Joseph Charles Philpot, der pelgrims metgezel Vele EHBO jaren bekroond Expositie ter nagedachtenis van de Flakkeese Joden Boekbespreking Sommelsdijk: Landelijke Fietsdag 1987 Flakkees damkampioanschap Bladz. 2 ,EILANDEN-NIEUWS' SLOT Na veel en grote onderzoekingen des harten ben ik, naar ik vertrouw, door Gods liand er toe geleid om my af te scheiden van het corrupte en verwereldlijirte stelsel, dat men de kerk van Engeland noemt. Haar dwalingen en verdorvernheden, zowel als haar uiterste tegenstrydig- heid met een Evangeliekerk, gelijk het Nieuwe Testa ment ons deze doet zien, z^n gedurende de laatste twee of drie jaar geleidelijk voor myn gemoed duidelük geworden. Maar hoewel ik langzaam en trapsgewijze licht van boven ontving om de staatskerk enigszins in haar ware kleuren te zien, moet ik belyden al is het zeer laat dat de zonde van in haar te blijven m^n ziel krachtig heeft neergedrukt. 1835 was voor Philpot een beslissend jaar. Nog geen 26 jaar oud, was hij in 1828 in de Engelse Staatskerk als leraar bevestigd. Maar in de lente van 1835 onttrok hij zich aan haar gemeenschap, overtuigd als hij was van de dwalingen en het verderf dat haar tot in de wortel had aangetast. Door nog langer één van haar predikanten te blijven, achtte hij te ondersteunen wat in de ogen van de heilige God walgelijk was. Met name het formalisme en het algemeen gebrek aan enige praktijk der godzaligheid, overtuigden hem van de plicht tot het breken met de kerk die hij eerst hoog vereerd had, maar die hij nu door ontdekking van Godswege innerlijk verfoeide. Na diepe aan vechtingen en een bittere zielestrijd werd het moment van uittreding hem tot „een uur van vrijmaking". Uittreding In het recent verschenen boek dat het leven en de arbeid van Philpot beschrijft, komt deze episode uit diens leven uitvoerig aan de orde. Saarberg nam zelfs de brief van de uitgetreden predikant aan de rector van het Worcester College te Oxford, waarvan de briljante Philpot ooit kandidaat voor een hoogleraarspost lid was, in haar geheel op. Een indruk wekkende briefis het, zowel qua vorm ais inhoud. Een apologie van het ware kerk-zijn tegenover een totaal verwereldlijkte geestelijkheid. Maar tegelijk een striemende aanklacht van hen die zich herders noemden maar niet meer dan huurlingen waren die de kudde onbekommerd overgaven aan het verderf. Ik noemde 1835 als beslissend in Philpots leven. Meer nog geldt dat van het jaar 1827. Hij bevond zich toen in Ierland. Daar en toen heeft de Heere in een weg van beproeving en door moeilijke omstandigheden heen de jonge Joseph Charles doen zien wie een mens voor God is. Daar heeft Hij Zijn werd van genade in hem aangevangen. Philpot zelf hierover, een halfjaar voor zijn dood: „Daar wilde de Heere in mü werken de dingen waarvan ik nu gesproken heb. Hij schonk mij het licht des levens. Hij plantte Zijn vreze in mijn hart en stortte de Geest der gebeden over mij uit. Ofschoon daar niet zonder een hoop op Gods genade, zou het evenwel nog vele jaren duren alvorens ik begunstigd werd met een bijzondere openbaring van Christus". Toen hij weer in Oxford terug kwam, paste hij niet meer tussen zijn oude vrienden, de bloem van Engelands kerk. Een diepe aflceer van alle dode en dodende vormen vervulde hem. Hij zag er niet anders dan huichelarij in en daar kon zijn levende ziel niet meer ademen. Die dreigde hem te verstikken. Al spoedig werd hij tot prediker geordend. Met zegen werkte hij een zevental jaren in Stadhampton, in de nabijheid van Oxford. Tot hij zoals we zagen alle banden met de Staatskerk verbrak. Vrienden Saarberg