EIIIVt1DEI1-niEUW5 iNGSSPn€i(M€T.... Uit de Historie Middelharnis Teun Lodder, laatste Sommelsdijkse dorpskapper stopt ermee dhr. J. Robijn te Melissanti Damvereniging Aanvulling Cursus Geestelijke Vorming m Oud Papier aktie Dirksland 3e Blad VRIJDAG 13 MAART 1987 No. 5580 OpD.V. maandag 16 maart hoopt dhr. J. van Hoorn uit Middelharnis voor de cur sisten een lezing te houden over „De zegen van het gezag". Aanvang 19.45 uur. Plaats: Hervormd Verenigingsgebouw „De Hoeksteen" te Middelharnis. Alle cursisten worden weer hartelijk uitgeno digd deze laatste cursusavond van dit seizoen bij te wonen. Als Je zó dicht bij de Slikken van Flakkee woont waar zoveel wilde bloemen en planten groeien, kan het haast niet anders of er komt een dag datje een bloemetje langs de kant van de weg als een belangrijk iets gaat zien. „Ik had er nooit bij stilgestaan zegt dhr. Robijn en hij bedoelt dit letterlijk en figuurlijk, „dat vond Je heel gewoon, daar was Je mee opgegroeid. Wilde bloemen en planten hadden daar altijd al gestaan maarikzagze niet écht. Daar trapte Je op; totdat ik op een keer samen met mijn vrouw een wandeling ging maken en we langs de slootkant zo'n mooi, geel bloemetje zagen staan. Het bleek klein-hoefblad te zijn maar niemand die het op dat moment wist. Ook passerende mensen niet. Mijn nieuws gierigheid was echter gewekt en ik ben boekjes over wilde bloemen en planten gaan kopen. Nu heb ik er gewoon aardigheid in gekregen om uit te zoeken tot welk soort een bloem of plant behoort en wat de naam is. Hij weet er inmiddels veel van af: op de slikken bij Stellendam groeit een plant met de prachtige naam „Rode Ogentroost" en bij Oude Tonge treft men een plant aan genaamd Reseda". „Ik wil er steeds meer over weten", zegt dhr. Robijn, „als ik nu ga wandelen kijk ik heel bewust rond. De wilde flora is niet zijn enige hobby. Op dit ogenblik is er één heel belangrijk voor hem n.l. houtbewerken. Dat hij hele mooie en ookfijnbewerkte dingen maakt, had ik al gezien toen ik langs zijn huis liep, dat tegen de dijk aan gebouwd is. Voor één van de ramen heeft hij een klein etalage gemaakt. De voorwerpen die er in staan verrasten me echt; b.v. enkele lessenaartjes met opengeslagen bijbeltjes met teksten in gecalligrafeerde letters. Sommige voorwerpen getuigen vangrote vindingrijkheid zoals het wandklokje in de huiskamer waar een prachtig, oud horloge in verwerkt zit. Dit klokje heeft weer een eigen verhaal: het is in de Eerste Wereldoorlog door de vader van dhr. Robijn gekocht. Tijdens de mobilisatie lag hij in Zeist. Door in de kazerne kwatta-chocoladerepen te verkopen had hij wat geld IjiJ elkaar gespaard om het fel begeerde klokje te kunnen kopen. Op 15-Jarige leeftijd is hij al met het bewerken van hout begonnen. Zijn eerst draaibank was een trapdraaibank, die vol houtworm zat. Maar zoals dat vaak gaat ontbrak het hem aan de nodige tijd om zijn hobby intensief te kunnen beoefenen. Zijn beroep was metselaar (na eerst één Jaar timmerman te zijn geweest). Hoewel hij een zelfstandig beroep had vindt hij dat hij pas écht zelf standig werd op zijn 65e Jaar. Hij zegt: ,,Nu kan ik doen en laten wat ik wil. Als ik geen zin heb om een bepaalde opdracht uit te voeren doe ik het niet. Dat kon Je als metselaar niet doen -;*,>« Ik kijk even in zijn werkplaats rond. Er staat een prachtige draaibank, die zijn schoonzoon voor hem gemaakt heeft. ,,De kunst is", aldus Robijn, ,,om twee precies dezelfde dingen te draaien. Dat vind ik het mooie van dit vak. Even later zitten we aan de tafel in de woonkamer. Mevr. Robijn laat haar mooie, gekantkloste kleedjes