Uit de Historie
O u d d O r p (Slot)
MUS
Plannen uw huis te verkopen?
Bel 01877- 1309
ONROEREND GOED
De Franse bezetting
te Ouddorp
GRATIS:
EENMALIGE ADVERTENTIE-BIJDRAGE
f 1 50,-
Meer dan 50 aanbiedingen I
Bladz. 2
,EILANDEN-NIEUWS'
VRUDAG 5 APRIL 1985
De vorige aflevering, in het nummer van j.I. dinsdag, eindigde met een
inleiding op de vraag waarom eind vorige- en begin deze eeuw zovelen uit
Ouddorp naar Amerika emigreerden. Het artiltel handelde over de fam.
Bezuijen. We vervolgen deze aflevering met een verdere beschrijving van
de emigratie en enkele foto^s van de Bezuyens.
M. Bezuyen van wie ik informatie kreeg,
noemde ook nog Boelaars en Witte.
De „Maas en Scheldebode" van 1892 (in
Eilanden-Nieuws afgedrukt) vermeldde:
OUDDORP
Zaterdag a.s. zal Jan Pieter Tanis met zijn
vrouw en dochter met het stoomschip
Spaamdam naar Amerika vertrekken om
de reis verder te vervolgen naar Kensing
ton staat Illinois, voorts zal Krijn Grinwis
Jacz. met zijn vrouw en kleindochter, wier
ouders reeds vroeger naar Paterson zijn
vertrokken, medegaan.
'n Typisch berichtje vlak daaronder zegt:
Door de hooge prijs van de meekrap is dit
jaar weder 100 gemeten kiemen geplant.
Als de fmantien het toelieten zoude er
bijna nog zoo veel gezet zijn.
M. Bezuyen schreef mij ook:
Teunis Tanis, geb. 15 december 1846
ging met z'n vrouw Neeltje Hameeteman
in aug./sept. 1893 naar Ainerika met 10
kinderen, doch, nog geenjaar later, en wel
6 juli 1894, kwam hij wer in Ouddorp aan.
De ongunstige toestand daar te Paterson
deed hun dat besluiten.
U kon pas in Eilanden-Nieuws lezen dat
er 1887 in de kerk te Paterson werd
gekoUekteerd voor de Chr. School te
Ouddorp: Opbrengst 180,—!
In Prospect Park, een zelfstandig ge
worden deel van Paterson werd Cornelius
Bosland mayor burgemeester (denke
lijk 'n Ouddorper).
Daniel Hook werd ook gekozen als mayor.
Denkelijk Daniel Hoek, vermoedelijk ook
uit Ouddorp.
De Sparlings
Allereerst dit bericht:
Redder Sparling (75) overleden
In de leeftijd van 75 jaar is woensdag in
Rockanje overleden de heer L. Spar
ling. Tijdens zijn leven genoot hij inter
nationale vermaardheid als berger en
duiker. In 1907 toen de Harwichboot
„Berlin" bij Hoek van Holland strand
de en 145 passagiers en bemannings
leden de dood in de golven vonden,
redde de heer Sparling, tezamen met
drie andere duikers die op het wrak
achtergebleven vrouwen. Hij ontving
voor dit staaltje van heldenmoed on
derscheidingen uit binnen- en buiten
land. In het gebied van de Rotterdamse
haven heeft hij zijn sporen ruimschoots
verdiend met het bergen van de vele
wrakken, die in de Tweede Wereld
oorlog tot zinken zijn gebracht. Hier
voor ontving de heer Sparling de gou
den eremedaille verbonden aan de
Orde van Oranje-Nassau.
