EIIAnDEI1-l1IEUW5
Uit de Historie
Middelharnis (xid
Overdenking
uit de
Heilige Schrift
In Memoriam J. van der Waal (overi. nov. '49)
Je trouwdag
Uniek in je leven!
15 corsages gratis
Bloemenhuis Korteweg
Zijreflectie fietsen
binnenl(ort wettelijl(
verpliclit
DE ZEE
ONS LAND
MEDISCHE DIENSTEN
2e Blad
VRUDAG 19 SEPTEMBER 1986
No. 5532
Veertig jaren hoofd der „Bosse-school" ^- ^^IMelharnis
Als wij ons nederzetten om een woord van
herinnering te schrijven aan onze over
leden Meester J. van der Waal, vermenig
vuldigen zich de gedachten in ons. Wij
zien hem nog voor ons in de kracht van zijn
leven, een man vol temperement, man van
het woord als weinigen, man van de pen
tevens. Woord en pen waren de twee
wapens welke hij hanteerde met een vir
tuositeit, welke bewondering afdwong.
God had hem met rijke gaven toegerust.
Ik herinner me nog de dag, dat meester van
der Waal hoofd werd van de Bosseschool
ik zat toen in de tweede klas streng
was hij, maar in de jaren, welke ik school
ging, heb ik hem leren kennen als een
onderwijzer welke zijns gelijke niet vond.
Als hij ging vertellen, bijbelse of vader
landse geschiedenis, dan leefde het tafe
reel dat hij behandelde voor de geest der
leerlingen. Meester van der Waal bracht
je er in, hij kon vertellen, dat het een lust
was, wij hingen aan zijn lippen. Gedu
rende ruim 40 jaren leidde hij de school.
Naast dfe school leidde hij zoals de
christelijke onderwijzers toen veelal de
den de politieke aktie. Hij was secre
taris van de Centrale in zijn oude samen
stelling. Hoe kon hij organiseren; denk
aan de partijdagen van die tijd, welke in de
oude Zondagsschool nu winkel van Vis
van Heemst gehouden werden. Hoe
leefde hij dan intens mee, onder de voor
zitter de heer Van Oversteeg, destijds
hoofd van de Christelijke School te Dirks-
land in samenwerking met mannen als ds.
Rössing uit Ouddorp, Wamaer uit Dirks-
land en anderen. Hoe kon zijn oog fonke
len als hij de schare getrouwen overzag en
aanvoerde door zijn woord.
Jarenlang was hij voorzitter der A.R.
Kiesvereniging te Middelharnis, daar
naast werd hij na de grondwetswijziging
van 1918, welke de evenredige vertegen
woordiging bracht, secretaris van de
Hulp-Centrale en secretaris van de Staten-
sectie Ridderkerk. Hij gaf zich geheel aan
die arbeid.
Een hele reeks vanjaren was hij redacteur
van de Maas en Scheldebode. Zijn wei-
versneden pen zorgde telkens weer dat de
courant gevuld werd met artikelen welke
gelezen en herlezen en ook besproken
werden. Hij bezat uitzonderlijke journa
listieke gaven. Mede aan zijn arbeid is het
door Gods zegen zo geworden, dat de
eenmaal machtige liberale partij zachtaan
terrein verloor en plaats moest maken
voor de doorwerking van de christelijke
beginselen.
Grote bekendheid verwierf de heer Van
der Waal als schrijver, tesamen met de
heer Vervoom, van het boek „De Ge
schiedenis van Goeree-Overflakkee", dat
in 1895 is verschenen.
Ook was hij vier jaar ouderling in de
Gereformeerde Kerk.
Het laatst van zijn leven had deze vurige
strijder een stil en rustig leven. Jongeren
welke hij veelal zelf gevormd had namen
zijn arbeid over, maar meeleven deed hij
altijd toch nog.
Een zware slag trof hem deze zomer toen
God zijn zoon Cor tot Zich nam en nu is
hijzelf onze meester Van der Waal
ingegaan in de rust welke er overblijft voor
het volk van God. Hij heeft gestreden als
een geharnast strijder voor Gods Naam,
doch als kind van God was hij klein.
