Uit de Historie O u d d O r p (Slot) MUS Plannen uw huis te verkopen? Bel 01877- 1309 ONROEREND GOED De Franse bezetting te Ouddorp GRATIS: EENMALIGE ADVERTENTIE-BIJDRAGE f 1 50,- Meer dan 50 aanbiedingen I Bladz. 2 ,EILANDEN-NIEUWS' VRUDAG 5 APRIL 1985 De vorige aflevering, in het nummer van j.I. dinsdag, eindigde met een inleiding op de vraag waarom eind vorige- en begin deze eeuw zovelen uit Ouddorp naar Amerika emigreerden. Het artiltel handelde over de fam. Bezuijen. We vervolgen deze aflevering met een verdere beschrijving van de emigratie en enkele foto^s van de Bezuyens. M. Bezuyen van wie ik informatie kreeg, noemde ook nog Boelaars en Witte. De „Maas en Scheldebode" van 1892 (in Eilanden-Nieuws afgedrukt) vermeldde: OUDDORP Zaterdag a.s. zal Jan Pieter Tanis met zijn vrouw en dochter met het stoomschip Spaamdam naar Amerika vertrekken om de reis verder te vervolgen naar Kensing ton staat Illinois, voorts zal Krijn Grinwis Jacz. met zijn vrouw en kleindochter, wier ouders reeds vroeger naar Paterson zijn vertrokken, medegaan. 'n Typisch berichtje vlak daaronder zegt: Door de hooge prijs van de meekrap is dit jaar weder 100 gemeten kiemen geplant. Als de fmantien het toelieten zoude er bijna nog zoo veel gezet zijn. M. Bezuyen schreef mij ook: Teunis Tanis, geb. 15 december 1846 ging met z'n vrouw Neeltje Hameeteman in aug./sept. 1893 naar Ainerika met 10 kinderen, doch, nog geenjaar later, en wel 6 juli 1894, kwam hij wer in Ouddorp aan. De ongunstige toestand daar te Paterson deed hun dat besluiten. U kon pas in Eilanden-Nieuws lezen dat er 1887 in de kerk te Paterson werd gekoUekteerd voor de Chr. School te Ouddorp: Opbrengst 180,—! In Prospect Park, een zelfstandig ge worden deel van Paterson werd Cornelius Bosland mayor burgemeester (denke lijk 'n Ouddorper). Daniel Hook werd ook gekozen als mayor. Denkelijk Daniel Hoek, vermoedelijk ook uit Ouddorp. De Sparlings Allereerst dit bericht: Redder Sparling (75) overleden In de leeftijd van 75 jaar is woensdag in Rockanje overleden de heer L. Spar ling. Tijdens zijn leven genoot hij inter nationale vermaardheid als berger en duiker. In 1907 toen de Harwichboot „Berlin" bij Hoek van Holland strand de en 145 passagiers en bemannings leden de dood in de golven vonden, redde de heer Sparling, tezamen met drie andere duikers die op het wrak achtergebleven vrouwen. Hij ontving voor dit staaltje van heldenmoed on derscheidingen uit binnen- en buiten land. In het gebied van de Rotterdamse haven heeft hij zijn sporen ruimschoots verdiend met het bergen van de vele wrakken, die in de Tweede Wereld oorlog tot zinken zijn gebracht. Hier voor ontving de heer Sparling de gou den eremedaille verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau. (denkelijk uit „Trouw") Over de ramp van de „Berlin" in 1907 stond in Historische Taferelen IL... deze Samenspraak, voorafgegaan door deze inleiding: In de nacht van de 21 ste februari 1907 's morgens tegen vijven, wordt de „Berlm" door een vliegende storm uit 't westen bij Hoek van Holland tegen de noorderpier gesmeten. De reddings boot „President Van Heel" steekt in zee, maar de pogingen van de dappere bemanning falen; men kan 't gestrande niet bereiken. De boot keert naar de wal terug. Opeens breekt de „Berlin" tot ontzetting van de opvarenden en de toeschouwers aan de wal in twee stuk ken; 't voorschip, met 't grootste ge deelte van de passagiers en de be manning, zinkt onmiddellijk in de woeste golven weg; het achterschip