EIIAI1DEI1-niEUW5 Overdenking jeugd- hoekje m^' m m uit de Heilige Schrift Een mooi presentje JUURAADSEL 2 EXTRA RAADSEL 1 1 M' 1 l"l ■1 J^M..__ 1 ■i" H^M ^m il a TOVeHBHLeM SIAZCN VCL OP VERF AMTEMMSSTORIMG c^c^c^e^c^i^cfti^cfti^i^c^i^c^i^i^ifti^cft^ifti^c^i^i^^i^ VOOR MASTkUMMCRS OEVAARLIJkE BESPARING van Oom Ko g7. -.6 a In leven en sterven van Hem Briefwisseling Jarige ALLEMAAL VERVOLGVERHAAL G.F.CallenbachB.V.—Nijkerk 2e Blad VRIJDAG 12 JULI 1985 No. 5411 Deze vraag- en antwoord-rubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er kosteloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u sturen aan: Redactie Eilanden-N ieuws, Post bus 9, Middelharnis, met in de linker bovenhoek „Vragen-rubriek" vermeld. De vragen worden door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending compleet met antwoord in deze rubriek worden ge publiceerd. Met mijn zeep krijg Je geen goede zeep bellen, maar bij een winkelweek zag ik laatst hele kleurige toverbellen. Hoe doen ze dat? Ik wil er een wedstrijd mee houden tijdens een kinderpartijtje. Antwoord: Neem een liter lauw water en los daarin 50 gram groene zeep op. Roer daar vervolgens 40 gram glycerine door heen. Als u erg hard leidingwater hebt, moet u wat meer van die ouderwetse groene zeep nemen, evt. tot 80 gram toe. De bellen worden dan mooi en sterk en blijven lang zweven alvorens uit elkaar te spatten. Dit mengsel wordt vaak voor reclame-doeleinden gebruikt. Als de zon of gekleurde spotjes er op schijnen, weer spiegelen ze allerlei kleuren. Hoe voorkom ik vellen op overgebleven verfin een aangebroken blikje? Ik weet nooit wat ik daar mee aan moet. Antwoord: Als u na uw schilderwerk zo'n blik weer goed sluit en dan om gekeerd wegzet op een koele, maar vorst- vrije plaats, zult u van zulke vellen geen enkele last meer hebben. Blijkt zich name lijk bij opening en na verloop van tijd tóch een vel te hebben gevormd, dan bevindt zich dat onderin. Giet in zo'n geval de verf voorzichtig over in een leeg blik en laat het vlies achter in het oude. Evt. meegekomen stukjes vel kunt u met een stokje ver wijderen. Tijdens een schilderbeurt van mijn huis is de kabel van mijn t.v.-antenne gelijk vastgezet. Nu is de ontvangst gelijk mise rabel Moet ik die draad soms weer los rukken en dan laten bengelen? Antwoord: Vastzetten kan geen kwaad, als er geen storingsbron in de buurt is. Maar we vrezen, dat uw antennekabel is meegeschilderd en dat is bij gebruik van bepaalde verfsoorten niet zo best. Uw ontvangstmoeilijkheden wijzen daar op. Een installateur ofuwt.v.-leverancier kan het nameten en zal zonodig de aangetaste draad wel willen vervangen. Wie is eigenlijk de eigenaar van de Rotterdamse Euromast? Antwoord: Het idee kwam op, toen er in 1959 een bloemententoonstelling Flo- riade in Rotterdam werd voorbereid. Daar moest een uitkijktoren bij komen, vonden de organisatoren, om de gehele bloemen pracht te kuimen overzien. B W van Rotterdam wilden voor de helft bijdragen, maar trokken zich terug toen er geharre war over kwam. Slimme zakenlieden wil den er iets mooiers van maken, in concur rentie met de Eiffeltoren van Parijs en het Atomium te Brussel. Dr. J.H. Oerlemans wist het bedrijfsleven te interesseren voor een extra hoge mast en uiteindelijk legden Anker Koleimiij, de Amrobank, Caltex, Van Eesteren, de HoUand-Amerikalijn en wat kleinere