Uit de Historie Stad aan 't Haringvliet (V) Uit de geschiedenis van Volk en Kerk, die zich in Stad afspeelde Meubelbeurs'85 richt zich tot valcbezoelcers Kursus spreeicvaardigheid Bladz. 2 De Franse tijd 1831 1911 1944 1953 Varia 1947 Van Stad naar Menheerse terug TAXATIE NODIG? makelaar tamboer bellen beëdigd taxateur 01870-3477 M CD DD Persoonlijk kontakt met Stad Meubelstoffen „EILANDEN-NIEUWS" VRIJDAG 30 AUGUSTUS 1985 Al eerder vertelde ik iets van wat in de kerk te Stad gebeurde. Ik vermeld nu nog de volgende dingen. In het begin van de 80-jarige oorlog werd de redoute gebouwd, een verdedi gingswerk met schietgaten. Het werd hersteld in 1823 en in de Franse tijd waren er twee stukjes geschut ingeplaatst J. L. Braber). Stad lag op een strategisch belangrijke plaats, evenals Ooltgensplaat. „Tot 1829 werd in de kerk begraven. De grafzerken werden begin vorige eeuw door een planken vloer aan het oog onttrokken. Bij de kerkbrand in 1898 zijn deze ernstig beschadigd, zoals bleek bij de restauratie in 1963. In de Franse tijd kapte men de familiewapens uit, omdat men meende dat een wapen op adel duidde. (De revolutie geest met de leuze: Vrijheid, gelijkheid en broederschap was dus ook tot Stad door gedrongen JLS). Dit is meestal iet het geval, want elke officiële funktionaris, schout, sekretaris, schepene enz. had een wapenstempel nodig" (J. L. Braber). In de Franse tijd voeren scheepjes met koloniale waren het Haringvliet op en losten 's nachts hun smokkelwaar op de gorzen tegenover de Bierkreek. In de „piezel", dat was een geheime graan- bergplaats in de boerderij, die later door J. Wagner, gehuwd met Johanna Koppe naal Ad. werd bewoond, werd het ge smokkelde opgeslagen en verder verhan deld. En dan te denken dat de Oude Jonker aan de Voorstraat destijds een officiee; douanekantoor was. (Uit: Bra- bers boek). Stad aan 't Haringvliet droeg ook bij voor z'n militairen, tijdens de oorlog met Bel gië. Van de burgemeester van STAD AAN HET HARINGVLIET dertien paar sok ken bestemd voor de manschappen van zijn gemeente, die in Dordrecht in garni- zoe liggen, en dertien paar wanten be stemd voor de manschappen van Stad, die zijn ingedeeld bij de schutterij van Zuid- Holland. (E.-N.) Na de zeer droge en warme zomer van 't jaar „elve" liet zich ook hier de septem- berstorm zich gelden. „Tijdens de storm op 30 september 1911 sloeg dit schip het paviljoensjacht „Op hoop van zegen" van A. Goumare Az., één van de eerste ijzeren schepen. Dit werd vlak vóór dit citaat verteld) los en kwam op de wal terecht bij de sluis van de polder Nieuwe Stad. Met veel moeite wist timmerman J. Maliepaard het met behulp van twee kelderwinnen weer in het water te krijgen. Spoedig daarna kwam er zo'n hoog tij water, waardoor het vanzelf zou zijn vlot gekomen. De hoge vloed in 1911 veroorzaakte vrij veel schade voor bewoners van de bui tendijk. Verschillende eigendommen spoel den weg. Vandaar dat Willem Mast vroeg: „Hei joe mien sliepsteentje niet zien drieve, mit dat eikehoute balkoentje d'r an?". (J. L. Braber). Op last van de Duitsers werd ook Stad (geheel of gedeeltelijk? JLS) geïnundeerd. Ze wilden door inundatie een luchtlanding door de gealUieerden voorkomen. (De gebieden die niet onder water stonden, zette men vol met „Rommelasperges", dat waren puntige palen die men onderling verbond met draden). Vanf de Oude Stadse Zeedijk, kon je uitkijken op de binnendijkse watervlakte; het water stond tot half in de ophopende Voorstraat; in de Nieuwstraat weerspie gelden zich op een windstille dag in het rimpelloze water. Over het plankier, waarop Ria van Rossum Wdr. staat, kwam men in de kruidenierswinkel van J. Kamerling Mz. Deze stond hoger dan de andere huizen en bleef daarom ten gerieve van de achtergebleven bewoners geopend. (Ik ontleende 't bovenstaande aanBrabers boek, evenals onderstaande foto). Maandag 7 mei 1945 was de door de Duitsers ontslagen burgemeester van Stad aan 't Haringvliet, de heer F. Nie- borg in zijn gemeente teruggekeerd. Deze ambtsdrager had dezelfde avond reeds een herdenkingssamenkomst in het ge meentehuis geleid". (E.