(denkelijk uit „Trouw")
Over de ramp van de „Berlin" in 1907
stond in Historische Taferelen IL... deze
Samenspraak, voorafgegaan door deze
inleiding:
In de nacht van de 21 ste februari 1907
's morgens tegen vijven, wordt de
„Berlm" door een vliegende storm uit
't westen bij Hoek van Holland tegen
de noorderpier gesmeten. De reddings
boot „President Van Heel" steekt in
zee, maar de pogingen van de dappere
bemanning falen; men kan 't gestrande
niet bereiken. De boot keert naar de
wal terug. Opeens breekt de „Berlin"
tot ontzetting van de opvarenden en de
toeschouwers aan de wal in twee stuk
ken; 't voorschip, met 't grootste ge
deelte van de passagiers en de be
manning, zinkt onmiddellijk in de
woeste golven weg; het achterschip
blijft op de pier hangen. In de loop van
de dag spoelen talrijke verdronken op
varenden aan land. Weer stelt de „Pre
sident Van Heel" vele pogingen in het
werk om een verbinding tussen de
reddingsboot en 't acherschip tot stand
te brengen, pogingen, die tot midder
nacht worden herhaald, helaas zonder
succes. Op de middag van de volgende
dag steken vijf schepen in zee, om de
passagiers, die zich nog op 't achter
schip bevinden, 't koste wat 't wil, te
redden, 't Zijn: de „President Van
Heel", de loodsboot „Hellevoetsluis"
(aan boord Z.K.H, prins Hendrik der
Nederlanden), de sleepboot „Kat
wijk", de loodsboot „Katwijk" en de
„Hoek van Holland" II". Met boven
menselijke inspanning worden 3 vrou
wen en 8 mannen gered, met behulp
van een van 't wrak afhangend touw.
Drie vrouwen, de laatste passagiers,
missen de moed, om zich langs dit
touw naar beneden te laten zakken.
Daar de toestand bij en op de pier van
minuut tot minuut gevaarlijker wordt,
keren de vaartuigen naar de wal terug.
Men roept de vrouwen toe, dat redding
niet zal uitblijven, 's Nachts om 1 uur
steekt de sleepboot „Wodan" in zee,
bemand met de kapitein Jan van Rees,
de duiker Martijn Sperling en diens
beide neven Leen en Kees Sperling.
Kees Sperling.
Leen Sperling.
Martijn Sperling.
Een journalist.
De Sperlings vertellen aan een
journalist, hoe de drie vrouwen
gered zijn.
Leen: 't Was één uur, meneer....
Kees: Een donkere nacht...
Martijn: En een zee, nog net zo wild
als de vorige dagen....
L.: We leien de „Wodan" recht
langs de pier voor anker.
K.: We zorgden ervoor, dat er een
vrij-brede geul tussen de pier en de
„Wodan" open bleef....
M.: In die geul.... dat begrijpt u....
was de zee niet zo wild als daarbuiten!
L.: Toen gingen we met de vlet
verder.
K.Martijn sprong 't eerst op de pier.
Daar stond nog minstens een halve
meter water!
Af..- Maar Kees kwam me al gauw
achterna....
K.: En zo.... de armen om elkaar
heen.... wisten we de lichttoren, aan 't
eind van de pier, te bereiken, 't Touw,
dat nog altijd van de „Berlin" afhing,
bonden we aan die toren vast!
M.: En toen, meneer, toen klom ik
langs die lijn naar boven, naar 't dek.
Wat ik daar zag.... 'k vergeet 't nooit
van mijn leven! De drie vrouwen zaten
op een bank bij elkaar, doornat en
verstijfd van de kou. Toen ze mij
zagen, strompelden ze naar me toe; ze
klemden zich aan me vast en dat deden
ze zó stevig, dat ik niet eens los kon
komen....! 't Was nét, of ze bang wa
ren, dat ik weer weg zou gaan. Ik keek
's om me heen. Er lagen overal doden
op 't dek. En dat dek zélf zat vol spleten
en gaten, die ieder ogenblik groter en
dan weer kleiner werden, 't Zou niet
lang meer duren, of 't wrak zou uit
elkaar slaan.
K.: Er kwamen telkens al stukken
naar beneden....
M.: „Laat me los!" zei ik tegen de
vrouwen. En ik zette expres een nijdige
stem op. Want ik begreep best, dat
goeie woorden tóch niet zouden hel
pen. „Ga zitten!" zei ik. „Jullie zien
toch wel, dat ik zo geen vin kan ver
roeren!" Nou, dat hielp! De vrouwen
gingen weer naar hun bank. En ik greep
een touw....
Journalist: Wat wou je daarmee
doen, Sperling?
M.Wel meneer, ik had al lang in de
gaten, dat de vrouwen géén van drieën
nog kracht genoeg hadden, om zich
langs de lijn naar beneden te laten
glijden. En daarom besloot ik, ze dat
touw om te binden. Ik zou ze dan één
voor één kunnen laten zakken!
En lukte dat?
M.: Nou meneer, dat viel me mee!