ondernemingen het geld op tafel voor een n.v. (nu een Besloten Ven nootschap) voor bouw en exploitatie. In 1960 is de toren geopend met op 92 meter hoogte een restaurant en op 96 en 101 m uitzichtterrassen. In 1970 is de ruimte- toren er opgezet, die tot 185 meter reikt en waarlangs een uitzichtcabine omhoog draait. Eigenaren zijn de aandeelhouders. Kan ik, om elektriciteit te besparen, 's nachts onze koelkast enz. uitschakelen? Antwoord: Dat is levensgevaarlijk. In een koelkast moet de temperatuur altijd tussen de O en ca 4° Celsius blijven, want onder nul bevriest de inhoud, maar boven de 4 graden komen de bacteriën weer tot leven die u juist onschadelijk wilt houden. Met als gevolg bij stijgende binnentem- peratuur bederf van levensmiddelen, zon der dat u dat direct zou merken en ver volgens grote kans op een voedselvergif tiging. Denk aan de salmonella! Boven dien scheelt het niets in het stroom- gebruik, want als u 's morgens weer in schakelt, moet de motor veel langer wer ken om de temperatuur weer op peil te brengen. Blijft de koelapparatuur normaal functioneren, dan loopt de motor maar af en toe heel even en doet de circulerende koelvloeistof verder het werk. Dat is in alle opzichten beter. We hopen nu maar, dat u met uw „enz." niet uw diepvrieskist bedoelt' Beste jongelui, de meesten van jullie zijn nu met verlof, ofwel vakantie. Ondanks dat, gaan we toch nog een poosje door met ons hoekje, want oom Ko heeft nog geen vakantie, en ik denk dat jullie allemaal nog wel dicht bij huis zijn. Wel hopen wij met ons hoekje een paar weken te stoppen. Maar voor die twee weken krijgen jullie toch nog wel wat werk opgedragen, al zullen dat geen raadsels zijn. Wat het dan wel is, dat zullen we nog wel zien. We gaan nu eerst de nieuwe raadsels geven. Dat worden dan de normale opgave plus een kruiswoordraadsel. Van links naar rechts 1. armoe-4. windstreek-8. deel van de voet- 11. vast- 13. lor- 14. vrucht- 15. pers. vnw.- 17.jam- 19. insect-20. noot-21. pluis-23. erg - 24. onder - 26. vlug - 28. woudkoe - 30. Nederl. rivier - 32. kathedraal - 34. inhoudsmaat - 36. plaatsje op Ameland - 38. klaar- 40. bos - 42. plakmiddel - 44. achter - 45slang - 47in het vervolg - 50. plag-52. knaagdier-54. rode verfstof-56. flauw-58. berustend- 60. dik- 62. toiletartikel- 64. oude lengtemaat- 65. vervoermiddel- 66. dwingeland - 68. voorzetsel - 69. belemmering - 70. aanw.vnw. - 71. paardje - 73. oogmerk - 74. soort - 75. kwiek. Van boven naar beneden 1. Bijbelse plaats - 2. voorzetsel - 3. deel van de week - 5. op alle plaatsen-6. schaap-7. dagblad-8. troon-9. rund- 10. salaris- 12. stremsel- 14. bekeuring-16. sleepnet-18. smal stuk hout-19. vogel- 20. dekkleed- 22. wegje- 24. mondstang- 25. boom-27. zeepwater- 29. bloem-31. inhoudsmaat(Bijbels)-33. dwaas-35. bevroren dauw - 37. sluis - 39. vis - 41. vertrek - 43. insenteneter - 46. vis - 48. voorzetsel - 49. stroom - 51. verf- 53. hijstoestel - 55. lof- 57. modegek -58. betaalmiddel -59.mak-61. deel van een boom -63. persoon-66. metaal-67. deel van de hals-69. noot-70. lidwoord- 72. titel. In de hokjes onder het kruiswoordraadsel een woord dat thans veel wordt gebruikt! Proef van uw vertrouwenPsalm 't Nakroost der HebreeuwenPsalm Gij sloegt hen op de kakenPsalm Verhoor mij toch, bewijs mij Uw genaPsalm De Heer zal u steeds gadeslaanPsalm Zij die kwaad voor goed