Uit de Historie Den Bommel „Ljeaver dea as slaef liever dood dan slaaf (I) Samen met PIT op pad Uitslag P.V. „De Luchtbode" Vervolg-viswedstrijden voor de jeugd Bladz. 2 „EILANDEN-NIEUWS" VRIJDAG 6 SEPTEMBER 1985 Naamsoorsprong van Den Bommel „Inden uitgift van 9 april 1526 wordt deze gors genaamd: „Den Bommel kijkt uit den zwarten hoek". Volgens Kiliaan,.... betekent Bommeler, Bommelnecker, een zeegod, een zee- spook. Wellicht dat deze gors, die door een grote tussenruimte van de overige was afge scheiden, deze naam wegens haar een zame ligging bekomen heeft". (Boers). J. A. Bestman zegt: „Omdat het gors Den Bommel wat af gelegen was, deden er over dit gors nog al wat griezelverhalen de ronde. Daaraan zal het zijn naam wel te danken hebben. Bommeler of Bommenecker zijn twee na men voor zeegod of zeespook". Dr. J. de Vries, in z'n Woordenboek der Noord- en Zuid-Nederlandse Plaats namen zegt: „Bommel, den, Ned. Zuid-Holland, zal wel betekenen boom-lo". En bij Zalt-Bommel schrijft hij: oude namen zijn: 850 Bomala, in de 1 Ode eeuw in Bomulo. 999 Bomele, 1061 Bomlo, dus samengesteld uit boom en lo". Ter onderscheiding van Maasbommel werd er later het woord Zaltbommel aan toegevoegd: een herinnering aan de mid deleeuwse zouthandel?" Het woorddeel lo betekent volgens Dr. J. de Vries: Etymo-logisch Woordenboek: („Waar komen onze woorden en plaats namen vandaan" staat op dit boek. Ety mologie woordafleidkunde) een bos met laag geboomte, waarin stukken open weidegrond liggen, moerasbos, weide, waterloop. Ik acht het zeer goed mogelijk dat Bommel betekent een moerassig weidegebied, met bomen. De samenstelling Boomlo lijkt wel wat op: Boomvliet een waterloop met bomen er langs en misschien ook het gebied langs die vliet. Boomlo weidegrond met bo men er op. We hoeven dan aan niets spookachtigs te denken. Opmerking: Het Woordenboek der plaatsnamen ver meld Hondsloo in het Haringvliet en valt dan loo op als buitendijks water, kil, kreek, waterloop. En van der Waal spreekt in het hoofdstuk Den Bommel, van die Hondsloe, en al langes die selve Hondsloe. Uit de Flakkeese Almanak deze fotocopie: Opmerking: Bij het woord Til staat in Dr. J. de Vries' Etymologisch Woordenboek: is een fries woord tille, duiventil of brug getje.... Het is dus eigenlijk een plank, die gebruikt werd om over een sloot te leggen, maar ook als zitplaats voor duiven. En in 't Woordenboek der plaatsnamen: til is de naam voor een brug met los dek, dat er afgetild kan worden, een fries woord, vgl. plaatsnamen al Ezumatil, Fraamtil. Is het mogelijk, dat er van Den Bommel naar het gors ten zuidwesten er van een brug werd gelegd, een tille, en dat dit gors de Tille werd genoemd? (De polder van de Tille werd in 1515 ter bedijking uit gegeven. V.d. Waal). In het boek van Van der Waal en Ver- voorn lezen we op pag. 431 „De Tille werd in 1515 bedijkt, naar beweerd wordt. Is dit zo, dan zou men uit de ligging der dijken kunnen besluiten, dat de polder Den Bommel reeds vroeg be dijkt was, zodat de polder De Tille de aansluiting was van Den Bommel aan de Oude Tonge, en aan het overige toen be dijkte gedeelte van Westelijk Flakkee, en daardoor ook al de vroegere geheel van elkander gescheiden gorzen tot één eiland werden gemaakt". We zouden nu zeggen: De Tille zou dan wel echt een brugfunktie hebben vervuld. De naam Grote- en Nieuwe B lok noopten me om opnieuw Dr. J. de Vries te raad plegen. Hij