EIÜM1DEt1-l1IEUW5
90 jaar
geleden:
MaasenScheldebode
De Heilige Schrift
de waarheidsvriend
JIKKEMIEN
31 augustus -
7 september 1894
BON
Helpt de ziekenhuizen
in Israël
Als O de bus mist..
Gin 3S8000.
VERKOPING
CPJ opent seizoen
Een kompleet GANZENTUIG
24 t/m 30 september
NATIONALE COLLECTE V
NIER STICHTING NEDERLAND!
Uitslagen Damvereniging
„DENK EN ZET"
No. 5331
vijf en twintig gulden cadeau
Tien gulden cadeau
Publikatie van de Vereniging Streei(niuseum
Goeree - Overfiakicee
Kerkstraat Sommeisdijk
Boekbespreking:
Godsopenbaring
Reformatie
Dat is waar....
HUIS VERKOPEN?
makelaar tamboer bellen
voor deskundige bemiddeling
m] 01870-3477 m
DD
VERVOLGVERHAAL
2e Blad
VRIJDAG 21 SEPTEMBER 1984
PLAATSELIJK NIEUWS
MIDDELHARNIS
J.l. zaterdag had een werkman het on
geluk, terwijl hij in een schuur werkzaam
was, te vallen, waarbij hij belangrijke
wonden in het aangezicht bekwam en zijn
pols brak. Terwijl genoemde door die
omstandigheden het bed moest houden,
trachtte hij zich heden in zijn bedstee door
verhanging van het leven te berooven.
Zijn huisvrouw die dit bij het in huis
komen bemerkte sneed het touw gelukkig
nog intijds af.
STELLENDAM
Een man en een vrouw hadden hier samen
een tuintje omgespit en in orde gebracht.
Een bedje was nog leeg gebleven. De man
zaaide er in stilte om zijn vrouw te ver
rassen, salade in, maar den anderen dag
dacht zijne vrouw ook aan het leege bed en
legde er boonen in. Dagelijks gaan man en
vrouw het bed bekijken, schoonhouden en
wieden. De vrouw ziet de teedere salade-
kiempjes voor onkruid aan en de man de
boonspruitjes evenzoo.
En op die manier kreeg de man geen
salade en de vrouw geen boonen.
Deze geschiedenis gebeurt duizendmaal
in den tuin der opvoeding, als vader en
moeder niet samengaan in den arbeid en
zonder overeenstemming werken, zoodat
de een uitrukt wat de ander gezaaid heeft.
OUDDORP
Dat er tegenwoordig in bijna alle ge
meenten van dit eiland weinig kinderen
worden geboren en het aantal overledenen
ook gering genoemd kan worden, blijkt
ook uit de registers van den Burgerlijken
Stand dezer gemeente, daar er in de
afgeloopen twee maanden, juni en juli
slechts 18 geboorte aangiften hebben
plaats gehad, terwijl er 3 overleden en 1 in
ondertrouw werd opgenomen.
SOMMELSDIJK
Volgens het inschrijvingsregister van de
Nationale Militie van de lichting 1895
bedraagt het aantal jongelingen 27 die dit
jaar moeten boten, waarvan 7 redenen
van vrijstelling hebben wegens eenige wet
tige zoonof broederdienst, zoodat de kans
voor menigeen uitstekend staat, om een
hoog nummer te trekken, dat buiten op
roeping valt, terwijl er zeker 13 a 14
lotelingen vrij kunnen zijn.
STAD AAN 'T HARINGVLIET
L.l. maandagvoormiddag ontlastte zich
boven deze gemeente een onweersbui,
vergezeld van een zware regen, als oudjes
van 80 jaren zich niet kunnen herinneren,
ooit zulks gehoord of gezien te hebben. De
bui duurde van even voor 10 tot ruim 12
ure. Het water viel zoo in stroomen neer,
dat de Nieuwstraat een kreek was, ja het
liep bij de menschen over den dorpel in
huis. Op den zoogenaamden Ouden Jon
ker heeft men van 11 ure tot half in den
middag moeten scheppen en dragen om de
schuur te bewaren; het B rulslop stond zoo
onder water dat een bewoner er van op het
bed moest vluchten en daar wachten tot
het water een weinig gezakt was. Wat zal
het einde zijn, en wat de toekomst? Hoe
moet den landman zijn lasten voldoen?
