Uit de Historie Middelharnis MUS Onroerend Goed Witloftelers Interessante aanbiedingen (II) PLANNEN UW HUIS TE VERKOPEN? Bel 01877 - 1309 Bladz. 2 .EILANDEN-NIEUWS' VRIJDAG 18 APRIL 1986 In de uitgifte tot bedijking van 1465 staat te lezen: Soo ist, dat wij in de name Godts en der Heiligen Drievuldigheyt, om den Godsdienst te vermeerderen, ende 't ge meen oirbair ende profijt van desen onsen Landen genoemt de Middelhamisse, ge legen in den Landen van Putten, als voorschreven is met haaf'toebehoaren, uitgegeven hebben ende tegenwoordig uit geven, mits lesen onsien brieven, om te bedycken tot eenen Koorenlande. Verder lezen we: „Item zullen de voor schreven dijkers (zie de namen in het vorige artikel) bij rade van ons, ter eere Gods en Sijner benededijde Moeder en den Heiligen Engel St. Michael, een kerk met haar toebehoren fanderen, maken, volbrengen en onderhouden ten eeuwigen dage.... (Ef^^ 6. Toestand vóór de bedijking Op deze middelste weide dan was toendertijd niets te vinden dan water, gras en vee, want mensen woonden er nog niet. Het waren alleen de herders die in het voorjaar naar zulke schorren kwamen met hun schapen en die weer huiswaarts keerden voordat de novem berstormen kwamen met de hoge vloeden. (E.N.) Dr. J. Verseput schreef over die toestand: MIDDELHARNIS Het oudste document, waarin melding gemaakt wordt over dit gebied, dateert van 1 Maart 1312. In dit charter wordt melding gemaakt van de Oostmoer en de vier hemessen (d.z. beemden of door water doorsneden weilanden) of hor- nessen(d.z. eigendommen). De naam her nessen wijst op het bestaan van een weide- bedrijf Op de gorzen toch vinden wij vaak goed grasland, waarop vooral schapen werden gehouden. Deze dieren waren waarschijnlijk in eigendom van bewoners van naburige bewoonde gebieden, b.v. Dirksland en Grijsoord. Waarschijnlijk hadden de herders plaatselijk hutten ge bouwd, terwijl zij ter bescherming van mensch en dier tegen hooge waterstanden vluchtheuvels, z.g.n. stellen, opgeworpen hadden. Deze veehouderij leverde ten gevolge van goede wolprijzen gunstige resultaten op. Doch er waren nog andere bestaansmid delen in deze streken, n.l. turfgraverij en zoutwirming. Teneinde dit te kunnen be grijpen, moeten wij iets weten van het ontstaan van dit gebied. In zeer oude tijden lag hier een strand- meer, waarin vele waterplanten groeiden. Deze plantengroei had aanleiding ge geven tot veenvorming. Dit veen ont stond gedeeltelijk in brak water, waar door de veenlagen zouthoudend waren geworden. Later brak de strandwal, die het strandmeer van de zee scheidde, door en tweemaal per dag bedekte het zeewater het veenland. Het zoute, zwaardere water, verdrong tenslotte het zoete, lichtere wa ter, het moerbedrijf steeds meer aan ban den begon te leggen. Het weggraven van het veen, vaak gepaard aan het wegnemen van de zeekleideklaag, had ten gevolge, dat het binnen de moerdijken gelegen gebied zeer laag kwam te liggen en in verband met het feit, dat de bemalings- techniek nog zeer primitief was, kon men het poldertje niet meer droog houden. De ontginners verlieten het uitgemoerde ge bied; de moerdijken sloegen door en de zee nam weer bezit van het land. Het veendelven leidde dus tot landvemieti- ging, vandaar de vele belemmeringen, die de regeering in de weg legde. Op 17 juli 1355 werden 60 gemeten land in de „middelhernesse" voor het moer bedrijf uitgegeven. Gedurende ?4 eeuw bloeide de selnering op de platen ten zuiden van Middelharnis en Sommelsdijk. In