zegt, dat we blok kunnen opvatten als een door een greppel of omheining af gesloten akker, weiland. (Blokland be tekent volgens hem „een aan alle zijden ingesloten stuk land, zonder toepad of uitweg"). Over Uitslag vond ik in het Woordenboek der Zeeuwse dialecten: d'n uutslag aan de zee prijs gegeven land. Aant. bekend als eigennaam van verschillende polders op Goeree-Overflakkee, die zijn prijs ge geven en daarna weer ingedijkt. Volgens inz. Zr. wordt op Schouwen en Duiveland de naam uutslag ook gegeven aan laag weiland aan de binnenkant van de dijken. Hier citeer ik tenslotte dhr. A. J. Kruider: Den Bommel behoort onder de Amb. Heerlijkheid St. Adelfsland, waarvan de stichting dag tekent 17 september 1481. Anna van Bourgondië nam in 1477 in erfleen van Maria, Hertoging van Bourgondië de gor zen: Galathee, Ooltgensplate, Vloijil, en Den Bommel. De polder Den Bommel werd in 1526 door de Heer van Ravestein ter bedijking uitgegeven, voordien was het van een zomerkade voorzien, maar deze bood niet voldoende bescherming, want in 1477 vloide de gehele polder in, waarbij veel huizen geruïneerd werden. Dit her haalde zich in 1511 en 1672-1673. 1530 vloeide de polder nog eens in en in 1673 moest de dijk binnenwaards gelegd worden waarbij 85 ha verloren ging. De Krammer, Molen- en Anna-Wilhelmina- polder werden bedijkt, resp. 1694, 1614 en 1806. Van inundatie hebben deze pol ders niet geleden, alleen werd de laatste bij de storm van 1897 zeer bedreigd, maar kon gelukkig voor deze ramp worden be waard. De Groote-Blok werd in 1600 1 Den Bommel 2 de Tille 3 Tille 4 Hondsloo „De gemeente Den Bommel maakt een gedeelte uit van de Ambachtsheerlijkheid St. Adolfsland, waartoe ook de Gemeente Ooltgensplaat behoort. Onder Den Bom mel behoren de gehuchten de Zuidzijde en de Kranendijk. Tot het jaar 1812 be hoorden de inwoners van Den Bommel burgerlijk bij Ooltgensplaat; de heer An thony van Weel bewerkte, dat een schei ding tot stand kwam; kerkelijk hebben de twee dorpen samen geleefd tot 1647". (Van der Waal). Adolfsland Over Adolfsland. J. A. Bestman schrijft dat sommigen bij Adolfsland wijzen op Adolf van Cleve, die het Oudeland van Ooltgensplaat in 1483 uitgaf ter bedijking. Anderen leiden de naam af van Odulfus, de heilige waaraan de kerk gewijd is. Het oudste register der weeskamer spreekt van „Weezenboek in Sainct Odulphuslandt genoempt Oeltgensplate. Verder zegt hij dat het rechtsgebied van Adolfsland naast de dorpen Ooltgens plaat en Den Bommel, de navolgende buurten en gehuchten zoals: Achthuizen, de Langstraat, de Zuidzijde, Kranendijk en de Galathese Sluis heeft. De Gemeente Den Bommel „De gemeente Den Bommel bestaat, se dert de burgerlijke scheiding van Oolt gensplaat in het jaar 1812, uit de polders: Den Bommel, de Tille, den Uitslag, den Molenpolder, den Groten Blok, den Nieu wen Blok, den Krammerpolder en een gedeelte van den Anna Wilhelminapol der". (Boers). bedijkt, gelijk met de Magdalena-polder onder Oude Tonge. De Nieuwe Blok tegelijk met de Heeren polder in 1523. De Tille is behandeld onder Oude Tonge. Hij schreef dit denkelijk in Opbouw. Aantekeningen: 1) In „Trouw/Kwartet", vrijdag 22 Zuidzijde Van der Waal en Vervoorn schrijven: (1895): „Op blz. 432 schreven we reeds, dat onder Den Bommel twee gehuchten lig gen, waarvan echter de Zuidzijde het minst klein is. Het is gelegen bij den hoek van den Bommelschen en Tilschen dijk. Waren we de richting