Het bederft alles voor ons oog; en den
werkman? Niets verdienen? De kelder
leeg enz. wat dan? Treurig, van alle kanten
treurig!
BURGERLIJKE STAND
MELISSANT
GEBOREN: LeendertC. z.v. C. StruikenL.
van Beek - Leendert z.v. L. Keizer en C.
Bakker - Hademina J. d.v. D. D. Kaste
lein en S. de Hoog-Maria Pietemella d.v.
J. v.d. Zande en M. van Eeuwen.
DEN BOMMEL
GEBOREN: Cornelia d.v. D. Bogerman en
C. de Graaff - Wilhelmina d.v. J. van
Prooyen en A. J. de Graaff.
SOMMELSDIJK
GEBOREN: Comelis z.v. BarendKranse en
A. Rooij.
GEHUWD: Jan Trommel 40 jaar, weduw
naar van A. Kardux van Stad aan 't
Haringvliet en N. v.d. Sluis, 39 jaar -
Abram Vroegindeweij, 33 jaaren Arendje
C. Both, 23 jaar - Pieter Dorsman, 32
jaar, weduwnaar van Jannetje v.d. Put en
Cornelia Faasse, 27 jaar.
MIDDELHARNIS
ONDERTROUWD: Joost Boeter, 23 jaar en
Lijnte Brinkman, 21 jaar - Abr. van
Putten, 24 jaar en Jacomina J. Hartog, 23
jaar.
GEHUWD: Aren van Lente, 21 jaar en
Magdalena Langbroek, 20 jaar.
GEBOREN: Jacob z.v. Arij Oosteriing en
A. deKorte-Ariez.v. Janv.d. WaalenJ.
Vis - Johannis z. v. Joh. van Heemst en A.
Nelisse - Johannes z.v. Abram Kool en B.
K. van Delft- Arendje d.v. Jan Krijger en
J. van Gelder.
STAD AAN 'T HARINGVLIET
GEBOREN: Bastiaan z.v. Willem v.d. Mast
en J. Huizer - Johannis z.v. Dirk Huizer
en W. v.d. Pijl.
ADVERTENTIEN
TE KOOP AANGEBODEN voor een
prijsje:
met 9 prachtige jonge, goed gedresseerde
lokganzen.
Adres met franco brieven motto ,,Gans"
aan:
W. Beekhoven, Boekhandel
SOMMELSDIJK
ledere kooper van Vi flesch bier ontvangt
gratis een genummerde bon. Valt op dat
nummer in de 347ste staatsloterij honderd
duizend gulden, dan geeft ondergetee-
kende op vertoon dier bon
Den agent of slijter die na afloop der
trekking het grootste aantal V2 flesschen
heeft omgezet ontvangt gratis
In elke plaats een solide en active agent
gevraagd, tegen flinke provisie.
D. HOBBEL
Bierhandel Ooltgensplaat
A. J. K.
Het hulpprogramma van de sinds 1977
bestaande stichting „Verpleegkundigen hl
voor Israël" betreft voor het jaar 1984 de
betaling van salaris, pensioenrechten, so
ciale lasten en dienstkleding van DER
TIEN verpleegkundigen in TIEN Israë
lische ziekenhuizen.
Voor dit bitter noodzakelijke werk is
voor het jaar 1984 een bedrag nodig van
420.000,Hieraan ontbreekt nog
een bedrag van 150.000,
Draag daarom uw steentje bij!!
Wij letten op, dat uw geld goed wordt
besteed en dat nergens teveel wordt uuit-
gegeven. Ons doel blijft: „Israël te helpen
waar dat het meest nodig is".
Helpt de ziekenhuizen aan verpleegkun
digen om alle zieken: Joden, Arabieren,
Christenen, Druzen, Armeniërs en Kop
ten te verplegen, om kinderen bij ge
boorten en opgroeien de nodige hulp te
bieden, om ouderen een goed levenseinde
te bezorgen.
Giften kunnen worden gestort op giro
3885840 ten name van: Penningmeester
Ned. Stichting V.V.I. Alb. Plesmanplein
92, 2805 AE GOUDA (tel. inl. 01820 -
18579-H. Meindert).