-N. Dr. J. Verse- put: Vijf en twintigjaar geleden 5) 1970). Tijdens de stormramp is er op Stad niemand verdronken. Wel vloeide over de Schenkeldijk de Nieuwe Stadse polder in, vanuit de Uytslag. Een dreigende door braak werd voorkomen, zodat van de FOTO STRAAT MET WATER Oude Stad alleen de sloten volliepen." (J. L. Braber). Zie verder foto onder 't stukje Minister E. Brinkman. E.-N. van 14 maart 1953 gaf een verslag van de eerste raadsvergadering na de ramp die 6 maart gehouden werd. Uit Burgemeester A. L. C. Brinkmans rede citeer ik: Het water dat vrijwel onze gehele ge meente heeft overstroomd, heeft, zoals U reeds zei. God zij dank, geen slachtoffers gekost. Van het vee in deze gemeente en onmiddellijke omgeving gingen helaas 140 runderen, 25 paarden en 20 varkens verloren. Een schuur moest worden afgebroken terwijl 3 woningen zwaar werden bescha digd, 10 vermoedelijk zwaar beschadigd en 50 licht werden beschadigd. Met enige trots vermeld ik dat tot 3 maart vanuit onze haven 12.000 ton zand werd vervoerd naar de dijken en wegen in onze gemeente en naburige gemeenten. Gas-, water- en elektriciteitsvoorziening zijn weer gewaarborgd, wat getuigt van een flinke aanpak van de daarbij betrok ken Maatschappijen met hun personeel. De polder Oude Stad is reeds enkele weken droog, terwijl alles wordt gedaan om de polder de Nieuwe Stad droog te krijgen, wat momenteel vrijwel het geval is. Ik zei U in den aanvang dat het niet in mijn bedoeling lag namen te noemen, doch het valt mij moeilijk te verzwijgen de naam van de Fa. van Rumpt, die, toen van het elektrisch aandrijven van het gemaal nog geen sprake kon zijn, niet aarzelde doch op ingenieuze wijze een traktor heef benut om van de werking van het gemaal verzekerd te zijn. Het spontane werk van deze firma met het bedienend personeel is van onschatbare waarde geweest voor deze polder alsmede aangrenzende pol ders. Deze wijze van werken verdient de hoogste lof. I VOORWOORD in: Stad aan 't Haring vliet zoals het was, door J. L. Braber. Hoewel reeds eind 16e eeuw de naam Stad aan 't Haringvliet voorkomt, wordt dit dorp meestal als STAD aangeduid. Elders noemt met het gekscherend „Stadje dróogbróad", eventueel met de toevoe ging „aerepels mit mosterd" of „in frie- dags 'n haering an de lampe", wat op zuinigheid zou wijzen. In buurgemeenten staat ,,De Stadte- naer" goed aangeschreven. Als iemand daar b.v. te laat voor het eten thuiskomt kan zijn vrouw daarover een opmerking maken. Maar brengt hij iemand mee en zegt hij: „Ssst, ik ha 'n Stadtenaer bie m'n", dan is daarmee de zaak gesust. Meent iemand in een andere plaats dat iets onmogelijk is, dan krijgt hij soms te horen: „Nie kanne? Alles kan! Op Stad haauwe ze wel een aep lere bidde", waar aan men toevoegt: „mar die kreeg dan oak krentebróad!" \^t Den Bommel was de verstandhou ding vroeger wel eens minder goed, wat soms in vechtpartijen eindigde. Stad leunde altijd wat tegen Middelhar- nis aan. Voor Middelharnis was echter Sommelsdijk belangrijker, gezien de uit drukking: ,,'t Is kwiet mit Menheerse, Sommerdiek staet in brand!" Op 1 januari 1966 vond schaalvergroting geruisloos plaats en werden Middelhar nis, Sommelsdijk, Nieuwe Tonge en Stad aan 't Haringvliet tot één gemeente sa mengevoegd. Omdat de laatste jaren het hart van Stad steeds verder wordt uitgehold, is er alle reden om eens te zien hoe het vroeger was. De vraag rijst of men door onge breidelde slooplust geen oude gebouwen verwijdert, waardoor het karakteristieke straatbeeld wordt aangetast. Mijn oprechte dank aan allen, die mij medewerking verleenden, zodat samen stelling van dit boek mogelijk werd. Vele prettige uren wens ik u toe bij het lezen ervan. Bij ouderen zal het herinneringen oproepen, jongeren zullen zich verwon deren over de snelle veranderingen. Ik kan dit boek ieder aanbevelen. Niet slechts Stadtenaars of oud-Stadtenaars, maar alle Flakkeeënaars. Over het alle daagse Flakkeese leven staat er veel in. 