vergeldenPsalm Verlaat niet, wat Uw hand begonPsalm Schoon hij zich op deez' aard in wellust baadtPsalm Wie heeft lus den Heer te vrezenPsalm Looft God, zingt eeuwig 's Heeren lofPsalm 'k Zal over hem, die achterklapt, mij belgenPsalm Geen leeuw is heter op de jachtPsalm Ik ben, o Heer, een vreemd'ling hier beneênPsalm Komt, maakt God met mij grootPsalm 1 2 3 6 6 7 15 16 11 12 13 17 18 20 21 22 23 ^24 ■■^26 27 28 29 1 31 32 33 34 35 |li36 37 1 38 39 40 41 46 47 48 49 52 53 54 55 ||fl|^6 57» 68 59 ^U 60 61 jHB 62 63 64 65 66 |67 ^g 68 69 71 72 73 74 75 1 ,3 i b3 Lo ii: Jl li' éf Een getal uit psalm 90Totaal De bedoeling is dat jullie de psalm invullen waar de gegeven regel in is te vinden. Die bij elkaar optellen, en je krijgt het gevraagde getal. Misschien niet eens zo gemakkelijk. Proberen maar. 4.^^l^^^J^^^J^^^4.l^l^^^^^^^4.l^J^J^^J^J^]^J^l^^^J^l^>^l^J^l^*l^4■¥*************¥****>^*****■*****'^¥■**4■**4~¥■**^ „Want hetzij dat wij leven, wij leven den Heere, hetzij dat wij sterven, wij sterven den Heere; het zij dan dat wij leven, hetzij dan dat wij sterven, wij zijn des Heeren (Romeinen 148) Het is vakantietijd. Velen pakken de kof fers en gaan er weer eens heerlijk uit. Dat mag ook wel na eenjaar van hard werken. Wie verlangt er op zijn tijd niet naar een stuk rust? Misschien staat uw hoofd niet naar de diepe dingen van het Woord. Toch wil ik graag uw aandacht vragen voor wat ons altijd en overal bezig moet houden. Paulus brengt het Evangelie ter sprake. Weet u nog, wil hij zeggen, waar het om gaat? Leven en dood wordt omvat door Christus. Leven. Wat is het leven toch? Lijkt het leven vaak niet op een raadsel, een een zaam avontuur, een doolhof? Wie is er zeker van het leven? Wie heeft het leven in de hand? Een verkeerde beweging aan het stuur, een moment van onoplettendheid en we zijn er geweest. De dood is de grote macht, die het leven beheerst. Ook in deze vakantie periode zal de dood doorgaan. De dood doorkruist gedurig onze plannen. We hadden nog wel dit willen doen. We hadden zo gedacht. Dat stond op het program. Eens komt onherroepelijk het moment, waarop we de laatste adem moeten uit blazen. Wij zullen allen voor de rechter stoel van Christus gesteld worden. Houdt u dat bezig en komt u daar niet uit? Of kruipt u weg achter allerlei fraaie voor nemens en beloften? Als ik nog maar mag leven, want o wee als ik sterf. Dat is opschuiven. Dat brengt u niet verder. Leven of sterven is van minder belang. Want hetzij, dat wij leven hetzij, dat wij sterven, wij zijn des Heeren. Wij moeten van eigenaar veranderen. De mens is op zichzelf gericht en leeft aan God voorbij. Als God in ons leven komt, dan vallen ineens de schellen van de ogen. Altijd mezelf gezocht en voor mezelf geleefd. Hij slingert ons in een keer uit de baan van ons eigen ik. Het ego-centrisch leven moet wijken voor een Christo-centrisch leven. Christus wordt het middelpunt, waar alles omdraait. In deze weg raak ik al de steunpunten in mezelf kwijt en ga ik Hem toebehoren. Dat is de grootste bevrijding, die maar denkbaar is. Ik ben niet meer van mezelf, maar van Christus. Zijn leven is mijn leven. Zover mijn oog reiken kan, maar het is alles Christus. Het leven is mij Christus. Wij zijn des Heeren. Die bevrijdende wetenschap breekt door in ons hart, zodra we onder de heerschappij van Christus worden gebracht door de kracht van