EIÜM1DEI1-I1IEUW5 Postzegels met bedreigde dieren Binnenvaartopleiding geeft zekerheid op baan Rekreatiekrant 1985 Gevonden voorwerpen in de gem. Oostflakkee HET ■^^KIJkVENSTER „Gevleugelde Vrienden" No. 5415 blik op kerk -^P en samenleving ij - Vakantie en zondag - De Veluwe - Mogelijkheid en verantwoordelijklieid TAXATIE NODIG? makelaar tamboer bellen beëdigd taxateur 01870-3477 SÏ3 CD Unieke bagger-simulator Eigen schepen VERVOLGVERHAAL door Fenand van den Oever - 72 - G.F.CallenbachB.V.—Nijkerk 2e Blad VRUDAG 26 JULI 1985 Ook ditmaal geven vakantie en recreatie nog genoeg stof tot overdenking. Niet dat we willen vervallen in het gebrek van die landgenoten die de eerste helft van het jaar anderen vermoeien met hun vakantie plannen en de tweede helft vullen met hun vakantie-ervaringen. Maar het blijkt moeilijk z'n christen-zijn ook in het va kantie-oord in de praktijk te brengen. En wie het toch proberen wil heeft de stroom tegen. Ik zit met mijn gedachten op de Veluwe. Een regio die in trek is bij „onze" mensen. En dat niet alleen vanwege het natuur schoon, maar ook om de levensstijl van de autochtonen en om de mogelijkheden van de zondagse kerkgang. Op de Veluwe is nog een klein beetje merkbaar van de zondagsrust, ook al wordt deze hoe langer hoe meer aangetast door mensen voor wie alle dagen gelijk zijn.... Overigens is met een verantwoorde zon dagsviering hoe belangrijk die ook is niet alles gezegd. Ik zit daar weleens over te peinzen wanneer ik in de bladen ad vertenties onder ogen krijg waarin appar tementen worden aangeboden. Niet zel den wordt daarbij vermeld: „de zondag in ere houdend". Dat is een billijke eis die aan pensiongasten wordt gesteld. Maar het betekent hopelijk niet dat op de andere zes dagen van de week alles geoorloofd is. Onze Catechismus zegt: „dat ik alle dagen van mijn leven (dus niet alleen op zondag) van mijn boze werken rust..." Als het goed is zijn we geen zondagschristenen, maar sabbatskinderen. Het is een goede zaak dat enkele ge meenten op de Noord-West-Veluwe po gingen in het werk hebben gesteld om het eigen karakter van de streek te hand haven, ook inzake de recreatie. De Alge mene Politie Verordening biedt daartoe een mogelijkheid omdat zij „aanstoot gevend gedrag" strafbaar stelt. De inter pretatie van dat begrip is echter nogal verschillend. Wat voor de één aanstoot gevend is blijkt voor de ander normaal te zijn. De gemeenten Elburg, Ermelo, Harder wijk, Nunspeet, Oldebroek en Putten heb ben een ontwerp voorgelegd gekregen waarin „topless" zonnebaden en zwem men wordt verboden, evenals vloeken in het openbaar. Helaas was in Nunspeet geen meerderheid te vinden om deze voor stellen goedgekeurd te krijgen. Een paar andere gemeenten moeten zich op dit moment nog uitspreken. In Elburg, Har derwijk, Putten en Oldebroek zijn de voor stellen in grote lijnen aanvaard. Merkwaardig was de houding van Gede puteerde Staten van Gelderland, die in eerste instantie te kennen hadden gegeven dat er voor de betreffende gemeenten zulke mogelijkheden waren en later zeiden dat zulke plaatselijke verordeningen in strijd waren met de algemene wetgeving. Een vloekverbod bijvoorbeeld zou niet stroken met de vrijheid van menings uiting.... Het laatste woord zal hier nog niet over gezegd zijn. H; Hi H: We kunnen ons natuurlijk afvragen of het allemaal veel zal helpen. De ontkerste ning van onze samenleving is op het eerste gezicht niet te keren. En ook al bestaan er zulke plaatselijke verordeningen, hoe zal de naleving moeten worden gecontroleerd? Toch geloof ik niet dat we zo mogen denken en spreken. Zolang het mogelijk is zijn we verplicht om te doen wat onze hand vindt om te doen. De ontwikkeling is zeker niet te keren, misschien wel enigs zins af te remmen. En wanneer gemeente