ElllVnDEt1-t1IEUW5
Ontwikkelingen in het Deltagebied,
gesprekstof op te houden symposium
Het goudschip „De Lutine"
O
Stoeppalen uit de
zeventiende eeuw
Jans Groenendijk
Hokkenshow
P.V. „de Reisduif'
i
2e Blad
DINSDAG 7 JANUARI 1986
No. 5461
HYPOTHEEK NODIG?
makelaar tamboer bellen
voor gratis computerberekening
01870-3477 p
Zoals al in ons nummer van vrijdag j.l. aangekondigd zal donderdag 6
februari in Roosendaal, in hotel Goderie aldaar, een symposium (weten
schappelijke bijeenkomst) worden gehouden over de natuur- en milieu
problematiek in het Deltagebied. Het zogeheten Delta-overleg, een plat
form van de particuliere organisaties op het gebied van natuur- en
landschapsbehoud, liet een knelpuntennota het licht zien met de be
doeling opnieuw de noodzaak van voortdurende aandacht voor natuur
behoud en milieubeheer te beklemtonen. Aldus kwam de nota „De Delta
ondeelbaar" tot stand, die voor geïnteresseerden verkrijgbaar is door
14,25 over te maken op giro 2982942 tn.v. de Zeeuwse Milieufederatie
te Goes.
In een 10-tal hoofdstukken wordt een
visie gegeven op het belang van natuur,
landschap en milieu; de Waterstaatkun
dige werken; de waterhuishouding; de
bevolkingsontwikkeling en verstedelijking,
industriële ontwikkelingen, de landbouw,
de recreatie, verkeer, vervoer en infra
structuur, de natuurgebieden en tenslotte
een slotbeschouwing.
De landbouw
In de beschouwing op de landbouw
wordt o.a. gezegd dat het gebruik van
vliegtuigen bij het toedienen van bestrij
dingsmiddelen verboden zou moeten wor
den vanwege de schade aan flora en fauna
op nabijgelegen percelen of sloten. Het
sproeien met vliegtuigen zou slechts moe
ten worden toegestaan wanneer het per
ceel met veldapparatuur onbegaanbaar is.
Aangedrongen wordt op het tijdig op
stellen van voor zowel landbouw als na
tuurbescherming aanvaardbare alterna
tieven. Daarin moet het dan ook gaan over
de bestrijding van het bacterievuur en de
aanpak van wildschade. In dat laatste zou
aldus de opstellers van de nota meer
de nadruk moeten liggen op het beperken
of voorkomen van schade inplaats van de
bestrijding van vogels en ander wild.
Samenvatting
Over het hoofdstuk landbouw wordt in
de nota de volgende samenvatting ge
geven:
Sinds de mens landbouwer is geworden
en in toenemende mate aanspraak is gaan
maken op een stuk van de bodem is de
basis gelegd voor probleemsituaties. Im
mers, de manier waarop de mens, vooral
de laatste tijd met het biosysteem omgaat
ten behoeve van zijn voedselvoorziening
heeft er toe geleid dat natuurlijke (kring-
loop)processen ernstig zijn verstoord en
tures. Voortdurend wordt daarin getracht,
middels cultuurmaatregelen, natuurlijke,
dynamische processen tegen te werken
(zodat weiland en akkerland dat ook blij
ven en opbrengsten zo hoog mogelijk zijn).
In de moderne landbouw is nauwelijks
nog plaats voor natuurwetenschappelijke
en landschappelijke elementen. Het lan
delijk gebied wordt teveel gezien als
slechts zijnde het produktiemilieu voor de
landbouw. Totale oppervlakten worden
op de schop genomen om een voor de
landbouw zo doelmatig mogelijke inrich
ting te krijgen.
Daarmee ligt het inrichtingsbeleid te veel
in het verlengde van het landbouwbeleid.
Om nu de verarming niet totaal te maken
is het zaak de nog resterende natuurlijke
waarden in het agrarisch gebied en in
natuurgebieden daarbuiten die meer en
OOLTGENSPLAAT
Vijf en vijftig jaar getrouwd
Vrijdag 10januari a.s. herdenkthet echt
paar S. van der Welle en W. van der
Welle-Verburg, Irenestraató, alhier, hun
55-jarige echtvereniging. Van deze plaats
gaarne onze hartelijke gelukwensen.
meer de nivellerende werking van de land
bouw ondervinden of geannexeerd wor
den in het geval van inpoldering te
behouden.