Woord en Geest. Wij zijn des Heeren wil zeggen: gij zijt duur gekocht. Christus heeft er alles voor over gehad om zondaren naar Zich toe te halen uit de diepten van verlorenheid en dood. Hij vond ze in het geweld van de dood en de duivel. Maar Hij kocht ze los. Zijn bloed heeft vrijlopende kracht. Dat bloed koopt ons vrij uit een heerschappij, waaruit we onszelf niet kunnen bevrijden. Waar Hij de failliete boedel van ons leven overneemt, worden wij verbonden aan Hem op leven en dood. Wij zijn des Heeren. Liet die vraag u niet meer met rust. Wie u werkelijk toebehoort? Weet u daarvan? Werd dat bloed van Christus al onmisbaar voor u, zodat u deze troostrijke weten schap diep in uw hart gegrifd staat? Ik ben van de Heere en voor de Heere. U zegt. Dat is heel wat als je dat mag nazeggen in het geloof. Dat is ook een groot wonder van genade. Maar met minder kan het niet toe. Hoe lang moet de Heere nog op u wach ten? Verwacht het niet van uzelf, maar van de Heilige Geest. Hij weet al de dijken en de dammen door te breken, die de stroom van vrije genade nog tegen houden in uw hart Onze ankers houden het niet. Wanneer God ons losslaat van al de ankers, waarop we ons drijvende houden, blijft Hij over. We vertrouwen ons aan Hem toe op leven en dood door de overmacht van de genade Gods. Wie van de Heere werd, zal ook voor Hem willen leven. We worden op Hem gericht. Want hetzij dat wij leven, wij leven zegt Paulus voor de Heere. Ons leven is een oefenplaats voor de dienst van Hem. We leven niet langer voor eigen plezier en pret, maar we leven voor Hem en voor Zijn zaak. Dat brengtmee een leven in de dienst deds Heeren. Christus bevrijdt ons tot de dienst van Hem. Hij stelt het dienstrooster en de diensttijd vast van een ieder, die Hem vreest. Heere waarmee mag ik U dienen? Alles staat ter beschikking van U. Voor de Heere leven dat is ook leven naar de wil des Heeren. Hij krijgt in alles voor het zeggen. In ons werk, in onze vrije tijd, in dagen van gezondheid en ziekte. Ook als uw leven anders verloopt dan u verwachtte. Dan leer ik Zijn kruis aanvaarden zonder te bezwijken. Hetzij dat wij sterven. Hoe zullen wij sterven? De dood is een huiveringwek kende zaak. Alles moeten we loslaten en prijsgeven. De dood verliest zijn v.erschrikking, zo we Christus toebehoren. Want hetzij dat wij sterven, wij sterven de Heere. Zelfs in mijn sterven ben ik en blijf ik van Hem. Want daartoe is Christus gestorven en opgestaan, opdat Hij zowel overdeden en levenden heersen zou. In dat licht wordt leven of sterven voor Gods kind betrekkelijk. We mogen leven en dood in Zijn goed dunken stellen. Roept Hij ons na een lang leven of in de bloei van onze jaren, we hebben Hem maar te volgen. Want in leven en in sterven laat Christus Zijn duur gekochte schapen niet los. Hij gaat er niet slordig mee om. WantHij weet wat ze waard zijn. Leven en sterven worden hier genoemd in een adem. Ze liggen vlak naast elkaar. En toch de dood slaat een breuk, brengt een scheur, een scheiding aan in het leven. Die twee polen kunnen alleen worden overbrugd door de geloofsverbondenheid aan de levende Christus. Leven en sterven verliezen iets van hun kramp, zo we van Christus zijn. Hij is Dezelfde in leven en in sterven. Wie Hem hier leerde kennen als zijn schuldovememende Borg, wordt niet be schaamd in Zijn toekomst. De vraag is. Leef ik echt voor