Joseph Charles Philpot, der pelgrims metgezel
Vele EHBO jaren bekroond
Expositie ter nagedachtenis
van de Flakkeese Joden
Boekbespreking
Sommelsdijk:
Landelijke Fietsdag 1987
Flakkees damkampioanschap
Bladz. 2
,EILANDEN-NIEUWS'
SLOT
Na veel en grote onderzoekingen des harten ben ik, naar
ik vertrouw, door Gods liand er toe geleid om my af te
scheiden van het corrupte en verwereldlijirte stelsel, dat
men de kerk van Engeland noemt. Haar dwalingen en
verdorvernheden, zowel als haar uiterste tegenstrydig-
heid met een Evangeliekerk, gelijk het Nieuwe Testa
ment ons deze doet zien, z^n gedurende de laatste twee
of drie jaar geleidelijk voor myn gemoed duidelük
geworden. Maar hoewel ik langzaam en trapsgewijze
licht van boven ontving om de staatskerk enigszins in
haar ware kleuren te zien, moet ik belyden al is het
zeer laat dat de zonde van in haar te blijven m^n ziel
krachtig heeft neergedrukt.
1835 was voor Philpot een beslissend jaar. Nog geen 26 jaar
oud, was hij in 1828 in de Engelse Staatskerk als leraar
bevestigd. Maar in de lente van 1835 onttrok hij zich aan haar
gemeenschap, overtuigd als hij was van de dwalingen en het
verderf dat haar tot in de wortel had aangetast. Door nog langer
één van haar predikanten te blijven, achtte hij te ondersteunen
wat in de ogen van de heilige God walgelijk was. Met name het
formalisme en het algemeen gebrek aan enige praktijk der
godzaligheid, overtuigden hem van de plicht tot het breken met
de kerk die hij eerst hoog vereerd had, maar die hij nu door
ontdekking van Godswege innerlijk verfoeide. Na diepe aan
vechtingen en een bittere zielestrijd werd het moment van
uittreding hem tot „een uur van vrijmaking".
Uittreding
In het recent verschenen boek dat het leven en de arbeid van
Philpot beschrijft, komt deze episode uit diens leven uitvoerig
aan de orde. Saarberg nam zelfs de brief van de uitgetreden
predikant aan de rector van het Worcester College te Oxford,
waarvan de briljante Philpot ooit kandidaat voor een
hoogleraarspost lid was, in haar geheel op. Een indruk
wekkende briefis het, zowel qua vorm ais inhoud. Een apologie
van het ware kerk-zijn tegenover een totaal verwereldlijkte
geestelijkheid. Maar tegelijk een striemende aanklacht van hen
die zich herders noemden maar niet meer dan huurlingen waren
die de kudde onbekommerd overgaven aan het verderf.
Ik noemde 1835 als beslissend in Philpots leven. Meer nog
geldt dat van het jaar 1827. Hij bevond zich toen in Ierland.
Daar en toen heeft de Heere in een weg van beproeving en door
moeilijke omstandigheden heen de jonge Joseph Charles doen
zien wie een mens voor God is. Daar heeft Hij Zijn werd van
genade in hem aangevangen. Philpot zelf hierover, een halfjaar
voor zijn dood: „Daar wilde de Heere in mü werken de
dingen waarvan ik nu gesproken heb. Hij schonk mij het
licht des levens. Hij plantte Zijn vreze in mijn hart en stortte
de Geest der gebeden over mij uit. Ofschoon daar niet
zonder een hoop op Gods genade, zou het evenwel nog vele
jaren duren alvorens ik begunstigd werd met een bijzondere
openbaring van Christus".
Toen hij weer in Oxford terug kwam, paste hij niet meer tussen
zijn oude vrienden, de bloem van Engelands kerk. Een diepe
aflceer van alle dode en dodende vormen vervulde hem. Hij zag
er niet anders dan huichelarij in en daar kon zijn levende ziel
niet meer ademen. Die dreigde hem te verstikken. Al spoedig
werd hij tot prediker geordend. Met zegen werkte hij een
zevental jaren in Stadhampton, in de nabijheid van Oxford. Tot
hij zoals we zagen alle banden met de Staatskerk verbrak.
Vrienden
Saarberg volgt Philpot in diens verdere weg en werk op de voet.
