EIIIVt1DEI1-niEUW5
iNGSSPn€i(M€T....
Uit de Historie
Middelharnis
Teun Lodder,
laatste Sommelsdijkse dorpskapper stopt ermee
dhr. J. Robijn
te Melissanti
Damvereniging
Aanvulling
Cursus Geestelijke Vorming
m
Oud Papier aktie Dirksland
3e Blad
VRIJDAG 13 MAART 1987
No. 5580
OpD.V. maandag 16 maart hoopt dhr. J.
van Hoorn uit Middelharnis voor de cur
sisten een lezing te houden over „De
zegen van het gezag". Aanvang 19.45 uur.
Plaats: Hervormd Verenigingsgebouw
„De Hoeksteen" te Middelharnis. Alle
cursisten worden weer hartelijk uitgeno
digd deze laatste cursusavond van dit
seizoen bij te wonen.
Als Je zó dicht bij de Slikken van Flakkee woont waar
zoveel wilde bloemen en planten groeien, kan het haast
niet anders of er komt een dag datje een bloemetje langs
de kant van de weg als een belangrijk iets gaat zien.
„Ik had er nooit bij stilgestaan zegt dhr. Robijn en hij
bedoelt dit letterlijk en figuurlijk, „dat vond Je heel
gewoon, daar was Je mee opgegroeid. Wilde bloemen en
planten hadden daar altijd al gestaan maarikzagze niet
écht. Daar trapte Je op; totdat ik op een keer samen met
mijn vrouw een wandeling ging maken en we langs de
slootkant zo'n mooi, geel bloemetje zagen staan. Het
bleek klein-hoefblad te zijn maar niemand die het op dat
moment wist. Ook passerende mensen niet. Mijn nieuws
gierigheid was echter gewekt en ik ben boekjes over wilde
bloemen en planten gaan kopen. Nu heb ik er gewoon
aardigheid in gekregen om uit te zoeken tot welk soort een
bloem of plant behoort en wat de naam is.
Hij weet er inmiddels veel van af: op de slikken bij
Stellendam groeit een plant met de prachtige naam
„Rode Ogentroost" en bij Oude Tonge treft men een plant
aan genaamd Reseda". „Ik wil er steeds meer over
weten", zegt dhr. Robijn, „als ik nu ga wandelen kijk ik
heel bewust rond.
De wilde flora is niet zijn enige hobby. Op dit ogenblik is
er één heel belangrijk voor hem n.l. houtbewerken. Dat
hij hele mooie en ookfijnbewerkte dingen maakt, had ik
al gezien toen ik langs zijn huis liep, dat tegen de dijk aan
gebouwd is. Voor één van de ramen heeft hij een klein
etalage gemaakt. De voorwerpen die er in staan verrasten
me echt; b.v. enkele lessenaartjes met opengeslagen
bijbeltjes met teksten in gecalligrafeerde letters.
Sommige voorwerpen getuigen vangrote vindingrijkheid
zoals het wandklokje in de huiskamer waar een prachtig,
oud horloge in verwerkt zit. Dit klokje heeft weer een
eigen verhaal: het is in de Eerste Wereldoorlog door de
vader van dhr. Robijn gekocht. Tijdens de mobilisatie lag
hij in Zeist. Door in de kazerne kwatta-chocoladerepen te
verkopen had hij wat geld IjiJ elkaar gespaard om het fel
begeerde klokje te kunnen kopen.
Op 15-Jarige leeftijd is hij al met het bewerken van hout
begonnen. Zijn eerst draaibank was een trapdraaibank,
die vol houtworm zat. Maar zoals dat vaak gaat ontbrak
het hem aan de nodige tijd om zijn hobby intensief te
kunnen beoefenen. Zijn beroep was metselaar (na eerst
één Jaar timmerman te zijn geweest). Hoewel hij een
zelfstandig beroep had vindt hij dat hij pas écht zelf
standig werd op zijn 65e Jaar. Hij zegt: ,,Nu kan ik doen
en laten wat ik wil. Als ik geen zin heb om een bepaalde
opdracht uit te voeren doe ik het niet. Dat kon Je als
metselaar niet doen
-;*,>«
Ik kijk even in zijn werkplaats rond. Er staat een
prachtige draaibank, die zijn schoonzoon voor hem
gemaakt heeft. ,,De kunst is", aldus Robijn, ,,om twee
precies dezelfde dingen te draaien. Dat vind ik het mooie
van dit vak.
Even later zitten we aan de tafel in de woonkamer. Mevr.
