Afscheiding
Overdenking
„Bezoekers'^ aan
Herkingens kerken
uit de
Heilige Schrift
Begrafenisonderneming
„VOORZORG"
BUNGALOW
Boekbespreking:
1834-
(II)
-1984
Bladz. 2
,EILANDEN-NIEUWS'
VRUDAG 1 JUNI 1984
Deze vraag- en antwoord-rubriek staat
geheel ten dienste van de lezer die er
kosteloos gebruik van kan maken. Uw
vragen op velerlei gebied kunt u sturen
aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Post
bus 8, Middelharnis, met in de linker
bovenhoek „Vragen-rubriek" vermeld.
De vragen worden door deskundigen
beantwoord en zullen binnen enkele
weken na de inzending compleet met
antwoord in deze rubriek worden ge
publiceerd.
STAANDS SLAPEN
Hoe kan een paard rechtop blijven staan
als het slaapt? En is het waar, dat een
olifant zelfs blijft staan als hij dood is?
Antwoord: De poten van veel planten-
eters, waaronder ook olifanten, bezitten
een heel ander spierstelsel dan wij. Daar
door kan de rechte stand zonder enige
moeite worden vastgezet. Deze dieren
rusten dan veel beter uit dan wanneer zij
liggen. Als ze staan te slapen hebben de
hersenen geen controle over de spieren die
de rechtstandige houding moeten waar
borgen. Die taak wordt dan overgenomen
door reflexen die van het ruggemerg uit
gaan. Verslappen bepaalde spieren, dan
weten deze dieren zichzelf tijdig op te
vangen, zodat ze niet omvallen. Sterven
ze, dan blijven die reflexen uit en zullen ze
dus wèl ten val komen. Méér hierover kunt
u vinden in het interessante boekje „Paar-
denpraat" van W. Geldof, uitgave Het
Spectrum, no. 2013 van de Prismareeks.
VUeeCNSTiFT
Ik heb zo'n viltstift tegen insekten ge-
kochten nu vallen af en toe de vliegen van
de ramen. Maar mijn poes is gek op
vliegend ongedierte en vreet ze op. Kan
dat nu geen kwaad?
Antwoord: Met die stift strijkt u een
kontaktgif op ramen, deuren en wanden.
Dat krijgen muggen, vliegen, wespen enz.
aan de poten of lichaam en de zelfde
giftige stof komt dan in de bek en de
darmen van uw huisdier. Het lijkt ons
verstandiger als u ervoor zorgt, dat poes
en hond de aldus omgebrachte insekten
niet vangen en opeten. Natuurlijk moet u
ook kinderen van die ramen verwijderd
houden.
HYPOTHEEK NODIG?
makelaar tamboer bellen
voor gratis computerberekening
01870-3477 |g
venKcenDS AcapTGitto
Op sommige acceptgirokaarten zijn mijn
eigen naam en adres gedrukt. Hoe moet
ik daarmee aan als het bedrag voor
rekening van de jïrma moet komen en
daar in de boeken dient te worden op
genomen?
Antwoord: Als er nog geen gironummer
is vermeld, vult u dat van de firma in en
typt de firmanaam boven uw eigen naam
op de acceptgirokaart. Het strookje dat als
nota en stortingsbewijs dient, geeft u aan
de boekhouder van de firma, zodat hij het
kan gebruiken als betalingsbewijs. Overi
gens kan er ook een gewoon overschrij
vingsformulier van de firma worden uit
geschreven met de gegevens van de accept
girokaart, waarna het genoemde afge
scheurde strookje als vervanging van de
nota kan dienen.
ZILVSHEN MUNTCN
Ik heb wat zilveren munten verzameld,
maar ze worden op de duur bruin en
zwart. Wat kan ik daar tegen doen en hoe
krijg ik die verkleurde exemplaren weer
schoon en glanzend?
