EIIAnDEI1-l1IEUW5 Uit de Historie Middelharnis (xid Overdenking uit de Heilige Schrift In Memoriam J. van der Waal (overi. nov. '49) Je trouwdag Uniek in je leven! 15 corsages gratis Bloemenhuis Korteweg Zijreflectie fietsen binnenl(ort wettelijl( verpliclit DE ZEE ONS LAND MEDISCHE DIENSTEN 2e Blad VRUDAG 19 SEPTEMBER 1986 No. 5532 Veertig jaren hoofd der „Bosse-school" ^- ^^IMelharnis Als wij ons nederzetten om een woord van herinnering te schrijven aan onze over leden Meester J. van der Waal, vermenig vuldigen zich de gedachten in ons. Wij zien hem nog voor ons in de kracht van zijn leven, een man vol temperement, man van het woord als weinigen, man van de pen tevens. Woord en pen waren de twee wapens welke hij hanteerde met een vir tuositeit, welke bewondering afdwong. God had hem met rijke gaven toegerust. Ik herinner me nog de dag, dat meester van der Waal hoofd werd van de Bosseschool ik zat toen in de tweede klas streng was hij, maar in de jaren, welke ik school ging, heb ik hem leren kennen als een onderwijzer welke zijns gelijke niet vond. Als hij ging vertellen, bijbelse of vader landse geschiedenis, dan leefde het tafe reel dat hij behandelde voor de geest der leerlingen. Meester van der Waal bracht je er in, hij kon vertellen, dat het een lust was, wij hingen aan zijn lippen. Gedu rende ruim 40 jaren leidde hij de school. Naast dfe school leidde hij zoals de christelijke onderwijzers toen veelal de den de politieke aktie. Hij was secre taris van de Centrale in zijn oude samen stelling. Hoe kon hij organiseren; denk aan de partijdagen van die tijd, welke in de oude Zondagsschool nu winkel van Vis van Heemst gehouden werden. Hoe leefde hij dan intens mee, onder de voor zitter de heer Van Oversteeg, destijds hoofd van de Christelijke School te Dirks- land in samenwerking met mannen als ds. Rössing uit Ouddorp, Wamaer uit Dirks- land en anderen. Hoe kon zijn oog fonke len als hij de schare getrouwen overzag en aanvoerde door zijn woord. Jarenlang was hij voorzitter der A.R. Kiesvereniging te Middelharnis, daar naast werd hij na de grondwetswijziging van 1918, welke de evenredige vertegen woordiging bracht, secretaris van de Hulp-Centrale en secretaris van de Staten- sectie Ridderkerk. Hij gaf zich geheel aan die arbeid. Een hele reeks vanjaren was hij redacteur van de Maas en Scheldebode. Zijn wei- versneden pen zorgde telkens weer dat de courant gevuld werd met artikelen welke gelezen en herlezen en ook besproken werden. Hij bezat uitzonderlijke journa listieke gaven. Mede aan zijn arbeid is het door Gods zegen zo geworden, dat de eenmaal machtige liberale partij zachtaan terrein verloor en plaats moest maken voor de doorwerking van de christelijke beginselen. Grote bekendheid verwierf de heer Van der Waal als schrijver, tesamen met de heer Vervoom, van het boek „De Ge schiedenis van Goeree-Overflakkee", dat in 1895 is verschenen. Ook was hij vier jaar ouderling in de Gereformeerde Kerk. Het laatst van zijn leven had deze vurige strijder een stil en rustig leven. Jongeren welke hij veelal zelf gevormd had namen zijn arbeid over, maar meeleven deed hij altijd toch nog. Een zware slag trof hem deze zomer toen God zijn zoon