blijft op de pier hangen. In de loop van de dag spoelen talrijke verdronken op varenden aan land. Weer stelt de „Pre sident Van Heel" vele pogingen in het werk om een verbinding tussen de reddingsboot en 't acherschip tot stand te brengen, pogingen, die tot midder nacht worden herhaald, helaas zonder succes. Op de middag van de volgende dag steken vijf schepen in zee, om de passagiers, die zich nog op 't achter schip bevinden, 't koste wat 't wil, te redden, 't Zijn: de „President Van Heel", de loodsboot „Hellevoetsluis" (aan boord Z.K.H, prins Hendrik der Nederlanden), de sleepboot „Kat wijk", de loodsboot „Katwijk" en de „Hoek van Holland" II". Met boven menselijke inspanning worden 3 vrou wen en 8 mannen gered, met behulp van een van 't wrak afhangend touw. Drie vrouwen, de laatste passagiers, missen de moed, om zich langs dit touw naar beneden te laten zakken. Daar de toestand bij en op de pier van minuut tot minuut gevaarlijker wordt, keren de vaartuigen naar de wal terug. Men roept de vrouwen toe, dat redding niet zal uitblijven, 's Nachts om 1 uur steekt de sleepboot „Wodan" in zee, bemand met de kapitein Jan van Rees, de duiker Martijn Sperling en diens beide neven Leen en Kees Sperling. Kees Sperling. Leen Sperling. Martijn Sperling. Een journalist. De Sperlings vertellen aan een journalist, hoe de drie vrouwen gered zijn. Leen: 't Was één uur, meneer.... Kees: Een donkere nacht... Martijn: En een zee, nog net zo wild als de vorige dagen.... L.: We leien de „Wodan" recht langs de pier voor anker. K.: We zorgden ervoor, dat er een vrij-brede geul tussen de pier en de „Wodan" open bleef.... M.: In die geul.... dat begrijpt u.... was de zee niet zo wild als daarbuiten! L.: Toen gingen we met de vlet verder. K.Martijn sprong 't eerst op de pier. Daar stond nog minstens een halve meter water! Af..- Maar Kees kwam me al gauw achterna.... K.: En zo.... de armen om elkaar heen.... wisten we de lichttoren, aan 't eind van de pier, te bereiken, 't Touw, dat nog altijd van de „Berlin" afhing, bonden we aan die toren vast! M.: En toen, meneer, toen klom ik langs die lijn naar boven, naar 't dek. Wat ik daar zag.... 'k vergeet 't nooit van mijn leven! De drie vrouwen zaten op een bank bij elkaar, doornat en verstijfd van de kou. Toen ze mij zagen, strompelden ze naar me toe; ze klemden zich aan me vast en dat deden ze zó stevig, dat ik niet eens los kon komen....! 't Was nét, of ze bang wa ren, dat ik weer weg zou gaan. Ik keek 's om me heen. Er lagen overal doden op 't dek. En dat dek zélf zat vol spleten en gaten, die ieder ogenblik groter en dan weer kleiner werden, 't Zou niet lang meer duren, of 't wrak zou uit elkaar slaan. K.: Er kwamen telkens al stukken naar beneden.... M.: „Laat me los!" zei ik tegen de vrouwen. En ik zette expres een nijdige stem op. Want ik begreep best, dat goeie woorden tóch niet zouden hel pen. „Ga zitten!" zei ik. „Jullie zien toch wel, dat ik zo geen vin kan ver roeren!" Nou, dat hielp! De vrouwen gingen weer naar hun bank. En ik greep een touw.... Journalist: Wat wou je daarmee doen, Sperling? M.Wel meneer, ik had al lang in de gaten, dat de vrouwen géén van drieën nog kracht genoeg hadden, om zich langs de lijn naar beneden te laten glijden. En daarom besloot ik, ze dat touw om te binden. Ik zou ze dan één voor één kunnen laten zakken! En lukte dat? M.: Nou meneer, dat viel me mee! Eerst riep ik de jongste van de drie, maar die weigerde, 't Was eigenlijknog geen vrouw; 't was