besturen daartoe nog mogelijkheden zien zijn ze naar ik meen verplicht deze mogelijkheden te benutten. Waarnemer Op 10 september 1985 zal de PTT twee bijzondere postzegels uitgeven, gewijd aan bedreigde dieren. Gekozen is voor de bruinvis en de zeehond. De zegels zijn ontworpen door de Am sterdamse kunstenaar Anton Beeke. De postzegel van 50 cent heeft als af beeldingen een bruinvis en een diagram dat het aantal op de Nederlandse kust aangespoelde bruinvissen weergeeft in de jaren 1945 tot en met 1984. Op de postzegel van 70 cent komt een zeehond voor en de structuur van een PCB-molocule. De uitgifte van deze bijzondere post zegels houdt verband met de 100ste ge boortedag op 9 november 1985 van de walviskundige Dr. A. B. Van Deinse. Hij wees er reeds in de jaren vijftig op, dat het aantal strandingen van de bruinvis op de Nederlandse kust, als gevolg van een nog niet bekende oorzaak, begon terug te lopen. De presentatie van de postzegels vindt plaats in Diergaarde Blijdorp te Rotter dam waar op 10 september 1985 een tentoonstelling over walvissen en dol fijnen „Waldo 85" officieel wordt ge opend. Deze tentoonstelling zal in de loop van 1986 ook op andere plaatsen in ons land te bezichtigen zijn. Het Nederlandse nautisch onderwijs, dat één dezer dagen zijn tweehonderdjarig bestaan viert, omvat een tak die ten onrechte wat minder bekend is: het onderwijs voor de binnenvaart en de bag- gerij. Ten onrechte, want deze landelijk gecoördineerde opleiding is niet alleen van een hoog gehalte, maar geeft haar leerlingen ook een grote zekerheid op een baan. Het Koninklijk Onderwijsfonds voor de Scheepvaart, in de branche beter bekend als KOF, coördineert vijf scholen voor de Rijn- en binnenvaart en wel in Amster dam, Rotterdam, Harlingen en Mook én een speciale baggeropleiding in Delfzijl, die in het zelfde schoolgebouw gehuisvest is als de binnenvaartopleiding daar. De vijf scholen, op LBO-niveau, vormen een unieke opleiding omdat ze èn theorie èn praktijk op hun driejarige cursus com bineren, èn omdat ze centraal vanuit het KOF gecoördineerd worden, zodat in tegenstelling tot wat elders in het onder wijs vaak gebeurt de aanmelding van nieuwe leerlingen zorgvuldig kan worden afgestemd op de behoefte van de bedrijfs tak. „Alle 160 bij ons afgestudeerden vinden een baan", zegt Ing. G. H. Heida, direc teur van het KOF, niet zonder enige trots; „Op het water is nog werk". De opleiding voro de binnenvaart en het baggerbedrijf is de laatste jaren in een stroomversnelling gekomen. Vroeger ging het beroep van binnenschipper of bagger- baas over van vader op zoon, maar de snelle ontwikkeling van de techniek en de grotere internationale spreiding hebben de behoefte gecreëerd aan een gedegen op leiding, met zowel theoretische als prak tische kennis. In de wetgeving komt dat tot uiting in het per 1 j anuari a. s. verplicht worden van een „vaarbewijs" voor de binnenvaart: vanaf dat moment kan niet meer iedereen „zo maar" een binnenschip besturen, maar wordt het schippersdiploma wettelijk ver plicht. De KOF-opleidingen zijn beroepsoplei dingen met internaat, d.w.z. de leerlingen worden ook door de school gehuisvest. Het eerste schooljaar wordt het normale LBO-programma gedraaid met daarnaast een aantal praktijkuren voor metaal- bewerken, roeien en wrikken, handvaar digheid, splitsen en knopen, etc. In de tweede klas zijn de algemene tech nieken beroepsvoorbereidend gericht en in klas 3 en 4 verschuift het accent naar de specifieke vakopleiding: vaarreglementen, boeken en kaarten, navigatie en nautische aardrijkskunde, terwijl de leeriingen ook iets moeten weten van lassen en branden, motortechniek etc. Nieuwe boeken Verklaring van de Bijbel, door Johannes Calvijn. Harmonie van de laatste vier boeken van Mazes, tweede deel. Uit het latijn vertaald door ds. J. van den Heuvel, em. pred. van de Ned. Herv. Kerk. Uitgeverij De Groot-Goudriaan te Kampen. 