EIUVriDEtl-IIIEUWS li Overdenking Politieberichten N S komt-per auto- in de buurt uit de Heilige Schrift DE ZEE IS ONS LAND HET KIJKVENSTER Goedereede 2e Blad VRUDAG 22 AUGUSTUS 1986 No. 5524 blik op kerk en samenleving - Amsterdam - Criminaliteit - Openbare raadsvergaderingen - De politie Amsterdam, die grote stad, zongen we vroeger.... Inmiddels is Amsterdam een nog veel grotere stad geworden dan toen. Maar of het nog zo'n mooie stad is als voorheen? Er zijn mensen die er weleens heen moeten voor zaken, maar dan liefst de oude binnenstad maar vermijden en in ieder geval zo snel mogelijk proberen er weer uit te komen. Je zal maar burgemeester van Amsterdam zijn! Ik heb sterk de indruk dat de heer Van Thijn sinds hij eerste burger is van de grootste onzer steden, andere opvattingen over orde en veiligheid huldigt dan vóór die tijd. Hij heeft althans de neiging de criminaliteit en het vandalisme met ste vige hand te willen aanpakken. Maar het zit hem allemaal niet mee. De situatie is inmiddels ook zó uit de hand gelopen dat de klok in vele gevallen niet meer kan worden teruggedraaid. Van Thijn wilde de Zeedijk, het Eldorado van de drugsmokkel, schoonmaken en stelde daartoe de bekende „veegakties" in. Dat heeft wel wat geholpen, maar „schoon" is de Zeedijk zeker nog niet. Bovendien hebben de smokkelaars en de verslaafden meteen hun werkterrein naar andere buurten verlegd. Een nieuwe maatregel werd afgekondigd. Ordeverstoorders kunnen sneller dan voorheen worden opgepakt en vijf dagen opgesloten. Er z"ijn zelfs een aantal politie cellen in gereedheid gebracht om even tuele raddraaiers te kunnen bergen! Maar de politie vraagt zich af wat er in de praktijk van deze maatregel terecht zal komen, want men kampt met een tekort van ongeveer 500 man. Een nederlaag leed burgemeester Van Thijn voor de Amsterdamse rechtbank tegenover het Comité „Geen fascisten in de raad". Hij had zich immers voor genomen het aantal plaatsen op de pu blieke tribune drastisch te beperken, ten einde te voorkomen dat tegenstanders van de Centrumpartij de raadsvergaderingen zouden verstoren. Dat mag niet, zei de rechter Mr. Asscher, want raadsvergade ringen zijn nu eenmaal openbaar en dus voor ieder toegankelijk. Dat zal ook wel waar zijn. Maar we kunnen ook begrip opbrengen voor Van Thijn, die na afloop van de rechtszitting zei: „Ik moet nu mensen tot de raads vergadering toelaten die komen met de bedoeling dat de vergadering niet door gaat". We leven snel en de dood van de Amster damse agent Peter Lugten is bijna alweer vergeten. Echter niet bij het Amsterdamse korps. Daar wordt nog uitvoerig nage praat over de vraag hoe het allemaal verlopen zou zijn wanneer de politie eer der van een vuurwapen gebruik had ge maakt. Achterafis het natuurlijk allemaal erg gemakkelijk. Dan hadden ze dit moe ten doen en dan was dat niet gebeurd. Wanneer de politie niet schiet, dan is zij laf en dan laat zij alles maar begaan. Schiet ze wèl, dan is ze agressief en dan is er ineens een heleboel begrip voor de criminelen die het slachtoffer worden van die agressieve politie.... Vandaar dat een woordvoerder verklaarde: „Een politie man kijkt wel uit gebruik te maken van zijn vuurwapen. Wanneer je hebt geschoten word je meteen als een verdachte be handeld". Zo is dat allemaal in Amsterdam. En