EHAIIDEn-illEUWS
Expositie ter Nagedactitenis van
de Fiai(i(eese joden
Overdenking
MAN
TE ROER
uit de
Heilige Schrift
Wim van der Panne
concerteert in Tbolen
^^^^'^'^S'^^^''''-
TrendStar Reciame
Boekennieuws:
Spoorwegen op postzegels
Kannibalen aardiger
dan mosselvissers
2e Blad
VRUDAG 3 JULI 1987
No. 5610
De tijd gaat snel, vandaar ook dat
dit alweer het laatste artikel is vóór
de expositie, welke vanaf j.l. woens
dag 1 juli 1987 te 14.00 uur te be
zichtigen zal zgn in het streek
museum te Sommelsdü'k. Het
streekmusem is te vinden in de
Kerkstraat vlakby de toren en het
Marktveld. De openingstyden zgn
van dinsdag t/m zaterdag van 14.00
tot 17.00 uur. Op woensdagen bo
vendien van 10.00 tot 12.00 a.m. De
toegangsprgs bedraagt 1,50 (kin
deren 1,-); maar donateurs heb
ben met hun gezinsleden gratis toe
gang voor een donatie van 10,-
per jaar.
Aan de oproepen in het E.N. hebben
velen gevolg gegeven. Toch ben ik er zeker
van, dat er nog honderden foto's en andere
zaken, tot zelfs verdwenen kerkelijke
eigendommen toe, liggen te wachten op
vergetelheid, terwijl ze daaraan door in
zending of afgifte hadden kunnen worden
onttrokken.
In een vorig artikel beloofde ik nog iets te
schrijven over de werkzaamheden van de
P.B.C, en over het verraad en de held
haftige dood van Max. Voor wat betreft de
omvang van het werk bedroeg de „omzet"
in de jaren 1943 en 1944 ca. 40.000
persoonsbewijzen, 40.000 persoons
bewijs zegels, 40.000 PB-TD zegeltjes,
75.000 tweede distributiestamkaarten,
75.000 mlegvellen TD, 100.000 eerste
distributiestamkaarten, 40.000 inlegvel-
len D.S.K., 100.000 diverse Ausweise,
Bescheinigungen enz. Deze papieren wer
den gefotografeerd, getekend, geclicheerd
en gedrukt, voorzover ze niet werden
verlaegen door overvallen.
De aanvragen voor PBs, TDs, Ausweise
enz. kwamen vanuit het gehele land bij het
centrum van de PBC terecht, om dan via
invulkantoren en koeriersapparaat weer
bij de aanvragers te belanden.
We zaten steeds weer dringend verlegen
om ruimte, niet alleen om te werken, maar
ook omdat de algemene veiligheid decen
tralisatie noodzakelijk maakte. Boven
dien moesten talloze vaste en tijdelijke
privé-adressen onophoudelijk gewisseld
worden.
Door arrestatie van Steef in maart 1944
moesten we van Amsteldijk 37 vertrekken.
We zouden Steef na zijn arrestatie nooit
meer terug zien. Hij kwam om het leven in
een concentratiekamp. Omdat Steef nogal
wat wist, zochten we dus naar een nieuw
centraal werkadres. Dit moest voldoen
aan verschillende eisen: centrale ligging,
geen over- of achterburen, dubbele uit
gang, laboratorium, telefoon, schuil
plaats inclusief kluis enz. Eind maart be
gonnen we met C. Hartog besprekingen
over het ingebruiknemen van Stadhouders
kade 155 waarvan hij eigenaar was. Het
kontakt met Hartog was ontstaan in fe
bruari, toen een mij als goed bekend
staande rechercheur mij vroeg of ik voor
Hartog vrijstelling kon verkrijgen voor de
Arbeitseinsatz. Dat heb ik toen voor hem
weten te verzorgen. Daarvoor wilde Har
tog mij een persoonlijke dienst bewijzen
toen ik hem vroeg, zg. voor een relatie,
naar de mogelijkheid van huur.
