EHAIIDEn-illEUWS Expositie ter Nagedactitenis van de Fiai(i(eese joden Overdenking MAN TE ROER uit de Heilige Schrift Wim van der Panne concerteert in Tbolen ^^^^'^'^S'^^^''''- TrendStar Reciame Boekennieuws: Spoorwegen op postzegels Kannibalen aardiger dan mosselvissers 2e Blad VRUDAG 3 JULI 1987 No. 5610 De tijd gaat snel, vandaar ook dat dit alweer het laatste artikel is vóór de expositie, welke vanaf j.l. woens dag 1 juli 1987 te 14.00 uur te be zichtigen zal zgn in het streek museum te Sommelsdü'k. Het streekmusem is te vinden in de Kerkstraat vlakby de toren en het Marktveld. De openingstyden zgn van dinsdag t/m zaterdag van 14.00 tot 17.00 uur. Op woensdagen bo vendien van 10.00 tot 12.00 a.m. De toegangsprgs bedraagt 1,50 (kin deren 1,-); maar donateurs heb ben met hun gezinsleden gratis toe gang voor een donatie van 10,- per jaar. Aan de oproepen in het E.N. hebben velen gevolg gegeven. Toch ben ik er zeker van, dat er nog honderden foto's en andere zaken, tot zelfs verdwenen kerkelijke eigendommen toe, liggen te wachten op vergetelheid, terwijl ze daaraan door in zending of afgifte hadden kunnen worden onttrokken. In een vorig artikel beloofde ik nog iets te schrijven over de werkzaamheden van de P.B.C, en over het verraad en de held haftige dood van Max. Voor wat betreft de omvang van het werk bedroeg de „omzet" in de jaren 1943 en 1944 ca. 40.000 persoonsbewijzen, 40.000 persoons bewijs zegels, 40.000 PB-TD zegeltjes, 75.000 tweede distributiestamkaarten, 75.000 mlegvellen TD, 100.000 eerste distributiestamkaarten, 40.000 inlegvel- len D.S.K., 100.000 diverse Ausweise, Bescheinigungen enz. Deze papieren wer den gefotografeerd, getekend, geclicheerd en gedrukt, voorzover ze niet werden verlaegen door overvallen. De aanvragen voor PBs, TDs, Ausweise enz. kwamen vanuit het gehele land bij het centrum van de PBC terecht, om dan via invulkantoren en koeriersapparaat weer bij de aanvragers te belanden. We zaten steeds weer dringend verlegen om ruimte, niet alleen om te werken, maar ook omdat de algemene veiligheid decen tralisatie noodzakelijk maakte. Boven dien moesten talloze vaste en tijdelijke privé-adressen onophoudelijk gewisseld worden. Door arrestatie van Steef in maart 1944 moesten we van Amsteldijk 37 vertrekken. We zouden Steef na zijn arrestatie nooit meer terug zien. Hij kwam om het leven in een concentratiekamp. Omdat Steef nogal wat wist, zochten we dus naar een nieuw centraal werkadres. Dit moest voldoen aan verschillende eisen: centrale ligging, geen over- of achterburen, dubbele uit gang, laboratorium, telefoon, schuil plaats inclusief kluis enz. Eind maart be gonnen we met C. Hartog besprekingen over het ingebruiknemen van Stadhouders kade 155 waarvan hij eigenaar was. Het kontakt met Hartog was ontstaan in fe bruari, toen een mij als goed bekend staande rechercheur mij vroeg of ik voor Hartog vrijstelling kon verkrijgen voor de Arbeitseinsatz. Dat heb ik toen voor hem weten te verzorgen. Daarvoor wilde Har tog mij een persoonlijke dienst bewijzen toen ik hem vroeg, zg. voor een relatie, naar de mogelijkheid van huur. Hartog wist dus niet dat het om een illegaal kantoor ging, wel begreep hij dat het om een zeer vertrouwd adres ging. Het door Hartog aangeboden kantoor voldeed aan alle eisen en voor de veiligheid van Hartog werd een schijnkontrakt opge maakt, met voorafgaande schijncorres- pondentie. Bij een bezoek aan het privé-adres van Hartog, Vijzelstraat 76, werd door Max eveneens een leegstaand apart gedeelte van dit huis gehuurd, zg. om er bij on verhoopt overnachten in de stad, (Max gaf nl. voor buiten de stad te wonen) te kunnen