is het alleen daar zo? Waarnemer rui Deze vraag- en antwoord-rubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er kosteloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u sturen aan: Redactie Eilanden-N ieuws. Post bus 8, Middelharnis, met in de linker bovenhoek „Vragen-rubriek" vermeld. De vragen worden door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending compleet met antwoord in deze rubriek worden ge publiceerd. SSD-WOJtM Dit beestje (nu stevig ingepakt) vond ik tussen de dekens, terwijl ik ze elke week uitklop. Wat is dit? Antwoord: U schrijft er niet bij, wat u voor meelprodukten o.dgl. hebt gegeten bij het ontbijt-op-bed. Het was namelijk een meelworm, die u ons toezond. Onge vaarlijk dus tussen de lakens, maar veel schadelijker in keuken en provisiekast. Daar moet u eens nauwkeurig de schade opnemen, aangetaste meelprodukten weg doen en nieuwe in glazen potten of blik ken bussen bewaren als er inderdaad sprake is van meelwormen daar. Maar het diertje kan ook een toevallig binnen- gekropen exemplaar zijn, of in een winkel tussen de verpakkiAg zijn gekropen van een artikel dat u mee naar huis nam. SCHILDtRIJ Mijn vraag betreft een schilderij waarvan ik een kleurenfoto bijsluit.. Ik heb het doek uit de oude tijd, van een bazar in Oosterbeek. Misschien weet u er méér van? Antwoord: Onze historicus meent, dat het doek, gezien de signatuur, kan zijn vervaardigd door Henri, baron van Pal- landt, heer van Wolfswaard, die een goed amateur kunstschilder was en aan een enkele tentoonstelling heeft deelgenomen met Gelderse bosgezichten, een land schap met water en schilderijen gemaakt langs de oever van de IJssel. Deze baron van Pallandt is op 14 januari 1841 te Arnhem geboren en op 1 november 1901 in Den Haag overleden. Het kan dus uit die tijd stammen, maar we kunnen niets met zekerheid zeggen, omdat u zo'n kleine foto toestuurde en de signatuur in het struikgewas moeilijk te ontcijferen is. In komende gevallen ontvangen we graag uitvoeriger beschrijvingen en een afzon derlijk (en groot) nagetekende signatuur. Vermelding van gebruikte materialen zo als linnen of hout, dan wel karton, en de uitvoering van de lijst met daarop aan wezige letters en nummers, kan ook van groot belang zijn. NS heeft voor iedereen mogelijkheden om voordelig per trein te reizen. Maar voor veel mensen blijkt het uitzoeken van het aantrekkelijkste kaartje toch een hele puzzel. Daarom bezoekt NS met een speciale informatie-auto markten, braderieën en woonwijken in het hele land. Bij deze auto kan iedereen die meer wil weten over het reizen per trein met vragen terecht, terwijl er in de auto aantrekkelijke aanbiedingen te koop zijn die men niet aan het loket kan aanschaffen. De NS-informatie-auto komt woensdag 27 augustus op de weekmarktte Sommels- dijk van 08.00 - 12.00 uur. In de auto is het volledige informatie pakket aanwezig: het spoorboekje, het boekje „Treinprijzen", de handige pocket „NS-Dagtoerisme", de folder „NS-Spor- tiefen de „Seniorenwijzer", Een bezoek aan de informatie-auto biedt tevens de gelegenheid om van speciale aanbiedingen gebruik te maken. Een eenmaands-proefabonnement Da- lurenkaart voor 25,- (1 persoon). De kaart geeft recht op gereduceerd reizen na de ochtendspits en in het weekend. Voor mensen van 60 jaar en ouder