EIIAtlDEtl-rilEUWS
Uit de Historie
Ooltgensplaat
Kinderboekenweek
in de bibliotheek
McEé^
C.N.V. afd. West-Flakkee
Ver. „de Christenvrouw"
No. 5435
(I)
Namen
Aantekening uit Boers:
van 18 61971 nog dit: Hst „GrotB Gat" tfi OoItgeHsplaat
Schipper OELTGEN's lied
Een scriptie over
Ooltgensplaat
HUIS VERKOPEN?
makelaar tamboer bellen
vóór deskundige bemiddeling
[=1 01870-3477 m
DD
3e Blad
VRIJDAG 4 OKTOBER 1985
OOLTGENSPLAAT ligt aan de vaarweg Rotterdam-Antwerpen.
Nabij het havenhoofd ligt ook het fort Prins Frederik.
Monumentaal is het aan de Kaai gelegen raadhuis.
Het is waarschijnlijk dat Ooltgensplaat
z'n naam dankt aan Oeltken de Piper, zei
prof. v.d. Gouw.
Dr. J. de Vries in z'n Woordenboek der
Noord- en Zuidnederlandse Plaatsnamen
schrijft:
„Ooltgensplaat, N- Z-H, is ontstaanuit
Oelekensplaat, waarin dus de Persoons
naam Oeleken zit, een verkleinwoord van
Oele, Oio. Door de klankovergang van
Olk tot Óltj ontstond de tegenwoordige
vorm. De namen Adolfsland kan ontleent
zijn aan Adolf van Cleve. Maar ook aan
St. Odulphus, een kanunnik ten tijde van
Frederik Vilt, bisschop van Utrecht. Op
het oude register van de Weeskamer te
Ooltgensplaat leest men: Weezenboek in
Sainct Odulphus Landt, genaempt Oelt-
gensplate, begonnen 1 januari 1595 (Odul
phus was .priester en belijder"). Dat
Ooltgensplaat een verbastering zou zijn
van Adolfsplaat of Odulfsplaat, geloof ik
niet".
Aantekening:
Over St. Odulphus vond ik in: Geschie
denis van het godsdienstig en kerkelijk
leven in Nederland, door J. Kuiper, op
pag. 7 en 8:
„Een der laatste zendelingen was Odul
phus te Oorschot uit een aanzienlijk ge
slacht geboren. Tot priester gewijd, wilde
hij zich in een klooster afzonderen, doch
op de bede zijner ouders werd hij pastoor
in zijn geboorteplaats. Maar ras gevoelde
hij roeping tot een uitgebreider werkkring
en daarom begaf hij zich met achterlating
van al zijn bezittingen naar Utrecht. Na
dat hij hier een tijdlang in een klooster had
doorgebracht, werd hij door bisschop Fre
derik naar Friesland geroepen en predikte
te Staveren en elders tegen Sabbelliaanse
en Ariaanse ketterijen. Volgens de kro
nieken heeft hij veel gedaan ter bevesti
ging der Christelijke waarheid in Fries
land en om wrede wolven in zacht
moedige lammeren te veranderen". In zijn
ouderdom vestigde hij zich te Utrecht,
waar hij de 12 juni 838 overleed. Vele
wonderen worden hem toegedicht, ook de
gave der profetie. In latere tijden zijn vele
kerken in ons vaderland hem toegewijd".
Over Ooltgensplaats' geschiedenis
schreef de heer A. J. Kruider in „Op
bouw" het volgende:
Ooltgensplaat
Is gelegen in de Heerlijkheid St. Adolfs
land, vermoedelijk geheten naar de be
dijker, Adolf van Cleve. Het gors werd
eerst genaamd: Ooltgensplate en Vloijhil.
Het Oude land in 1483 bedijkt door Jacob
van Borsele, heeft veel van inbraken te
lijden gehad. In 1530 en '32 leed de dijk
veel schade, maar bij de verschrikkelijke
storm van 1682 verloren 22 personen het
leven.