Antwoord: De oorzaak schuilt in het
zwavel, dat wel eens gebruikt is bij de
aanmaak van het muntzilver. Zolang het
bij een mooi laagje patina blijft, moet u er
niets tegen doen, want muntenverzame-
laars geven minder voor opgepoetste glan
zende en glimmende munten. Maar bruine
en zwarte exemplaren kunt u op een
schoteltje leggen en er dan wat zuiverings-
zout op strooien. Daarover giet u enige
druppels citroenzuur, dat u ook bij de
drogist kunt halen. Dan wat water en dat
doet de genoemde middelen bruisen. Als
het bruisen ophoudt, kunt u de zilveren
munten in lauw water schoonspoelen en
met een watje afdrogen. Dus nóóit wrij
ven, krassen of poetsen.
eitnSN BSWAREN
De eierboer raadde altijd aan de ge
kochte verse eieren beslist niet in de koel
kast te bewaren, maar nu zijn er in die
warme weken toch veel bedorven. Wat is
dan de beste plek?
Antwoord: Verse eieren kunt u het beste
bewaren bij een temperatuur van 10
graden C. Ze blijven bij 18° ook enkele
weken eetbaar, maar 30° en meer is
teveel. Dan kunnen ze beter in de kelder,
of kelderkast, of koelkastdeur. In de prak
tijk nempn ze echter snel iets van de smaak
of de geur van sterk riekende spijzen of
voorraden over. Die moet u er vèr van
daan houden, of luchtdicht afsluiten.
„Men trachtte onder het oordeel uit te loepen. Men verbrak de eenheid
met zoo vele geloovigen, die in de kerk der vaderen bleven. Voor zooveel
het van hen afhing, verdeelden zij, zonder het te bedoelen natuurlijk, het
lichaam van Christus. Nu wordt de boom uit zijn vruchten gekend. En die
vrucht is niet zoo mooi. Een verzwakte kerk laat men achter, en maakt
aldus de strijd der belijders zwaarder. Al meer scheuring en verdeeldheid
ontstaatAls wij dit alles opmerken, dan zien wij: het oordeel blijft, ook
al trachten wij het van ons af te werpen, zoolang de schuld niet van harte is
beleden, zoolang het recht Gods niet in de ziel is erkend". „De Koning der
Kerk is met het reglement van Koning Willem I uit de Hervormde Kerk
gebannen. En waar de Koning uitgebannen is, daar volgen vanzelf de
onderdanen, want als levende lidmaten der Kerk hebben zij een ware
levende gemeenschap aan Christus als het Hoofd".
Ziedaar, twee meningen over de Afschei
ding uit 1834. Het is duidelijk: twee elkaar
uitsluitende meningen. Zo consequent en
rechüijnig hoor je het niet dikwijls. De
eerste werd vijftig jaar geleden verwoord
door de bekende hervormde ds. S. van
Dorp. Hij sprak deze woorden uit in een
tijdrede ter gelegenheid van het eeuw-
„feest" van de Afscheiding. Het tweede
citaat is aanmerkelijk jonger. Hier is ds. F.
Mallan (Ger. Gem. in Ned.) aan het
woord (Tien keer Gereformeerd, 1973,
blz. 41).
Dissonant
Veel woorden zijn al in de afgelopen
maanden van dit jaar aan de uittreding van
1834 gewijd. En er zullen er nog vele
volgen. Conferenties, een symposium,
tijdschriftartikelen en boeken, alle met de
Afscheiding als onderwerp. Enkele weken
geleden besprak ik het boek van ds. Linde
boom, die zijn mening evenmin onder
stoelen en banken stak. Nu graag aan
dacht voor een heel ander geschrift, door
A. J. Klei in het dagblad „Trouw" ge
noemd „een alleszins verteerbare disso
nant" in de reeks herdenkingsgeschriften
over anderhalfjaar Afscheiding.