Cor tot Zich nam en nu is hijzelf onze meester Van der Waal ingegaan in de rust welke er overblijft voor het volk van God. Hij heeft gestreden als een geharnast strijder voor Gods Naam, doch als kind van God was hij klein. De oude garde sterft. Laten de jongeren de banier, welke zij hoog gehouden hebben, overnemen. Meester van der Waal heeft de hitte des daags en de koude des nachts verdragen. Hij leefde uit het beginsel, het beginsel dat hem kracht gaf om de oor logen des Heeren te voeren. Hij was een held in volle wapenrusting, welke de strijd niet schuwde, maar elke dag stond hij daar in de beste periode van zijn leven midden in. Wij danken God voor het vele goede dat Hij ons in Zijn rijke genade in Meester van der Waal heeft willen schenken. God trooste zijn kinderen en familie met Zijn genade. (e N Van 1932 - 1957 was dhr. P. G. J. van Leeuwen hoofd. Voor hem en zijn vrouw was de school hun leven waarin ijzeren plichtsbetrachting en diep geloof openbaar kwam. Zo'n klein schooltje had het financieel erg moeilijk. Door de oorlog kreeg de school het zwaar te verduren. En na de oorlog waren er moeilijkheden met het schoolgebouw. Dhr. Van Leeuwen heeft zijn laatste jaren moeten werken in een gebouw, dat zo lek was, dat men bij regenweer welhaast beter buiten dan binnen kon gaan zitten. Daarbij past een exclusief bruidsboeket dat bij je hoort Ieder bruidspaar Zandpad 68 Middelharnis Ingaande 1 januari 1987 moeten vol gens wettelijk voorschrift alle fietsen in Nederland zijreflectie voeren om de fiets van opzij beter zichtbaar te maken. Dat is natuurlijk vooral van belang in het donker en bij andere omstandigheden met slecht zicht. Om te kunnen voldoen aan de ver plichting moeten de fietsen worden voor zien van produkten die voldoen aan de door het Ministerie van Verkeer en Water staat vastgestelde keuringseisen. De keuringseisen bevatten onder meer helderheidseisen voor het retroflecterend materiaal en een vormvoorschrift. Dat vormvoorschrift eist nadrukkelijk voor zieningen in wielcirkelvorm. Hieronder vallen banden met een retroflecterende strip, veters of strips die door de spaken langs de velg worden gevlochten, of een samenstel van reflecterende cirkelseg menten tussen de spaken; zogenoemde spaakreflectoren. Produkten die voldoen aan de keuringseisen zijn voorzien van een keurmerk. Fietsbanden die voorzien zijn van een Belgisch of Duits keurmerk, wor den ook in Nederland geaccepteerd. De verplichting tot het voeren van zijreflectie geldt voor alle fietsen die op de openbare weg worden gebruikt en ook als je niet in het donker van de fiets gebruik maakt, zoals dat ook voor de grote rode achter reflector geldt. De nieuwe maatregel is bedoeld om het fietsverkeer veiliger te maken. Het goed gekeurde zijreflectiemateriaal is in de fiet- senhandel te koop. Bij zijn afscheid op 30 november 1957 blijkt welke belangrijke plaats de heer Van Leeuwen ook in de burgerlijke gemeente innam. Pas 19 september 1962 kon dhr. Van Leeuwen de eerste steen voor de nieuwe school leggen. 