Zijn aansluiting bij de Strict Baptists („de Bijzondere Bap
tisten", zoals de schrijver ze noemt), zijn (over)doop door John
Warburton, zijn gang naar de Midlands waar hij zich verbond
aan de gemeenten van Oakham en Stamford het wordt alles
uitvoerig en op boeiende wijze verhaald. Hetzelfde geldt van de
diverse vriendschappen die Philpot onderhield. Philpot had een
stugge natuur en knoopte niet licht banden aan. Waar ze echter
vielen door het Woord namelijk en in de eenheid des Geestes
daar bleken ze onverbrekelijk. En dan golden rang noch
stand. De hoogbegaafde, fijnzinnige Philpot bezat namelijk in
Thomas Godwin, een analfabeet, een van zijn meest nabije
zielevrienden. Verder lezen we over de al genoemde John
Warburton, Joseph Parry, William Tiptaft en William Gadsby,
om er niet meer te noemen.
Bijzondere bekendheid ontving Philpot door zijn redaktionele
bijdragen aan „The Gospel Standard", een blad dat heden ten
dage nog bestaat. Aan dit maandblad heeft hij een groot deel
van zijn inzet gewijd; het zou meer en meer het stempel van zijn
persoonlijkheid gaan dragen. Het mocht met medium zijn
waardoor de grote talenten v an Philpot in dienst w erden gesteld
van het erfdeel des Heeren, breder dan zijn gesproken woord
ooit zou reiken. De invloed van het blad was groot; het gaf
leiding aan het geestelijk leven van velen en vormde zo tevens
een zeker punt van herkenning en vereniging van het ver
strooide volk van God door heel Engeland.
Nadat zijn lichaam, dat zijn gehele leven grote zwakheid had
vertoond, steeds meer was afgetakeld, overleed Joseph Charles
Philpot op 9 december 1869. Zijn laatste woorden stemden
geheel overeen met wat hij in zijn leven getuigd had: „Ik sterfin
het geloof, dat ik gepredikt en gevoeld heb. Het bloed van
Jezus Christus reinigt ons van alle zonden. Loofde Heere, o
myn ziell" Dat was het ftindament in zijn leven; dta was de
hoop in zijn sterven. Als een zondaar, niet meer dan een
zondaar, was hem genade geschied. Maar daar lag nu juist de
ruimte in. Niets uit hem alles uit Christus, om het eeuwig
welbehagen.
Geleid
We moeten Philpot niet verabsoluteren. Dat is niet de intentie
van Saarbergs boek, en evetunin van Philpot zelf Zijn doopleer
en -praktijk is de onze niet. Ze doet tekort aan de openbaring.
Ook zijn kerkelijk standpunt behoeft niet het laatste woord te
zijn. Iemand als J. C. Ryle, wiens waarheidsgetrouwheid we
niet in twijfel behoeven te trekken, bracht het in diezelfde eeuw
zelfs tot bisschop in de Anglicaanse kerk. En wat de inhoud van
de prediking betreft, Philpots boekenkast bevatte mede werken
van Rutherford, de Erskmes, Owen en Bunyan mannen die
hier en daar andere accenten legden dan hijzelf en wier
geschriften hij desondanks van harte aanbeval. Nee, we zullen
Philpot niet verabsoluteren, maar wel naar hem luisteren en
steeds weer naar hem luisteren omdat mag het zo zijn we
in zijn boodschap iets herkennen van wat ons niet vreemd is.
Dit: de wezenlijke, bevindelijke kennis van Gods wegen.
Philpot wist van het geleid worden door de Geest van God, naar
die plaats namelijk waar God Zijn volk hebben wil: in ware
ootmoed en schuldigheid voor Hem in het stof, de dood waardig
zijnde, om in deze weg als een goddeloze te worden gerecht
vaardigd en gezaligd, alleen door genade, door de gerechtigheid
van de Zoon van God, van harte aller zonde vijand gemaakte
zijnde. En geen ding kunnende aannemen, tenzij het van de
hemel gegeven en toegepast wordt. Een uitgewerkte zaligheid
voor een uitgewerkte zondaar
Deze ervaring is een schriftuurlijke ervaring. Deze kennis is een
bijbelse kermis. En zo stemden in Philpots prediking Schrift en
ervaring samen. Het is één Geest die aandreef tot het te boek
stellen der heilige Schriften én die tot de bevinding der heiligen
brengt. Een fragment uit zijn getuigenis tenslotte dat zulks
onderstreept.