is er een 2-maands proefabonnement 60-1- Seniorenkaart voor 15,-. Hiermee kan twee maanden met korting worden gereisd. Bovendien kan in deze periode een dag lang per trein worden gereisd zonder dat vooraf een kaartje hoeft te worden gekocht. De Herfst-/Kerst-Tienertoerkaart voor 35,- (normaal 40,-). Deze kaart geeft recht op vier dagen treinen binnen een periode van tien dagen in de Herfst- resp. Kerstvakantie voor tieners tot en met 18 jaar. Maar wie gewoon eens kennis wil maken met de trein, koopt bij de informatie-auto een „Probeer eeNS de trein"-voordeel- bon voor één gulden. Met deze aanbieding kan iedereen een hele dag met korting treinen: 40% op een dagretour of dagkaart en 45% op een enkele reis. HUIS VERKOPEN? makelaar tamboer bellen voor deskundige bemiddeling CD 01870-3477 m DD 8S00NIASCHIMMEL Ik zet elk jaar mijn knolbegonia's in bakken buiten, maar dan komt de schim mel erin en is 't in een paar weken beslist. Hierbij een stukje blad. Wat is daaraan te doen? Antwoord: a) Schimmel wijst op teveel vocht. Mogelijk hebt u die begonia's a' vroeg in het voorjaar buiten geplaatst, toen het nog erg regenachtig weer was, of staan ze bij een vijver, of is er (te)veel gesproeid, waardoor er water op het blad kwam. U kunt deze begonia's beter binnen houden en dan in een droge kamer (dus niet bij een open keuken). U mag ze nooit besproeien en moet ze juist aan de droge kant houden, dus liefst water geven op de schotel, en het overtollige water (dat niet is opgenomen) na de verzorging van uw planten weer wegnemen en niet op het schoteltje laten staan. Ook met bijmesten moet u voorzichtig zijn, daar een sterke groei het ,,wit" (dat is de naam van deze ziekte) in de hand werkt. Ook tocht kan de schimmel bevorderen, b) U schrijft over het strooien van poeder als bij aardappelen. Bestrijding van het „wit" is echter voor leken niet gemakke lijk. Als de planten nog niet in bloei staan, dus in de periode daarvóór, kunt u knol begonia's bestuiven met stuifzwavel. Dat is te koop bij zaadhandelaren, winkels voor tuinbenodigdheden, sommige bloe misten en kwekers. Let goed op de ge bruiksaanwijzing en herhaal de behande ling, want met een enkele keer bent u niet klaar. Oók de grond ónder de planten moet dan gelijk worden bestoven, in ver band met de daar aanwezige schimmel sporen. Debeste resultaten boekt u met de verzorging van knolbegonia's dus in een droge kamer, waar de temperatuur niet lager is dan 20 graden Celsius. Dr. H. F. Kohlbmgge: Een ootmoedige belijdenis Want wij weten, dat de Wet geeste lijk is; maar ik ben vleselijk, ver kocht onder de zonde. (Romeinen 714) „Ik ben vleselijk". Merkt op, wat wij lezen. Paulus zegt, terwijl hij deze brief schrijft, niet: „Ik was vroeger", maar: ,,ik ben vleselijk". En inderdaad, dat het waarheid is, dat die éne zonde die wij van onze eerste voorouders hebben geërfd, niet alleen bij hen die de duivel blijven toebehoren, maar ook bij de kinderen des lichts een modder- en giftpoel is en een diepe bron van allerlei ongerechtigheid, dat zien wij ook herhaaldelijk bij andere heiligen en gelovigen. Hier zien wij moord en echtbreuk bij David (2 Sam. 11); hoererij bij Juda en Thamar (Gen. 38); onreinheid en ontucht bij Simson (Richt. 