Robijn laat haar mooie, gekantkloste kleedjes zien, die
ze pas gemaakt heeft. „Wij zijn de bezige bijtjes",
schertst haar man.
Dat hij zich met nóg een hobby bezig houdt had ik al
vermoed: op de tafel ligt een verrekijker en in de tuin staat
een volière. Hij zegt: „Vogels houden is altijd een
liefhebberij van me geweest. Ik raakte hier als het ware
aan verslaafd. Mijn gewone werk leed er weleens onder
en ik moest altijd een uur eerder opstaan. Overigens vind
ik het nog steeds leuk om vogels te houden en om ze te
kweken; alleen géén 150 meer zoals in 't verleden. Het
mooiste ervan vind ik als ze uit het eitje komen en dan na
drie weken het nest af vliegen. Daar geniet ik erg van". Op
het ogenblik vertoeven er voornamelijk wildzangkana
ries in de volière.
In dit korte bestek heeft dhr. Robijn zijn voorliefde
duidelijk geëtaleerd: vogels, wilde bloemen en planten.
En het verrassende is dat hij van alle heel veel weet b. v.
haalt hij nog even aan dat de distelvink gek is op
akkerdistel; vandaar de naam.
En mocht het u opvallen dat er in Melissant erg veel
distels groeien dan zou dhr. Robijn daar weleens ,,de
hand in gehad" kunnen hebben!!
Teunie Knöps
Deze vraag- en antwoord-rubriek staat
geheel ten dienste van de lezer die er
kosteloos gebruik van kan maken. Uw
vragen op velerlei gebied kunt u sturen
aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Post
bus 8, Middelharnis, met in de linker
bovenhoek „Vragen-rubriek" vermeld.
De vragen worden door deskundigen
beantwoord en zullen binnen enkele
weken na de inzending compleet met
antwoord in deze rubriek worden ge
publiceerd.
UIT 9t 9RAND
Bestaat er een vakboek met alles over
branden, blussen, voorkómen van explo
sies, rookmelders enz. enz.
Antwoord: Ja, het „Handboek voor de
brandweer", uitgegeven door de Kon.
ande, Postbus 20,8200 AA Lelystad, tel.
03200 - 22944.
80MTM0TIM HST KLttP
Hierbij een doosje met enkele larven,
gevonden in de vloerbedekking onder de
kast. Wat zijn dat en hoe kunnen we ze
bestrijden?
Antwoord: U had deze beestjes gelukkig
stevig verpakt, zodat de PTT ze niet plat
kon stempelen. Het waren lafven van de
bontmot, die iets groter is dan de kleermot
maar kleiner dan de tapijtmot. Het mot-
vlindertje dat de eitjes bij u thuis gelegd
heeft, is de Tinea pellionella en heeft
grijze tot geelachtige voorvleugeltjes,
waarop vaak donkere stippen te zien zijn.
Hun larven leven in een stevig kokertje,
dat er uitziet als een dikke worm en dat zij
zelf opbouwen van woldraden en spinsel.
Die schuilplaatsen worden telkens ver
groot naarmate de larven groeien. De kop
is zwart, het lichaam lichter getint. De
mottenlarven ruiken precies, waar de lek
kerste hapjes te vinden zijn en hebben een
voorliefde voor bontmantels, ongeverfde
wol, gebruikte dekens en wollen kleding.
Vooral de vette randen van een kraag en
kleding met vlekken laten zij zich goed
smaken. Als u kledingstukken of dekens
voor lange tijd opbergt, moet u die dus
eerst goed wassen of chemisch laten rei
nigen. U kunt met een lichte huishoud-
insecticide spuiten en dat af en toe her
halen, omdat er ook later nog eitjes kun
nen uitkomen. Verder is van belang, dat u
geregeld tot in alle uithoeken stofzuigt.
Dus ook ónder en achter kasten en andere
moeilijk verplaatsbare meubelen.
DS NIST-SSTAALV KAART
Tot mijn verbijstering kreeg ik bericht
van een reisbureau, waar ik mijn va
kantie had aanbetaald, dat bij een in
braak alle betaalkaarten daar gestolen
waren, en dat ik opnieuw moest betalen.
Kunnen zij me daartoe verplichten? En
wat gebeurt er als de dief ook nog eens het
geld van mijn betaalkaarten incasseert?