zien, die ze pas gemaakt heeft. „Wij zijn de bezige bijtjes", schertst haar man. Dat hij zich met nóg een hobby bezig houdt had ik al vermoed: op de tafel ligt een verrekijker en in de tuin staat een volière. Hij zegt: „Vogels houden is altijd een liefhebberij van me geweest. Ik raakte hier als het ware aan verslaafd. Mijn gewone werk leed er weleens onder en ik moest altijd een uur eerder opstaan. Overigens vind ik het nog steeds leuk om vogels te houden en om ze te kweken; alleen géén 150 meer zoals in 't verleden. Het mooiste ervan vind ik als ze uit het eitje komen en dan na drie weken het nest af vliegen. Daar geniet ik erg van". Op het ogenblik vertoeven er voornamelijk wildzangkana ries in de volière. In dit korte bestek heeft dhr. Robijn zijn voorliefde duidelijk geëtaleerd: vogels, wilde bloemen en planten. En het verrassende is dat hij van alle heel veel weet b. v. haalt hij nog even aan dat de distelvink gek is op akkerdistel; vandaar de naam. En mocht het u opvallen dat er in Melissant erg veel distels groeien dan zou dhr. Robijn daar weleens ,,de hand in gehad" kunnen hebben!! Teunie Knöps Deze vraag- en antwoord-rubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er kosteloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u sturen aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Post bus 8, Middelharnis, met in de linker bovenhoek „Vragen-rubriek" vermeld. De vragen worden door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending compleet met antwoord in deze rubriek worden ge publiceerd. UIT 9t 9RAND Bestaat er een vakboek met alles over branden, blussen, voorkómen van explo sies, rookmelders enz. enz. Antwoord: Ja, het „Handboek voor de brandweer", uitgegeven door de Kon. ande, Postbus 20,8200 AA Lelystad, tel. 03200 - 22944. 80MTM0TIM HST KLttP Hierbij een doosje met enkele larven, gevonden in de vloerbedekking onder de kast. Wat zijn dat en hoe kunnen we ze bestrijden? Antwoord: U had deze beestjes gelukkig stevig verpakt, zodat de PTT ze niet plat kon stempelen. Het waren lafven van de bontmot, die iets groter is dan de kleermot maar kleiner dan de tapijtmot. Het mot- vlindertje dat de eitjes bij u thuis gelegd heeft, is de Tinea pellionella en heeft grijze tot geelachtige voorvleugeltjes, waarop vaak donkere stippen te zien zijn. Hun larven leven in een stevig kokertje, dat er uitziet als een dikke worm en dat zij zelf opbouwen van woldraden en spinsel. Die schuilplaatsen worden telkens ver groot naarmate de larven groeien. De kop is zwart, het lichaam lichter getint. De mottenlarven ruiken precies, waar de lek kerste hapjes te vinden zijn en hebben een voorliefde voor bontmantels, ongeverfde wol, gebruikte dekens en wollen kleding. Vooral de vette randen van een kraag en kleding met vlekken laten zij zich goed smaken. Als u kledingstukken of dekens voor lange tijd opbergt, moet u die dus eerst goed wassen of chemisch laten rei nigen. U kunt met een lichte huishoud- insecticide spuiten en dat af en toe her halen, omdat er ook later nog eitjes kun nen uitkomen. Verder is van belang, dat u geregeld tot in alle uithoeken stofzuigt. Dus ook ónder en achter kasten en andere moeilijk verplaatsbare meubelen. DS NIST-SSTAALV KAART Tot mijn verbijstering kreeg ik bericht van een reisbureau, waar ik mijn va kantie had aanbetaald, dat bij een in braak alle betaalkaarten daar gestolen waren, en dat ik opnieuw moest betalen. Kunnen zij me daartoe verplichten? En wat gebeurt er als de dief ook nog eens het geld van mijn betaalkaarten incasseert? Antwoord: Uw betaalkaarten waren nog niet opgezonden