Eerst riep ik de jongste van de drie,
maar die weigerde, 't Was eigenlijknog
geen vrouw; 't was een meisje van een
jaar of zestien. Later hoorde ik, dat ze
Mina heette, Mina Ripler, een kranige
meid, meneer! „Die twee eerst", zei
ze. „Ik kan nog wel een poos wach
ten!" Goed, ik deed 't' Ik sloeg één van
de vrouwen 't touw een keer of wat om
't middel heen, ik droeg haar zo goed en
zo kwaad 't ging naar de verschansing,
ik tilde haar over boord....
K: En toen zakte ze heel kalmpjes
naar beneden. Ik bond haar dadelijk
aan 't onderstel van de lichttoren vast,
want 't arme schepsel kon ternauwer
nood op haar benen blijven staan....
M.: Toen was de tweede aan de
beurt. Die stakker, meneer.... die was
helemaal... hoe zal ik 't zeggen....
helemaal in de war, u begrijpt me
wel....! Ze had haar man in de zee zien
vallen en haar kindje was in haar
armen gestorven.... En daar3 zat ze
maar aldoor over te praten. „Kom
méé!" zei ik. En wéér zette ik een
kwaaie stem op, al ging 't me door de
ziel.... Want ik zag wel, dat er anders
niets met haar te beginnen was. Zo wist
ik haar ook van 't wrak af te krijgen. En
Mina Ripler was de laatste....
K: Toen hebben we de vrouwen
dwars door de woedende golven heen
naar de vlet gedragen. Dat was een
zwaar karwei, meneer....
L.: En daarna bracht de „Wodan"
ons naar de wal. De vrouwen werden
meteen in hotel „Amerika" onder
gebracht. U weet, dat ze daar een
ziekenhuis van gemaakt hebben.
M.: Ziezo, meneer, nou weet u alles.
K.:'t Was niet gemakkelijk, rrieneer.
L.: 't Was moeilijk, ontzettend,
moeilijk....
M.: Maar tóch ben ik blij, dat we 't
hebben dóórgezet En als 't morgen
wéér zou moeten.... jongens....?
K.: Wel, dan gingen we er dadelijk
wéér doorheen....!
Grafsteen: 2 kinderen en vader Simon en Dorothy Boortje.
Over het Ouddorpse geslacht: Sparling
schreef Van Gemerden in z'n artikelen:
Ouddorpse geslachten:
SPARLING
Te Ouddorp ondertr.-tr. 31 aug.-16
sept 1792 Martijn Sparling, geboortig
van Ingerar onder Darmstadt (volgens
een ander boek Gerak) met Cornelia
Mus, ged. 25 maart 1759 als d.v.
Johannes Joh. Mus en Grietje Rob-
berts Steurenberg.
Vermoedelijk zijn niet alle kinderen
gedoopt
Zo was er een zoon Daniël, die alter
ook huwt die volgens de akte van over
lijden geboren moet zijn plm. 1794; er
was verder een dochter Grietje geb.-
ged. 4-16 febr. 1800; Catharina geb.-
ged. O., 7-22 juli 1804 en er werd een
zoon Martijn geboren O. 14 maart
1814.
Daniël huvn 14 mei 1829 met Cor
nelia Alema, ged.-geb. O., 4-17 sept
1809 als d.v. Teunis Aleman en Lint-
jen van der Bok.
Uit dit huwelijk 6 dochters en 8 zoons
waarvan 2 dochters en 2 zoons jong
overlijden.
De zoons Martein (geb. O. 19 sept
1829), Comelis (geb. O., 22 okt
1832), Jan (geb. O., 11 sept 1840) en
Teunis (geb. O, 15 dec. 1846) huwen
resp. te Ouddorp, 4 juli 1879 met
Dimmetje Nuij 8 dec. 1869 met Jan
netje den Ouden; 26 mei 1865 met
Jacomijntje Hoek en 2 okt 1879 met
Adriana Diderica Koek.
Martijn geboren 10 maart 1814 huwt
te O., 3 mei 1832 met Arentje de
Vogel, geb. te O., 2 febr. 1812 als d.v.
Cornelis de V. en Elizabeth van Heest.
Hieruit 5 dochters en 7 zoons, waar
van tenminste 1 d. en 2 zonen jong
overlijden.
De zoon Daniël, geb. O., 5 juli 1852
huwt te O. 29 dec. 1876 met Jaco
mijntje Kasteleyn; de zoon Wouter
geb. O., 12 aug. 1855a huwt te O., 18
mei 1876 met Cornelia Nieman.
