EIIAI1DEI1-niEUW5
Overdenking
jeugd-
hoekje
m^'
m
m
uit de
Heilige Schrift
Een mooi presentje
JUURAADSEL 2
EXTRA RAADSEL
1
1
M' 1 l"l
■1
J^M..__ 1
■i"
H^M ^m
il
a
TOVeHBHLeM SIAZCN
VCL OP VERF
AMTEMMSSTORIMG
c^c^c^e^c^i^cfti^cfti^i^c^i^c^i^i^ifti^cft^ifti^c^i^i^^i^
VOOR MASTkUMMCRS
OEVAARLIJkE BESPARING
van Oom Ko
g7.
-.6
a
In leven en sterven van Hem
Briefwisseling
Jarige
ALLEMAAL
VERVOLGVERHAAL
G.F.CallenbachB.V.—Nijkerk
2e Blad
VRIJDAG 12 JULI 1985
No. 5411
Deze vraag- en antwoord-rubriek staat
geheel ten dienste van de lezer die er
kosteloos gebruik van kan maken. Uw
vragen op velerlei gebied kunt u sturen
aan: Redactie Eilanden-N ieuws, Post
bus 9, Middelharnis, met in de linker
bovenhoek „Vragen-rubriek" vermeld.
De vragen worden door deskundigen
beantwoord en zullen binnen enkele
weken na de inzending compleet met
antwoord in deze rubriek worden ge
publiceerd.
Met mijn zeep krijg Je geen goede zeep
bellen, maar bij een winkelweek zag ik
laatst hele kleurige toverbellen. Hoe doen
ze dat? Ik wil er een wedstrijd mee
houden tijdens een kinderpartijtje.
Antwoord: Neem een liter lauw water en
los daarin 50 gram groene zeep op. Roer
daar vervolgens 40 gram glycerine door
heen. Als u erg hard leidingwater hebt,
moet u wat meer van die ouderwetse
groene zeep nemen, evt. tot 80 gram toe.
De bellen worden dan mooi en sterk en
blijven lang zweven alvorens uit elkaar te
spatten. Dit mengsel wordt vaak voor
reclame-doeleinden gebruikt. Als de zon
of gekleurde spotjes er op schijnen, weer
spiegelen ze allerlei kleuren.
Hoe voorkom ik vellen op overgebleven
verfin een aangebroken blikje? Ik weet
nooit wat ik daar mee aan moet.
Antwoord: Als u na uw schilderwerk
zo'n blik weer goed sluit en dan om
gekeerd wegzet op een koele, maar vorst-
vrije plaats, zult u van zulke vellen geen
enkele last meer hebben. Blijkt zich name
lijk bij opening en na verloop van tijd tóch
een vel te hebben gevormd, dan bevindt
zich dat onderin. Giet in zo'n geval de verf
voorzichtig over in een leeg blik en laat het
vlies achter in het oude. Evt. meegekomen
stukjes vel kunt u met een stokje ver
wijderen.
Tijdens een schilderbeurt van mijn huis
is de kabel van mijn t.v.-antenne gelijk
vastgezet. Nu is de ontvangst gelijk mise
rabel Moet ik die draad soms weer los
rukken en dan laten bengelen?
Antwoord: Vastzetten kan geen kwaad,
als er geen storingsbron in de buurt is.
Maar we vrezen, dat uw antennekabel is
meegeschilderd en dat is bij gebruik van
bepaalde verfsoorten niet zo best. Uw
ontvangstmoeilijkheden wijzen daar op.
Een installateur ofuwt.v.-leverancier kan
het nameten en zal zonodig de aangetaste
draad wel willen vervangen.
Wie is eigenlijk de eigenaar van de
Rotterdamse Euromast?