406pagina's. Prijs f 77,50. Ik beweer niet dat 77,50 weinig geld is. Wel dat een dergelijk bedrag voor een boek als dit niet overbetaald is. Wie dit boek ter hand neemt, staat bij de bronnen van de reformatorische exegese. Een uit leg die zowel bijbelgetrouw als bezield en van de Geest doorgloeid is. Omdat ik al meerdere keren uitvoerig aandacht gaf aan een deel in deze naar compleetheid vorderende reeks, volsta ik nu met deze summiere aankondiging. Evenwel niet na de vertaler, ds. J. van den Heuvel, te hebben geprezen om zijn nauw keurigheid en doorzettingsvermogen. En voor het overige: goede wijn behoeft geen krans. R. H. Matzken D. Miss., Hande lingen der Gemeente. Deel 1. Van apostelen tot reformatie. Uitgeverij Kok te Kampen. 167 pagina's. Inclusief zaken en personenregister. Prijs f 27,90. De heer Matzken, die docent is aan di verse bijbelscholen, presenteert zijn t.z.t. uit twee delen bestaande boek, als „De geschiedenis van de christelijke Ge meente door de eeuwen heen". Een soor- tement kerkgeschiedenis dus. Maar zo noemt de auteur zijn geschrift bewust niet. Hij maakt uitdrukkelijk onderscheid tus sen Kerk en Gemeente. De Kerk geeft in veel gevallen niet meer dan een karikatuur van de Gemeente, zo meent hij. In zijn verantwoording lezen we verder: „In onze dagen zetten velen zich af tegen de Kerk, maar daarbij wordt vaak tegelijk het bij bels getuigenis van de Gemeente over boord gezet. Daardoor komt het dat in onze landen wellicht meer wedergeboren Christenen buiten de kerken zijn dan daar binnen". Eén en ander maakt duidelijk dat de schrijver een plaats heeft in de zoge naamde „evangelical movement", de evangelische beweging; een verzamel naam voor de vrije groepen en kringen die we onder meer in de Evangelische Om roep tegen komen. De visie op de kerk is vanuit deze hoek veelal vrij negatief. Hoe het zij de heer Matzken tracht de historie van de christelijke gemeente te beschrijven, waarbij hij uiteraard meer dan anderen de nadruk legt op de in de nabijheid van de officiële kerk ooit op getreden sekten en groeperingen. De sym pathie van de schrijver blijkt b.v. heel duidelijk waar hij schrijft ovevAugustinus en deDonatisten. Deze laatsten waren de volgelingen van een zekere Donatus, die onder meer meende dat de geldigheid van de sacramenten afhankelijk was van de persoonlijke heiligheid van de ambts dragers. Zij stelden zich naast, of beter: tegen de kerk op. Augustinus daarentegen heeft het als zijn taak beschouwd de een heid der kerk te herstellen. Diens op treden, voortkomend uit zijn katholieke overtuiging dat er buiten de kerk geen zaligheid is, verwijt Matzken hem. Zo zou er meer te noemen zijn. Matzken beschouwt de geschiedenis van de christelijke gemeente als verdeeld in zeven bedelingen, althans gerekend vanaf het jaar 70 na Chr. Hij laat zich hier kennen als een aanhanger van het zo genaamde dispensationalisme, zoals on der meer de „Vergadering der gelovigen" kan worden aangemerkt. De zeven be delingen lopen in dit boek parallel met de zeven brieven aan de gemeenten in Klein- Azië, zoals beschreven in Openbaringen 2 en 3. Deze gedachte is niet nieuw. We komen haar ook tegen in de Scofield Reference Bible (1909/1917), een Ame rikaanse bijbelvertaling met legio ver wijzingen en kanttekeningen. Toegegeven deze brieven beschrijven toestanden die niet enkel in die eerste periode van de kerkgeschiedenis voor kwamen, maar telkens opnieuw. Dat leer den traditionele exegeten als Bavinck en Hendriksen ons enkele tientallen jaren geleden al. Maar voor de door Matzken gekozen uitleg is m.i. geen zweem van bewijs in de Schrift te vinden. Trouwens, ook de geschiedenis zelf leert ons dat hier van enige gekunsteldheid sprake is. Om de tijd van en na de gezegende Reformatie met de toestand van de gemeente van Sardis te vergelijken.... Het viel me tevens op dat vrijwel elke verwijzing naar bronnen waaruit werd geput, ontbreekt. Overigens het boek bevat veel interessante en lezenswaardige gedeelten. Voor een kritisch lezer aan bevolen. Rest nog te vermelden dat dit eerste deel de periode tot het jaar 1520 behandelt. Ds. J. van Sliedregt, De bazuin zal klinken. Uitgeverij Den Hertog te Houten. Gebonden. 