In 1715 en '17 braken de dijken opnieuw
door. Een van deze doorbraken in 1682
begon bij het dorp en liep tot voorbij den
Noord-poldersen Schenkeldijk, „samen
langh, meer dan 82 Putsche roeden".
Nog 3 inbraken hadden plaats 't „samen
langh omtrent de 33 roeden, noch met den
Noorddijk van het Oudelandt, van den
Eersten Noordtpolderschen Schenkeldijk,
Westwaards, tot de tweede Schenkeldijk,
omtrent Jasperszn, Stellenaars Huis op de
dijk toe", welke dijk voor 3/3 wegspoelde.
Veel spoelde af van de Zuiddijk van de
Plaatsche molen tot den Galeteeschen
dijk. Het dorp werd geheel overstroomd
„de huisen in de Ringh sijn meest in
gestort, veele menschen verdronken ende
ellendig in hunne huisen versmoort, doch
sommige sijn 't noch ontkomen". Men
verhak dat 2 mannen in de bomen klom
men, maar konden niet hoog genoeg klim
men, waarbij de een, die zich niet langer
vast kon houden, zich moest laten vallen
en verdronk. De ander zag een bak drij
ven, sprong er in en dat werd zijn behoud,
„drijvende daarmee tot het Gasthuis en
wierd aldaar door het venster half dood
ingehaald, doch verkwikte weder en dank
te Godt voor zijne lossing". „In 't school-
huis waren gevlucht 2 susters met hun
zwager en zijn kind. Een van de susters
herhaalde telkens: lek hebbe gesecht dat
wij op het Dorpshuis souden vluchten.
Nadat sij dat enige malen gesegd had
stortte de Noordpij in, waardoor de solder
versakte en de man en een vrouw en kind
daarop heen dreven welke allen verdron-
cken. De andere suster bleef op een gebint
drijven en kon tenslotte in een boom
kruipen waar zij 5 uuren in moest blijven
zitten".
Den Predickant en sijne stokoude moeder
en Dienstmaagd waren op de solder ge
vlucht, terwijl de huisen der buren de een
na de ander instortten. Sijn Moeder vlucht
te van de solder naar de kelder en weer
terug, sij was juist op een kamertje waar
haar soon haar op tijd uithaalde, want het
stortte in, en zij zou zeker verdronken zijn.
Anderen hebben 3 of 4 dagen op de zolder
gezeten eer zij verlost werden, totdat uit
Middelharnis redding kwam, in de vorm
van schepen met proviand.
Helaas waren er in 1682 22 mensen
levens te betreuren, mannen, vrouwen en
kinderen. De dode lichamen dreven langs
de woningen, evenals de cadavers van de
beesten. De Noordpolder in 1525 in
gedijkt vloeide 1682-1713 1715-1717 in.
Hierdoor waren de ingelanden zo ont
moedigd dat zij de polder en hun eigen
dommen verheten in 1718 waarna het
Oudeland en Galethee de herbedijking ter
hand namen. De Staten verleenden een
octrooi tot het aangaan van een lening van
156.000,waaraan 7 polders moesten
bijdragen. Door de nieuwe bedijking werd
een groot stuk van de oude polder buiten
gesloten.
De Galathee werd 1521 ter bedijking uit
gegeven, doch door gebrek aan werkvolk
in 1524 bedijkt. Reeds 6 jaar later kwam
hij blank te staan, zo ook in 1682 en 1715-
'17. De herstelling der dijkbreuken heeft
dan ook veel gekost. De Westpolder in
1594 en de Groote Blok in 1599 bedijkt,
hebben geen last van dijkbreuken gehad,
wat ook het geval is met de volgende
polders: De Kruispolder, ingedijkt 1626,
Mariapolder 1731, Anna-Wilhelmina
1806, Kleine Adriana Theodorapolder
1844 en het Weipolderse gors 1855. De
andere polders brachteh het er niet zo
goed af. Al te Klein, dat in 1602 bedijkt
werd, vloeide 80 jaar later in. Het Riet
veld, in 1682 bekaad vloeide datzelfde
jaar weer in en in 1897 opnieuw, waarbij
16 runderen zwemmend de Willemstad
wisten te bereiken.
