijk ge
zegd, waarom hij ontslag kreeg.
Aemout had de zaak aanhangig gemaakt
bij de „super-intendant", de heer G. van
der Aa uit Leiden of Noordwijk, dat is niet
helemaal duidelijk. Hij, van der Aa, was
een soort provinciale hoofdambtenaar,
die zich uit hoofde van zijn ambt overal
mee bemoeide. Vrijwel alles; zoals krijgs
gevangenen, belastinggeschillen, gijze
lingen en.... het ontslag van een school
meester viel onder zijn bevoegdheden.
Nu heb ik er reeds eerder op gewezen, dat
het een verwarrende tijd was en naarmate
men nu de stukjes in elkaar gaat passen,
wordt één en ander er niet duidelijker op.
Want de toenmahge Schout Jonkheer
Pieter Cool was eveneens „super-inten
dant". Hoe het ook zij Schout en Sche
penen van Ooltgensplaat moesten in op
dracht van van der Aa in 1588 (dus bijna
drie jaar later) aan Aemout den Coninck
nog drie maanden salaris uitbetalen en....
met het uitdrukkelijk verzoek, de hele
zaak stilzwijgend af te handelen om de
Gemeente nog niet meer in opspraak te
brengen. Aemout den Coninck had de
predücant en de gereformeerde godsdienst
belasterd. De betreffende predikant Joost
de Neve was ondertussen (1586) ver
trokken naar een klein plaatsje onder
Goes.
Aemout werd opgevolgd door ene Adolf
Seegers uit Amersfoort. Seegers was er
schoolmeester tot 1596 en dan is de rij
weer gesloten.
Tot slot van deze rondwandeling voor
1600 nog eenmaal een overzicht van de
belangrijkste gebouwen. De houten koren
molen, ongeveer op de plaats, waar nu het
restant nog staat De kerk op dezelde
plaats. Secretarie, school en pastorie in de
Ring, naast de smidse.
De Doelen, de schietbaan van het schut-
tersgilde aan de Langeweg, met een onder
komen, wat naar alle waarschijnlijkheid
ook gediend heeft als onderdak voor de
Rederijkerskamer. De havendijk, spuidijk
en oudelandsedijk als buitendijk. Een paar
versterkingen en een schans aan de haven
en een fort aan de Galatee.
Een eilandje ver weg, bewoond door maxi
maal 800 mensen en.... de geschiedenis
leert het niet onbelangrijk als handels
plaats en als verdedigingspunt
We moesten het hier maar bij laten, deze
keer.
Eindhoven
Jo Kosten
Wy vergeten het gezag van de Heilige Geest, en dit stelt ons schuldig voor
God. Wy z^n zo geïnteresseerd in onszelf en in onze eigen aktiviteiten, dat
we het enige, dat ons werk met vruchten kan bekronen, vergeten. Laten we
vóór alles en na alles bidden en smeken om een revival (opwekking). Als
God een revival geeft, kan Hy in één enkele dag meer doen dan in vgftig
jaar met al ons georganiseerd. Dat is wat we momenteel het meest nodig
hebben; het is zelfs onze enige hoop. Laten we daarom besluiten dat we
elke dag, en vele keren per dag, onze tyd zullen gebruiken om God om een
revival te bidden. Maar dwazen die we zijn, dat zullen we nooit doen
voordat we aan het eind van onszelf gekomen zgn en aan het eind van onze
eigen krachten. We zullen het dan pas doen, als het andere is mislukt en als
we er achter zyn gekomen dat we totaal bankroet zgn en onmachtig en als
we hebben leren zien dat de Heere eenvoudig de waarheid sprak, toen Hg
zei: „Zonder Mg kunt g^ niets doen".
Deze woorden dateren uit 1957 toen in
september van dat jaar wijlen dr. D.
Martyn Lloyd-Jones, de bekende prediker
van de WestminsterChapel te Londen, ze
uitsprak in een toespraak voor een inter
nationale studentenconferentie. Beter nog:
het waren drie toespraken die hun ge
meenschappelijk onderwerp hadden in
„het gezag". Lloyd Jones meende en
zal het niet terecht zijn geweest?! dat
met de kwestie van het gezag één van de
belangrijkste problemen van zijn tijd was
gegeven. Dat het met de Christelijke kerk
in de hele wereld zo droevig gesteld is,
komt ongetwijfeld, doordat zij haar gezag
verloren heeft, zo was zijn stelling. De
grote massa van het volk ging toen, dertig
jaar geleden, en nu in nog veel grotere
mate, niet meer naar de kerk. De mensen
luisteren niet meer naar de boodschap van
de kerk en hebben er geen belangstelling
meer voor. Trouwens hééft de kerk
überhaupt nog wel een boodschap, al
thans vertolkt ze haar enige, unieke, ge
zaghebbende Woord nog wel? Is ze in
plaats daarvan veelal niet met een onecht
en kunstmatig surrogaat gekomen? Ge
looft ze zelf nog wel in het hoge en
heilzame gezag van Gods Woord en Wet?
