ElllVnDEt1-t1IEUW5 Ontwikkelingen in het Deltagebied, gesprekstof op te houden symposium Het goudschip „De Lutine" O Stoeppalen uit de zeventiende eeuw Jans Groenendijk Hokkenshow P.V. „de Reisduif' i 2e Blad DINSDAG 7 JANUARI 1986 No. 5461 HYPOTHEEK NODIG? makelaar tamboer bellen voor gratis computerberekening 01870-3477 p Zoals al in ons nummer van vrijdag j.l. aangekondigd zal donderdag 6 februari in Roosendaal, in hotel Goderie aldaar, een symposium (weten schappelijke bijeenkomst) worden gehouden over de natuur- en milieu problematiek in het Deltagebied. Het zogeheten Delta-overleg, een plat form van de particuliere organisaties op het gebied van natuur- en landschapsbehoud, liet een knelpuntennota het licht zien met de be doeling opnieuw de noodzaak van voortdurende aandacht voor natuur behoud en milieubeheer te beklemtonen. Aldus kwam de nota „De Delta ondeelbaar" tot stand, die voor geïnteresseerden verkrijgbaar is door 14,25 over te maken op giro 2982942 tn.v. de Zeeuwse Milieufederatie te Goes. In een 10-tal hoofdstukken wordt een visie gegeven op het belang van natuur, landschap en milieu; de Waterstaatkun dige werken; de waterhuishouding; de bevolkingsontwikkeling en verstedelijking, industriële ontwikkelingen, de landbouw, de recreatie, verkeer, vervoer en infra structuur, de natuurgebieden en tenslotte een slotbeschouwing. De landbouw In de beschouwing op de landbouw wordt o.a. gezegd dat het gebruik van vliegtuigen bij het toedienen van bestrij dingsmiddelen verboden zou moeten wor den vanwege de schade aan flora en fauna op nabijgelegen percelen of sloten. Het sproeien met vliegtuigen zou slechts moe ten worden toegestaan wanneer het per ceel met veldapparatuur onbegaanbaar is. Aangedrongen wordt op het tijdig op stellen van voor zowel landbouw als na tuurbescherming aanvaardbare alterna tieven. Daarin moet het dan ook gaan over de bestrijding van het bacterievuur en de aanpak van wildschade. In dat laatste zou aldus de opstellers van de nota meer de nadruk moeten liggen op het beperken of voorkomen van schade inplaats van de bestrijding van vogels en ander wild. Samenvatting Over het hoofdstuk landbouw wordt in de nota de volgende samenvatting ge geven: Sinds de mens landbouwer is geworden en in toenemende mate aanspraak is gaan maken op een stuk van de bodem is de basis gelegd voor probleemsituaties. Im mers, de manier waarop de mens, vooral de laatste tijd met het biosysteem omgaat ten behoeve van zijn voedselvoorziening heeft er toe geleid dat natuurlijke (kring- loop)processen ernstig zijn verstoord en tures. Voortdurend wordt daarin getracht, middels cultuurmaatregelen, natuurlijke, dynamische processen tegen te werken (zodat weiland en akkerland dat ook blij ven en opbrengsten zo hoog mogelijk zijn). In de moderne landbouw is nauwelijks nog plaats voor natuurwetenschappelijke en landschappelijke elementen. Het lan delijk gebied wordt teveel gezien als slechts zijnde het produktiemilieu voor de landbouw. Totale oppervlakten worden op de schop genomen om een voor de landbouw zo doelmatig mogelijke inrich ting te krijgen. Daarmee ligt het inrichtingsbeleid te veel in het verlengde van het landbouwbeleid. Om nu de verarming niet totaal te maken is het zaak de nog resterende natuurlijke waarden in het agrarisch gebied en in natuurgebieden daarbuiten die meer en OOLTGENSPLAAT Vijf en vijftig jaar getrouwd Vrijdag 10januari a.s. herdenkthet echt paar S. van der Welle en W. van der Welle-Verburg, Irenestraató, alhier, hun 55-jarige echtvereniging. Van deze plaats gaarne onze hartelijke gelukwensen. meer de nivellerende werking van de land bouw ondervinden of