257pagina's. Prijs f 39,50. Deze uitgave, in degelijke en voorname uitvoering, betreft het derde deel van de in 1980 gestarte verklaring van de Heidel- berger Catechismus. Het geheel dat in totaal zes delen zal omvatten, verschijnt onder de titel Uw enige troost". Zacharias Ursinus, een der opstellers van de Heidelberger Catechismus. Diverse keren al besprak ik in deze krant één der geschriften van wijlen ds. J. van Sliedregt (1914-1973); onder meer de vorige delen van deze reeks. Wie de overleden predikant/auteur op enigerlei wijze kende, weet waardoor ook deze bundel zich kenmerkt; de preken doen ds. Van Sliedregt opnieuw kennen in zijn trouw aan de confessie, maar vooral in zijn innerlijke verwantschap aan de religie van de belijdenis. Hier spreekt iemand wiens diepste bedoeling het was voor menigeen een middel te zijn tot het doen kennen van en leven uit de schatten van Christus. Deze bundel bevat 27 preken, behan delend de vr./antw. 45 tot en met 64. Eén wens nog: mogen de resterende bundels in sneller tempo verschijnen dan de voor gaande. J. K. structieschepen, waarop de leerlingen zes of zeven keer een periode van twee weken kunnen varen. Na het behalen van het diploma kan de opleiding op twee manieren worden voort gezet: via het leerlingstelsel (een jaar) direct het bedrijfsleven in, of naar de mid delbare binnenvaartschool, die drie jaar duurt. Voor volwassenen geeft het KOF ook schriftelijke cursussen en een opleiding voor de vaart met radar op de binnen wateren. Daarbij wordt al jaren simulatie- apparatuur gebruikt. Hoogstandje op dat gebied is zeker de unieke bagger-simulator die op de bagger opleiding in Delfzijl (eveneens een vier jarige opleiding) gebruikt wordt. Met be hulp van die simulator kunnen leerlingen in de praktijk net zoveel oefenen zonder dat ze bij wijze van spreken opnieuw de Eemshaven hoeven uit te baggeren. Om de nodige praktijkkennis bij te bren gen, beschikt het KOF over drie in- DIRKSLAND Ruffec, 45 duiven. 1, 5, 10 N. H. v.d. Groef; 2, 7, 14, C. Vermeulen; 3,6,12B. LeijdensenZn.;4, 9 C. Nagtegaal; 8,13 Joh. Koppelman; 11 J. Kleijnenberg. Creil, 109 duiven 1, 8, 18, 29 L. S. v.d. Baan; 2, 4, 9 C. Nagtegaal; 3, 12, 26; K. de Jong; 5, 13, 15, 20 B. Leijdens en Zn.; 6, 19 W. Nieuwland; 7, 10, 24 J. Kleijnenberg; 11, 14, 21, 22, 23, 23, 28 N. H. v.d. Groef; 16, 17, 27 Comb, de Jong-Tieleman; 25 D. J. van Noort. De provincie Zuid-Holland heeft op nieuw een recreatiekrant uitgebracht: „Rekreatie in Zuid-Holland". De infor matiekrant gaat over mogelijkheden voor openluchtrecreatie in de provincie. Daar bij gaat het niet alleen om de recreatie in het landelijk gebied maar vooral om re creatieve mogelijkheden in de nabijheid van de grote stad. In „Recreatie in Zuid-Holland" komen onderwerpen aan bod als: recreatief mede gebruik van het landelijk gebied, zwem waterkwaliteit, fietspaden, lange-afstand wandelpaden, molens en de zorg voor natuur en landschap. In het hart van de krant bevindt zich de „Recreatiewijzer". Daarin wordt een be knopte beschrijving gegeven van 33 re creatiegebieden in de provincie, die even eens staan aangegeven op een kaart. Ook zijn adressen opgenomen waar meer re creatie-informatie is te verkrijgen. „Recreatie in Zuid-Holland" is binnen kort gratis verkrijgbaar bij gemeente huizen in de provincie, maar eveneens bij WV-kantoren, bibliotheken, ANWB- kantoren en enkele belangrijke toeristi sche trekpleisters in de provincie. De recreatiekrant van Zuid-Holland kan eveneens telefonisch worden opgevraagd bij Bureau voorlichting van de provincie Zuid-Holland in Den Haag, telefoon 070 - 11 66 22. Aalst, 351 duiven. 