Antwoord: Het idee kwam op, toen er in
1959 een bloemententoonstelling Flo-
riade in Rotterdam werd voorbereid. Daar
moest een uitkijktoren bij komen, vonden
de organisatoren, om de gehele bloemen
pracht te kuimen overzien. B W van
Rotterdam wilden voor de helft bijdragen,
maar trokken zich terug toen er geharre
war over kwam. Slimme zakenlieden wil
den er iets mooiers van maken, in concur
rentie met de Eiffeltoren van Parijs en het
Atomium te Brussel. Dr. J.H. Oerlemans
wist het bedrijfsleven te interesseren voor
een extra hoge mast en uiteindelijk legden
Anker Koleimiij, de Amrobank, Caltex,
Van Eesteren, de HoUand-Amerikalijn en
wat kleinere ondernemingen het geld op
tafel voor een n.v. (nu een Besloten Ven
nootschap) voor bouw en exploitatie. In
1960 is de toren geopend met op 92 meter
hoogte een restaurant en op 96 en 101 m
uitzichtterrassen. In 1970 is de ruimte-
toren er opgezet, die tot 185 meter reikt en
waarlangs een uitzichtcabine omhoog
draait. Eigenaren zijn de aandeelhouders.
Kan ik, om elektriciteit te besparen, 's
nachts onze koelkast enz. uitschakelen?
Antwoord: Dat is levensgevaarlijk. In
een koelkast moet de temperatuur altijd
tussen de O en ca 4° Celsius blijven, want
onder nul bevriest de inhoud, maar boven
de 4 graden komen de bacteriën weer tot
leven die u juist onschadelijk wilt houden.
Met als gevolg bij stijgende binnentem-
peratuur bederf van levensmiddelen, zon
der dat u dat direct zou merken en ver
volgens grote kans op een voedselvergif
tiging. Denk aan de salmonella! Boven
dien scheelt het niets in het stroom-
gebruik, want als u 's morgens weer in
schakelt, moet de motor veel langer wer
ken om de temperatuur weer op peil te
brengen. Blijft de koelapparatuur normaal
functioneren, dan loopt de motor maar af
en toe heel even en doet de circulerende
koelvloeistof verder het werk. Dat is in
alle opzichten beter. We hopen nu maar,
dat u met uw „enz." niet uw diepvrieskist
bedoelt'
Beste jongelui,
de meesten van jullie zijn nu met verlof, ofwel vakantie.
Ondanks dat, gaan we toch nog een poosje door met ons
hoekje, want oom Ko heeft nog geen vakantie, en ik
denk dat jullie allemaal nog wel dicht bij huis zijn. Wel
hopen wij met ons hoekje een paar weken te stoppen.
Maar voor die twee weken krijgen jullie toch nog wel
wat werk opgedragen, al zullen dat geen raadsels zijn.
Wat het dan wel is, dat zullen we nog wel zien. We gaan
nu eerst de nieuwe raadsels geven. Dat worden dan de
normale opgave plus een kruiswoordraadsel.
Van links naar rechts
1. armoe-4. windstreek-8. deel van de voet- 11. vast- 13. lor- 14.
vrucht- 15. pers. vnw.- 17.jam- 19. insect-20. noot-21. pluis-23.
erg - 24. onder - 26. vlug - 28. woudkoe - 30. Nederl. rivier - 32.
kathedraal - 34. inhoudsmaat - 36. plaatsje op Ameland - 38. klaar-
40. bos - 42. plakmiddel - 44. achter - 45slang - 47in het vervolg -
50. plag-52. knaagdier-54. rode verfstof-56. flauw-58. berustend-
60. dik- 62. toiletartikel- 64. oude lengtemaat- 65. vervoermiddel-
66. dwingeland - 68. voorzetsel - 69. belemmering - 70. aanw.vnw. -
71. paardje - 73. oogmerk - 74. soort - 75. kwiek.
Van boven naar beneden
1. Bijbelse plaats - 2. voorzetsel - 3. deel van de week - 5. op alle
plaatsen-6. schaap-7. dagblad-8. troon-9. rund- 10. salaris- 12.
stremsel- 14. bekeuring-16. sleepnet-18. smal stuk hout-19. vogel-
20. dekkleed- 22. wegje- 24. mondstang- 25. boom-27. zeepwater-
29. bloem-31. inhoudsmaat(Bijbels)-33. dwaas-35. bevroren dauw
- 37. sluis - 39. vis - 41. vertrek - 43. insenteneter - 46. vis - 48.
voorzetsel - 49. stroom - 51. verf- 53. hijstoestel - 55. lof- 57.
modegek -58. betaalmiddel -59.mak-61. deel van een boom -63.
persoon-66. metaal-67. deel van de hals-69. noot-70. lidwoord-
72. titel.
In de hokjes onder het kruiswoordraadsel een woord dat thans veel
wordt gebruikt!