16) en bij Lot, nadat hij uit Sodom gered was (Gen. 19); afgoderij bij Salomo (1 Kon. 11); hoogmoed bij Hizkia (Jes. 39); dronkenschap bij Noach (Gen. 9:21); twist en tweedracht tussen Paulus en Barnabas (Hand. 15 39); huichelarij bij Petrus (Gal. 2 13); onder de eerste christenen hoererij, onreinheid, harts tocht, boze begeerte en hebzucht (Col. 3 5), en bij de apostelen ontrouw jegens hun Heiland (Matth. 26 56); het vlese- lijkste van alle vleselijke werken en de zonde van alle zonden ongeloof bij Mozes; en bij Eha, Job en Jeremia erger nis aan Gods leidingen! Waar moeten wij beginnen, waar eindigen? „Ik ben vleselijk".... dat hebben alle hei ligen moeten voelen; dat zegt ook de apostel Paulus: „Wij weten, dat de Wet geestelijk is; maar ik ben vleselijk!" Maar hiermee brengt de apostel zichzelf in het nauw, hoe zal hij hier ooit uitkomen? Want in het volgende hoofdstuk zegt hij in het achtste vers: „Maar zij die vleselijk (naar de vertaling van Luther) zijn, kun nen Gode niet behagen". Hieruit maken wij dus de gevolgtrekking: zij die vleselijk zijn, kunnen Gode niet behagen; Paulus zegt, dat hij vleselijk is, dus kan Paulus Gode niet behagen. Ongetwijfeld is deze gevolgtrekking juist en precies zó als Pau lus haar gemaakt wilde hebben. Neen, Paulus kon als Paulus Gode niet behagen, want hij was vleselijk, en wat uit het vlees geboren wordt, dat is vlees, dat is zondig en verdoemelijk voor God. Hoe kon Paulus Gode dan wèl behagen? Slechts als een arm zondaar, die moorde naars-genade had ontvangen en in God geloofde, zoals Deze Hem die van geen zonde wist, voor ons tot zonde gemaakt heeft, opdat wij zouden worden gerechtig heid Gods in Hem. Zó werpt Paulus met dit woord alle heiligen overhoop en maakt hij hen allen tot recht arme zondaars, maar bovenal vertroost hij hiermee heel vriendelijk alle belaste en aangevochten harten. Hij leert ons, dat wij toch eens voor altijd de Wet vaarwel moeten zeggen en loslaten, aangezien wij het toch niet met haar kunnen klaarspelen noch bij haar in huis blijven. Want de Wet is geestelijk, uiterlijk en innerlijk; wij daarentegen zijn in- en uitwendig vleselijk, en er schuilen in ons te boze streken, dan dat wij ook maar één ogenblik vrede met haar zouden kun nen hebben. Wij willen haar immers altijd vleselijk verstaan hebben en vleselijk hou den; de Wet daarentegen wil geheel gees telijk opgevat en uit de grond van het hart metterdaad en in waarheid gedaan en vervuld zijn, en hiertoe zijn wij niet bij machte. Dit hebben ook alle kinderen Gods onder vonden, en zij ondervinden het hoe langer hoe meer. En deze waarheid moet staande blijven: „dat de mens gerechtvaardigd wordt door het geloof van Jezus Christus en niet door werken der Wet; en dat wij die geloven uit God zijn in Christus Jezus, die ons van God is gemaakt tot wijsheid, gerechtigheid, heiliging en verlossing" (vgl. Rom. 3 28; 1 Cor. 1 30). En daarom, omdat de Wet geestelijk is, maar wij vleselijk zijn, moeten wij, indien wij ook maar enigermate Gods genade deel achtig zijn, alle middelen om onszelf te rechtvaardigen en te heiligen, eraan geven; daarentegen moeten wij met alle vrijmoe digheid stoutweg deze gevolgtrekking ma ken: de Zoon is zó heilig als de Vader heilig is, en even rechtvaardig als de Vader, en zo vol van liefde, zo barmhartig en genadig als de Heiland van zondaars Jezus Christus is, zó vol van liefde, zó