De Grote Adriana Theodora polder werd
in 1844 bedijkt, 5 jaar later brak hij door,
geheel onverwacht, zodat de bewoners
ternauwernood het vege lijf konden red
den. 70 stuks vee kwamen hierbij om.
Opmerking:
In plaats van Vloyhil las ik ook Vloeyhil.
De storm van 1682 woedde 26 januari:
De pastorie stond aan de Ring.
Als eene bijzonderheid staat nog vermeld,
dat eene koornschuur in haar geheel door
het water werd opgenomen, in de Slik-
straat dreef en dezelve verstopte.
Door dezen zelfden vloed zijn nog over;
stroomd en ingevloeid: de polder de Gala-
thé, waardoor het water in de Plaat wel 3
voeten zakte; voorts de Noordpolder, de
Weipolder, de polder Alteklein, deKruis-
polder, den Bommel, de Molenpolder, de
Uitslag van den Bommel en hetBezomer-
kade Rietveld, allen behoorende tot
Adolfsland, en te zamen uitmakende
5096 putsche gemeten en 79 roeden lands,
hetwelk is overstroomd bij dezen nood-
lottigen watervloed.
1715. Een soortgelijk onheil, ofschoon
met minder geweld, heeft zich herhaald in
het jaar 1715, waardoor sommige in
gevloeide polders meer dan twee jaren
onder water bleven door den armoedigen
toestand, waarin de ingezetenen ver
keerden.
Bij dezen watervloed is de pastorij, welke
aan den Ring achter de kerk stond, ge
deeltelijk omgespoeld; zoodat thans van
dit gebouw niets meer, dan de vroegere
standplaats bekend is. Daarenboven zijn
toen de meeste huizen aan de Slikstraat
onbruikbaar geworden en afgebroken; op
derzelver vroegere plaats vindt men thans
bouw-schuren en eene meestoof.
Ik merk hierbij op:
Ook bij Dirksland las ik, dat'n in 1521 ter
bedijking uitgegeven polder, pas in 1524
wegens gebrek aan werkvolk kon bedijkt
worden. Er waren wegens de oorlog met
Frankrijk in Dirkslands omgeving geen
polderwerkers te krijgen. Onze Heer Ka-
rel V voerde oorlog met Frans I van
Frankrijk, maar het verband tussen die
oorlog en 't gebrek aan dijkwerkers, zie ik
niet. Was soms de zaak deze, dat de
mannen, die zich anders voor bedijking
aanboden, zich nu als huursoldaten voor
Karel V aanmeldden?
En burgemeester Van der Harst gaf op de
laatste vergadering van de Plaatse Raad
dit stukje geschiedenis weg:
Hij wees erop dat het op 17 februari 1966
precies 490 jaar geleden zal zijn dat de
handtekening van Maria van Bourgondië
voor het eerst het lot van Ooltgensplaat
bepaalde. De z.g. „aangewassen en aan-
geworpen ghenaempt te galenthee en oelt-
kenplate met die gorzen van Den Bom
mel" gaf zij uit in erfpacht ter moernering
of bedijking naar keuze van haar nicht
Anna. Deze Anna van Bourgondië en
haar gemaal Adolf van Kleef hebben toen
in 1481 de gorzen van Oelkensplate en
Vloeyhil ter bedijking uitgegeven onder
voorwaarde dat er in die bedijking een
kerk zou worden gesticht ter ere van de
schutspatroon Sint Adolph, terwijl het
gebied Sint Adolfsland zou heten. De
bouw van de kerk heeft 31 jaar gevergd
(1527-1558).
Nadat de bedijking had plaats gevonden is
Ooltgensplaat aangelegd als „fortres",
naar het franse forteresse, wat vesting
betekent. Deze vesting, was in 1593 volop
in bedrijf met palissaden en poorten en
voorschriften voor de trans- en toren
wachters alsmede voor het sluiten van de
poorten en het luiden van de poortklok.
