EIIAtlDEtl-rilEUWS Uit de Historie Ooltgensplaat Kinderboekenweek in de bibliotheek McEé^ C.N.V. afd. West-Flakkee Ver. „de Christenvrouw" No. 5435 (I) Namen Aantekening uit Boers: van 18 61971 nog dit: Hst „GrotB Gat" tfi OoItgeHsplaat Schipper OELTGEN's lied Een scriptie over Ooltgensplaat HUIS VERKOPEN? makelaar tamboer bellen vóór deskundige bemiddeling [=1 01870-3477 m DD 3e Blad VRIJDAG 4 OKTOBER 1985 OOLTGENSPLAAT ligt aan de vaarweg Rotterdam-Antwerpen. Nabij het havenhoofd ligt ook het fort Prins Frederik. Monumentaal is het aan de Kaai gelegen raadhuis. Het is waarschijnlijk dat Ooltgensplaat z'n naam dankt aan Oeltken de Piper, zei prof. v.d. Gouw. Dr. J. de Vries in z'n Woordenboek der Noord- en Zuidnederlandse Plaatsnamen schrijft: „Ooltgensplaat, N- Z-H, is ontstaanuit Oelekensplaat, waarin dus de Persoons naam Oeleken zit, een verkleinwoord van Oele, Oio. Door de klankovergang van Olk tot Óltj ontstond de tegenwoordige vorm. De namen Adolfsland kan ontleent zijn aan Adolf van Cleve. Maar ook aan St. Odulphus, een kanunnik ten tijde van Frederik Vilt, bisschop van Utrecht. Op het oude register van de Weeskamer te Ooltgensplaat leest men: Weezenboek in Sainct Odulphus Landt, genaempt Oelt- gensplate, begonnen 1 januari 1595 (Odul phus was .priester en belijder"). Dat Ooltgensplaat een verbastering zou zijn van Adolfsplaat of Odulfsplaat, geloof ik niet". Aantekening: Over St. Odulphus vond ik in: Geschie denis van het godsdienstig en kerkelijk leven in Nederland, door J. Kuiper, op pag. 7 en 8: „Een der laatste zendelingen was Odul phus te Oorschot uit een aanzienlijk ge slacht geboren. Tot priester gewijd, wilde hij zich in een klooster afzonderen, doch op de bede zijner ouders werd hij pastoor in zijn geboorteplaats. Maar ras gevoelde hij roeping tot een uitgebreider werkkring en daarom begaf hij zich met achterlating van al zijn bezittingen naar Utrecht. Na dat hij hier een tijdlang in een klooster had doorgebracht, werd hij door bisschop Fre derik naar Friesland geroepen en predikte te Staveren en elders tegen Sabbelliaanse en Ariaanse ketterijen. Volgens de kro nieken heeft hij veel gedaan ter bevesti ging der Christelijke waarheid in Fries land en om wrede wolven in zacht moedige lammeren te veranderen". In zijn ouderdom vestigde hij zich te Utrecht, waar hij de 12 juni 838 overleed. Vele wonderen worden hem toegedicht, ook de gave der profetie. In latere tijden zijn vele kerken in ons vaderland hem toegewijd". Over Ooltgensplaats' geschiedenis schreef de heer A. J. Kruider in „Op bouw" het volgende: Ooltgensplaat Is gelegen in de Heerlijkheid St. Adolfs land, vermoedelijk geheten naar de be dijker, Adolf van Cleve. Het gors werd eerst genaamd: Ooltgensplate en Vloijhil. Het Oude land in 1483 bedijkt door Jacob van Borsele, heeft veel van inbraken te lijden gehad. In 1530 en '32 leed de dijk veel schade, maar bij de verschrikkelijke storm van 1682 verloren 22 personen het leven. In 1715 en '17 braken de dijken opnieuw door. Een van deze doorbraken in 1682 begon bij het dorp en liep tot voorbij den Noord-poldersen Schenkeldijk, „samen langh, meer dan 82 Putsche roeden". Nog 3 inbraken hadden plaats 't „samen langh omtrent de 33 roeden, noch met den Noorddijk van het Oudelandt, van den Eersten Noordtpolderschen Schenkeldijk, Westwaards, tot de tweede Schenkeldijk, omtrent Jasperszn, Stellenaars Huis op de dijk toe", welke dijk voor 3/3 wegspoelde. Veel spoelde af van de Zuiddijk van de Plaatsche molen tot den Galeteeschen dijk. Het dorp werd geheel overstroomd „de huisen in de Ringh sijn meest in gestort, veele menschen verdronken ende ellendig in hunne huisen versmoort, doch sommige sijn 't noch ontkomen". Men verhak dat 2 mannen in de bomen klom men, maar konden niet hoog genoeg klim men, waarbij