naar de Postbank, en daardoor nog niet van uw girorekening af geschreven. U was het bedrag dus nog niet kwijt en bij het saldo van het reisbureau was het nog niet bijgeschreven. Er moeten dus alleen maar nieuwe betaalkaarten worden uitgeschreven. Doet u dat niet, dan kan het reisbureau dit reisje niet laten doorgaan. U moet evenwel in zulke ge vallen de Postbank inlichten en de num mers van de gestolen kaarten opgeven, zodat die worden geblokkeerd en de dief de uitgeschreven bedragen niet kan innen, en een verklaring vragen, dat de evt. schade bij dubbele betaling zal worden vergoed. OUDS WSOUWS Hoe oud is eigenlijk de Weduwe Van Nelle? Antwoord: Het echtpaar Jan van Nelle (toen 26 jaar) en Hendrica Brand (24 lentes) uit Leiderdorp, kreeg op woens dag 9 oktober 1782 toestemming om in Rotterdam een winkel in koffie, thee, rookwaren en snuiftabak te vestigen aan de Leuvehaven. Hendrikje is in 1758 ge boren en toen op 13 november 1811 haar man stierf, had zij 2 kindem: Jan en Maria. In de overlijdensadvertentie stond „De affaire in koffie, thee, tabak en snuif zal door de weduwe worden geconti nueerd". Maar Hendrica stierfin 1813 en haar zoon Jan koopt dan met zijn zwager Abraham Goedkoop het pand. Als Jan van Nelle jr. op 52-jarige leeftijd over leden is, gaat die met de scheepsleveran- cier J. J. van der Leeuw de zaken verder uitbreiden en die is het geweest die ook na Abrahams dood het bedrijf voortzet onder de zo bekend geworden naam „De erven der Weduwe J. van Nelle". Sinds 1971 heeft echter het Amerikaanse con cern Standard B rands de meerderheid van de aandelen in handen. „Ernst nut en ontspanning '52" te Melissant Uitslagen van maandag 9 maart 1987 Ie afdeling: J. Non - A. Visbeen1-1 J. Doorn - A. 't Jonk0-2 H. Visbeen - J. Looy1-1 2e afdeling: S. W. Keyzer - C. Koppenaal O - 2 W. van Waasbergen - T. GoedegebuurO - 2 3e afdeling: J. Schans - P. Grootenboer2-0 J. Nagtegaal - S. Reygersberg0-2 R. Moerkerke - P. Jansen0-2 P. Jansen - L. Taal2-0 HYPOTHEEK NODIG? makelaar tamboer bellen voor gratis computerberekening 01870-3477 g HST GANZS LAND Afgelopen winter zag Je opvallend veel ganzen in ons land. Waar kwamen die allemaal vandaan en wat is er te doen tegen de schade die zij aanrichten? Antwoord: Blijkens een onderzoek in de laatste vier jaren overwinteren hier zo'n 600.000 brandganzen, grauwe ganzen, kolganzen, gewone en kleine rietganzen en rotgazen die afkomstig zijn uit verre koudere streken als Nova Zembla, Spits bergen, de nog noordelijker gelegen Franz Josefeilanden en het hoge noorden van Rusland. Ze vinden hier volop drink water, voedsel, rust en slaapplaatsen. Ze grazen vooral van het gras, maar deze laatste winter veroorzaakte de vorst meer schade dan deze vogels deden. Bovendien kan schade aan grasland worden beperkt door het op tijd met stikstof te bemesten, en kan ernstige schade worden geclaimd. Er is nu een formule voor de berekening daarvan. pispsnssA? Is het wel goed om de aardappelen 's morgens vroeg te schillen en 's avonds pas te koken? Antwoord: Nee, want als ze één uur in water staan, verliezen de piepers al 13% van de vitaminen C en 5% vitaminen B. Na 6 uur bent u 45% C en 20% B kwijt. Aardappelen en ook de meeste groenten moeten daarom kort voor het koken wor- dena geschild, respa. gesneden en ge wassen, en met zo min mogelijk water worden gekookt. Anders gooit u de meeste vitaminen met het water weg. (31a) Dhr. J. Boomsma schreef het volgende over Repatriëring Op die eerste dag van onze bevrijding de vijfde mei 1945 wisten we, dat er honderden Flakkeeënaars in Brabant za ten te popelen om terug