Eerste reis ook de laatste reis Met de ''Batavia'' op weg S cheepsbouwmeester Willem Vos: "De Batavia moet een monument worden". "Batavia','s ervarings project voor werkeloze jongeren. 'Stichting Nederland bouwt VOC-Retourschip" Grootscheepse loterij moet bouw van de "Batavia" financieren Het Wrak Loterij Deelname Informatie Verenigde Oost indische Compagnie Debuut Batavia tijdens 'Sail Amsterdam1990 Met de herbouw van het VOC-schip de "Bataviawordt ons land een monument rijker. Kastelen, kerken en andere historisch belangrijke bouw werken zijn in grote getalen gerestaureerd. Maar in ons land, met zijn roemrijk verleden als zeevarende natie, is niet één compleet 17e eeuws zeeschip meer te vinden. Met de "Bataviazal ook Nederland weer een zeilende driemaster bezitten. Bovendien vormt de bouw van de "Batavia" een uniek werkgelegenheidsproject voor aankomende jonge vakmensen, die zo de best denkbare ervaring in houtbewerking opdoen. Een trots ambacht, dat ons land ooit groot hielp maken, wordt ermee in ere hersteld. Voor de herbouw van de "Batavia" is op 12 september 1985 de Stichting Nederland bouwt VOC-Retourschip opgericht, nadat reeds in 1980 was begonnen met het maken van een gedegen studie van de vroeg-17e eeuwse scheepsbouw.Het stichtings bestuur wordt bijgestaan door een commissie voor technische begelei ding, waarin, naast een scheeps- archeoloog en een architect, de con servatoren van een drietal scheep- vaartmusea zitting hebben. Op 4 oktober 1985 is in Lelystad de kiel gelegd voor de nieuwe "Batavia". De bouwplaats ligt aan diep vaar water, naast het Info-centrum Nieuw Land, aan de Oostvaardersdijk. Dit is een historische plek. Op haar reis naar de Oost passeerde de "Batavia" op 28 oktober 1628 exact dit punt. nadat zij de haven van Amsterdam had verlaten en via het Oostvaar- dersdiep de Zuiderzee overstak op weg naar haar verre bestemming. In het begin van de 17e eeuw nam de bouw van een VOC-schip ongeveer zes maanden in beslag. Thans is voor de historisch verantwoorde herbouw van de "Batavia" vier jaar en zes maanden uitgetrokken. De bouw geschiedt onder leiding van de erkende scheepsbouwmees ter Willem Vos, die voor de duur van de bouw op de bouwplaats woont en die, voorzover de voort gang van het werk niet in het gedrang komt, altijd wel bereid is om aan belangstellenden uitleg over de bouw te geven. Tijdens weekein den is daar uiteraard meer tijd voor beschikbaar dan op werkdagen. In 1628 laat de machtigste Kamer van de Verenigde Oostindische Compagnie, de Kamer Amsterdam, een gloednieuw schip bouwen. Een zogenaamd Spiegel-Retour-schip, bestemd om jaar in jaar uit tussen Holland en de Oost heen en weer te varen. De "Batavia", was tegelijker tijd vrachtvaarder, passagiers- èn oorlogsschip. De dekken en ka- nonsgaten van de 55 meter lange driemaster waren rood geverfd om de manschappen tijdens het gevecht niet te demoraliseren. Mocht er tijdens een gevecht eens massaal bloed vloeien, dan zou dat op de rode dekken niet zo opvallen. Vierentwintig stukken geschut moe ten een veilige overtocht garanderen. Op 28 oktober 1628 ^verlaat de "Batavia" als vlaggeschip van een vloot van zes schepen, de rede van Texel voor haar "maidentrip" naar de stad Batavia in Nederlands Indië. Aan boord zijn 325 mannen, vrou wen en kinderen plus elf kisten met gemunt zilver, welke een vijfde van al het VOC-geld in de Oost verte genwoordigen. F. Pelsaert, bevelhebber van de vloot en aan boord van de '"Batavia", en A. Jacobszoon, kapitein en navi gator, liggen elkaar niet. Als in de loop van de reis Jacobszoon zich wil vergrijpen aan een mooie vrouw die op weg is naar haar man in Indië, grijpt Pelsaert in. Hij belooft de \TOuw de zaak in Batavia grondig te zullen onderzoeken. De Haariemmer Jeronimus Cornelis, onderkoopman bij de VOC en apotheker van beroep, eveneens aan boord van de "Batavia".