geannexeerd wor den in het geval van inpoldering te behouden. Slootmilieus, houtwallen, geriefbosjes, kreekrestanten en dergelijke vormen in de agrarische landschappen van het Delta gebied veelal de rijkste biotoop. Ook nu nog moeten deze, beschermd of niet, voort durend wijken voor de landbouw in het kader van ruilverkaveling, bestrijding bac terievuur, beperking wildschade, zoet watervoorziening, peilbeheer en het on derhoud van sloten en watergangen. Daarnaast ontpopt de landbouw zich meer en meer als een vervuilende pro- duktietak. Het overvloedig gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunstmest laten hun sporen na in het natuurlijk milieu van het waterrijke Deltagebied. Wil aan deze negatieve ontwikkeling een einde komen dan zal het natuurbelang een gelijkwaar dige positie moeten krijgen in het besluit vormingsproces met betrekking tot het landelijk gebied. Uitgangspunt van de natuurbescher mingsorganisaties is behoud en verster king van respectievelijk bestaande en po tentiële waarden in het landelijk gebied. Ten aanzien van de landbouw stellen de natuurbeschermingsorganisaties dat: - bescherming van bestaande waarden beter door de overheid verzekerd dient te worden onder andere via strenger toezicht en sancties. - gelet op reeds bestaande landbouw overschotten en de vernietiging van waarden, inpoldering van buitendijkse gronden voor landbouwdoeleinden ver worpen moet worden. - door de overheid een passend afwe gingskader moet worden geschapen om te kunnen beoordelen of sprake is van een zwaarwegend maatschappelijk be lang in geval van landinrichting c.q. ruilverkaveling. - via duidelijke richtlijnen (onder andere in de meststoffenwet) en strengere nor men bemesting en gebruik van bestrij dingsmiddelen meer wordt gecontro leerd. - uitbreiding van intensieve veehouderij, gelet op milieuproblemen elders en de negatieve invloed op de waterkwaliteit, in het Deltagebied ongewenst is. - onderhoud van watergangen en sloten milieuvriendelijker kan en moet ge schieden. - vochtrijke gebieden in de overgangs zone land-water interessante flora en fauna opleveren en dat het waterhuis houdkundig beheer te veel is afgestemd op de landbouw. - preventieve maatregelen ter voorko ming van wildschade in het fauna beheer een groter belang moeten krijgen. - een eind moet worden gemaakt aan de al te drastische vernietiging van land- schapbepalende meidoomhagen in de bestrijding van bacterievuur. - in de doelstelling van de overheid plaats is voor natuurbelangen doch dat hier van in de praktijk onvoldoende blijkt in besluitvormingsprocessen en nauwe lijks wordt vertaald in concrete maat regelen. - een aanzet is geweest voor een regio naal landbouwbeleid waarbij in het ka der van aanvullende inkomensmaat regelen, de sociaal-economische po sitie van de boer en de ecologische inpasbaarheid van de bedrijfsvoering aan de orde moet komen. - meer aandacht en middelen voor expe rimenten en onderzoek naar milieu- en dier-vriendelijker landbouwmethoden en -toepassingen gegeven moeten wor den. We denken dan aan geïntegreerde teeltmethoden, winning van biogas, windenergie, alternatieven voor de bio- industrie. - voorlichting en scholing een taak heb ben in het milieuminded maken van consument en producent. Eerste lezing door De Motte in het nieuwe jaar Op dinsdag 14 januari a.s. om 20.00 uur houdt De Motte vereniging van ama teurarcheologen en historici haar eer ste lezing van dit jaar. De lezing vindt zoals gewoonlijk weer plaats in het ge bouw De Doelen, St. Joris Doelstraat te Sommelsdijk. Als spreker komt dit maal de heer F. Beekman uit Zierikzee. Hij zal vergezelt van dia's spreken over Stoep