een meisje van een jaar of zestien. Later hoorde ik, dat ze Mina heette, Mina Ripler, een kranige meid, meneer! „Die twee eerst", zei ze. „Ik kan nog wel een poos wach ten!" Goed, ik deed 't' Ik sloeg één van de vrouwen 't touw een keer of wat om 't middel heen, ik droeg haar zo goed en zo kwaad 't ging naar de verschansing, ik tilde haar over boord.... K: En toen zakte ze heel kalmpjes naar beneden. Ik bond haar dadelijk aan 't onderstel van de lichttoren vast, want 't arme schepsel kon ternauwer nood op haar benen blijven staan.... M.: Toen was de tweede aan de beurt. Die stakker, meneer.... die was helemaal... hoe zal ik 't zeggen.... helemaal in de war, u begrijpt me wel....! Ze had haar man in de zee zien vallen en haar kindje was in haar armen gestorven.... En daar3 zat ze maar aldoor over te praten. „Kom méé!" zei ik. En wéér zette ik een kwaaie stem op, al ging 't me door de ziel.... Want ik zag wel, dat er anders niets met haar te beginnen was. Zo wist ik haar ook van 't wrak af te krijgen. En Mina Ripler was de laatste.... K: Toen hebben we de vrouwen dwars door de woedende golven heen naar de vlet gedragen. Dat was een zwaar karwei, meneer.... L.: En daarna bracht de „Wodan" ons naar de wal. De vrouwen werden meteen in hotel „Amerika" onder gebracht. U weet, dat ze daar een ziekenhuis van gemaakt hebben. M.: Ziezo, meneer, nou weet u alles. K.:'t Was niet gemakkelijk, rrieneer. L.: 't Was moeilijk, ontzettend, moeilijk.... M.: Maar tóch ben ik blij, dat we 't hebben dóórgezet En als 't morgen wéér zou moeten.... jongens....? K.: Wel, dan gingen we er dadelijk wéér doorheen....! Grafsteen: 2 kinderen en vader Simon en Dorothy Boortje. Over het Ouddorpse geslacht: Sparling schreef Van Gemerden in z'n artikelen: Ouddorpse geslachten: SPARLING Te Ouddorp ondertr.-tr. 31 aug.-16 sept 1792 Martijn Sparling, geboortig van Ingerar onder Darmstadt (volgens een ander boek Gerak) met Cornelia Mus, ged. 25 maart 1759 als d.v. Johannes Joh. Mus en Grietje Rob- berts Steurenberg. Vermoedelijk zijn niet alle kinderen gedoopt Zo was er een zoon Daniël, die alter ook huwt die volgens de akte van over lijden geboren moet zijn plm. 1794; er was verder een dochter Grietje geb.- ged. 4-16 febr. 1800; Catharina geb.- ged. O., 7-22 juli 1804 en er werd een zoon Martijn geboren O. 14 maart 1814. Daniël huvn 14 mei 1829 met Cor nelia Alema, ged.-geb. O., 4-17 sept 1809 als d.v. Teunis Aleman en Lint- jen van der Bok. Uit dit huwelijk 6 dochters en 8 zoons waarvan 2 dochters en 2 zoons jong overlijden. De zoons Martein (geb. O. 19 sept 1829), Comelis (geb. O., 22 okt 1832), Jan (geb. O., 11 sept 1840) en Teunis (geb. O, 15 dec. 1846) huwen resp. te Ouddorp, 4 juli 1879 met Dimmetje Nuij 8 dec. 1869 met Jan netje den Ouden; 26 mei 1865 met Jacomijntje Hoek en 2 okt 1879 met Adriana Diderica Koek. Martijn geboren 10 maart 1814 huwt te O., 3 mei 1832 met Arentje de Vogel, geb. te O., 2 febr. 1812 als d.v. Cornelis de V. en Elizabeth van Heest. Hieruit 5 dochters en 7 zoons, waar van tenminste 1 d. en 2 zonen jong overlijden. De zoon Daniël, geb. O., 5 juli 1852 huwt te O. 29 dec. 1876 met Jaco mijntje Kasteleyn; de zoon Wouter geb. O., 12 aug. 1855a huwt te O., 18 mei 1876 met Cornelia Nieman. De naam wordt na het trouwen van Martijn in 1792 steeds Sperling ge speld; bij de geboorte van Wouter bovengenoemd en diens nazaten wordt weer de oorspronkelijke naam Spar ling gebezigd. Bij de anderen blijft dus de naam Sperling gebruikt