enkele delen werden de moerdijken opzettelijk door de ontginners doorgesto ken opdat de zee in de lage gedeelten weer nieuwe zeeklei zou afzetten, maar elders sloeg de zee de dijken door. Ten gevolge van beide oorzaken groeide het gors weer aan. Sommige plaatsen waren zelfs zo hoog opgeslibt, dat zij voor landbouw geschikt waren, maar het darinkdelven bleef het belangrijkst. Den 30sten november 1435 kwamen de hemessen in bezit van den akt van het Convent van het St. Michielsklooster te Antwerpen (W), den prior van het Con vent van het opperste Karthuiserklooster in Savoye (1/8), Pieter Pot later af gestaan aan St. Salvatorklooster te Ant werpen-(1/8). Poppe Haymansz. (Vt) en Jan Willemsz. {Va). Het grootste gedeelte kwam dus in handen van enkele geeste lijke instellingen. Dit was niets bijzonders, want vele kloosters hadden gebieden, waar zij het darinkdelven lieten uitoefe nen. De nieuwe eigenaars kregen het recht om de grond te effenen, d. w.z. zij mochten de kuilen, die ten gevolge van het turf- graven ontstaan waren, met klei opvullen. Aangezien de zoutprijzen echter steeds meer daalden, werd voortdurend meer ge dacht aan een andere wijze van exploi tatie van de bezittingen en werd besloten de platen in te dijken tot bouwland. Nu lagen in de kaart nog een tweetal voor bedijking rijpe gorzen, n.l. Sommelsdijk enDuivenwaard. Den 1 sten Januari 1464 sloten de eigenaars van deze beide gorzen met die van Middelharnis een overeen komst, waarin bepaald werd, dat de vier gebieden tot één bedijking verenigd zou den worden. In de loop van dat jaar werden Sommelsdijk en Duivenwaard ter bedijking uitgegeven en 11 'februari 1465 NIEUW: ZOMERBUNGALOW MIDDELHARNIS, Lijnbaanstraat 7f 48.000,- k.k. MIDDELHARNIS, Eendrachtstraat 8.100.000,- k.k. SOMMELSDIJK, Oostdijk 1797.500,- k.k. OUDE TONGE, Zuiddijk 37f 100.000,- k.k. DIRKSLAND, Noordspuidijk 5f 35.000,- k.k. DIRKSLAND, Noordspuidijk 10f 60.000,- k.k. DIRKSLAND, Tuinstraat 850.000,- k.k. DIRKSLAND, Tuinstraat 14f 67.500,- k.k. DIRKSLAND, Tuinstraat 34f 69.000,- k.k. DIRKSLAND,Voorstraat7,woon-winkelpand... 150.000,- k.k. OOLTGENSPLAAT, Voorstraat 48f 57.500,- k.k. STELLEN DAM, Voorstraat 7, woon-wjnkelpand115.000,- k.k. Dit is slechts een deel van ons woningbestand. Bij bemiddelingsopdracht: Eenmalige advertentie-bijdrage f 157,50 Wij bemiddelen met veel succes Bemiddeling en taxaties onroerende goederen Postbus 27 - Winterstraat 14 - 3247 ZG DIRKSLAND Telefoon 01877 - 1309 volgde Middelharnis. Nog in hetzelfde jaar 1465 kwam de grootste inpoldering van Goeree-Overflakkee tot stand. In 1481 werd de Oostmoer (Oude Oostmoer en Oostende) ingedijkt Aan het verslag van een rede van dr. Verseput, ontleen ik over Middelharnis het volgende: De bevolking vindt thans in de landbouw hoofdmiddel van bestaan. Middelharnis in opkomst wijdde zich echter aan de vis vangst In 1598 werd een visafslag ge sticht en men trok stilzwijgend het mono polie voor deze afslag aan zich. Er moet veel omgegaan hebben, want in 1790 bedroeg de pachtsom niet minder dan 11730,—. Een afslag, die in 1740 te Hellevoetsluis werd gevestigd werd op gekocht voor 140 gulden. Men oefende volledig stapelrecht uit en liet zelfs een boot ter controle patrouilleren. zulk een terrein dus uitgemoerd was, werd de kade, die daaromheen gelegd was, ge slecht waarna dan heel goede landbouw grond ontstond, waimeer het niet al te laag was geworden. Een enkele maal bleef echter de toestand bestendigd, ja werd zelfs de bodem nog uitgediept