Wanneer ik alleen kan geloven wanneer mij het geloof
gegeven wordt, alleen kan hopen wanneer de Geest het
anker uitwerpt, alleen kan liefhebben wanneer Goddelijke
genegenheden worden opgewekt, alleen kan bidden wan
neer een Geest der genade en der gebeden wordt meege
deeld, en alleen heilig en geestelijk kan zgn wanneer
hemelsgezindheid in mij wordt gewerkt; wat ben ik dan en
waar ben ik dan wanneer ik deze Goddelijke mededelingen
missen moet? Niet meer dan een ellendig wezen, geheel
zonder godsdienstl O, zeg het niet te Gath, verkondig het
niet te Askelon, dat er zulk een ellendige zyn kan, die geen
godsdienst heeft, dan alleen welke, wanneer en hoedanig
God geeft.
N.a.v. J. A. Saarberg. Der pelgrims metgezel. Leven en arbeid
van Joseph Charles Philpot. Uitgeverij Den Hertog te
Houten. Gebonden. Geïllustreerd. 558 pag.
Prijs/42,50.
J.K.
op de jaarvergadering van de Kon. Ned. Ver. EHBO afdeling Sommelsdijk
EPU, werd op donderdag 14 mei j.l. door afgevaardigden van het Districts-
bestuur de zilveren Dr. C. B. Tilanus Jr. medaille bij Marien van de Veer en
Joost Kloot opgespeld.
Er werd stil gestaan bij het vele EHBO werk dat beide heren gedurende
respectievelijk 30 en 25 jaar hebben verricht.
Door het bestuur en de leden van de afdeling werd er aan de Jubilarissen en de
echtgenoten cadeau's en bloemen overhandigd.
Als genodigden waren onder anderen ook aanwezig een afgevaardigde van de
LOTUS studiekring „Flakkee" en de Ambulancegroep Ouddorp.
Het geheel werd gepast afgesloten met een gezellig samen zijn.
AP WT
Gezien de deelname van 1986 aan de
Landelijke Fietsdag, kan de VW-Oud-
dorp ook dit jaar terug zien op een goede
deelname aan deze altijd weer prachtige
fietstocht over de kop van Goeree. Vorig
jaar schreven 269 personen in en dit jaar
347 wat een stijging is van 29%, en velen
deden dit reeds voor de 7e keer, zolang als
de VW-Ouddorp dit jaarlijkse evene
ment organiseert.
BRUINISSE
Kerkdienst D.V. dinsdagavond
26 mei hoopt voor de Oud Ger. Gemeente
voor te gaan ds. A. D. Muilwijk van Dor
drecht Aanvang half 8.
SINT ANNALAND
Oud papier aktie Op dinsdag 26
mei a.s. zal D.V. vanaf des avonds 18.30
uur (half zeven) in het hele dorp Sint
Annaland oud papier worden opgehaald
door de leden van de Zendignscommissie
van de Gereformeerde Gemeente. De
baten hiervan komen ten goede aan de
Zending van de Gereformeerde Ge
meenten.
KnMr
drukkerij kranse bv
Uitslagen van 18 mei 1987:
M. de Haas - H. KoeseJ
I. Koese -1. Mackloet1-1
M. van Lente - J. Lodder0-2
J. van Hoorn - C. Spee0-2
C. Zoon - B. Visbeen0-2
W. Vroegindeweij - J. Dekker----1 -1
A. van der Veer - A. Verolme----1-1
K. K. Tanis - P. Leroyuitg-
G. Tanis - J. Looij1-1
P. van Dam - K. Vis0-2
J. Non - C. Polder1-1
C. Koppenaal - L. van Erkel2 -
T. van Brussel - A. Meijer0-2
J. P. ten Hove - M. Klink1-1
B. Roetman- G. Zaaijer2-0
H. Schellevis - A. van Huizen-----0-2
J. Kruik - A. Krijgsman0-2
H. M. Tanis-A. Knape.niet gespeeld
S. Hoogzand - C. van Welie1-1
T. Goedegebuur -
K. N. Voogd-Tanis1-1
J. Hollaar - H. van Heukelen2-0
C. van der Groef- J. HoUeman.O - 2
H. de Munck - J. Knöps2-0
R. Jacobs - W. Nieuwland0-2
De 7e ronde wordt gespeeld op 25 mei a.s.
in de Victoriahal (EHBO-zaal) te Dirks-
land; aanvang 19.30 uur.
