Afscheiding Overdenking „Bezoekers'^ aan Herkingens kerken uit de Heilige Schrift Begrafenisonderneming „VOORZORG" BUNGALOW Boekbespreking: 1834- (II) -1984 Bladz. 2 ,EILANDEN-NIEUWS' VRUDAG 1 JUNI 1984 Deze vraag- en antwoord-rubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er kosteloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u sturen aan: Redactie Eilanden-Nieuws, Post bus 8, Middelharnis, met in de linker bovenhoek „Vragen-rubriek" vermeld. De vragen worden door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending compleet met antwoord in deze rubriek worden ge publiceerd. STAANDS SLAPEN Hoe kan een paard rechtop blijven staan als het slaapt? En is het waar, dat een olifant zelfs blijft staan als hij dood is? Antwoord: De poten van veel planten- eters, waaronder ook olifanten, bezitten een heel ander spierstelsel dan wij. Daar door kan de rechte stand zonder enige moeite worden vastgezet. Deze dieren rusten dan veel beter uit dan wanneer zij liggen. Als ze staan te slapen hebben de hersenen geen controle over de spieren die de rechtstandige houding moeten waar borgen. Die taak wordt dan overgenomen door reflexen die van het ruggemerg uit gaan. Verslappen bepaalde spieren, dan weten deze dieren zichzelf tijdig op te vangen, zodat ze niet omvallen. Sterven ze, dan blijven die reflexen uit en zullen ze dus wèl ten val komen. Méér hierover kunt u vinden in het interessante boekje „Paar- denpraat" van W. Geldof, uitgave Het Spectrum, no. 2013 van de Prismareeks. VUeeCNSTiFT Ik heb zo'n viltstift tegen insekten ge- kochten nu vallen af en toe de vliegen van de ramen. Maar mijn poes is gek op vliegend ongedierte en vreet ze op. Kan dat nu geen kwaad? Antwoord: Met die stift strijkt u een kontaktgif op ramen, deuren en wanden. Dat krijgen muggen, vliegen, wespen enz. aan de poten of lichaam en de zelfde giftige stof komt dan in de bek en de darmen van uw huisdier. Het lijkt ons verstandiger als u ervoor zorgt, dat poes en hond de aldus omgebrachte insekten niet vangen en opeten. Natuurlijk moet u ook kinderen van die ramen verwijderd houden. HYPOTHEEK NODIG? makelaar tamboer bellen voor gratis computerberekening 01870-3477 |g venKcenDS AcapTGitto Op sommige acceptgirokaarten zijn mijn eigen naam en adres gedrukt. Hoe moet ik daarmee aan als het bedrag voor rekening van de jïrma moet komen en daar in de boeken dient te worden op genomen? Antwoord: Als er nog geen gironummer is vermeld, vult u dat van de firma in en typt de firmanaam boven uw eigen naam op de acceptgirokaart. Het strookje dat als nota en stortingsbewijs dient, geeft u aan de boekhouder van de firma, zodat hij het kan gebruiken als betalingsbewijs. Overi gens kan er ook een gewoon overschrij vingsformulier van de firma worden uit geschreven met de gegevens van de accept girokaart, waarna het genoemde afge scheurde strookje als vervanging van de nota kan dienen. ZILVSHEN MUNTCN Ik heb wat zilveren munten verzameld, maar ze worden op de duur bruin en zwart. Wat kan ik daar tegen doen en hoe krijg ik die verkleurde exemplaren weer schoon en glanzend? Antwoord: De oorzaak schuilt in het zwavel, dat wel eens gebruikt is bij de aanmaak van het muntzilver. Zolang het bij een mooi laagje patina blijft, moet u er niets tegen doen, want muntenverzame- laars geven minder voor opgepoetste glan zende en glimmende munten. Maar bruine en zwarte exemplaren kunt u op een schoteltje leggen en er dan wat zuiverings- zout op strooien. Daarover giet u enige druppels citroenzuur, dat u ook bij de drogist kunt halen. Dan wat water en dat doet de genoemde middelen bruisen. Als het bruisen ophoudt, kunt u de zilveren munten in lauw water schoonspoelen