Uit de Historie
Den Bommel
„Ljeaver dea as slaef
liever dood dan slaaf
(I)
Samen met PIT op pad
Uitslag P.V. „De Luchtbode"
Vervolg-viswedstrijden
voor de jeugd
Bladz. 2
„EILANDEN-NIEUWS"
VRIJDAG 6 SEPTEMBER 1985
Naamsoorsprong
van Den Bommel
„Inden uitgift van 9 april 1526 wordt deze
gors genaamd: „Den Bommel kijkt uit den
zwarten hoek".
Volgens Kiliaan,.... betekent Bommeler,
Bommelnecker, een zeegod, een zee-
spook.
Wellicht dat deze gors, die door een grote
tussenruimte van de overige was afge
scheiden, deze naam wegens haar een
zame ligging bekomen heeft". (Boers).
J. A. Bestman zegt:
„Omdat het gors Den Bommel wat af
gelegen was, deden er over dit gors nog al
wat griezelverhalen de ronde. Daaraan
zal het zijn naam wel te danken hebben.
Bommeler of Bommenecker zijn twee na
men voor zeegod of zeespook".
Dr. J. de Vries, in z'n Woordenboek der
Noord- en Zuid-Nederlandse Plaats
namen zegt:
„Bommel, den, Ned. Zuid-Holland, zal
wel betekenen boom-lo".
En bij Zalt-Bommel schrijft hij: oude
namen zijn: 850 Bomala, in de 1 Ode eeuw
in Bomulo. 999 Bomele, 1061 Bomlo, dus
samengesteld uit boom en lo".
Ter onderscheiding van Maasbommel
werd er later het woord Zaltbommel aan
toegevoegd: een herinnering aan de mid
deleeuwse zouthandel?"
Het woorddeel lo betekent volgens Dr. J.
de Vries: Etymo-logisch Woordenboek:
(„Waar komen onze woorden en plaats
namen vandaan" staat op dit boek. Ety
mologie woordafleidkunde) een bos
met laag geboomte, waarin stukken open
weidegrond liggen, moerasbos, weide,
waterloop.
Ik acht het zeer goed mogelijk dat Bommel
betekent een moerassig weidegebied, met
bomen.
De samenstelling Boomlo lijkt wel wat op:
Boomvliet een waterloop met bomen er
langs en misschien ook het gebied langs
die vliet. Boomlo weidegrond met bo
men er op.
We hoeven dan aan niets spookachtigs te
denken.
Opmerking:
Het Woordenboek der plaatsnamen ver
meld Hondsloo in het Haringvliet en valt
dan loo op als buitendijks water, kil, kreek,
waterloop.
En van der Waal spreekt in het hoofdstuk
Den Bommel, van die Hondsloe, en al
langes die selve Hondsloe.
Uit de Flakkeese Almanak deze fotocopie:
Opmerking:
Bij het woord Til staat in Dr. J. de Vries'
Etymologisch Woordenboek:
is een fries woord tille, duiventil of brug
getje.... Het is dus eigenlijk een plank, die
gebruikt werd om over een sloot te leggen,
maar ook als zitplaats voor duiven.
En in 't Woordenboek der plaatsnamen:
til is de naam voor een brug met los dek,
dat er afgetild kan worden, een fries
woord, vgl. plaatsnamen al Ezumatil,
Fraamtil.
Is het mogelijk, dat er van Den Bommel
naar het gors ten zuidwesten er van een
brug werd gelegd, een tille, en dat dit gors
de Tille werd genoemd? (De polder van de
Tille werd in 1515 ter bedijking uit
gegeven. V.d. Waal).
In het boek van Van der Waal en Ver-
voorn lezen we op pag. 431
„De Tille werd in 1515 bedijkt, naar
beweerd wordt. Is dit zo, dan zou men uit
de ligging der dijken kunnen besluiten, dat
de polder Den Bommel reeds vroeg be
dijkt was, zodat de polder De Tille de
aansluiting was van Den Bommel aan de
Oude Tonge, en aan het overige toen be
dijkte gedeelte van Westelijk Flakkee, en
daardoor ook al de vroegere geheel van
elkander gescheiden gorzen tot één eiland
werden gemaakt".
We zouden nu zeggen: De Tille zou dan
wel echt een brugfunktie hebben vervuld.