Giften voor dit doel zijn aftrekbaar bij de
belastingen. De penningmeester ver
noemd verstrekt u gaarne uitvoeriger in
lichtingen ten aanzien van de zieken
huizen en de afdelingen waar hulp ge
boden wordt.
HERKINGEN
Woensdagmiddag 26 september om half
3 houdt de bejaardensoos te Herkingen
een verkoping van zelfgemaakte artikelen
tb.v. het Rode Kruis.
Ieders belangstelling vinden wij fijn. Er is
gelegenheid tot een gezelligheidsbezoekje
onder het gebruik van een kopje koffie met
cake a 1,50.
Een en ander wordt gehouden in het
bejaardencentrum, Klinkerlandsestraat.
Vrijdag 28 september wil de C.P.J.
(Christelijke Plattelands Jongerenorgani
satie) het nieuwe seizoen openen met een
feestelijke avond. Deze avond zal in het
teken van de jaren '50-'60 staan en wordt
in „Het Fort" te Ooltgensplaat gehouden.
De muziek wordt verzorgd door Vincent
HuUegie. Heb je zin in een avond met veel
muziek, gezelligheid en tijd om bij te
kletsen? Kom dan ook naar „Het Fort".
We beginnen om 20.00 uur.
Iedereen is van harte welkom!
Bij velen van onze lezers zal De Waar
heidsvriend, het wekelijks orgaan van de
Gereformeerde Bond in de Nederlandse
Hervormde Kerk niet onbekend zijn.
Mede door middel van dit blad tracht de
Bond gestalte te geven aan zijn doel
stelling, namelijk „de verbreiding en ver
dediging van de Waarheid in de Neder
landse Hervormde (Gereformeerde)
Kerk". Met name het laatste tiental jaren
neemt de Waarheidsvriend, waarvan de
veelschrijver ir. J. van der Graaf eind
redacteur is, artikelenseries rond een be
paald thema op. Na publicatie in het blad
ontvangen ze doorgaans in boekvorm een
meer duurzame en handzame verschij
ning.
Als zodanig verschenen de laatste jaren
b.v. „Vast en zeker" (aspecten van het
verbond), ,,De religie van het belijden"
(enkele capita uit de geloofsleer), „Tien
keer Gereformeerd" (de Gereformeerde
Gezindte in haar eenheid en verscheiden
heid), en om niet meer te noemen
„Op de hoogte van de heilsfeiten" (enkele
aspecten van de prediking). Bedoeld als
handreiking aan de gemeente. Een alter
natief voor de synodale stukken? Hoe het
zij, veel lezenswaardige bundels hebben
op deze wijze het licht gezien.
In de jaargangen 1981 en 1982 werd een
serie artikelen geplaatst, gewijd aan De
Heilige Schrift. Voorwaar, een belangrijk
onderwerp. Zijn niet de Schriften ons
gegeven als „een doorbraak van de eeuwig
heid in de tijd" (Aalders); de Heilige
Schrift, zo belijdt de kerk van de refor
matie, vervat de wil van God volkomen en
al hetgeen de mens schuldig is te geloven
om zalig te worden, wordt daarin genoeg
zaam geleerd. Het Woord van God is dan
ook niet gezonden of voortgebracht door
de wil van een mens, maar „heilige men
sen Gods, door de Heilige Geest gedreven
zijnde, hebben het gesproken", zo schreef
de apostel Petrus aan de verstrooide ge
meenten. De Heilige Schrift is niet minder
dan Godsopenbaring!
In deze zin en met deze intentie werden
de diverse artikelen, die nu zijn ge
bundeld, geschreven. In het „Ten ge
leide" sluit Van der Graaf zich aan bij
Paulus' uitspraak „Het Woord van God
is niet gebonden". „Dat belijden wij
ook nu. Het Woord zal vrijmachtig zijn
gang gaan door kerk en gemeente en in
de harten van mensen. Het zal alles
doen wat God behaagt en het zal voor
spoedig zijn tot al datgene, waartoe Hij
het zendt".
Veel aspecten komen in deze meer dan
200 pagina's tellende paperback aan de
orde. Het boek zet in met artikelen over
het gezag van de Heilige Schrift, het zelf-
getuigenis, de inspiratie en de grondtalen
van de bijbel, geschreven door resp. prof.
dr. C. Graafland, ds. J. Maasland, dr. J.