Proef van uw vertrouwenPsalm
't Nakroost der HebreeuwenPsalm
Gij sloegt hen op de kakenPsalm
Verhoor mij toch, bewijs mij Uw genaPsalm
De Heer zal u steeds gadeslaanPsalm
Zij die kwaad voor goed vergeldenPsalm
Verlaat niet, wat Uw hand begonPsalm
Schoon hij zich op deez' aard in wellust baadtPsalm
Wie heeft lus den Heer te vrezenPsalm
Looft God, zingt eeuwig 's Heeren lofPsalm
'k Zal over hem, die achterklapt, mij belgenPsalm
Geen leeuw is heter op de jachtPsalm
Ik ben, o Heer, een vreemd'ling hier beneênPsalm
Komt, maakt God met mij grootPsalm
1
2
3
6
6 7
15 16
11
12
13
17
18
20
21
22
23
^24
■■^26
27
28
29 1
31
32
33
34
35 |li36 37 1
38
39
40
41
46
47
48
49
52
53
54
55 ||fl|^6
57»
68
59
^U 60
61 jHB 62
63
64
65
66
|67 ^g
68
69
71
72
73
74
75 1
,3
i
b3
Lo
ii:
Jl
li'
éf
Een getal uit psalm 90Totaal
De bedoeling is dat jullie de psalm invullen waar de gegeven regel in is te
vinden. Die bij elkaar optellen, en je krijgt het gevraagde getal. Misschien niet
eens zo gemakkelijk. Proberen maar.
4.^^l^^^J^^^J^^^4.l^l^^^^^^^4.l^J^J^^J^J^]^J^l^^^J^l^>^l^J^l^*l^4■¥*************¥****>^*****■*****'^¥■**4■**4~¥■**^
„Want hetzij dat wij leven, wij
leven den Heere, hetzij dat wij
sterven, wij sterven den Heere; het
zij dan dat wij leven, hetzij dan dat
wij sterven, wij zijn des Heeren
(Romeinen 148)
Het is vakantietijd. Velen pakken de kof
fers en gaan er weer eens heerlijk uit. Dat
mag ook wel na eenjaar van hard werken.
Wie verlangt er op zijn tijd niet naar een
stuk rust? Misschien staat uw hoofd niet
naar de diepe dingen van het Woord. Toch
wil ik graag uw aandacht vragen voor wat
ons altijd en overal bezig moet houden.
Paulus brengt het Evangelie ter sprake.
Weet u nog, wil hij zeggen, waar het om
gaat? Leven en dood wordt omvat door
Christus.
Leven. Wat is het leven toch? Lijkt het
leven vaak niet op een raadsel, een een
zaam avontuur, een doolhof? Wie is er
zeker van het leven?
Wie heeft het leven in de hand? Een
verkeerde beweging aan het stuur, een
moment van onoplettendheid en we zijn er
geweest.
De dood is de grote macht, die het leven
beheerst. Ook in deze vakantie periode zal
de dood doorgaan.
De dood doorkruist gedurig onze plannen.
We hadden nog wel dit willen doen. We
hadden zo gedacht. Dat stond op het
program.
Eens komt onherroepelijk het moment,
waarop we de laatste adem moeten uit
blazen. Wij zullen allen voor de rechter
stoel van Christus gesteld worden.
Houdt u dat bezig en komt u daar niet uit?
Of kruipt u weg achter allerlei fraaie voor
nemens en beloften? Als ik nog maar mag
leven, want o wee als ik sterf. Dat is
opschuiven. Dat brengt u niet verder.
Leven of sterven is van minder belang.
Want hetzij, dat wij leven hetzij, dat wij
sterven, wij zijn des Heeren.
Wij moeten van eigenaar veranderen. De
mens is op zichzelf gericht en leeft aan
God voorbij. Als God in ons leven komt,
dan vallen ineens de schellen van de ogen.
Altijd mezelf gezocht en voor mezelf
geleefd.
Hij slingert ons in een keer uit de baan van
ons eigen ik. Het ego-centrisch leven moet
wijken voor een Christo-centrisch leven.
Christus wordt het middelpunt, waar alles
omdraait. In deze weg raak ik al de
steunpunten in mezelf kwijt en ga ik Hem
toebehoren.