Ik heb het oog op het al enkele jaren
geleden verschenen maar nog steeds ver
krijgbare boek Zij die bleven En voor
het geval deze titel u nog niet genoeg zegt,
licht de ondertitel u helemaal in: „Schet
sen over leven en werk van acht predi
kanten die niet met de Afscheiding mee
gingen". Het bevat eerder in het weekblad
„De Waarheidsvriend" gepubliceerde
opstellen over en ik noem ze maar,
voluit: Nicolaas Schotsman, Jacobus Jo
hannes Ie Roy, Dirk Adrianus Detmar,
Bemardus Moorrees, Dirk Molenaar,
Comelis Carel Callenbach, Jan Jacob
Knap sr., en Alphonse Pierre Antoine du
Cloux.
De schrijvers/samenstellers zijn drs. K.
Exalto, ds. W. van Gorsel en ds. H.
Harkema, alle hervormd predikant van
gereformeerde overtuiging. De keuze van
de uitgever Callenbach te Nijkerk
zal wel mede bepaald zijn in verband met
één van „hen die bleven": C. C. Callen
bach, van 1828 tot 1861 predikant te Nij
kerk; diens zoon namelijk was de grond
legger van de huidige uitgeverij.
Aan het achttal opstellen gaat een kort
voorwoord vooraf, zeg een „verantwoor
ding". Waarom eigenlijk deze negen-
OUDDORP
P.V. „de Trekvogels
Uitslag wedvlucht Corbeil 26 mei 1984.
Deelname 382 duiven. Los 12.00 uur.
N.O. wind en regen. Eerste duif 17.32
uur. Laatste duif 19.20 uur.
A. Melissant 1, 10, 15, 21, 38, 41, 52,
81;G.van'tGeloof:2,28,56;A.Klijn:3,
29, 50, 66, 76, 94; H. Kleijn: 4, 9, 59;
Comb. Cees en Miep: 5, 12, 16, 40, 73,
74, 93, 96; Comb. Pijl-Verhage: 6, 8, 32,
70, 83; Comb. Kieviet 7,20, 22, 31, 39,
75, 79; H. Grinwis: 11, 44, 49, 58; J. A.
Willemse: 13, 61, 77; P. Mierop: 14,43,
46, 78, 80,90; J. C. van Werkhoven: 17,
18, 53; Joh. Grinwis: 19, 25, 47, 64, 71;
Comb. K en B.: 26,30,5155,92; P. van
Est 27,48, 72; L. Dorsman: 23, 24, 82,
88,91; C. M. Grinwis: 33,63,65,85,87,
89; T. v.d. Bok: 34, 36, 45, 67; J. Tanis:
35; C. Venneman: 37, 54, 57,62, 95; A.
Knape: 42; J. W. Bakelaar: 60, 68, 69,
86; KI. Meijer 84.
tiende eeuwse predikanten die gewoon
hervormd bleven, voor het voetlicht ge
haald?
Wel, zeggen Exalto c.s.: om te laten zien
dat er behalve „hen die gingen", ook nog
anderen waren zij die bleven. Zeker, zo
wordt toegegeven, wat de „vaders" van de
Afscheiding betreft, „we zijn zonder meer
overtuigd van hun goede bedoelingen,
want ze streden voor de eer en de zaak des
Heeren". En we moeten zeker niet blind
zijn voor de willekeur waarmee zij werden
bejegend en voor het onrecht hun aan
gedaan. Wie waren die „vaders" eigen
lijk?" Welgeteld waren het vijf predi
kanten die zich van de Kerk afscheidden;
....hun leeftijden varieerden van 24 tot 34
jaar...." (Tussen haakjes: is hier de toon
nog wel zuiver?).
Maar in de Kerk van de vorige eeuw
waren ook nog vele anderen. „Mannen
die met grote trouw het Woord hebben
verkondigd, hun pastorale werk hebben
gedaan; die minstens evenveel leed droe
gen om „de verbreking van Jozef' als
hun afgescheiden broeders; mensen die
niet moe geworden zijn bij de besturen
en bij de Synode te protesteren tegen de
ondermijning van het Schriftgezag en
tegen het loslaten van de Gerefor
meerde Belijdenis. Mannen echter ook,
die niet de moed hadden om de ver
vallen Kerk te verlaten, omdat zij ge
loofden dat de Heere die kerk in deze
landen had geplant".