Slootmilieus, houtwallen, geriefbosjes,
kreekrestanten en dergelijke vormen in de
agrarische landschappen van het Delta
gebied veelal de rijkste biotoop. Ook nu
nog moeten deze, beschermd of niet, voort
durend wijken voor de landbouw in het
kader van ruilverkaveling, bestrijding bac
terievuur, beperking wildschade, zoet
watervoorziening, peilbeheer en het on
derhoud van sloten en watergangen.
Daarnaast ontpopt de landbouw zich
meer en meer als een vervuilende pro-
duktietak. Het overvloedig gebruik van
bestrijdingsmiddelen en kunstmest laten
hun sporen na in het natuurlijk milieu van
het waterrijke Deltagebied. Wil aan deze
negatieve ontwikkeling een einde komen
dan zal het natuurbelang een gelijkwaar
dige positie moeten krijgen in het besluit
vormingsproces met betrekking tot het
landelijk gebied.
Uitgangspunt van de natuurbescher
mingsorganisaties is behoud en verster
king van respectievelijk bestaande en po
tentiële waarden in het landelijk gebied.
Ten aanzien van de landbouw stellen de
natuurbeschermingsorganisaties dat:
- bescherming van bestaande waarden
beter door de overheid verzekerd dient
te worden onder andere via strenger
toezicht en sancties.
- gelet op reeds bestaande landbouw
overschotten en de vernietiging van
waarden, inpoldering van buitendijkse
gronden voor landbouwdoeleinden ver
worpen moet worden.
- door de overheid een passend afwe
gingskader moet worden geschapen om
te kunnen beoordelen of sprake is van
een zwaarwegend maatschappelijk be
lang in geval van landinrichting c.q.
ruilverkaveling.
- via duidelijke richtlijnen (onder andere
in de meststoffenwet) en strengere nor
men bemesting en gebruik van bestrij
dingsmiddelen meer wordt gecontro
leerd.
- uitbreiding van intensieve veehouderij,
gelet op milieuproblemen elders en de
negatieve invloed op de waterkwaliteit,
in het Deltagebied ongewenst is.
- onderhoud van watergangen en sloten
milieuvriendelijker kan en moet ge
schieden.
- vochtrijke gebieden in de overgangs
zone land-water interessante flora en
fauna opleveren en dat het waterhuis
houdkundig beheer te veel is afgestemd
op de landbouw.
- preventieve maatregelen ter voorko
ming van wildschade in het fauna
beheer een groter belang moeten krijgen.
- een eind moet worden gemaakt aan de
al te drastische vernietiging van land-
schapbepalende meidoomhagen in de
bestrijding van bacterievuur.
- in de doelstelling van de overheid plaats
is voor natuurbelangen doch dat hier
van in de praktijk onvoldoende blijkt in
besluitvormingsprocessen en nauwe
lijks wordt vertaald in concrete maat
regelen.
- een aanzet is geweest voor een regio
naal landbouwbeleid waarbij in het ka
der van aanvullende inkomensmaat
regelen, de sociaal-economische po
sitie van de boer en de ecologische
inpasbaarheid van de bedrijfsvoering
aan de orde moet komen.
- meer aandacht en middelen voor expe
rimenten en onderzoek naar milieu- en
dier-vriendelijker landbouwmethoden
en -toepassingen gegeven moeten wor
den. We denken dan aan geïntegreerde
teeltmethoden, winning van biogas,
windenergie, alternatieven voor de bio-
industrie.
- voorlichting en scholing een taak heb
ben in het milieuminded maken van
consument en producent.
Eerste lezing door De Motte
in het nieuwe jaar
Op dinsdag 14 januari a.s. om 20.00 uur
houdt De Motte vereniging van ama
teurarcheologen en historici haar eer
ste lezing van dit jaar. De lezing vindt
zoals gewoonlijk weer plaats in het ge
bouw De Doelen, St. Joris Doelstraat te
Sommelsdijk. Als spreker komt dit maal
de heer F. Beekman uit Zierikzee. Hij zal
vergezelt van dia's spreken over Stoep
palen uit de zeventiende eeuw. Hieronder
enige informatie.
Rond 1600 stonden voor menig huis ter
afsluiting van de stoep fraai bewerkte
hardstenen palen. In onze tijd verdwenen
vele stoepen om de rijweg breder te maken
en raakten veel stoeppalen op drift. We
zien ze terug als wrijfpaal in het weiland,
als schamppaal op een straathoek, als
grenspaal en zelfs als grafpaal. Stoep
palen treft men vooral aan in Zeeuwse,
Hollandse en Friese stadjes en verder
opvallend veel op het eiland Terschelhng.