Tenslotte: Er verscheen een verhaal „De Koperen Helm" bij C. de Boer Jr. te Amsterdam, waarin een Sperling voor komt, getrouwd met een dochter van Piet Struyk te Goeree. Als iemand mij dit boek kan leveren of laten lezen zou hij mij een groot plezier doen. Het echtpaar Simon en Boortje. Ds. Weselius Pretorius Ds. Weselius Pretorius of Wessel Pre torius, was in Ouddorp predikant van 1639 tot 1653. Uit „Trouw"' of 'n ander blad knipte ik het volgende stukje: Dr. W. Punt gaat in Ouddorp Pretoriusalbum aanbieden Met een dubbele missie is dr. W. Punt uit Pretoria naar Nederland gekomen, om iets te brengen en om iets te halen. Bij zyn bagage bevindt zich in de eerste plaats een gedenk- album van de bijna, honderdjarige stad Pretoria vergezeld van een bood schap van de burgemeester de heer E. Smit aan zijn Ouddorpse collega. Dit alles, omdat de stichter van Pretoria, Andries Pretorius, de held van de slag aan de Bloedrivier, uit Ouddorp stamt. Immers de zoon Johannes Pretorius (de vader van Andries) was een zoon van ds. Weselius Pretorius van Oud dorp. Naar wij vernemen gaat dr. Punt op 4 september het album plechtig aan bieden. Maar dr. Punt heeft nog meer plaimen. Zijn tante, bij wie hij in de Prins Hendrikstraat in Den Haag lo geert, ziet hem nauwelijks, want hij speurt in de Nederlandse bibliotheken naar oude kaarten, waarop de routes van de voortrekkers voorkomen. De Ouddorpse collega van de burge meester van Pretoria was J. A. Kleijnen- berg, die in 1947 burgemeester van Oud dorp en in 1961 van Stellendam en Goe ree is geworden. A an deze zoon van een kleine Melissantse boer, die de melk uitventte, ook bij ons thuis, heb ik de aangenaamste herinne ringen. Z'n medemenselijkheidsbetoon was voor beeldig. Dat hij 't belangrijke ambt van burge meester kon vervullen en dat in een ge meente als Ouddorp, wier geestelijke lig ging zo totaal anders was dan de zijne, heeft mij altijd met bewondering vervuld. Zijn ijver om de badplaats Ouddorp toe ristisch aantrekkelijk te maken, is wel een grote verdienste van hem. We plaatsen de foto waarop hij als melk boer staat Deze foto vormt 'n bewijs dat men niet in Amerika behoeft te leven om te gaan behoren tot hen, die in hoogheid (van het ambt) gezeten zijn. Degene, die rechts staat, in 'toverhemdje, is ondergetekende, naast hem J. A. Kleij- nenberg, in overal, met een melkbus, waaruit de klant aan de deur bediend werd. Helemaal links Bertha Touw, (wed. Zorge), die Koos Kleynenberg, als 't glad was, kwam afhalen om haar gearmd naar de kerk te begeleiden (Daarop had ik het oog toen ik over z'n medemenselijkheid had). De Franse bezetting te Ouddorp 't Lijkt me wel interessant het onder staande stuk uit Eilanden Nieuws van jaren terug, te laten afdrukken. INGEZONDEN Ter beantwoording van de vraag van „Arjanus" die in een van zijn stukjes, vroeg of hier Franse bezetting geweest is, diene het volgende. Hier in Ouddorp was terdege bezetting wat de naam nog uitwijst van „de Brakke" bij de molen van Voogd, be woond door de wed. Koole. Het woon huis was van de overste en de schuur op het erf voor de soldaten. Van die schuur is vroeger een heel eind af gebroken, die is n.l. veel langer ge weest Brakke is Ouddorps en wil zeggen de barak of barakken. Daar hadden de soldaten hun bakermat, de mogelijkheid was er, dat de engelsen hier wel landingen konden doen. Oud dorp had in die tijd geen haven; de schepen lagen toen bij Vissershoek en naderhand in de Oude Val. Verder is er bij ons het bekende „Moordenaarsweegje" oostelijke van het Jonkersteese bos en ook het Esse- bos uitkomende aan de Nieuweweg. Daar is Pieter Poulusse om het leven gebracht. Hij was in die tijd postbode en droeg nog al eens geld bij zich. Paulusse was van te voren gewaar schuwd dat hij daar niet heen moest gaan als het donker werd, omdat het daar voor hem gevaarlijk kon zijn. Hij zei: ik zal toch de kortste weg maar nemen. Waarschijnlijk woonde hij te Goedereede en die korte weg door een zeer donker bos heeft de man zijn leven gekost Wel heeft de overste de daders zwaar gestraft Om de dader(s) aan te wijzen werd een list gebruikt Al de manschappen moesten op de Brakke verzameld worden; toen liet men af kondigen, dat al wie Pieter Paulusse vermoord had nu nog kon vluchten. Drie mannen gingen er ijlings van door doch de overste had zijn wachten uit gezet om ze te grijpen. Een wist te ontkomen; hij vluchtte naar de Zuid kant van het eiland en ging vandaar met een roeiboot naar de overkant. De andere twee werden gegrepen en heb ben hun gerechte straf ondergaan. In de Middelduinen zijn ze terecht ge steld. Zij moesten eerst hun eigen graf graven en zijn daarna dood geschoten. Nu nog een ander geval, om te illus treren dat er ook te Ouddorp inkwar tiering geweest is Op het boerderijtje bij het begin van de Boutweg, was een jonge Fransman ingekwartierd, een he le beste kerel. Hij deed allerlei kar weitjes voor de bewoners, o.m. kippe- eieren zoeken in de mantelienge. Op 'n avond kwam hij thuis en was zo druk met praten en gebaren, doch kon het de mensen niet aan hun verstand brengen. Hij sprak van „de grote cochon en de kleine cochonnen" en bedoelde daar mee 't varken met de biggen (varken is in het Frans cochon). En nu wist hij van zijn kameraden dat ze die nacht de krulstaarten zouden komen stelen. Daar de bewoners hem niet begrepen joeg hij alles in huis, ook de varkens. En 's nachts kwamen de Fransen het hele erf afzoeken en vonden niets. In die dagen werd bij een familie wonende op een plaats, een erfenis verdeeld. Naar het schijnt was die vrij groot In die dagen hadden de mensen niets dan klinkende munt en er waren toen geen banken om het geld uit te zetten en uit vrees dat men het kwijt zou raken hield men het in huis. De erfgenamen, die hun portie moesten meenemen durfden uit vrees voor de Fransen het geld niet te vervoeren. Men deed het 's nachts met kar en paard, de wielen omwonden met zak ken! Dan was het haast niet hoorbaar. U moet weten dat het in die dagen erg donker was op de wegen, er was veel bos, alle wegen waren met hout be plant en het was geen verharde weg. Over het algemeen waren de Fransen hier zeer gehaat Er is een verhaal dat op de Palmstee een Fransman kwam die vroeg on\ te drinken. Men verwees hem naar de kamemelkston en toen hij er bij was lichtte men hem de benen en verdronk hem in de ton. (Door onder tekende is dit feit geplaatst bij 't For tuintje). Al wat ik u nu schrijf is uit mondelinge overlevering van mijn moeder, die dit alles wist van haar grootmoeder, in 1752 geboren. Die was in de Franse tijd in de kracht van haar leven. Ik hoop „Arjanus'met deze mededelingen een genoegen te hebben gedaan. E. GRINWIS P.zn. Dijkstelweg 4 - Ouddorp 't Zou wel van belang zijn als iemand ons kon vertellen van Ouddor in de Duitse tijd, toen de Duitsers Ouddorps kuststrook 'nb onderdeel van de Westwall maakten, ter verhindering van een invasie van overzee. Ouddorp ook in onze ooriogen tegen En geland van groot strategisch