Hartog wist dus niet dat het om een
illegaal kantoor ging, wel begreep hij dat
het om een zeer vertrouwd adres ging. Het
door Hartog aangeboden kantoor voldeed
aan alle eisen en voor de veiligheid van
Hartog werd een schijnkontrakt opge
maakt, met voorafgaande schijncorres-
pondentie.
Bij een bezoek aan het privé-adres van
Hartog, Vijzelstraat 76, werd door Max
eveneens een leegstaand apart gedeelte
van dit huis gehuurd, zg. om er bij on
verhoopt overnachten in de stad, (Max gaf
nl. voor buiten de stad te wonen) te kunnen
verbUjven. Max, die in verband met de
arrestatie van Dick tijdelijk die etage bij
Hartog ging bewonen, kwam zo in kontakt
met Betje Wery. Deze Betje Wery, die
evenals Max van joodse afkomst was,
heeft toen zeer handig gebruik gemaakt
van de haar geboden gelegenheid door een
gedeelte van haar eigen woning aan Bartje
en Max in huur aan te bieden. Max en
Bartje wantrouwden haar niet daar zij
door Hartog volkomen werd vertrouwd en
zij klaagde over het onderduiken van haar
ouders enz.
Betje Wery maakte toen een afspraak
met Bartje, Max met zijn verioofde en
Joost om haar woning te gaan bezichtigen.
Intussen zette zij eenval op met de Sicher-
heitsdienst Hierop zijn Betje Wery, Max
met verloofde en Bartje naar die bewuste
woning in de Rubensstraat gegaan. Omdat
de auto te klein was voor 5 man, besloot
Joost om niet mee te gaan kijken. Dat was
zijn geluk want de anderen werden in de
woning van Betje Wery door de SD op
gewacht. Bartje en Max hadden geladen
pistolen bij zich. Boven in de woning ge
komen, wist Max nog naar beneden te
vluchten, doch werd overal door SD-ers,
die zich op de trap, op straat enz. hadden
opgesteld, opgewacht Max wist nog een
der SD-ers dood te schieten, doch werd bij
dit gevecht zelf gedood.
Bartje heeft waarschijnlijk geen kans
meer gehad om te schieten en is door de
SD overweldigd. Hij is kort daarop ge
fusilleerd. Aimemarie, de verloofde van
Max, werd ook gearresteerd. Op hetzelfde
ogenblik dat dit gevecht plaats vond werd
op verschillende adressen huiszoeking ge
daan. De verloofde van bruine Hans werd
ook gepakt en kwam evenals Annemarie
in een concentratiekamp terecht. Beiden
hebben de oorlog overleefd.
Hartog werd in zijn woning gearresteerd
en is in september 1944 gefusilleerd.
Betje Wery ontving van Lages 1000,-
voor dit verraad. Zij heeft vele mensen
verraden. Na de oorlog werd de doodstraf
tegen haar geëist doch ze kreeg levens
lang, d.w.z. ze kwam na een paar jaar vrij.
Vanuit de gevangenis had zij het nog
bestaan om een brief te schrijven aan de
weduwe van Bartje, om steun bij haar
aanvraag om kwijtschelding van straf. Die
weduwe was notabene in verwachting van
haar tweede kind toen haar man door
Betje werd verraden en vervolgens dood
geschoten!
En nu die keiharde Max
Op zekere dag begin 1944 zaten we met
elkaar op de Amsteldijk te praten waarbij
Max zei, dat het de week daarop eenjaar
geleden zou zijn, dat zijn ouders vanuit
Westerbork waren doorgestuurd met on
bekende bestemming; zoals zovele an
deren. Hij had nog geprobeerd zijn ouders
uit het kamp W. te halen, doch ik meen dat
zij dit niet wilden of dat het al te laat was.
Zijn neefje heeft hij wel als een soort Hugo
de Groot uit Westerbork weten te be-
^;^^-^^
drukkerij kranse bv
vrijden. Die heeft het leven er afgebracht
in zijn onderduik, de ouders van Max zijn
omgekomen.