2 september 1963 werd de nieuwe school officieel geopend. De daartoe belegde bijeenkomst werd gehouden in de hal van de nabijgelegen Chr. U.L.O. (100 jaar Bosseschool). Ik heb bij de Afscheiding de Bosseschool besproken, omdat ze zeer nauw bij de Afgescheiden kerk betrokken was. Als ik over het Schoolleven ga vertellen, kom ik op de stichting der Groen van Prinstererschool. Wat daaraan voorafging komt in het boek je 100 jaar Bosseschool ter sprake, maar ik zal daar later niet op ingaan. Bij dit gedeelte over de Afscheiding zou den we ook iets kunnen vertellen over het Geref. jeugdverenigingsleven. Er waren op een gegeven moment 2 Gereformeerde jongelingsverenigingen, waarvan de éne niet en de andere wel bij de Bond, gesticht door ds. J. Vonkenberg, was aangesloten. Van de bij de Bond aangesloten vereniging was ik enige tijd lid. Daar ontmoette ik de medeleden Jan Knape en Cor Knape. Opmerking: Van een Gereformeerde Jongelingsver eniging bij de Bond aangesloten, mochten niet-kerkelijk Gereformeerden lid zijn. (wordt vervolgd) j. L. Struik Een klaaglied wordt een lofzang Zo zullen wij. Uw volk en de scha pen Uwer weide, Uloven in eeuwig- heid, van geslacht tot geslacht, wij zullen Uw roem vertellen. (Psalm 7913) Zo heeft deze psalm, waarin droeve klach ten overheersen, toch nog een „happy end", een blijmoedig slot! Ineens slaat de dichter een andere toon aan. Zo zullen wij. Uw volk en de schapen Uwer weide, loven in eeuwigheid.... Stelt deze man nu voorwaarden aan de Heere? Wanneer U ons onze zonden vergeeft, wanneer U de vijanden verjaagt, ons de stad en de tempel teruggeeft, dan zullen wij U loven? Met andere woorden: als wij iets krijgen van U, dan krijgt U van ons weer iets terug? Nee, zó werkt dat niet. Zo bedoelt deze dichter het ook niet Er zijn wel veel mensen die zo denken en bidden.Heere, als U me dit geeft, dan zal ik.... Ik ben nu ziek, maar als ik beter mag worden.... Ik zit nu aan de grond, maar als U me uit de moeilijkheden helpt.... Daar zit iets in van: Heere, als U nu eens laat zien Wie U bent en wat U kunt, dan mag U van mij ook iets verwachten. Van dat soort be loften zijn er heel wat achtergebleven op ziekbedden en in moeilijke situaties. Maar zó bidt deze dichter niet. Het gaat hem er niet om uit de nood gered te worden, het gaat hem allereerst om de eer van zijn God. Dat was trouwens de onder toon van héél zijn lied. Uw erfenis, de tempel van UW heiligheid, UW knechten, UW gunstgenoten.... En nu, aan het eind zegt hij: we zijn UW volk en de schapen UWER weide. Israël is immers de kudde die de Heere weidt? Het volk dat HEM alleen toebehoort en waarop HIJ alleen recht heeft? Nee, deze dichter zegt dat niet vanuit een valse rust. We zijn ZIJN volk en nu kan ons niets gebeuren.... Die mensen zijn er altijd geweest. Die waren er ook in de dagen van Jeremia. Wij zijn het volk van het Verbond en des Heeren tempel is deze! En dat gevaar bedreigt ook altijd de Ge meente van Christus. We zijn toch ge doopt en we hebben toch de bijbel en we zijn toch de Gemeente, naar de Naam van Christus genoemd? Alsof dat allemaal automatisch werkt' Nee, zo bedoelt deze dichter het niet. Uw volk en de schapen Uwer weide, Heere, dat zijn we, maar dat zijn we helemaal niet waard! Dat hebt U ook laten zien, dat wij dat niet verdienen! Het lijkt wel alsof U alles aan de verwoesting hebt prijsgegeven. De