Aantal stoeppalen, ornamentering, vind
plaatsen en herkomst worden besproken.
Een speurtocht door Nederland van een
opvallend straatelement.
Grijsoordse Schetsen:
(II)
Ook de Engelse regering nam deel aan het geldtransport over zee. Het
Engelse leger hielp de Hollandse strijdkrachten de Fransen te verdrijven
en voorde soldij werd een groot bedrag aan goud en zilver ingeladen. Bij
de 16 miljoen aan gouden baren en dukaten van de fa. Goldsmid, gaven
ook collega's kooplieden veel goud en zilver mee om hun ondernemingen
te ondersteunen. Rijke kooplieden en hoge officieren waaronder de
Hertog van Chattilon scheepten zich in, terwijl het schip geladen werd
met baren van goud en zakken vol dukaten. Er was veel belangstelling
toen het zeewaardige en gepantserde oorlogschip met volle zeilen en
prachtig weer op 9 oktober 1799 de Zuid Engelse haven Yarmouth
verliet met 300 passagiers. Met gunstige wind en weer bevond 't zich
weldra in het Kanaal. Toen sloeg het weer om en een zware storm trok
over de Noordzee. Deervaren kapitein vond het gevaarlijk het Marsdiep
in te varen en verlegde zijn koers. Om de Waddeneilanden heen; richting
Helgoland om de rede van Hamburg te bereiken. Maar de storm nam in
kracht toe, het liep uit z 'n roer en strandde op de gronden voor de kust
van Terschelling.
Zware grondzeeën teisterden de Lutine. De oude vuurtoren stond daar
als een vinger omhoog. ,,Ter waarschuwing van alle zeevarenden die
God behoede". De reddingsboot niet meer dan een open jol die door acht
kerels werd geroeid; vocht die nacht tevergeefs tegen de kokende hoge
golven. Want aan de kusten van Holland en Zeeland wonen dappere
mannen die met inzet van hun eigen leven in een wankele boot de
schipbreukelingen trachten te redden van den dood. Zij vervullen de wet
van Christus: ,,Hebt uw naaste lief als uzelven". Hun beloning is alleen
een handdruk van dankbare geredden en later een penning van de
Redding-Maatschappij. In één van de diepe geulen tussen de zand
banken verdween De Lutine". Ze was vergaan met man en muis. Ze
werd bedolven door lagen zand en slib door de zware zeegang, opgewekt
door de orkaanachtige storm die enkele dagen aanhield, en de latere
herfststormen.
Elk dorp aan de kust heeft meestal in de duinen een zeemanskerkhof en
daar werden ook de doden van „de Lutine" begraven, die op de Bosplaat
aanspoelden.
Met ,,de Lutine" zonk ook ruim 20 miljoen goud maar daarover een
volgende keer.
|L^ Fiets enspecialist
Sommelsdijk
Tel. 01870 - 2430
Pleun Kleijn, Onderscheidene
gangen des geestelijken levens van
des Meeren volk.
Uitgeverij Den Hertog te Houten.
Vierde druk.
Gebonden in geplastificeerde band.
136pag. Prijs f 17.90.
Pleun Kleijn (1869-1949) was een een
voudige Rotterdamse metselaar. Deson
danks had zijn naam ruime bekendheid in
de bevindelijke kringen. Zo was hij voor
ganger van een kleine gemeente in de stad;
tevens schreef hij ooit een drietal boek
werkjes. Eén daarvan zag onlangs op
nieuw het licht. Het is een allegorische
overdenking naar aanleiding van Joh. 5
2. Onder het „badwater" verstaat de
schrijver het Woord van God, bestaande
in Wet en Evangelie. De vijf zalen zijn het
geheel van het zaligmakend geloofsle
ven", te weten de gewondenzaal, de zaal
van het gericht, de bruiloftszaal, de ope
ratiezaal en de zaal van onverbeterlijk.
MIDDELHARNIS - SOMMELSDIJK
Op vrijdag 10 en zaterdag 11 januari
houdt postduivenhoudersvereniging ,,De
Reisduif' weer haar jaarlijkse hokken
show. Deze wordt gehouden in het club
gebouw van de vereniging „De Finse
Barak" te Sommelsdijk.