Antwoord: Uw betaalkaarten waren nog
niet opgezonden naar de Postbank, en
daardoor nog niet van uw girorekening af
geschreven. U was het bedrag dus nog niet
kwijt en bij het saldo van het reisbureau
was het nog niet bijgeschreven. Er moeten
dus alleen maar nieuwe betaalkaarten
worden uitgeschreven. Doet u dat niet,
dan kan het reisbureau dit reisje niet laten
doorgaan. U moet evenwel in zulke ge
vallen de Postbank inlichten en de num
mers van de gestolen kaarten opgeven,
zodat die worden geblokkeerd en de dief
de uitgeschreven bedragen niet kan innen,
en een verklaring vragen, dat de evt.
schade bij dubbele betaling zal worden
vergoed.
OUDS WSOUWS
Hoe oud is eigenlijk de Weduwe Van
Nelle?
Antwoord: Het echtpaar Jan van Nelle
(toen 26 jaar) en Hendrica Brand (24
lentes) uit Leiderdorp, kreeg op woens
dag 9 oktober 1782 toestemming om in
Rotterdam een winkel in koffie, thee,
rookwaren en snuiftabak te vestigen aan
de Leuvehaven. Hendrikje is in 1758 ge
boren en toen op 13 november 1811 haar
man stierf, had zij 2 kindem: Jan en
Maria. In de overlijdensadvertentie stond
„De affaire in koffie, thee, tabak en snuif
zal door de weduwe worden geconti
nueerd". Maar Hendrica stierfin 1813 en
haar zoon Jan koopt dan met zijn zwager
Abraham Goedkoop het pand. Als Jan
van Nelle jr. op 52-jarige leeftijd over
leden is, gaat die met de scheepsleveran-
cier J. J. van der Leeuw de zaken verder
uitbreiden en die is het geweest die ook
na Abrahams dood het bedrijf voortzet
onder de zo bekend geworden naam „De
erven der Weduwe J. van Nelle". Sinds
1971 heeft echter het Amerikaanse con
cern Standard B rands de meerderheid van
de aandelen in handen.
„Ernst nut en ontspanning '52"
te Melissant
Uitslagen van maandag 9 maart 1987
Ie afdeling:
J. Non - A. Visbeen1-1
J. Doorn - A. 't Jonk0-2
H. Visbeen - J. Looy1-1
2e afdeling:
S. W. Keyzer - C. Koppenaal O - 2
W. van Waasbergen -
T. GoedegebuurO - 2
3e afdeling:
J. Schans - P. Grootenboer2-0
J. Nagtegaal - S. Reygersberg0-2
R. Moerkerke - P. Jansen0-2
P. Jansen - L. Taal2-0
HYPOTHEEK NODIG?
makelaar tamboer bellen
voor gratis computerberekening
01870-3477 g
HST GANZS LAND
Afgelopen winter zag Je opvallend veel
ganzen in ons land. Waar kwamen die
allemaal vandaan en wat is er te doen
tegen de schade die zij aanrichten?
Antwoord: Blijkens een onderzoek in de
laatste vier jaren overwinteren hier zo'n
600.000 brandganzen, grauwe ganzen,
kolganzen, gewone en kleine rietganzen
en rotgazen die afkomstig zijn uit verre
koudere streken als Nova Zembla, Spits
bergen, de nog noordelijker gelegen Franz
Josefeilanden en het hoge noorden van
Rusland. Ze vinden hier volop drink
water, voedsel, rust en slaapplaatsen. Ze
grazen vooral van het gras, maar deze
laatste winter veroorzaakte de vorst meer
schade dan deze vogels deden. Bovendien
kan schade aan grasland worden beperkt
door het op tijd met stikstof te bemesten,
en kan ernstige schade worden geclaimd.
Er is nu een formule voor de berekening
daarvan.
pispsnssA?
Is het wel goed om de aardappelen 's
morgens vroeg te schillen en 's avonds
pas te koken?
Antwoord: Nee, want als ze één uur in
water staan, verliezen de piepers al 13%
van de vitaminen C en 5% vitaminen B.
Na 6 uur bent u 45% C en 20% B kwijt.
Aardappelen en ook de meeste groenten
moeten daarom kort voor het koken wor-
dena geschild, respa. gesneden en ge
wassen, en met zo min mogelijk water
worden gekookt. Anders gooit u de meeste
vitaminen met het water weg.