De oude garde sterft. Laten de jongeren de
banier, welke zij hoog gehouden hebben,
overnemen. Meester van der Waal heeft
de hitte des daags en de koude des nachts
verdragen. Hij leefde uit het beginsel, het
beginsel dat hem kracht gaf om de oor
logen des Heeren te voeren. Hij was een
held in volle wapenrusting, welke de strijd
niet schuwde, maar elke dag stond hij daar
in de beste periode van zijn leven midden
in.
Wij danken God voor het vele goede dat
Hij ons in Zijn rijke genade in Meester van
der Waal heeft willen schenken. God
trooste zijn kinderen en familie met Zijn
genade. (e N
Van 1932 - 1957 was dhr. P. G. J. van
Leeuwen hoofd.
Voor hem en zijn vrouw was de school hun
leven waarin ijzeren plichtsbetrachting en
diep geloof openbaar kwam.
Zo'n klein schooltje had het financieel erg
moeilijk.
Door de oorlog kreeg de school het zwaar
te verduren.
En na de oorlog waren er moeilijkheden
met het schoolgebouw.
Dhr. Van Leeuwen heeft zijn laatste jaren
moeten werken in een gebouw, dat zo lek
was, dat men bij regenweer welhaast beter
buiten dan binnen kon gaan zitten.
Daarbij past een
exclusief bruidsboeket
dat bij je hoort
Ieder bruidspaar
Zandpad 68 Middelharnis
Ingaande 1 januari 1987 moeten vol
gens wettelijk voorschrift alle fietsen in
Nederland zijreflectie voeren om de fiets
van opzij beter zichtbaar te maken. Dat is
natuurlijk vooral van belang in het donker
en bij andere omstandigheden met slecht
zicht. Om te kunnen voldoen aan de ver
plichting moeten de fietsen worden voor
zien van produkten die voldoen aan de
door het Ministerie van Verkeer en Water
staat vastgestelde keuringseisen.
De keuringseisen bevatten onder meer
helderheidseisen voor het retroflecterend
materiaal en een vormvoorschrift. Dat
vormvoorschrift eist nadrukkelijk voor
zieningen in wielcirkelvorm. Hieronder
vallen banden met een retroflecterende
strip, veters of strips die door de spaken
langs de velg worden gevlochten, of een
samenstel van reflecterende cirkelseg
menten tussen de spaken; zogenoemde
spaakreflectoren. Produkten die voldoen
aan de keuringseisen zijn voorzien van een
keurmerk. Fietsbanden die voorzien zijn
van een Belgisch of Duits keurmerk, wor
den ook in Nederland geaccepteerd. De
verplichting tot het voeren van zijreflectie
geldt voor alle fietsen die op de openbare
weg worden gebruikt en ook als je niet in
het donker van de fiets gebruik maakt,
zoals dat ook voor de grote rode achter
reflector geldt.
De nieuwe maatregel is bedoeld om het
fietsverkeer veiliger te maken. Het goed
gekeurde zijreflectiemateriaal is in de fiet-
senhandel te koop.
Bij zijn afscheid op 30 november 1957
blijkt welke belangrijke plaats de heer Van
Leeuwen ook in de burgerlijke gemeente
innam.
Pas 19 september 1962 kon dhr. Van
Leeuwen de eerste steen voor de nieuwe
school leggen.
2 september 1963 werd de nieuwe school
officieel geopend.
De daartoe belegde bijeenkomst werd
gehouden in de hal van de nabijgelegen
Chr. U.L.O. (100 jaar Bosseschool).
Ik heb bij de Afscheiding de Bosseschool
besproken, omdat ze zeer nauw bij de
Afgescheiden kerk betrokken was.
Als ik over het Schoolleven ga vertellen,
kom ik op de stichting der Groen van
Prinstererschool.
Wat daaraan voorafging komt in het boek
je 100 jaar Bosseschool ter sprake, maar
ik zal daar later niet op ingaan.
Bij dit gedeelte over de Afscheiding zou
den we ook iets kunnen vertellen over het
Geref. jeugdverenigingsleven.