Max wilde op de dag dat zijn ouders „op
transport waren gesteld" een bekende ver
rader likwideren. Hij vroeg toen aan ons
wie er een wist, die daarvoor in aan
merking kwam. Bartje, die kort tevoren
nog bijna in de val was gelopen in Den
Haag, wist er een. Hij noemde de naam en
gaf het adres en de tijden waarop hij thuis
was. Max vroeg toen wie er op die dag met
hem meeging. Bartje ging mee. Ik zei datik
best mee wilde gaan maar dat ik niet zo
maar iemand wilde en kon doodschieten
al was het nog zo'n gemene verrader. Ik
hoefde niet te schieten, zei Max, want hij
zou het wel doen.
Op de afgesproken dag reden we naar
Den Haag. We verkenden de buurt, zagen
dat de man in kwestie thuis was en dat hij
zelf opendeed als er werd gebeld. Toen het
donker was geworden parkeerden wij de
auto. B artje en ik liepen ieder aan een kant
van de straat tegen elkaar in op en neer
langs het huis van de verrader. Max liep
naar het bewuste huis toe en.... ik zag dat
hij er voorbij liep. Bartje en ik liepen
intussen van begin tot eind van de straat
heen en weer. Toen ik zag dat Max het
huis voor de tweede en derde keer wéér
voorbij liep, stapte ik naar hem toe en zei:
„Laten we maar teruggaan naar Amster
dam, want jij kunt het toch óók niet". Zo
kwam Max dus onverrichter zake weer
thuis.
Max kon het wel als het moest, zoals
gezien hebben, hij kon het niet als het niet
moest.
Tot slot nog een foto van Meyer Cohen
uit Oude Tonge. Meyer Cohen moest in
1942 op bevel van de Duitsers zijn slagerij
sluiten. Kort daarna werd hij gearresteerd
op beschuldiging door een NSB-slager dat
hij bij de klantenoverdracht een bepaalde,
niet Duitsgezinde, slager had aanbevolen.
Via een verblijf in een gevangenis in
Rotterdam, waar zijn vrouw hem éénmaal
had mogen bezoeken, werd hij naar een
concentratiekamp in Duitsland overge
bracht. Enige tijd nadien kreeg zijn vrouw
bevel om op een Duits (SD?)-bureau in
Rotterdam te komen, waar haar een docu
ment werd overhandigd waarin werd ver
meld, dat haar man in of bij het concen
tratiekamp Mauthausen was overleden.
Als doodsoorzaak stond opgegeven: „auf
der Flucht erschossen". Er werden haar
enkele kleine bezittingen van haar man
overhandigd, waaronder een horloge.
Dankzij de hulp van goede Oude Tonge
naars konden de zoon Jacob en later
mevrouw Cohen en haar zoon Louis on
derduiken. Mevrouw Cohen en haar zoon
Louis zijn beiden helaas na enige tijd
gearresteerd en later omgekomen.
Jacob overleefde de oorlog, keerde terug
naar Oude Tonge, is na de ramp geëva
cueerd, vestigde zich als slager in Am
sterdam en verloor in 1965 het leven bij
een verkeersongeval.
Een oud-Flakkeeënaar
Telefoon 01870 6366
„M^n zoon, geef Mg uw hart"
(Spr. 2326a)
Door Salomo heen spreekt hier de Heere
tot Zijn schepselen. En wat doet Hij dat op
een tere, liefelijke manier. Zoals een vader
zijn zoon nog een aantal waardevolle
adviezen geeft of een leermeester zijn
leerling nog een enkele raadgeving mee
geeft, zegt de Heere hier: Mijn zoon! Ja,
Hij buigt Zich diep tot ons over. Hij zoekt
ons behoud. Het gaat Hem wel terdege om
ons heil. Ook al moet er dan terstond aan
toegevoegd worden, dat wij door zonde en
schuld verloren zonen zijn. Maar ook de
vader van de verloren zoon bleef lief
hebben en in liefde verlangen naar en
wachten op de terugkomst van zijn zoon.