palen uit de zeventiende eeuw. Hieronder enige informatie. Rond 1600 stonden voor menig huis ter afsluiting van de stoep fraai bewerkte hardstenen palen. In onze tijd verdwenen vele stoepen om de rijweg breder te maken en raakten veel stoeppalen op drift. We zien ze terug als wrijfpaal in het weiland, als schamppaal op een straathoek, als grenspaal en zelfs als grafpaal. Stoep palen treft men vooral aan in Zeeuwse, Hollandse en Friese stadjes en verder opvallend veel op het eiland Terschelhng. Aantal stoeppalen, ornamentering, vind plaatsen en herkomst worden besproken. Een speurtocht door Nederland van een opvallend straatelement. Grijsoordse Schetsen: (II) Ook de Engelse regering nam deel aan het geldtransport over zee. Het Engelse leger hielp de Hollandse strijdkrachten de Fransen te verdrijven en voorde soldij werd een groot bedrag aan goud en zilver ingeladen. Bij de 16 miljoen aan gouden baren en dukaten van de fa. Goldsmid, gaven ook collega's kooplieden veel goud en zilver mee om hun ondernemingen te ondersteunen. Rijke kooplieden en hoge officieren waaronder de Hertog van Chattilon scheepten zich in, terwijl het schip geladen werd met baren van goud en zakken vol dukaten. Er was veel belangstelling toen het zeewaardige en gepantserde oorlogschip met volle zeilen en prachtig weer op 9 oktober 1799 de Zuid Engelse haven Yarmouth verliet met 300 passagiers. Met gunstige wind en weer bevond 't zich weldra in het Kanaal. Toen sloeg het weer om en een zware storm trok over de Noordzee. Deervaren kapitein vond het gevaarlijk het Marsdiep in te varen en verlegde zijn koers. Om de Waddeneilanden heen; richting Helgoland om de rede van Hamburg te bereiken. Maar de storm nam in kracht toe, het liep uit z 'n roer en strandde op de gronden voor de kust van Terschelling. Zware grondzeeën teisterden de Lutine. De oude vuurtoren stond daar als een vinger omhoog. ,,Ter waarschuwing van alle zeevarenden die God behoede". De reddingsboot niet meer dan een open jol die door acht kerels werd geroeid; vocht die nacht tevergeefs tegen de kokende hoge golven. Want aan de kusten van Holland en Zeeland wonen dappere mannen die met inzet van hun eigen leven in een wankele boot de schipbreukelingen trachten te redden van den dood. Zij vervullen de wet van Christus: ,,Hebt uw naaste lief als uzelven". Hun beloning is alleen een handdruk van dankbare geredden en later een penning van de Redding-Maatschappij. In één van de diepe geulen tussen de zand banken verdween De Lutine". Ze was vergaan met man en muis. Ze werd bedolven door lagen zand en slib door de zware zeegang, opgewekt door de orkaanachtige storm die enkele dagen aanhield, en de latere herfststormen. Elk dorp aan de kust heeft meestal in de duinen een zeemanskerkhof en daar werden ook de doden van „de Lutine" begraven, die op de Bosplaat aanspoelden. Met ,,de Lutine" zonk ook ruim 20 miljoen goud maar daarover een volgende keer. |L^ Fiets enspecialist Sommelsdijk Tel. 01870 - 2430 Pleun Kleijn, Onderscheidene gangen des geestelijken levens van des Meeren volk. Uitgeverij Den Hertog te Houten. Vierde druk. Gebonden in geplastificeerde band. 136pag. Prijs f 17.90. Pleun Kleijn (1869-1949) was een een voudige Rotterdamse metselaar. Deson danks had zijn naam ruime bekendheid in de bevindelijke kringen. Zo was hij voor ganger van een kleine gemeente in de stad; tevens schreef hij ooit een drietal boek werkjes. Eén daarvan zag onlangs op nieuw het licht. Het is een allegorische overdenking naar aanleiding van Joh. 5 2. Onder het „badwater" verstaat de schrijver het Woord van God, bestaande in Wet en Evangelie. De vijf zalen zijn het geheel van