barmhartig en genadig jegens arme zon daars is ook de Vader, die immers alzo lief de wereld gehad heeft, dat Hij Zijn Zoon heeft gegeven. Kan ik nu niet onücennen, dat mijn Heere en Heiland Jezus Christus mijn ziel nu en dan vertroost heeft, Hij zou dit niet hebben kunnen doen, als ik Hem niet tevoren door de Vader gegeven was, en Hij kan mij niet liefhebben, tenzij de Vader mij tevoren liefgehad en mij aan Zijn Zoon gegeven heeft. Ik ben met de rechtvaardige en heilige God verzoend, ja dan neen. B en ik het niet, dan heeft Hij aan mij niet in genade kunnen denken; heeft Hij aan mij gedacht, dan is Hij met mij verzoend. Nu vindt er echter geen andere bevrediging van Zijn gerechtigheid en heiligheid plaats dan doordat hieraan vol doening gegeven wordt. En nu heeft Chris tus hieraan voldoening gegeven door Zijn gerechtigheid en heiligheid. Dus kan ik nergens anders rust en vrede vinden dan alleen door en in de gerechtigheid en heiligheid van Christus, „die met één offerande in eeuwigheid volmaakt heeft allen die geheiligd zijn" (Hebr. 10 14). SPINNS8A8YV0€DS€L De spinnen leven meestal van in een web gevangen voedsel. Maar als er jonge spinnetjes geboren zijn, die nog geen web kunnen maken, waar leven die dan van? Antwoord: Er zijn vele soorten spinnen, maar u schrijft uitsluitend over de zg. wielspinnen die een fraai web weven. De eitjes worden in keurige pakketjes afgezet. Als daar jongen uitkomen, teren die on geveer een week op het voedsel dat ze bij hun geboorte in het eigen lichaam hebben meegekregen. Ze groeien daar al flink van en blijven ook zolang met broers en zusjes bij elkaar. Dan kunnen ze een begin maken met een enkele draad, waaraan ze een poosje blijven hangen en als dan een flinke wind opsteekt, komen ze met draad en al door de lucht een flink eind verder op hun levenspad. Dat zijn dan de ,,herfst- draden" die wij aan het einde van de zomer ontmoeten. De jonge spinnen zijn dan zover dat ze een web kunnen gaan maken en op hun nieuwe ,,stek" de eerste prooien vangen. Bij de kruisspinnen kun nen alleen de vrouwtjes zo mooi weven. De mannetjes leiden een min of meer zwervend bestaan. Bepaalde kogelspin- nen vangen hun prooi met een enkele draad. Segestria-soorten uitde familie van de Celspinnen houden zichzelf schuil in een gesponnen huisje, maar laten hun prooien vallen over zg. struikeldraden. De hangmatspinnen doen hun prooi in een vangnet of hangmat tuimelen. Er bestaan jagende spinnen die helemaal geen web maken, en springspinnen die diverse in- sekten op de nek springen, evenals de wolspinnen die uitsluitend eiercocons we ven, of de wanden van hun schuilplaats met spinsel bedekken. Aardspinnen be dekken hun hol met spinsel en grijpen de diertjes die daar op trappen. Vogelspinnen achtervolgen en bespringen zelfs kleine vogeltjes. In alle gevallen zoeken de jon gen heel snel hun eigen weg en ze kunnen lang zonder voedsel leven, tot ze zelf een prooi vangen. HET SLACHTOffen Het woordslachtoffer" is bij ons zo in geburgerd, dat het m.i. te pas en te onpas gebruikt wordt bij gebeurtenissen die met de werkelijke betekenis niets te maken hebben. Hoe is dat zo gekomen? Antwoord: Uw lange brief geeft goed weer, wat de Bijbel zegt over de offer anden en dat ook de heidenen, op hun beurt, bepaalde dieren of zelfs mensen - Aanrijding met gewonden Op maandag 11 augustus raakten drie mensen gewond bij een verkeersongeval op de Provincialeweg tussen Goedereede en Stellendam. De aanrijding ontstond, doordat de 64-jarige C. H. B. uit Rotter dam in een flauwe bocht met haar auto op de linker weghelft kwam. Haar auto botste frontaal op een tegemoetkomende per sonenauto. De vrouw raakte bekneld en offerden aan hun afgoden. U hebt ook be grepen, dat het slachtoffer" altijd een dier of mens was, dat zijn wel en wee aan anderen diende over te laten. In bijbelse zin: die offerdieren hadden hun lot ge woon maar te ondergaan, zonder dat zij zelf wisten wat er ging gebeuren en waar zij dit aan te danken of te wijten hadden. Parallel met deze definitie loopt de we reldse benadering van bedoeld woord slachtoffer". Men kan dit dan van toe passing verklaren op natuurrampen, waar bij mensen en dieren omkomen. Velen geloven immers, dat dan Gods hand in greep in de natuur. Maar er zijn helaas ook oorlogen en ongelukken, waaraan mens en dier niet kunnen ontkomen. We spreken dari van slachtoffers, omdat zoveel men sen vaak niet weten, wat hun allemaal kan overkomen, of wat er in een bepaalde situatie kan gebeuren, of waar zij zo'n' ramp aan te wijten hebben. Ze komen om, zonder te beseffen wat er aan de hand was, en waarom het lot juist hen trof. Door die gelijkheid in betekenis is men algemeen dit woord slachtoffer gaan gebruiken. Naast die letterlijke betekenis ontstond het ge bruik in figuurlijke zin: men kan het slacht offer zijn van een persoonsverwisseling, van een streng examen, of van een verbali serende politie-agent, noem maar op. Maar dat is geen ernst, het woord wordt overdrachtelijk gebruikt omdat de spreker z'n verhaal wat sterker aanzet dan nodig is en zo enig medelijden met de getroffene wil oproepen. Wij zijn het met u eens, dat die figuurlijke aanduiding wel eens mis plaatst is, vooral als de betrokkene zelfde wet overtrad en daarom in de kraag ge grepen is. Dan is er ook geen sprake van dat de dader niet wist, wat er met hem gebeuren kon! Dan is het eigen schuld. moest door de brandweer van Goede reede bevrijd worden. In het ziekenhuis in Dirksland bleek later dat de vrouw ernstig letsel had opgelopen. Zij had o.a. een bekkenfraktuur, een gebroken lendewer- vel, een gebroken arm, een gebroken en kel, een gebroken pols en een gebroken neus. De bestuurder van de tegemoetkomende personenauto, de 34-jarige J. H. L. uit Rotterdam en diens verloofde werden ook naar het ziekenhuis in Dirksland gebracht maar mochten na behandeling weer naar huis. De beide auto's werden geheel ver nield. Een drietal achterop komende auto's liep tijdens de aanrijding ook schade op door rondvliegende auto-onderdelen en door het sterke afremmen. Het is niet bekend waarom de bestuurster op de andere weghelft ging rijden. - Inbreker Op dinsdag 12 augustus werd de poUtie gestuurd naar de Oostdijkseweg in Goede reede, waar iemand in een vakantiehuisje had ingebroken. De dader bleek nog bin nen te zijn. Hij stond rustig onder de douche. Het bleek een 18-jarige West- Duitser te zijn die onderdak nodig had. Hij vertelde, dat hij al een maand in Etiropa rondreisde en nu geen geld had om onder dak te betalen. Op 7 augustus had de zelfde man ook al op dezelfde wijze een onderkomen gezocht in de