en met een watje afdrogen. Dus nóóit wrij ven, krassen of poetsen. eitnSN BSWAREN De eierboer raadde altijd aan de ge kochte verse eieren beslist niet in de koel kast te bewaren, maar nu zijn er in die warme weken toch veel bedorven. Wat is dan de beste plek? Antwoord: Verse eieren kunt u het beste bewaren bij een temperatuur van 10 graden C. Ze blijven bij 18° ook enkele weken eetbaar, maar 30° en meer is teveel. Dan kunnen ze beter in de kelder, of kelderkast, of koelkastdeur. In de prak tijk nempn ze echter snel iets van de smaak of de geur van sterk riekende spijzen of voorraden over. Die moet u er vèr van daan houden, of luchtdicht afsluiten. „Men trachtte onder het oordeel uit te loepen. Men verbrak de eenheid met zoo vele geloovigen, die in de kerk der vaderen bleven. Voor zooveel het van hen afhing, verdeelden zij, zonder het te bedoelen natuurlijk, het lichaam van Christus. Nu wordt de boom uit zijn vruchten gekend. En die vrucht is niet zoo mooi. Een verzwakte kerk laat men achter, en maakt aldus de strijd der belijders zwaarder. Al meer scheuring en verdeeldheid ontstaatAls wij dit alles opmerken, dan zien wij: het oordeel blijft, ook al trachten wij het van ons af te werpen, zoolang de schuld niet van harte is beleden, zoolang het recht Gods niet in de ziel is erkend". „De Koning der Kerk is met het reglement van Koning Willem I uit de Hervormde Kerk gebannen. En waar de Koning uitgebannen is, daar volgen vanzelf de onderdanen, want als levende lidmaten der Kerk hebben zij een ware levende gemeenschap aan Christus als het Hoofd". Ziedaar, twee meningen over de Afschei ding uit 1834. Het is duidelijk: twee elkaar uitsluitende meningen. Zo consequent en rechüijnig hoor je het niet dikwijls. De eerste werd vijftig jaar geleden verwoord door de bekende hervormde ds. S. van Dorp. Hij sprak deze woorden uit in een tijdrede ter gelegenheid van het eeuw- „feest" van de Afscheiding. Het tweede citaat is aanmerkelijk jonger. Hier is ds. F. Mallan (Ger. Gem. in Ned.) aan het woord (Tien keer Gereformeerd, 1973, blz. 41). Dissonant Veel woorden zijn al in de afgelopen maanden van dit jaar aan de uittreding van 1834 gewijd. En er zullen er nog vele volgen. Conferenties, een symposium, tijdschriftartikelen en boeken, alle met de Afscheiding als onderwerp. Enkele weken geleden besprak ik het boek van ds. Linde boom, die zijn mening evenmin onder stoelen en banken stak. Nu graag aan dacht voor een heel ander geschrift, door A. J. Klei in het dagblad „Trouw" ge noemd „een alleszins verteerbare disso nant" in de reeks herdenkingsgeschriften over anderhalfjaar Afscheiding. Ik heb het oog op het al enkele jaren geleden verschenen maar nog steeds ver krijgbare boek Zij die bleven En voor het geval deze titel u nog niet genoeg zegt, licht de ondertitel u helemaal in: „Schet sen over leven en werk van acht predi kanten die niet met de Afscheiding mee gingen". Het bevat eerder in het weekblad „De Waarheidsvriend" gepubliceerde opstellen over en ik noem ze maar, voluit: Nicolaas Schotsman, Jacobus Jo hannes Ie Roy, Dirk Adrianus Detmar, Bemardus Moorrees, Dirk Molenaar, Comelis Carel Callenbach, Jan Jacob Knap sr., en Alphonse Pierre Antoine du Cloux. De schrijvers/samenstellers zijn drs. K. Exalto, ds. W. van Gorsel en ds. H. Harkema, alle hervormd predikant van gereformeerde overtuiging. De keuze van de uitgever Callenbach te Nijkerk zal wel mede bepaald zijn in verband met één van „hen die bleven": C. C. Callen bach, van 1828 tot 1861 predikant te Nij kerk; diens zoon namelijk was de grond legger van de huidige uitgeverij. Aan het achttal opstellen gaat een kort voorwoord vooraf, zeg een „verantwoor ding". Waarom