volgt Philpot in diens verdere weg en werk op de voet. Zijn aansluiting bij de Strict Baptists („de Bijzondere Bap tisten", zoals de schrijver ze noemt), zijn (over)doop door John Warburton, zijn gang naar de Midlands waar hij zich verbond aan de gemeenten van Oakham en Stamford het wordt alles uitvoerig en op boeiende wijze verhaald. Hetzelfde geldt van de diverse vriendschappen die Philpot onderhield. Philpot had een stugge natuur en knoopte niet licht banden aan. Waar ze echter vielen door het Woord namelijk en in de eenheid des Geestes daar bleken ze onverbrekelijk. En dan golden rang noch stand. De hoogbegaafde, fijnzinnige Philpot bezat namelijk in Thomas Godwin, een analfabeet, een van zijn meest nabije zielevrienden. Verder lezen we over de al genoemde John Warburton, Joseph Parry, William Tiptaft en William Gadsby, om er niet meer te noemen. Bijzondere bekendheid ontving Philpot door zijn redaktionele bijdragen aan „The Gospel Standard", een blad dat heden ten dage nog bestaat. Aan dit maandblad heeft hij een groot deel van zijn inzet gewijd; het zou meer en meer het stempel van zijn persoonlijkheid gaan dragen. Het mocht met medium zijn waardoor de grote talenten v an Philpot in dienst w erden gesteld van het erfdeel des Heeren, breder dan zijn gesproken woord ooit zou reiken. De invloed van het blad was groot; het gaf leiding aan het geestelijk leven van velen en vormde zo tevens een zeker punt van herkenning en vereniging van het ver strooide volk van God door heel Engeland. Nadat zijn lichaam, dat zijn gehele leven grote zwakheid had vertoond, steeds meer was afgetakeld, overleed Joseph Charles Philpot op 9 december 1869. Zijn laatste woorden stemden geheel overeen met wat hij in zijn leven getuigd had: „Ik sterfin het geloof, dat ik gepredikt en gevoeld heb. Het bloed van Jezus Christus reinigt ons van alle zonden. Loofde Heere, o myn ziell" Dat was het ftindament in zijn leven; dta was de hoop in zijn sterven. Als een zondaar, niet meer dan een zondaar, was hem genade geschied. Maar daar lag nu juist de ruimte in. Niets uit hem alles uit Christus, om het eeuwig welbehagen. Geleid We moeten Philpot niet verabsoluteren. Dat is niet de intentie van Saarbergs boek, en evetunin van Philpot zelf Zijn doopleer en -praktijk is de onze niet. Ze doet tekort aan de openbaring. Ook zijn kerkelijk standpunt behoeft niet het laatste woord te zijn. Iemand als J. C. Ryle, wiens waarheidsgetrouwheid we niet in twijfel behoeven te trekken, bracht het in diezelfde eeuw zelfs tot bisschop in de Anglicaanse kerk. En wat de inhoud van de prediking betreft, Philpots boekenkast bevatte mede werken van Rutherford, de Erskmes, Owen en Bunyan mannen die hier en daar andere accenten legden dan hijzelf en wier geschriften hij desondanks van harte aanbeval. Nee, we zullen Philpot niet verabsoluteren, maar wel naar hem luisteren en steeds weer naar hem luisteren omdat mag het zo zijn we in zijn boodschap iets herkennen van wat ons niet vreemd is. Dit: de wezenlijke, bevindelijke kennis van Gods wegen. Philpot wist van het geleid worden door de Geest van God, naar die plaats namelijk waar God Zijn volk hebben wil: in ware ootmoed en schuldigheid voor Hem in het stof, de dood waardig zijnde, om in deze weg als een goddeloze te worden gerecht vaardigd en gezaligd, alleen door genade, door de gerechtigheid van de Zoon van God, van harte aller zonde vijand gemaakte zijnde. En geen ding kunnende aannemen, tenzij het van de hemel gegeven en toegepast wordt. Een uitgewerkte zaligheid voor een uitgewerkte zondaar Deze ervaring is een