waardoor dan een haventje ont stond. De ringkade bleef dus, en men noemde dan zulk een omkaad terrein vaak het Vingerling, een naam die in beschre ven omgeving erg bekend is". In 1921 voer de laatste sloep de haven uit en zo zei Aai Boogerman het bij de onthulling van het koQekokertje „het Vingerling bleef als weduwe achter" (E.N. recensie van 'teerste fotoboekje van(oud) Middelharnis). sloepen weer moesten worden uitgerust voor de volgende reis. De „wurft" van Peeman had dan druk werk. Wat een verschil met de haven nu! De Postboot voer van Stellendam via 't Sas naar Hellevoetsluis, heen en terug, 's Zondags was dit de enige gelegenheid om van 't eiland naar de overkant te komen of er heen terug te keren. Middelharnis was dus al het centrum van 't eiland, te zamen met Sommelsdijk daar waren o.a. het Kantongerecht, de beestenmarkt, de normaalschool voor de opleiding van onderwijzers. Op cultureel gebied noem ik een bloeiend Nut waar belangrijke lezingen gehouden werden. Zo herinner ik mij een interes sante lezing over de planeten van de heer Ch. van den Broek en ook een inleiding over 't vegetarisme gevolgd door een ge animeerd debat. Middelharnis had toen al een uitstekend muziekgezelschap Sem- pre Crescendo en een goede zang vereniging, beide onder leiding van de De Middelhamisse vissers werden be roemd. Maar de terugslag kwam. De haven verzandde. In 1808 werden Oost en Westplaat ingedijkt In 1850 werd de schutsluis gebouwd. De visafslag geraak te uit de tijd. In 1890 telde de vissersvloot 21 grote sloepen. Maar men gevoelde niets voor modernisering. Men bleef met de beug vissen, maakte geen mechanisch bewogen schepen, en tenslotte kwam men als markt excentrisch te liggen. De sala riëring der bemanningen was eigenaardig en onvoldoende. De schepen kregen een slechte naam. Een weduwe ontving 1 gulden per week pensioen en 15 cent voor ieder kind. De huur der eenkamerwo ningen beliep van 45 cent tot 1,05. Dr. Verseput vertelde voorts iets van de rivahteit die eertijds heeft bestaan tussen de vissers en de landarbeiders, waarvan ware veldslagen zelfs het gevolg zijn ge weest. Spr. had nagegaan hoe het verder met de vissers was gegaan. Van 392 waren er 38 verdronken; 162 vertrokken naar Rotterdam, de grootste trekker naar IJmuiden en Maassluis; 144 vonden werk in een ander beroep, 50 bleven visser, sommige op het Haringvliet. Van de zeven zeilmakers is er thans geen meer over. Middelharnis werd van vissersdorp tot landbouwplaats. In de 20ste eeuw werd de gemeente het culturele centrum van het eiland. Er kwa men meer winkels, het tuindorp kwam tot stand en renteniers kozen Middelharnis voor een rustige oude dag. Het werd een welvarende plaats. Over het Vingerling Han Boomsma vertelt dat op 8 april 1567 door Filips II octrooi wordt ver leend voor een vrije week- en jaarmarkt. Het is interessant eens nauwkeurig te lezen, wat er precies staat in dat contract van 1567. Allereerst het dorp ligt gunstig in het midden van het eiland. De polder- uitwatering is met een haven, de haven is niet lang, er is een voldoende diepgang op dat moment voor boots- en bootschepen. In de winter komen er schepen overwinte ren. Het water is zout en zout water bevriest veel minder spoedig dan zoet water. Er wordt vermeld, dat er een kaaijde is. Dat zijn dus kaaimuren. Waarschijnlijk van hout Stenen zullen veel te duur zijn geweest Men bouwde kerken van steen, doch huizen vaak van hout. Later van steen. Er komt een vraag naar voren De uit- watering