Dat is de grootste bevrijding, die maar
denkbaar is. Ik ben niet meer van mezelf,
maar van Christus. Zijn leven is mijn
leven. Zover mijn oog reiken kan, maar
het is alles Christus. Het leven is mij
Christus.
Wij zijn des Heeren. Die bevrijdende
wetenschap breekt door in ons hart, zodra
we onder de heerschappij van Christus
worden gebracht door de kracht van
Woord en Geest.
Wij zijn des Heeren wil zeggen: gij zijt
duur gekocht. Christus heeft er alles voor
over gehad om zondaren naar Zich toe te
halen uit de diepten van verlorenheid en
dood. Hij vond ze in het geweld van de
dood en de duivel. Maar Hij kocht ze los.
Zijn bloed heeft vrijlopende kracht. Dat
bloed koopt ons vrij uit een heerschappij,
waaruit we onszelf niet kunnen bevrijden.
Waar Hij de failliete boedel van ons leven
overneemt, worden wij verbonden aan
Hem op leven en dood.
Wij zijn des Heeren.
Liet die vraag u niet meer met rust. Wie u
werkelijk toebehoort? Weet u daarvan?
Werd dat bloed van Christus al onmisbaar
voor u, zodat u deze troostrijke weten
schap diep in uw hart gegrifd staat? Ik ben
van de Heere en voor de Heere.
U zegt. Dat is heel wat als je dat mag
nazeggen in het geloof.
Dat is ook een groot wonder van genade.
Maar met minder kan het niet toe.
Hoe lang moet de Heere nog op u wach
ten? Verwacht het niet van uzelf, maar van
de Heilige Geest. Hij weet al de dijken en
de dammen door te breken, die de stroom
van vrije genade nog tegen houden in uw
hart
Onze ankers houden het niet. Wanneer
God ons losslaat van al de ankers, waarop
we ons drijvende houden, blijft Hij over.
We vertrouwen ons aan Hem toe op leven
en dood door de overmacht van de genade
Gods.
Wie van de Heere werd, zal ook voor Hem
willen leven.
We worden op Hem gericht. Want hetzij
dat wij leven, wij leven zegt Paulus voor de
Heere. Ons leven is een oefenplaats voor
de dienst van Hem. We leven niet langer
voor eigen plezier en pret, maar we leven
voor Hem en voor Zijn zaak.
Dat brengtmee een leven in de dienst deds
Heeren.
Christus bevrijdt ons tot de dienst van
Hem. Hij stelt het dienstrooster en de
diensttijd vast van een ieder, die Hem
vreest. Heere waarmee mag ik U dienen?
Alles staat ter beschikking van U.
Voor de Heere leven dat is ook leven naar
de wil des Heeren.
Hij krijgt in alles voor het zeggen. In ons
werk, in onze vrije tijd, in dagen van
gezondheid en ziekte. Ook als uw leven
anders verloopt dan u verwachtte. Dan
leer ik Zijn kruis aanvaarden zonder te
bezwijken.
Hetzij dat wij sterven. Hoe zullen wij
sterven? De dood is een huiveringwek
kende zaak. Alles moeten we loslaten en
prijsgeven.
De dood verliest zijn v.erschrikking, zo we
Christus toebehoren. Want hetzij dat wij
sterven, wij sterven de Heere. Zelfs in
mijn sterven ben ik en blijf ik van Hem.
Want daartoe is Christus gestorven en
opgestaan, opdat Hij zowel overdeden en
levenden heersen zou.
In dat licht wordt leven of sterven voor
Gods kind betrekkelijk.
We mogen leven en dood in Zijn goed
dunken stellen. Roept Hij ons na een lang
leven of in de bloei van onze jaren, we
hebben Hem maar te volgen.
Want in leven en in sterven laat Christus
Zijn duur gekochte schapen niet los. Hij
gaat er niet slordig mee om. WantHij weet
wat ze waard zijn. Leven en sterven
worden hier genoemd in een adem. Ze
liggen vlak naast elkaar. En toch de dood
slaat een breuk, brengt een scheur, een
scheiding aan in het leven.
Die twee polen kunnen alleen worden
overbrugd door de geloofsverbondenheid
aan de levende Christus. Leven en sterven
verliezen iets van hun kramp, zo we van
Christus zijn. Hij is Dezelfde in leven en in
sterven.