(31a)
Dhr. J. Boomsma schreef het volgende
over
Repatriëring
Op die eerste dag van onze bevrijding
de vijfde mei 1945 wisten we, dat er
honderden Flakkeeënaars in Brabant za
ten te popelen om terug te keren naar ons
eiland. Ze waren in Duitsland bevrijd
door de geallieerde legers, gingen west
waarts, lopend, liftend, en werden in Bra
bant zeer gastvrij ontvangen. Er was een
regeling getroffen, dat repatrianten zich
op het gemeentehuis van het dorp of de
stad, waar zij wilden blijven, moesten aan
melden. Ze werden dan ingeschreven en
de gemeente zou hun logieskosten bij
particulieren betalen, tot zij naar huis
konden vertrekken.
Zij konden ook terecht bij enkele re-
patriëringshuizen, door de Amerikanen
met voedsel bevoorraad.
Enkelen van de repatrianten hadden al
een roeiboot gehuurd, waren het brede
water overgestoken, op goed geluk, op een
dijk gestapt, niet beseffend, hoe levens
gevaarlijk deze manoeuvre was, omdat
alle dijken vol lagen met duitse land
mijnen. Twee van mijn goede vrinden uit
de zwemclub hadden een primitieve kano
gebouwd, probeerden de overtocht, de
kano sloeg om. Gelukkig waren zij voor
treffelijke zwemmers, zwommen naar de
Flakkeese kant van de rivier, liepen de dijk
op, gelukkig zonder op een der mijnen te
trappen.
Direct werd door de nieuwe bestuurders
van Flakkee dit probleem van repatriëring
ter hand genomen. De geallieerden wer
den er op attent gemaakt, dat Flakkee
voor 3/5 onder water stond. De kapotte
dijken moesten liever vandaag nog dan
morgen hersteld worden. Men zat hier te
springen om werkkrachten, doch het kar
dinale punt van de onderhandelingen om
de mensen naar Flakkee terug te laten
keren was: is er voldoende voedsel op
Flakkee om al die thuiskomers eten te
geven?
De grote moeilijkheid voor de geallieer
den was: dat de mensen, die terug wilden
naar Rotterdam, Den Haag of waar ook
over de grote rivieren, in Nederland zelve
niet voldoende eten zouden vinden.
Toen er bericht kwam uit Flakkee, dat dit
allemaal wel in orde was, werd direct een
commissie gevormd.
Het nieuwe eilandbestuur bepaalde, dat
niet het Rode Kruis de organisatie ter
hand zou nemen, ze moest uitgaan van het
nieuwe bestuur, dat de heer Bolkenbaas,
waarnemend directeur van het arbeids
bureau de leiding opdroeg, verder werden
benoemd J. C. Smits, J. L. den Hollander,
L. M. Kouwenberg en ik die speciaal
belast werd met de taak als we zieke of
gewonde Flakkeeënaren in ziekenhuizen
of waar ook vonden, te zorgen voor hun
behouden terugkeer.
Het vrijwel enige vervoer dat we hadden
was de fiets. Wat we kregen waren legiti
matie-papieren, vrij reizen op de veerboot
van Ooltgensplaat naar Dintelsas. Jan
den Hollander had een lichte motorfiets.
Op de boot konden we voorlopig een
schema opstellen; Jan den Hollander had
introduktie-papieren voor het Militair
Gezag in Brabant. Hij zou direct per
motor naar het hoofdkwartier gaan om
voor ons de benodigde legitimatiepapie
ren te halen, de papieren, dat we alle en
voor velen verboden wegen over moch
ten trekken, dat we logeren mochten in de
repatriëringshuizen. Dat klopte allemaal
voortreffelijk.
We kwamen tot de conclusie, dat we eerst
eens in Dinteloord poolshoogte moesten
nemen, hoe we verder konden handelen.
Ik begon met pech, had al direct een
lekke band in Brabant. Ik kon mijn fiets op
een vrachtauto zetten, die me tot de kaai in
Dinteloord bracht. Daar stapte ik uit, en
stond meteen tussen een groep heel be
kende kennissen, die direct zeiden, daar is
Boomsma, die komt ons ophalen. Ik zei
direct, het is zo, onderweg is nu ook
Bolkenbaas, Smits, Kouwenberg enJan
den Hollander. Wat ik eerst zoek is onder
dak.
Dirk Konings nodigde me uit. Ik heb een
prima kosthuis, we slapen met zijn allen
op de zolder, er is voor ieder ook een bed,
een bord, lepel en vork en mes. Het is er
goed van eten.
Toen ik verder vertelde: Bolkenbaas zal
wel het vervoer naar huis regelen zei Dirk
Konings, ik maak je lekke band en krijg
kaartje nr. 1 om thuis te komen.