te keren naar ons eiland. Ze waren in Duitsland bevrijd door de geallieerde legers, gingen west waarts, lopend, liftend, en werden in Bra bant zeer gastvrij ontvangen. Er was een regeling getroffen, dat repatrianten zich op het gemeentehuis van het dorp of de stad, waar zij wilden blijven, moesten aan melden. Ze werden dan ingeschreven en de gemeente zou hun logieskosten bij particulieren betalen, tot zij naar huis konden vertrekken. Zij konden ook terecht bij enkele re- patriëringshuizen, door de Amerikanen met voedsel bevoorraad. Enkelen van de repatrianten hadden al een roeiboot gehuurd, waren het brede water overgestoken, op goed geluk, op een dijk gestapt, niet beseffend, hoe levens gevaarlijk deze manoeuvre was, omdat alle dijken vol lagen met duitse land mijnen. Twee van mijn goede vrinden uit de zwemclub hadden een primitieve kano gebouwd, probeerden de overtocht, de kano sloeg om. Gelukkig waren zij voor treffelijke zwemmers, zwommen naar de Flakkeese kant van de rivier, liepen de dijk op, gelukkig zonder op een der mijnen te trappen. Direct werd door de nieuwe bestuurders van Flakkee dit probleem van repatriëring ter hand genomen. De geallieerden wer den er op attent gemaakt, dat Flakkee voor 3/5 onder water stond. De kapotte dijken moesten liever vandaag nog dan morgen hersteld worden. Men zat hier te springen om werkkrachten, doch het kar dinale punt van de onderhandelingen om de mensen naar Flakkee terug te laten keren was: is er voldoende voedsel op Flakkee om al die thuiskomers eten te geven? De grote moeilijkheid voor de geallieer den was: dat de mensen, die terug wilden naar Rotterdam, Den Haag of waar ook over de grote rivieren, in Nederland zelve niet voldoende eten zouden vinden. Toen er bericht kwam uit Flakkee, dat dit allemaal wel in orde was, werd direct een commissie gevormd. Het nieuwe eilandbestuur bepaalde, dat niet het Rode Kruis de organisatie ter hand zou nemen, ze moest uitgaan van het nieuwe bestuur, dat de heer Bolkenbaas, waarnemend directeur van het arbeids bureau de leiding opdroeg, verder werden benoemd J. C. Smits, J. L. den Hollander, L. M. Kouwenberg en ik die speciaal belast werd met de taak als we zieke of gewonde Flakkeeënaren in ziekenhuizen of waar ook vonden, te zorgen voor hun behouden terugkeer. Het vrijwel enige vervoer dat we hadden was de fiets. Wat we kregen waren legiti matie-papieren, vrij reizen op de veerboot van Ooltgensplaat naar Dintelsas. Jan den Hollander had een lichte motorfiets. Op de boot konden we voorlopig een schema opstellen; Jan den Hollander had introduktie-papieren voor het Militair Gezag in Brabant. Hij zou direct per motor naar het hoofdkwartier gaan om voor ons de benodigde legitimatiepapie ren te halen, de papieren, dat we alle en voor velen verboden wegen over moch ten trekken, dat we logeren mochten in de repatriëringshuizen. Dat klopte allemaal voortreffelijk. We kwamen tot de conclusie, dat we eerst eens in Dinteloord poolshoogte moesten nemen, hoe we verder konden handelen. Ik begon met pech, had al direct een lekke band in Brabant. Ik kon mijn fiets op een vrachtauto zetten, die me tot de kaai in Dinteloord bracht. Daar stapte ik uit, en stond meteen tussen een groep heel be kende kennissen, die direct zeiden, daar is Boomsma, die komt ons ophalen. Ik zei direct, het is zo, onderweg is nu ook Bolkenbaas, Smits, Kouwenberg enJan den Hollander. Wat ik eerst zoek is onder dak. Dirk Konings nodigde me uit. Ik heb een prima kosthuis, we slapen met zijn allen op de zolder, er is voor ieder ook een bed, een bord, lepel en vork en mes. Het is er