verbUjven. Max, die in verband met de arrestatie van Dick tijdelijk die etage bij Hartog ging bewonen, kwam zo in kontakt met Betje Wery. Deze Betje Wery, die evenals Max van joodse afkomst was, heeft toen zeer handig gebruik gemaakt van de haar geboden gelegenheid door een gedeelte van haar eigen woning aan Bartje en Max in huur aan te bieden. Max en Bartje wantrouwden haar niet daar zij door Hartog volkomen werd vertrouwd en zij klaagde over het onderduiken van haar ouders enz. Betje Wery maakte toen een afspraak met Bartje, Max met zijn verioofde en Joost om haar woning te gaan bezichtigen. Intussen zette zij eenval op met de Sicher- heitsdienst Hierop zijn Betje Wery, Max met verloofde en Bartje naar die bewuste woning in de Rubensstraat gegaan. Omdat de auto te klein was voor 5 man, besloot Joost om niet mee te gaan kijken. Dat was zijn geluk want de anderen werden in de woning van Betje Wery door de SD op gewacht. Bartje en Max hadden geladen pistolen bij zich. Boven in de woning ge komen, wist Max nog naar beneden te vluchten, doch werd overal door SD-ers, die zich op de trap, op straat enz. hadden opgesteld, opgewacht Max wist nog een der SD-ers dood te schieten, doch werd bij dit gevecht zelf gedood. Bartje heeft waarschijnlijk geen kans meer gehad om te schieten en is door de SD overweldigd. Hij is kort daarop ge fusilleerd. Aimemarie, de verloofde van Max, werd ook gearresteerd. Op hetzelfde ogenblik dat dit gevecht plaats vond werd op verschillende adressen huiszoeking ge daan. De verloofde van bruine Hans werd ook gepakt en kwam evenals Annemarie in een concentratiekamp terecht. Beiden hebben de oorlog overleefd. Hartog werd in zijn woning gearresteerd en is in september 1944 gefusilleerd. Betje Wery ontving van Lages 1000,- voor dit verraad. Zij heeft vele mensen verraden. Na de oorlog werd de doodstraf tegen haar geëist doch ze kreeg levens lang, d.w.z. ze kwam na een paar jaar vrij. Vanuit de gevangenis had zij het nog bestaan om een brief te schrijven aan de weduwe van Bartje, om steun bij haar aanvraag om kwijtschelding van straf. Die weduwe was notabene in verwachting van haar tweede kind toen haar man door Betje werd verraden en vervolgens dood geschoten! En nu die keiharde Max Op zekere dag begin 1944 zaten we met elkaar op de Amsteldijk te praten waarbij Max zei, dat het de week daarop eenjaar geleden zou zijn, dat zijn ouders vanuit Westerbork waren doorgestuurd met on bekende bestemming; zoals zovele an deren. Hij had nog geprobeerd zijn ouders uit het kamp W. te halen, doch ik meen dat zij dit niet wilden of dat het al te laat was. Zijn neefje heeft hij wel als een soort Hugo de Groot uit Westerbork weten te be- ^;^^-^^ drukkerij kranse bv vrijden. Die heeft het leven er afgebracht in zijn onderduik, de ouders van Max zijn omgekomen. Max wilde op de dag dat zijn ouders „op transport waren gesteld" een bekende ver rader likwideren. Hij vroeg toen aan ons wie er een wist, die daarvoor in aan merking kwam. Bartje, die kort tevoren nog bijna in de val was gelopen in Den Haag, wist er een. Hij noemde de naam en gaf het adres en de tijden waarop hij thuis was. Max vroeg toen wie er op die dag met hem meeging. Bartje ging mee. Ik zei datik best mee wilde gaan maar dat ik niet zo maar iemand wilde en kon doodschieten al was het nog zo'n gemene verrader. Ik hoefde niet te schieten, zei Max, want hij zou het wel doen. Op de afgesproken dag reden we naar Den Haag. We verkenden de buurt, zagen dat de man in kwestie thuis was en dat hij zelf opendeed als er werd gebeld. Toen het donker was geworden parkeerden wij de auto. B artje en ik liepen ieder aan een kant van