Nog voordat mijn mede-reisgenoten aan
gekomen waren had ik al een hele massa
informaties.
De Flakkeeënaren brachten ons bij het
gemeentehuis, we kregen een van de auto
riteiten te spreken, vertelden hen, dat wij
de mensen kwamen ophalen. Het werd in
Dintelsas met vreugd begroet. Niet dat de
Flakkeeënaren lastig waren, helemaal
niet. Maar de gemeente Dinteloord en
alle andere Brabantse gemeenten waren
verplicht om terugkerende Nederlanders
te helpen aan onderdak, aan geld om een
maaltijd te kopen. Dat was een kostbare
geschiedenis, als er een hele groep mensen
op je kosten moet leven.
Het eerste overleg was: dat de heer Bolken
baas een ruimte toegewezen kreegin de
Ned. Herv. Pastorie om zijn kantoor te
vestigen. Hem werd bij twee bejaarde
dames logiesruimte aangeboden, waar hij
het heel goed heeft gehad. Ik kreeg onder
dak in het heel eenvoudige huis, waarDirk
Konings, en vele anderen, gastvrijheid
genoten.
Het eerste wat nodig was, was dat alle
Flakkeeënaren bekend gemaakt zouden
worden dat er een commissie was om hen
te helpen. Ik schreef een tekst voor een
klein aanplakbiljetje. Het eerste biljetje is
jammer genoeg verloren gegaan, de tekst
was ongeveer dit: Flakkeeënaren, gij kunt
naar huis. Ga niet op eigen boot-gelegen-
heid. De dijken van Flakkee zijn vol
landmijnen. Op zijn kantoortje in de Herv.
Pastorie zit de heer Bolkenbaas van het
arbeidsbureau. Ieder die terug wil keren,
krijgt van hem gratis een pasje om met de
boot vervoerd te worden. Ik ondertekende
dit met J. Boomsma, namens het Rode
Kruis.
Ik zocht de drukkerij in Dinteloord, sprak
met mijn collega-drukker af, dat dit biljetje
in honderdvoud zo spoedig mogelijk ge
drukt moest worden. Hij beloofde me, dat
het de volgende morgen om 10 uur klaar
zou zijn. Hij heeft het stipt uitgevoerd, de
kosten waren slechts 8,-.
Ik ben de volgende morgen met Bolken
baas al vroeg naar zijn „kantoortje" ge
gaan. Er stonden een heleboel Flak
keeënaars eigenlijk te dringen om een ver
voersbewijs. Ik sprak ze gemoedelijk toe,
jullie krijgen allemaal een gratis vervoer-
bilkjet en vanavond om 5 uur kunnen jullie
overgezet worden. Op Flakkee staan
vrachtauto's gereed jullie op te halen, en
jullie kunnen vanavond thuis zijn. Maar
a.u.b. nu niet dringen, netjes in een lange
rij staan, dan kan de uitgifte van kaartjes
beginnen. Zoals afgesproken. Dirk Ko
nings had kaartje nr. 1Enkelen, die me al
direct erg behulpzaam waren kregen de
nrs. 2 tot 25. Het was alleen maar een
formaliteit, want allen zouden overgezet
worden. Maar voor degenen, die de kaar
tjes kregen, was het een gouden bankbiljet!
Morgen, zaterdag wordt het oud papier
en karton weer bij u opgehaald. De vrij
willigers verzoeken u het oud papier en
karton voor 9 uur gebundeld buiten te
plaatsen. Bij voorbaat hartelijk dank.
Sinds jaar en dag, en dat al zo'n
zestig jaar, is de aanwezigheid
van Teun Lodder, de laatste Som
melsdijkse dorpslcapper, een vast
gegeven geweest, maar over en
kele weken zal daar een deflnitief
eind aan zijn gekomen; Lodder
stopt ermee....! „Ik heb tegen
over m'n medemens m'n plicht
wel gedaan", vindt de bijna 75-
jarige kapper en wie zou dat
durven ontkennen? Kapper Lod
der trekt zich terug in een be
jaardenwoning in de A. J. de
Graaiïstraat, maar tien tegen één
dat hij z'n tas met kapperspullen
bij de hand zal houden. Z'n han
den staan er immers naar?
Meestal bracht hij zijn tijd door in zijn
zaak maar vooral 's maandags, wan
neer die gesloten was, kon je dhr.