Aan de nagedachtenis van deze „wach
ters op Sions muren" is dit boek gewijd.
Niet allen konden een plaats krijgen in de
bundel. Velen van hen zijn ook vergeten.
Immers, zo menen de schrijvers, „de kerk
geschiedenis heeft nu eenmaal meer aan
dacht voor mensen die naam gemaakt
hebben dan voor de veel grotere groep van
hen die trouw hun plicht deden en op hun
post bleven"....
Voorhoede
Eén van de hoofdstukken is dus gewijd
aan ds. A. P. A. du Cloux. Het werd
geschreven door ds. Van Gorsel. Voor
velen heeft de naam van dominee Du
Cloux de klank van een oude schrijver.
Dat zal wel zijn oorzaak hebben in de van
hem verschenen prekenbundels die nog
steeds geliefd zijn. Maar wist u dat deze
Du Cloux, in 1833 predikant van Vier-
huizen en Zoutkamp, eerst een heel an
dere rol heeft gespeeld? Hij was het die ds.
Hendrik de Cock uit het genabuurde Ul-
rum tot tweemaal toe aanklaagde bij het
Classicaal Bestuur toen deze de Doop had
bediend aan kinderen van buiten zijn eigen
gemeente. Het is ook een twijfelachtige
eer geweest voor Du Cloux dat hij de
eerste vakaturebeurt heeft vervuld in Ul-
rum na de schorsing van De Cock. Niet
zonder ironie vertelt ds. Van Gorsel: „Zo
deed zich de komische situatie voor dat
Du Cloux door een sterke gewapende
macht naar de kerk van Ulrum werd
geleid, terwijl er nergens één tegen
stander te zien was, en dat hij ongestoord
de kansel kon beklimmen in een bijna lege
kerk...." Later na zijn geestelijke omme
keer, heeft Du Cloux zich voor zijn hou
ding in dezen zeer geschaamd.
Eveneens van de hand van ds. Van Gorsel
(voorheen te Oude Tonge) is het verhaal
ovetds.J.J. Ie Roy. Verreweg het grootste
gedeelte van diens ambtelijke arbeid lag in
datzelfde Oude Tonge. Hij stond er van
1813 tot 1850. Hoewel dit Flakkeese
dorp destijds wel erg geïsoleerd lag, heeft
het ds. Le Roy niet weerhouden samen
met anderen de voorhoede te vormen van
degenen die streden tégen de ongerefor
meerde besturen-organisatie van de kerk
en vóór de handhaving van de aloude be
lijdenis. Ziende op het gebod en blind voor
de toekomst schreef hij brochure na bro
chure en „Adres" na „Adres", gericht
aan de Algemene Synode. Het leverde
hem van die zijde slechts venijnige reac
ties en schampere opmerkingen op. Maar
er is meer te noemen. Mede door de akti-
viteiten van Le Roy en zijn geestver
wanten begon in 1841 de Adresbeweging,
enkele jaren later uitmondend in het be
kende ,Aders van de Zeven Haagse He
ren". „Het was een klemmende oproep
om de handen ineen te slaan voor het
behoud van de belijdenis. Grote nadruk
werd gelegd op de rechte prediking van het
Woord en op het onderwijs in de be
ginselen van de Reformatie". Velen in de
Hervormde Kerk werden wakker geschud.
Hoewel er nog vele tientallen jaren zou
den voorbijgaan, voordat de kerk van de
besturenorganisatie zou worden verlost,
heeft ds. Le Roy gedaan wat hij meende te
moeten doen. „Zijn strijd was niet tever
geefs geweest", zo besluit ds. van Gorsel
zijn bijdrage.