Broekhuis en dr. J. Hoek. Het volgende
drietal is gerangschikt naar een histo
rische norm: het Woord, zoals het werd
ontvangen door de Reformatie (drs. A. de
Reuver), zoals het wordt beleden in de
Ned. Geloofsbelijdenis (drs. K. Exalto)
en zoals het werd beschouwd in de ge
reformeerde Orthodoxie (prof. dr. C.
Graafland).
Na deze historische trits vervolgt de bun
del met de vraagstukken van de historici
teit (drs. C. van Bart), de literaire genres
(drs. W. Dekker) en de Schriftkritiek (drs.
H. J. de Bie). Aansluitend tekent drs. C.
den Boer de bijbel als joods boek en gaat
drs. W. Chr. Hovius in op de verhouding
oud- en nieuw-testament. Het geschrift
besluit met drie min of meer op zich
staande verhandelingen, namelijk „De
Heilige Schrift en de prediking" door dr.
L. G. Zwanenburg, Tijdgebondenheid
en tijdbetrokkenheid van de Heilige
Schrift" door ds. H. Visser en „Voortgang
der openbaring in leer en leven" door dr.
S. Meyers.
Laat u niet afschrikken door de weten
schappelijke graden van de scribenten.
Vrijwel alle artikelen zijn helder en over
zichtelijk geschreven, bevattelijk voor het
geïnteresseerde gemeentelid. Wel is op
enkele plaatsen van overlapping sprake
(Dekker De Bie Den Boer
Hovius, etc), maar storend is dat niet.
Wat mij betreft had het drietal historische
artikelen mogen worden doorgetrokken
richting heden, met b.v. de Schriftvisie
van het piëtisme, de Auflclarung, het 19de
eeuwse modemisme en van b.v. Kohl-
brugge, Barth, Miskotte om maar en
kelen te noemen.
Ik kan er niet aan denken op elk van de
bijdragen in te gaan. Graag nodig ik u uit
er zelfkennis van te nemen. Wel wil ik nog
kwijt, dat met name de artikelen van
Maasland, Exalto en De Reuver mij erg
aanspraken. Deze bijdragen zijn door
trokken van de gereformeerde Schrift
beschouwing, waarin de Schrift ontvan
gen en verstaan wordt als het gezag
hebbende getuigenis van de sprekende
God.
Ds. De Reuver (sedert kort te Delft)
behandelt zoals gezegd de verhouding
Reformatie-Woord. Dezen horen bij
een als de beek en de bron, zo lezen we.
„Uit de bron van het Woord welt de
beek van de Reformatie. Deze orde is
niet om te keren. Niet de Reformatie
bracht het Woord voort, maar het
Woord verwekte de Reformatie". De
reformatoren schuilden dan ook weg
achter hun boodschap. Niet zij refor
meerden de kerk, maar het Woord deed
het en met het Woord de Geest. „Het
was hun grootheid dat zij woorden
spraken aan hèt Woord ontleend en dat
zij hun namen verloren hadden aan die
Ene Naam".
De kerkhervorming was geen zaak van
onderop. Zij gaat niet van mensen uit en
komt niet uit mensen voort. Is het in dit
verband niet tekenend, zo merkt De Reu
ver op, dat Calvijn die toch zo attent was
op de verantwoordelijkheid voor de zui
verheid van de leer, uiterst passieve"
formuleringen durft te gebruiken, zoals
deze:De kerk is niet maar het gezelschap
dat de zuivere leer heeft, dat ook maar
zij is veeleer de plaats waar de zuivere leer
de mensen heeft in de prediking van het
Evangelie".
Hoewel anderzijds, als het ging om de
grote betekenis van de prediking in Gods
heilshandelen, durfden de reformatoren
ook krasse ,,aktieve" uitspraken te doen.
Luther werd eens geconfronteerd met een
alleszins aanvaardbare these die luidde:
„De mens predikt, vermaant, troost,
doopt maar de Heilige Geest werkt".
Waarop Luther reageerde met: „Gód
predikt, vermaant, troost, doopt wan
neer de prediker het doet".