Er waren op een gegeven moment 2
Gereformeerde jongelingsverenigingen,
waarvan de éne niet en de andere wel bij
de Bond, gesticht door ds. J. Vonkenberg,
was aangesloten.
Van de bij de Bond aangesloten vereniging
was ik enige tijd lid. Daar ontmoette ik de
medeleden Jan Knape en Cor Knape.
Opmerking:
Van een Gereformeerde Jongelingsver
eniging bij de Bond aangesloten, mochten
niet-kerkelijk Gereformeerden lid zijn.
(wordt vervolgd) j. L. Struik
Een klaaglied wordt een lofzang
Zo zullen wij. Uw volk en de scha
pen Uwer weide, Uloven in eeuwig-
heid, van geslacht tot geslacht, wij
zullen Uw roem vertellen.
(Psalm 7913)
Zo heeft deze psalm, waarin droeve klach
ten overheersen, toch nog een „happy
end", een blijmoedig slot! Ineens slaat de
dichter een andere toon aan. Zo zullen wij.
Uw volk en de schapen Uwer weide,
loven in eeuwigheid....
Stelt deze man nu voorwaarden aan de
Heere? Wanneer U ons onze zonden
vergeeft, wanneer U de vijanden verjaagt,
ons de stad en de tempel teruggeeft, dan
zullen wij U loven? Met andere woorden:
als wij iets krijgen van U, dan krijgt U van
ons weer iets terug?
Nee, zó werkt dat niet. Zo bedoelt deze
dichter het ook niet Er zijn wel veel
mensen die zo denken en bidden.Heere,
als U me dit geeft, dan zal ik.... Ik ben nu
ziek, maar als ik beter mag worden.... Ik
zit nu aan de grond, maar als U me uit de
moeilijkheden helpt.... Daar zit iets in
van: Heere, als U nu eens laat zien Wie U
bent en wat U kunt, dan mag U van mij
ook iets verwachten. Van dat soort be
loften zijn er heel wat achtergebleven op
ziekbedden en in moeilijke situaties.
Maar zó bidt deze dichter niet. Het gaat
hem er niet om uit de nood gered te
worden, het gaat hem allereerst om de eer
van zijn God. Dat was trouwens de onder
toon van héél zijn lied. Uw erfenis, de
tempel van UW heiligheid, UW knechten,
UW gunstgenoten.... En nu, aan het eind
zegt hij: we zijn UW volk en de schapen
UWER weide. Israël is immers de kudde
die de Heere weidt? Het volk dat HEM
alleen toebehoort en waarop HIJ alleen
recht heeft?
Nee, deze dichter zegt dat niet vanuit een
valse rust. We zijn ZIJN volk en nu kan
ons niets gebeuren.... Die mensen zijn er
altijd geweest. Die waren er ook in de
dagen van Jeremia. Wij zijn het volk van
het Verbond en des Heeren tempel is deze!
En dat gevaar bedreigt ook altijd de Ge
meente van Christus. We zijn toch ge
doopt en we hebben toch de bijbel en we
zijn toch de Gemeente, naar de Naam van
Christus genoemd? Alsof dat allemaal
automatisch werkt'
Nee, zo bedoelt deze dichter het niet. Uw
volk en de schapen Uwer weide, Heere,
dat zijn we, maar dat zijn we helemaal niet
waard! Dat hebt U ook laten zien, dat wij
dat niet verdienen! Het lijkt wel alsof U
alles aan de verwoesting hebt prijsgegeven.
De stad en de tempel liggen in puin. Uw
volk is gedood of in ballingschap. Er is
bijna niets van over.
En tóch zijn we Uw volk. Dat hebben wij
wel ongedaan willen maken, maar dat is
van Uw kant nooit ongedaan gemaakt.
Dat wij durven zeggen: wij zijn Uw volk
dat komt doordat U Zelf gezegd hebt: Ik
ben uw God. En dat wij \]v/ kudde zijn,
dat komt doordat U de Herder van Israël
bent. Welnu, een goede Herder laat toch
Zijn kudde niet in de steek? En waarom
hebt U die kudde anders, dan opdat de
schapen Uw lof zouden verkondigen?