de een, die zich niet langer vast kon houden, zich moest laten vallen en verdronk. De ander zag een bak drij ven, sprong er in en dat werd zijn behoud, „drijvende daarmee tot het Gasthuis en wierd aldaar door het venster half dood ingehaald, doch verkwikte weder en dank te Godt voor zijne lossing". „In 't school- huis waren gevlucht 2 susters met hun zwager en zijn kind. Een van de susters herhaalde telkens: lek hebbe gesecht dat wij op het Dorpshuis souden vluchten. Nadat sij dat enige malen gesegd had stortte de Noordpij in, waardoor de solder versakte en de man en een vrouw en kind daarop heen dreven welke allen verdron- cken. De andere suster bleef op een gebint drijven en kon tenslotte in een boom kruipen waar zij 5 uuren in moest blijven zitten". Den Predickant en sijne stokoude moeder en Dienstmaagd waren op de solder ge vlucht, terwijl de huisen der buren de een na de ander instortten. Sijn Moeder vlucht te van de solder naar de kelder en weer terug, sij was juist op een kamertje waar haar soon haar op tijd uithaalde, want het stortte in, en zij zou zeker verdronken zijn. Anderen hebben 3 of 4 dagen op de zolder gezeten eer zij verlost werden, totdat uit Middelharnis redding kwam, in de vorm van schepen met proviand. Helaas waren er in 1682 22 mensen levens te betreuren, mannen, vrouwen en kinderen. De dode lichamen dreven langs de woningen, evenals de cadavers van de beesten. De Noordpolder in 1525 in gedijkt vloeide 1682-1713 1715-1717 in. Hierdoor waren de ingelanden zo ont moedigd dat zij de polder en hun eigen dommen verheten in 1718 waarna het Oudeland en Galethee de herbedijking ter hand namen. De Staten verleenden een octrooi tot het aangaan van een lening van 156.000,waaraan 7 polders moesten bijdragen. Door de nieuwe bedijking werd een groot stuk van de oude polder buiten gesloten. De Galathee werd 1521 ter bedijking uit gegeven, doch door gebrek aan werkvolk in 1524 bedijkt. Reeds 6 jaar later kwam hij blank te staan, zo ook in 1682 en 1715- '17. De herstelling der dijkbreuken heeft dan ook veel gekost. De Westpolder in 1594 en de Groote Blok in 1599 bedijkt, hebben geen last van dijkbreuken gehad, wat ook het geval is met de volgende polders: De Kruispolder, ingedijkt 1626, Mariapolder 1731, Anna-Wilhelmina 1806, Kleine Adriana Theodorapolder 1844 en het Weipolderse gors 1855. De andere polders brachteh het er niet zo goed af. Al te Klein, dat in 1602 bedijkt werd, vloeide 80 jaar later in. Het Riet veld, in 1682 bekaad vloeide datzelfde jaar weer in en in 1897 opnieuw, waarbij 16 runderen zwemmend de Willemstad wisten te bereiken. De Grote Adriana Theodora polder werd in 1844 bedijkt, 5 jaar later brak hij door, geheel onverwacht, zodat de bewoners ternauwernood het vege lijf konden red den. 70 stuks vee kwamen hierbij om. Opmerking: In plaats van Vloyhil las ik ook Vloeyhil. De storm van 1682 woedde 26 januari: De pastorie stond aan de Ring. Als eene bijzonderheid staat nog vermeld, dat eene koornschuur in haar geheel door het water werd opgenomen, in de Slik- straat dreef en dezelve verstopte. Door dezen zelfden vloed zijn nog over; stroomd en ingevloeid: de polder de Gala- thé, waardoor het water in de Plaat wel 3 voeten zakte; voorts de Noordpolder, de Weipolder, de polder Alteklein, deKruis- polder, den Bommel, de Molenpolder, de Uitslag van den Bommel en hetBezomer- kade Rietveld, allen behoorende tot Adolfsland, en te zamen uitmakende 5096 putsche gemeten en 79 roeden lands, hetwelk is overstroomd bij dezen nood- lottigen watervloed. 