van de polder het Oudeland is nog altijd dezelfde sluis, die onder de Oostdijk doorgaat. Vroeger een keersluis, nu is het een electrisch gemaal. Zo'n sluis kan een zwak punt zijn in de dijk bij storm. Vooral zoals bij Middelharnis. Bij noord- westerstorm liep het water hoog op in de haven, en als de gorzen voor de dijlc overspoeld waren, dan Icwamen er enorme waterlcrachten beuken op de dijk en sluis. Waarschünlijk heeft men toen de Kaai gegraven, en uit de gron den van de kaai een dyk gelegd ten noorden van de sluis. Die d^k heette in middel-nederlands vingerling. Het Vingerling was dus een bescher- mingsdyk voor kaai en dyk. Later is het Vingerling in Middelharnis geworden een gebied, waar huizen op gebouwd werden, nu een altijd nog schilderachtig stuhje Middelharnis. (Han Boomsma schreef in E.N., 1971, interessante artikelen onder de titel: Terug blik in het grijs verleden). In een artikel van P. van Beveren in E.N. 500-jarig bestaan van Middelharnis komt ook Het Vingerling ter sprake: „Wanneer F. den Eerzamen: 't Middelharnis van zijn tijd F. den Eerzamen schreef in Folklore en Taal 2, 2e serie 44, dit over 't Middel harnis van zijn tijd: ,,Met plezier lees ik je stikjes over folklore in tael", zei me een oud-Flakkeeënaar, „maar vooral die over den ouwen tied, toe je nog schoolmeester in Menheerse was. Daer mot je nog es op vrommekomme". Indertijd schreef ik uitvoerig over de ,,vis- serieje" in de ,,lienbaene". Toen ik in 1902 in Middelharnis kwam, was het nog een echt dorp, waarvan de landbouw en visserij de hoofdmiddelen van bestaan waren. Daarnaast was er wat handel en verkeer. Zo brachten de wagens van Van den Broek de Broekewaegen en van Vermaas hun kruidenierswaren naar alle dorpen in 't eiland, nadat hun reizigers van te voren de bestellingen bij winkeliers en partikulieren hadden opgenomen. De fir ma's Haegens in Middelharnis en Hollen in Sommelsdijk hadden voor hun manu facturen ook hun klanten op het hele eiland. Maar daarnaast kwamen heel wat reizigers zaken doen, die zo af en toe een weekje kwamen logeren in Hotel Meyer of bij Spee in Sommelsdijk. De vrachtrijders reden de heren overal heen en verdienden er een boterham aan. Van verschillende dorpen reden op ge zette tijden boden naar Menheersen men had er de apotheek van Teepe (in Sommelsdijk de drogist Doornbos), druk kerijen als de Flakkeese van Boomsma en die van Boekhoven in Sommelsdijk, en kele boekhandels, goud- en zilversmeden (Hartogs, Korvink en Kern), die er zelf op uit trokken naar hun klanten in alle dor pen. De gebroeders Beversluis waren de molenmakers voor 't hele eiland. Ze werk ten in hun winkel of logeerden voor een paar dagen of weken bij de Molenaars, wier molens een opknappertje moesten hebben. Evenals het oude wagenmakersbedrijf is dat der molenmakers door de gewijzigde omstandigheden verdwenen. Verder zat op het Zandpad, in de zomer bijna altijd buiten, de zeilmaker Bartels met zijn zoon te werken voor de schippers en vissers van 't eiland. Voor het verkeer was men nog geheel aangewezen op paard en wagen veel boeren hadden nog de sjees, een twee- wielig rijtuig. Met Pinksteren trokken de boerenzoons met hun meisje er in de sjees op uit om een speelreisje door 't eiland te maken soms meer dan twintig van die rijtuigjes achter elkaar. Dan waren er de Gelderse of Utrechtse wagentjes voor vier personen. Sommige negotianten reden naar de naburige dorpen ook in 't dorp zelfmet een hittewagen. Er waren nog de hondekarren van de lorreboeren, vis- venters e.a. met één, twee of drie honden ervoor. Voor 't verkeer met de overkant was men aangewezen op de Menheerse boot, die eens per dag (in de zomer twee keer) naar Rotterdam voer. 