Mijn zoon! Hier spreekt Gods zondaars
liefde in door.
Hier horen we ook het recht dat de Heere
op ons heeft en over ons uitoefent. Wij
horen, krachtens onze schepping, bij Hem.
Aan Hem hebben we alles te danken. Hij
heeft ons geschapen en onderhouden. Hij
heeft ons verzorgd en gezegend. Dat geeft
Hem toch rechten op ons? Vandaar: Mijn
zoon....!
Wat is het advies? Geef Mij uw hart. Maar
wat wil God daarmee? Welk motief heeft
Hij om ons hart te vragen? Ik wijs op drie
motieven.
In de eerste plaats vraagt God ons hart
omdat Hij er ons van doordringen wil, dat
we Hem met ons hart behoren te dienen.
Hij vraagt niet om onze handen en voeten;
Hij vraagt niet om onze inspanning en
ijver. Hij vraagt om ons hart. Niet omdat
onze handen en voeten en inspanning e.d.
Hem onverschillig zijn. Maar omdat het
hart het voornaamste is. Ons hart is ons
levenscentrum. Daar wordt immers be
paald, waar onze voeten heengaan en
waarvoor we ons zullen inspannen enz.
Ons hart is de plaats, waar ons eigenlijke
bestaan in geconcentreerd is. „Daaruit
zijn de uitgangen des levens" (Spr. 423).
Daarom is een dienen van de Heere
zonder ons hart Hem niets waard. Al de
offers, die Israel bracht, terwijl hun hart
zich verre van de Heere hield, hadden
voor God geen waarde. De ijver waarmee
Jehu het huis van Achab uitroeide, kon
God niet bekoren, omdat Hij de Heere
niet diende met geheel zijn hart 2 Kon. 10
31). Beseffen we dat?
Of zijn we tevreden met wat godsdienst en
wat uiterlijk vertoon? Bij velen is dat
helaas zo en ze denken dan ook nog, dat ze
daarmee God kunnen behagen. Wat een
fatale vergissing! Ons hartdaar gaat het
om. Zit dat in ons kerkgaan? In ons
bidden? In ons onderzoeken van Gods
Woord? Klopt dat in ons godsdienstig
leven? Daar gaat het om. God wil, dat we
dit goed weten en niet eerder tevreden zijn
voordat we dit mogen beoefenen. Vandaar
dat Hij zegt: Geef Mij uw hart.
Een tweede motief voor God om dit zo te
zeggen is: Hij wil ons hart verzorgen en
bewaken. Omdat ons hart het centrum van
ons bestaan is, waar de beslissingen val
len, is het zo uitermate belangrijk. Er
wordt dan ook van alle kanten op dat hart
geloerd. De zonde wil het hebben. De
wereld wil er in wonen. Satan wil er zijn
heerschappij uitoefenen. En zo verkeert
een mens voortdurend in groot gevaar. De
zonde omringt hem van alle kanten. Zijn
hart is constant bedreigd.
De Heere weet dit. Vandaar zijn advies in
4 23: Behoedt uw hart boven al wat te
bewaren is. Houdt toch de wacht bij uw
hart Beseft de grote gevaren, waar uw
hart aan blootgesteld is. En laat die be
dreigingen niet toe uw hart schade te be
rokkenen. Maar wat moeten we met dit
advies, als we in onszelf zo zwak zijn, dat
we geen ogenblik tegen die gevaren opt-
gewassen zijn? Kunnen we dat dan doen?
Wie kan zijn hart bewaken en behoeden?
De Heere kent ook die zwakheid, die
onbekwaamheid. Daarom breidt Hij het
advies van zopas uit met de woorden van
de tekst: Geef Mij uw hart. Kunt u uw hart
niet behoeden, laat Mij het dan doen. Laat
Mij er voor zorgen. Laat mij het bewaken.