goed van eten. Toen ik verder vertelde: Bolkenbaas zal wel het vervoer naar huis regelen zei Dirk Konings, ik maak je lekke band en krijg kaartje nr. 1 om thuis te komen. Nog voordat mijn mede-reisgenoten aan gekomen waren had ik al een hele massa informaties. De Flakkeeënaren brachten ons bij het gemeentehuis, we kregen een van de auto riteiten te spreken, vertelden hen, dat wij de mensen kwamen ophalen. Het werd in Dintelsas met vreugd begroet. Niet dat de Flakkeeënaren lastig waren, helemaal niet. Maar de gemeente Dinteloord en alle andere Brabantse gemeenten waren verplicht om terugkerende Nederlanders te helpen aan onderdak, aan geld om een maaltijd te kopen. Dat was een kostbare geschiedenis, als er een hele groep mensen op je kosten moet leven. Het eerste overleg was: dat de heer Bolken baas een ruimte toegewezen kreegin de Ned. Herv. Pastorie om zijn kantoor te vestigen. Hem werd bij twee bejaarde dames logiesruimte aangeboden, waar hij het heel goed heeft gehad. Ik kreeg onder dak in het heel eenvoudige huis, waarDirk Konings, en vele anderen, gastvrijheid genoten. Het eerste wat nodig was, was dat alle Flakkeeënaren bekend gemaakt zouden worden dat er een commissie was om hen te helpen. Ik schreef een tekst voor een klein aanplakbiljetje. Het eerste biljetje is jammer genoeg verloren gegaan, de tekst was ongeveer dit: Flakkeeënaren, gij kunt naar huis. Ga niet op eigen boot-gelegen- heid. De dijken van Flakkee zijn vol landmijnen. Op zijn kantoortje in de Herv. Pastorie zit de heer Bolkenbaas van het arbeidsbureau. Ieder die terug wil keren, krijgt van hem gratis een pasje om met de boot vervoerd te worden. Ik ondertekende dit met J. Boomsma, namens het Rode Kruis. Ik zocht de drukkerij in Dinteloord, sprak met mijn collega-drukker af, dat dit biljetje in honderdvoud zo spoedig mogelijk ge drukt moest worden. Hij beloofde me, dat het de volgende morgen om 10 uur klaar zou zijn. Hij heeft het stipt uitgevoerd, de kosten waren slechts 8,-. Ik ben de volgende morgen met Bolken baas al vroeg naar zijn „kantoortje" ge gaan. Er stonden een heleboel Flak keeënaars eigenlijk te dringen om een ver voersbewijs. Ik sprak ze gemoedelijk toe, jullie krijgen allemaal een gratis vervoer- bilkjet en vanavond om 5 uur kunnen jullie overgezet worden. Op Flakkee staan vrachtauto's gereed jullie op te halen, en jullie kunnen vanavond thuis zijn. Maar a.u.b. nu niet dringen, netjes in een lange rij staan, dan kan de uitgifte van kaartjes beginnen. Zoals afgesproken. Dirk Ko nings had kaartje nr. 1Enkelen, die me al direct erg behulpzaam waren kregen de nrs. 2 tot 25. Het was alleen maar een formaliteit, want allen zouden overgezet worden. Maar voor degenen, die de kaar tjes kregen, was het een gouden bankbiljet! Morgen, zaterdag wordt het oud papier en karton weer bij u opgehaald. De vrij willigers verzoeken u het oud papier en karton voor 9 uur gebundeld buiten te plaatsen. Bij voorbaat hartelijk dank. Sinds jaar en dag, en dat al zo'n zestig jaar, is de aanwezigheid van Teun Lodder, de laatste Som melsdijkse dorpslcapper, een vast gegeven geweest, maar over en kele weken zal daar een deflnitief eind aan zijn gekomen; Lodder stopt ermee....! „Ik heb tegen over m'n medemens m'n plicht wel gedaan", vindt de bijna 75- jarige kapper en wie zou dat durven ontkennen? Kapper Lod der trekt zich terug in een be jaardenwoning in de A. J. de Graaiïstraat, maar tien tegen één dat hij z'n tas met kapperspullen bij de hand zal houden. Z'n han den staan er immers naar? Meestal bracht hij zijn tijd door in zijn zaak maar vooral 's maandags, wan neer