VRUDAG 22 MEI 1987
Consulentschappen verstrekken
telefonisch informatie
over Invullen mestboekhouding
Met ingang van 18 mei jl. bestaat voor
veehouders, bij wie nog onduidelijkheden
bestaan over de manier van bijhouden van
de mestboekhouding, de mogelijkheid om
telefonisch informatie in te winnen bij de
consulentschappen m hun regio.
In elk consulentschap zal tijdens kan
tooruren permanent iemand aanwezig
zijn, die vragen over het invullen van de
mestboekhouding kan beantwoorden.
In dit kader van de meststoffenwet is elke
veehouder met ingang van 1 mei jl. ver
plicht een mestboekhouding bij te houden.
Daartoe hebben alle veehouders eind
april van dit jaar een mestboekhouding
(set formulieren toelichting) ontvangen.
De verplichting om een mestboekhou
ding bij te houden geldt niet voor vee
houders die omgerekend per hectare een
referentiehoeveelheid hebben van minder
dan 125 kg fosfaat per hectare 30.000
op een totaal aantal van 90.000). Zij
behoeven slechts een eenvoudige ver
klaring in te vullen en op te sturen naar de
districtsbureauhouder.
Dit artikel zal wat dieper ingaan op de
overval op de Landsdrukkerij in Den
Haag. Deze overval vond plaats op za
terdag 29 april 1944 tussen 12 en 13 uur
door een aantal leden van de Persoons-
bewijscentrale (PBC). Omdat de door ons
gedrukte valse persoonsbewijzen niet
meer zo goed voldeden, daar de Sicher-
heitsdienst (SD) had ontdekt dat ons PB
(persoonsbewijs) uit twee aan elkaar ge
plakte delen karton bestond, werd uitge
zien naar een betere vervalsing.
Hoewel het heel lang goed gegaan was en
vele duizenden mensen met dit valse PB
waren geholpen, werd de vervalsing ovor
menigeen minder betrouwbaar. Er is toen
overwogen om het echte papier te stelen
mij de firma van Gelder waar het werd
gemaakt; doch dat plan bleek onuitvoer
baar. Bartje (de op 30-6-44 gearresteerde
en op 26-7-44 gefusileerde Frits Reinder
Boverhuis) had een kontakt met een Ha
genaar, die werkzaam was op de Lands
drukkerij en na informatie bij deze relatie
en na verder overleg werd besloten om een
overval te plegen op de Landsdrukkerij
zelf, waar nog regelmatig PB's gedrukt
werden op het bij van Gelder gemaakte
papier. Dat drukken van die PB's ge
schiedde onder toezicht en zodra de PB's
waren gedrukt werden ze overgedragen
aan een controle-
ambtenaar van de Rijksinspectie voor de
Bevolkingsregisters, die ook zijn kantoor
had in de Landsdrukkerij. Deze ambte
naar was speciaal daarvoor aangewezen.
Hoofd van die rijksinspectie was de be
ruchte Lentz, de uitvinder van het PB.
De pas gedrukte PB's werden dan vanaf
de drukkerij overgebracht naar de onder
in datzelfde gebouw gelegen kluis. Voor
die kluis met inhoud droeg alleen die
controlerend ambtenaar de verantwoor
delijkheid. En alleen hij wist wat er in was,
wat er in kwam en wat er uit ging. Deze
ambtenaar, de heer M., noemden wij
onder elkaar altijd Minky. De Lands
drukkerij was gevestigd aan de Fluwelen
Burgwal 18. Direkteur was toentertijd de
NSB-er Poelstra. Er waren ca 350 arbei
ders werkzaam en op zaterdag werd er tot
13 uur gewerkt.
Na veel voorbereidend werk werd ten
slotte beslist, dat de overval op 29-4-44
uirgevoerd zou worden. Die zaterdag
ochtend gingen wij, Joost, Max, Bartje en
ik per auto naar Den Haag. De anderen,
Dick, Bruine Hans en Kobus gingen op
eigen gelegenheid. Trefpunt hotel Ter
minus bij het station in Den Haag. Daar
konden we ook de pistolen verdelen die wij
in de auto hadden meegenomen. Vandaar
naar de Landsdrukkerij waar we horden
dat Minky net naar huis was gegaan
omdat hij in verband met de bevalling van
zijn vrouw deze keer vroeger dan anders
was weggegaan. Dat was een strop!