stad en de tempel liggen in puin. Uw volk is gedood of in ballingschap. Er is bijna niets van over. En tóch zijn we Uw volk. Dat hebben wij wel ongedaan willen maken, maar dat is van Uw kant nooit ongedaan gemaakt. Dat wij durven zeggen: wij zijn Uw volk dat komt doordat U Zelf gezegd hebt: Ik ben uw God. En dat wij \]v/ kudde zijn, dat komt doordat U de Herder van Israël bent. Welnu, een goede Herder laat toch Zijn kudde niet in de steek? En waarom hebt U die kudde anders, dan opdat de schapen Uw lof zouden verkondigen? Wel, dat zullen wij dan doen. Wanneer U de vijanden straft om wat ze ons nee, om wat ze U aangedaan hebben, dan zullen wij U weer loven. Zo komen wij tot onze bestemming. Want U hebt toch Zelf gezegd: Dit volk heb Ik Mij geformeerd, ze zullen Mijn lof vertellen? Dan zullen wij U teruggeven wat de vijanden U wilden ont nemen: de lof van Uw Naam! Daar raakt deze man zó vol van, dat hij zegt dat zullen we doen in eeuwigheid. Dat betekent voor een Israëliet: voor een zeer lange tijd. Maar nemen we het gerust letterlijk: in eeuwigheid, voor altijd. Want Zijn lof zal nooit meer ophouden, nooit meer onderbroken worden. Ik zal de roem van Uwe majesteit verhogen, tot in de eindeloze eeuwigheid! Maar ook hier en nü. Want zegt hij we zullen Uw roem vertellen. Dat hoort bij elkaar. Loven en vertellen. Loven dat betreft de Heere. En vertellen dat doen we tegen de mensen. We zullen niet alleen in de binnenkamer en straks in de eeuwigheid Uw Naam loven, we zullen ook tegen andere mensen zeggen hoe groot en hoe goed U bent. En dat zullen we doen van geslacht tot geslacht. We zullen het doorgeven aan onze kinderen, en die weer aan hun kin deren. Midden in dit lied heeft hij ge smeekt: reken ons de misdaden van ons voorgeslacht niet toe.... Daar zag hij de zonde doorwerken in de geslachten. Nu zegt hij: we zullen van geslacht tot ge slacht Uw roem vertellen. Nu hoort hij Gods lof opklinken in het nageslacht. Kijkt u ook weleens vooruit? Als wij er niet meer zijn, dan moet er toch een nieuwe generatie zijn die Gods lof ver kondigt? Dan zullen wij het toch aan kinderen en kleinkinderen moeten door geven Wie de Heere is, en wat Hij doet, en dat Hij het waard is ook door hen gediend en geprezen te worden? Van geslachte tot geslacht Wordt naar onze dure plicht Bij het volk Uw gunst herdacht... Zo is het klaaglied toch nog een Iqfzang geworden. Hoe kan dat? Heel eenvoudig, doordat de dichter eerlijk beleden heeft wie hij is: een zondaar. Maar ook doordat hij gezegd heeft Wie de Heere is: de Herder Die Zijn kudde leidt En voor beide hebben we Hem nodig, in Wie de Heere Zijn Naam aan ons heeft geopenbaard. Die de zonde van voor geslacht en nageslacht heeft willen dragen naar Golgotha. En Die in alles Zijn God en Vader heeft verheerlijkt Ziende op Hem is er hoop, is er verwachting, voor ons en voor ons nageslacht Zo verstommen de klaagliederen. Want wat klaagt een levend mens? Een ieder klage vanwege zijn zonden. En zo wellen de lofliederen op: mijn God, U zal ik eeuwig loven, omdat GIJ 't hebt gedaan. Gouda van vrijdag 19 september 1986 t/m zondag 21 september 1986 ARTSEN Middelharnis - Sommelsdijk: van zaterdagmorgen 8.00 uur tot