Wel, dat zullen wij dan doen. Wanneer U
de vijanden straft om wat ze ons nee,
om wat ze U aangedaan hebben, dan
zullen wij U weer loven. Zo komen wij tot
onze bestemming. Want U hebt toch Zelf
gezegd: Dit volk heb Ik Mij geformeerd, ze
zullen Mijn lof vertellen? Dan zullen wij U
teruggeven wat de vijanden U wilden ont
nemen: de lof van Uw Naam!
Daar raakt deze man zó vol van, dat hij
zegt dat zullen we doen in eeuwigheid.
Dat betekent voor een Israëliet: voor een
zeer lange tijd. Maar nemen we het gerust
letterlijk: in eeuwigheid, voor altijd. Want
Zijn lof zal nooit meer ophouden, nooit
meer onderbroken worden. Ik zal de roem
van Uwe majesteit verhogen, tot in de
eindeloze eeuwigheid!
Maar ook hier en nü. Want zegt hij
we zullen Uw roem vertellen. Dat hoort
bij elkaar. Loven en vertellen. Loven
dat betreft de Heere. En vertellen dat
doen we tegen de mensen. We zullen niet
alleen in de binnenkamer en straks in de
eeuwigheid Uw Naam loven, we zullen
ook tegen andere mensen zeggen hoe
groot en hoe goed U bent.
En dat zullen we doen van geslacht tot
geslacht. We zullen het doorgeven aan
onze kinderen, en die weer aan hun kin
deren. Midden in dit lied heeft hij ge
smeekt: reken ons de misdaden van ons
voorgeslacht niet toe.... Daar zag hij de
zonde doorwerken in de geslachten. Nu
zegt hij: we zullen van geslacht tot ge
slacht Uw roem vertellen. Nu hoort hij
Gods lof opklinken in het nageslacht.
Kijkt u ook weleens vooruit? Als wij er
niet meer zijn, dan moet er toch een
nieuwe generatie zijn die Gods lof ver
kondigt? Dan zullen wij het toch aan
kinderen en kleinkinderen moeten door
geven Wie de Heere is, en wat Hij doet, en
dat Hij het waard is ook door hen gediend
en geprezen te worden?
Van geslachte tot geslacht
Wordt naar onze dure plicht
Bij het volk Uw gunst herdacht...
Zo is het klaaglied toch nog een Iqfzang
geworden. Hoe kan dat? Heel eenvoudig,
doordat de dichter eerlijk beleden heeft
wie hij is: een zondaar. Maar ook doordat
hij gezegd heeft Wie de Heere is: de
Herder Die Zijn kudde leidt
En voor beide hebben we Hem nodig, in
Wie de Heere Zijn Naam aan ons heeft
geopenbaard. Die de zonde van voor
geslacht en nageslacht heeft willen dragen
naar Golgotha. En Die in alles Zijn God
en Vader heeft verheerlijkt Ziende op
Hem is er hoop, is er verwachting, voor
ons en voor ons nageslacht
Zo verstommen de klaagliederen. Want
wat klaagt een levend mens? Een ieder
klage vanwege zijn zonden.
En zo wellen de lofliederen op: mijn God,
U zal ik eeuwig loven, omdat GIJ 't hebt
gedaan.
Gouda
van vrijdag 19 september 1986
t/m zondag 21 september 1986
ARTSEN
Middelharnis - Sommelsdijk:
van zaterdagmorgen 8.00 uur tot maan
dagmorgen 8.00 uur heeft dienst dokter
van Kempen, tel. 01870 - 2710.
Deze arts is woensdag a.s. van 12.00 tot
24.00 uur afwezig.
Dirksland - Herkingen - Melissant:
van vrijdagavond 19.00 uur tot maan
dagmorgen 8.30 uur hebben dienst de
doktoren K. J. Huisman en T. v. d. Doel,
tel. 01877- 1412, b.g.g. 1752.
Stellendam Goedereede:
van vrijdagavond 17.00 uur tot zondag
avond 24.00 uur heeft dienst dokter P. J.