Wie Hem hier leerde kennen als zijn
schuldovememende Borg, wordt niet be
schaamd in Zijn toekomst.
De vraag is. Leef ik echt voor de Heere en
sterf ik eenmaal echt voor de Heere?
Zolang u vreemd blijft aan het werk van
Christus, zal uw sterven eeuwig rampzalig
verlies zijn. Niets gaat mee, alleen de
bittere vruchten van uw ongeloof. Wendt
u dan tot Hem. Waarom zou u verloren
gaan, als er zo'n Zaligmaker is?
Wat een rust en vrede vervult ons hart, zo
Christus ons eigendom werd.
Door alle momenten van het bestaan zingt
een stil verlangen naar Hem. Hij moet het
maar zeggen. We beschikken niet over
onszelf meer in leven en in sterven. Mijn
toekomst ligt vast in de doorboorde han
den van Hem, Die ons door het donker
van de dood trekt naar het licht van het
eeuwige leven.
Zo is het leven altijd de moeite waard en ik
ga ook getroost het sterven tegemoet.
Want dit geeft uiteindelijk de doorslag.
Hetzij dan dat wij leven, hetzij dan dat wij
sterven, wij zijn des Heeren. Dat is mijn
enige troost.
L. Kruijmer
,,Zeg eens opa", vroeg Marietje
Heel verwonderd op 'n keer,
Waarom zit er op uw hoofd toch
Haast geen enkel haartje meer?"
't Glimt zo mooi, 't is net 'n spiegel.
'k Wou, dat ik het maar zo had.
Leuk, om nooit Je haar te kammen.
Wat gemakkelijk is dat!"
„Bah, die nare, lange vlechten,
'k Heb er dikwijls om geschreid.
Opa, zeg, wilt u ze hebben?
Dan ben ik ze lekker kwijt".
Jozina Koppenaal - Ooltgensplaat:
Ik hoop dat je je prijs inmiddels hebt
ontvangen Jozina; zo niet, dan horen we
het nog wel. Het was weer een uitgebreid
verslag van de drie kampdagen. Inder
daad, het was knudde", maar toch wel
leuk. Het „kokkerellen" was niet zo'n
succes? Ook alle soorten soep uitgepro
beerd? Al doende leert men Jozina! En
wat zijn de verdere vakantieplannen? Of
heb je die niet? Dank voor de fijne brief!
Ellij Looij - Nieuwe Tonge:
De repetities zijn achter de rug Ellij, dat is
een pak van het hart. Nu krijg je even tijd
om bij te komen, en dan gaat het weer met
nieuwe moed. Jammer datje niet weet wat
je schrijven moet. Maar je had best een
heel verhaal kunnen maken van de „vos
senjacht". Dat hoeft natuurlijk weer niet;
een klein briefje is voldoende. Toch maar
eens proberen wat vlotter met de pen te
worden. Het valt best mee.
Rudolf Verkerke - Nieuwe Tonge:
Je zal wel beter kunnen zwemmen dan
oom Ko. Je hebt nu je derde zwemdiploma
al te pakken. Geweldig zeg! Er komt heel
wat voor kijken eer je dat diploma krijgt.
En de Legotrein loopt nog als een trein"
merk ik. Het is dus een acht-baan, volgens
je tekening? Fijn speelgoed Rudolf.
Anja Mierop - Ouddorp:
Dat is dan nog onverwacht een hele lange
brief geworden Anja. Ja, het is niet zo
eenvoudig om geplaatst te kunnen worden.
De aanvoer" is groter dan de vraag. Dat
is het probleem op bijna elk terrein. Ge
lukkig datje nu toch geplaatst kon worden,
al is het dan niet watje bedoeling was. Om
wat te bereiken moet je alles maar aan
pakken. Succes met de voorgenomen „ver
dere studie"Zo is het ook mogelijk, Anja!
Is het 08-09 Anja? Ik heb staan 09-08.
Dat is dan fout!!!
André Aleman - Kenya:
Jij hebt dus op een schildpad gereden; dat
is ook geen alledaags vervoermiddel An
dré. Een bekeuring voor te hoge snelheid
zal je wel niet oplopen. En erg gemakke
lijk zal je ook wel niet zitten. Zo'n Nijl-
krokodil lijkt me een vreselijk dier. Ben erg
blij dat wij ze hier niet hebben. Maar voor
jullie was het een fijne dag.