schriftuurlijke ervaring. Deze kennis is een bijbelse kermis. En zo stemden in Philpots prediking Schrift en ervaring samen. Het is één Geest die aandreef tot het te boek stellen der heilige Schriften én die tot de bevinding der heiligen brengt. Een fragment uit zijn getuigenis tenslotte dat zulks onderstreept. Wanneer ik alleen kan geloven wanneer mij het geloof gegeven wordt, alleen kan hopen wanneer de Geest het anker uitwerpt, alleen kan liefhebben wanneer Goddelijke genegenheden worden opgewekt, alleen kan bidden wan neer een Geest der genade en der gebeden wordt meege deeld, en alleen heilig en geestelijk kan zgn wanneer hemelsgezindheid in mij wordt gewerkt; wat ben ik dan en waar ben ik dan wanneer ik deze Goddelijke mededelingen missen moet? Niet meer dan een ellendig wezen, geheel zonder godsdienstl O, zeg het niet te Gath, verkondig het niet te Askelon, dat er zulk een ellendige zyn kan, die geen godsdienst heeft, dan alleen welke, wanneer en hoedanig God geeft. N.a.v. J. A. Saarberg. Der pelgrims metgezel. Leven en arbeid van Joseph Charles Philpot. Uitgeverij Den Hertog te Houten. Gebonden. Geïllustreerd. 558 pag. Prijs/42,50. J.K. op de jaarvergadering van de Kon. Ned. Ver. EHBO afdeling Sommelsdijk EPU, werd op donderdag 14 mei j.l. door afgevaardigden van het Districts- bestuur de zilveren Dr. C. B. Tilanus Jr. medaille bij Marien van de Veer en Joost Kloot opgespeld. Er werd stil gestaan bij het vele EHBO werk dat beide heren gedurende respectievelijk 30 en 25 jaar hebben verricht. Door het bestuur en de leden van de afdeling werd er aan de Jubilarissen en de echtgenoten cadeau's en bloemen overhandigd. Als genodigden waren onder anderen ook aanwezig een afgevaardigde van de LOTUS studiekring „Flakkee" en de Ambulancegroep Ouddorp. Het geheel werd gepast afgesloten met een gezellig samen zijn. AP WT Gezien de deelname van 1986 aan de Landelijke Fietsdag, kan de VW-Oud- dorp ook dit jaar terug zien op een goede deelname aan deze altijd weer prachtige fietstocht over de kop van Goeree. Vorig jaar schreven 269 personen in en dit jaar 347 wat een stijging is van 29%, en velen deden dit reeds voor de 7e keer, zolang als de VW-Ouddorp dit jaarlijkse evene ment organiseert. BRUINISSE Kerkdienst D.V. dinsdagavond 26 mei hoopt voor de Oud Ger. Gemeente voor te gaan ds. A. D. Muilwijk van Dor drecht Aanvang half 8. SINT ANNALAND Oud papier aktie Op dinsdag 26 mei a.s. zal D.V. vanaf des avonds 18.30 uur (half zeven) in het hele dorp Sint Annaland oud papier worden opgehaald door de leden van de Zendignscommissie van de Gereformeerde Gemeente. De baten hiervan komen ten goede aan de Zending van de Gereformeerde Ge meenten. KnMr drukkerij kranse bv Uitslagen van 18 mei 1987: M. de Haas - H. KoeseJ I. Koese -1. Mackloet1-1 M. van Lente - J. Lodder0-2 J. van Hoorn - C. Spee0-2 C. Zoon - B. Visbeen0-2 W. Vroegindeweij - J. Dekker----1 -1 A. van der Veer - A. Verolme----1-1 K. K. Tanis - P. Leroyuitg- G. Tanis - J. Looij1-1 P. van Dam - K. Vis0-2 J. Non - C. Polder1-1 C. Koppenaal - L. van Erkel2 - T. van Brussel - A. Meijer0-2 J. P. ten Hove - M. Klink1-1 B. Roetman- G. Zaaijer2-0 H. Schellevis - A. van Huizen-----0-2 J. Kruik - A. Krijgsman0-2 H. M. Tanis-A. Knape.niet gespeeld S. Hoogzand - C. van Welie1-1 T. Goedegebuur - K. N. Voogd-Tanis1-1 J. Hollaar - H. van Heukelen2-0 C. van der Groef- J. HoUeman.O - 2 H. de Munck - J. Knöps2-0 R. Jacobs - W. Nieuwland0-2 De 7e ronde wordt gespeeld op 25 mei a.s. in de Victoriahal (EHBO-zaal) te Dirks- land; aanvang 19.30 uur. VRUDAG 22 MEI 1987 Consulentschappen verstrekken