Elk lid zet vier duiven in die worden
gekeurd door dhr. Wim Buys uit Acht-
huizen. Beide avonden wordt het rad van
avontuur gedraaid. Hiermee zijn mooie
prijzen te winnen zoals vleespakketten,
roUades, boodschappenmanden e.d. Za
terdagavond om 20.15 uur wordt er een
bonnenverkoop gehouden. Deze bonnen
zijn geschonken door bekende duiven-
liefhebbers: Bert van Es, Eduard Ver
mast, Hans Groenendijk, Cor Dubbeld,
Wim Peeman, Comb. Westdijk-Witte, P.
Vis van Heemst Rotterdam, P. van de
Merwe en C. van der Waal Dordrecht, J.
Winters Zwijndrecht. De koper van de
bon van dhr. Winters heeft bovendien nog
kans op een extraatje. Wint één van de
twee duiven die dhr. Winters schenkt een
eerste prijs in de vereniging of een plaats
bij de eerste tien in de C.C. dan krijgt de
eigenaar hiervan, van dhr. Winters een
half varken cadeau.
De zaal is vrijdag van 19.30 uur ge
opend. Zaterdag van 15 tot 17 uur en
vanaf 19.30 uur. ledere belangstellende
wordt hierbij uitgenodigd deze duiven-
tentoonstelling te bezoeken.
Kleijn wist waarover hij schreef. De be
schreven zielsbevindingen kende hij uit
eigen ervaring. De bekende ds. L. Boone
schreef het voorwoord; zijn oordeel: ,,Ik
geloof dat 't voor Gods volk zielespijs is en
zou zoo denken dat 't zich zelf bekend zal
maken, dat de reuk en de smaak 't zal
openbaren".
Een tweede Woord vooraf is van (de
latere ds.) W. Blaak. De levensschets is
van de hand van de heer J. Mastenbroek,
verbonden aan de Theologische School te
Rotterdam.
Ds. D. L. Aangeenbrug, Dienst-
vaardig tot Zijn eer.
Uitgeverij Den Hertog te Houten.
Tweede druk.
Gebonden in kunstleren band.
208 pag. Prijs f 29,90.
Op 27 september 1984 overleed op 93-
jarige leeftijd ds. D. L. Aangeenbrug,
dienstdoend predikant van de Gerefor
meerde Gemeente te Ederveen. Dit boek
bevat een levensschets met foto's, verslag
van de begrafenis, alsmede een tweetal
brieven, twee preken, en een negental
meditaties. De overdenkingen zijn ooit in
het weekblad De Wachter Sions geplaatst.
C. Bregman e.a.. Dag in.... dag uit.
Uitgeverij Den Hertog te Houten.
Paperback.
192 pag Prijs f 17,90.
Een bijbels dagboek voor jongeren vanaf
plusminus 15 jaar. Enkelen van het twaalf
tal medewerkers: ds. A. Elshout, I. A.
Kole, J. H. Mauritz, ds. C. G. Vreugden-
hil. De schrijvers zijn allen lid van de
Gereformeerde Gemeenten. De lezers
kring behoeft zich daartoe niet te be
perken.
Leid
Ds. A. Vroegindeweij e.a.,
mij in uw waarheid.
Uitgeverij Den Hertog te Houten.
Gebonden in geplastificeerde band.
388 pag Prijs f 36,50
Eveneens een bijbels dagboek. Dit be
treft een herdruk; de eerste uitgave ver
scheen in 1949 bij Bout te Huizen. De
medewerkers zijn/waren afkomstig uit
hervormd-gereformeerde kring. Enkele
namen: ds. E. vanMeer, ds. S. van Worp,
ds. J. van SUedregt, ds. J. R. Cuperus, ds.
J. van der Haar, alsmede de gebroeders
Vroegindeweij (Wr., A., Wm. en L.).
Hoewel al meer dan 35 jaar oud, is de
inhoud van dit dagboek niet verouderd.
Aanbevolen.
Jac. Overeem, De hoeve bij het
Grijze Veen.
Uitgeverij De Banier te Utrecht.
Paperback.
178 pag Prijs f 19,50.
De zoveelste historische roman van Over
eem, de schrijver-boer uit Voorthuizen.
Dit verhaal verplaatst de lezer naar het
zelfde dorp, honderd jaar geleden. Het
was de tijd van de Doleantie. De sympa
thieke dr. mr. Willem van den Bergh werd
er predikant, op voorwaarde dat de ge
meente zich zou onttrekken aan het syno
dale juk. Boeiend en van-binnen-uit be
schreven.
H. J. Verwoerd, Bloemlezing uit de
geschriften van ds. H. O. Roscam
Abbing.
Uitgave door de verzamelaar.