Laat Mij er in wonen.
Ziet u wel, dat het Hem werkelijk om ons
behoud gaat? Dat Hij wel degelijk uit is op
onze zaligheid? Zou Hij anders zo'n liefde
rijk advies geven?
Een derde motief om dit advies te geven is:
De Heere wil ons hart ook vernieuwen.
Laat de Schrift eens zeggen wat voor soort
hart we hebben. Staat u dan niet verbaasd
als u de Heere hoort zeggen: Geef Mij uw
hart? Wat is ons hart?
Ons hart is arglistig, ja dodelijk! Jer. 17:9
zegt het zo. Is dat waar? En wil God het
dan toch hebben? Wat zegt Christus?
Mark. 7 21: Uit het hart des mensen
komen voort.... en dan noemt de Heiland
allerlei gruwelen en boosheden. Die ko
men allemaal uit ons hart.... Is het zo
verdoven, zo onrein? En wil God het dan
toch hebben? Maar welk motief heeft Hij
voor dit advies: Geef Mij uw hart? Hij wil
dat vuile, onreine, arglistige hart ver
nieuwen....
Hij wil er een nieuw hart van maken. Een
oprecht hart. Een waarachtig hart. Een
hart waarin de Geest woont Een rein
hart Een hart waarin Zijn vreze woont
Een tempel zelfs.... Ja, Christus wil er in
wonen.
Of God dit meent? Hoe durven we het
vragen? Natuurlijk meent Hij het Wel
zeker zoekt Hij het behoud van zondaren.
Hij wil zelfs hun vuile en onreine hart
hebben om er iets moois, iets goeds, iets
reins, iets eerbaars van te maken. Ja, Hij
wil er Zelf in wonen. Om die reden zegt
Hij: Mijn zoon, geef Mij uw hart!
En wat vraagt Hij dan van ons? Dat we
ons hart geven. Waimeer moet dat ge
beuren? Morgen? Nee, Hij zegt Heden.
Hoe moet dat gebeuren? Vrijwillig. Niet
gedwongen, geforceerd. Moet u dan eerst
aan den lijve ondervinden, dat de dienst
der zonde hard is en slecht beloont?
Ons probleem is echter, dat we ons hart
niet kwijt willen. Zal Goid er voor zorgen?
Zal Hij er in regeren? We zijn liever eigen
meester.
Of willen we wél? Neigde de Geest ons
hart tot dit advies van de Heere? Beseffen
we dat dit echt wel het beste is? Is het onze
begeerte ons hart aan Hem toe te ver
trouwen? Maar wat is dan de moeite? Dat
we niet kunnen? Ach ja, ook dat is waar.
Maar als dat de moeite is, weet dan, dat de
God, die hier vraagt, de God is die alles
gééft. Hij geeft gewilligheid, Hij geeft
bekwaamheid, opdat wij ons hart aan
Hem zouden kwijt raken. Hij heeft de
hand uitgestoken om het in ontvangst te
nemen. Maar ook om in onze zwakheid en
ellendigheid Zijn kracht te doen over
vloeien opdat we ons aan Hem zouden
overgeven. Daartoe kwam toch de Heilige
Geest.
En wie het dan heeft mogen doen, wat de
Heere in de tekst adviseert te doen, laat
hij/zij dan maar de keus hernieuwen. De
Heere is het waard, nietwaar?
P, den Butter
De wereldwijd bekende uitgever van
postzegelcatalogi Stanley Gibbons te
Londen heeft voor de verzamelaars van
postzegels naar spoorwegmotieven een
speciale catalogus uitgegeven getiteld
„Collect railways on stamps" (Verzamel
spoorwegen op postzegels). De catalogus
bevat 5000 zegels van 298 landen in alfa
betische volgorde.