Er zijn huizen gebouwd w.o. het raad
huis, daterend uit 1616. In 1632 waren er
te Den Bommel en Ooltgensplaat samen
308 huizen en een volle eeuw later in
1732: 319. „Toen was er nog geen woning
bouwvereniging" lachte de heer v.d. Harst.
Wel was er een markt en een haven en
handelsverkeer. Het inwonertal van Oolt
gensplaat en Den Bommel, nog steeds met
elkander verbonden steeg tot 1842 in 't
jaar 1795. (E.N.).
In december 1975 schreefhetE.N.,ineen
verslag van de overhandiging van de in
ventarisatie der archieven van Ooltgens
plaat, Den Bommel en Oude Tonge aan
burg. v.d. Harst van Ooltgensplaat:
„Dhr. L. Hovy, bezig met een scriptie
over de geschiedenis van Oostflakkee kon
daar vele wetenswaardigheden aan toe
voegen, vnl. over de oergeschiedenis"
van Oostflakkee, voor er van een gem.
archief sprake was. Hij had bevonden dat
de oorsprong van Ooltgensplaat niet ligt in
eengrijs mysterieus" verleden, maar dat
die anno 1483 gedateerd mag worden
omdat toen Anna van Ravestein de eerste
polder in liet dijken en er Ambachts
vrouwe over werd. Overigens werd al in
1237 het bestaan van gorzen vermeld en
werden er al tienden geheven en in het
begin van de 13e eeuw moet de moer
nering" er al bekend zijn geweest. In de
periode 1380-1420 werd er ook veeteelt
en visserij bedreven, alles moet goed
vinden van de heren van Putten".
Uit E.N.
Het z.g.n. „Grote Gat" te Ooltgensplaat, een mooi stulye naniui; Quisian door een
dijkdoorbraak op 26 januari 1682 zal door de Polder Sint Adolfsland
worden verkoclit aan Staatsbosbeheer.
Bij dit nummer stond:
De nu ontmaskerde
Oeitgen
en een vrije versie
van de
waarschijnlijke
Oeltken die Piper",
gezeten op een ezel.
En ook:
Oeitgen
„Het speuren in de Puttense rekeningen
heeft toch nog een Oeitgen opgeleverd.
Prof v.d. Gouw maakte dat met een brede
glimlach bekend. In 1383 blijkt het gors
bij Den Bommel voor 2 schellingen en 6
penningen verpacht te zijn aan ene Oelt
ken de Pieper, volgens dhr. v.d. Gouw
zeker een figuur die op de omgeving de
nodige indruk heeft gemaakt. „Pipers"
waren in die tijd lieden die muziekmakend
en dansend door het land trokken en
„vraten en zopen tot ze barstten". Oelt
ken de Piper lijkt aan die ramp te zijn
ontkomen en zijn leven in het Bommelse
verder te hebben gesleten met het weiden
van zijn schapen. Het is waarschijnlijk dat
Oeltkensplaat zijn naam aan deze Oeltken
dankt!
Zo kreeg het monnikenwerk van de dames
en heren studenten een plezierig slot. Prof
v.d. Gouw bood burg. van der Harst een
tekening aan van een musicerende, op een
ezel gezeten Oeitgen! Hij hoopte dat,
wanneer Ooltgensplaat in 1983 haar 500
jarig bestaan viert er voor deze Oeitgen
een standbeeld zal worden opgericht....!
Wij merken op, dat het mogelijk is, dat
Oeitgen de Piper per boot op de plaat
gestrand is en daar zodanig indruk heeft
gemaakt op z'n omgeving, dat deze plaat
naar hem genoemd is.
Maar, dat op het oude wapen van Oolt
gensplaat een schipper staat met een
schippershaak in de rechter- en een strik of
een lint in de linkerhand waaraan het
wapenschild van Ooltgensplaat is vast
gehecht, rustende op de grond voor het
linkerbeen, dat mag niet uitgelegd worden
als dat hij de stichter van Ooltgensplaat
zou zijn.
Wil men Oeitgen als een Fries beschou
wen, dat mag. De Friezen woonden tot
aan het Zwin in het tegenwoordige België.