Bulüiuis, tel. 01879- 1367.
Nieuwe Tonge - Oude Tonge:
van vrijdagavond 17.00 uur tot maan
dagmorgen 8.00 uur heeft dienst dokter
G. C. A. M. van Hattem, tel. 01874 -
1259.
Stad aan 't Haringvliet -
Den Bommel - Ooltgensplaat:
van vrijdagavond 18.00 uur tot maan
dagmorgen 8.00 uur heeft dienst dokter
A. J. Janssen, tel. 01871 - 1306.
APOTHEEK „MENHEERSE"
Voorstraat 16 Middelharnis
Telefoon 01870 - 3666
J. Slager apotheker, werkdagen van 8.30
tot 12.30 en van 13.30 tot 18.00 uur.
Zaterdagen van 10.30 tot 11.30 uur en
17.30 tot 18.00 uur.
Zon- en feestdagen van 11.00 tot 11.30
uur en van 17.30 tot 18.00 uur. Spoed-
recepten kunnen via de dienstdoende arts
in de overige uren altijd worden aange
boden.
HYPOTHEEK NODIG?
makelaar tamboer bellen
voor gratis computerberekening
01870-3477 m
DD Kil
Inlichtingen via telefoonnummer 3666; of
via mededelingen dienstkastje.
TANDARTSEN
Uitsluitend voor spoedgevallen, tandarts
V. d. Houwen, tel. 01870 - 3313 (van
11.00 tot 11.30 uur).
DIERENARTSEN
De weekenddienst wordt opgegeven via
de antwoordapparaten bij: P. R. J. M.
Schilder, Oude Tonge, tel. 01874 - 2441;
L. Tjebbes, Middelharnis, tel. 01870 -
2966; W. J. Vink, Sommelsdijk, tel.
01870 - 2897; G, J. C. Wennink, Oud
dorp, tel. 01878- 1538.
WUKVERPLEGING
Wanneer u de wijkzuster nodig heeft, kunt
u het wijkgebouw in uw woonplaats bellen:
Achthuizen01873 -1440
Den Bommel01871- 1312
Dirksland01877 - 1500
Goedereede01879 - 1267
Herkingen01876 - 224
Melissant01877 - 1234
Middelharnis/Sommelsdijk
01870-2300
Nieuwe Tonge01875 - 1390
Ooltgensplaat01873- 1310
Ouddorp01878- 1321
Oude Tonge01874 -1289
Stad a/h Haringvliet.01871 - 2301
Stellendam01879 -1296
STICHTING
MAATSCHAPPELUK WERK
„Goeree - Overflakkee"
Oost-Achterweg 15a
3245 AN Sommelsdyk
Telefoon 01870 - 5166
Spreekuur: ma Um vrij 9.00 - 10.00 uur
Crisissituaties:
mat/mvrij 9.00-12.00/13.00-17.00 uur
WEEKENDDIENST
Gelieve in het weekend 01870 - 5166 te
bellen, u hoort dan via de bandrecorder
welke maatschappelijk werker
weekenddienst heeft.
Stichting KRAAMCENTRUM
Goeree - Overflakkee
Telefoon 01883 - 10 000
Stichting Gezinsverzorging
„DIRKSLAND"
Extra kerkdienst Ger. Gemeenten
NIEUWE TONGE- dinsdagavond 7.30
uur student C. A. van Dieren te Wad-
dinxveen.
MELIS SANT; Plein 1, 01877 - 2478.
Spreekuur: Maandag Xjm vrijdag 8.30 -
9.30 uur.
Stichting voor Gezinsverzorging
op Goeree-Overflakkeé
Voor gezinsverzorging in:
Nieuwe Tonge
Stad aan het Haringvliet
en in de Gemeente Oostflakkee
spreekuur iedere werkdag
van 8.30 tot 9.30 uur.
Tel. 01874 - 1612, Julianastraat 9,
Oude Tonge.
DIEN STENCENTRUM
„MIDDELHARNIS"
Doetinchemsestraat 27, Middelharnis
Pedicure dhr. J. T. v. d. Meijden elke Ie
maandag van de maand van 14.00 -17.00
uur in het dienstencentrum.