het zaligmakend geloofsle ven", te weten de gewondenzaal, de zaal van het gericht, de bruiloftszaal, de ope ratiezaal en de zaal van onverbeterlijk. MIDDELHARNIS - SOMMELSDIJK Op vrijdag 10 en zaterdag 11 januari houdt postduivenhoudersvereniging ,,De Reisduif' weer haar jaarlijkse hokken show. Deze wordt gehouden in het club gebouw van de vereniging „De Finse Barak" te Sommelsdijk. Elk lid zet vier duiven in die worden gekeurd door dhr. Wim Buys uit Acht- huizen. Beide avonden wordt het rad van avontuur gedraaid. Hiermee zijn mooie prijzen te winnen zoals vleespakketten, roUades, boodschappenmanden e.d. Za terdagavond om 20.15 uur wordt er een bonnenverkoop gehouden. Deze bonnen zijn geschonken door bekende duiven- liefhebbers: Bert van Es, Eduard Ver mast, Hans Groenendijk, Cor Dubbeld, Wim Peeman, Comb. Westdijk-Witte, P. Vis van Heemst Rotterdam, P. van de Merwe en C. van der Waal Dordrecht, J. Winters Zwijndrecht. De koper van de bon van dhr. Winters heeft bovendien nog kans op een extraatje. Wint één van de twee duiven die dhr. Winters schenkt een eerste prijs in de vereniging of een plaats bij de eerste tien in de C.C. dan krijgt de eigenaar hiervan, van dhr. Winters een half varken cadeau. De zaal is vrijdag van 19.30 uur ge opend. Zaterdag van 15 tot 17 uur en vanaf 19.30 uur. ledere belangstellende wordt hierbij uitgenodigd deze duiven- tentoonstelling te bezoeken. Kleijn wist waarover hij schreef. De be schreven zielsbevindingen kende hij uit eigen ervaring. De bekende ds. L. Boone schreef het voorwoord; zijn oordeel: ,,Ik geloof dat 't voor Gods volk zielespijs is en zou zoo denken dat 't zich zelf bekend zal maken, dat de reuk en de smaak 't zal openbaren". Een tweede Woord vooraf is van (de latere ds.) W. Blaak. De levensschets is van de hand van de heer J. Mastenbroek, verbonden aan de Theologische School te Rotterdam. Ds. D. L. Aangeenbrug, Dienst- vaardig tot Zijn eer. Uitgeverij Den Hertog te Houten. Tweede druk. Gebonden in kunstleren band. 208 pag. Prijs f 29,90. Op 27 september 1984 overleed op 93- jarige leeftijd ds. D. L. Aangeenbrug, dienstdoend predikant van de Gerefor meerde Gemeente te Ederveen. Dit boek bevat een levensschets met foto's, verslag van de begrafenis, alsmede een tweetal brieven, twee preken, en een negental meditaties. De overdenkingen zijn ooit in het weekblad De Wachter Sions geplaatst. C. Bregman e.a.. Dag in.... dag uit. Uitgeverij Den Hertog te Houten. Paperback. 192 pag Prijs f 17,90. Een bijbels dagboek voor jongeren vanaf plusminus 15 jaar. Enkelen van het twaalf tal medewerkers: ds. A. Elshout, I. A. Kole, J. H. Mauritz, ds. C. G. Vreugden- hil. De schrijvers zijn allen lid van de Gereformeerde Gemeenten. De lezers kring behoeft zich daartoe niet te be perken. Leid Ds. A. Vroegindeweij e.a., mij in uw waarheid. Uitgeverij Den Hertog te Houten. Gebonden in geplastificeerde band. 388 pag Prijs f 36,50 Eveneens een bijbels dagboek. Dit be treft een herdruk; de eerste uitgave ver scheen in 1949 bij Bout te Huizen. De medewerkers zijn/waren afkomstig uit hervormd-gereformeerde kring. Enkele namen: ds. E. vanMeer, ds. S. van Worp, ds. J. van SUedregt, ds. J. R. Cuperus, ds. J. van der Haar, alsmede de gebroeders Vroegindeweij (Wr., A., Wm. en L.). Hoewel al meer dan 35 jaar oud, is de inhoud van dit dagboek niet verouderd. Aanbevolen. Jac. Overeem, De hoeve bij het Grijze Veen. Uitgeverij De Banier te Utrecht. Paperback. 