Voor de verzamelaars van spoorweg
postzegels een absolute „must". Denk
aan onze artikelserie over „postzegel ver
tellen spoorweghistorie" van enkele jaren
T. Hameeteman
Zaterdag 4 juli a.s. des avonds om 20.00
uur zal de organist Wim van der Panne
(organist van de Oude Kerk te Voorburg)
wederom een orgelbespeling verzorgen op
het fraaie van Dam-orgel in de Ned.
Herv. Kerk te Tholen. Het op een breed
publiek afgestemde programma wordt om
lijst met samenzang van de aanwezigen.
Het programma wordt geopend met een
bewerking over Psalm 72 gecomponeerd
door van der Paime's leermeester Feike
Asma, deze bewerking wordt besloten
met samenzang van Psalm 72, eveneens
van Feike Asma wordt gespeeld diens
liedbewerking: „Ik wens te zijn als Jezus".
Van de onbekende Leidenaar Philippus
Pool hoort U een sonata in G, de delen
van dit werk zijn zeer speels en melodieus
en liggen buitengewoon goed in het ge
hoor.
SOMMELSDUK
Ophalen oud papier
Morgen, zaterdag 4 juli komen leden van
„Ons Koor" weer bij u langs. Graag vanaf
9 uur uw oud papier op de stoep zetten. Bij
voorbaat dank.
Van de grote Bach wordt gespeeld een
Aria in F. Wim van der Panne die vaak in
Amerika concerteert speelt deze avond
ook een drietal koraalbewerkingen over
bekende melodieën van Amerikaanse
componisten. Uit de franse romantiek een
„Andantino" van Cèsar Franck en van
Louis Vieme het bekende stuk „Carillon
de Westminster", een compositie waarin
het bekende klokkendeuntje van de Big-
Ben steeds te horen is.
Van eigen hand speelt van der Panne
variaties over het koraal „Wie maar de
goede God laat zorgen". Besloten wordt
met een meditatie over „Rust mijn ziel, uw
God is Koning'en de Toccata over Psalm
146 van Jan Zwart, welke besloten wordt
met samenzang.
Het belooft voor de orgelliefhebbers
weer een mooie avond te wordne in de ook
akoestisch zo fraaie Grote Kerk van
Tholen.
De toegang is vrij, aan de uitgang wordt
echter een koUekte gehouden ter dekking
van de onkosten aan deze avond ver
bonden.
Piet Landa, kustvisser en eigenaar van
een weervisserij op de Oosterschelde is
niet gecharmeerd van de mosselvissers.
Hij heeft tot zijn schade moeten onder
vinden hoe meedogenloos de strijd om het
mosselzaad dit jaar was en hij heeft in een
schrijven aan Directie Visserijen van het
Ministerie van Landbouw en Visserij zijn
beklag gedaan en om vervolging gevraagd
van de mosselvissers uit Yerseke die zijn
weervisserij (een stal noemt men dat op
Schouwen Duiveland) kapot hebben ge
varen. Een weervisserij is een afgeschut
gedeelte met takken en netten, dat bij eb
droog valt, de vis die in de weervisserij
raakt kan daar moeilijk uit komen en bij
laag water heeft de „stalhouder" de vis
voor het oprapen.
„Ze weten goed waar mijn weervisserij
is, maar toch hebben ze er gaten in ge
varen, van meer dan honderd meter", zo
beklaagde Landa zich, ook bij hoog water
zijn de takken van mijn weervisserij goed
te zien. Het is dus niet per ongeluk ge
beurd, de oude kaïmibalen waren nog aar
diger dan die mosselvissers, aldus spuit
Landa zijn gram.
De Rijkspolitie te water heeft de zaak in
onderzoek, maar men is nog niet zover
gekomen dat men de dader weet, die
Landa een schade van plm. 5000,- heeft
berokkend.
TAXATIE NODIG?
makelaar tamboer bellen
beëdigd taxateur
01870-3477 S3
CZI
DD
VERVOLGVERHAAL
door Dignate Robbertz
- 42 -
G.F.CallenbachB.V.—Nijkerk
Ze weet dat Trijntje goedlachs is en dat Maarten veel
met haar op heeft. Maar wat slore Kee vertelt is kwade
praat
Ze zijn neef en nicht zegt ze als Kee weer beginnen
wil om over haar eigen brave kinderen te praten.