Doch hij bleek per fiets en die moest hij
eerst nog uit de stalling gaan halen even
verderop in de buurt van het Militair
Hospitaal. Toen hij daar vandaan op weg
naar huis ging, konden wij hem nog net
oppikken en met hem naar de Lands
drukkerij gaan. Max maakte zich bekend
als SD-er en zei dat hem ter ore was
gekomen, dat er geknoeid werd met de
inhoud van de kluis en dat hij daarom met
enkele helpers de inhoud van de kluis
wilde komen controleren. Max kwam met
zijn Duitse aanpak keimelijk heel goed
over want Minky trapte er omniddellijk in
en zou wel eens even laten zien dat alles
piekfijn in orde was. Inmiddels verlieten
de ca 350 personeelsleden het gebouw
langs de portiersloge en gingen Max, Dick
en Bruine Hans met Minky naar de lift en
daarmee naar de kelder waar de kluis was
Joost en ik namen de begane grond in het
gebouw alsmede de portiersloge en de lift
voor onze rekenmg, terwijl buiten Bartje
en Kobus waren.
Steeds hepen wij heen en weer tussen de
lift en de straat, zodat wij alles konden
blijven overzien tot en met de portier toe.
Doch ook die had geen enkele argwaan.
Na een hele tijd, het leek wel een eeuwig
heid, kwam de lift weer naar boven en
zagen wij tot onze stomme verbazing
Minky vóórop lopen met daarachter Max,
Dick en Bruine Hans, alle vier met een
grote rol PB's onder hun arm. Zij gingen
rechtstreeks naar buiten waar de auto
stond. De rollen werden in de auto gelegd
en Minky er bovenop gezet. Van Max
hoorden we dat we Minky er onderweg
maar moesten uitzetten. Nadat wij snel de
pistolen weer in ontvangst hadden geno
men, stapten Bartje, Joost en ik ook in de
auto en we vertrokken richting Amster
dam met onze kostbare vracht. Kostbaar,
want we konden nu weer vele duizenden in
levensgevaar verkerende mensen van
dienst zijn. De anderen gingen op eigen
gelegenheid weer terug. Wij zaten echter
wel met Minky. Hij was zeer timide, maar
wij wisten niets van hem. Hij kon wel net
zo kwaadaardig als timide zijn. Over
leggen konden we ook niet (meer). Was
het wel verantwoord hem zo maar uit d
de auto te zetten buiten Den Haag of
elders zonder dat wij ons allen en de
gouden vracht te veel in de waagschaal
stelden? Er was toentertijd zeer veel poli
tie, Sicherheitsdienst en andere Duitsers,
NSB-ers enz. op de weg en de weg was
lang naar Amsterdam; er waren altijd ook
veel wegcontroles en wat zou Minky dan
doen? Mijn politiepapieren waren ook niet
tegen alles bestand. Maar wat was het
alternatief? Hem tijdelijk onschadelijk
maken onderweg zonder datje zelf daarbij
opviel, ging ook niet; bovendien hadden
we de spullen daarvoor niet bij ons. En
hoewel we mogelijkheden daartoe te over
hadden, hem uitschakelen voor goed dat
kónden we niet en dat wilden we niet.