De naam wordt na het trouwen van
Martijn in 1792 steeds Sperling ge
speld; bij de geboorte van Wouter
bovengenoemd en diens nazaten wordt
weer de oorspronkelijke naam Spar
ling gebezigd. Bij de anderen blijft dus
de naam Sperling gebruikt
Tenslotte: Er verscheen een verhaal „De
Koperen Helm" bij C. de Boer Jr. te
Amsterdam, waarin een Sperling voor
komt, getrouwd met een dochter van Piet
Struyk te Goeree. Als iemand mij dit boek
kan leveren of laten lezen zou hij mij een
groot plezier doen.
Het echtpaar Simon en Boortje.
Ds. Weselius Pretorius
Ds. Weselius Pretorius of Wessel Pre
torius, was in Ouddorp predikant van
1639 tot 1653.
Uit „Trouw"' of 'n ander blad knipte ik
het volgende stukje:
Dr. W. Punt gaat in Ouddorp
Pretoriusalbum aanbieden
Met een dubbele missie is dr. W.
Punt uit Pretoria naar Nederland
gekomen, om iets te brengen en om
iets te halen. Bij zyn bagage bevindt
zich in de eerste plaats een gedenk-
album van de bijna, honderdjarige
stad Pretoria vergezeld van een bood
schap van de burgemeester de heer
E. Smit aan zijn Ouddorpse collega.
Dit alles, omdat de stichter van
Pretoria, Andries Pretorius, de held
van de slag aan de Bloedrivier, uit
Ouddorp stamt.
Immers de zoon Johannes Pretorius
(de vader van Andries) was een zoon
van ds. Weselius Pretorius van Oud
dorp.
Naar wij vernemen gaat dr. Punt op 4
september het album plechtig aan
bieden. Maar dr. Punt heeft nog meer
plaimen. Zijn tante, bij wie hij in de
Prins Hendrikstraat in Den Haag lo
geert, ziet hem nauwelijks, want hij
speurt in de Nederlandse bibliotheken
naar oude kaarten, waarop de routes
van de voortrekkers voorkomen.
De Ouddorpse collega van de burge
meester van Pretoria was J. A. Kleijnen-
berg, die in 1947 burgemeester van Oud
dorp en in 1961 van Stellendam en Goe
ree is geworden.
A an deze zoon van een kleine Melissantse
boer, die de melk uitventte, ook bij ons
thuis, heb ik de aangenaamste herinne
ringen.
Z'n medemenselijkheidsbetoon was voor
beeldig.
Dat hij 't belangrijke ambt van burge
meester kon vervullen en dat in een ge
meente als Ouddorp, wier geestelijke lig
ging zo totaal anders was dan de zijne,
heeft mij altijd met bewondering vervuld.
Zijn ijver om de badplaats Ouddorp toe
ristisch aantrekkelijk te maken, is wel een
grote verdienste van hem.
We plaatsen de foto waarop hij als melk
boer staat Deze foto vormt 'n bewijs dat
men niet in Amerika behoeft te leven om
te gaan behoren tot hen, die in hoogheid
(van het ambt) gezeten zijn.
Degene, die rechts staat, in 'toverhemdje,
is ondergetekende, naast hem J. A. Kleij-
nenberg, in overal, met een melkbus,
waaruit de klant aan de deur bediend
werd. Helemaal links Bertha Touw, (wed.
Zorge), die Koos Kleynenberg, als 't glad
was, kwam afhalen om haar gearmd naar
de kerk te begeleiden (Daarop had ik het
oog toen ik over z'n medemenselijkheid
had).
De Franse bezetting
te Ouddorp
't Lijkt me wel interessant het onder
staande stuk uit Eilanden Nieuws van
jaren terug, te laten afdrukken.
INGEZONDEN
Ter beantwoording van de vraag van
„Arjanus" die in een van zijn stukjes,
vroeg of hier Franse bezetting geweest
is, diene het volgende.
Hier in Ouddorp was terdege bezetting
wat de naam nog uitwijst van „de
Brakke" bij de molen van Voogd, be
woond door de wed. Koole. Het woon
huis was van de overste en de schuur
op het erf voor de soldaten. Van die
schuur is vroeger een heel eind af
gebroken, die is n.l. veel langer ge
weest Brakke is Ouddorps en wil
zeggen de barak of barakken. Daar
hadden de soldaten hun bakermat, de
mogelijkheid was er, dat de engelsen
hier wel landingen konden doen. Oud
dorp had in die tijd geen haven; de
schepen lagen toen bij Vissershoek en
naderhand in de Oude Val.