De naam Grote- en Nieuwe B lok noopten
me om opnieuw Dr. J. de Vries te raad
plegen.
Hij zegt, dat we blok kunnen opvatten als
een door een greppel of omheining af
gesloten akker, weiland. (Blokland be
tekent volgens hem „een aan alle zijden
ingesloten stuk land, zonder toepad of
uitweg").
Over Uitslag vond ik in het Woordenboek
der Zeeuwse dialecten: d'n uutslag aan
de zee prijs gegeven land. Aant. bekend
als eigennaam van verschillende polders
op Goeree-Overflakkee, die zijn prijs ge
geven en daarna weer ingedijkt. Volgens
inz. Zr. wordt op Schouwen en Duiveland
de naam uutslag ook gegeven aan laag
weiland aan de binnenkant van de dijken.
Hier citeer ik tenslotte dhr. A. J. Kruider:
Den Bommel
behoort onder de Amb. Heerlijkheid St.
Adelfsland, waarvan de stichting dag
tekent 17 september 1481. Anna van
Bourgondië nam in 1477 in erfleen van
Maria, Hertoging van Bourgondië de gor
zen: Galathee, Ooltgensplate, Vloijil, en
Den Bommel. De polder Den Bommel
werd in 1526 door de Heer van Ravestein
ter bedijking uitgegeven, voordien was het
van een zomerkade voorzien, maar deze
bood niet voldoende bescherming, want in
1477 vloide de gehele polder in, waarbij
veel huizen geruïneerd werden. Dit her
haalde zich in 1511 en 1672-1673.
1530 vloeide de polder nog eens in en in
1673 moest de dijk binnenwaards gelegd
worden waarbij 85 ha verloren ging. De
Krammer, Molen- en Anna-Wilhelmina-
polder werden bedijkt, resp. 1694, 1614
en 1806. Van inundatie hebben deze pol
ders niet geleden, alleen werd de laatste bij
de storm van 1897 zeer bedreigd, maar
kon gelukkig voor deze ramp worden be
waard. De Groote-Blok werd in 1600
1 Den Bommel
2 de Tille
3 Tille
4 Hondsloo
„De gemeente Den Bommel maakt een
gedeelte uit van de Ambachtsheerlijkheid
St. Adolfsland, waartoe ook de Gemeente
Ooltgensplaat behoort. Onder Den Bom
mel behoren de gehuchten de Zuidzijde en
de Kranendijk. Tot het jaar 1812 be
hoorden de inwoners van Den Bommel
burgerlijk bij Ooltgensplaat; de heer An
thony van Weel bewerkte, dat een schei
ding tot stand kwam; kerkelijk hebben de
twee dorpen samen geleefd tot 1647".
(Van der Waal).
Adolfsland
Over Adolfsland. J. A. Bestman schrijft
dat sommigen bij Adolfsland wijzen op
Adolf van Cleve, die het Oudeland van
Ooltgensplaat in 1483 uitgaf ter bedijking.
Anderen leiden de naam af van Odulfus,
de heilige waaraan de kerk gewijd is. Het
oudste register der weeskamer spreekt van
„Weezenboek in Sainct Odulphuslandt
genoempt Oeltgensplate.
Verder zegt hij dat het rechtsgebied van
Adolfsland naast de dorpen Ooltgens
plaat en Den Bommel, de navolgende
buurten en gehuchten zoals: Achthuizen,
de Langstraat, de Zuidzijde, Kranendijk
en de Galathese Sluis heeft.
De Gemeente Den Bommel
„De gemeente Den Bommel bestaat, se
dert de burgerlijke scheiding van Oolt
gensplaat in het jaar 1812, uit de polders:
Den Bommel, de Tille, den Uitslag, den
Molenpolder, den Groten Blok, den Nieu
wen Blok, den Krammerpolder en een
gedeelte van den Anna Wilhelminapol
der". (Boers).
bedijkt, gelijk met de Magdalena-polder
onder Oude Tonge.
De Nieuwe Blok tegelijk met de Heeren
polder in 1523. De Tille is behandeld
onder Oude Tonge.
Hij schreef dit denkelijk in Opbouw.
Aantekeningen:
1) In „Trouw/Kwartet", vrijdag 22
Zuidzijde
Van der Waal en Vervoorn schrijven:
(1895):
„Op blz. 432 schreven we reeds, dat
onder Den Bommel twee gehuchten lig
gen, waarvan echter de Zuidzijde het
minst klein is. Het is gelegen bij den hoek
van den Bommelschen en Tilschen dijk.