Ontspanningsvereniging voor
alleenstaanden „ONDER ONS"
telefoon 01870 - 4399 en 01870 - 5404
ONGEWENST ZWANGER
Bel voor hulp aan moeder en kind
01873 - 1968 of 033 - 620244
OPVANG van SLACHTOFFERS
BU MISDRUVEN
Postbus 38, 3247 ZG Dirksland
Ned. M.S. Stichting
afd. Goeree Overflakkee
Contact-Coördinator:
K. M. Schippers-Berghuis
tel.01879- 1815
Vereniging Borstvoeding Natuurlyk
Liaime Steenhof in Ouddorp,
tel. 01878-2511
Informatie- en klachtenburo
over de Gezondheidszorg:
TeL 01100-31594
op maandag t/m donderdag van 9 tot 12;
dinsdag half 2 tot 5
en donderdagavond van 6 tot 9 uur.
VERVOLGVERHAAL
Door Fenand van den Oever
- 18 -
G.F.CallenbacliB.V. Nijkerk
En zeg toch, dat het kantoor lang niet bij de slechtsten
zit. Het lijkt anders wel of ze het niet meer kennen. Dat
is wel het ergste wat een visser treffen kan. De vrees het
verleerd te zijn. De Engelsen vangen meer, de Duit
sers, aan wie zij of hun vaders het geleerd hebben, ook.
Die trekken zelfs haring van de grond af. Dat moetje
toch meemaken.
Een schande. Al hetjonge broed op de zeebodem wordt
verwoest. En op IJmuie denken ze er ook al over. Als
het gaat, volgen die drieste Scheveningers en Kat-
wijkers natuurlijk rap. Als die visserij ruiken, zijn ze
helemaal niet meer te houden. Neen, hier is het niet
meer wat het geweest is. En ze vertellen van ouwe
bevaren matrozen zoals zoons van Merijnus van den
Berg, die jarert een logger van Berkhout had en Jan
Visser van Alewijn Verboom, die hebben laten blijken,
dat ze er de brui aan geven. De zeepfabriek geeft meer
en een heel jaar door vastigheid.
Arend-Michiel kan het niet tegenspreken, hij wil het
ook niet. Dit kan geen stand houden, een teelt van
hooguit zeven maanden en dan wachten op mei....
Eigenlijk heeft hij op dit ogenblik gewacht.
Hij spreekt ze niet alleen niet tegen, hij geeft ze
volmondig gelijk.
Er moet verandering komen.
Ja, maar hoe. Arend-baas? Hij leest die vraag in hun
ogen. In het onzekere laat hij ze niet.
Mensen, we hebben ouwe en jonge schippers. De
jongere, die willen, gaan van de winter naar IJ muiden,
varen op de trolder. Ze moeten leren trawlen. Wie van
de matrozen mee wil, mag mee. Ik garandeer een
boterham, op voorwaarde, dat ze van de zomer op onze
schepen komen. Hè, waarom? wordt gevraagd, 't Is
hier toch al z'n leven zo geweest, dat een schipper en z'n
stuurman in de winterdag op de schuur werken?
Waarom? De schepen moeten van de kant.
Wil hij dan ook gaan trawlen?
Ik weet het niet, misschien wel.
Stilte.
Hij heeft het zo maar, onvoorbereid, in het midden
geworpen.
Het blijft stil, vreemd, onwezenlijk stil voor lui, die van
binnen kunnen koken als de branding. Hij leest in hun
ogen, die hem borend aanstaren: man, wat wil jij
eigenlijk precies, wat zit hierachter? In het onzekere zal
hij ze niet laten.
Wat ik wil, mannen?
Hij wacht een ogenblik, maar hij zal antwoord geven.
Hij vervolgt:
Ik wil van de arme visserman af, die moet begraven
worden. Ik wil een goeie boterham en meer vastigheid
voor allemaal. Waarom zou een visserman minder
moeten verdienen dan een sjouwerman op de fabriek?