-praat op de kapitein in en overtuigt hem van zijn benarde positie. De stad Batavia biedt de kapitein vanwege de aanranding immers onheilspel lende vooruitzichten. .lacobszoon besluit te muiten en brengt onge merkt het schip uit koers. Hij heeft echter niet in de gaten dat hij het schip de ondergang instuurt. De "Batavia" strandt op een koraal rif voor de westkust van het huidige Australië. Pelsaert besluit om in Batavia hulp te gaan halen en vertrekt met een vijftigtal getrou wen, waaronder kapitein Jacobszoon. Jacobszoon is immers de enige die kan navigeren en Pelsaert moet hem daarom wel meenemen. Nu begint het Batavia-drama pas goed. Onder de achtergeblevenen op het eiland voert Jeronimus een waar schrikbewind. Een ieder die niet naar de wil van Jeronimus leel't, wordt hardhandig aangepakt. M(X)rd is bijna een dagelijks \cH)r- komende bezigheid van Jeronimus en zijn trawanten. Ondertussen bereikt Pelsaert pas na twee maanden Batavia en weer twee maanden later keren /e terug bij de achtergeble\eneii. Dat dank/ij een si)kiaal \an de VOC die samen met enkele anderen aan de terrcLU' \an .leronimus weet te ontkomen, het recht toeii zijn beloop krijgt, biedt de nabestaan den en de VOC weinig troost. Slechts weinigen hebben het bewind van .leronimus o\eilcelt. Wal be treft de VOC. de "Bata\ia" is \erloren gegaan in)g wwv /ij haar eerste reis voltooid heeft. In het maritiem museum van het Australische Fremantle wordt op het ogenblik gewerkt aan de recon structie van een gedeelte van de "Batavia". De geborgen en aange spoelde wrakstukken worden hier weer in elkaar gezet, voor zover dat mogelijk is. "In het tijdperk van de electronica moet je wat te bieden hebben, wil je opvallen. Ik stap dat tijdperk binnen met een groot houten schip onder m'n arm". Dit zegt scheepsbouwmeester Willem Vos. Hij heeft de leiding over de herbouw van het I7e eeuws VOC-schip ""de Batavia". Toen Willem Vos 16 jaar was bouwde hij zijn eerste boot, een kano. Na de ambachtsschool voor houtbewerking dook hij meteen de scheepsbouw in. "'Ik ben bij jacht werf De Vries/Lentsch in Amsterdam gaan werken. Dat draaide echter uit op een teleurstel ling. Je werkt daar voornamelijk met staal, terwijl ik veel liever houten joUetjes en punters bouwde". Vervolgens is Vos een restauratie- bedrijf begonnen: "Ik restaureerde toen 17e eeuwse huizen, en heb in die periode erg veel geleerd over de bouwstijl en houtverbindingen uit die tijd". In 1975 verhuisde de scheepbouw- meester naar het Friese Sint Jacobi- parochie. Daar bouwde hij twee botters. Aan een derde heeft hij zich maar niet meer gewaagd: "Door de "crisis" was er geen droog brood meer in te verdienen. Zo'n scheepje moest toch een 180.000 gulden opbrengen, dat kon praktisch nie mand meer op tafel leggen". In die periode rond '78 is ook het idee voor de bouw van de "Batavia" ontstaan. "Houten scheepsbouw is een soort bezienswaardigheid geworden. Ik kreeg toen het idee om een zodanig spectaculair schip te bouwen dat we er een toerischtische attractie van zouden kunnen maken". Samen met houthandelaar F. Faber uit Harlingen besloot Vos in 1980 tot de herbouw van het, in de 17e eeuw gezonken, VOC-schip de "Batavia". "Nederland is een vergader-land. In het begin hebben we zoveel verga derd en rapporten geschreven dat als we dat geld in hout hadden gestopt we nu al veel verder waren geweest". "Burgemeester Gruyters van Lelystad heeft toen op een gegeven moment gezegd: "Begin maar vast". Er .liggen in Nededand al genoeg rapporten in de la. We hebben toen een streep gezet onder al dat vergaderen en zijn samen met T. Bakker (penningmeester) in het voorjaar van '85 echt begonnen" In de zomer van '85 werd in Denemarken het benodigde hout uitgezocht. In oktober 1985 is ver volgens de kiel gelegd en de voorste ven van het grootspant geplaats. Omdat het project op dat moment bij nog maar weinig Nederlander bekend was werd in de winter alle energie gestoken in het verkrijgen van publiciteit. Gelukkig is dat gelukt. Wat W. Vos benadrukt, is dat hij niet zomaar een houten schip bouwt: "Vroeger gingen schepen als de "Batavia" zo'n vijftien jaar mee. Onze "Batavia" moet minstens een eeuw meegaan, vandaar dat het hout geconserveerd wordt. Het moet een "monument" worden De jongeren die aan de "Batavia" meewerken, doen dit voor het merendeel in het kader van een werkgelegenheidsproject voor werkeloze jongeren. 