telefonisch informatie over Invullen mestboekhouding Met ingang van 18 mei jl. bestaat voor veehouders, bij wie nog onduidelijkheden bestaan over de manier van bijhouden van de mestboekhouding, de mogelijkheid om telefonisch informatie in te winnen bij de consulentschappen m hun regio. In elk consulentschap zal tijdens kan tooruren permanent iemand aanwezig zijn, die vragen over het invullen van de mestboekhouding kan beantwoorden. In dit kader van de meststoffenwet is elke veehouder met ingang van 1 mei jl. ver plicht een mestboekhouding bij te houden. Daartoe hebben alle veehouders eind april van dit jaar een mestboekhouding (set formulieren toelichting) ontvangen. De verplichting om een mestboekhou ding bij te houden geldt niet voor vee houders die omgerekend per hectare een referentiehoeveelheid hebben van minder dan 125 kg fosfaat per hectare 30.000 op een totaal aantal van 90.000). Zij behoeven slechts een eenvoudige ver klaring in te vullen en op te sturen naar de districtsbureauhouder. Dit artikel zal wat dieper ingaan op de overval op de Landsdrukkerij in Den Haag. Deze overval vond plaats op za terdag 29 april 1944 tussen 12 en 13 uur door een aantal leden van de Persoons- bewijscentrale (PBC). Omdat de door ons gedrukte valse persoonsbewijzen niet meer zo goed voldeden, daar de Sicher- heitsdienst (SD) had ontdekt dat ons PB (persoonsbewijs) uit twee aan elkaar ge plakte delen karton bestond, werd uitge zien naar een betere vervalsing. Hoewel het heel lang goed gegaan was en vele duizenden mensen met dit valse PB waren geholpen, werd de vervalsing ovor menigeen minder betrouwbaar. Er is toen overwogen om het echte papier te stelen mij de firma van Gelder waar het werd gemaakt; doch dat plan bleek onuitvoer baar. Bartje (de op 30-6-44 gearresteerde en op 26-7-44 gefusileerde Frits Reinder Boverhuis) had een kontakt met een Ha genaar, die werkzaam was op de Lands drukkerij en na informatie bij deze relatie en na verder overleg werd besloten om een overval te plegen op de Landsdrukkerij zelf, waar nog regelmatig PB's gedrukt werden op het bij van Gelder gemaakte papier. Dat drukken van die PB's ge schiedde onder toezicht en zodra de PB's waren gedrukt werden ze overgedragen aan een controle- ambtenaar van de Rijksinspectie voor de Bevolkingsregisters, die ook zijn kantoor had in de Landsdrukkerij. Deze ambte naar was speciaal daarvoor aangewezen. Hoofd van die rijksinspectie was de be ruchte Lentz, de uitvinder van het PB. De pas gedrukte PB's werden dan vanaf de drukkerij overgebracht naar de onder in datzelfde gebouw gelegen kluis. Voor die kluis met inhoud droeg alleen die controlerend ambtenaar de verantwoor delijkheid. En alleen hij wist wat er in was, wat er in kwam en wat er uit ging. Deze ambtenaar, de heer M., noemden wij onder elkaar altijd Minky. De Lands drukkerij was gevestigd aan de Fluwelen Burgwal 18. Direkteur was toentertijd de NSB-er Poelstra. Er waren ca 350 arbei ders werkzaam en op zaterdag werd er tot 13 uur gewerkt. Na veel voorbereidend werk werd ten slotte beslist, dat de overval op 29-4-44 uirgevoerd zou worden. Die zaterdag ochtend gingen wij, Joost, Max, Bartje en ik per auto naar Den Haag. De anderen, Dick, Bruine Hans en Kobus gingen op eigen gelegenheid. Trefpunt hotel Ter minus bij het station in Den Haag. Daar konden we ook de pistolen verdelen die wij in de auto hadden meegenomen. Vandaar naar de Landsdrukkerij waar we horden dat Minky net naar huis was gegaan omdat hij in verband met de bevalling van zijn vrouw deze keer vroeger dan anders was weggegaan. Dat was een