Wat zou dat? vinnigt Kee dadelijk. Dachtje dat ze
daarom niet spelen kunnen?
Saartje wordt rood in haar gezicht Wat een lelijke
taal. Maarten is een fatsoenlijke jongen en Trijn zal
nooit iets doen, waarover wij ons moeten schamen.
Kee lacht scheef. Pas maar op. Steekje hand niet te
gauw in 't vuur. Ze zou er gebrand uit kunnen komen.
Nu wordt Saartje wezenlijk kwaad. Ga naar huis,
Kee. Ik wil niet dat je hier komt lasteren.
Maar Kee laat zich er niet uitzetten. Ze is gekomen om
haar hart eens te luchten. Over die rabauwen van
jongens en die meiden. Wij waren heel anders in
onze tijd. 'kDurfde Servaas nauwelijks bekijken toen ik
hem voor 't eerst zag. Maar tegenwoordig hangen ze
een jongen op klaarlichte dag om zijn nek. Ze blijft zo
lang kakelen, tot Teeuw komt. Hij is buiten de stad om
een vracht hout geweest, die hij met een harde klap van
zijn schouder op de lemen vloer van het achterhuis laat
vallen.
Wat is er gaande, Kee? roept hij. Je moet hier niet
komen om de boel op stelten te zetten. Zijn stem is zo
bars, dat Kee haar mond houdt En als je nog eens
komt, doe dan een schoon schort voor en je haar onder
je muts, spot hij binnenkomend. Hou je mond over
mijn zuster. Ze zal van jou niet behoeven te eten. En
ook niet van jouw Bas het bed in moeten.
Saartje is zo ontsteld over die taal, dat ze moet gaan
zitten. Met haar handen op haar brede heupen ge
steund.
Teeuw toch, zucht ze als Kee de deur uit is.
Jongen, je praat of je een man bent
Och, moeder! Er is iets beschermends in de manier,
waarop hij een hand op haar schouder legt. Wij zijn
toch geen kinderen meer. Heb je niet gezien hoe neef
Maarten naar m'n zuster kijkt?
En Bas Valke? vraagt ze angstig.
En Bas Valke en nog heel wat anderen, lacht hij.
Trijn heeft maar voor het kiezen. Dan loopt hij met
een ernstig gezicht weer naar buiten om het mee
gebrachte hout in stukken te gaan kappen.
In de kast achter het groen doorschijnende glas ligt de
medaille, die Frans gekregen heeft. Saartje neemt het
metaal in haar handen. Ze streelt de letters van de naam
Naerebout Waarom ze dat doet, weet ze niet. Die
medaille heeft niets met haar kinderen te maken. Of is
het omdat haar grote Frans het roer houdt op zee en zij
thuis? Omdat ze zo dapper moet zijn als Frans was in de
nacht van de Woestduin? Nu haar kleintjes groot
geworden zijn, terwijl zijzelve nog draagt? Is het leven
zo overvloedig? Zo hevig, dat ze er bang voor kan zijn?
In de nazomer wordt Saartjes zevende kind geboren.
Het is weer een meisje en ze is er zo bUj mee of het haar
eerste is.
De laatste weken voor de bevalling is ze onrustig
geweest ledere keer als er iemand aan de deur kwam,
verwachtte ze dat het een boodschap van de Com
pagnie zou zijn. Een plotselinge oproep voor iets ergs.
Want Frans meldt zich iedere dag op het kantoor, ook
als hij terugkomt van een loodsvaart. Het komt niet
meer voor dat ze hem komen halen, sinds hij loods in
vaste dienst is.
Wat denk je, dat ik eruit zal moeten voor een
schipbreuk? vraagt hij lachend. 't Zou toch de eerste
keer niet zijn? 't Is het kind, datje onrustig maakt. Ik
denk dat we weer een jongen krijgen. Als dat zo is,
noemen we hem Jan. Naar Jan Pod.