Lodder tegenkomen, met die tas op de
bagagedrager, op zijn ronde langs zieke
of bejaarde klanten die hij niet graag in
de steek zou hebben gelaten en 't lijkt
erop dat ze ook voortaan op hem
mogen rekenen, „al besefik best dat ik
een mens van een dag ben", voegt hij
daaraan toe. Nog pas enkele weken
geleden heeft hij zijn zuster Anna moe
ten verliezen met wie hij altijd heeft
samengewoond „en dat mis je", zo
heeft hij pijnlijk ervaren.
Veertien was hij nog maar toen hij,
stammend uit een gezin met 7 jongens
en 4 meisjes, bij kapper Van der Voorde
op het Zandpad in de leer ging. Eigen
lijk zo bekent hij was het niet een
bewuste keuze om in het kappersvak te
gaan, maar wat moest je? Hij wilde
eigenlijk best gaan varen, visser wor
den, maar uit de familiekring rezen
daartegen de ernstigste bezwaren. Zelfs
grootmoeder dreigde hem in dat geval
de benen te breken als hij ooit voet op
een scheepsdek zou zetten. Veiliger
was het daarom voor het kappersvak te
kiezen en dat deed-
ie daarom maar
Als 19-jarige begon hij voor zichzelf.
In het pand van Kruider huurde hij een
kamer. Dat zal in 1931 zijn geweest,
waarna hij in 1938 vertrok naar een
pandje beneden in de Oostkrakeel-
straat. In 1955 verkocht hij dat voor
afbraak aan de gemeente waarna hij
zijn huidige pand op de Oostdijk be
trok, gekocht van Camphens, pluim
veehandelaar van beroep. Eerder dat
jaar had dhr. Lodder in één week tijds
beide ouders verloren en samen met
zijn zuster Anna betrok hij zijn Som
melsdijkse pand om er meer dan dertig
jaar in grote harmonie samen te wonen
totdat zij op 8 februari overleed:
in daer mis je toch zo'n hoap an",
verzekert dhr. Lodder.
Nee, hij is nooit in competitie geweest
op kappersconcoursen en de klanten
mochten van hem geen kreatieve
coupes verwachten; de tarieven, ook de
nu nog geldende, waren dan ook op die
betrekkelijke eenvoud afgestemd: knip
pen 7,-, gedekt knippen 9,-, sche
ren 2,50 en lotion 2,-. „In 1969
kreegje al die nieuwe haarmode, maar
natuurlijk ben ik toen niet meer naar
school gegaan", verklaart dhr. Lodder
zijn traditionele manier van knippen
die hen vooral door de ouderen in dank
werd afgenomen. Geen poespas moes
ten die
Eén van die ouderen is dhr. J. H.
(Hans) Koote uit Sommelsdijk. Hij
wordt al door dhr. Lodder geknipt sinds
diens beginjaren bij kapper v.d. Voorde
en nooit in die zestig jaar heeft dhr.
Koote een andere kapper begeerd.
Koote, ,,de man met de witte klom
pen" noemen ze hem soms i.v.m. zijn
hagelwitte klompen hoopt maar dat
Lodder hem trouw zal blijven en hem
aan huis zal knippen.
„Het werk moet nu ontspanning voor
me worden" zo houdt dhr. Lodder de
mogelijkheid open dat hij de tondeuze
best nog eens zal hanteren. Hij is op
zijn bijna 75e wel aan wat ontsparming
toe. Zover was hij nog niet toen hij kon
saneren en op z'n lauweren kon gaan
rusten, 't Was niet zijn stiel om dat op
kosten van de gemeenschap te doen en
hij voelde zich er nog veel te vief voor.
Stel je voor, ooit is hij maar één week
ziek geweest. Niet eens door het griep
virus waarmee stellig veel van zijn
klanten besmet zullen zijn geweest,
maar doordat hij in een rumoerige
Nieuwjaarsnacht eens poolshoogte
nam en prompt een fikse kou te pakken
kreeg
Kapper Lodder met in de stoel de man die hem al 60 Jaar tot klant is,
Hans Koote uit Sommelsdijk.
C<^^<^l<.^V^V.^^I.^W.^<^1..^M^V.^^1.^1c
t^^t^^(,^^t,^H.^^t^H^v^^ti^K^K^K^v i
<.^f.^V,^^ii^ti^V^H^y^^*^V^V^V^^»t^^*^it.^\t^'tt^'l^^H.^V^\t^^%^^t^^t.^t,^t^^t>^^i\^^^^^f^'>*'^^'^^'.^^'^^^f^^^.^^*.^^^^^