Gruttolaan 12,
3465 KM Driebruggen.
60 pag. Prijs f 5,
Iets uit de publicaties van de in 1939
overleden hervormde predikant van Arn
hem, ds. H. O. Roscam Abbing. De heer
Verwoerd, die ook publicaties op eigen
naam heeft staan, verzamelde een en
ander met name met het oog op Roscam
Abbings toekomstleer. Ten aanzien van
het kerkelijk standpunt wist hij zich ver
want aan Kohlbrugge en Hoedemaker.
Aanbevolen. In de prijs zijn de porto
kosten begrepen, (postrekening 5408482).
Ds. C. den Boer e.a.. Dag aan dag.
Uitgeverij De Groot Goudriaan
te Kampen.
206pag. Prijs f 19,90.
Een dagboek, bestemd voor kinderen van
8 tot 12 jaar. Uitgegeven in samenwerking
met de Ned. Hervormde Zondagsscholen-
bond op Gereformeerde Grondslag. Elke
maand heeft een eigen thema, zo mogelijk
gekozen naar de tijd van het kerkelijk jaar.
Naastds.DenBoerwerkteno.m. mee:ds.
Jac. Westiand, mw. C. J. Quist-van Noort,
W. Markus en ds. W. Vroegindeweij. De
illustraties kunnen door de kinderen wor
den ingekleurd. Een goed initiatief
J. K.
VERVOLGVERHAAL
Fena#nii tien Oever
LAAT MIJ
JVlAAJv v^
33
G.F.CallenbacliB.V.—Nijkerk
Er spetterde geen stoom meer over de koelkast! De
Orkenara draaide bijna elf mijl. Ome Nero liet loden.
Toen men hem de diepte bracht, ontrolde hij de kaart en
mat. Daarna herlas hij het telegram. Het doel van de
reis was zijn zaak dat ze er kwamen de hunne.
Die nacht voelde niemand zijn strozak. Onder de
Engelse Wal raakten ze in een dikte. Het zwarte koor
begon te zingen: Ere zij het weer! Nu zouden ze wel
voor anker gaan. Tegen ome Nero's zin natuuriijk,
maar hij hing aan deze praam, als zij aan het meisje,
wier portret in hun kooi was vastgeprikt. De zieke
tremmer kwam overeind en herademde.
Ze hadden te vroeg gezongen. De Orkanera blééf
draaien. Overal werden matrozen te wacht gezet en
herhaaldelijk brulde de sirene. Die roep werd be
antwoord door de stilliggers, zij voeren echter.
De tremmer gaf het op. Hij kón niet meer. Het was voor
de stokers niet doenlijk zijn werk er bij te nemen. Er
moest maar een mannetje van boven komen. De
jongste matroos in jaren, werd door het gezag uit
gemaakt. Dat was regel.
Arend-Michiel kwam zodoende al gauw in de machine
kamer. Het was er heet. Hij keek in de vermoeide,
broodmagere gezichten van de stokers. Ze hadden
kolen nodig. Hij kroop in de bunkers, een schop was er
wel, als ze maar kolen kregen. Hij hakte, hij schepte, hij
ging zweten, tot stikkens-toe benauwd kreeg hij het.
Ineens dacht hij: o, God, wat een hel, wat een hel, wat-
èèn-hèl... Waar ben ik nu ingekomen? En verder wilde
hij niet denken, aan vroeger, aan de Onbestendigheid,
die propere logger, aan thuis, aan moeder, aan Wil.
Kolen, kolen, KOLEN! Niet denken. Hij snoot zijn
neus, een baan zwart stof op zijn zakdoek. Hij werkte,
wérkte. Hoelang hij bezig was, wist hij niet. Hij wist
alleen: ik ken hier niemand en niemand kent mij.
Na uren rinkelt de telegraaf; wat langzamer! Graag.
Dan achteruit: Best.
Daarna: stop!
Hoera, ze juichen. Nu is het leed geleden. Arend-
Michiel komt naar boven; verhit, zwart bestoven. Hij
ziet een ree, ze liggen achter een sleper. De kapitein
roept naar die trekker:
Is de Valparaiso al binnen?
Neen.
En de Victoria?
Neen. En dan schreeuwt de sleperskapitein:
Wees maar gerust, John Morisson, de vracht is wéér
voor jou.
Ome Nero grijnst. Het volk gnuift. O, was het dat!