de straat tegen elkaar in op en neer langs het huis van de verrader. Max liep naar het bewuste huis toe en.... ik zag dat hij er voorbij liep. Bartje en ik liepen intussen van begin tot eind van de straat heen en weer. Toen ik zag dat Max het huis voor de tweede en derde keer wéér voorbij liep, stapte ik naar hem toe en zei: „Laten we maar teruggaan naar Amster dam, want jij kunt het toch óók niet". Zo kwam Max dus onverrichter zake weer thuis. Max kon het wel als het moest, zoals gezien hebben, hij kon het niet als het niet moest. Tot slot nog een foto van Meyer Cohen uit Oude Tonge. Meyer Cohen moest in 1942 op bevel van de Duitsers zijn slagerij sluiten. Kort daarna werd hij gearresteerd op beschuldiging door een NSB-slager dat hij bij de klantenoverdracht een bepaalde, niet Duitsgezinde, slager had aanbevolen. Via een verblijf in een gevangenis in Rotterdam, waar zijn vrouw hem éénmaal had mogen bezoeken, werd hij naar een concentratiekamp in Duitsland overge bracht. Enige tijd nadien kreeg zijn vrouw bevel om op een Duits (SD?)-bureau in Rotterdam te komen, waar haar een docu ment werd overhandigd waarin werd ver meld, dat haar man in of bij het concen tratiekamp Mauthausen was overleden. Als doodsoorzaak stond opgegeven: „auf der Flucht erschossen". Er werden haar enkele kleine bezittingen van haar man overhandigd, waaronder een horloge. Dankzij de hulp van goede Oude Tonge naars konden de zoon Jacob en later mevrouw Cohen en haar zoon Louis on derduiken. Mevrouw Cohen en haar zoon Louis zijn beiden helaas na enige tijd gearresteerd en later omgekomen. Jacob overleefde de oorlog, keerde terug naar Oude Tonge, is na de ramp geëva cueerd, vestigde zich als slager in Am sterdam en verloor in 1965 het leven bij een verkeersongeval. Een oud-Flakkeeënaar Telefoon 01870 6366 „M^n zoon, geef Mg uw hart" (Spr. 2326a) Door Salomo heen spreekt hier de Heere tot Zijn schepselen. En wat doet Hij dat op een tere, liefelijke manier. Zoals een vader zijn zoon nog een aantal waardevolle adviezen geeft of een leermeester zijn leerling nog een enkele raadgeving mee geeft, zegt de Heere hier: Mijn zoon! Ja, Hij buigt Zich diep tot ons over. Hij zoekt ons behoud. Het gaat Hem wel terdege om ons heil. Ook al moet er dan terstond aan toegevoegd worden, dat wij door zonde en schuld verloren zonen zijn. Maar ook de vader van de verloren zoon bleef lief hebben en in liefde verlangen naar en wachten op de terugkomst van zijn zoon. Mijn zoon! Hier spreekt Gods zondaars liefde in door. Hier horen we ook het recht dat de Heere op ons heeft en over ons uitoefent. Wij horen, krachtens onze schepping, bij Hem. Aan Hem hebben we alles te danken. Hij heeft ons geschapen en onderhouden. Hij heeft ons verzorgd en gezegend. Dat geeft Hem toch rechten op ons? Vandaar: Mijn zoon....! Wat is het advies? Geef Mij uw hart. Maar wat wil God daarmee? Welk motief heeft Hij om ons hart te vragen? Ik wijs op drie motieven. In de eerste plaats vraagt God ons hart omdat Hij er ons van doordringen wil, dat we Hem met ons hart behoren te dienen. Hij vraagt niet om onze handen en voeten; Hij vraagt niet om onze inspanning en ijver. Hij vraagt om ons hart. Niet omdat onze handen en voeten en inspanning e.d. Hem onverschillig zijn. Maar omdat het hart het voornaamste is. Ons hart is ons levenscentrum. Daar wordt immers be paald, waar onze voeten heengaan en waarvoor we ons zullen inspannen enz. Ons hart is de plaats, waar ons eigenlijke bestaan in geconcentreerd is. „Daaruit zijn de uitgangen des levens" (Spr. 423). Daarom is een dienen van de Heere zonder ons hart Hem niets waard. Al de offers, die Israel