Wel langs de kust, maar 'n Fries kan best
wat verder van de kust gestrand zijn.
V,-
Woorden van C, M. Breur
Muziek van J. v.d. Heuvel
In 't jaar twee en tachtig.
Voer een schipper op een PLAAT,
In het Volkerak gelegen.
En die plek leek hem niet kwaad.
Daarom dacht hij, 't lijkt hier goed,
'k Drijf niet weg, bij hoogen vloed, bis
Deze Schipper heette OELTGEN,
En hij bouwde toen gezwind.
Op die PLAAT een aardig hutje.
Voor zich zelf, zijn vrouw en kind,
't Leven was daar goed en vrij,
Netten vol met visch ving hij.
bis
Toen het meer en meer bekend werd,
Dat die PLAAT bewoonbaar was.
Volgden velen OELTGEN's voorbeeld
Zoo ontstond er nu alras.
Een gehucht aan de rivier.
Steeds kwam daar wat meer vertier.
bis
Langzaam groeide dit gehuchtje,
't Werd een dorp van meer belang.
En de naam die het ging dragen.
Is ook heden nog in zwang.
Schipper OELTGEN is de peet.
Waar het OOL TGENSPLAA Tnaar heet
(bis)
N.B. Bovenstaand lied kan ook worden gezongen,
op de wijze: Zie de maan schijnt door de boomen.
(van ieder couplet laatste twee regels herhalen).
een ambachtsheerlijkheid
tijdens de republiek
Om de inhoud van de scriptie, getiteld
„Ooltgensplaat, een ambachtsheerlijk
heid tijdens de republiek" wat appe-
tijtelijker voor te schotelen, hebben we
naarstig gezocht naar wat passages die
op z'n minst een glimlach moeten ont
lokken. Overigens is dat niet de pre
tentie van het werkstuk, gemaakt door
dhr. Hovy, verbonden aan het histo
risch seminarium van de Universiteit te
Amsterdam, maar we hebben die pas
sages wel gevonden. Dat maakt de scrip
tie interessant voor meerderen dan al
leen maar de snuffelaars naar histo
rische wetenswaardigheden die des
noods gortdroog mogen zijn. De scrip
tie bevindt zich daar keurig tussenin,
niet dor maar het is anderzijds ook geen
streekroman, zij het dan ook dat die
zich wel erg lang geleden zou hebben
afgespeeld....
Materiaal voor zijn scriptie vond dhr.
Hovy goeddeels in het keurig gerubri
ceerde gemeente-archief van Ooltgens
plaat, toen nog geheten de Ambachts
heerlijkheid St. Adolfsland. Dat geeft een
vrij nauwkeurig beeld vanaf het eind van
de 16e eeuw en uit dat beeld distilleert hij
vnl. die informatie die betrekking heeft op
de inrichting en werking van het bestuur
van Ooltgensplaat. Daarin gaat het over
de rechtspraak, de positie van de schout
in het dorpsbestel, de betrekkingen met de
ambachtsheer, de landsoverheid en de
ruwaard en de samensteller heeft zich ook
verdiept in de vraag hoe het stond met de
autonomie van de ambachtsheerlijkheid.
„De scriptie wil een bijdrage leveren aan
onze kennis van het bestuur op het platte
land tijdens de republiek" aldus dhr. Hovy.
Zijn werkstuk is a 8,25 te verkrijgen via
Postgiro 13500 t.g.v. H 13873 van de
Gemeentegiro Amsterdam, t.n.v. Histo
risch Seminarium, Herengracht 286 te
Amsterdam.
De samensteller heeft teruggezien op de
moernering (1380-1420) op de gorzen,
het darink-delven, de weervisserij die
toen al verboden werd om de visstand te
sparen en de bedijkingen waarvan de
eerste in 1483 gereed moeten zijn ge
weest. Wie dat allemaal interessant vindt
kan zich naar hartelust in deze materie
verdiepen, want dhr. Hovy heeft er heel
serieus werk van gemaakt een zo getrouw
mogelijk beeld te geven.