'Ik noem het liever een ervaringsproject", zo stelt Willem Vos. Onder de bezielende leiding van Vos leren de jongeren weereen echt ambacht, een vak waar ze ook straks, na de voltooiing van de "Batavia", veel aan hebben. Willem Vos: "Houtverbindingen in de hou ten scheepsbouw zijn aanmerkelijk moeilijker dan bijvoorbeeld in oude panden". Na afloop kunnen de jongens dan ook zo aan de slag bij de restauratie van oude huizen of molens. Maar ze kunnen natuuriijk ook terecht in allerlei andere beroe pen die met houtbewerking te maken hebben, zoals in het vak van meubelmaker bijvoorbeeld. Een handicap bij het solliciteren is meestal het gebrek aan ervaring op een bepaald vakgebied. En ervaring doen deze jongens bij de bouw van de "Batavia" ruim schoots op. Ze leren op de meest uit eenlopende manieren met hout bezig te zijn. Dat de "Batavia" geheel authentiek nagebouwd wordt, betekent overi gens niet dat er geen moderne appa ratuur gebruikt wordt zoals electri- sche boren, kettingzaagmachines etc. Het is een opleidingsproject, dus de jongens moeten wel met moderne apparatuur om leren gaan. Vroeger had je bij de bouw van zo'n schip allerlei mensen met aparte taken: spaanrapers, spijkerzoekers, gatenboorders, zagenvijlers etc. Bij ons moet iedereen echter natuurlijk met alle facetten van de bouw in aanraking komen. "Bij ons hoeft dus nieniand vier jaar lang alleen maar gaten te boren", aldus Vos. De jongeren zelf zijn razend enthou siast. Een van hen: "Je leert hier ontzettend veel. Ik werk hier nu zo'n halt jaar maar ik denk dat ik pas goed besef wat ik hier allemaal heb geleerd als ik weg ben". Een ander: "Ik had wel eens wat met hout gewerkt, kastjes en meubeltjes maken, maar balken van zo'n drie- of vierhonderd kilo bewerken is natuurlijk andere koek". De meeste jongens vinden het ook fantastisch om aan de bouw van de Oostindiëvaarder mee te werken. "Als straks de "Batavia" onder zeil gaat ben ik er trots op dat ik aan de totstandkoming van zo'n monu ment heb meegewerkt" aldus een van de jongens. De "Batavia" biedt momenteel werk aan zo'n 15 jongeren, in de toe komst zullen dit er circa 25 zijn. Uit het hele land komen aanmel dingen van jongens die graag mee willen helpen met de bouw. "We willen met algemene middelen een historisch verantwoord VOC-schip bouwen. Een vroeg-zeventiende-eeuws schip zoals dat in de zeventiende eeuw de wereldzeeën bevoer. Dus geen consessies doen aan mensen die vragen naar een moderne invulling, want ook inwendig moet het een volledig historisch schip zijn Dit zegt W.E. van der Meulen, voorzitter van de PR-commissie van de "Stichting Nederland bouwt VOC-Retourschip", die in 1985 werd opgericht. In de Gouden Eeuw waren de Nederlanders dè vrachtvaarders van Europa. De winstgevende han del in .'Aziatische produktenen dan vooral die in specerijen v\as een grote drijfveer voor vele kleine compagnieën die op de Oost voeren. Om onderlinge concurrentie te voor komen en een harde opstelling tegenover buitenlandse handelson dernemingen mogelijk te maken, drong de Nederlandse regering aan op bundeling van de krachten. De Verenigde Oostindische Com pagnie (VOC) was kort daarna een feit Bij de oprichting in 1602 kreeg de VOC het Nederlandse monopolie voor de vaart en handel vanuit ons land naar gebieden ten oosten van Kaap de Goede Hoop. Bovendien mocht de VOC handelsnederzet tingen stichten, forten bouwen en namens de Staten Generaal verdra gen sluiten. Alsof dit allemaal nog niet genoeg was, kreeg de VOC ook nog de handelsvaart tussen de landen in Zuidoost-Azië in handen. De compagnie bestond uit zes Kamers: Amsterdam, Middelburg, Delft, Rotterdam, Hoorn en Enkhuizen. Voordat de beslissingen van deze Kamers erdoor kwamen, moesten ze eerst goedgekeurd zijn door de Heren-Zeventien, het dage lijks bestuur van de VOC. De VOC was dus eigenlijk de eerste N.V. in de vaderlandse geschiedenis. Om de macht van de VOC en daarmee de macht van Holland uit te breiden en te behouden, was veel mankracht nodig. Meer dan de helft van hen die naar de Oost vertrokken, keerde niet terug. De lange zeereis en het verblijf in een