bracht, terwijl hun hart zich verre van de Heere hield, hadden voor God geen waarde. De ijver waarmee Jehu het huis van Achab uitroeide, kon God niet bekoren, omdat Hij de Heere niet diende met geheel zijn hart 2 Kon. 10 31). Beseffen we dat? Of zijn we tevreden met wat godsdienst en wat uiterlijk vertoon? Bij velen is dat helaas zo en ze denken dan ook nog, dat ze daarmee God kunnen behagen. Wat een fatale vergissing! Ons hartdaar gaat het om. Zit dat in ons kerkgaan? In ons bidden? In ons onderzoeken van Gods Woord? Klopt dat in ons godsdienstig leven? Daar gaat het om. God wil, dat we dit goed weten en niet eerder tevreden zijn voordat we dit mogen beoefenen. Vandaar dat Hij zegt: Geef Mij uw hart. Een tweede motief voor God om dit zo te zeggen is: Hij wil ons hart verzorgen en bewaken. Omdat ons hart het centrum van ons bestaan is, waar de beslissingen val len, is het zo uitermate belangrijk. Er wordt dan ook van alle kanten op dat hart geloerd. De zonde wil het hebben. De wereld wil er in wonen. Satan wil er zijn heerschappij uitoefenen. En zo verkeert een mens voortdurend in groot gevaar. De zonde omringt hem van alle kanten. Zijn hart is constant bedreigd. De Heere weet dit. Vandaar zijn advies in 4 23: Behoedt uw hart boven al wat te bewaren is. Houdt toch de wacht bij uw hart Beseft de grote gevaren, waar uw hart aan blootgesteld is. En laat die be dreigingen niet toe uw hart schade te be rokkenen. Maar wat moeten we met dit advies, als we in onszelf zo zwak zijn, dat we geen ogenblik tegen die gevaren opt- gewassen zijn? Kunnen we dat dan doen? Wie kan zijn hart bewaken en behoeden? De Heere kent ook die zwakheid, die onbekwaamheid. Daarom breidt Hij het advies van zopas uit met de woorden van de tekst: Geef Mij uw hart. Kunt u uw hart niet behoeden, laat Mij het dan doen. Laat Mij er voor zorgen. Laat mij het bewaken. Laat Mij er in wonen. Ziet u wel, dat het Hem werkelijk om ons behoud gaat? Dat Hij wel degelijk uit is op onze zaligheid? Zou Hij anders zo'n liefde rijk advies geven? Een derde motief om dit advies te geven is: De Heere wil ons hart ook vernieuwen. Laat de Schrift eens zeggen wat voor soort hart we hebben. Staat u dan niet verbaasd als u de Heere hoort zeggen: Geef Mij uw hart? Wat is ons hart? Ons hart is arglistig, ja dodelijk! Jer. 17:9 zegt het zo. Is dat waar? En wil God het dan toch hebben? Wat zegt Christus? Mark. 7 21: Uit het hart des mensen komen voort.... en dan noemt de Heiland allerlei gruwelen en boosheden. Die ko men allemaal uit ons hart.... Is het zo verdoven, zo onrein? En wil God het dan toch hebben? Maar welk motief heeft Hij voor dit advies: Geef Mij uw hart? Hij wil dat vuile, onreine, arglistige hart ver nieuwen.... Hij wil er een nieuw hart van maken. Een oprecht hart. Een waarachtig hart. Een hart waarin de Geest woont Een rein hart Een hart waarin Zijn vreze woont Een tempel zelfs.... Ja, Christus wil er in wonen. Of God dit meent? Hoe durven we het vragen? Natuurlijk meent Hij het Wel zeker zoekt Hij het behoud van zondaren. Hij wil zelfs hun vuile en onreine hart hebben om er iets moois, iets goeds, iets reins, iets eerbaars van te maken. Ja, Hij wil er Zelf in wonen. Om die reden zegt Hij: Mijn zoon, geef Mij uw hart! En wat vraagt Hij dan van ons? Dat we ons hart geven. Waimeer moet dat ge beuren? Morgen? Nee, Hij zegt Heden. Hoe moet dat gebeuren? Vrijwillig. Niet gedwongen, geforceerd. Moet u dan eerst aan den lijve ondervinden, dat de dienst der zonde hard is en slecht beloont? Ons probleem is echter, dat we ons hart niet kwijt willen. Zal Goid er voor zorgen? Zal Hij er in regeren? We zijn liever eigen meester. Of