Jan Aleman - Kenya:
Het is toch maar een gevaarlijk zwemmen
in zo'n rivier Jan. Je kan overal ver
drinken waar water is, maar het maakt
toch wel verschil. Het is daar bij jullie een
heel andere dierenwereld dan hier in Ne
derland. Nijlpaarden, slangen, schild
padden, krokodillen brr. Moet er niet aan
denken. Gelukkig dat ze ook niet overal
zomaar rondlopen Jan.
Kees Aleman - Kenya:
Bij jullie kan het water ook nog koud zijn?
De laatste dagen was het bij ons echt
zomer, en de stranden waren dan ook druk
bezet. En naar ik hoor was het water hier
niet koud meer. Wil het nogal lukken met
je tuintje Kees. Die pen en het zakmes
waren niet duur in ons geld omgerekend.
Maar misschien is het voor jullie wel
prijzig? Allemaal de groeten hoor, ook je
ouders!
Het is nog wel wat te vroeg, maar op 24
juli is Jan Aleman jarig. Wanneer jullie
Jan een kaart willen sturen, dan moet dat
bijtijds gebeuren, vandaar dat we dat
alvast vertellen. Wij willen Jan bij voor
baat met zijn veijaardag feliciteren, en
wensen Jan een fijne, en een goede ver
jaardag toe. Gods onmisbare zegen toe
gewenst op je verdere levensweg Jan, en
dat je deze dag nog vele jaren mag her
denken. Het adres van Jan is:
P.O. Box 2398 - Eldoret-Kenya.
de hartelijke groeten vanOOM KO
door Fenand van den Oever
- 68 -
In de gang pakte hij een bankbiljet uit zijn portefeuille.
Zolang er nog geen recht op vergoeding was, moest hij
wat doen. Het kwam regelrecht uit zijn bewogen hart.
De kleine sliep niet. Hij mocht het toch wel even
vasthouden. Arend-Michiel deed het. Hij drukte het
ventje tegen zich aan. Hij hield van kinderen. Aan
boord speelde hij liever met de jongens, dan dat hij
sprak met de matrozen. De peuter lag in zijn armen, hij
keek ernaar, hij lachte: precies Aai, precies Aai, zijn
vader. En nu hij dit jongske wiegde, had hij het gevoel,
zijn oude boordmakker een dienst te bewijzen. Binnen
klonk gehuil. Wat nou weer? zuchtte de vrouw en slofte
weg. Het viel niet meer voor haar. Arend-Michiel zag
zijn kans. Hij frommelde, onder de borstrok van de
jongen, het bankbiljet. Hij gooide nooit met geld, maar
deze gave maakte hèm rijker vanbinnen. Hij legde het
manneke neer en ineens dacht hij: o, als ik dat eens mag
beleven: getrouwd. Wil helemaal van mij en een kind
van ons en zó samen boven het bedje....
Hij ging, omdat hij meende, dat zijn oog traande
vanwege het valse licht....
De andere morgen voeren ze. Op de uitreis kregen
Wijnand en Arend-Michiel al gauw woorden. Het liep
hoog ook. Wijnand moest iets zoeken.
Hij vroeg in het algemeen aan dek:
k Wie heeft verteld, dat we tussen SmithknoU en de
Lehman gevist hebben?
Ik, zei Arend-Michiel.
Dan ben je een sufferd.
Dankie, ouwe, waarom?
Ik heb iedereen voorgelogen of gezwegen en jij wijst
anderen de plaatsjes.
Arend-Michiel vatte de zaak luchtig op.
Ouwe, wat dacht je, dat de haring daar een tukkie
ging doen, tot we terug zijn, die is allang zuid-in....
Je kunt kletsen watje wilt, ik zeg: het is een stomme
streek.
Arend-Michiel wond zich op. Hij liet zich niet meer
beledigen.
En ik zeg, net als Joost Sas, ik lieg niet voor niks.
Toen spuwde Wijnand over de reling, waarmee hij
beduidde, dat hij van hem braken moest. Daar had het
volk, dat vond dat Wijnand en Arend-Michiel de
laatste tijd veel te eigen waren, genoegen van.