Verder is er bij ons het bekende
„Moordenaarsweegje" oostelijke van
het Jonkersteese bos en ook het Esse-
bos uitkomende aan de Nieuweweg.
Daar is Pieter Poulusse om het leven
gebracht. Hij was in die tijd postbode
en droeg nog al eens geld bij zich.
Paulusse was van te voren gewaar
schuwd dat hij daar niet heen moest
gaan als het donker werd, omdat het
daar voor hem gevaarlijk kon zijn. Hij
zei: ik zal toch de kortste weg maar
nemen. Waarschijnlijk woonde hij te
Goedereede en die korte weg door een
zeer donker bos heeft de man zijn leven
gekost Wel heeft de overste de daders
zwaar gestraft Om de dader(s) aan te
wijzen werd een list gebruikt Al de
manschappen moesten op de Brakke
verzameld worden; toen liet men af
kondigen, dat al wie Pieter Paulusse
vermoord had nu nog kon vluchten.
Drie mannen gingen er ijlings van door
doch de overste had zijn wachten uit
gezet om ze te grijpen. Een wist te
ontkomen; hij vluchtte naar de Zuid
kant van het eiland en ging vandaar
met een roeiboot naar de overkant. De
andere twee werden gegrepen en heb
ben hun gerechte straf ondergaan. In
de Middelduinen zijn ze terecht ge
steld. Zij moesten eerst hun eigen graf
graven en zijn daarna dood geschoten.
Nu nog een ander geval, om te illus
treren dat er ook te Ouddorp inkwar
tiering geweest is Op het boerderijtje
bij het begin van de Boutweg, was een
jonge Fransman ingekwartierd, een he
le beste kerel. Hij deed allerlei kar
weitjes voor de bewoners, o.m. kippe-
eieren zoeken in de mantelienge. Op 'n
avond kwam hij thuis en was zo druk
met praten en gebaren, doch kon het de
mensen niet aan hun verstand brengen.
Hij sprak van „de grote cochon en de
kleine cochonnen" en bedoelde daar
mee 't varken met de biggen (varken is
in het Frans cochon). En nu wist hij
van zijn kameraden dat ze die nacht de
krulstaarten zouden komen stelen.
Daar de bewoners hem niet begrepen
joeg hij alles in huis, ook de varkens.
En 's nachts kwamen de Fransen het
hele erf afzoeken en vonden niets.
In die dagen werd bij een familie
wonende op een plaats, een erfenis
verdeeld. Naar het schijnt was die vrij
groot In die dagen hadden de mensen
niets dan klinkende munt en er waren
toen geen banken om het geld uit te
zetten en uit vrees dat men het kwijt
zou raken hield men het in huis. De
erfgenamen, die hun portie moesten
meenemen durfden uit vrees voor de
Fransen het geld niet te vervoeren.
Men deed het 's nachts met kar en
paard, de wielen omwonden met zak
ken! Dan was het haast niet hoorbaar.
U moet weten dat het in die dagen erg
donker was op de wegen, er was veel
bos, alle wegen waren met hout be
plant en het was geen verharde weg.
Over het algemeen waren de Fransen
hier zeer gehaat Er is een verhaal dat
op de Palmstee een Fransman kwam
die vroeg on\ te drinken. Men verwees
hem naar de kamemelkston en toen hij
er bij was lichtte men hem de benen en
verdronk hem in de ton. (Door onder
tekende is dit feit geplaatst bij 't For
tuintje).
Al wat ik u nu schrijf is uit mondelinge
overlevering van mijn moeder, die dit
alles wist van haar grootmoeder, in
1752 geboren. Die was in de Franse
tijd in de kracht van haar leven. Ik hoop
„Arjanus'met deze mededelingen een
genoegen te hebben gedaan.
E. GRINWIS P.zn.
Dijkstelweg 4 - Ouddorp
't Zou wel van belang zijn als iemand ons
kon vertellen van Ouddor in de Duitse tijd,
toen de Duitsers Ouddorps kuststrook 'nb
onderdeel van de Westwall maakten, ter
verhindering van een invasie van overzee.
Ouddorp ook in onze ooriogen tegen En
geland van groot strategisch belang.