willen we wél? Neigde de Geest ons hart tot dit advies van de Heere? Beseffen we dat dit echt wel het beste is? Is het onze begeerte ons hart aan Hem toe te ver trouwen? Maar wat is dan de moeite? Dat we niet kunnen? Ach ja, ook dat is waar. Maar als dat de moeite is, weet dan, dat de God, die hier vraagt, de God is die alles gééft. Hij geeft gewilligheid, Hij geeft bekwaamheid, opdat wij ons hart aan Hem zouden kwijt raken. Hij heeft de hand uitgestoken om het in ontvangst te nemen. Maar ook om in onze zwakheid en ellendigheid Zijn kracht te doen over vloeien opdat we ons aan Hem zouden overgeven. Daartoe kwam toch de Heilige Geest. En wie het dan heeft mogen doen, wat de Heere in de tekst adviseert te doen, laat hij/zij dan maar de keus hernieuwen. De Heere is het waard, nietwaar? P, den Butter De wereldwijd bekende uitgever van postzegelcatalogi Stanley Gibbons te Londen heeft voor de verzamelaars van postzegels naar spoorwegmotieven een speciale catalogus uitgegeven getiteld „Collect railways on stamps" (Verzamel spoorwegen op postzegels). De catalogus bevat 5000 zegels van 298 landen in alfa betische volgorde. Voor de verzamelaars van spoorweg postzegels een absolute „must". Denk aan onze artikelserie over „postzegel ver tellen spoorweghistorie" van enkele jaren T. Hameeteman Zaterdag 4 juli a.s. des avonds om 20.00 uur zal de organist Wim van der Panne (organist van de Oude Kerk te Voorburg) wederom een orgelbespeling verzorgen op het fraaie van Dam-orgel in de Ned. Herv. Kerk te Tholen. Het op een breed publiek afgestemde programma wordt om lijst met samenzang van de aanwezigen. Het programma wordt geopend met een bewerking over Psalm 72 gecomponeerd door van der Paime's leermeester Feike Asma, deze bewerking wordt besloten met samenzang van Psalm 72, eveneens van Feike Asma wordt gespeeld diens liedbewerking: „Ik wens te zijn als Jezus". Van de onbekende Leidenaar Philippus Pool hoort U een sonata in G, de delen van dit werk zijn zeer speels en melodieus en liggen buitengewoon goed in het ge hoor. SOMMELSDUK Ophalen oud papier Morgen, zaterdag 4 juli komen leden van „Ons Koor" weer bij u langs. Graag vanaf 9 uur uw oud papier op de stoep zetten. Bij voorbaat dank. Van de grote Bach wordt gespeeld een Aria in F. Wim van der Panne die vaak in Amerika concerteert speelt deze avond ook een drietal koraalbewerkingen over bekende melodieën van Amerikaanse componisten. Uit de franse romantiek een „Andantino" van Cèsar Franck en van Louis Vieme het bekende stuk „Carillon de Westminster", een compositie waarin het bekende klokkendeuntje van de Big- Ben steeds te horen is. Van eigen hand speelt van der Panne variaties over het koraal „Wie maar de goede God laat zorgen". Besloten wordt met een meditatie over „Rust mijn ziel, uw God is Koning'en de Toccata over Psalm 146 van Jan Zwart, welke besloten wordt met samenzang. Het belooft voor de orgelliefhebbers weer een mooie avond te wordne in de ook akoestisch zo fraaie Grote Kerk van Tholen. De toegang is vrij, aan de uitgang wordt echter een koUekte gehouden ter dekking van de onkosten aan deze avond ver bonden. Piet Landa, kustvisser en eigenaar van een weervisserij op de Oosterschelde is niet gecharmeerd van de mosselvissers. Hij heeft tot zijn schade moeten onder vinden hoe meedogenloos de strijd om het mosselzaad dit jaar was en hij heeft in een schrijven aan Directie Visserijen van het Ministerie van Landbouw en Visserij zijn beklag gedaan en om vervolging gevraagd van de mosselvissers uit Yerseke die zijn weervisserij (een stal noemt men dat op Schouwen Duiveland) kapot hebben ge varen. Een weervisserij is een afgeschut