Voor de lens
Ik zou nog even kunnen doorgaan met de
weergave van een aantal boeiende onder-
„Christus' verblijf IN
en Zijn komst UIT de hemel" (ii)
Welken de hemel moet ontvangen
tot de tijden der wederoprichting
aller dingen
(Handelingen 321a)
Lezers, wij hebben de vorige week samen
gemediteerd over Christus' verblijf IN de
hemel. Inmiddels is het Hemelvaartsdag
geweest Zoals we vorige week beloofden,
zouden we nog met elkaar nadenken over
Christus' komst UIT de hemel. De tekst
zegt immers dat Hij daar blijft „tot de
tijden der wederoprichting aller dingen".
D.W.Z., zo zeggen de Kanttekenaren op de
Statenbijbel, tot de dag van het algemeen
oordeel. Zolang is Hij voorde Zijnen „ten
goede daar" (Cat.) met een verheerlijkt
menselijk lichaam en dan komt Hij terug
om ze allen tot Zich te nemen in heerlijk
heid!
Geldt dat ook u, lezer? Of denkt u mis
schien ook net als die mensen waar deze
zelfde Petrus, die het woord van onze tekst
sprak, het over heeft in zijn brief? Leest u
even mee? „Dit eerst wetende", schrijft
Petrus „dat in het laatste der dagen spot
ters komen zullen, die naar hun eigen be
geerlijkheden zullen wandelen, en zeggen:
Waar is de belofte Zijner toekomst? Want
van die dag, dat de vaders ontslapen zijn,
blijven alle dingen alzo gelijk van het begin
der schepping!" Met andere woorden: Dat
is allemaal al zo lang en zo vaak gezegd,
maar ondertussen veranderd er niets!! Ja,
zegtPetrus, dat zegt nu wel, maar onthoud
dit goed: „Dat één dag bij de Heere is als
duizend jaren en duizend jaren als één
dag! De Heere vertraagt de belofte niet
(gelijk enigen dat traagheid achten), maar
is lankmoedig over ons, niet willende dat
enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot
bekering komen! Maar de dag des Heeren
zal komen als een diefin de nacht, in welke
de hemelen met een gedruis zullen voor
bijgaan, en de elementen branden zullen
en vergaan, en de aarde en de werken, die
daarin zijn, zullen verbranden!"
Ja maar, zegt u, zo'n goddeloze spotter
ben ik niet, dat moet u niet denken. Nou,
dat is best mogelijk, maar dan bent u
misschien wel een vrome spotter!
Wat is dat dan voor iemand? wel, dat is
iemand, die jaar en dag onder het evan
gelie van vrije genade verkeert, maar het
ondertussen rustig naast zich neerlegt'
Dan mogen we toch echt wel om het
woord van de Heere Jezus denken: „En
dit Evangelie des Koninkrijks zal in de
gehele wereld gepredikt worden tot een
getuigenis allen volken; en dan zal het
einde komen!" Het einde lezers, zijn we
daar wel eens mee bezig? Als straks de
bazuin klinkt, waar zult GIJ dan zijn?
Lijken we over 't algemeen niet veel op die
Fariezeeërs, tegen wie de Heere Jezus zei:
„Gij geveinsden, het aanschijn des hemels
weet gij wel te onderscheiden, en kunt gij
de tekenen der tijden niet onderschei
den?" Ach, nu ben ik geen profeet maar
wie in de tekenen der tijden niet hoort de
naderende voetstappen van een komende
Heere Jezus, die moet toch wel stokdoof
wezen! Wat een machten openbaren zich
niet die het voorzien hebben op de onder
gang van Gods Kerk? En dan echt niet
alleen achter het IJzeren gordijn hoor!
Atheïstische en communistische pro
gramma's stromen immers onze huis
kamers binnen?