1715. Een soortgelijk onheil, ofschoon met minder geweld, heeft zich herhaald in het jaar 1715, waardoor sommige in gevloeide polders meer dan twee jaren onder water bleven door den armoedigen toestand, waarin de ingezetenen ver keerden. Bij dezen watervloed is de pastorij, welke aan den Ring achter de kerk stond, ge deeltelijk omgespoeld; zoodat thans van dit gebouw niets meer, dan de vroegere standplaats bekend is. Daarenboven zijn toen de meeste huizen aan de Slikstraat onbruikbaar geworden en afgebroken; op derzelver vroegere plaats vindt men thans bouw-schuren en eene meestoof. Ik merk hierbij op: Ook bij Dirksland las ik, dat'n in 1521 ter bedijking uitgegeven polder, pas in 1524 wegens gebrek aan werkvolk kon bedijkt worden. Er waren wegens de oorlog met Frankrijk in Dirkslands omgeving geen polderwerkers te krijgen. Onze Heer Ka- rel V voerde oorlog met Frans I van Frankrijk, maar het verband tussen die oorlog en 't gebrek aan dijkwerkers, zie ik niet. Was soms de zaak deze, dat de mannen, die zich anders voor bedijking aanboden, zich nu als huursoldaten voor Karel V aanmeldden? En burgemeester Van der Harst gaf op de laatste vergadering van de Plaatse Raad dit stukje geschiedenis weg: Hij wees erop dat het op 17 februari 1966 precies 490 jaar geleden zal zijn dat de handtekening van Maria van Bourgondië voor het eerst het lot van Ooltgensplaat bepaalde. De z.g. „aangewassen en aan- geworpen ghenaempt te galenthee en oelt- kenplate met die gorzen van Den Bom mel" gaf zij uit in erfpacht ter moernering of bedijking naar keuze van haar nicht Anna. Deze Anna van Bourgondië en haar gemaal Adolf van Kleef hebben toen in 1481 de gorzen van Oelkensplate en Vloeyhil ter bedijking uitgegeven onder voorwaarde dat er in die bedijking een kerk zou worden gesticht ter ere van de schutspatroon Sint Adolph, terwijl het gebied Sint Adolfsland zou heten. De bouw van de kerk heeft 31 jaar gevergd (1527-1558). Nadat de bedijking had plaats gevonden is Ooltgensplaat aangelegd als „fortres", naar het franse forteresse, wat vesting betekent. Deze vesting, was in 1593 volop in bedrijf met palissaden en poorten en voorschriften voor de trans- en toren wachters alsmede voor het sluiten van de poorten en het luiden van de poortklok. Er zijn huizen gebouwd w.o. het raad huis, daterend uit 1616. In 1632 waren er te Den Bommel en Ooltgensplaat samen 308 huizen en een volle eeuw later in 1732: 319. „Toen was er nog geen woning bouwvereniging" lachte de heer v.d. Harst. Wel was er een markt en een haven en handelsverkeer. Het inwonertal van Oolt gensplaat en Den Bommel, nog steeds met elkander verbonden steeg tot 1842 in 't jaar 1795. (E.N.). In december 1975 schreefhetE.N.,ineen verslag van de overhandiging van de in ventarisatie der archieven van Ooltgens plaat, Den Bommel en Oude Tonge aan burg. v.d. Harst van Ooltgensplaat: „Dhr. L. Hovy, bezig met een scriptie over de geschiedenis van Oostflakkee kon daar vele wetenswaardigheden aan toe voegen, vnl. over de oergeschiedenis" van Oostflakkee, voor er van een gem. archief sprake was. Hij had bevonden dat de oorsprong van Ooltgensplaat niet ligt in eengrijs mysterieus" verleden, maar dat die anno 1483 gedateerd mag worden omdat toen Anna van Ravestein de eerste polder in liet dijken en er Ambachts vrouwe over werd. Overigens werd al in 1237 het bestaan van gorzen vermeld en werden er al tienden geheven en in het begin van de 13e eeuw moet de moer nering" er al bekend zijn geweest. In de periode 1380-1420 werd er ook veeteelt en visserij bedreven, alles moet goed vinden van de heren van Putten". Uit E.N. Het z.g.n. „Grote Gat" te Ooltgensplaat, een mooi stulye naniui; Quisian door een dijkdoorbraak op 26 januari 1682 zal door de Polder Sint Adolfsland worden verkoclit aan Staatsbosbeheer. Bij dit nummer stond: De nu ontmaskerde Oeitgen en een vrije versie van de waarschijnlijke Oeltken die Piper", gezeten op een ezel. En ook: Oeitgen „Het speuren in de Puttense rekeningen heeft toch nog een Oeitgen opgeleverd. Prof v.d. Gouw