Waren we de richting van den weg ge
volgd, en dus den molen niet gepasseerd,
dan zouden we er gekomen zijn; voorbij de
afgebroken bouwhoeve van den land
bouwer A. Rosmolen, welke hoeve eene
andere naast zich ziet opgebouwd. Het
gehucht heeft gewone landelijke huisjes,
en ook eene School, die gesticht is in 1884
en in gebruik genomen op 1 maart 1885.
Daar is ook eene herberg, die het weid-
sche opschrift draagt van „Prins van
Oranje". Of die doorluchte naam niet wat
van zijnen stralenkrans verliest, nu hij op
een uithangbord van een herberg staat ge
schilderd, laten we ter overdenking aan
den lezer over. Wij gelooven, dat het voor
ieder burger in dit exceptioneele geval
nuttig en goed is niet al te vaak op
audiëntie te gaan, want wie „de Prins
gesproken heeft" is voor allen arbeid
ongeschikt, voor alle werk onbekwaam".
Over eventuele veranderingen in „Su-
sieje" lichte men me s.v.p. in.
'k Vond in 1974 deze foto in E.N.:
Het paardekopje, i.v.m. hel nodige contrast
tegen het decor van een paraplu is te vinden
in de buurtschap Zuidzijde. Op de beide
hekpalen staat zo'n paarde,,hoofd".
E.N., 16 maart 1982 meldde:
„Den Bommel heeft Oeltgen in hout. Na
Ooltgensplaat, waar Oeltgen in plaat
staal is verbeeld, heeft ook Den Bommel
een gedenkteken aan deze historische fi
guur aan wie 500 jaar geleden de
stichting van Sint Adolfsland is toege
dacht. Het Bommelse gedenkteken werd
zaterdagmiddag onthuld in de nieuwe zaal
van het Verenigingsgebouw aan een van
de wanden waaraan het een plaats heeft
gekregen. De wandplaquette, 85 cm hoog
en 70 breed, is door dhr. M. Kievit uit
Sommelsdijk gesneden en gegutst uit ver
fijnd lindehout. Dhr. Kievit deed dit uit
liefhebberij en dientengevolge „om niet".
Emigratie
Van Emigratie uit Den Bommel weet ik
slechts één geval.
In 1983 ontmoetten we dhr. Kieviet,
wiens vader uit Den Bommel was geëmi
greerd.
Kerkelijk leven
Uit: Van der Waal en Vervoorn.
Dit boek vertelt:
De kerk bezit één huis en 15 H.A. bouw
land. Daarenboven geniet zij jaarlijks uit
de opbrengst van de nagelaten goederen,
bestaande in landerijen, van wijlen den
Heer P. Bigge, zeker aandeel, door dezen
aan de N. Herv. Kerk bij testamentaire
beschikking van 23 Januari 1721 ver
maakt.
Het zilver, dat bij de viering van het H.
Avondmaal wordt gebezigd, is een ge
schenk van Cijtje Kaas in 1716.
Opm.: Over P. Bigge, mogelijk meer bij
Ooltgensplaat.
maart 1974 staat op een kaart boven Den
Bommel:
Eindelijk heeft OllieB. Bommel (van
Tom Poes) dan een eigen standbeeld
gekregen, zet uw kind daar op de foto.
Op zaterdag 4 april 1964 werd het onthuld
(E.N.).
2) Uit E.N. 30 december 1964:
Eikjaar bereiken tienduizenden jongeren
de dienstplichtige leeftijd. Een zeer groot
gedeelte hiervan behoeft echter die dienst
plicht niet te vervullen. Dit betekent dat
een minderheid wèl moet. Zij bevinden
zich in een nadelige situatie t.o.v. de meer
derheid.
Meestal verdienen we daardoor minder,
zijn ze vaak ver van huis en kunnen 's
avonds na hun dagtaak niet naar
familie of vrienden.
Jongeren in militaire dienst worden bo
vendien heel direkt gekonfronteerd met de
problemen van vrede en voortgaande be
wapening.
Zij moeten dit alles verwerken in een
omgeving die vreemd en nieuw voor hen
is. Dat zij daarbij recht hebben op steun
van de gemeenschap die zij dienen is
duidelijk. Die steun is er in de eerste plaats
een van begrip voor hun situatie. Maar er
is meer.