de Heere en sterf ik eenmaal echt voor de Heere? Zolang u vreemd blijft aan het werk van Christus, zal uw sterven eeuwig rampzalig verlies zijn. Niets gaat mee, alleen de bittere vruchten van uw ongeloof. Wendt u dan tot Hem. Waarom zou u verloren gaan, als er zo'n Zaligmaker is? Wat een rust en vrede vervult ons hart, zo Christus ons eigendom werd. Door alle momenten van het bestaan zingt een stil verlangen naar Hem. Hij moet het maar zeggen. We beschikken niet over onszelf meer in leven en in sterven. Mijn toekomst ligt vast in de doorboorde han den van Hem, Die ons door het donker van de dood trekt naar het licht van het eeuwige leven. Zo is het leven altijd de moeite waard en ik ga ook getroost het sterven tegemoet. Want dit geeft uiteindelijk de doorslag. Hetzij dan dat wij leven, hetzij dan dat wij sterven, wij zijn des Heeren. Dat is mijn enige troost. L. Kruijmer ,,Zeg eens opa", vroeg Marietje Heel verwonderd op 'n keer, Waarom zit er op uw hoofd toch Haast geen enkel haartje meer?" 't Glimt zo mooi, 't is net 'n spiegel. 'k Wou, dat ik het maar zo had. Leuk, om nooit Je haar te kammen. Wat gemakkelijk is dat!" „Bah, die nare, lange vlechten, 'k Heb er dikwijls om geschreid. Opa, zeg, wilt u ze hebben? Dan ben ik ze lekker kwijt". Jozina Koppenaal - Ooltgensplaat: Ik hoop dat je je prijs inmiddels hebt ontvangen Jozina; zo niet, dan horen we het nog wel. Het was weer een uitgebreid verslag van de drie kampdagen. Inder daad, het was knudde", maar toch wel leuk. Het „kokkerellen" was niet zo'n succes? Ook alle soorten soep uitgepro beerd? Al doende leert men Jozina! En wat zijn de verdere vakantieplannen? Of heb je die niet? Dank voor de fijne brief! Ellij Looij - Nieuwe Tonge: De repetities zijn achter de rug Ellij, dat is een pak van het hart. Nu krijg je even tijd om bij te komen, en dan gaat het weer met nieuwe moed. Jammer datje niet weet wat je schrijven moet. Maar je had best een heel verhaal kunnen maken van de „vos senjacht". Dat hoeft natuurlijk weer niet; een klein briefje is voldoende. Toch maar eens proberen wat vlotter met de pen te worden. Het valt best mee. Rudolf Verkerke - Nieuwe Tonge: Je zal wel beter kunnen zwemmen dan oom Ko. Je hebt nu je derde zwemdiploma al te pakken. Geweldig zeg! Er komt heel wat voor kijken eer je dat diploma krijgt. En de Legotrein loopt nog als een trein" merk ik. Het is dus een acht-baan, volgens je tekening? Fijn speelgoed Rudolf. Anja Mierop - Ouddorp: Dat is dan nog onverwacht een hele lange brief geworden Anja. Ja, het is niet zo eenvoudig om geplaatst te kunnen worden. De aanvoer" is groter dan de vraag. Dat is het probleem op bijna elk terrein. Ge lukkig datje nu toch geplaatst kon worden, al is het dan niet watje bedoeling was. Om wat te bereiken moet je alles maar aan pakken. Succes met de voorgenomen „ver dere studie"Zo is het ook mogelijk, Anja! Is het 08-09 Anja? Ik heb staan 09-08. Dat is dan fout!!! André Aleman - Kenya: Jij hebt dus op een schildpad gereden; dat is ook geen alledaags vervoermiddel An dré. Een bekeuring voor te hoge snelheid zal je wel niet oplopen. En erg gemakke lijk zal je ook wel niet zitten. Zo'n Nijl- krokodil lijkt me een vreselijk dier. Ben erg blij dat wij ze hier niet hebben. Maar voor jullie was het een fijne dag. Jan Aleman - Kenya: Het is toch maar een gevaarlijk zwemmen in zo'n rivier Jan. Je