Een visserman is een vakman! Als hij meer verdient,
verdient hij toch minder, 't Vertoef op een logger, 't
gemis van thuis, de pekelvreters, de extra-uren zijn toch
nooit helemaal te vergoeden. Ik wil varen, het hele jaar
door....
Hè, heeft ooit een reder hier zo gesproken?
Hannes Wapenaar, de stuurman van Tinus de Ridder,
die het al jaren van de organisatie verwacht, denkt: die
vent wil dalijk nog meer geven dan de bond vraagt.
Nou moet je toch ophouwen. Hannes denkt alleen.
Spreken doet Arend-baas.
En dan nog wat, mensen. De radio komt op,
weliswaar pas bij de marine en de koopvaardij. De
visserij zal echter volgen. Jullie moeten daar zoveel
mogelijk van leren.
Weer die vragende ogen:
Waarom?
Omdat de schepen, zodra dat mogelijk is, een toestel
mee krijgen.
Tot zover is het stil luisterend aangehoord. Dan staat
zijn ouwe rivaal Tinus de Ridder op. Deze heeft hem
altijd dwars gezeten. Vooral in de Pentland-fïrth toen
ze thuiszeilden van Stomoway. Een donkey liet hij
droog branden, 't Is vergeven, zand erover, hij zal er
ook nooit meer met een woord over reppen. Tinus, een
man van de rede, heeft tot nu toe gezwegen hij is ten
slotte nou de baas maar dat gaat te ver, veel te ver,
mensen.
Waarom radio? vraagt hij.
Omdat ik zo'n toestel nodig vind, Tinus.
Waarom? 't Klinkt nu brutaler.
Om elkaar te kunnen bereiken en elkaar te kunnen
waarschuwen.
Dacht jij soms, dat ik een lekker visgrondje aan een
ander overbracht?
Ja!
Waarom?
Ter wille van het kantoor.
Tinus schudde het hoofd, hij gaf het nog niet op.
-^ Denk jij soms, dat je haring in een toestel vangt?
Neen, misschien wel erdoor.
Geloof jij niet meer in de zegen?
Ja!
Wil je mijn ook een toestel geven?
Ja! Maar 't zal nog wel een paar jaar duren.
Tinus gaat staan, dreigend is zijn houding. Zijn hoofd
wordt vuurrood, hij hapt naar adem. Maar z'n zeggie
zal hij zeggen. Hij schreeuwt "het uit:
Ik neem de zak, zoek voor mijn maar een ander, dat
verdij ik, ik word geen schipper aan een draadje....
Alles wordt hier ondersteboven gesmeten. Wat jaren
als wet en regel heeft gegolden, schuif jij van de kaart.
Maar mijn niet, mijn niet....
Hij loopt weg. De deur smijt hij hard dicht. Hier zal
Tinus nooit meer een voet zetten.
Deze uitbarsting verwondert Arend-Michiel niet,
vroeg of laat zou die toch gekomen zijn. De radio was
geen oorzaak, slechts aanleiding. Tinus is zo scherp
gebekt. Met Tinus gaat er meteen een hoop kou uit de
lucht. Treuren doet hij er niet om.
Ze gaan uiteen. Een sigaar in de mond, het afrekengeld
op zak, naar huis en tegen moeder zeggen, kwasi
onverschillig alsof ze geen zorg hebben gehad: volgend
jaar heb ik m'n eigen schip weer.En moeder, op haar
manier, stil-blij. Schippersvrouw te zijn is toch wat.
Nou, over dat andere zouden ze nadenken,
't Had natuurlijk bij enkelen succes. Hij wist het
vooruit. Ze moesten thuis wat overwinnen. Die vrou
wen willen zes winters thuis-houden, zelf doen ze alsof
ze dat ook willen, maar in d'r hart snakken ze veertien
dagen na behouwen teelt weer naar zee. Een prop goeie
matrozen wil ook mee.
't Staat Arend-Michiel aan. Bij een hoop volk gaat het
hart nog naar de zee uit. Gelukkig wel.
(wordt vervolgd)
jf: V V
W. V. G.
i.4.4-'f4-4-************4-******'^*** *************************'^**»•*********■****4■********9■*■^