Het was echter niet meer dan een blaasje in een mok
thee. 's Avonds nog spraken ze weer gewoon met
elkaar. En 't stugste was, dat Wijnand zelf begon. Hij
sprak hem met wie had hij voorheen weleens over die
dingen gesproken? over zijn plannen en vroeg wat
Arend-Michiel ervan dacht.
Hij wou het op het ouwe plaatsje nog eens proberen.
Arend-Michiel ontried dat.
De haring zakt zuid-in, ouwe.
D'r zal nog wel wat over wezen, meende Wijnand.
Wat, natuurlijk, maar we hebben het toch dikwijls
genoeg gezien, die achter ons voeren, vingen minder.
Wat wou jij dan?
De haring en de vloot vooruit...
Wijnand schudde het hoofd.
Jij hebt van die eigenaardige opvattingen. Ik houd
het maar bij het oude.
Toen ging hij omlaag, voor een tukkie, want ze zouden
die nacht nog niet vissen. Tegen de wacht zei hij:
Een tikkie zuielijker dan ik gezegd heb.
De wacht antwoordde:
Goed, ouwe.
Wijnand Hoogendijk hield zich niet aan het oude. Hij
voer zuidelijker dan enig ander schip.
Hij sprak er niet meer over met Arend-Michiel.
Toen ze de andere middag gingen schieten, was de zee
laag. Toen ze de nacht daarop gingen lalen, leek alles
onder de Engelse Wal wel voor de Wisselvalligheid
bestemd.
Vól zaten de netten.
Tweedriehonderd kantjes per schot.
Ze konden niet kaken, het werd steuren....
Als er een bal op de Vlaardingse toren ging, zei men
met een beetje leedvermaak: daar komt Wijnand
alweer.
Want van die gronden deed Wijnand Hoogendijk nog
drie reizen, zo groot, zó gróót....
In die dagen ging er door Vlaardingen en langs de kust
een spraak van hem uit, die de roem van wijlen Arend-
Michiel van der Velden naar de kroon stak.
In die ruime visserij deelden slechts enkele schepen.
De anderen kwamen te laat of de haring wilde bij hen
niet in de netten. De meeste boekhouders verspeelden
ook hun laatste bijeengegaarde penningen.
Eind november, toen De Wisselvalligheid van zijn
laatste reis naar huis voer, was er een uitgelaten
stemming aan boord. Geen wonder wie had dit durven
verwachten? Ze waren echte spekkopers. Er werd op
een grote part gerekend.
Wijnand Hoogendijk, die zich nooit aan een te intieme
omgang met zijn volk bezondigd had, trok zich steeds
meer terug. Hij stond maar stil te roer of speelde met
zijn hond. Dat deed hij veel. De glaasjes gooide hij nog
steeds niet om. Hij dronk veel, dat fleurde hem
kennelijk een ogenblik op.
Tegen Dirk de Niet, die vroeg, wat of hem deerde, zei
hij:
Ik geloof nooit, dat ik m'n zakkie meer lang zal
dragen.
Ouwe, hoe kommie zo, je hebt voor vijfentwintig
teelten roem gevaren.
Hij glimlachte om al die lofpraat niet eens.
Voelie je niet wèl, ouwe?
Ja, hij was gezond.
Wel nou dan?
Wijnand ging er niet op in. Als het hem beneden te
warm werd, trok hij naar boven.
Waarom was hij niet blij, na zoveel zegen? Hij was
eigenlijk nooit bhj geweest. Als het tegenliep, vloekte
hij, als het goed ging, aanvaardde hij alles alsof het zo
hoorde. Hij joeg maar, om te komen, om te gaan. Naar
meer, meer, méér....
Waarvoor alle gezwoeg? Aan zijn hartstocht naar vis
had hij bijna alles opgeofferd: zijn rust, zijn leven, zijn
vrienden, zijn beheersing. Bij tijden had hij een raar
licht gevoel in zijn hoofd; dan leek het wel of zijn
verstand hem in de steek liet. Hij was hatelijk tegen
anderen en terwijl de woorden zijn mond verlieten,
gruwde hij veelal reeds van zichzelf. Vrienden had hij
niet. D'n heer waardeerde hem, het volk vreesde hem,
niemand had hem lief. Waar deed hij het voor?
(wordt vervolgd)