kan overal ver drinken waar water is, maar het maakt toch wel verschil. Het is daar bij jullie een heel andere dierenwereld dan hier in Ne derland. Nijlpaarden, slangen, schild padden, krokodillen brr. Moet er niet aan denken. Gelukkig dat ze ook niet overal zomaar rondlopen Jan. Kees Aleman - Kenya: Bij jullie kan het water ook nog koud zijn? De laatste dagen was het bij ons echt zomer, en de stranden waren dan ook druk bezet. En naar ik hoor was het water hier niet koud meer. Wil het nogal lukken met je tuintje Kees. Die pen en het zakmes waren niet duur in ons geld omgerekend. Maar misschien is het voor jullie wel prijzig? Allemaal de groeten hoor, ook je ouders! Het is nog wel wat te vroeg, maar op 24 juli is Jan Aleman jarig. Wanneer jullie Jan een kaart willen sturen, dan moet dat bijtijds gebeuren, vandaar dat we dat alvast vertellen. Wij willen Jan bij voor baat met zijn veijaardag feliciteren, en wensen Jan een fijne, en een goede ver jaardag toe. Gods onmisbare zegen toe gewenst op je verdere levensweg Jan, en dat je deze dag nog vele jaren mag her denken. Het adres van Jan is: P.O. Box 2398 - Eldoret-Kenya. de hartelijke groeten vanOOM KO door Fenand van den Oever - 68 - In de gang pakte hij een bankbiljet uit zijn portefeuille. Zolang er nog geen recht op vergoeding was, moest hij wat doen. Het kwam regelrecht uit zijn bewogen hart. De kleine sliep niet. Hij mocht het toch wel even vasthouden. Arend-Michiel deed het. Hij drukte het ventje tegen zich aan. Hij hield van kinderen. Aan boord speelde hij liever met de jongens, dan dat hij sprak met de matrozen. De peuter lag in zijn armen, hij keek ernaar, hij lachte: precies Aai, precies Aai, zijn vader. En nu hij dit jongske wiegde, had hij het gevoel, zijn oude boordmakker een dienst te bewijzen. Binnen klonk gehuil. Wat nou weer? zuchtte de vrouw en slofte weg. Het viel niet meer voor haar. Arend-Michiel zag zijn kans. Hij frommelde, onder de borstrok van de jongen, het bankbiljet. Hij gooide nooit met geld, maar deze gave maakte hèm rijker vanbinnen. Hij legde het manneke neer en ineens dacht hij: o, als ik dat eens mag beleven: getrouwd. Wil helemaal van mij en een kind van ons en zó samen boven het bedje.... Hij ging, omdat hij meende, dat zijn oog traande vanwege het valse licht.... De andere morgen voeren ze. Op de uitreis kregen Wijnand en Arend-Michiel al gauw woorden. Het liep hoog ook. Wijnand moest iets zoeken. Hij vroeg in het algemeen aan dek: k Wie heeft verteld, dat we tussen SmithknoU en de Lehman gevist hebben? Ik, zei Arend-Michiel. Dan ben je een sufferd. Dankie, ouwe, waarom? Ik heb iedereen voorgelogen of gezwegen en jij wijst anderen de plaatsjes. Arend-Michiel vatte de zaak luchtig op. Ouwe, wat dacht je, dat de haring daar een tukkie ging doen, tot we terug zijn, die is allang zuid-in.... Je kunt kletsen watje wilt, ik zeg: het is een stomme streek. Arend-Michiel wond zich op. Hij liet zich niet meer beledigen. En ik zeg, net als Joost Sas, ik lieg niet voor niks. Toen spuwde Wijnand over de reling, waarmee hij beduidde, dat hij van hem braken moest. Daar had het volk, dat vond dat Wijnand en Arend-Michiel de laatste tijd veel te eigen waren, genoegen van. Het was echter niet meer dan een blaasje in een mok thee. 