1, 23, 25 B. van Oudenaren; 2, 7, 10, 26, 27,29 L. S. v.d. Baan; 3,1112,17,20N. H. v.d. Groef; 4, 9 Joh. Koppelman; 5, 8, 14, 22 J. Kleijnenberg; 6, 15 K. de Jong; 13 C. Vermeulen; 16, 18, 19 C. Nagte gaal; 21, 24 B. Leijdens en Zn. 63. 1 geelgouden schakelarmband. 64. 1 sleutel met hanger en opener. 69. 1 paar handschoenen kust Icinder. 70. 1 paar noren met beschermers. 71. 1 rode shawl met beschermers klein. 72. 1 paar beenwarmers. 73. 1 paar wollen handschoenen. 74. 1 paar handschoenen kunst. 75. 1 paar handschoenen kinder. 76. 1 paar handschoenen zwart kunst. 77. 1 kinderwant. 78. 1 paar kinderschaatsbeschermers. 79. 1 kinderwant blauw. 80. 1 schaatsbeschermer wit. 81. 1 schaatsbeschermer rood. 82. 1 schaatsbeschermer noren. 84. 1 helm met grijze handschoenen. 85. 1 witte handschoen. 86. 1 bruine handschoen. 91. 1 zilveren broche. 92. 1 sleutel bruin kis. 94. 1 gasfles. 102. 1 sleutel. 103. 1 herder zwart/wit 104. 1 gouden ketting. 106. wieldop Toyota. 111. 1 dames sigarettenhouder. 112. 1 blauwe trui. 113. 1 ierse setter. 119. 1 dameshorloge. 120. 1 kinderarmbandje zilver. 124. 1 caravan spiegel. 129. 1 schildpad 131. 4 sleutels aan flessenopener. 133. 1 sleutel. 143. 1 sleutel nemef 153. 1 portemonnee en twee sleutels. 155. 1 voetbal leder. De armoe, de honger, het gebrek aan schoeisel. Hoe lang zouden ze hun deurtje voorbijgaan? Nog één teelt en.... Het was een gekke tijd, die ze beleefden. Steeds meer handelaren beraamden plannen om elders te gaan kopen. De proefnemingen waren geslaagd. Dat be tekende op den duur: nog minder schepen naar zee, nog meer schepen doelloos voor de kant. De Engelsen en Noren leverden goedkoper, hun schepen waren kwie ker, hun want viste scherper. Zij beschouwden het kopen elders als verraad aan de eigen vloot. Maar och, wat maalde de handel daarom. Hij wilde altijd meer en goedkoper.... De vloot van Holland, eens een parel aan de kroon der Europese visserij, raakte achterop. Daar waren ze het wel over eens. Maar ze praatten, wanneer het om verandering ging, hun bezwaren weg. Met het oude was men vertrouwd. Och, rijke en schrale jaren, blijdschap en droefheid, ze kwamen uit Gods eigen hand. God gaf haar. God nam haar.... De naam des Heeren zij geprezen. Geduld en deemoed waren de Almachtige welgevallig. Amen. Het plan van Arend-Michiel van Roon, dat natuurlijk uitlekte en door alle reders werd overgenomen, kwam op de tong. Het vond onder de opvarenden veel tegen kanting. Vooral sedert van Giel van Deventer de zegging ging, dat Arend-Michiel de haring van de netten en niet van de hemel verwachtte. Eens, toen Wijnand Hoogendijk de schippers en stuur lui het muizen met vaste maten leerde, begonnen ze er voor de zoveelste keer over. Of dat wat hielp, zei Tinus de Ridder smadelijk. Wijnand besefte, dat het in wezen Arend-Michiel gold. In zijn hart kon hij geen kwaad woord over hem horen. Hij antwoordde niet. Och, wat de heren wijzen, moeten de schippers prijzen, meende Jochem van der Windt. Joist, joist, wat de heren wijzen, viel Tinus strijd lustig aan. Niet wat de Heere.... Ik zeg, ik zég, de oordelen gaan over Vlaaring. Waar is de echte gods vrucht? We kennen het zelf wel. We hebben de zegen niet meer van node. Daar komt een snotneus, nog nat achter z'n oren, en d'n heer danst erom als om het gouwe kalf.... Tinus keek triomfantelijk in het rond. Hij