's Maandags en dinsdags ging men al om vijf uur uit de haven, de andere dagen om half zeven. Vooral de eerste dagen van de week was het druk; dan gingen de commissionairs en vee- kopers naar Rotterdam en stonden op het dek de koeien en paarden, 't Was altijd een drukte op de kaoje, als de boot afvoer en aankwam, door de bodewagens van de dorpen in de omgeving, de passagiers en hun wegbrengers en aflialers en de vele nieuwsgierigen, 't Was zo'n vast loopje van renteniers en werklozen 's avonds naar de „kaoje" te gaan. Wat een gezellig vertier was er in de haven, als de vissersvloot thuis en de heer De Vletter. De uitvoeringen van de zang in hotel Spee en de muziekuitvoe ringen werden zeer gewaardeerd en trok ken ook mensen van buiten. Er is heel wat veranderd sedert de tijd, dat ik in Middelharnis werkzaam was. Ik begin bij Holland-Zeeland, zoals men destijds de scheiding tussen Sommelsdijk en Middelharnis noemde en waar nu nog een paar oude grenspalen staan. Tot 1805 behoorde de Heerlijkheid Sommelsdijk namelijk tot Zeeland. De Langeweg was nog een echte scheiding, nog niet zo bebouwd als nu. Op de hoek stond het Provinciaal Gere formeerd Weeshuis, waarin ook de chris telijke school was onder de heer Van der Waal. Nu zijn er geen wezen meer in (de inrichting is overgebracht naar Wasse naar en heeft dezelfde naam behouden, hoewel ze geen weeshuis meer is, maar een opvangcentrum voor kinderen uit a- sociale gezinnen van kleuters tot kin deren van 18 jaar toe). Dan stonden aan de Langeweg wat ar beidershuisjes tegenover de Binnenweg, de molen van Vink en de Roomse kerk. Op het Zandpad langs de haven stond de gasfabriek en verder de Israëlische Kerk met een woning en een leerlokaal voor de heer Slager. Er waren in Middelharnis en Sommelsdijk ruim 80 joden, o.a. de fami lies de Haas, Hartogs, Polak, Gazan, Schooning, De Vries, Haagens, Rood. Ze vierde trouw hun sabbath en waren ge ziene burgers. Bijna alle joden op het eiland zijn het slachtoffer geworden van de Duitse jodenhaat en Middelharnis heeft weinig piëteit getoond hun syna goge werd al gauw een cafetaria, waar nota bene nog een Hebreeuwse spreuk op staat! Langs bijna het hele Zandpad lag be- nedendijks de lijnbaan van de heren KolfT, aan de beide lengte zijde afgesloten door een pakhuis. Daarachter lagen tuinen. Naast het schoolplein stond aan de ingang van de Nieuwstraat een grote schuur van de heer van der Vlugt, die in mijn tijd is afgebrand. In die ajren zijn heel wat boerenschuren in de as gelegd, waarbij vaak veel vee in de vlammen omkwam. GOEDEREEDE Opbrengst kollekte De Nationale kollekte voor de Kinder bescherming (SAKOR), die gehouden werd in de week van 7 t/m 12 april, heeft in Goedereede opgebracht 384,11. Alle gevers en geefsters hiervoor hartelijk dank. Een mooi bloemstukje bestellen Ook de kerk brandde af ik was vlak in de buurt, toen er rook opsteeg uit het dak en ben het gebouw nog ingelopen om met anderen te proberen iets te redden van de mooie oude preekstoel. Ik weet niet, of de gracht om het kerkhof— de Ring toen al gedempt was (die in Sommelsdijk in ieder geval niet, daarvan herinner ik me het vieze water nog wel). De Steeneweg was nog in vrijwel on gerepte staat en men kon er heel goed het „Laantje van Middelharnis" van de 17e eeuwse