maan dagmorgen 8.00 uur heeft dienst dokter van Kempen, tel. 01870 - 2710. Deze arts is woensdag a.s. van 12.00 tot 24.00 uur afwezig. Dirksland - Herkingen - Melissant: van vrijdagavond 19.00 uur tot maan dagmorgen 8.30 uur hebben dienst de doktoren K. J. Huisman en T. v. d. Doel, tel. 01877- 1412, b.g.g. 1752. Stellendam Goedereede: van vrijdagavond 17.00 uur tot zondag avond 24.00 uur heeft dienst dokter P. J. Bulüiuis, tel. 01879- 1367. Nieuwe Tonge - Oude Tonge: van vrijdagavond 17.00 uur tot maan dagmorgen 8.00 uur heeft dienst dokter G. C. A. M. van Hattem, tel. 01874 - 1259. Stad aan 't Haringvliet - Den Bommel - Ooltgensplaat: van vrijdagavond 18.00 uur tot maan dagmorgen 8.00 uur heeft dienst dokter A. J. Janssen, tel. 01871 - 1306. APOTHEEK „MENHEERSE" Voorstraat 16 Middelharnis Telefoon 01870 - 3666 J. Slager apotheker, werkdagen van 8.30 tot 12.30 en van 13.30 tot 18.00 uur. Zaterdagen van 10.30 tot 11.30 uur en 17.30 tot 18.00 uur. Zon- en feestdagen van 11.00 tot 11.30 uur en van 17.30 tot 18.00 uur. Spoed- recepten kunnen via de dienstdoende arts in de overige uren altijd worden aange boden. HYPOTHEEK NODIG? makelaar tamboer bellen voor gratis computerberekening 01870-3477 m DD Kil Inlichtingen via telefoonnummer 3666; of via mededelingen dienstkastje. TANDARTSEN Uitsluitend voor spoedgevallen, tandarts V. d. Houwen, tel. 01870 - 3313 (van 11.00 tot 11.30 uur). DIERENARTSEN De weekenddienst wordt opgegeven via de antwoordapparaten bij: P. R. J. M. Schilder, Oude Tonge, tel. 01874 - 2441; L. Tjebbes, Middelharnis, tel. 01870 - 2966; W. J. Vink, Sommelsdijk, tel. 01870 - 2897; G, J. C. Wennink, Oud dorp, tel. 01878- 1538. WUKVERPLEGING Wanneer u de wijkzuster nodig heeft, kunt u het wijkgebouw in uw woonplaats bellen: Achthuizen01873 -1440 Den Bommel01871- 1312 Dirksland01877 - 1500 Goedereede01879 - 1267 Herkingen01876 - 224 Melissant01877 - 1234 Middelharnis/Sommelsdijk 01870-2300 Nieuwe Tonge01875 - 1390 Ooltgensplaat01873- 1310 Ouddorp01878- 1321 Oude Tonge01874 -1289 Stad a/h Haringvliet.01871 - 2301 Stellendam01879 -1296 STICHTING MAATSCHAPPELUK WERK „Goeree - Overflakkee" Oost-Achterweg 15a 3245 AN Sommelsdyk Telefoon 01870 - 5166 Spreekuur: ma Um vrij 9.00 - 10.00 uur Crisissituaties: mat/mvrij 9.00-12.00/13.00-17.00 uur WEEKENDDIENST Gelieve in het weekend 01870 - 5166 te bellen, u hoort dan via de bandrecorder welke maatschappelijk werker weekenddienst heeft. Stichting KRAAMCENTRUM Goeree - Overflakkee Telefoon 01883 - 10 000 Stichting Gezinsverzorging „DIRKSLAND" Extra kerkdienst Ger. Gemeenten NIEUWE TONGE- dinsdagavond 7.30 uur student C. A. van Dieren te Wad- dinxveen. MELIS SANT; Plein 1, 01877 - 2478. Spreekuur: Maandag Xjm vrijdag 8.30 - 9.30 uur. Stichting voor Gezinsverzorging op Goeree-Overflakkeé Voor gezinsverzorging in: Nieuwe Tonge Stad aan het Haringvliet en in de Gemeente Oostflakkee spreekuur iedere werkdag van 8.30 tot 9.30 uur. Tel. 01874 - 1612, Julianastraat 9, Oude Tonge. DIEN STENCENTRUM „MIDDELHARNIS" Doetinchemsestraat 27, Middelharnis Pedicure dhr. J. T. v. d. Meijden elke Ie maandag van de maand van 14.00 -17.00 uur in het dienstencentrum. Ontspanningsvereniging voor alleenstaanden „ONDER ONS" telefoon 01870 - 4399 en 01870 - 5404 ONGEWENST ZWANGER Bel voor hulp aan moeder en kind 01873 - 1968 of 033 - 620244 OPVANG van SLACHTOFFERS BU MISDRUVEN Postbus 38, 3247 ZG Dirksland Ned. M.S. Stichting afd. Goeree Overflakkee Contact-Coördinator: K. M. Schippers-Berghuis tel.01879- 1815 Vereniging Borstvoeding Natuurlyk Liaime Steenhof in Ouddorp, tel. 01878-2511 Informatie- en klachtenburo over de Gezondheidszorg: TeL 01100-31594 op maandag t/m donderdag van 9 tot 12; dinsdag half 2 tot 5 en donderdagavond van 6 tot 9 uur. VERVOLGVERHAAL Door Fenand van den Oever - 18 - G.F.CallenbacliB.V. Nijkerk En zeg toch, dat het kantoor lang niet bij de slechtsten zit. Het lijkt anders wel of ze het niet meer kennen. Dat is wel het ergste wat een visser treffen kan. De vrees het verleerd te zijn. De Engelsen vangen meer, de Duit sers, aan wie zij of hun vaders het geleerd hebben, ook. Die trekken zelfs haring van de grond af. Dat moetje toch meemaken. Een schande. Al hetjonge broed op de zeebodem wordt verwoest. En op IJmuie denken ze er ook al over. Als het gaat, volgen die drieste Scheveningers en Kat- wijkers natuurlijk rap. Als die visserij ruiken, zijn ze helemaal niet meer te houden. Neen, hier is het niet meer wat het geweest is. En ze vertellen van ouwe bevaren matrozen zoals zoons van Merijnus van den Berg, die jarert een logger van Berkhout had en Jan Visser van Alewijn Verboom, die hebben laten blijken, dat ze er de brui aan geven. De zeepfabriek geeft meer en een heel jaar door vastigheid. Arend-Michiel kan het niet tegenspreken, hij wil het ook niet. Dit kan geen stand houden, een teelt van hooguit zeven maanden en dan wachten op mei.... Eigenlijk heeft hij op dit ogenblik gewacht. Hij spreekt ze niet alleen niet tegen, hij geeft ze volmondig gelijk. Er moet verandering komen. Ja, maar hoe. Arend-baas? Hij leest die vraag in hun ogen. In het onzekere laat hij ze niet. Mensen, we hebben ouwe en jonge schippers. De jongere, die willen, gaan van de winter naar IJ muiden, varen op de trolder. Ze moeten leren trawlen. Wie van de matrozen mee wil, mag mee. Ik garandeer een boterham, op voorwaarde, dat ze van de zomer op onze schepen komen. Hè, waarom? wordt gevraagd, 't Is hier toch al z'n leven zo geweest, dat een schipper en z'n stuurman in de winterdag op de schuur werken? Waarom? De schepen moeten van de kant. Wil hij dan ook gaan trawlen? Ik weet het niet, misschien wel. Stilte. Hij heeft het zo maar, onvoorbereid, in het midden geworpen. Het blijft stil, vreemd, onwezenlijk stil voor lui, die van binnen kunnen koken als de branding. Hij leest in hun ogen, die hem borend aanstaren: man, wat wil jij eigenlijk precies, wat zit hierachter? In het onzekere zal hij ze niet laten. Wat ik wil, mannen? Hij wacht een ogenblik, maar hij zal antwoord geven. Hij vervolgt: Ik wil van de arme visserman af, die moet begraven worden. Ik wil een goeie boterham en meer vastigheid voor allemaal. Waarom zou een visserman minder moeten verdienen dan een sjouwerman op de fabriek? Een visserman is een vakman! Als hij meer verdient, verdient hij toch minder, 't Vertoef op een logger, 't gemis van thuis, de pekelvreters, de extra-uren