178 pag Prijs f 19,50. De zoveelste historische roman van Over eem, de schrijver-boer uit Voorthuizen. Dit verhaal verplaatst de lezer naar het zelfde dorp, honderd jaar geleden. Het was de tijd van de Doleantie. De sympa thieke dr. mr. Willem van den Bergh werd er predikant, op voorwaarde dat de ge meente zich zou onttrekken aan het syno dale juk. Boeiend en van-binnen-uit be schreven. H. J. Verwoerd, Bloemlezing uit de geschriften van ds. H. O. Roscam Abbing. Uitgave door de verzamelaar. Gruttolaan 12, 3465 KM Driebruggen. 60 pag. Prijs f 5, Iets uit de publicaties van de in 1939 overleden hervormde predikant van Arn hem, ds. H. O. Roscam Abbing. De heer Verwoerd, die ook publicaties op eigen naam heeft staan, verzamelde een en ander met name met het oog op Roscam Abbings toekomstleer. Ten aanzien van het kerkelijk standpunt wist hij zich ver want aan Kohlbrugge en Hoedemaker. Aanbevolen. In de prijs zijn de porto kosten begrepen, (postrekening 5408482). Ds. C. den Boer e.a.. Dag aan dag. Uitgeverij De Groot Goudriaan te Kampen. 206pag. Prijs f 19,90. Een dagboek, bestemd voor kinderen van 8 tot 12 jaar. Uitgegeven in samenwerking met de Ned. Hervormde Zondagsscholen- bond op Gereformeerde Grondslag. Elke maand heeft een eigen thema, zo mogelijk gekozen naar de tijd van het kerkelijk jaar. Naastds.DenBoerwerkteno.m. mee:ds. Jac. Westiand, mw. C. J. Quist-van Noort, W. Markus en ds. W. Vroegindeweij. De illustraties kunnen door de kinderen wor den ingekleurd. Een goed initiatief J. K. VERVOLGVERHAAL Fena#nii tien Oever LAAT MIJ JVlAAJv v^ 33 G.F.CallenbacliB.V.—Nijkerk Er spetterde geen stoom meer over de koelkast! De Orkenara draaide bijna elf mijl. Ome Nero liet loden. Toen men hem de diepte bracht, ontrolde hij de kaart en mat. Daarna herlas hij het telegram. Het doel van de reis was zijn zaak dat ze er kwamen de hunne. Die nacht voelde niemand zijn strozak. Onder de Engelse Wal raakten ze in een dikte. Het zwarte koor begon te zingen: Ere zij het weer! Nu zouden ze wel voor anker gaan. Tegen ome Nero's zin natuuriijk, maar hij hing aan deze praam, als zij aan het meisje, wier portret in hun kooi was vastgeprikt. De zieke tremmer kwam overeind en herademde. Ze hadden te vroeg gezongen. De Orkanera blééf draaien. Overal werden matrozen te wacht gezet en herhaaldelijk brulde de sirene. Die roep werd be antwoord door de stilliggers, zij voeren echter. De tremmer gaf het op. Hij kón niet meer. Het was voor de stokers niet doenlijk zijn werk er bij te nemen. Er moest maar een mannetje van boven komen. De jongste matroos in jaren, werd door het gezag uit gemaakt. Dat was regel. Arend-Michiel kwam zodoende al gauw in de machine kamer. Het was er heet. Hij keek in de vermoeide, broodmagere gezichten van de stokers. Ze hadden kolen nodig. Hij kroop in de bunkers, een schop was er wel, als ze maar kolen kregen. Hij hakte, hij schepte, hij ging zweten, tot stikkens-toe benauwd kreeg hij het. Ineens dacht hij: o, God, wat een hel, wat een hel, wat- èèn-hèl... Waar ben ik nu ingekomen? En verder wilde hij niet denken, aan vroeger, aan de Onbestendigheid, die propere logger, aan thuis, aan moeder, aan Wil. Kolen, kolen, KOLEN! Niet denken. Hij snoot zijn neus, een baan zwart stof op zijn zakdoek. Hij werkte, wérkte. Hoelang hij bezig was, wist hij niet. Hij wist alleen: ik ken hier niemand en niemand kent mij. Na uren rinkelt de telegraaf; wat langzamer! Graag. Dan achteruit: Best. Daarna: stop! Hoera, ze juichen. Nu is het leed geleden. Arend- Michiel komt naar boven; verhit, zwart bestoven. Hij ziet een ree, ze liggen achter een sleper. De kapitein roept naar die trekker: Is de Valparaiso al binnen? Neen. En de Victoria? Neen. En dan schreeuwt de sleperskapitein: Wees maar gerust, John Morisson, de vracht is wéér voor jou. Ome Nero grijnst. Het volk gnuift. O, was het dat! Anderen missen deze