belang. In de 2e Engelse Oorlog (1664 - 1667) bewakaten 4 compagnieën soldaten het Brouwershavense Gat; ze hadden nl. be- oosten de Steenweg, een schans en bol werken opgeworpen. Deze „Schans" was een sterke Fortresse. Het stuk land „Paviljoen" genoemd, her innert nog aan de kazernen, die in de 4de Engelse oorlog (1780 - 1784) aldaar werden gebouwd. (Van der Waal en Ver- voorn). F. den Eerzamen zegt na die kazernes vermeld te hebben: „Er werden batterijen aangelegd; bij de Kwade Hoek lag de batterij Zeezicht, verder was er een in Middelduinen in het Oude Nieuwland en in Preekhil. Ook in de Franse Tijd zijn hier maatregelen tegen een Engelse invasie de batterijen versterkt" (pag. 77). De Razzia van december 1944 De Razzia van december 1944 heeft ook geleid tot wegvoering van een aantal Oud- dorpers naar Duitsland. In Eilanden- Nieuws van 21 december 1984 beschrijft dhr. Hoogzand deze razzia uitvoerig. Voor historische bijzonderheden over Ouddorp wil ik u verwijzen naar: „Van Westvoome tot St. Adolfsland", door De Motte uitgegeven. M'n persoonlijke belangstelling voor Ouddorp is me bijgebracht door mijn vader, die ging „wintemeven" bij de fa milie Bosloper in Ouddorp. Door een of meer schoolreisjes daarheen is ze versterkt. Door later naar 't strand te gaan, is ze nog toegenomen, 'k Heb nog wel de oude vuurtoren be klommen, wier opzichter me vertelde, hoe Koningin Wilhelmina bij een bezoek aan de toren hem verbaasd had met haar kennis van zaken. Met 'n Sperling bezocht ik de kweek school te Hellevoetsluis en ik zoch them thuisook een keer op. Met een Spee en 't Padmos kwam ik als J.V.-er in aanraking. De strijd in de Geref. Kerk rond ds. C. Diemer maakte ik intens mee. Uit Ouddorp kwam het groentevrouwtje bij ons te Melissant aan de deur. Toen ik later alles wat over Flakkee ging, verzamelde, miste ik Van Eijk z'n verhaal, dat ik, nu 't opnieuw verscheen, direct bestelde. Als wij het verschil tussen het Ouddorps en het Melissants wilden aanduiden, de den we 't zo: In Ouddorp vraagt men: „Go je mee of bluuf je stoo?" in Melissant: „Gae je mee of blief je stae?" Met belangstelling volg ik nog steeds ook wat over Ouddorp geschreven wordt. Zo ook wat in 't R.D. van 18 juli 1984 stond: „Op zondagen zijn de dorpskernen gelukkig erg rustig", antwoord Van Velzen op de vraag hoe het gesteld is met de zondagsrust in de gemeente, vooral als er 's zomers veel toeristen zijn. In de gemeente Goedereede wo nen namelijk ruim 10.000 mensen, terwijl de capaciteit van de verblijfs- accommodatie rond 16.000 ligt. „Het gaat dan voornamelijk om Ouddorp, want daar zijn verreweg de meeste recreanten. Het hele strandgebeuren ligt nogal ver van Ouddorp af. Het is zelfs zo dat er verschillende rekreanten hier naar de kerk komen, 's Zomers worden er elke zondag drie diensten belegd. Maar aan de andere kantmoe- tenn we ook geen ideaalbeeld gaan vormen van de recreatie op Ouddorp. Ook hier zien we dingen waar we het niet mee eens zijn. Maar wat wij als gemeente in de hand kunnen houden, dat gebeurt", zo verklaart Van Velzen. J. L. Struik Davenschot 37 8141 BB Heino Tel. 05729 - 2244 Onze fraaie, vernieuwde foto-woninggids Taxatie van uw woning bij veri^oop Advies bij uw voornemen tot aan- of veriioop van een woning Bij bemiddelingsopdracht: Wij bemiddelen met veel succes Bemiddeling en taxaties onroerende goederen Postbus27-Winterstraat 14-3247 ZG DIRKSLAND Telefoon 01877 - 1309

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1985 | | pagina 10