maakte dat met een brede glimlach bekend. In 1383 blijkt het gors bij Den Bommel voor 2 schellingen en 6 penningen verpacht te zijn aan ene Oelt ken de Pieper, volgens dhr. v.d. Gouw zeker een figuur die op de omgeving de nodige indruk heeft gemaakt. „Pipers" waren in die tijd lieden die muziekmakend en dansend door het land trokken en „vraten en zopen tot ze barstten". Oelt ken de Piper lijkt aan die ramp te zijn ontkomen en zijn leven in het Bommelse verder te hebben gesleten met het weiden van zijn schapen. Het is waarschijnlijk dat Oeltkensplaat zijn naam aan deze Oeltken dankt! Zo kreeg het monnikenwerk van de dames en heren studenten een plezierig slot. Prof v.d. Gouw bood burg. van der Harst een tekening aan van een musicerende, op een ezel gezeten Oeitgen! Hij hoopte dat, wanneer Ooltgensplaat in 1983 haar 500 jarig bestaan viert er voor deze Oeitgen een standbeeld zal worden opgericht....! Wij merken op, dat het mogelijk is, dat Oeitgen de Piper per boot op de plaat gestrand is en daar zodanig indruk heeft gemaakt op z'n omgeving, dat deze plaat naar hem genoemd is. Maar, dat op het oude wapen van Oolt gensplaat een schipper staat met een schippershaak in de rechter- en een strik of een lint in de linkerhand waaraan het wapenschild van Ooltgensplaat is vast gehecht, rustende op de grond voor het linkerbeen, dat mag niet uitgelegd worden als dat hij de stichter van Ooltgensplaat zou zijn. Wil men Oeitgen als een Fries beschou wen, dat mag. De Friezen woonden tot aan het Zwin in het tegenwoordige België. Wel langs de kust, maar 'n Fries kan best wat verder van de kust gestrand zijn. V,- Woorden van C, M. Breur Muziek van J. v.d. Heuvel In 't jaar twee en tachtig. Voer een schipper op een PLAAT, In het Volkerak gelegen. En die plek leek hem niet kwaad. Daarom dacht hij, 't lijkt hier goed, 'k Drijf niet weg, bij hoogen vloed, bis Deze Schipper heette OELTGEN, En hij bouwde toen gezwind. Op die PLAAT een aardig hutje. Voor zich zelf, zijn vrouw en kind, 't Leven was daar goed en vrij, Netten vol met visch ving hij. bis Toen het meer en meer bekend werd, Dat die PLAAT bewoonbaar was. Volgden velen OELTGEN's voorbeeld Zoo ontstond er nu alras. Een gehucht aan de rivier. Steeds kwam daar wat meer vertier. bis Langzaam groeide dit gehuchtje, 't Werd een dorp van meer belang. En de naam die het ging dragen. Is ook heden nog in zwang. Schipper OELTGEN is de peet. Waar het OOL TGENSPLAA Tnaar heet (bis) N.B. Bovenstaand lied kan ook worden gezongen, op de wijze: Zie de maan schijnt door de boomen. (van ieder couplet laatste twee regels herhalen). een ambachtsheerlijkheid tijdens de republiek Om de inhoud van de scriptie, getiteld „Ooltgensplaat, een ambachtsheerlijk heid tijdens de republiek" wat appe- tijtelijker voor te schotelen, hebben we naarstig gezocht naar wat passages die op z'n minst een glimlach moeten ont lokken. Overigens is dat niet de pre tentie van het werkstuk, gemaakt door dhr. Hovy, verbonden aan het histo risch seminarium van de Universiteit te Amsterdam, maar we hebben die pas sages wel gevonden. Dat maakt de scrip tie interessant voor meerderen dan al leen maar de snuffelaars naar histo rische wetenswaardigheden die des noods gortdroog mogen zijn. De scrip tie bevindt zich daar keurig tussenin, niet dor maar het is anderzijds ook geen streekroman, zij het dan ook dat die zich wel erg lang geleden zou hebben afgespeeld.... Materiaal voor zijn scriptie vond dhr. Hovy goeddeels in het keurig gerubri ceerde gemeente-archief van Ooltgens plaat, toen nog geheten de Ambachts heerlijkheid St. Adolfsland. Dat geeft een vrij nauwkeurig beeld vanaf het eind van de 16e eeuw en uit dat beeld distilleert hij vnl. die informatie die betrekking heeft op de inrichting en werking van het bestuur van