En zo nee ügt hier niet een voorname
oorzaak van de gezagscrisis die zich aller
wegen doet gelden? Het oordeel begint bij
het huis Gods; ze trekt door in onze gehele
samenleving. Moeten we niet spreken van
een bijkans ordeloze maatschappij waarin
regels en wetten op grote schaal met de
voeten worden getreden, welke wetten en
regels nota bene! daarna worden
aangepast aan de heilloze praktijk. Waar
zijn de vaders....
Gy zyt de Christus
Hoe het zij dr. Llohd-Jones zag in 195 7
aanleiding het onderwerp van het gezag
aan de orde te stellen voor een gezelschap
jonge mensen. Het verscheen aanstonds
in boekvorm. Na vele herdrukken in de
Engelse taal („Authority", uitgave The
Banner of Tmth) kwam het boekje on
langs in het Nederlands uit De titel
„Drievoudig gezag" wyst op 1) het ge
zag van Jezni Chriitnt, 2) het gezag van
de Schrift en 3) het gezag van de Heilige
Geeit Het is als een cMevoudig snoer,
weliswaar niet licht nee nimmer! te
veiibreken, maar wel onderhevig aan vele
pogingen het stuk te trekken en te ver
brijzelen. Door velen belaagd en onder
spanning gezet En daarom is het goed dat
dit fijnzinnige en tevens fundamentele
woord opnieuw klinkt en ons teragroept
naar de dingen die vastheid en gezag
hebben. Meer dan ooit is dit onderwerp
actueel.
De doctor van Westminster vraagt eerst
aandacht voor het gezag van Jezus Chris
tus. Hij is de drager van het gezag, door
Zijn Vader als zodanig aangewezen. Bij
Zijn doop en op de berg der verheerlijking
klonk hetJDeze is Mijn geliefde Zoon, in
Denwelken Ik Mijn welbehagen heb.
Hoort Hem!" De moderne mens stelt
vragen als: „Als er een God is, kunnen wij
Hem dan kennen? Als er grondwaar
heden zijn, hoe kan ik ze dan leren ken
nen?" Hier is het antwoord, een stem uit
de hemel. Hoort Hém. Hij wordt ons
voorgehouden als het laatste Woord, als
het hoogste Gezag, aan Wie we ons
moeten onderwerpen en naar Wie we
moeten luisteren.
Het is dan ook de roeping van de kerk
Hem en Zijn gezag te prediken. Zoals Hij
Zelf niet aarzelde om op een gebiedende
toon te spreken toen Hij Zijn jongeren
riep: „Volg Mij". Zo werkt het evangelie.
Zo neemt God zondaren onder Zijn be
slag. Zo komt de kerk tot stand. Het is niet
minder dan het brengen onder en doen
erkennen van Zijn gezag. „Gij zijt de
Christus, de Zoon van de levende God".
Het Christendom is Christus, aldus
Lloyd-Jones. Het is geen filosofie. Het
is zelfs niet eens een godsdienst Het is
het goede nieuws dat God Zijn volk
bezocht en verlost heeft, en dat H|j dat
gedaan heeft door Zyn eniggeboren
Zoon in de wereld te zenden om te leven,
te sterven en weer op te staan. Onze
Heere Jezus is de Alpha en de Omega,
de Eerste en de Laatste. Hy Is de enige
Autoriteit
Maar daarmee is niet alles gezegd. Im
mers, deze Christus komt tot ons in het
gewaad van Zijn Woord. Het is dan ook
niet verwonderlijk dat in de strijd van het
slangen- en het vrouwenzaad het gezag
van de Heilige Schrift is betrokken. Al
lerwegen en reeds enkele eeuwen moet de
Schrift de aanval op haar gezag verduren.