De Reuvers bijdrage is vooral gewijd aan
Calvijn. Uitvoerig gaat hij in op dè karak
teristiek van Calvijns prediking: verkondi
ging van Gods beloften. „De inhoud van
de Evangelieprediking is dan ook: de
belofte Gods, dat wil zeggen de toe
zegging en verzekering van Zijn barmhar
tigheid". Aan de hand van diens commen
taar op de Hebreeënbrief demonstreert hij
welk een hoge dunk Calvijn had van het
Woord. Het gaat hierbij om het Woord als
spiegel van God, gewaad van Christus en
wagen van de Geest. Het is hier alles goud
wat er blinkt
Ook aan Luther wijdt De Reuver enkele
bladzijden. Heel treffend, zoals eigenlijk
alleen Luther het kon, typeerde deze het
deel-hebben aan het Woord. Zoals het
Woord is, wordt ikzelfdoor het geloof.
„Dan schrijft de Geest het Woord dat ons
verkondigd wordt, innerlijk in het hart.
Want die het horen, krijgen van binnen
een vlam, zodat hun hart zegt: D at is waar,
al zou ik er ook honderdmaal de dood om
moeten lijden.
Goed is alleen, aan Jezus' voeten te
liggen en Gods Woord te horen. Zo
wordt de ziel die aan het Woord hangt
net zoals het Woord zelf: rein, wijs en
heilig. Als ijzer in het vuur komt, wordt
het rood en neemt de eigenschappen
van het vuur aan. Evenzo wordt ook de
zwarte kool rood in het vuur. Zo nu
maakt ook het geloof, dat de ziel geheel
verenigd raakt met het Woord. Het
doorvuurt en doorgloeit de ziel, zodat
die geheel de natuur van het Woord
aanneemt. Nu kunnen noch hel noch
duivel noch enig ander schepsel het
Woord berispen; zelfs God doet dat
niet. Daarom, wie aan Gods Woord
hangt, is onberispelijk. En daarom is
niets beter dan: hangen aan Gods
Woord".
N.a.v. De Heilige Schrift, door C.
Graafland e.a. (eindredactie ir. J.
van der Graaf).
Uitgeverij Kok - Kampen.
204 pagina's. Prijs f 36,
LK.
VERSCHIJNT WEKELIJKS
63sle JAARGANG NUMMER 2
Ik ben de Weg, en de Waarheid en het Leven. Joh. 14 :6
De kop van het blad, enkele jaren geleden.
PREDIKBEURTEN ZEELAND
- Hervormde Gemeenten Tholen -
Zondag 23 september 1984
THOLEN- 9.30 uurkand. J. Kirpestein
uit Nieuw Lekkerland en 18.00 uur ds.
H. Verheul, bediening Heilige Doop.
POORTVLIET-10.00 en 18.00 uur ds.
Tj. de Jong.
SCHERPENISSE - 9.30 en 14.30 uur
ds. T. Wegman, Sint Anthoniepolder.
SINT MAARTENSDIJK - 9.30 en
14.30 uuur ds. J. van Loon, v.m. be
diening Heilig Avondmaal en nam.
dankzegging Heilig Avondmaal.
STAVENISSE - 10.00 en 18.00 uur ds.
J. van Eek.
SINT ANNALAND - 10.00 uur ds. H.
Verheul en 18.00 uur ds. A. Cysouw.
OUD VOSSEMEER- 10.00 en 18.30
uur ds. Th. v.d. Heijden.
SINT PHILIPSLAND - 9.30 uur ds. A.
Cysouw en 14.30 uur ds. P. Camme-
raet uit Leersum.
Uitslagen Damvereniging „Denk en Zet"
te Sommelsdijk/Middelharnis d.d. 17
september 1984.
Afdeling I
K. Vis - A. Knape2-0
P. Leroy - H. Verolme2-0
H. Koese - J. van Hoorn0-2
I. Mackloet - C. Spee1-1
B. Vis - J. Dekker2-0
Afdeling II
J. Lodder - J. Verbiest2-0
A. Verolme - F. Noordijk2-0
C. v.d. Bos - W. Vroegindeweij2 - O
M. Klink - I. KoeseI - 1
Afdeling III
A. Krijgsman - J. Holleman1-1
N. Quispel - N. Kievit2-0
Joh. van Hoorn - A. Campfens 2 - O
M. van Lente - L. Taaie1-1
A. v.d. Sluijs - J. Kamp1-1
T. van Brussel - L. van Erkel1-1
Afdeling IV
J. v.d. Kooij - L. de Rooij1-1
L. Kievit - M. Breeman2-0
H. Schellevis - C. v.d. Groef0-2
P. Verhage - J. K. de Rooij2-0
G. Zaaijer - J. Groenendijk1-1
^.l^,^l^l^^.^.l^4.^.^.^.^0.l^Jt■*****'^*4■*********'^***********'^********'^'^*'^**********'^*************^
door Dignate Robbertz
G. F. Callenbach B.V. Nijkerk
----- 72 ----------------------------------------
Maar Jikkemien wist dat er iets met Simen
aan de gang was. Ze had de laatste
maanden wel opgemerkt dat zijn tegenzin
voor Samel minderde en toen hij hoorde
dat Kee een kind verwachtte was hij er
over gaan praten met zijn schoonzoon en
kreeg hij belangstelling voor wat er op het
Olmenhof gebeurde.