van den weg ge volgd, en dus den molen niet gepasseerd, dan zouden we er gekomen zijn; voorbij de afgebroken bouwhoeve van den land bouwer A. Rosmolen, welke hoeve eene andere naast zich ziet opgebouwd. Het gehucht heeft gewone landelijke huisjes, en ook eene School, die gesticht is in 1884 en in gebruik genomen op 1 maart 1885. Daar is ook eene herberg, die het weid- sche opschrift draagt van „Prins van Oranje". Of die doorluchte naam niet wat van zijnen stralenkrans verliest, nu hij op een uithangbord van een herberg staat ge schilderd, laten we ter overdenking aan den lezer over. Wij gelooven, dat het voor ieder burger in dit exceptioneele geval nuttig en goed is niet al te vaak op audiëntie te gaan, want wie „de Prins gesproken heeft" is voor allen arbeid ongeschikt, voor alle werk onbekwaam". Over eventuele veranderingen in „Su- sieje" lichte men me s.v.p. in. 'k Vond in 1974 deze foto in E.N.: Het paardekopje, i.v.m. hel nodige contrast tegen het decor van een paraplu is te vinden in de buurtschap Zuidzijde. Op de beide hekpalen staat zo'n paarde,,hoofd". E.N., 16 maart 1982 meldde: „Den Bommel heeft Oeltgen in hout. Na Ooltgensplaat, waar Oeltgen in plaat staal is verbeeld, heeft ook Den Bommel een gedenkteken aan deze historische fi guur aan wie 500 jaar geleden de stichting van Sint Adolfsland is toege dacht. Het Bommelse gedenkteken werd zaterdagmiddag onthuld in de nieuwe zaal van het Verenigingsgebouw aan een van de wanden waaraan het een plaats heeft gekregen. De wandplaquette, 85 cm hoog en 70 breed, is door dhr. M. Kievit uit Sommelsdijk gesneden en gegutst uit ver fijnd lindehout. Dhr. Kievit deed dit uit liefhebberij en dientengevolge „om niet". Emigratie Van Emigratie uit Den Bommel weet ik slechts één geval. In 1983 ontmoetten we dhr. Kieviet, wiens vader uit Den Bommel was geëmi greerd. Kerkelijk leven Uit: Van der Waal en Vervoorn. Dit boek vertelt: De kerk bezit één huis en 15 H.A. bouw land. Daarenboven geniet zij jaarlijks uit de opbrengst van de nagelaten goederen, bestaande in landerijen, van wijlen den Heer P. Bigge, zeker aandeel, door dezen aan de N. Herv. Kerk bij testamentaire beschikking van 23 Januari 1721 ver maakt. Het zilver, dat bij de viering van het H. Avondmaal wordt gebezigd, is een ge schenk van Cijtje Kaas in 1716. Opm.: Over P. Bigge, mogelijk meer bij Ooltgensplaat. maart 1974 staat op een kaart boven Den Bommel: Eindelijk heeft OllieB. Bommel (van Tom Poes) dan een eigen standbeeld gekregen, zet uw kind daar op de foto. Op zaterdag 4 april 1964 werd het onthuld (E.N.). 2) Uit E.N. 30 december 1964: Eikjaar bereiken tienduizenden jongeren de dienstplichtige leeftijd. Een zeer groot gedeelte hiervan behoeft echter die dienst plicht niet te vervullen. Dit betekent dat een minderheid wèl moet. Zij bevinden zich in een nadelige situatie t.o.v. de meer derheid. Meestal verdienen we daardoor minder, zijn ze vaak ver van huis en kunnen 's avonds na hun dagtaak niet naar familie of vrienden. Jongeren in militaire dienst worden bo vendien heel direkt gekonfronteerd met de problemen van vrede en voortgaande be wapening. Zij moeten dit alles verwerken in een omgeving die vreemd en nieuw voor hen is. Dat zij daarbij recht hebben op steun van de gemeenschap die zij dienen is duidelijk. Die steun is er in de eerste plaats een van begrip voor hun situatie. Maar er is meer. Ook een materiële bijdrage is volstrekt