De televisie en allerlei goddeloze lektuur
verwoesten immers onze gezinnen van
binnenuit! Ach, ik heb er wel begrip voor
mensen, dat 't allemaal altijd zo een
voudig niet is, met name als u een gezin
met opgroeiende kinderen hebt! Maar zeg
nou zelf lezers, als u 's zondags in de kerk
zingt „Ik ben o Heere, een vreemdeling
hier beneên", en in de praktijk van het
leven van alle dag blijkt dat u helemaal
geen vreemdeling op aarde bent dat is
toch niet eerlijk, wel? Want als u nu denkt
dat ik het bovenstaande, over televisie en
goddeloze lektuur alleen tegen mensen
zeg die het met de dienst des Heeren
(althans uiterlijk) zo nauw niet nemen,
dan hebt u het wel mis!
Ook onder het kerkvolk openbaart zich
een stuk wereldgelijkvormigheid, halfheid
en liefdeloosheid om van te huiveren! De
waarschuwingen van de Heere Jezus:
„Gedenk aan de vrouw van Lot", (half
heid!) en „de liefde van velen zal ver
kouden", zijn misschien nog nooit zo
aktueel geweest als in onze dagen! En laat
nu maar niemand zeggen: Dit alles geldt
mij niet! Want dan wil ik u (en ook
mijzelf!) graag wijzen op het slot van onze
Nederlandse Geloofsbelijdenis, waar
wordt beleden: „Daarom verwachten wij
die dag (van Clu'istus' wederkomst) met
eengroot verlangen!" Wat is erbij ons van
over, lezers? Want toch is dat de vrucht
van hemelvaartsdag, nietwaar? Dan im
mers wordt vervuld: „Alzo zullen wij
altijd met de Heere wezen!"
O, zegt Petrus, denk toch om dat al
gemeen oordeel mensen! Als Christus
weerkomt op de wolken des hemels, dan
zal het grote gericht worden gehouden.
„Alsdan zullen de boeken (dat is: de cons-
ciëntiën) geopend worden!" (Ned. Gel.
Bel.). O, en als we dan nooit in waarheid
Hemelvaartsdag hebben gevierd, dan zal
ons deel zijn in de poel, die van vuur en
sulfer brandt!
„En daarom is de gedachtenis van dit
oordeel met recht schrikkelijk en ver
vaarlijk voor de bozen en goddelozen en
zeer wenselijk en troostelijk voor de vro
men en uitverkorenen", aldus nogmaals
onze Ned. Gel. Bel.!
Want er zijn toch maar twee groepen,
lezers! Een neutrale groep bestaat niet'
Wat een vreselijke dag voor elk onbekeerd
mens zal dat wezen hé? Kunt ge begrijpen,
dat Petrus die schare waarschuwt? In
liefde waarschuwt? Want dat was enkel
liefde van die man hoor! Het ging deze
man allereerst om de volkomen ver
lossing die deze dag brengen zal voor
allen, die in Christus geloven!
En hij gunt het aan iedereen! Dat is de
ondertoon van heel zijn rede! Maar als een
oprecht dienstknecht van Christus ver
zwijgt hij het oordeel over de goddelozen
niet! (vers 23). Hij had immers de Heere
Jezus Zelf horen zeggen „dat de Vader
Hem macht gegeven heeft om gericht te
houden omdat Hij des mensen Zoon is?
Verwondert u daar niet over"; zo had de
Heiland gezegd, „want de ure komt in
welke allen, die in de graven zijn. Zijn
stem zullen horen, en zullen uitgaan, die
het goede gedaan hebben tot de op
standing des levens, en die het kwade
gedaan hebben tot de opstanding der ver
doemenis!" O, zegt Petrus, betert u dan en
bekeert u mensen, want 't kan nog!!