Morge moe Josep mer is om je vader
komme, zei Jikkemien 's middags, ie
wil komme kieke ei 't un gezeid.
De lucht hing te trillen boven het goede
land en de opgaande vruchten. Josep had
zijn hemd losgeknoopt en wiste zijn ge
zicht af toen hij van de verewagen stapte
en Simen een hand gaf
Jikkemien wachtte tot hij op de voorbank
zat, dan draaide ze de deur op slot en klom
voorbij hem, achterin.
Stapvoets reden ze over de dijk. Simen
hield zich vast aan het zijbord en keek
gretig naar de brede stroken koren. Hij
rekte zijn hals om overal in het rond te
kunnen zien. Jikkemien zag dat hij een
beetje kleur op zijn gezicht gekregen had
en hij bewoog zich vlugger dan gewoon
lijk. Zwijgend wees hij naar de hoge
bomen van het hof toen ze de dreef
opreden.
Hij zag de cementen zijgevel van het huis,
het groenwitte hondenhok, de schelpen
paadjes tussen de bloembedden, de teel-
tuin, de bogerd, de kwetterende eenden,
die zich haastig in de dulve lieten zakken,
de ganzen met hun draaiende nekken....
Josep wilde hem helpen bij het afstappen,
maar hij weerde de hand af en stond ineens
op de grond, vlak bij de bakkeetdeur met
de ronde ijzeren knop, waar de figuren
uitgesleten waren van de vele handen die
eraan gegrepen hadden.
Alles was nog net als vroeger, toen hij
iedere dag voorbijkwam en zijn werk wist
in de schuur of buiten. Alleen met het
raam was iets veranderd. Hij moest be
denken hoe het geweest was. Rechte strak
ke gordijnen met een schulpen rand en nu
hingen ze gespleten, nieuwermoos zoals
bij de bezinne van de timmerman. Op de
vensterbank stond een ster van Bethle
hem te bloeien. De rankjes waren langs
een rekje geleid. De volle bloemtrossen
glansden en drukten hun hartjes tegen de
ruit
Jikkemien pakte zijn arm. Dat is noe
van dat stekje, dat Kee van ons mee
genomen eit.
In het grote voorhuis met de berookte
zolder en de diepe ramen liep hij achter
haar aan. Het rook er naar karnemelk en
vers opgemaakte boter. Het was ver
mengd met de lucht van groene zeep en
water dat pas uit de put was opgehaald.
Even maakte hij een beweging om de
bakkeetdeur open te doen, maar Jikke
mien trok hem mee in den uuze. Breed
scheen het licht over de blauwe en witte
leien en over de bruine matjes voor de
deuren. Simen aarzelde.
Twee malen was hij hier geweest in zijn
herinnering. De eerste keer toen Jikke
mien als werkster was opgezegd, zes we
ken voor de geboorte van Jan en nog eens
toen hij moest komen om de horen dat
Krijn Wisse geen vaste arbeider kon blij
ven houden. Janne had toen achter de tafel
gezeten en de boer stond naast haar, als
een jongen die zijn woord niet kon doen.
Dag vader! Schuw keek hij op. Zijn
gedachten bleven nog in die voorbije tijd
hangen. Zijn ogen zochten de mahonie
houten stoel met de leren rug en het harde
gezicht van de boerin. Op dezelfde plaats
stond een wieg met een afhangend blauw
kleed en in de bedstee zag hij het bleke,
gelukkige gezicht van Kee, die hem toe
lachte. Jikkemien had het kleed weg
geslagen en wenkte. Met verwondering
ging hij voetje voor voetje dichterbij en zag
zijn kleinzoon liggen slapen.