tropisch land met vele onbekende ziekten eisten een hoge tol. In de eerste helft van de achttiende eeuw groeide het aantal schepen van de VOC uit tot 200 met een omzet van 24 miljoen gulden. Als 's werelds grootste handelson derneming had de VOC toen zelfs 30.000 mensen in dienst. Het bestuur van de stichting wordt gevormd door W. Vos, T. Faber en T. Bakker, respectievelijk voorzitter, secretaris en penningmeester. Zij stellen de richtlijnen voor de bouw, begeleiding en exploitatie vast. On dersteuning en invulling van het project vindt plaats in een zestal commissies. Vragen van het bestuur en met name van scheepsbouwer Willem Vos worden door die com missies beantwoord. Volgens 'drs. C. Paul, conservator van het Nederlands Historisch Scheepvaart Museum en lid van de technische begeleidingscommissie, heeft zijn commissie een klank bordfunctie: "We vergaderen regel matig met Vos. Hij legt ons zijn technische problemen voor, waar wij dan een oplossing voor probe ren te vinden. Zoals met het kiezen -van de rompvorm: de stabiliteits- berekeningen bleken niet te klop pen. Dat hebben we uitgezocht en gecorrigeerd". Naast de Technische Begeleidings commissie zijn er commissies op het gebied van de financiën, publiciteit, scholing (voor de begeleiding van jongeren werkzaam op de bouw plaats), historie en fondswerving. Deze laatste commissie is verant woordelijk voor de loterij en de werving van sponsors. De herbouw van de "Batavia" kost heel veel geld. Omdat de bouw van het schip in fasen geschiedt, kan ook de financiering in fasen geschieden. De geraamde kosten van het project komen op zo'n 10 miljoen gulden. De stichting verwacht het benodigde geld te verkrijgen via donaties, het heffen van entreegelden bij de bouwplaats, het verwerven van sponsorgelden in het bedrijfsleven en het houden van een groots opgezette loterij. Vooral de loterij is van belang. Op 14 maart 1986 werd tijdens de watersporttentoonstelling de HISWA de loterij gestart. Wie de voortgang van het project veilig wil stellen en tegelijk zijn geluk wil beproeven, heeft nog tot 28 februari de tijd om loten te kopen. Een lot kost honderd gulden en dit bedrag kan in één keer of in tien maande lijkse termijnen van tien gulden worden betaald. Vanaf 30 maart 1987 wordt dan iedere maand een trekking gehou den. Bij honderdduizend verkochte loten, wordt elke maand honderd duizend gulden aan prijzen uitge keerd met telkens een Volvo 340 als hoofdprijs. In januari 1988 wordt de loterij Tijdens "'Sail Amsterdam" 1990 moet de "Batavia" haar debuut maken, aan het hoofd van de vloot die vanaf IJmuiden het IJ opvaart. Na Sail 1990 zal de "Batavia" in de thuishaven Lelystad worden afge meerd. Het schip komt dan in een drijvend dok te liggen, zodat het aan alle kanten goed te bezichtigen is. In het dok kan tevens het nodige onderhoudswerk worden verricht, terwijl de "Batavia" te allen tijde gemakkelijk kan uitvaren op het IJsselmeer. besloten met een feestelijke televisie- uitzending.' Hoofdprijzen in de slottrekking: 3 Mercedes personenauto's type 190 E, kleurentelevisies, vakantie reizen etc. Meedoen is heel eenvoudig. Het enige dat u hoeft te doen is één of meerdere loten te bestellen bij het actieburo, in te vullen en op te sturen. Aan de hand daarvan worden uw gegevens in het compu ter (trekkings-) bestand opgeno men. Pas daarna vindt afschrijving van uw bank- of girorekening plaats. Als een bedrag van uw rekening wordt afgeschreven doet u dus gegarandeerd aan de trekking mee. De afschrijving is uw bewijs van deelname. Een lot kan naar eigen keuze worden afgeschreven in tien maandtermijnen van 10,- of in 100,- ineens. U kunt natuurlijk ook nu direkt per lot 100,- (of tien keer 10,-) over schrijven op postgirorekeningnum- mer 1513 t.n.v. actie Batavia, Oestgeest. De afschrijving geldt wederom als uw bewijs van deel name. Informatie over het Bataviaproject of de loterijactie: Actiebureau Nederland bouwt de "Batavia", Postbus 1064, 2340 BB Oestgeest, Tel.: 071-154409. Nederland bouwt de "Batavia" folo Axipic^s Lelvilacl

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1986 | | pagina 18