onontbeerlijk: voor het goed funktioneren van de militaire tehuizen in Nederland, Duitsland en overzee; voor het vormingswerk in de diverse centra; voor de arbeid van de meer dan 100 krijgsmachtpredikanten. Vele duizenden militairen bezoeken van tijd tot tijd de militaire tehuizen voor wat ontspanning en een goed gesprek. In dat tehuis kuimen zij ook de dominee of de aalmoezenier ontmoeten: de vertrouwens man. Bij hem kunnen zij terecht, hij kent de militaire dienst en weet wat het be tekent in deze omgeving je weg te moeten vinden. Het zal duidelijk zijn dat de gees telijke verzorger ook behoefte heeft aan een goede gespreksruimte en andere faci liteiten zoals bijbels, tijdschriften, lektuur en goede audio-visuele hulpmiddelen. Dit alles vraagt om ondersteuning van de gemeenschap. Samen maken we het mo gelijk. Daarom is de PIT-koUekte, die dit jaar (uiteraard ook op Flakkee!) wordt ge houden in de week van 9 t/m 14 sep tember, geen luxe, maar levensbelang. Levensbelang voor het goed funktioneren van opvang en begeleiding van tiendui zenden jongeren in militaire dienst. Met de opening van de Haringvlietbrug werd het veer Den Bommel-Numansdorp opgeheven. Op de dag van de opening maakte de „Beatrix" van Rederij v.d. Schuyt zijn laatste tocht. De veerboot schuift juist onder de brug door. HERKINGEN Uitslag wedvlucht Aalst 31 augustus 1985. 386 duiven. Los om 13.00 uur. Afstand 83 km. Ph. Logmans: 1, 2, 5, 9, 10, 22, 24, 32, 41, 47, 55, 56, 61, 66, 75; A. Volaart: 3, 7, 8; A. Molenaar: 4, 13, 25, 35, 49, 64, 70; I. Kievit: 6, 16, 26, 37, 59; J. Mole naar: 11, 15, 17, 36, 52, 62, 63; J. den Boer: 12, 14, 28, 29, 30, 31, 34, 43, 45, 51, 54, 58, 77; K. Kievit 18, 46, 65, 73; M. Huizer en Zn.: 19, 72; C. Logmans: 20,40,60; C. Vreeswijk: 21,27,44; J. A. Veldhuizen: 23; A. het Jonk: 23, 38, 74, 78; H. Kievit: 39, 69; Gebr. Volaart: 42, 48, 50, 53, 57, 67, 68, 71, 76. Ds. G. v.d. Zee schreef, in z'n: „Kerk geschiedenis van Goeree en Overflakkee, na z'n overiijden in „De Zaaier, op genomen over Den Bommel: (zie nummer van 10 augustus 1971): DEN BOMMEL Hoewel dit dorp buiten de periode van ons bestek valt, willen wij toch met een enkel woord melding maken van het ontstaan der kerk. Volgens de traditie zou er aan de kop van de Voorstraat oostzijde, dus op de hoek van de dijk, oudtijds een rooms kapelletje hebben gestaan. Het dorp ressorteerde onder Ooltgens plaat en vormde daarmede St. Adolfs land. In 1639 gingen er stemmen op ter klassikale vergadering te Nieuwe Tonge om zelfstandig te mogen worden, waartoe dan ook besloten werd met gevolg, dat Ds. Abraham Stamperius van Sommelsdijk de eerste predikant werd. Dan volgt in 1646 de voor deze gemeente belangrijke periode van ds. C. W. van der Poel van 1646 tot 1651, in welke tijd het tegen woordige kerkgebouw werd gesticht. Daar het archief reeds tweemaal door mij is gepubliceerd en er gebonden exem plaren aanwezig zijn in het archief van de kerk, kunnen en moeten wij volstaan met de tekst van de Gedenksteen naast de kansel ingemetseld. Ter Dankbare Nagedachtenis aan Ds. Cornelius Willemse van der Poel, die den eerste steen van dit kerkgebouw heeft gelegd op maandag 18 maart 1647 en dit kerkgebouw heeft ingewijd met de viering van des Heeren Heilig Avondmaal op woensdag 6 november 1647. Hij heeft in de vreeze des Heeren voor den bouw zich ontzaglijke moeiten getroost en was aan deze gemeente verbonden van 