Anderen missen deze lading. John Morisson is een
jager. De vracht is zijn wild. Hij ruikt het en hij jaagt
er op, hij neemt het schip in zijn handen en het volk aan
een touwtje. En Arend-Michiel weet: dat kleine, ar
metierige, ouwe mannetje is buiten een wonderbaar
lijke duivel. Een Wijnand Hoogendijk in tienvoud. Een
opgeleefde man met een stokje, wanneer het schip
stilligt, een jonge drieste wildeman als hij vaart.
Hij let op niemand, toch heeft Arend-Michiel het
gevoel, dat iedereen door hem in de gaten gehouden
wordt.
Ankers vallen!
Wanneer de meesten kunnen inrukken, moeten Arend-
Michiel en de bootsman de eerste wacht lopen. Het valt
hem zwaar, hoewel het weer prachtig is en ze alleen
maar behoeven op te letten, dat er niemand met de
Orkanera aan de loop gaat. Het was niets, het was
order. Ook in de havens moest daaraan de hand worden
gehouden.
De bootsman was een lange zwijgzame Brit, een kerel
op jaren met een vermoeid, zorgelijk gezicht. De man
stond stil voor zich uit te staren. Zijn beetje Engels had
Arend-Michiel eerst niet eens nodig. Toch nam hij zich
voor: ik ga beter Engels leren. Hij kreeg dorst en ging
naar de kombuis om wat te drinken. Er stond koffie op
het vuur. Het smaakte. Een lege mok, die hij vond,
schonk hij vol. Deze bracht hij de bootsman. Dit
simpele gebaar vergemakkelijkte de toenadering, hoe
wel de Brit zwijgzaam bleef Och, zulke uitingen van
goede wil waren op de logger, waar de een de ander
beter dan zichzelf kende, gewoonte. Hier passeerde
men elkaar als schepen iïi de nacht.
Toen hun wacht om was, keek de bootsman hem voor
het eerst recht aan en zei:
Zo, ik ga in mijn holletje.
Arend-Michiel knikte hem toe.
Ik ook.
En de ander vroeg doordat hij langzaam sprak en
gebaarde kon Arend-Michiel hem volgen belang
stellend:
Heb jij nog een holletje aan de wal, waar je welkom
bent?
Arend-Michiel antwoordde:
Eigenlijk niet.
Nou, ik ook niet, dan zijn we een beetje kameraden.
En weg stapte hij.
Arend-Michiel stond in zijn hut. Zijn hut? Er was
vrijwel niets van hem bij. Het bed, dat hem zo lokte,
was van een ander, evenzo de snuisterijen. Maar hij
was zo moe en wat deert dan zoiets. Hij keek in een
spiegeltje en zag zijn zwarte kop. Toen holde hij naarde
kok om een pusse warm water. Overal zat kolengruis.
Hij gaf zich meteen een goede beurt. De lui, die hem
voorbijgingen, keken hem aan: zo, ben jij er ook nog?
Spreken deden ze bijna niet. Hij dacht maar hij wilde
niet denken was Gerrit Krab er maar om mijn rug te
wassen. Hij gooide het schone hemd over zijn kop.
Moeder, moeder, zei-ie zacht, 't Was geen flauwe
kul en je mag gerust de knopies van m'n hemd
vastmaken.
En toen schoot hij rillerig in zijn kooi. Hij had geen
kracht meer om het portret tegen de wand te punaisen.
Hij had het koud en verlangde naar een zachte hand.
Willetje, Willie Wil, dag, jij weet wel waarom, hè, lag-
ie te zeggen. Zacht, heel zacht natuurlijk, stel dat
iemand het hoorde. Toen zakte hij om.
Hij was zo moe, zó móe.
me Nero had verordonneerd: niemand de wal
op, voor ik terug ben. Hij kende zijn pappen
heimers. En daar stonden ze aan dek, in
onvervalst internationaal te kankeren, dit allegaartje
landslui, veel-kleurig en veel-talig.
Wat lieten ze zich voor dat miezerige, kromgetrokken
kereltje op hun kop zitten. Je zou hem toch kielhalen.
Op achthonderd meter afstand was de wal, het vertier
lokte.
(wordt vervolgd)
-i^J. --I------t ^,^-^~-L.-, -_ -.- ..-1
t*t*t OCH gclicci 1& UlltöLdclH Vclll lllUllUCUl-
Nieuwe boeken
O
^*•^***************'^**'*****'^'^*'*■*'f■'f■*^■*'^*'^'^'f■^■^■'^'^•^^■'^^-^■^■'t■'^4■'^'^'^'f■'^*'^'^^^^■^■'^'^4■'^>^