gedeelte met takken en netten, dat bij eb droog valt, de vis die in de weervisserij raakt kan daar moeilijk uit komen en bij laag water heeft de „stalhouder" de vis voor het oprapen. „Ze weten goed waar mijn weervisserij is, maar toch hebben ze er gaten in ge varen, van meer dan honderd meter", zo beklaagde Landa zich, ook bij hoog water zijn de takken van mijn weervisserij goed te zien. Het is dus niet per ongeluk ge beurd, de oude kaïmibalen waren nog aar diger dan die mosselvissers, aldus spuit Landa zijn gram. De Rijkspolitie te water heeft de zaak in onderzoek, maar men is nog niet zover gekomen dat men de dader weet, die Landa een schade van plm. 5000,- heeft berokkend. TAXATIE NODIG? makelaar tamboer bellen beëdigd taxateur 01870-3477 S3 CZI DD VERVOLGVERHAAL door Dignate Robbertz - 42 - G.F.CallenbachB.V.—Nijkerk Ze weet dat Trijntje goedlachs is en dat Maarten veel met haar op heeft. Maar wat slore Kee vertelt is kwade praat Ze zijn neef en nicht zegt ze als Kee weer beginnen wil om over haar eigen brave kinderen te praten. Wat zou dat? vinnigt Kee dadelijk. Dachtje dat ze daarom niet spelen kunnen? Saartje wordt rood in haar gezicht Wat een lelijke taal. Maarten is een fatsoenlijke jongen en Trijn zal nooit iets doen, waarover wij ons moeten schamen. Kee lacht scheef. Pas maar op. Steekje hand niet te gauw in 't vuur. Ze zou er gebrand uit kunnen komen. Nu wordt Saartje wezenlijk kwaad. Ga naar huis, Kee. Ik wil niet dat je hier komt lasteren. Maar Kee laat zich er niet uitzetten. Ze is gekomen om haar hart eens te luchten. Over die rabauwen van jongens en die meiden. Wij waren heel anders in onze tijd. 'kDurfde Servaas nauwelijks bekijken toen ik hem voor 't eerst zag. Maar tegenwoordig hangen ze een jongen op klaarlichte dag om zijn nek. Ze blijft zo lang kakelen, tot Teeuw komt. Hij is buiten de stad om een vracht hout geweest, die hij met een harde klap van zijn schouder op de lemen vloer van het achterhuis laat vallen. Wat is er gaande, Kee? roept hij. Je moet hier niet komen om de boel op stelten te zetten. Zijn stem is zo bars, dat Kee haar mond houdt En als je nog eens komt, doe dan een schoon schort voor en je haar onder je muts, spot hij binnenkomend. Hou je mond over mijn zuster. Ze zal van jou niet behoeven te eten. En ook niet van jouw Bas het bed in moeten. Saartje is zo ontsteld over die taal, dat ze moet gaan zitten. Met haar handen op haar brede heupen ge steund. Teeuw toch, zucht ze als Kee de deur uit is. Jongen, je praat of je een man bent Och, moeder! Er is iets beschermends in de manier, waarop hij een hand op haar schouder legt. Wij zijn toch geen kinderen meer. Heb je niet gezien hoe neef Maarten naar m'n zuster kijkt? En Bas Valke? vraagt ze angstig. En Bas Valke en nog heel wat anderen, lacht hij. Trijn heeft maar voor het kiezen. Dan loopt hij met een ernstig gezicht weer naar buiten om het mee gebrachte hout in stukken te gaan kappen. In de kast achter het groen doorschijnende glas ligt de medaille, die Frans gekregen heeft. Saartje neemt het metaal in haar handen. Ze streelt de letters van de naam Naerebout Waarom ze dat doet, weet ze niet. Die medaille heeft niets met haar kinderen te maken. Of is het omdat haar grote Frans het roer houdt op zee en zij thuis? Omdat ze zo dapper moet zijn als Frans was in de nacht van de Woestduin? Nu haar kleintjes groot geworden zijn, terwijl zijzelve nog draagt? Is het leven zo overvloedig? Zo hevig, dat ze er bang voor kan zijn? In de nazomer wordt Saartjes zevende kind geboren. Het is weer een meisje en ze is er zo bUj mee of het haar eerste is. De laatste weken voor de bevalling is ze onrustig geweest ledere keer als er iemand aan de deur kwam, verwachtte ze dat het een boodschap van de Com pagnie zou zijn. Een plotselinge oproep voor iets ergs. Want Frans meldt zich iedere dag op het kantoor, ook als hij terugkomt van een loodsvaart. Het komt niet meer voor dat ze hem komen halen, sinds hij loods in vaste dienst is. Wat denk je, dat ik eruit zal moeten voor een schipbreuk? vraagt hij lachend. 