Ook een materiële bijdrage is volstrekt
onontbeerlijk:
voor het goed funktioneren van de
militaire tehuizen in Nederland,
Duitsland en overzee;
voor het vormingswerk in de diverse
centra;
voor de arbeid van de meer dan 100
krijgsmachtpredikanten.
Vele duizenden militairen bezoeken van
tijd tot tijd de militaire tehuizen voor wat
ontspanning en een goed gesprek. In dat
tehuis kuimen zij ook de dominee of de
aalmoezenier ontmoeten: de vertrouwens
man. Bij hem kunnen zij terecht, hij kent
de militaire dienst en weet wat het be
tekent in deze omgeving je weg te moeten
vinden. Het zal duidelijk zijn dat de gees
telijke verzorger ook behoefte heeft aan
een goede gespreksruimte en andere faci
liteiten zoals bijbels, tijdschriften, lektuur
en goede audio-visuele hulpmiddelen.
Dit alles vraagt om ondersteuning van de
gemeenschap. Samen maken we het mo
gelijk.
Daarom is de PIT-koUekte, die dit jaar
(uiteraard ook op Flakkee!) wordt ge
houden in de week van 9 t/m 14 sep
tember, geen luxe, maar levensbelang.
Levensbelang voor het goed funktioneren
van opvang en begeleiding van tiendui
zenden jongeren in militaire dienst.
Met de opening van de Haringvlietbrug werd het veer Den Bommel-Numansdorp opgeheven.
Op de dag van de opening maakte de „Beatrix" van Rederij v.d. Schuyt zijn laatste tocht.
De veerboot schuift juist onder de brug door.
HERKINGEN
Uitslag wedvlucht Aalst 31 augustus
1985. 386 duiven. Los om 13.00 uur.
Afstand 83 km.
Ph. Logmans: 1, 2, 5, 9, 10, 22, 24, 32,
41, 47, 55, 56, 61, 66, 75; A. Volaart: 3,
7, 8; A. Molenaar: 4, 13, 25, 35, 49, 64,
70; I. Kievit: 6, 16, 26, 37, 59; J. Mole
naar: 11, 15, 17, 36, 52, 62, 63; J. den
Boer: 12, 14, 28, 29, 30, 31, 34, 43, 45,
51, 54, 58, 77; K. Kievit 18, 46, 65, 73;
M. Huizer en Zn.: 19, 72; C. Logmans:
20,40,60; C. Vreeswijk: 21,27,44; J. A.
Veldhuizen: 23; A. het Jonk: 23, 38, 74,
78; H. Kievit: 39, 69; Gebr. Volaart: 42,
48, 50, 53, 57, 67, 68, 71, 76.
Ds. G. v.d. Zee schreef, in z'n: „Kerk
geschiedenis van Goeree en Overflakkee,
na z'n overiijden in „De Zaaier, op
genomen over Den Bommel: (zie nummer
van 10 augustus 1971):
DEN BOMMEL
Hoewel dit dorp buiten de periode van ons
bestek valt, willen wij toch met een enkel
woord melding maken van het ontstaan
der kerk.
Volgens de traditie zou er aan de kop van
de Voorstraat oostzijde, dus op de hoek
van de dijk, oudtijds een rooms kapelletje
hebben gestaan.
Het dorp ressorteerde onder Ooltgens
plaat en vormde daarmede St. Adolfs
land. In 1639 gingen er stemmen op ter
klassikale vergadering te Nieuwe Tonge
om zelfstandig te mogen worden, waartoe
dan ook besloten werd met gevolg, dat Ds.
Abraham Stamperius van Sommelsdijk
de eerste predikant werd. Dan volgt in
1646 de voor deze gemeente belangrijke
periode van ds. C. W. van der Poel van
1646 tot 1651, in welke tijd het tegen
woordige kerkgebouw werd gesticht.
Daar het archief reeds tweemaal door mij
is gepubliceerd en er gebonden exem
plaren aanwezig zijn in het archief van de
kerk, kunnen en moeten wij volstaan met
de tekst van de Gedenksteen naast de
kansel ingemetseld.