't Is hier en daar humoristisch. Typische dialectische uitdrukkingen geeft het ook. II Prinses Juliana en Prins Bemhard brachten 27 oktober 1947 een bezoek aan Goeree-Overflakkee, Met een speciale boot arriveerden ze aan het havenhoofd van Middelharnis en bezochten op hun route ook Stad, waarvoor tien minuten waren uitgetrokken". (J. L. Braber). In „Trouw" van 28 oktober '47 stond: Tijdens het bezoek dat het Prinselijk Paar gisteren aan Goeree en Overflakkee bracht, werden hun in Stad aan 't Ha ringvliet door het diamanten echtpaar Van der Mast-Schwartz, vier voor de prinsesjes bestemde poppen aangeboden, gekleed in Flakkeese klederdracht. Er stond op de andere bladzij: Van Middelharnis reed de stoet naar Stad aan 't Haringvliet, waar het enthou siasme zijn hoogtepunt bereikte, toen het echtpaar Van der Mast-Schwartz, dat te zamen 169 jaar telt en in Mei j.l. zijn diamanten bruiloft vierde, het prinselijk paar vier voor de prinsesjes bestemde poppen aanbood, gekleed in de Flakkeese klederdracht en de typisch Flakkeese na men Dirkje, Tannetje, Jopje en Leuntje dragende. De Prinses nam twee van de poppen in haar armen en gaf den foto grafen ruimschoots gelegenheid dit aar dige tafereel te vereeuwigen. Op hun beurt werden de oudjes door de Prinses bedacht met een foto van het gehele prinselijk gezin. AANTEKENING: „Op 24 april 1936 bezocht koningin Wilhelmina met prinses Juliana Flakkee, waarbij Stad niet werd vergetenWet houder Arensman vroeg aan de prinses: „Mag je oak mit je moeder mee, meid?" Deze zei: „Ja, en hoe lang zit U al in de gemeenteraad?" Het antwoord luidde: „Al een minke jaeren, majesteit'" Dit alles tot grote hilariteit van de omstan ders" (J. L. Braber). III „Arjanus" schreef in 1964, in E.-N., hoofdstuk 103 van zijn historische schet sen, na over de restauratie van de Ned., Herv. Kerk te Stad te hebben geschreven, dit: Alle plaatsjes hebben zo hun eigen gezicht, en zijn zeer de moeite waard om er eens rond te kijken. De dijken, met of zonder molen, de straatjes en de dorps- kom, met de aardige huishes gegroepeerd rond de kerk en de toren. Stad heeft ook een prachtig uitzicht op de rivier, dat krijgt men er nog bij cadeau, het ligt ook aan het Haringvliet. Maar Stad hield zijn gelaat steeds naar binnen gekeerd, naar de vette polders, daar had men zeker wel genoeg aan. Onbekommerd stonden de mannen te keuvelen, al was er geen „ronduute", ze hadden het toch gezellig met elkaar, dat was te zien. Een van hun was nog erg ouwerwets, die pruimde nog. ,,Wiele zalle joe 't goeie pad wel eeve wieze, m'n motte toch juust nae huus om 'n bakje te doe- wen". „Kiek noe 's an, neem noe 't buutenpad mar, dan hei je de mooiste pad, in gien last van de auto's." Dat het mooi en stil blijft langs de uiterwaarden van de rivier tussen Stad en Menheerse, zal geen enkel streekplan on gedaan kunnen maken. Vanouds heeft men aan de ene kant het water en k links de polders met hun overdadige op brengst van gewassen. Het is niet alleen de genegenheid tot de geboortegrond, waardoor wij onder de indruk kwamen van de streek, waar alles te samen een toverachtige, vriendelijke indruk maakte. Toen zagen wij ook d'n Ouwendiek nog eens goed, al is deze was de „aankleding" betreft er niet op vooruit gegaan. De bomen zijn nog niet eerbied waardig genoeg om dat indrukwekkende beeld te kunnen vormen zoals dat vroeger was. Die oude bomenrij van voorheen accentueerde een zekere stemming in het geheel van de eenzaamheid. Daar, juist op die plaats gebeurden soms vreemde din gen, daar gingen de „broelozen" en de „beeldwitten" soms bar te keer, de men sen werden soms