26 juni 1646 tot zijn overlijden op 6 maart 1651. Deze steen is een geschenk van den Am bachtsheer van St. Adolfsland, den Wel edelgeboren Heer C. Goekoop, die hem onthulde in de samenkomst der gemeente op 6 november 1928. „De Zaaier" van 9 mei 1953, bevat een gedeelte van de historische rede, uit gesproken de 6e november 1928 ter ge legenheid van de plaatsing van de gedenk steen. Ik neem dit deel over: Deze predikant was als zodanig werk zaam geweest in West Indië, te Frederik- stad in Paraiba. Daar deze plaats in 1645 voor ons verloren ging, kwam hij wederom in het vaderland, vestigde zich te Gorkum, stelde zich beroepbaar, ontving van onze gemeente het beroep, toonde de 26 Junie op de Classis te Ouddorp, daar hij de Geachte redaktie. Ik wéét gewoon, dat een zeer groot aantal mensen zich groen en geel zullen ergeren aan wat ik hier ronduit opschrijf. Ik kan de kaart „kruisraketten nee" die ook wij vandaag in de bus kregen, geruisloos laten verdwijnen, maar néé, als ik dat doe, wil ik zeggen waaróm. Eerst nog dit: ik ben zeer vredelievend, ik hou van warmte, vriende lijkheid, begrip voor m'n medemens, ik straal dat ook uit denk ik. Deze zomer nog stond ik samen met mijn man bij die oorlogsgraven in Verdun, duizenden witte kruisjes, hier en daar een ster, tot ver aan de horizon. Vreselijk, die verspilling van jonge lieve jongens met 't hele leven nog vóór zich. Al dat verdriet, dat daar ligt, ze hadden toch allemaal moeders, vaders, broers, zusjes. Soms waren ze al vader, 't Is goed om daar een keer stil te staan. Ik heb ook een jongen van 23 en ik heb hem zó lief. Monsterlijk, dat een paar geflipte, machthebbende, gevaarlijke idioten over 't leven van al dit liefs, deze jonge jongens konden beschikken. „God, alsjeblieft, dat nooit weer", denk je als je daar staat. Laten we toch wijs worden, hoé worden we toch wijs? Duizenden mensen zien liever een Rus in hun achtertuin dan een kruisraket op eigen bodem. Jan Blokker zelfs liever dan een bekende Nederlander! En Stoker, ik zou bij voorkeur van Nederland ook géén Amerikaanse kazerne maken (Volkskrant figuren). Maar misschien moet je inderdaad een Duitse bezetting meegemaakt hebben om je zo fel als ik tegen die Rus in m'n achtertuin te verzetten, want wat doet-ie daar? Zonnebaden? In m'n vijver een lekker bad nemen en na afloop zeggen: „Schat, dank je wel?" Vergeet 't maar. Bij een bezetter is niets heilig. Hij trapt de deur in, hij pakt wat hij nodig acht, hij is baas en jij bent niks. Hij slaat als hij zin heeft de boel kort en klein en een serie klappen en trappen is echt wel het minste, als je je verzet. Mijn familie is wat jonge jongens betreft in de jaren '40-'45 praktisch gehalveerd. Ze zaten in 't verzet en werden gepakt. Eén allerliefste jongen werd gefusilleerd (21) zonder enige vorm van proces, omdat hij een Friese achternaam had. Er was juist in Leeuwarden een belangrijke Duit ser geëlimineerd door 't verzet. Een an dere lieve, eigenwijze, ondernemende knaap (23) hebben we na de oorlog in geen enkel concentratiekamp ooit teruggevon- (Ingezonden) den, hij is van deze aardbodem verdwenen als een pluisje in de wind. HUIS VERKOPEN? makelaar tamboer bellen voor deskundige bemiddeling C3 01870-3477 m DD Classis onbekend was, zijne getuigschrif ten, welke „seer loflich" waren, en werd door Ds. Schapenberg van Dirksland aan onze gemeente verbonden den 26 Juli 1646. Des Maandags ging de