Het is alsof Lloyd-Jones in zijn boekje al
iets aanvoelde van een moderne variant
daarvan, die namelijk waarbij dat gezag
gereduceerd wordt tot een relatieve waar
heidsopvatting. Daarin wordt beweerd
dat men slechts „datgene moet erkennen
als het Woord van God wat jou aan
spreekt. Als er iets is in de Bijbel dat op de
eigen situatie slaat, is het het Woord van
God en als dat niet het geval is, is het het
Woord van God niet". Terecht typeert
hij dat als een uiterst subjectieve benade
ring. Dan blijft de mens nóg de situatie
beheersen; de mens is nóg de autoriteit die
beslist wat waarlijk het Woord van God is
en wat niet
Daarom: een pleidooi voor de onvoor
waardelijke erkenning van het gezag van
de hele Bijbel als het Woord van God.
De auteur omschrijft dit gezag als „die
eigenschap waardoor zy geloof en ge
hoorzaamheid opeist voor alles wat zy
leert". Voor alles.... Daar behoren ook de
schepping, de val en de zonde bij. Ja, zegt
Lloyd-Jones, u kunt onmogelijk de Nieuw
testamentische leer van de verzoening en
de verlossing in Christus geloven, als u de
leer betreffende de val en de zonde niet
accepteert. De Schrift eist aanvaarding
van haar totale en allesomvattende gezag.
Naar het apostolisch woord is al de Schrift
van God ingegeven en is nuttig tot lering,
tot wederlegging, tot verbetering, tot on
derwijzing die in de rechtvaardigheid is.
„De mens is er niet mee begonnen. Het is
geen produkt van de menselijke wil. Het
was veeleer zo dat heilige mannen Gods
spraken als ze bewogen, vervoerd en ge
dreven werden door de Heilige Geest Het
kwam allemaal van God Zelf. Daarom is
uw geloof ook gebaseerd op zo'n vast
fundament Dat is het wezen van uw
gezag" wanneer u zich op de Schriften
beroept
Door Mijn Geest
Evenwel, het belangrijkste is nog niet
gezegd, meent de schrijver als hij aan zijn
derde hoofdstukje toekomt, „het gezag
van de Heilige Geest". Alleen als dat
gezag op ons gaat drukken, dan worden al
deze dingen eerst levendig en krachtig
voorons. Al eerder had hij betoogd (p. 40)
dat niemand in waarheid gelooft in en zich
onderwerpt aan het gezag van de Schrift
als dat niet het gevolg is van het werk van
de Heilige Geest in ons. Alleen door Zijn
verlichting in ons hart kunnen we uit
eindelijk de verzekering van het gezag van
de schrift ontvangen. Het is alleen als we
onder het gezag en de macht van de
Heilige Geest staan.
Laat de kerk dat goed bedenken, zo
voert de schry ver op overtuigende wyze
aan.. De pagina's 67 - 72 zyn in dit
verband veelzeggend. Op de vraag
„Wat kunnen we doen om de kerk en
de waarheid hun gezag terug te geven?"
is gedurende de laatste eeuwen verschil
lend geantwoord. Veelal bleef men ste
ken In het „doen": het schry ven van ver
dedigingsgeschriften, nieuwe aandacht
voor de liturgie, nadruk op geleerdheid
en kennis, organisatie van massale cam
pagnes, sociale bewogenheid. Inschake
ling van de moderne media, de oecume
nische beweging, etc. Echter, al dit acti
visme heeft niet gebaat We vergaten het
profetisch woord: „Niet door kracht,
noch door geweld, maar door Myn
Geest zal het geschieden, zegt de
HEERE". Het lykt wel, aldus Lloyd-
Jones, of we vergeten zyn dat God, heel
de geschiedenis door, het merendeel
van zyn daden In de kerk door „over-
biyfselen" tot stand heeft gebracht
Gods eigen methode gaat nooit bulten
de Geest, Zyn gezag en Zyn macht om.
En Hy werkt In het kleine, het nietige.
Zaterdag 12 september deed ds. A.
W. V. d. Plas, gekomen uit Berg
ambacht zgn intrede in Urk. De
nieuwe Urkse predikant werd 's
middags bevestigd door zgn vriend
en collega ds. M. B. van den Akker
te Wageningen met deze woorden
uit Kolossenzen 4 17: Zie op de
bediening, die gg aangenomen hebt
in den Heere, dat gij die vervult
In het volle kerkgebouw „de Bron" deed
ds. V. d. Plas 's avonds zijn intree. Als
tekst had hij gekozen, de woorden uit de
geschiedenis van de wonderbare vis
vangst opgetekend in Lukas 5 5b: doch
op Uw woord zal ik het net uitwerpen.