strop! Doch hij bleek per fiets en die moest hij eerst nog uit de stalling gaan halen even verderop in de buurt van het Militair Hospitaal. Toen hij daar vandaan op weg naar huis ging, konden wij hem nog net oppikken en met hem naar de Lands drukkerij gaan. Max maakte zich bekend als SD-er en zei dat hem ter ore was gekomen, dat er geknoeid werd met de inhoud van de kluis en dat hij daarom met enkele helpers de inhoud van de kluis wilde komen controleren. Max kwam met zijn Duitse aanpak keimelijk heel goed over want Minky trapte er omniddellijk in en zou wel eens even laten zien dat alles piekfijn in orde was. Inmiddels verlieten de ca 350 personeelsleden het gebouw langs de portiersloge en gingen Max, Dick en Bruine Hans met Minky naar de lift en daarmee naar de kelder waar de kluis was Joost en ik namen de begane grond in het gebouw alsmede de portiersloge en de lift voor onze rekenmg, terwijl buiten Bartje en Kobus waren. Steeds hepen wij heen en weer tussen de lift en de straat, zodat wij alles konden blijven overzien tot en met de portier toe. Doch ook die had geen enkele argwaan. Na een hele tijd, het leek wel een eeuwig heid, kwam de lift weer naar boven en zagen wij tot onze stomme verbazing Minky vóórop lopen met daarachter Max, Dick en Bruine Hans, alle vier met een grote rol PB's onder hun arm. Zij gingen rechtstreeks naar buiten waar de auto stond. De rollen werden in de auto gelegd en Minky er bovenop gezet. Van Max hoorden we dat we Minky er onderweg maar moesten uitzetten. Nadat wij snel de pistolen weer in ontvangst hadden geno men, stapten Bartje, Joost en ik ook in de auto en we vertrokken richting Amster dam met onze kostbare vracht. Kostbaar, want we konden nu weer vele duizenden in levensgevaar verkerende mensen van dienst zijn. De anderen gingen op eigen gelegenheid weer terug. Wij zaten echter wel met Minky. Hij was zeer timide, maar wij wisten niets van hem. Hij kon wel net zo kwaadaardig als timide zijn. Over leggen konden we ook niet (meer). Was het wel verantwoord hem zo maar uit d de auto te zetten buiten Den Haag of elders zonder dat wij ons allen en de gouden vracht te veel in de waagschaal stelden? Er was toentertijd zeer veel poli tie, Sicherheitsdienst en andere Duitsers, NSB-ers enz. op de weg en de weg was lang naar Amsterdam; er waren altijd ook veel wegcontroles en wat zou Minky dan doen? Mijn politiepapieren waren ook niet tegen alles bestand. Maar wat was het alternatief? Hem tijdelijk onschadelijk maken onderweg zonder datje zelf daarbij opviel, ging ook niet; bovendien hadden we de spullen daarvoor niet bij ons. En hoewel we mogelijkheden daartoe te over hadden, hem uitschakelen voor goed dat kónden we niet en dat wilden we niet. Een kilometer of tien buiten Den Haag hebben we hem laten uitstappen min of meer onder bedreiging dat hij ons niet zou ontkomen als hij probeerde ons alsnog te verlinken. Later op de dag in Amsterdam hoorde ik van Bruine Hans en Max dat Minky aanvankelijk geen enkele mede werking wilde verlenen toen hem in de kluis duidelijk werd dat het niet om con trole maar om een overval ging. Toen Dick, terwijl Max en Bruine Hans hem knevelden, hem duidelijk maakte dat er met ons niet te spotten viel en hij begreep dat wij desnoods van onze wapens gebruik zouden maken en ook dat wij niet van plan waren ons te laten afschrikken door zijn tegenwerking, werd hij soepeler en wilde toch wel graag meewerken. Hij smeekte bijna hem niet tot maandagochtend achter te laten in de kluis (hetgeen wel de bedoe ling was) daar zijn vrouw hem nodig had i.v.m. haar bevalling. Ook