eigenlijk deze negen- OUDDORP P.V. „de Trekvogels Uitslag wedvlucht Corbeil 26 mei 1984. Deelname 382 duiven. Los 12.00 uur. N.O. wind en regen. Eerste duif 17.32 uur. Laatste duif 19.20 uur. A. Melissant 1, 10, 15, 21, 38, 41, 52, 81;G.van'tGeloof:2,28,56;A.Klijn:3, 29, 50, 66, 76, 94; H. Kleijn: 4, 9, 59; Comb. Cees en Miep: 5, 12, 16, 40, 73, 74, 93, 96; Comb. Pijl-Verhage: 6, 8, 32, 70, 83; Comb. Kieviet 7,20, 22, 31, 39, 75, 79; H. Grinwis: 11, 44, 49, 58; J. A. Willemse: 13, 61, 77; P. Mierop: 14,43, 46, 78, 80,90; J. C. van Werkhoven: 17, 18, 53; Joh. Grinwis: 19, 25, 47, 64, 71; Comb. K en B.: 26,30,5155,92; P. van Est 27,48, 72; L. Dorsman: 23, 24, 82, 88,91; C. M. Grinwis: 33,63,65,85,87, 89; T. v.d. Bok: 34, 36, 45, 67; J. Tanis: 35; C. Venneman: 37, 54, 57,62, 95; A. Knape: 42; J. W. Bakelaar: 60, 68, 69, 86; KI. Meijer 84. tiende eeuwse predikanten die gewoon hervormd bleven, voor het voetlicht ge haald? Wel, zeggen Exalto c.s.: om te laten zien dat er behalve „hen die gingen", ook nog anderen waren zij die bleven. Zeker, zo wordt toegegeven, wat de „vaders" van de Afscheiding betreft, „we zijn zonder meer overtuigd van hun goede bedoelingen, want ze streden voor de eer en de zaak des Heeren". En we moeten zeker niet blind zijn voor de willekeur waarmee zij werden bejegend en voor het onrecht hun aan gedaan. Wie waren die „vaders" eigen lijk?" Welgeteld waren het vijf predi kanten die zich van de Kerk afscheidden; ....hun leeftijden varieerden van 24 tot 34 jaar...." (Tussen haakjes: is hier de toon nog wel zuiver?). Maar in de Kerk van de vorige eeuw waren ook nog vele anderen. „Mannen die met grote trouw het Woord hebben verkondigd, hun pastorale werk hebben gedaan; die minstens evenveel leed droe gen om „de verbreking van Jozef' als hun afgescheiden broeders; mensen die niet moe geworden zijn bij de besturen en bij de Synode te protesteren tegen de ondermijning van het Schriftgezag en tegen het loslaten van de Gerefor meerde Belijdenis. Mannen echter ook, die niet de moed hadden om de ver vallen Kerk te verlaten, omdat zij ge loofden dat de Heere die kerk in deze landen had geplant". Aan de nagedachtenis van deze „wach ters op Sions muren" is dit boek gewijd. Niet allen konden een plaats krijgen in de bundel. Velen van hen zijn ook vergeten. Immers, zo menen de schrijvers, „de kerk geschiedenis heeft nu eenmaal meer aan dacht voor mensen die naam gemaakt hebben dan voor de veel grotere groep van hen die trouw hun plicht deden en op hun post bleven".... Voorhoede Eén van de hoofdstukken is dus gewijd aan ds. A. P. A. du Cloux. Het werd geschreven door ds. Van Gorsel. Voor velen heeft de naam van dominee Du Cloux de klank van een oude schrijver. Dat zal wel zijn oorzaak hebben in de van hem verschenen prekenbundels die nog steeds geliefd zijn. Maar wist u dat deze Du Cloux, in 1833 predikant van Vier- huizen en Zoutkamp, eerst een heel an dere rol heeft gespeeld? Hij was het die ds. Hendrik de Cock uit het genabuurde Ul- rum tot tweemaal toe aanklaagde bij het Classicaal Bestuur toen deze de Doop had bediend aan kinderen van buiten zijn eigen gemeente. Het is ook een twijfelachtige eer geweest voor Du Cloux dat hij de eerste vakaturebeurt heeft vervuld in Ul- rum na de schorsing van De Cock. Niet zonder ironie vertelt ds. Van Gorsel: „Zo deed zich de komische situatie voor dat Du Cloux door een sterke gewapende macht naar de kerk van Ulrum werd geleid, terwijl er nergens één tegen stander te zien was, en dat hij ongestoord de kansel kon beklimmen in een bijna lege kerk...." Later na zijn geestelijke omme keer, heeft Du Cloux zich voor zijn hou ding in dezen zeer geschaamd. Eveneens van