Interessant is het te lezen over o.m. de
werkzaamheden van de vroedvrouw,
maar denk niet dat dat van die lieverdjes
waren, ,,want", zegt de scriptie: „meer
dan eens wordt de vroedvrouw wegens
mishandeling of doodslag door haar cHën-
tèle aangeklaagd. Het mens had ook nog te
waken tegen onderkruipers die haar vak
wilden binnendringen. Daar had trouwens
ook de schoolmeester mee te kampen
want sommige particulieren hielden er een
Op woensdag 9 oktober a.s. om 20.00
uur vindt de eerste ledenvergadering in het
nieuwe seizoen plaats.
De districtbestuurder K. I. van Splunder
zal een korte inleiding houden over een
aantal bondsaktiviteiten, tevens worden
enkele leden van onze afdeling gehuldigd
n.l. voor 25- en 40-jarig lidmaatschap.
Deze vergadering wordt gehouden in het
Ned. Herv. Verenigingsgebouw „De
Rank", Bosschieterstraat 6, Stellendam.
Van woensdag 2 t/m zaterdag 12 oktober
is het kinderboekenweek en dat wordt
gevierd!
Voor kinderen t/m 11 jaar is er een
kleurwedstrijd, de kleurplaten liggen al
klaar in de jeugdbibliotheek. Voor de
oudere jeugd is er een rebus.
Vrijdag 11 oktober is de laatste dag datje
de ingekleurde platen en de oplossing van
de rebus in kunt leveren!
Woensdag 16 oktober komt er een lijst in
de bibliotheek te hangen met de prijs
winnaars.
Tevens zijn er twee boekententoon-
stellingen.
Omdat het thema van de kinderboeken
week „dieren" is, staat er een tentoon
stelling over het onderwerp dierenbe
scherming en dierenbehoud.
Daarnaast is er een tentoonstelling met
de boeken die dit jaar bekroond zijn met
een gouden of zilveren griffel of penseel.
De griffels gaan naar de auteurs van die
leesboeken die door een jury zijn uit
gekozen als de beste van dit jaar. De
penselen gaan naar de tekenaars van de
mooist geïllustreerde jeugdboeken.
De Kinderboekenweek wordt afgesloten
met een voorstelling door het poppenthea
ter „Alteklein" op maandagmiddag 14
oktober (dus in de herfstvakantie) om
13.45 uur. Gespeeld wordt „Rork, het
wrattenzwijn".
In verband met de te kleine ruimte in de
bibliotheek zelf wordt de voorstelling ge
houden in het „Diekhuus".
Als je ook wilt komen kun je een gratis
toegangskaartje halen in de jeugdbiblio
theek.
bij-schooltje op na. Schout en schepenen
bleken het veelal roerend met elkaar eens
te zijn.
Ze icwamen weinig tegenover elkaar te
staan wat de schrijver doet vermoeden dat
bij de schepenen het besef vertegenwoor
diger van de ingezetenen te zijn veelal
moet hebben ontbroken. Trouwens, de
Schout kon altijd de hulp van de Am
bachtsheer inroepen en daar stuurden de
schepenen het kennelijk liever niet op aan.
Ze moeten nogal vreedzaam zijn geweest,
die van de Plaat. Belastingbetalen deden
ze niet zo van harte en dat kostte wel eens
een ruit van een pachterhuis of de vrouw
van de impostmeester werd bedreigd in de
haven te verzeilen, maar daar bleef het
dan ook bij.
Nadat het is gegaan over de armenzorg en
Kerkelijke Zaken voor liefhebbers in
teressant om te lezen geeft de samen
steller een kijk op de Openbare orde en
veiligheid. De nachtwaker komt daarin
meermalen naar voren. Er waren periodes
dat de man zijn leven niet zeker was en
best eens kon worden overvallen door het
vijandelijk gespuis dat ook op de binnen
wateren rondzwierf en zich ook al voor
Ooltgensplaat had vertoond. De man had
zijn overbekende toon en dat moest hem
helpen als hij eens gepakt zou worden. De
belager zou dan van hem verlangen dat hij
zijn roep zou vervolgen maar de nacht
waker zou dan letterlijk een heel andere
toon aan moeten slaan. Zijn collega of de
burgers zouden dan merken dat er iets aan
de hand was en zouden maatregelen kun
nen nemen om hem te ontzetten....