wist zijn weetje te zeggen. Nou wat zeggen jullie ervan, zó. Hij zag hoe de meesten knikten. Ze waren het met hem eens. En Wijnand, die meteen aanvoelde hoe diep de afkeer voor Arend-Michiel was, omdat hij omhoog- vloog en wat anders wou, zei: Wij hebben anders knap haring gevangen op die manier.... Van twee, drie kanten werd geroepen: Maar 't was tóch de zegen van boven, Wijnand? Wijnand knikte. Ja, ja, maar aan de zegen zonder een goeie vleet heb je niks. De Heere God kan je haring toedenken zoveel Hij wenst, maar wij zullen er netjes prima-prima voor moeten schieten. Tinus zei bezwerend: Wijnand, Wijnand, wat zit je nog dicht bij de werkzaligheid. Toen wond Wijnand zich op en hij zei bijtend: Waarom gap jij mijn vleet dan af, doelend op wat d'n heer hem gezegd. Die zat. Het was een vonk in het kruitvat. Tinus, welbespraakt als hij was, trachtte hem te overbluffen. Wijnand mocht gelukkig wezen met die muizelaar en die vleet van hem wou ie niet eens hebben als het zo uitgelegd werd, want de harinkies voor hem bestemd zou hij niet vangen. Of dacht Wijnand soms, dat God zich door een aap van een jongen liet bespotten? Het stond heus sedert de grondlegging vast wie ze vangen zou en wie niet. Dat bijgeloof in een muis op de reep of nauw want moest de Heere een gruwel zijn. God joeg de haring voort, in je netten of erlangs en een mens had te berusten. Wijnand mocht op z'n ouwe dag wel oppassen, anders kwam ie nog slecht weg. De ijdele waan der trotse zielen het God niet ongemoeid. Of-ie nog niet genoeg geleerd had? Aai van Noordt over boord, Joost Sas een glazen oog. Piet van der Zwan lijdend aan de witte pest, allemaal dingen, die een ouwe wat aan te zeggen hadden. Wijnand mocht gelukkig zijn met die eigenwijze knul, hij voer liever met de bijbel open uit en Psalm 107 vers 12 aan de wand geprikt. Daar kon Wijnand niet tegenop. Hij wilde ook niet, hij gooide niet met teksten als dobbelstenen. Maar hij voelde het zuiver aan, hij kreeg van alles de schuld, van alles.... En al de zorgen, die hem al weken dwarszaten, kropten samen tot ontlasting. Woedend zei hij, zijn splitshoorn met kracht in de zoldering stekend: Je kunt voor mijn part stikken met je vroomheid.... Het volk rechtte de ruggen. De taal, die nu klonk, was als een onverwacht onweer in de zomer. Nee, zó mocht Wijnand niet spreken, dat was de verzenen tegen de prikkels slaan.... De een na de ander viel hem af. Wijnand stond op en liep met Herta, die hem overal vergezelde, naar eer andere verdieping. Daar smakte hij op een kluit netten neer. Hij deugde nergens meer voor, nergens, alles werd hem in de schoenen geschoven. Hij was de schuld van Aai en Joost en Piet... Herta likte hem. Hij voelde het niet. Hij ging, zonder iemand aan te zien, naar huis, naar bed. Zijn vrouw dacht, dat het met een beetje Haar lemmerolie wel beteren zou. Hij bleef dezelfde. De dokter kwam bij hem, schreef een kalmerend drankje voor. Hij moest veel kuieren en niet te veel piekeren. Hij knikte. De dokter pakte hem zacht en hard aan. Het hielp niet veel. Eens, in een spraakzame bui, vroeg hij: Dokter, een man, die het op zee aan z'n longen krijgt, is daar de schipper aansprakelijk voor? Welnee, schipper. Dokter, een man, die bij een droge korte zee op het Zand, als-ie z'n behoefte doet, over de reling gaat, is daar de schipper aansprakelijk voor? Welnee, schipper. Even wilde hij nog iets vragen over het oog van Joost, maar daar deinsde hij voor terug. Tenslotte zei hij: Dokter, wat denkt u, zou ik m'n zakkie nog lang dragen? Och, schipper, je bent gezond als een vis, je vlees heelt snel bij een wond, waarom niet? Dankie dokter, van 't voorjaar zal ik eens een lekker zootje laten brengen.... (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1985 | | pagina 5