Ter Dankbare Nagedachtenis
aan
Ds. Cornelius Willemse van der Poel,
die den eerste steen van dit kerkgebouw
heeft gelegd op maandag 18 maart 1647
en dit kerkgebouw heeft ingewijd met de
viering van des Heeren Heilig Avondmaal
op woensdag 6 november 1647.
Hij heeft in de vreeze des Heeren voor den
bouw zich ontzaglijke moeiten getroost en
was aan deze gemeente verbonden van 26
juni 1646 tot zijn overlijden op 6 maart
1651.
Deze steen is een geschenk van den Am
bachtsheer van St. Adolfsland, den Wel
edelgeboren Heer C. Goekoop, die hem
onthulde in de samenkomst der gemeente
op 6 november 1928.
„De Zaaier" van 9 mei 1953, bevat een
gedeelte van de historische rede, uit
gesproken de 6e november 1928 ter ge
legenheid van de plaatsing van de gedenk
steen. Ik neem dit deel over:
Deze predikant was als zodanig werk
zaam geweest in West Indië, te Frederik-
stad in Paraiba. Daar deze plaats in 1645
voor ons verloren ging, kwam hij wederom
in het vaderland, vestigde zich te Gorkum,
stelde zich beroepbaar, ontving van onze
gemeente het beroep, toonde de 26 Junie
op de Classis te Ouddorp, daar hij de
Geachte redaktie.
Ik wéét gewoon, dat een zeer groot aantal
mensen zich groen en geel zullen ergeren
aan wat ik hier ronduit opschrijf. Ik kan de
kaart „kruisraketten nee" die ook wij
vandaag in de bus kregen, geruisloos laten
verdwijnen, maar néé, als ik dat doe, wil ik
zeggen waaróm. Eerst nog dit: ik ben zeer
vredelievend, ik hou van warmte, vriende
lijkheid, begrip voor m'n medemens, ik
straal dat ook uit denk ik. Deze zomer nog
stond ik samen met mijn man bij die
oorlogsgraven in Verdun, duizenden witte
kruisjes, hier en daar een ster, tot ver aan
de horizon. Vreselijk, die verspilling van
jonge lieve jongens met 't hele leven nog
vóór zich. Al dat verdriet, dat daar ligt, ze
hadden toch allemaal moeders, vaders,
broers, zusjes. Soms waren ze al vader, 't
Is goed om daar een keer stil te staan. Ik
heb ook een jongen van 23 en ik heb hem
zó lief. Monsterlijk, dat een paar geflipte,
machthebbende, gevaarlijke idioten over
't leven van al dit liefs, deze jonge jongens
konden beschikken. „God, alsjeblieft, dat
nooit weer", denk je als je daar staat.
Laten we toch wijs worden, hoé worden
we toch wijs?
Duizenden mensen zien liever een Rus in
hun achtertuin dan een kruisraket op eigen
bodem. Jan Blokker zelfs liever dan een
bekende Nederlander! En Stoker, ik zou
bij voorkeur van Nederland ook géén
Amerikaanse kazerne maken (Volkskrant
figuren).
Maar misschien moet je inderdaad een
Duitse bezetting meegemaakt hebben om
je zo fel als ik tegen die Rus in m'n
achtertuin te verzetten, want wat doet-ie
daar? Zonnebaden? In m'n vijver een
lekker bad nemen en na afloop zeggen:
„Schat, dank je wel?" Vergeet 't maar. Bij
een bezetter is niets heilig. Hij trapt de
deur in, hij pakt wat hij nodig acht, hij is
baas en jij bent niks. Hij slaat als hij zin
heeft de boel kort en klein en een serie
klappen en trappen is echt wel het minste,
als je je verzet.
Mijn familie is wat jonge jongens betreft
in de jaren '40-'45 praktisch gehalveerd.
Ze zaten in 't verzet en werden gepakt.
Eén allerliefste jongen werd gefusilleerd
(21) zonder enige vorm van proces, omdat
hij een Friese achternaam had. Er was
juist in Leeuwarden een belangrijke Duit
ser geëlimineerd door 't verzet. Een an
dere lieve, eigenwijze, ondernemende
knaap (23) hebben we na de oorlog in geen
enkel concentratiekamp ooit teruggevon-
(Ingezonden)
den, hij is van deze aardbodem verdwenen
als een pluisje in de wind.