schilder Hobbema in herkennen. Achter de school lagen de huisjes van de Wei- arbeiderswoningen. Men kwam dan langs het Jodenkerkhof en bij het grote kerkhof langs het Binnenpaadje. Dat liep van de Achterweg van Middelharnis naar de Langeweg te midden van akkers en tuinen. De burgemeester Ulbo Mijs was een man, die een open oog had voor de belangen zijner gemeente. Het raadhuis werd ge restaureerd, de ambachtsschool kwam er als eerste van de vele onderwijsinstel lingen die er nu zijn en die Middelharnis met Sommelsdijk met recht tot het cen trum van 't eiland gemaakt hebben H.B.S., ULO-scholen, school voor B.L.O., Huishoudschool voor meisjes. Lagere Landbouwschool. In mijn herinnering nam de oude Vissers straat een aparte plaats in allemaal eendere huizen nog met horretjes soms met afbeeldingen erop en rolgordijnen. De visserij verdween uit Menheersen en daarmee een stuk folklore. Als de vissers vloot binnen was kon men de vissers- jongens in hun zwarte broeken en keurige overhemden door 't dorp zien flaneren, al of niet met een meisje aan d'r arm. Ze brachten leven en vertier op de „Sommer- diekse kermis", want zij hadden de cen ten; de arbeidersjongens konden daar niet tegen op en zagen met lede ogen de meisjes met de vissers meegaan. Heel wat gevechten zijn er om het schone geslacht op de kermissen geleverd. Het begin van de eeuw was geen „rieken tied" voor de boeren; de opbrengsten der verschillende landbouwprodukten waren veel minder dan nu en de prijzen waren laag. Ik herinner me dat de suikerbieten acht a tien gulden de duizend kilo waren, dat de uien er voor een gulden of minder per mud uitgingen, dat de tarwe, erwten en aardappelen erg laag waren. Het vee hou den was ook al geen vetpot. En met de verdiensten der arbeiders was 't ook treu rig gesteld, een gulden tot een daalder per dag van negen uren. En het ergste was: geen werk geen geld. Wie werkloos was, moest maar zien wat te verdienen en alles aanpakken, 't Is be kend, dat een boer, die arbeiders nodig had voor 't vlas plukken, op „den hoek" de handen der gegadigden bekeek, of ze wel een stevige duim hadden en hoe de ar beiders zich beijverden om hun handen te laten zien. Roken in 't land werd door sommige boeren verboden, het pijpen- stoppen en aansteken was tijdverlies. Nog zegt men wel op 't eiland, als er een of ander verbod overtreden wordt: „Jonges, doe je pupe uut, daer komt den heer". Neen, 't was niet best met de arbeiders stand. Bevoorrecht waren zij, die nog een varkentje konden mesten tegen de winter er waren dan ook veel meer varkens- hokken in 't dorp dan nu. Is het oude „Knorrenburg" achter de „Riengh" er nog? Op enkele hier genoemde dingen hopen we later nog terug te komen. J. L. Struik I.v.m. de toepassing van een reorganisatie in ons bedrijf houden wij ons voortaan alleen nog bezig met verkoop van zaad; mechanische koeling; het afsluiten van contracten; handel in agrarische produkten. I. n3S - Middelharnis, tei. 01870 - 2392 Voor de overige werkzaamheden, als zaaien (37,5 cm) schofTelen rooien, kunt u terecht bij: T. VSn Zl6lSt-NieuweTonge,tel.01875-1487 BUNGALOWPARK HERKINGEN, St. Jacob nr. 20. Luxe stenen bungalow. Indeling: gang, slaapkamer, badkamer met toilet, douche en wastafel, woonkamer met keuken. 1e verdieping; 2 slaapkamers. CV-voorziening Leuke tuin met tuinkoof (Alle prijzen zijn vraagprijzen) Bloemenhuis KORTEWEG bellen Zandpad 68, Wl'harnis 01870-2328

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1986 | | pagina 10