In de 2e Engelse Oorlog (1664 - 1667)
bewakaten 4 compagnieën soldaten het
Brouwershavense Gat; ze hadden nl. be-
oosten de Steenweg, een schans en bol
werken opgeworpen.
Deze „Schans" was een sterke Fortresse.
Het stuk land „Paviljoen" genoemd, her
innert nog aan de kazernen, die in de 4de
Engelse oorlog (1780 - 1784) aldaar
werden gebouwd. (Van der Waal en Ver-
voorn).
F. den Eerzamen zegt na die kazernes
vermeld te hebben: „Er werden batterijen
aangelegd; bij de Kwade Hoek lag de
batterij Zeezicht, verder was er een in
Middelduinen in het Oude Nieuwland en
in Preekhil. Ook in de Franse Tijd zijn hier
maatregelen tegen een Engelse invasie de
batterijen versterkt" (pag. 77).
De Razzia
van december 1944
De Razzia van december 1944 heeft ook
geleid tot wegvoering van een aantal Oud-
dorpers naar Duitsland. In Eilanden-
Nieuws van 21 december 1984 beschrijft
dhr. Hoogzand deze razzia uitvoerig.
Voor historische bijzonderheden over
Ouddorp wil ik u verwijzen naar: „Van
Westvoome tot St. Adolfsland", door De
Motte uitgegeven.
M'n persoonlijke belangstelling voor
Ouddorp is me bijgebracht door mijn
vader, die ging „wintemeven" bij de fa
milie Bosloper in Ouddorp.
Door een of meer schoolreisjes daarheen
is ze versterkt. Door later naar 't strand te
gaan, is ze nog toegenomen,
'k Heb nog wel de oude vuurtoren be
klommen, wier opzichter me vertelde, hoe
Koningin Wilhelmina bij een bezoek aan
de toren hem verbaasd had met haar
kennis van zaken.
Met 'n Sperling bezocht ik de kweek
school te Hellevoetsluis en ik zoch them
thuisook een keer op.
Met een Spee en 't Padmos kwam ik als
J.V.-er in aanraking.
De strijd in de Geref. Kerk rond ds. C.
Diemer maakte ik intens mee.
Uit Ouddorp kwam het groentevrouwtje
bij ons te Melissant aan de deur.
Toen ik later alles wat over Flakkee ging,
verzamelde, miste ik Van Eijk z'n verhaal,
dat ik, nu 't opnieuw verscheen, direct
bestelde.
Als wij het verschil tussen het Ouddorps
en het Melissants wilden aanduiden, de
den we 't zo:
In Ouddorp vraagt men: „Go je mee of
bluuf je stoo?"
in Melissant: „Gae je mee of blief je
stae?"
Met belangstelling volg ik nog steeds ook
wat over Ouddorp geschreven wordt.
Zo ook wat in 't R.D. van 18 juli 1984
stond:
„Op zondagen zijn de dorpskernen
gelukkig erg rustig", antwoord Van
Velzen op de vraag hoe het gesteld is
met de zondagsrust in de gemeente,
vooral als er 's zomers veel toeristen
zijn. In de gemeente Goedereede wo
nen namelijk ruim 10.000 mensen,
terwijl de capaciteit van de verblijfs-
accommodatie rond 16.000 ligt. „Het
gaat dan voornamelijk om Ouddorp,
want daar zijn verreweg de meeste
recreanten. Het hele strandgebeuren
ligt nogal ver van Ouddorp af. Het is
zelfs zo dat er verschillende rekreanten
hier naar de kerk komen, 's Zomers
worden er elke zondag drie diensten
belegd. Maar aan de andere kantmoe-
tenn we ook geen ideaalbeeld gaan
vormen van de recreatie op Ouddorp.
Ook hier zien we dingen waar we het
niet mee eens zijn. Maar wat wij als
gemeente in de hand kunnen houden,
dat gebeurt", zo verklaart Van Velzen.
J. L. Struik
Davenschot 37
8141 BB Heino
Tel. 05729 - 2244
Onze fraaie, vernieuwde foto-woninggids
Taxatie van uw woning bij veri^oop
Advies bij uw voornemen tot aan- of veriioop
van een woning
Bij bemiddelingsopdracht:
Wij bemiddelen met veel succes
Bemiddeling en taxaties onroerende goederen
Postbus27-Winterstraat 14-3247 ZG DIRKSLAND
Telefoon 01877 - 1309