's Avonds nog spraken ze weer gewoon met elkaar. En 't stugste was, dat Wijnand zelf begon. Hij sprak hem met wie had hij voorheen weleens over die dingen gesproken? over zijn plannen en vroeg wat Arend-Michiel ervan dacht. Hij wou het op het ouwe plaatsje nog eens proberen. Arend-Michiel ontried dat. De haring zakt zuid-in, ouwe. D'r zal nog wel wat over wezen, meende Wijnand. Wat, natuurlijk, maar we hebben het toch dikwijls genoeg gezien, die achter ons voeren, vingen minder. Wat wou jij dan? De haring en de vloot vooruit... Wijnand schudde het hoofd. Jij hebt van die eigenaardige opvattingen. Ik houd het maar bij het oude. Toen ging hij omlaag, voor een tukkie, want ze zouden die nacht nog niet vissen. Tegen de wacht zei hij: Een tikkie zuielijker dan ik gezegd heb. De wacht antwoordde: Goed, ouwe. Wijnand Hoogendijk hield zich niet aan het oude. Hij voer zuidelijker dan enig ander schip. Hij sprak er niet meer over met Arend-Michiel. Toen ze de andere middag gingen schieten, was de zee laag. Toen ze de nacht daarop gingen lalen, leek alles onder de Engelse Wal wel voor de Wisselvalligheid bestemd. Vól zaten de netten. Tweedriehonderd kantjes per schot. Ze konden niet kaken, het werd steuren.... Als er een bal op de Vlaardingse toren ging, zei men met een beetje leedvermaak: daar komt Wijnand alweer. Want van die gronden deed Wijnand Hoogendijk nog drie reizen, zo groot, zó gróót.... In die dagen ging er door Vlaardingen en langs de kust een spraak van hem uit, die de roem van wijlen Arend- Michiel van der Velden naar de kroon stak. In die ruime visserij deelden slechts enkele schepen. De anderen kwamen te laat of de haring wilde bij hen niet in de netten. De meeste boekhouders verspeelden ook hun laatste bijeengegaarde penningen. Eind november, toen De Wisselvalligheid van zijn laatste reis naar huis voer, was er een uitgelaten stemming aan boord. Geen wonder wie had dit durven verwachten? Ze waren echte spekkopers. Er werd op een grote part gerekend. Wijnand Hoogendijk, die zich nooit aan een te intieme omgang met zijn volk bezondigd had, trok zich steeds meer terug. Hij stond maar stil te roer of speelde met zijn hond. Dat deed hij veel. De glaasjes gooide hij nog steeds niet om. Hij dronk veel, dat fleurde hem kennelijk een ogenblik op. Tegen Dirk de Niet, die vroeg, wat of hem deerde, zei hij: Ik geloof nooit, dat ik m'n zakkie meer lang zal dragen. Ouwe, hoe kommie zo, je hebt voor vijfentwintig teelten roem gevaren. Hij glimlachte om al die lofpraat niet eens. Voelie je niet wèl, ouwe? Ja, hij was gezond. Wel nou dan? Wijnand ging er niet op in. Als het hem beneden te warm werd, trok hij naar boven. Waarom was hij niet blij, na zoveel zegen? Hij was eigenlijk nooit bhj geweest. Als het tegenliep, vloekte hij, als het goed ging, aanvaardde hij alles alsof het zo hoorde. Hij joeg maar, om te komen, om te gaan. Naar meer, meer, méér.... Waarvoor alle gezwoeg? Aan zijn hartstocht naar vis had hij bijna alles opgeofferd: zijn rust, zijn leven, zijn vrienden, zijn beheersing. Bij tijden had hij een raar licht gevoel in zijn hoofd; dan leek het wel of zijn verstand hem in de steek liet. Hij was hatelijk tegen anderen en terwijl de woorden zijn mond verlieten, gruwde hij veelal reeds van zichzelf. Vrienden had hij niet. D'n heer waardeerde hem, het volk vreesde hem, niemand had hem lief. Waar deed hij het voor? (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1985 | | pagina 5