Oostdijkseweg. Het Leger des Heils in Spijkenisse heeft zich nu over de man ontfermd. - Diefstallen uit auto's Op 13, 14 en 15 augustus werden op parkeerplaatsen van Strand Noord, de Punt, het Westeinde en de Oudelandse- weg een viertal auto's opengebroken. In alle gevallen werd de radio-cassette-re corder gestolen. Drie van de auto's kwa men uit West-Duitsland. De vierde auto was van een Nederlander. - Inbraken In de nacht van 13 op 14 augustus werd ingebroken bij een onderneming op de Delta-Industrieweg in Stellendam. Er werd voor duizenden guldens ontvreemd en beschadigd. De politie stelt een onder zoek in. Tussen 14 en 15 augustus werd uit een z.g. nissenhut op een camping in Ouddorp een tape-deck en een versterker ontvreemd. Ook van deze inbraak is nog geen dader bekend. VERVOLGVERHAAL Door Fenand van den Oever - 10 - G.F.CallenbachB.V.—Nijkerk Hij had er al lang in moeten liggen. Maar hij mocht even op vader wachten. De jongen is bezig de boeken op te bergen. Een tafel vol schriften. W. van Roon, Frans, W. van Roon, Duits, W. van Roon, handelsrekenen.... Ook al anders. Hij ging koud twaalf jaar het gat uit. Verwijt nietmand iets hij wou niet anders,'hij heeft er om gesoebat en gesmeekt. Varen, varen, alleen varen wilde hij. Albertien heeft het allemaal zo voor Willem bedisseld toen hij op zee was. Zoals jij het redt, redt niemand het meer, je wil hem toch niet minder hebben. Minder, ben je gek, meer, veel meer. Hij heeft op school niet veel letters gegeten. Zijn leraren waren Wijnand Hoogen- dijk ter beug en ome Nero op de wilde vaart. Harde meesters waren het, wel goede. Willem moet anders leren, méér leren. Ja, ja, Albertien heeft gelijk. Maar.... hij vreest wel eens, dat de jongen uit zijn handen zal glippen. Op de trap naar boven gaande zegt Willem: Vader, gelooft u ook, dat de visserij hier geen toekomst meer heeft? Wéér die vraag. Hè? Waarom. D'n heer vroeg dat, Wijnand had het erover, zijn jongen vraag het. Ze zéggen. Als je het maar dikwijls genoeg zegt, geloven ze het nog ook. Ze zeggen het allemaal op school, vader. De meeste jongens blijven thuis, ze gaan naar de „Sunligt". De visserij is niks meer, zeggen ze. Hij kijkt Willem aan. Kind, denkt hij, word jij dus ook al aangevreten door die gedachte. Overal hoort hij het zelfde. Keert Vlaardingen dan de rug naar de zee? Wat is het warm hier. Overal vindt hij het warm vandaag. Als hij Willem lekker toedekt, buigt hij zich over hem heen. Zacht, nadrukkelijk, spreekt hij: Of de visserij toekomst heeft, jongen? Ja, natuurlijk! Willem laat echter nog niet los. Hij gaat verder. Waarom, vader? Wat wordt die jongen al wijs, hij denkt goed na. Gelukkig wel. Waarom? Och, beste Willem, er is zoveel gebeurd vandaag, geloof me als ik nu alleen maar zeg: daarom. 't Is geen antwoord, hij weet het. Hij kust de jongen op de moond, als wil hij de volgende vragen smoren. Hij doet het licht uit. Op de donkere zolder, de trapleuning zoekende, zucht hij: ze twijfelen aan de visserij, ze geloven niet meer in de zee. Zijn jongen nog wel, nog wel, nou ja IV Als hij beneden kotm, heeft Albertien thee inge schonken. De kop staat te dampen, een koekje ligt ernaast. Zij zit, aan de andere kant van de tafel, alweer over de boeken gebogen. Werken, werken, WERKEN. Hij denkt: meid, ben jij nou langzamer