zijn toch nooit helemaal te vergoeden. Ik wil varen, het hele jaar door.... Hè, heeft ooit een reder hier zo gesproken? Hannes Wapenaar, de stuurman van Tinus de Ridder, die het al jaren van de organisatie verwacht, denkt: die vent wil dalijk nog meer geven dan de bond vraagt. Nou moet je toch ophouwen. Hannes denkt alleen. Spreken doet Arend-baas. En dan nog wat, mensen. De radio komt op, weliswaar pas bij de marine en de koopvaardij. De visserij zal echter volgen. Jullie moeten daar zoveel mogelijk van leren. Weer die vragende ogen: Waarom? Omdat de schepen, zodra dat mogelijk is, een toestel mee krijgen. Tot zover is het stil luisterend aangehoord. Dan staat zijn ouwe rivaal Tinus de Ridder op. Deze heeft hem altijd dwars gezeten. Vooral in de Pentland-fïrth toen ze thuiszeilden van Stomoway. Een donkey liet hij droog branden, 't Is vergeven, zand erover, hij zal er ook nooit meer met een woord over reppen. Tinus, een man van de rede, heeft tot nu toe gezwegen hij is ten slotte nou de baas maar dat gaat te ver, veel te ver, mensen. Waarom radio? vraagt hij. Omdat ik zo'n toestel nodig vind, Tinus. Waarom? 't Klinkt nu brutaler. Om elkaar te kunnen bereiken en elkaar te kunnen waarschuwen. Dacht jij soms, dat ik een lekker visgrondje aan een ander overbracht? Ja! Waarom? Ter wille van het kantoor. Tinus schudde het hoofd, hij gaf het nog niet op. -^ Denk jij soms, dat je haring in een toestel vangt? Neen, misschien wel erdoor. Geloof jij niet meer in de zegen? Ja! Wil je mijn ook een toestel geven? Ja! Maar 't zal nog wel een paar jaar duren. Tinus gaat staan, dreigend is zijn houding. Zijn hoofd wordt vuurrood, hij hapt naar adem. Maar z'n zeggie zal hij zeggen. Hij schreeuwt "het uit: Ik neem de zak, zoek voor mijn maar een ander, dat verdij ik, ik word geen schipper aan een draadje.... Alles wordt hier ondersteboven gesmeten. Wat jaren als wet en regel heeft gegolden, schuif jij van de kaart. Maar mijn niet, mijn niet.... Hij loopt weg. De deur smijt hij hard dicht. Hier zal Tinus nooit meer een voet zetten. Deze uitbarsting verwondert Arend-Michiel niet, vroeg of laat zou die toch gekomen zijn. De radio was geen oorzaak, slechts aanleiding. Tinus is zo scherp gebekt. Met Tinus gaat er meteen een hoop kou uit de lucht. Treuren doet hij er niet om. Ze gaan uiteen. Een sigaar in de mond, het afrekengeld op zak, naar huis en tegen moeder zeggen, kwasi onverschillig alsof ze geen zorg hebben gehad: volgend jaar heb ik m'n eigen schip weer.En moeder, op haar manier, stil-blij. Schippersvrouw te zijn is toch wat. Nou, over dat andere zouden ze nadenken, 't Had natuurlijk bij enkelen succes. Hij wist het vooruit. Ze moesten thuis wat overwinnen. Die vrou wen willen zes winters thuis-houden, zelf doen ze alsof ze dat ook willen, maar in d'r hart snakken ze veertien dagen na behouwen teelt weer naar zee. Een prop goeie matrozen wil ook mee. 't Staat Arend-Michiel aan. Bij een hoop volk gaat het hart nog naar de zee uit. Gelukkig wel. (wordt vervolgd) jf: V V W. V. G. i.4.4-'f4-4-************4-******'^*** *************************'^**»•*********■****4■********9■*■^

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1986 | | pagina 5