zoemar ,,opzieë gezet" of betoaverd, in daer was niks tegen te doewen. Dat gebeurden meestal om twoalf uure 's nachts, meestal 's zeumers bie 'n verloaplocht, in 's winters bie zwaer weer. Mar noe gebeure d'r zukke dingen nie meer, dat komt zeker omdat 't nie meer zoe donker is, van die boamen. Maar wij liepen meer nuchter met onze beide benen op de begane grond van kluiten en polderwegen, wanneer wij daar in die rijke polders er op uit moesten trekken om tarwe of aardappelen te gaan „lezen". Zes weken achter elkaar kregen wij vrij van de school voor deze nood- zaöcelijke taak, om in die tijd de „winter- laege" bijeen te scharrelen. Met een kurf en een schrepel om in de taaie kluiten te woelen gingen wij op stap. ,,Man mag ik leeze?" Daar in die grote polder lazen wij wel eens twee kuifles bijelkaar, meer konden wij niet dragen, den Ouwendiek was zo lang, en zo'n zak aerepels drukte zwaer op je schoere. De ruimte en de stilte en het licht van het waer en het land moet men in het hart hebben geborgen om er alles van te ge nieten. Dan is het altijd goed om door de polders te dwalen en de dorpen te proeven. Of men dan loopt of fietst of in de auto, maar niet te snel, het eilanddoet", dan is er nog wel wat te beleven. IV Stad aan 't Haringvliet lirijgt historische straatnamen Andries van Bronkhorst was dus de eerste ambachtsheer in Stad aan 't Ha ringvliet en wel van 1527 tot 1559, het jaar van zijn overlijden. Gedurende enige geslachten bleef de heerlijkheid in het geslacht „Bronckhorst" tot door het huwelijk van Wilhelmina van Bronckhorst in 1647 met Willem Vincent van Wittenhorst, laatstgenoemde Heer van Stad aan 't Haringvliet werd en hij bleef dit tot aan zijn overlijden in 1676. Het geslachtswapen van Wittenhorst was: „op een goud veld twee rode dwars- „BERMUDA" mooie bedrukte fijnpolige velours uit de Deja-kollektie. Deze klassiek gedessineerde bekledingsstof(100% katoen) is 138 cm breed en bij uitstek geschikt voor overgestojjeerde bankstellen. ROTTERDAM Op de inter nationale Meubelbeurs Utrecht ge ven deze keer om en naby' 300 exposanten uit binnen- en buiten land daadwerkelijk acte de pre sence, de 130 deelnemers aan de Meubel Trade Mart inbegrepen. Gedurende de vier dagen dat de jaarlijks terugkerende meubelhappening plaats vindt, worden de laatste ontwikkelingen op het meubelgebied den volke getoond, zij het dat de beurs in tegenstelling tot eerdere berichten alleen voor vak bezoekers toegankelijk is. De voor 8 september geplande publieks- dag is namelijk komen te vervallen, of schoon er gerede aanwijzingen zijn, dat in 1986 de poorten voor de consument weer open zullen gaan. Van 8 tot en met 11 september worden dus uitsluitend detaillisten en beroeps inkopers van ver over de grenzen ver wacht. Biimen de branche is deze inter nationale manifestatie immers de belang rijkste beurs in Europa het aanbod in de balken" en dit wapen werd later als ge- meentewapen aangenomen. Op grond van bovenstaande werd voor gesteld tot vaststelling van de navolgende straatnamen: „A. v. Bronckhorststraat" aan de straat aansluitende aan de Nieuw straat; „W. V. van Wittenhorststraat" aan de straat aansluitende aan de Vrouw tjesweg. De raadsleden vonden dit stuk historie mooi en stemden met het voorstel in, hoewel dhr. Kreeft wel gaarne de naam „Gracht" had zien vermeld, omdat de straat langs een kreek loopt. Uit, naar ik denk, E.-N. E.