Een kilometer of tien buiten Den Haag
hebben we hem laten uitstappen min of
meer onder bedreiging dat hij ons niet zou
ontkomen als hij probeerde ons alsnog te
verlinken. Later op de dag in Amsterdam
hoorde ik van Bruine Hans en Max dat
Minky aanvankelijk geen enkele mede
werking wilde verlenen toen hem in de
kluis duidelijk werd dat het niet om con
trole maar om een overval ging. Toen
Dick, terwijl Max en Bruine Hans hem
knevelden, hem duidelijk maakte dat er
met ons niet te spotten viel en hij begreep
dat wij desnoods van onze wapens gebruik
zouden maken en ook dat wij niet van plan
waren ons te laten afschrikken door zijn
tegenwerking, werd hij soepeler en wilde
toch wel graag meewerken. Hij smeekte
bijna hem niet tot maandagochtend achter
te laten in de kluis (hetgeen wel de bedoe
ling was) daar zijn vrouw hem nodig had
i.v.m. haar bevalling. Ook vroeg hij aan de
overval geen ruchtbaarheid te geven
omdat hij dan de gelegenheid zou krijgen
de meegenomen PB's stiekum als mis-
drukken weg te werken. Dan bleek hij
namelijk zelf ook buiten schot voor even
tuele represailles die de Duitsers zeker
tegen hem en anderen zouden onderne
men omdat hij die overval niet had weten
te verijdelen. Dat hij aanvankelijk geen
enkele medewerking wilde verlenen was
dan ook zeer begrijpelijk vanuit zijn
positie gezien. Dat vonden wij een uit
stekend idee want dan konden wij daar
later nog eens terugkomen. Zo kon dus
met zijn medewerking in de kluis alles bij
elkaar worden gezocht wat wij wilden
hebben en zo kwam hij vóórop óók met
een rol onder zijn arm uit de lift. Maar dit
alles wat zich in de kluis had afgespeeld
wisten wij nog niet toen Minky bij ons in
de auto zat. Nadat we Minky toch maar
zo op hoop van zegen hadden afgezet,
zaten wen hem toch wel een beetje te
knijpen of hij ons wel ongestoord naar
Amsterdam zou laten rijden. We knepen
'm helemaal toen we over Hoofddorp naar
Amsterdam reden en daar zagen dat er
veel politie, WA-marmen en Duitsers in
uniform op de been waren. Omdraaien
kon niet meer; dus doorrijden met de
pistolen gereed was het enige wat we doen
konden. Toen we dichterbij kwamen en ik
met mijn politieplaque, die ik altijd in de
auto had, zwaaide en we ongestoord kon
den doorrijden hoorden wij toen dat juist
op die zaterdagmiddag een nieuwe NSB-
burgemeester werd geïnstalleerd. Topen
we bij Amsterdam kwamen was er nog een
zware politiecontrole; ook hier weer de
schrik, doch met dezelfde politieplaque,
gevoegd bij de wederzijdse herkenning
van collega's konden we ook nu weer
veilig Amsterdam binnenkomen. We re
den vervolgens met onze kostbare vracht
naar ons nieuwe kantoor, werkplaats, op
slagplaats, enz. aan de Stadhouderskade
155 waar we de boel uitiaadden. Juffrouw
Jo toen, mijn vrouw nu, had ons daar al in
spanning opgewacht. Want zij wist waar
wij waren en wat we deden. Ons nieuwe
kantoor aan de Stadhouderskade was pas
kort in gebruik.
Nadat we de buit van de overval hadden
uitgeladen hebben we eerst uitvoerig een
en ander bekeken, dat begrijp je. De oogst
bestond uit ruhn tienduizend echte PB's.
Ze zaten nog aan grote vellen en moesten
nog gesneden worden en daarna bedrukt
met codenummers plaats van uitgifte en
volgnummers datum van uitgifte. De be
nodigde middelen hiervoor waren in ons
bezit, dus binnen enkele dagen waren de
PB's uitgifte-klaar. Omdat aan Minky was
beloofd geen ruchtbaarheid aan de zaak te
geven en om de SD op een dwaalspoor te
brengen, werd besloten een circulaire uit
te geven aan onze „klanten" (diverse
verzetsgroepen).
Het was een spannende tijd, want reeds
de volgende dag was het aantreden voor
de overval op het Huis van Bewaring aan
de Weteringschans te Amsterdam, welke
overval jammerlijk mislukte. Meer daar
over in een volgend artikel.
Tot slot nog een andere foto van een
groepje oud-gymnasten van Sparta Hygiea
met hun toeimialige voorzitter, David
Haagens, staande in het midden met bre-
tels en zittend onderste rij. Bets Ham-
melbiu-g en Leny Slager, resp. uiterst links
en uiterst rechts.
Beste mensen, laat ons met ons allen een
mooie tentoonstellmg maken ter nage
dachtenis van onze hopeijlijk nog niet
helemaal vergeten Flakkeese joden en
stuur daarvoor uw foto's of ander mate
riaal in bij het Eilanden Nieuws.
Een oud-Flakkeeënaar
Lijnbaanpromenade 11-A
Stationsweg 16
MIDDELHARNIS
OUDETONGE
10^
/o J
^\\%tvX
wacW
^Netón
Goede^So^beetó
yctanse
b\\woof'