Ds. had over deze tekst een drietal ge
dachten:
1. Krachtige roeping.
2. Kinderlijke afhankelijkheid.
3. Gelovige gehoorzaamheid.
Al gelijk aan het begin van zijn preek
spreekt ds. over Gods woord en de liacht
die daarvan uitgaat Mensenwoorden zijn
loze woorden en zijn we snel vergeten.
Maar als Gods woord je roept en raakt,
kom je daar niet meer van los. Dan gaat
dat Woord spreken van het nieuwe leven
dat Hij geeft. Voor wie dat bestemd is?
Wel, zelfs de grootste der zondaren vindt
vergeving in het bloed van Jezus Christus.
Als Hij gaat roepen zullen we dat ge
voelen, en zal het doorklinken dat in het
diepst van ons hart.
Ook vandaag roept het Evangelie, hier in
Urk. Kent u dat? Bent u al aangeraakt
door Zijn Woord? De roep gaat uit tot alle
mensen: Bekeert u.
Zo was er ook de roeping tot het ambt,
zoals dat gebeurt met Petms in de ge
schiedenis van de wonderbare visvangst.
De Heere had gesproken: Steek af naar de
diepte, en werp uw netten uit om te
vangen. Zo stelt de Heere ambtsdragers
aan: Het net moet uitgeworpen worden.
Zo was ook Gods opdracht voor mij, door
God ben ik geroepen om hier het net uit te
werpen, want ook hier in Urk moeten nog
mensen gevangen worden met het net van
het Evangelie. Dat is nodig gemeente, wij
mensen voelen ons van nature wel thuis in
de diepte. Zonder God, voelen we ons als
een vis in het water. Bekering en weder
geboorte kunnen we van nature wel
missen.
Maar God klopt op de deur van uw hart!,
en dan komt Jezus, en wil u vangen in zijn
-------------------------------------
Wij komen vrijblijvend
bij u aan huis.
Eer van je werk met Pfaff I
I Telefoon 01640 - 35878 1
I 01650-35546
het geringe. In de enkele mens wiens
hart Hy vermurwt en verbreekt en die
Hy door zyn onweerstaanbare kracht
tot bekering en geloof brengt.
Dr. Lloyd-Jones laat zijn boekje, dat ook
heel goede dingen zegt over de inhoud van
het Geesteswerk, uitlopen op het ver
schijnsel van de revivals, de opwekkingen
die in de geschiedenis van de kerk, met
name in Engeland, Schotland, Wales en
in Amerika hebben plaats gevonden. Hier
vallen de namen van predikers als White-
field Edwards. Maar zij waren slechts de
predikers. Een revival is iets dat mensen
nooit kunnen organiseren. Een revival is
het gevolg van een rechtstreekse hande
ling van de HeiUge Geest in gezag en
kracht Niet alleen zodanig dat door de
prediking van het evangelie een aantal
mensen wordt bekeerd. Een revival be
tekent dat de Heilige Geest neerdaalt op
een kerk of zelfs een volksdeel met zulk
een kracht en macht dat mensen ver
broken worden. Het kan wel gebeuren dat
ze fysiek ter aarde geworpen worden. Een
revival leidt tot hevige pijnen van berouw
en verlangen naar Christus en naar vrede
en verlossing. En de Geest van God wordt
uitgestort en komt op de mensen met
gezag en met kracht
Laten we bedenken dat de God die in
het verleden plotseling en onverwacht
op de stervende kerk neerdaalde en
haar verhief, zodat er een nieuwe pe
riode van leven en overwinning kwam,
nog hetzelfde kan doen; dat Zyn arm
niet verkort is en dat Zyn macht in geen
enkel opzicht verminderd Is. Laten we
op Hem wachten. Laten we tot Hem
smeken, laten we leren worstelen In het
gebed: „HEERE, als ik Uw rede ge
oord heb, heb ik gevreesd. Uw werk, o
HEERE, behoud dat in het leven In het
midden der jaren. In de toorn gedenk
des ontfermens".
N.a.v. Drievoudig gezag, door D. M.
Lloyd-Jones.
Uitgeverij De Banier te Utrecht.
Paperback. 93 pag. Prijs f 12,50.
Middelhamis
J. M. J. Kieviet
net. En daartoe gebmikt Hij zijn dienst
knechten.
Heeft u zo'n dienstknecht begeerd? Was
er gebed tijdens het beroepingswerk?
We zijn hierheen gekomen op de belofte
zoals Petms die mocht horen: Werp het
net uit en u zult vangen.
Ook hier in Urk moeten mensen gevangen
worden, want Zijn getal is nog niet vol.