-N. eindigt de bespreking van Brabers boek als volgt: „Niet is vermeld, dat de Ambachtsheeriijkheid van Stad in 1949 is verkocht aan E. Prosman, voor de som van 225.000,-. Nu hoort dit er eigenlijk niet in, want het gaat over Stad zoals het was. De straten in het dorp waren ook van Prosman; ze zijn later verkocht aan de gemeente. Met Stad heb ik niet veel gehad. Ééns ben ik er op „bondsbezoek" geweest. Toen bezocht ik de J.V. op Ger. Grond slag. Van haar leden ken ik nog slechts de namen van twee: L. van Biert en Van Rumpt. Ik logeerde bij fam. Van Biert. Later ben ik nog één keer in Stad bij iemand binnen geweest, nl. bij J. Koppe naal thuis. Familie had ik er niet. Ga ik terug in mijn voorgeslacht, dan zie ik, dat mijn bet-overgrootvader getrouwd was met Lydia Leenderts Bakkers, van Stad aan 't Haringvliet, 29 juli 1787. Bij haar ondertrouw woonde ze in de Een- dragtspolder onder Stellendam. Van haar vader is de naam Leendert in onze familie gekomen: m'n overgrootvader, m'n vader droegen en m'n zoon draagt die. Doordat ik me verdiepte in de historie van Stad is 't kontakt met dit Flakkeese dorp weer verlevendigd. J. L. Struik Davenschot 37 8141 BB Heino (O) Juliana-, Margriet-, Marijke- en Bemhard- hal is daar dan ook op afgestemd. De qua model en qua stijl beste meubelen van Nederlands fabrikaat, worden zelfs als zodanig gekwalificeerd en afzonderlijk ge ëxposeerd met het oogmerk meer aan dacht te geven aan de kwaliteit van het Nederlandse meubel. En dat is terecht, want de Nederlandse zitmeubelindustrie heeft meer dan ooit gezorgd voor een uitstekende kollektie met veel aandacht voor het detail. Optimale afwerking en trendgevoelig. Dat is het basisprincipe waarmee in gehaakt wordt op de behoefte van de door snee consument, die uiteindelijk toch een goed meubel wil en bereid is daar ook voor te betalen. Het behoeft geen betoog, dat van een kwaliteitsmeubel verwacht wordt dat de gebruikte stof eveneens hoog waardig is. De keuze van stof is primair; het assortiment is een zaak van de leve rancier die nauwlettend de vraag- en aan bodcurve volgt, om aan de hand van dat gegeven tot een verantwoorde kollektie- samenstelling te komen. Meubelstoffen Dehnert Jansen B.V. (M.T.U.-stand 4012) heeft voor deze vakbeurs gekozen voor een niet geringe verbreding van het totaal-assortiment, dat behalve diverse nieuwe kwaliteiten jac- quardvelours ook een flink aantal novi teiten in populaire weefstoffen, aangevuld met drukstoffen, gobelins en damast. Vooral bij de poolstoffen is sprake van opvallende optieken in katoen/acryl-com- binaties, zoals bijvoorbeeld de universeel toepasbare „Africa" welke door het grove rasterdessin gemakkelijk te verwerken is. En het is zeker niet alleen dit type stof dat bij uitstek geschikt is voor overgestof- feerde bankstellen e.d. Met name de che nille weefstoffen „Albatros" en „Astu- rië", alsook de a-symmeïrisch gedessi neerde platweefkwaliteit „Helsinki" zijn speciaal voor dit doel ontwikkeld. Verder heeft Deja, naast een leuke „con fetti" bekledingsstof die o.a. in anthraciet te leveren is, nog een moderne damast („Antibes") en een heel mooi gobelin („Elysee") in de kollektie opgenomen. In zijn totaliteit een keur van hoogwaardige kwaliteiten, apellerend aan het mode beeld van vandaag-de-dag. SOMMELSDIJK Woensdag 11 september is er een infor matie-avond van de kursus „Spreken in het openbaar" van Instituut Rhetorica in café de Kok, Kade 49 in Sommelsdijk. Aanvang 20.00 uur. Na kennismaking met de docent wordt het kursusprogramma besproken en kan men vrijblijvend een les bijwonen. Voor nadere informatie kan men ook bellen met de heer J. Trommel, tel. 01883 -14248. Bij bijna iedereen pakken juist de belangrijkste gesprekken anders uit dan wordt gewenst. Ligt dat aan de houding, gebaren, nervositeit, de indeling van het betoog of de manier van discussiëren? Na 15 lesavonden van 3 uur zijn deze as pecten aan de orde geweest en zijn de deelnemers door eigen praktijk en er varing vertrouwd met het spreken bij een afscheid, een pensionering, jubileum, enz. Tevens wordt veel aandacht besteed aan en ervaring opgedaan met technieken om effectief aan een vergadering deel te ne men. Met meer specifieke wensen van de deelnemers kan rekening gehouden wor den. Schrijft U de datum alvast in uw agenda? Tot ziens!!!

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1985 | | pagina 10