HUIS VERKOPEN?
makelaar tamboer bellen
voor deskundige bemiddeling
C3 01870-3477 m
DD
Classis onbekend was, zijne getuigschrif
ten, welke „seer loflich" waren, en werd
door Ds. Schapenberg van Dirksland aan
onze gemeente verbonden den 26 Juli
1646.
Des Maandags ging de predikant met den
kerkeraad scheep, om vrouw en kinderen
uit Gorkum te halen, welke hier allen des
Donderdags arriveerden.
Zo was er dus weer een predikant, doch
geen geschikt kerkgebouw, noch minder
een woonhuis.
Daar de gemeente zeer klein was, en hoe
genaamd gene bezittingen had, ging Ds.
van der Poel er toe over om op eigen
kosten een pastorie te bouwen, terwijl de
kerkeraad besloot dit huis langzamer
hand over te zullen nemen.
Het blijkt ons later, dat dit huis 970,—
gekost heeft, waarvoor Ds. van der Poel
800,vergoeding kreeg van de Staten.
Al dra openbaarde deze predikant zijn
ijver en stelde zich het bouwen van een
kerk tot ideaal.
De notulen van 24 augustus 1646 luiden
te dezen opzichte aldus:
„Van Ds. van der Poel voorgestelt ende
met verscheyden Bewechreden Bevestich
hoe nodich dat tot Pleginge des H. gods
dienst was een geheyligde ofte afgeson-
derde Plaets, op dat den H. godt met
meerde Bequaemheyt ende Respeck
mocht gedient worden.
Daerbeneffens dat hij wel genegen was
soo bij de Ed. grootmogende Heeren
staten van HoUant ende West Vriesland
subsidie daertoe te versoecken als mede
doort gansche lant soo bij magistraeten als
kercken, opdat dat werck ten gewenschten
eynde mocht werden voltrocken".
Hij wendde zich voorts tot de Classis, die
hem een „Acte van voorschrijven" gaf.
Dit was een soort volmacht of toegangs
bewijs tot alle kerkeraden en magistraten
om te koUekteren.
Verder stelde de kerkeraad één kollekte-
zakje in voor de Diaconie. Behalve de
ondersteuning der armen en het School-
meesterstractement werd hieruit ook
mede bestreden de kosten van de kerk
bouw.
Maar ook de Heer van St. Adophsland
bevorderde deze zaak krachtig, door zijne
toezegging van steun.
Hij deed dit op verschillende wijze.
Ten eerste bewerkte hij bij de Staten, dat
er ene belasting van driejaren werd gelegd
van 0,50 per gemet per jaar op de
polders Den Bommel, Tille, Uitslag en
Molenpolder, en daar hij zelf hier veel
gebied had, was zijne belasting-bijdrage
niet gering.
Deze belasting heette „Schot".
Ten tweede gaf hij geld voor een raam in
de te bouwen kerk.
(wordt vervolgd)
J. L. Stiiiik
Mijn vader (42) werd 's nachts gehaald
door de Sicherheitsdienst (SD) hij had
zojuist polio opgelopen (september '43
epidemie Amsterdam). Daar waren ze
bang voor. Hij was zijn leven lang (nog 40
jaar) verlamd, maar wij hadden hem nog.
Moet ik nog vertellen, dat wij op weg
naar school ('t Herv. Lyc. in de Brahms-
straat) geconfronteerd werden met twintig
jonge jongens, die 's nachts gefusilleerd
waren en die daar de ganse dag moesten
blijven liggen ter afschrikking?
Ze waren zó maar uit de gevangenis
gehaald bij 't Haarlemmermeerstation,
omdat op die plek (hoek Apollolaan) de
nacht daarvoor weer een belangrijke Duit
ser (Öl Schlagel) door 't verzet uitgescha
keld was. 't Was oog om oog, tand om
tand. Ik was dertien. Ik zie de bloedsporen
nog, die liepen tot aan de rand van de
stoep. En ze waren maar eenjaar of zeven
ouder dan ik. Onwezenlijk onderga je dat,
maar 't was wezenlijk voor altijd.
Ik zag ook een Jodentransport bij 't
Haarlemmermeerstation, mannen, vrou
wen, grote en kleine kinderen. Begeleid
door onze bezetters. Met de blote kolf van
't geweer werd er op los geranseld, als
ze niet vlug genoeg door liepen, als er een
oudje of een klein kind struikelde. Ik was
nog steeds dertien. Ik huilde geluidloos.