Daarom mogen we hier de mimte van
Gods genade prediken. Hij heeft geen lust
in uw dood maar daarin: dat u zich
bekeert!
Het gaat om leven of dood.
Zo roept God ons om Zijn woord te
verkondigen. Wie is dan tot deze dingen
bekwaam?
2. Daartoe is nodig: kinderlijke afhanke
lijkheid. Gemeente, ukenthet beeld: soms
is er veel werk en geen besomming; de
discipelen hadden de gehele nacht gevist
en niets gevangen, maar luister, dan volgt
dat wonderlijke woord uit Jezus mond:
werp uw net uit en ge zult vangen. Petms is
sprakeloos.
En Petms gaat, hij wist het hier dat hij het
doen mocht In afhankelijkheid van de
Heere is hij uitgegaan, omdat hij het van
Hem verwachtte. Al zijn kennis over het
vissen moest overboord. Dat is sterven
aan jezelf gemeente, en het dan ver
wachten van Hém.
Hebt u de Heere nodig in uw dagelijkse
problemen? Zijn met de zorgen in de
visserij uw gebeden vermeerderd? Werd
het roer al uit uw handen genomen, zo
vroeg ds. v. d. Plas zijn nieuwe gemeente.
Hebben we al geleerd dat we van onszelf
niets hebben, maar hoort dan: Gods goed
heid is oneindig groot Werp uw net uit; op
Gods woord. Hoop op de trouw van God,
dan mag u leven van genade alleen. Tel
kens weer zal het ons gebed moeten zijn:
Heere, leer mij Uw weg te gaan.
Uw nieuwe predikant begint hier, en zal
het ook in alles van God verwachten. We
zullen door mogen geven, wat we van de
Heere ontvangen hebben. Dat wordt een
biddend werken. Telkens opzien naar
Boven, als predikant en gemeente. Van
onszelf kunnen we nergens op rekenen.
Zie dan Gods wonderlijke wegen.
Zo mocht ik geloven dat mijn weg naar
Urk moest gaan. Is dat geen zegen?, dat
het net van het Evangelie hier uitge
worpen mag worden? Daarop zal dan
volgen:
3. Gelovige gehoorzaamheid. De ge
bieder van hemel en aarde keert als om.
God spreekt tot ons. Zijn we al gevangen
door die Grote Visser van mensen? Dan
worden alle ja-maars in ons leven weg
genomen.
Als Hij spreekt, zullen we horen én ge
hoorzamen!
Uw volk zal dan gewillig zijn. Petms is
daar een voorbeeld van.
Hoevéél keren heeft de Heere u al ge
roepen? Luister dan toch naar Hem. Uit
stel is onmogelijk. U mag Gods Woord
niet wederstaan.
Petms gehoorzaamde met vertrouwen op
Zijn woord. Als nieuwe predikant mogen
we vandaag het werk beginnen. We mo
gen u prediken, de rijkdom van Gods
genade. Is het een onzeker werk; het net
uitwerpen in de diepte?
Petms gehoorzaamd. Het is Gods werk.
Op Zijn tijd en wijze zal er vangst zijn.
De Heere is een verrassend God. De
Heere is de Amen en het vertrouwen. Gód
is op uw hart uit, en daarom werpen wij
hier het net uit. De Heere heeft de vissers
al gezien, want Hij kent degenen die de
Zijnen zijn.
Zo mogen we ons werk beginnen.
Och Heere, geef thans Uw zegeningen.
Och Heere, geef heil op deze dag.
Och, dat men op deezeerstelingen
Een rijken oogst van voorspoed zag.
Toespraken
Na deze met overtuiging en aansprekende
prediking richtte ds. v. d. Plas zich tot
allen in de gemeente in welk verband dan
ook, en wenste een ieder Gods Zegen toe
bij de arbeid in Zijn koninkrijk.
Vervolgens werd ds. toegesproken door de
consulent ds. Bos, burgemeester Buys
namens de gemeente, ds. Speehnan na
mens de Gereformeerde kerk en tot slot
ouderling/scribaBuitink, die woorden van
dankbaarheid sprak, en de familie v. d.
Plas verwelkomde in de gemeente, waar
op de gemeente verzocht werd de nieuwe
predikant toe te zingen de woorden van
Psalm 37: Geen ijd'le zorg doe u van 't
heilspoor dwalen; Houd in uw weg het oog
op God gericht; Vertrouw op Hem, en
d' uitkomst zal niet falen.
Ds. van der Plas volgt dr. C. A. Tukker op
die onlangs naar Epe is vertrokken.