Dat zul je toch niet doen? had ze verschrikt
gevraagd. Nee, dat doen we zeker niet, Frans. Ik zou
het nooit kunnen verdragen om een zoon te hebben, die
de zee als zijn bruid verkoos. Ze had er uitgezien als een
angstig kind. Daarom had hij niets meer gezegd. Maar
in zijn hart hoopte hij dat dit zevende kind een jongen
zou zijn.
En nu is het een meisje. Sietje Naerebout Een klein
tenger ding, met grote blauwe ogen. Saartje is haar
onrust niet kwijtgeraakt Al heeft ze haar handen vol
met de zorg voor allen. Soms, midden onder het werk,
blijft ze staan alsof ze weer verwacht dat er iets zal
komen. Ze luistert met haar hoofd een beetje schuin. Er
is niets anders dan de gewone straatgeluiden. Maar op
de Leugenaar en in de kroegen praten de maimen met
de vreemde matrozen. Die komen niet zoveel meer in
Vlissingen als enkele jaren geleden. Het is onveilig op
zee. Saartje weet het, al heeft Frans er niets van gezegd.
Maarten zegt er nu en dan iets over. Mokkend en
opstandig. En Teunis lacht er wat om. Wie zou mij
kwaad doen, ik doe ook niemand kwaad. Dat is waar.
Maar die vraagt daarnaar in tijden van beroering? De
grote buurlanden, Engeland en Frankrijk, leven in
voortdurende twist met elkaar. De Engelsen ontzien
zich niet om schepen op te brengen, welke naar hun
mening de vij and van dienst zouden kunnen zijn. Hetzij
met de lading of met de bemanning. De lage landen
Uggen tussen de twistenden in. De Fransen worden
steeds brutaler en aanmatigender. Zij legeren hun
troepen in het Vlaamse en trekken langzaam naar het
noorden. Tot in Brabant en nog verder. Hun ideeën
waaien over het hele land. Vrijheid, gelijkheid en
broederschap! D at zong J anus de Koning eenpaarjaar
geleden al. De mannen van de Woestduin hebben
ondervonden hoe willekeurig de machthebbers zijn en
hoe weinig ze geven om het volk, dat het leven waagt.
Naerebout weet hoe de sinjeuren denken over vrouwen
en kinderen. Saartje heeft honger geleden. Het zijn
kleinigheden bij hetgeen de Hollanders weten te ver
tellen over de regenten. Zelfs de stadhouder wordt niet
gespaard. Weg ermee, schreeuwen de heethoofden.
Laat het volk regeren. Het land is van het volk. Die
hebben het verdiend en veroverd. Die hebben ervoor
geleden. Weg met de sinjeuren en met de adellijke
jonkers. Leve de broederschap van de burgers!
Naerebout hoort het en hij verstaat veel. Maar als hij
het verzet in zich voelt opkomen, vaart hij uit onder de
grote hemel, waar alles wat van de mensen is zo klein en
onbeduidend wordt Hij kan aan niemand een hekel
hebben. En hij kan nooit haten. Omdat alles van God
gegeven en door Hem geschapen is. ledere vis in de zee
en iedere graankorrel, waaruit het brood gebakken
wordt Het tere pasgeboren leven en de ontzaglijke
stormwind.
(wordt vervolgd)
■k
f^S"
^^eeft""
a\ meet
MOOV PÜ™
Huygens 34, MIDDELHARNIS
Lijnbaanpromenade 11 -A
Stationsweg 16
MIDDELHARNIS
OUDE TONGE
^^.^^.^.^.^^.^.^.4^.^.^.^.^.^.^.l^^.^^^.^.^.^.4^,l^^.^.^.^.>^^.^.^.^.^■^.^.^■>^l^^.^.^.l^^l^l^l^l^^■l^^■^.^.^^^