Een grote Amsterdammer sloeg een arm
om mij heen en zei: ,,Meid, hier komt een
eind aan en dan gebeurt 't nooit weer".
Kunt u nu begrijpen, dat ik zeg: ik heb de
pest aan kruisraketten, maar als dat de
enige manier is om die Rus op afstand te
houden en niet in mijn achtertuin, want
Russen als bezetters zijn niet liever dan
Duitsers de waanzin: ik geef hem een
kop koffie! In de „hel" delen ze geen koffie
uit. Ik was 16 toen de oorlog eindigde:
honger, bloed, vernedering in de jaren die
volgden. Een lieve Rus tihuis is een rad
voor je ogen met diezelfde Rus als be
zetter.
Ik werd uit lijn 24 gesleurd en in mekaar
getrapt en geslagen, op m'n 13e. Waar
om? Ik droeg een Hollands Leeuwtje in
mijn knoopsgat! In Duitsland ontmoeten
wij nu Duitsers van dezelfde lichting, door
't werk van mijn man. Hoe allerliefst zijn
ze, hoe charmant, hoe hoffelijk. Niet te
geloven, hoe anders ze kunnen zijn, als je
dat niet hebt meegemaakt.
Een bezetting is erger dan dood zijn. Het
Friese spreekwoord „Ljeaever dea as
slaef', Uever dood dan slaaf, is mijn enige
antwoord.
Dat er bewust gedacht wordt, wat doen
we voor krankzinnigs, waar zijn we mee
bezig, dat duizenden zich nu kunnen uit
spreken, dat vind ik zinnig. Ik heb een
groot respect voor de mening van allen,
die zeggen géén kruisraketten. Natuurlijk,
ik hou ook zo van 't leven, van allen, die
mij lief zijn, van onze mooie aarde.
Maar als ik zeg: in Gods-naam als af
schrikking hier dan maar van die rot
dingen, zijn er dan ook mensen, die mij
begrijpen?
Met vriendelijke groeten aan U, redactie,
dank voor uw aandacht, als u vindt, dat u
dit schrijfsel moet inkorten, publiceert u 't
dan niet, want dan gaat de zin van mijn
mening verloren. En als ik m'n vrienden
en kennissen na ga, moet je met stevige
argumenten komen, je wordt anders prac-
tisch gekielhaald! Ik durf 't aan. U ook?
Goedereede,
Dieke Schippers-Vaarzen Morel
Morgen zaterdag 7 september is
het weer zover dat de op 25 mei 1985
aangevangen jeugdcompetitie vervolgd
wordt. Zoals wellicht bekend, wordt ge
streden in twee groepen, namelijk:
groep 1: leeftijd tot en met 12 jaar; en:
groep 2: leeftijd 13 tot en met 15 jaar.
Als winnaars van de eerste wedstrijd zijn
uit de bus gekomen:
groep 1: R. van Dijk met 5 8 punten; en:
groep 2: J. Hollemans met 54 punten.
Er staan nog twee wedstrijden op het
programma. Dus de kansen om winnaar te
worden zijn nog volop aanwezig.
Daarom is de jeugdige sportvisser, die lid
is van onze vereniging of in het bezit is van
een geldig zomer-/seizoenkaart van harte
welkom. Wel is een bescheiden inschrijf
geld van 2,50 per wedstrijd verschul
digd. Hiertegenover staat dat weer leuke
dagprijzen (per wedstrijd) te verdienen
zijn.
En als klapstuk zullen de kampioenen
per onderdeel in het bezit gesteld worden
van een fraaie jeugdbeker.
De wedstrijden worden gehouden in de
Binnenhaven van Middelhamis. Voor-
mschrijving in het zaaltje van café Zaaier
te Middelhamis.
Het resterende wedstrijdprogramma ziet
er als volgt uit:
Datum
7 september
21 september
Wedstrijdduur
15.00-17.00 uur
15.00-17.00
Inschrijftijd
13.30-14.00 uur
13.30-14.00
uur
uur
Prysuitreiking
zaaltje café Zaaier
zaaltje café Zaaier
Verdere informatie wordt door de wed
strijdcommissie op de inschrijfplaats en
wedstrijdterrein verschaft.
Voor eventuele nadere informatie kunt u
terecht bij P. v.d. Valk, Rubensplein 48 te
Middelhamis of S. W. Mol, Vink 1 te
Sommelsdijk.