't Zou toch de eerste keer niet zijn? 't Is het kind, datje onrustig maakt. Ik denk dat we weer een jongen krijgen. Als dat zo is, noemen we hem Jan. Naar Jan Pod. Dat zul je toch niet doen? had ze verschrikt gevraagd. Nee, dat doen we zeker niet, Frans. Ik zou het nooit kunnen verdragen om een zoon te hebben, die de zee als zijn bruid verkoos. Ze had er uitgezien als een angstig kind. Daarom had hij niets meer gezegd. Maar in zijn hart hoopte hij dat dit zevende kind een jongen zou zijn. En nu is het een meisje. Sietje Naerebout Een klein tenger ding, met grote blauwe ogen. Saartje is haar onrust niet kwijtgeraakt Al heeft ze haar handen vol met de zorg voor allen. Soms, midden onder het werk, blijft ze staan alsof ze weer verwacht dat er iets zal komen. Ze luistert met haar hoofd een beetje schuin. Er is niets anders dan de gewone straatgeluiden. Maar op de Leugenaar en in de kroegen praten de maimen met de vreemde matrozen. Die komen niet zoveel meer in Vlissingen als enkele jaren geleden. Het is onveilig op zee. Saartje weet het, al heeft Frans er niets van gezegd. Maarten zegt er nu en dan iets over. Mokkend en opstandig. En Teunis lacht er wat om. Wie zou mij kwaad doen, ik doe ook niemand kwaad. Dat is waar. Maar die vraagt daarnaar in tijden van beroering? De grote buurlanden, Engeland en Frankrijk, leven in voortdurende twist met elkaar. De Engelsen ontzien zich niet om schepen op te brengen, welke naar hun mening de vij and van dienst zouden kunnen zijn. Hetzij met de lading of met de bemanning. De lage landen Uggen tussen de twistenden in. De Fransen worden steeds brutaler en aanmatigender. Zij legeren hun troepen in het Vlaamse en trekken langzaam naar het noorden. Tot in Brabant en nog verder. Hun ideeën waaien over het hele land. Vrijheid, gelijkheid en broederschap! D at zong J anus de Koning eenpaarjaar geleden al. De mannen van de Woestduin hebben ondervonden hoe willekeurig de machthebbers zijn en hoe weinig ze geven om het volk, dat het leven waagt. Naerebout weet hoe de sinjeuren denken over vrouwen en kinderen. Saartje heeft honger geleden. Het zijn kleinigheden bij hetgeen de Hollanders weten te ver tellen over de regenten. Zelfs de stadhouder wordt niet gespaard. Weg ermee, schreeuwen de heethoofden. Laat het volk regeren. Het land is van het volk. Die hebben het verdiend en veroverd. Die hebben ervoor geleden. Weg met de sinjeuren en met de adellijke jonkers. Leve de broederschap van de burgers! Naerebout hoort het en hij verstaat veel. Maar als hij het verzet in zich voelt opkomen, vaart hij uit onder de grote hemel, waar alles wat van de mensen is zo klein en onbeduidend wordt Hij kan aan niemand een hekel hebben. En hij kan nooit haten. Omdat alles van God gegeven en door Hem geschapen is. ledere vis in de zee en iedere graankorrel, waaruit het brood gebakken wordt Het tere pasgeboren leven en de ontzaglijke stormwind. (wordt vervolgd) ■k f^S" ^^eeft"" a\ meet MOOV PÜ™ Huygens 34, MIDDELHARNIS Lijnbaanpromenade 11 -A Stationsweg 16 MIDDELHARNIS OUDE TONGE ^^.^^.^.^.^^.^.^.4^.^.^.^.^.^.^.l^^.^^^.^.^.^.4^,l^^.^.^.^.>^^.^.^.^.^■^.^.^■>^l^^.^.^.l^^l^l^l^l^^■l^^■^.^.^^^

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1987 | | pagina 5