die gesloten was, kon je dhr. Lodder tegenkomen, met die tas op de bagagedrager, op zijn ronde langs zieke of bejaarde klanten die hij niet graag in de steek zou hebben gelaten en 't lijkt erop dat ze ook voortaan op hem mogen rekenen, „al besefik best dat ik een mens van een dag ben", voegt hij daaraan toe. Nog pas enkele weken geleden heeft hij zijn zuster Anna moe ten verliezen met wie hij altijd heeft samengewoond „en dat mis je", zo heeft hij pijnlijk ervaren. Veertien was hij nog maar toen hij, stammend uit een gezin met 7 jongens en 4 meisjes, bij kapper Van der Voorde op het Zandpad in de leer ging. Eigen lijk zo bekent hij was het niet een bewuste keuze om in het kappersvak te gaan, maar wat moest je? Hij wilde eigenlijk best gaan varen, visser wor den, maar uit de familiekring rezen daartegen de ernstigste bezwaren. Zelfs grootmoeder dreigde hem in dat geval de benen te breken als hij ooit voet op een scheepsdek zou zetten. Veiliger was het daarom voor het kappersvak te kiezen en dat deed- ie daarom maar Als 19-jarige begon hij voor zichzelf. In het pand van Kruider huurde hij een kamer. Dat zal in 1931 zijn geweest, waarna hij in 1938 vertrok naar een pandje beneden in de Oostkrakeel- straat. In 1955 verkocht hij dat voor afbraak aan de gemeente waarna hij zijn huidige pand op de Oostdijk be trok, gekocht van Camphens, pluim veehandelaar van beroep. Eerder dat jaar had dhr. Lodder in één week tijds beide ouders verloren en samen met zijn zuster Anna betrok hij zijn Som melsdijkse pand om er meer dan dertig jaar in grote harmonie samen te wonen totdat zij op 8 februari overleed: in daer mis je toch zo'n hoap an", verzekert dhr. Lodder. Nee, hij is nooit in competitie geweest op kappersconcoursen en de klanten mochten van hem geen kreatieve coupes verwachten; de tarieven, ook de nu nog geldende, waren dan ook op die betrekkelijke eenvoud afgestemd: knip pen 7,-, gedekt knippen 9,-, sche ren 2,50 en lotion 2,-. „In 1969 kreegje al die nieuwe haarmode, maar natuurlijk ben ik toen niet meer naar school gegaan", verklaart dhr. Lodder zijn traditionele manier van knippen die hen vooral door de ouderen in dank werd afgenomen. Geen poespas moes ten die Eén van die ouderen is dhr. J. H. (Hans) Koote uit Sommelsdijk. Hij wordt al door dhr. Lodder geknipt sinds diens beginjaren bij kapper v.d. Voorde en nooit in die zestig jaar heeft dhr. Koote een andere kapper begeerd. Koote, ,,de man met de witte klom pen" noemen ze hem soms i.v.m. zijn hagelwitte klompen hoopt maar dat Lodder hem trouw zal blijven en hem aan huis zal knippen. „Het werk moet nu ontspanning voor me worden" zo houdt dhr. Lodder de mogelijkheid open dat hij de tondeuze best nog eens zal hanteren. Hij is op zijn bijna 75e wel aan wat ontsparming toe. Zover was hij nog niet toen hij kon saneren en op z'n lauweren kon gaan rusten, 't Was niet zijn stiel om dat op kosten van de gemeenschap te doen en hij voelde zich er nog veel te vief voor. Stel je voor, ooit is hij maar één week ziek geweest. Niet eens door het griep virus waarmee stellig veel van zijn klanten besmet zullen zijn geweest, maar doordat hij in een rumoerige Nieuwjaarsnacht eens poolshoogte nam en prompt een fikse kou te pakken kreeg Kapper Lodder met in de stoel de man die hem al 60 Jaar tot klant is, Hans Koote uit Sommelsdijk. C<^^<^l<.^V^V.^^I.^W.^<^1..^M^V.^^1.^1c t^^t^^(,^^t,^H.^^t^H^v^^ti^K^K^K^v i <.^f.^V,^^ii^ti^V^H^y^^*^V^V^V^^»t^^*^it.^\t^'tt^'l^^H.^V^\t^^%^^t^^t.^t,^t^^t>^^i\^^^^^f^'>*'^^'^^'.^^'^^^f^^^.^^*.^^^^^

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1987 | | pagina 9