Maar anderzijds, lezers, wat zal dat een
heerlijke dag wezen voor een Hemelvaarts
volk, wier wandel met Paulus reeds HIER
in de hemelen is! Want dan zal blijken, dat
de schuld van dat volk uit Gods boek is
gedaan en dat de hitte van Gods gram
schap, in Christus voor hen volkomen is
geblust! Let wel, dat zal dan blijken ten
aanschouwe van iedereen! Die schuld was
al weggenomen, toen ze door het geloof
gerechtvaardigd werden! „Maar de Zoon
Gods zal alsdan hun naam belijden voor
God Zijn Vader en Zijn uitverkoren en
gelen; alle tranen zullen van hun ogen
afgewist worden; en hun zaak, die nu
tegenwoordig door veel rechters en over
heden als ketters en goddeloos verdoemd
wordt, zal bekend worden de zaak van de
Zoon Gods te zijn. En.... tot een genadige
vergelding zal hun de Heere zulk een
heerlijkheid doen bezitten, als het hart des
mensen ninmiermeer zal kunnen beden
ken!" Lezer, het is toch geen wonder, dat
onze Ned. Gel. Bel. met heimwee en ver-
wachtiög aldus eindigt „Daarom ver
wachten wij die dag met een groot ver
langen om ten volle te genieten de beloften
Gods in Jezus Christus onze Heere".
M'n lieve medereiziger naar de eeuwig
heid, moest er geen heimwee in ons hart
zijn naar de tijden der wederoprichting
aller dingen, waarin de aarde, met alles
wat er op is zal verbranden en de nieuwe
hemel en de nieuwe aarde zullen komen,
waarop gerechtigheid wonen zal? Maar
die tijd „in welke alle dingen, die nu om
der zonden wil der ijdelheid onderworpen
zijn, weer terecht gebracht en hersteld
zullen worden?" (Kantt). Moesten wij
niet met deze zelfde Petrus, zuchtende in
onszelf vanwege het lichaam der zonde en
des doods, met heimwee uitroepen:
„Maar wij verwachten, naar Zijn belofte
nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in
dewelke gerechtigheid woont?" Ik raad u
aan lezer, om artikel 37 van onze Ned.
Gel. Bel. maar eens rustig na te lezen en
dan de balans van uw leven eens op te
maken! Om uzelf eens af te vragen, waar
nu, als het er op aan komt uw hart naar uit
gaat' Of er nu in uw hart ook iets woont
van dat verlangen naar dat nieuwe Para
dijs, waar de levensstroom vloeit en de
levensboom bloeit! Leg er uw hart eens
bij, als we aan het eind van de Bijbel lezen:
„En de Geest en de bruid zeggen: Kom!
Én die het hoort, zegge: Kom! En die dorst
heeft, kome; en die wil, neme het water des
levens OM NIET!" In die tijd zal God alle
tranen van de ogen der Zijnen afwissen.
Maar als u dan 's nooit geen traan hebt
gelaten lezer, over het feit dat u God zo
ontzettend veel verdriet hebt aangedaan,
wat dan?! Iemand heeft eens terecht op
gemerkt dat al Gods kinoeren schreiend
aan de hemelpoort zullen aankomen, want
hoe zou er anders kunnen staan: „En
„En God zal alle tranen van hun ogen
afwissen?"
Trouwens, zegt de dichter niet, dat die met
tranen zaaien, met gejuich zullen maaien?
En daarom eindigt de bijbel ook niet met te
zeggen: Laten we maar hier, beneden in
dit tranendal blijven! O neen! Ze eindigt
met de verlangende uitroep: „Amen, ja
kom Heere Jezus!" En daarom ga ik nu
deze meditatie maar eindigen, door u en
mij de vraag voor te leggen, of we met die
dichter kunnen meekomen, die zong:
Vol verwachting blijf ik uitzien,
naar de dag, die dagen zal,
als de Heiland op de wolken
weerkomt met bazuingeschal!?"