vroeg hij aan de overval geen ruchtbaarheid te geven omdat hij dan de gelegenheid zou krijgen de meegenomen PB's stiekum als mis- drukken weg te werken. Dan bleek hij namelijk zelf ook buiten schot voor even tuele represailles die de Duitsers zeker tegen hem en anderen zouden onderne men omdat hij die overval niet had weten te verijdelen. Dat hij aanvankelijk geen enkele medewerking wilde verlenen was dan ook zeer begrijpelijk vanuit zijn positie gezien. Dat vonden wij een uit stekend idee want dan konden wij daar later nog eens terugkomen. Zo kon dus met zijn medewerking in de kluis alles bij elkaar worden gezocht wat wij wilden hebben en zo kwam hij vóórop óók met een rol onder zijn arm uit de lift. Maar dit alles wat zich in de kluis had afgespeeld wisten wij nog niet toen Minky bij ons in de auto zat. Nadat we Minky toch maar zo op hoop van zegen hadden afgezet, zaten wen hem toch wel een beetje te knijpen of hij ons wel ongestoord naar Amsterdam zou laten rijden. We knepen 'm helemaal toen we over Hoofddorp naar Amsterdam reden en daar zagen dat er veel politie, WA-marmen en Duitsers in uniform op de been waren. Omdraaien kon niet meer; dus doorrijden met de pistolen gereed was het enige wat we doen konden. Toen we dichterbij kwamen en ik met mijn politieplaque, die ik altijd in de auto had, zwaaide en we ongestoord kon den doorrijden hoorden wij toen dat juist op die zaterdagmiddag een nieuwe NSB- burgemeester werd geïnstalleerd. Topen we bij Amsterdam kwamen was er nog een zware politiecontrole; ook hier weer de schrik, doch met dezelfde politieplaque, gevoegd bij de wederzijdse herkenning van collega's konden we ook nu weer veilig Amsterdam binnenkomen. We re den vervolgens met onze kostbare vracht naar ons nieuwe kantoor, werkplaats, op slagplaats, enz. aan de Stadhouderskade 155 waar we de boel uitiaadden. Juffrouw Jo toen, mijn vrouw nu, had ons daar al in spanning opgewacht. Want zij wist waar wij waren en wat we deden. Ons nieuwe kantoor aan de Stadhouderskade was pas kort in gebruik. Nadat we de buit van de overval hadden uitgeladen hebben we eerst uitvoerig een en ander bekeken, dat begrijp je. De oogst bestond uit ruhn tienduizend echte PB's. Ze zaten nog aan grote vellen en moesten nog gesneden worden en daarna bedrukt met codenummers plaats van uitgifte en volgnummers datum van uitgifte. De be nodigde middelen hiervoor waren in ons bezit, dus binnen enkele dagen waren de PB's uitgifte-klaar. Omdat aan Minky was beloofd geen ruchtbaarheid aan de zaak te geven en om de SD op een dwaalspoor te brengen, werd besloten een circulaire uit te geven aan onze „klanten" (diverse verzetsgroepen). Het was een spannende tijd, want reeds de volgende dag was het aantreden voor de overval op het Huis van Bewaring aan de Weteringschans te Amsterdam, welke overval jammerlijk mislukte. Meer daar over in een volgend artikel. Tot slot nog een andere foto van een groepje oud-gymnasten van Sparta Hygiea met hun toeimialige voorzitter, David Haagens, staande in het midden met bre- tels en zittend onderste rij. Bets Ham- melbiu-g en Leny Slager, resp. uiterst links en uiterst rechts. Beste mensen, laat ons met ons allen een mooie tentoonstellmg maken ter nage dachtenis van onze hopeijlijk nog niet helemaal vergeten Flakkeese joden en stuur daarvoor uw foto's of ander mate riaal in bij het Eilanden Nieuws. Een oud-Flakkeeënaar Lijnbaanpromenade 11-A Stationsweg 16 MIDDELHARNIS OUDETONGE 10^ /o J ^\\%tvX wacW ^Netón Goede^So^beetó yctanse b\\woof'

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1987 | | pagina 10