predikant met den kerkeraad scheep, om vrouw en kinderen uit Gorkum te halen, welke hier allen des Donderdags arriveerden. Zo was er dus weer een predikant, doch geen geschikt kerkgebouw, noch minder een woonhuis. Daar de gemeente zeer klein was, en hoe genaamd gene bezittingen had, ging Ds. van der Poel er toe over om op eigen kosten een pastorie te bouwen, terwijl de kerkeraad besloot dit huis langzamer hand over te zullen nemen. Het blijkt ons later, dat dit huis 970,— gekost heeft, waarvoor Ds. van der Poel 800,vergoeding kreeg van de Staten. Al dra openbaarde deze predikant zijn ijver en stelde zich het bouwen van een kerk tot ideaal. De notulen van 24 augustus 1646 luiden te dezen opzichte aldus: „Van Ds. van der Poel voorgestelt ende met verscheyden Bewechreden Bevestich hoe nodich dat tot Pleginge des H. gods dienst was een geheyligde ofte afgeson- derde Plaets, op dat den H. godt met meerde Bequaemheyt ende Respeck mocht gedient worden. Daerbeneffens dat hij wel genegen was soo bij de Ed. grootmogende Heeren staten van HoUant ende West Vriesland subsidie daertoe te versoecken als mede doort gansche lant soo bij magistraeten als kercken, opdat dat werck ten gewenschten eynde mocht werden voltrocken". Hij wendde zich voorts tot de Classis, die hem een „Acte van voorschrijven" gaf. Dit was een soort volmacht of toegangs bewijs tot alle kerkeraden en magistraten om te koUekteren. Verder stelde de kerkeraad één kollekte- zakje in voor de Diaconie. Behalve de ondersteuning der armen en het School- meesterstractement werd hieruit ook mede bestreden de kosten van de kerk bouw. Maar ook de Heer van St. Adophsland bevorderde deze zaak krachtig, door zijne toezegging van steun. Hij deed dit op verschillende wijze. Ten eerste bewerkte hij bij de Staten, dat er ene belasting van driejaren werd gelegd van 0,50 per gemet per jaar op de polders Den Bommel, Tille, Uitslag en Molenpolder, en daar hij zelf hier veel gebied had, was zijne belasting-bijdrage niet gering. Deze belasting heette „Schot". Ten tweede gaf hij geld voor een raam in de te bouwen kerk. (wordt vervolgd) J. L. Stiiiik Mijn vader (42) werd 's nachts gehaald door de Sicherheitsdienst (SD) hij had zojuist polio opgelopen (september '43 epidemie Amsterdam). Daar waren ze bang voor. Hij was zijn leven lang (nog 40 jaar) verlamd, maar wij hadden hem nog. Moet ik nog vertellen, dat wij op weg naar school ('t Herv. Lyc. in de Brahms- straat) geconfronteerd werden met twintig jonge jongens, die 's nachts gefusilleerd waren en die daar de ganse dag moesten blijven liggen ter afschrikking? Ze waren zó maar uit de gevangenis gehaald bij 't Haarlemmermeerstation, omdat op die plek (hoek Apollolaan) de nacht daarvoor weer een belangrijke Duit ser (Öl Schlagel) door 't verzet uitgescha keld was. 't Was oog om oog, tand om tand. Ik was dertien. Ik zie de bloedsporen nog, die liepen tot aan de rand van de stoep. En ze waren maar eenjaar of zeven ouder dan ik. Onwezenlijk onderga je dat, maar 't was wezenlijk voor altijd. Ik zag ook een Jodentransport bij 't Haarlemmermeerstation, mannen, vrou wen, grote en kleine kinderen. Begeleid door onze bezetters. Met de blote kolf van 't geweer werd er op los geranseld, als ze niet vlug genoeg door liepen, als er een oudje of een klein kind struikelde. Ik was nog steeds dertien. Ik huilde geluidloos. Een grote Amsterdammer sloeg een arm om mij heen en zei: ,,Meid, hier komt een eind aan en dan gebeurt 't nooit weer". Kunt u nu begrijpen, dat ik zeg: ik heb de pest aan kruisraketten, maar als dat de enige manier is om die Rus op afstand te houden en niet in mijn achtertuin, want Russen als bezetters zijn niet liever dan Duitsers de waanzin: ik geef hem een kop koffie! In de „hel" delen ze geen koffie uit. Ik was 16 toen de oorlog eindigde: honger, bloed, vernedering in de jaren die volgden. Een lieve Rus tihuis is een rad voor je ogen met diezelfde Rus als be zetter. Ik werd uit lijn 24 gesleurd en in mekaar getrapt en geslagen, op m'n 13e. Waar om? Ik droeg een Hollands Leeuwtje in mijn knoopsgat! In Duitsland ontmoeten wij nu Duitsers van dezelfde lichting, door 't werk van mijn man. Hoe allerliefst zijn ze, hoe charmant, hoe hoffelijk. Niet te geloven, hoe anders ze kunnen zijn, als je dat niet hebt meegemaakt. Een bezetting is erger dan dood zijn. Het Friese spreekwoord „Ljeaever dea as slaef', Uever dood dan slaaf, is mijn enige antwoord. Dat er bewust gedacht wordt, wat doen we voor krankzinnigs, waar zijn we mee bezig, dat duizenden zich nu kunnen uit spreken, dat vind ik zinnig. Ik heb een groot respect voor de mening van allen, die zeggen géén kruisraketten. Natuurlijk, ik hou ook zo van 't leven, van allen, die mij lief zijn, van onze mooie aarde. Maar als ik zeg: in Gods-naam als af schrikking hier dan maar van die rot dingen, zijn er dan ook mensen, die mij begrijpen? Met vriendelijke groeten aan U, redactie, dank voor uw aandacht, als u vindt, dat u dit schrijfsel moet inkorten, publiceert u 't dan niet, want dan gaat de zin van mijn mening verloren. En als ik m'n vrienden en kennissen na ga, moet je met stevige argumenten komen, je wordt anders prac- tisch gekielhaald! Ik durf 't aan. U ook? Goedereede, Dieke Schippers-Vaarzen Morel Morgen zaterdag 7 september is het weer zover dat de op 25 mei 1985 aangevangen jeugdcompetitie vervolgd wordt. Zoals wellicht bekend, wordt ge streden in twee groepen, namelijk: groep 1: leeftijd tot en met 12 jaar; en: groep 2: leeftijd 13 tot en met 15 jaar. Als winnaars van de eerste wedstrijd zijn uit de bus gekomen: groep 1: R. van Dijk met 5 8 punten; en: groep 2: J. Hollemans met 54 punten. Er staan nog twee wedstrijden op het programma. Dus de kansen om winnaar te worden zijn nog volop aanwezig. Daarom is de jeugdige sportvisser, die lid is van onze vereniging of in het bezit is van een geldig zomer-/seizoenkaart van harte welkom. Wel is een bescheiden inschrijf geld van 2,50 per wedstrijd verschul digd. Hiertegenover staat dat weer leuke dagprijzen (per wedstrijd) te verdienen zijn. En als klapstuk zullen de kampioenen per onderdeel in het bezit gesteld worden van een fraaie jeugdbeker. De wedstrijden worden gehouden in de Binnenhaven van Middelhamis. Voor- mschrijving in het zaaltje van café Zaaier te Middelhamis. Het resterende wedstrijdprogramma ziet er als volgt uit: Datum 7 september 21 september Wedstrijdduur 15.00-17.00 uur 15.00-17.00 Inschrijftijd 13.30-14.00 uur 13.30-14.00 uur uur Prysuitreiking zaaltje café Zaaier zaaltje café Zaaier Verdere informatie wordt door de wed strijdcommissie op de inschrijfplaats en wedstrijdterrein verschaft. Voor eventuele nadere informatie kunt u terecht bij P. v.d. Valk, Rubensplein 48 te Middelhamis of S. W. Mol, Vink 1 te Sommelsdijk.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1985 | | pagina 10