Ooltgensplaat. Daarin gaat het over de rechtspraak, de positie van de schout in het dorpsbestel, de betrekkingen met de ambachtsheer, de landsoverheid en de ruwaard en de samensteller heeft zich ook verdiept in de vraag hoe het stond met de autonomie van de ambachtsheerlijkheid. „De scriptie wil een bijdrage leveren aan onze kennis van het bestuur op het platte land tijdens de republiek" aldus dhr. Hovy. Zijn werkstuk is a 8,25 te verkrijgen via Postgiro 13500 t.g.v. H 13873 van de Gemeentegiro Amsterdam, t.n.v. Histo risch Seminarium, Herengracht 286 te Amsterdam. De samensteller heeft teruggezien op de moernering (1380-1420) op de gorzen, het darink-delven, de weervisserij die toen al verboden werd om de visstand te sparen en de bedijkingen waarvan de eerste in 1483 gereed moeten zijn ge weest. Wie dat allemaal interessant vindt kan zich naar hartelust in deze materie verdiepen, want dhr. Hovy heeft er heel serieus werk van gemaakt een zo getrouw mogelijk beeld te geven. Interessant is het te lezen over o.m. de werkzaamheden van de vroedvrouw, maar denk niet dat dat van die lieverdjes waren, ,,want", zegt de scriptie: „meer dan eens wordt de vroedvrouw wegens mishandeling of doodslag door haar cHën- tèle aangeklaagd. Het mens had ook nog te waken tegen onderkruipers die haar vak wilden binnendringen. Daar had trouwens ook de schoolmeester mee te kampen want sommige particulieren hielden er een Op woensdag 9 oktober a.s. om 20.00 uur vindt de eerste ledenvergadering in het nieuwe seizoen plaats. De districtbestuurder K. I. van Splunder zal een korte inleiding houden over een aantal bondsaktiviteiten, tevens worden enkele leden van onze afdeling gehuldigd n.l. voor 25- en 40-jarig lidmaatschap. Deze vergadering wordt gehouden in het Ned. Herv. Verenigingsgebouw „De Rank", Bosschieterstraat 6, Stellendam. Van woensdag 2 t/m zaterdag 12 oktober is het kinderboekenweek en dat wordt gevierd! Voor kinderen t/m 11 jaar is er een kleurwedstrijd, de kleurplaten liggen al klaar in de jeugdbibliotheek. Voor de oudere jeugd is er een rebus. Vrijdag 11 oktober is de laatste dag datje de ingekleurde platen en de oplossing van de rebus in kunt leveren! Woensdag 16 oktober komt er een lijst in de bibliotheek te hangen met de prijs winnaars. Tevens zijn er twee boekententoon- stellingen. Omdat het thema van de kinderboeken week „dieren" is, staat er een tentoon stelling over het onderwerp dierenbe scherming en dierenbehoud. Daarnaast is er een tentoonstelling met de boeken die dit jaar bekroond zijn met een gouden of zilveren griffel of penseel. De griffels gaan naar de auteurs van die leesboeken die door een jury zijn uit gekozen als de beste van dit jaar. De penselen gaan naar de tekenaars van de mooist geïllustreerde jeugdboeken. De Kinderboekenweek wordt afgesloten met een voorstelling door het poppenthea ter „Alteklein" op maandagmiddag 14 oktober (dus in de herfstvakantie) om 13.45 uur. Gespeeld wordt „Rork, het wrattenzwijn". In verband met de te kleine ruimte in de bibliotheek zelf wordt de voorstelling ge houden in het „Diekhuus". Als je ook wilt komen kun je een gratis toegangskaartje halen in de jeugdbiblio theek. bij-schooltje op na. Schout en schepenen bleken het veelal roerend met elkaar eens te zijn. Ze icwamen weinig tegenover elkaar te staan wat de schrijver doet vermoeden dat bij de schepenen het besef vertegenwoor diger van de ingezetenen te zijn veelal moet hebben ontbroken. Trouwens, de Schout kon altijd de hulp van de Am bachtsheer inroepen en daar stuurden de schepenen het kennelijk liever niet op aan. Ze moeten nogal vreedzaam zijn geweest, die van de Plaat. Belastingbetalen deden ze niet zo van harte en dat kostte wel eens een ruit van een pachterhuis of de vrouw van de impostmeester werd bedreigd in de haven