Ouddorp
Amen
G. Meuleman
delen uit deze bundel. Beter is dat u het
boek zelf ter hand neemt. Ik beveel het u
aan. In de dit jaar verschenen en te ver
schijnen reeks geschriften over de Af
scheiding geeft het een wellicht onder
belicht aspekt weer. Dat kan zijn nut
hebben. Toonzetting en inhoud geven aan
dat de schrijvers zich grotelijks betrokken
weten op „hen die bleven" en de door
dezen gevoerde strijd voor kerkherstel.
Weliswaar is de belichting daardoor wel
eens wat te eenzijdig, een andere keer is
het beeld enigszins versluierd, maar in
doorsnee is de weergave korrekt en ter
zake.
Wat mij betreft zijn de auteurs er in
geslaagd te laten zien dat velen van „hen
die bleven" niet verweten mag worden dat
zij lijdelijk toezagen bij de verwording van
de kerk. Alle wettige middelen namen zij
te baat om de dolende kerk haar dwaling te
doen inzien en haar ervan terug te roepen.
Niet het minst behoorden daartoe een ge
trouwe prediking en een gewetensvol pas
toraat. Ondanks tegenkanting en onbegrip
wilden zij evenwel hun kerk niet verlaten.
„In de Kerk wens ik althans te blijven
stryden, zolang de Heere my daartoe
kracht schenkt", zo schreef eens Du
Cloux. „Bidt voor mij en alle getrouwe
herders en leraars, ook voor zulken die
nu nog uit mensenvrees of wat het ook
moge zijn, zwegen; opdat de Heere ons
geven moge te volgen en niet vooruit te
lopen, en Hy over u en ons uitstorte
de Geest der genade en der gebeden".
N.a. V. „Zij die bleven door drs. K.
Exalto, ds. W. van Gorsel en ds. H.
Harkema.
Uitgeverij Callenbach te Nijkerk.
143 pagina's. Prijs f 24,50
J. K.
TE HUUR
PUTTEN (Vel.)
van 30 juni tot 14 juli
onze comf. vrijst
aan de bosrand; 4-5 pers.
f500,— p.w.
Tel. 01877 - 1606
De kerkbesturen van beide Herkingense Kerken, de Ned. Herv.
Gemeente en de Gereformeerde Gemeente hebben in de portalen
van hun kerkgebouw een geschreven boodschap bevestigd, gericht
tot kerkbezoekers van elders, voornamelijk zij, veelal buiten
landers, die in het recreatiepark verblijven.
Recentelijk was dat het geval met Fransen die in Herkingen verbleven en
vandaaruit excursies naar o.a. de Deltawerken maakten. Op de excursie-vrije
zondagen dwarrelden de Franse plattelanders door het dorp en, zoals ze dat
kennelijk in Frankrijk gewoon zijn kwamen ze de kerk binnen om er even te
mediteren of alleen maar om de kerk te bezichtigen. Nadat dat enkele malen
tijdens de ere-dienst was voorgekomen werd besloten deze bezoekers in alle
vriendelijkheid te laten weten dat dergelijke bezoeken niet op prijs worden
gesteld. In een drietal talen worden de bezoekers op de geschreven boodschap
welkom geheten. Ze worden erop gewezen dat de kerk geen Katholieke kerk is
en katholieken worden verwezen naar de kapel te Melissant of de kerk te
Middelharnis. De bezoekers wordt gevraagd de erediensten niet te verstoren
en zij die een dienst bij willen wonen wordt gevraagd de dienst niet tussentijds
te verlaten.
Van de zijde van de kerken is ook het Gemeentebestuur gevraagd de gasten te
vragen zich naar de leefregels van het dorp te gedragen. Een deel van de
traditionele bevolking stoort het dat de gasten van de recreatiecentra en van de
jachthaven in badkleding naar het dorp komen. De gemeente heeft toegezegd
bij de haven en bij de VW-informatiepost van het verlangen blijk te doen
geven.
Tevens Taxi (dag en nacht bereikbaar).
P. Vroegindeweij, Emmalaan 18, Middelharnis
Tel. 01870-2996