Van vreemdelingen in het dorp vond men
dat die de sociale rust zouden kunnen
verstoren. De landarbeiders klaagden ook
over de concurrentie die ze van vreem
delingen hadden en er was een radicale
groep die verlangde dat de boeren of de
koppelbazen geen vreemdelingen meer in
dienst zouden nemen zolang er nog volk
uit eigen gemeente zonder werk zat. De
burgers die 's zomers zonder werk zaten
zouden 's winters ten laste van de armen-
kas komen, zo werd gewaarschuwd.
De magistraat had overigens zo zegt de
scriptie een overduidelijke voorkeur
voor alleenstaande seizoenarbeiders.
Men was niet erg gebrand op vreemde
lingen, bedelaars ende landlopers die zich
onder pretext en voorgeven dat deselve
comen omme des somers te werken en
tegens de winter oft wel met het uytgaan
van den ougst haer vertrekt te nemen, met
vrouw en kinderen in Ooltgensplaat ves
tigden.
In 1723 werd het zelfs verboden om „van
buyten incomende" gezinnen te huis
vesten. Schout en 2 schepenen gingen
periodiek de huizen langs om te contro
leren of dat verbod niet overtreden werd.
Vreemde gezinnen die werden aangetrof
fen moesten binnen twee a drie dagen de
jurisdictie verlaten, ofwel bij de Kerk aan
kloppen om een garantieverklaring dat ze
zo nodig op kerkelijke ondersteuning
mochten rekenen.
Die laatste mogelijkheid stond overi
gens alleen open voor die gezinnen
waarvan de vader nog in leven was.
Vrouwen met kinderen werden zonder
pardon uit de jurisdictie gezet. Het
zelfde gebeurde ook met alleenstaande
vrouwen en zeker als zij zwanger waren.
Vrijgezellen zelfs als zij een kind bij
een getrouwde inwoonster hadden ver
wekt hadden meer kansen.
(E.N. 13-1978). (wordt vervolgd)
J. L. Struik
DIRKSLAND
De vertrektijd van de bus naar Utrecht,
voor een bezoek aan de D.E. fabriek op 8
oktober is als volgt:
11.45 uur Rabobank (Melissant).
11.50 uur Vroonlande.
11.55 uur Schakel.
12.00 uur Schelpenpad.
SINT ANNALAND
Aardappelveiling van dinsdag 1 ok
tober 1985 Doré gewone 0,27 -
ƒ0,34. Bintjes gewone 0,11 - 0,14.
Bintjes bonken 0,24 - 0,26. Bintjes
drielingen 0,08. Bintjes kriel 0,67.
Eigenheimers gewone 0,25 - 0,30.
Irene gewone 0,21 - 0,28. Wilstar
gewone 0,29. Furore gewone 0,27 -
0,34. Aardappelprijs per kilogram. Aan
voer: honderd vier en twintig ton.
SINT ANNALAND
Voor beroep bedankt Ds. M.
Mondria, predikant van de Gereformeer
de Gemeente in Waardenburg heeft ge
meend te moeten bedanken voor het be
roep, dat door de Gereformeerde Ge
meente van Sint Annaland op hem was
uitgebracht. Ds. Mondria staat sinds 27
september 1973 in zijn eerste gemeente
Waardenburg en heeft reeds voor vele
beroepen, die op hem werden uitgebracht,
bedankt.
PREDIKBEURTEN ZEELAND
Zondag 6 oktober 1985
SINT ANNALAND - Herv. Gem.
10.00 en 18.00uurds. A. vanHerk-
Ger. Gem. 9.30, 14.00 en 18.00 uur
ds. J. C. Weststrate uit 's Graven
polder - Ger. Gem. in Ned. 9.45,
14.15 en 18.15 uur leesdienst.