Wat un zwarten aertje. Voorzichtig
streek ze met haar vingers langs het klop
pend schedeltje. Xb was 't bie Jan ook,
weetje nog wel, Simen, laeter is z'n bruun-
der g'óore.
't Is een flienk kind, mummelde hij,
ik gloove dat Jan gróoter was.
Ie ei êel de waereld, vader. Kee ging
overeind zitten, maar Jikkemien schoot
haastig toe. Bluuf maer leggen, vader
kan best mee je prate.
Simen zat naast de wieg en keek af en toe
naar het kind, dat het voorhoofd fronste en
met de lipjes trok.
Ik ad èeder wille komme, zei hij en
stond weer op om Kee een hand te geven,
maer 't was moeilijk. Keetje.
Ze hield zijn hand stijf vast. Je moe
goed op je n'eige passé, vader. Ze keek
naar zijn ingevallen gezicht en het lichaam
waar het huis te groot voor geworden was.
De waegen ei toch nie 't ard geree?
Nêe.... nêe.... dat gieng goed. Ik was
blie.... dat ik.... 't land weer is zag.... d'r is
nie vee veranderienge.
Hij slofte terug naar de wieg. Kee zag dat
hij zijn voeten niet goed oplichtte en hij
hield zijn schouders naar voren of hij een
last droeg. Toen Jikkemien de gordijnen
voor de bedstee geschoven had omdat
Kee in slaap gevallen was, schoof ze haar
stoel naast hem.
En oe èet dat kind noe, Jikkemien?
vroeg hij en frutselde aan het kleed. Het
tule kantje bleef aan zijn ruig vel hangen.
Jikkemien vouwde een ponnetje over haar
knieën. Wel.... zei ze.... dat eb ik
toch al gezeid. Krien is z'n angegee.
O.... jaja.... dat was ik vergete....
't Zou mooi zien as ik vemaemd was,
zei hij na een poosje.
Jikkemien legde haar hand op de tafel vlak
naast de zijne en boog zich voorover.
Dat zou zeker mooi zien, misschien krieg
Kee nog meer kinders en Arend zal ook
trouwe.... fluisterde ze snel omdat de
baker binnenkwam.
Simen schudde zijn hoofd en moest dan de
baker bedanken, die hem feliciteerde met
zijn kleinzoon. Het was een jonge vrouw,
met een vrolijke stem. Ze praatte veel en
druk en lachte dikwijls.
Dat is een èele veranderienge, zó'n
kleinen. De vrouwe zal wete wat ze te
doen eit. Ik ebbe d'r viere groot te briengen
en as je man boeren-errebeier is, bin je bhe
as je een cent kan bie verdiene.
Jikkemien wist daarover te praten, maar
Simen zat stil met z'n rug half naar de wieg
en zijn handen stijf op zijn dijbenen.
Het kind begon zachtjes te huilen. Met
vlugge handen tilde de baker het bundeltje
uit de wieg in haar brede schoot en vouwde
een luier in drieën die ze onder het lijfje
schoof. Simen ging staan om de ogen te
kunnen zien. Ze waren fletsblauw en hij
zag nu ook dat de oogharen heel licht
waren. Jikkemien nam het kind over en
bracht het bij Kee, die de deken opzij sloeg
om het te laten drinken.
Nou.... lachte de baker, zó'n brokje
gezond leven, dat groeit ard, ie zal kom-
mende weeke wel een fleschje bie moeten
ebbe.
Ze pakte de vuile luier met een zwaai op
en zeilde met rokkengewaaier langs
Simen.
Dat is een onbesnuust vrommes, zei hij
verwijtend. Waerom ei jie toch Koba
niet genome, dit is glad een vreemde.
Koba gae nie meer uut bakeren, vader.
Die is ook een jaertje ouwer.
O ja! Simen zuchtte. Dat is zó.... ons
bin verslete.
Hij bleef maar zitten luisteren naar de
begerige slokken van het kind, dat dadelijk
begon te schreeuwen als Kee het verlegde.
Jikkemien naaide knopen aan een hemd
van Samel. Hier, voor de brede ramen
waren de grijze strepen door haar bruine
haar goed te zien.
(wordt vervolgd)