hand zelf een groot kasboek geworden? Als ik ergens bij je druk, vliegen de cijfers en kolommen er dan uit? Zingt er injouw hart dan maar één lied: 't kantoor, 't kantoor, 't KANTOOR? Ze schenkt ongevraagd nog eens in. Hij is altijd zo dorstig. Assie. Ze drinkt bijna gedachteloos. Ze rekent weer. Zij denkt tussen vijf-opschrijven vier-onthouden door: hij be groef vandaag zijn moeder. Dat heeft hem aangegre- pen.Daarom is hij zo stil. Ze denkt nog veel meer. We zullen haar erg missen, Arend-Michiel, zegt ze later, bij het derde kopje. Hè. Hij schrikt op uit zijn gepeins, hij laat niks blijken. Zij bedoelt moeder en hij ziet een kantoor, een moeie man, moedeloos, uitzichtloos, verdrietig hij ziet een vloot, een bedrijf, dat hem zo maar in de schoot wordt geworpen. Hij moet spreken. Zeker met haar. Zij kan zwijgen. Zij zal misschien kunnen raden ook. Knap is ze. Hij kucht. Luister es, Albertien. Natuurlijk wil zij luisteren naar hem. Heeft ze het ooit niet gedaan. Ze deed het ook die avond van zijn ondertrouw toen ze aan zijn arm danste. Om nooit te vergeten. Ik zou alleen mete en man die als Arend- Michiel van Roon is, willen trouwen, schertste ze toen. Dat zei ze op die avond. Albertien heeft hem nimmer het oor geweigerd. Ze kijkt hem aan. Haar ogen vragen. Wat een enge hoop verstand heb jij, overlegt hij. Ben jij nou enkel verstand geworden? Luister es, herhaalt hij. Arend-Michiel doet zijn verhaal. Zonder omwegen. Eigenlijk maar in een paar korte afgeknauwde zinnen. Recht op haar af. D'n heer wil ermee opbouwen.... Hij heeft me geroepen.... Mij bood hij zijn plaats.... Meer toelichting is er voor haar niet nodig. Het wordt even vreemd stil. Hij ziet haar denken. Ze vraagt niet: wat doe je? Hij vraagt niet: Albertien, wat zou ik doen? Ze zwijgen. Niet lang. Hij kijkt haar aan. Hij ziet, dat haar ogen beginnen te glinsteren. Net Wil, denkt hij, ook zo vurig. Dan springt ze ineens op van haar stoel. Ze staat recht tegenover hem. Ze kijkt hem strak aan. Zij kunnen elkaar aankijken, al hebben ze zich veel te herinneren. Ze grijpt spontaan zijn hand, zoals in jaren zijn hand niet is gegrepen. Zo kon Wil het ook doen. Ze weifelt niet. Met overtuiging spreekt ze: Arend-Michiel, dóen, dat moetje doen. De plaats heeft je nodig. Het kantoor heeft je nodig. De-eer-van- het-kantoor, zo sterk levend bij de oudere schippers hier, trilt ook in haar. Hij kijkt haar alleen maar aan. Dan zegt ze, en et klinkt een heilig-overtuigd-zijn in haar stem: Als jij het niet haalt, haalt niemand het. Het is een belijdenis. Ze laat zijn hand los en gaat weer zitten. Meer dan wil weten, grijpt het haar aan. Ze snuit haar neus, ze loopt naar de keuken. Hij hoort haar schielijk een teug water drinken. Meid, denkt hij, gelukkig, je bent dus niet enkel rekensom. Hij voelt het, zijn geluk is het hare. Ze komt terug. Ze is weer helemaal de Albertien van het kantoor. Voornaam-rustig gaat ze zitten. De boe ken liggen open voor haar, als akkers die moeten worden bewerkt. ^„rdf vervolgd Uit: Drie Gastpredigten, 4. Auflage, Elberfeld 1855, S, 12-14. Vertaling: Ds. D. van Heyst. ,^l^^,^^.^.,^^l^l^^.^.^.4.^.^.l^^.^.l^l^■l^l^l^^.l^l^l^^.l^^.^.^.^.l^^.^:$.l^l^4.^.lt■^■4■^.l^^.^.l^l^l^^.l^lf.^.^.lf^.^.^.^.l^^^

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1986 | | pagina 5