lading. John Morisson is een jager. De vracht is zijn wild. Hij ruikt het en hij jaagt er op, hij neemt het schip in zijn handen en het volk aan een touwtje. En Arend-Michiel weet: dat kleine, ar metierige, ouwe mannetje is buiten een wonderbaar lijke duivel. Een Wijnand Hoogendijk in tienvoud. Een opgeleefde man met een stokje, wanneer het schip stilligt, een jonge drieste wildeman als hij vaart. Hij let op niemand, toch heeft Arend-Michiel het gevoel, dat iedereen door hem in de gaten gehouden wordt. Ankers vallen! Wanneer de meesten kunnen inrukken, moeten Arend- Michiel en de bootsman de eerste wacht lopen. Het valt hem zwaar, hoewel het weer prachtig is en ze alleen maar behoeven op te letten, dat er niemand met de Orkanera aan de loop gaat. Het was niets, het was order. Ook in de havens moest daaraan de hand worden gehouden. De bootsman was een lange zwijgzame Brit, een kerel op jaren met een vermoeid, zorgelijk gezicht. De man stond stil voor zich uit te staren. Zijn beetje Engels had Arend-Michiel eerst niet eens nodig. Toch nam hij zich voor: ik ga beter Engels leren. Hij kreeg dorst en ging naar de kombuis om wat te drinken. Er stond koffie op het vuur. Het smaakte. Een lege mok, die hij vond, schonk hij vol. Deze bracht hij de bootsman. Dit simpele gebaar vergemakkelijkte de toenadering, hoe wel de Brit zwijgzaam bleef Och, zulke uitingen van goede wil waren op de logger, waar de een de ander beter dan zichzelf kende, gewoonte. Hier passeerde men elkaar als schepen iïi de nacht. Toen hun wacht om was, keek de bootsman hem voor het eerst recht aan en zei: Zo, ik ga in mijn holletje. Arend-Michiel knikte hem toe. Ik ook. En de ander vroeg doordat hij langzaam sprak en gebaarde kon Arend-Michiel hem volgen belang stellend: Heb jij nog een holletje aan de wal, waar je welkom bent? Arend-Michiel antwoordde: Eigenlijk niet. Nou, ik ook niet, dan zijn we een beetje kameraden. En weg stapte hij. Arend-Michiel stond in zijn hut. Zijn hut? Er was vrijwel niets van hem bij. Het bed, dat hem zo lokte, was van een ander, evenzo de snuisterijen. Maar hij was zo moe en wat deert dan zoiets. Hij keek in een spiegeltje en zag zijn zwarte kop. Toen holde hij naarde kok om een pusse warm water. Overal zat kolengruis. Hij gaf zich meteen een goede beurt. De lui, die hem voorbijgingen, keken hem aan: zo, ben jij er ook nog? Spreken deden ze bijna niet. Hij dacht maar hij wilde niet denken was Gerrit Krab er maar om mijn rug te wassen. Hij gooide het schone hemd over zijn kop. Moeder, moeder, zei-ie zacht, 't Was geen flauwe kul en je mag gerust de knopies van m'n hemd vastmaken. En toen schoot hij rillerig in zijn kooi. Hij had geen kracht meer om het portret tegen de wand te punaisen. Hij had het koud en verlangde naar een zachte hand. Willetje, Willie Wil, dag, jij weet wel waarom, hè, lag- ie te zeggen. Zacht, heel zacht natuurlijk, stel dat iemand het hoorde. Toen zakte hij om. Hij was zo moe, zó móe. me Nero had verordonneerd: niemand de wal op, voor ik terug ben. Hij kende zijn pappen heimers. En daar stonden ze aan dek, in onvervalst internationaal te kankeren, dit allegaartje landslui, veel-kleurig en veel-talig. Wat lieten ze zich voor dat miezerige, kromgetrokken kereltje op hun kop zitten. Je zou hem toch kielhalen. Op achthonderd meter afstand was de wal, het vertier lokte. (wordt vervolgd) -i^J. --I------t ^,^-^~-L.-, -_ -.- ..-1 t*t*t OCH gclicci 1& UlltöLdclH Vclll lllUllUCUl- Nieuwe boeken O ^*•^***************'^**'*****'^'^*'*■*'f■'f■*^■*'^*'^'^'f■^■^■'^'^•^^■'^^-^■^■'t■'^4■'^'^'^'f■'^*'^'^^^^■^■'^'^4■'^>^

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1986 | | pagina 5