te verzeilen, maar daar bleef het dan ook bij. Nadat het is gegaan over de armenzorg en Kerkelijke Zaken voor liefhebbers in teressant om te lezen geeft de samen steller een kijk op de Openbare orde en veiligheid. De nachtwaker komt daarin meermalen naar voren. Er waren periodes dat de man zijn leven niet zeker was en best eens kon worden overvallen door het vijandelijk gespuis dat ook op de binnen wateren rondzwierf en zich ook al voor Ooltgensplaat had vertoond. De man had zijn overbekende toon en dat moest hem helpen als hij eens gepakt zou worden. De belager zou dan van hem verlangen dat hij zijn roep zou vervolgen maar de nacht waker zou dan letterlijk een heel andere toon aan moeten slaan. Zijn collega of de burgers zouden dan merken dat er iets aan de hand was en zouden maatregelen kun nen nemen om hem te ontzetten.... Van vreemdelingen in het dorp vond men dat die de sociale rust zouden kunnen verstoren. De landarbeiders klaagden ook over de concurrentie die ze van vreem delingen hadden en er was een radicale groep die verlangde dat de boeren of de koppelbazen geen vreemdelingen meer in dienst zouden nemen zolang er nog volk uit eigen gemeente zonder werk zat. De burgers die 's zomers zonder werk zaten zouden 's winters ten laste van de armen- kas komen, zo werd gewaarschuwd. De magistraat had overigens zo zegt de scriptie een overduidelijke voorkeur voor alleenstaande seizoenarbeiders. Men was niet erg gebrand op vreemde lingen, bedelaars ende landlopers die zich onder pretext en voorgeven dat deselve comen omme des somers te werken en tegens de winter oft wel met het uytgaan van den ougst haer vertrekt te nemen, met vrouw en kinderen in Ooltgensplaat ves tigden. In 1723 werd het zelfs verboden om „van buyten incomende" gezinnen te huis vesten. Schout en 2 schepenen gingen periodiek de huizen langs om te contro leren of dat verbod niet overtreden werd. Vreemde gezinnen die werden aangetrof fen moesten binnen twee a drie dagen de jurisdictie verlaten, ofwel bij de Kerk aan kloppen om een garantieverklaring dat ze zo nodig op kerkelijke ondersteuning mochten rekenen. Die laatste mogelijkheid stond overi gens alleen open voor die gezinnen waarvan de vader nog in leven was. Vrouwen met kinderen werden zonder pardon uit de jurisdictie gezet. Het zelfde gebeurde ook met alleenstaande vrouwen en zeker als zij zwanger waren. Vrijgezellen zelfs als zij een kind bij een getrouwde inwoonster hadden ver wekt hadden meer kansen. (E.N. 13-1978). (wordt vervolgd) J. L. Struik DIRKSLAND De vertrektijd van de bus naar Utrecht, voor een bezoek aan de D.E. fabriek op 8 oktober is als volgt: 11.45 uur Rabobank (Melissant). 11.50 uur Vroonlande. 11.55 uur Schakel. 12.00 uur Schelpenpad. SINT ANNALAND Aardappelveiling van dinsdag 1 ok tober 1985 Doré gewone 0,27 - ƒ0,34. Bintjes gewone 0,11 - 0,14. Bintjes bonken 0,24 - 0,26. Bintjes drielingen 0,08. Bintjes kriel 0,67. Eigenheimers gewone 0,25 - 0,30. Irene gewone 0,21 - 0,28. Wilstar gewone 0,29. Furore gewone 0,27 - 0,34. Aardappelprijs per kilogram. Aan voer: honderd vier en twintig ton. SINT ANNALAND Voor beroep bedankt Ds. M. Mondria, predikant van de Gereformeer de Gemeente in Waardenburg heeft ge meend te moeten bedanken voor het be roep, dat door de Gereformeerde Ge meente van Sint Annaland op hem was uitgebracht. Ds. Mondria staat sinds 27 september 1973 in zijn eerste gemeente Waardenburg en heeft reeds voor vele beroepen, die op hem werden uitgebracht, bedankt. PREDIKBEURTEN ZEELAND Zondag 6 oktober 1985 SINT ANNALAND - Herv. Gem. 10.00 en 18.00uurds. A. vanHerk- Ger. Gem. 9.30, 14.00 en 18.00 uur ds. J. C. Weststrate uit 's Graven polder - Ger. Gem. in Ned. 9.45, 14.15 en 18.15 uur leesdienst.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1985 | | pagina 9