de hand van ds. Van Gorsel (voorheen te Oude Tonge) is het verhaal ovetds.J.J. Ie Roy. Verreweg het grootste gedeelte van diens ambtelijke arbeid lag in datzelfde Oude Tonge. Hij stond er van 1813 tot 1850. Hoewel dit Flakkeese dorp destijds wel erg geïsoleerd lag, heeft het ds. Le Roy niet weerhouden samen met anderen de voorhoede te vormen van degenen die streden tégen de ongerefor meerde besturen-organisatie van de kerk en vóór de handhaving van de aloude be lijdenis. Ziende op het gebod en blind voor de toekomst schreef hij brochure na bro chure en „Adres" na „Adres", gericht aan de Algemene Synode. Het leverde hem van die zijde slechts venijnige reac ties en schampere opmerkingen op. Maar er is meer te noemen. Mede door de akti- viteiten van Le Roy en zijn geestver wanten begon in 1841 de Adresbeweging, enkele jaren later uitmondend in het be kende ,Aders van de Zeven Haagse He ren". „Het was een klemmende oproep om de handen ineen te slaan voor het behoud van de belijdenis. Grote nadruk werd gelegd op de rechte prediking van het Woord en op het onderwijs in de be ginselen van de Reformatie". Velen in de Hervormde Kerk werden wakker geschud. Hoewel er nog vele tientallen jaren zou den voorbijgaan, voordat de kerk van de besturenorganisatie zou worden verlost, heeft ds. Le Roy gedaan wat hij meende te moeten doen. „Zijn strijd was niet tever geefs geweest", zo besluit ds. van Gorsel zijn bijdrage. Voor de lens Ik zou nog even kunnen doorgaan met de weergave van een aantal boeiende onder- „Christus' verblijf IN en Zijn komst UIT de hemel" (ii) Welken de hemel moet ontvangen tot de tijden der wederoprichting aller dingen (Handelingen 321a) Lezers, wij hebben de vorige week samen gemediteerd over Christus' verblijf IN de hemel. Inmiddels is het Hemelvaartsdag geweest Zoals we vorige week beloofden, zouden we nog met elkaar nadenken over Christus' komst UIT de hemel. De tekst zegt immers dat Hij daar blijft „tot de tijden der wederoprichting aller dingen". D.W.Z., zo zeggen de Kanttekenaren op de Statenbijbel, tot de dag van het algemeen oordeel. Zolang is Hij voorde Zijnen „ten goede daar" (Cat.) met een verheerlijkt menselijk lichaam en dan komt Hij terug om ze allen tot Zich te nemen in heerlijk heid! Geldt dat ook u, lezer? Of denkt u mis schien ook net als die mensen waar deze zelfde Petrus, die het woord van onze tekst sprak, het over heeft in zijn brief? Leest u even mee? „Dit eerst wetende", schrijft Petrus „dat in het laatste der dagen spot ters komen zullen, die naar hun eigen be geerlijkheden zullen wandelen, en zeggen: Waar is de belofte Zijner toekomst? Want van die dag, dat de vaders ontslapen zijn, blijven alle dingen alzo gelijk van het begin der schepping!" Met andere woorden: Dat is allemaal al zo lang en zo vaak gezegd, maar ondertussen veranderd er niets!! Ja, zegtPetrus, dat zegt nu wel, maar onthoud dit goed: „Dat één dag bij de Heere is als duizend jaren en duizend jaren als één dag! De Heere vertraagt de belofte niet (gelijk enigen dat traagheid achten), maar is lankmoedig over ons, niet willende dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen! Maar de dag des Heeren zal komen als een diefin de nacht, in welke de hemelen met een gedruis zullen voor bijgaan, en de elementen branden zullen en vergaan, en de aarde en de werken, die daarin zijn, zullen verbranden!" Ja maar, zegt u, zo'n goddeloze spotter ben ik niet, dat moet u niet denken. Nou, dat is best mogelijk, maar dan bent u misschien wel een vrome spotter! Wat is dat dan voor iemand? wel, dat is iemand, die jaar en dag onder het evan gelie van vrije genade verkeert, maar het ondertussen rustig naast zich neerlegt' Dan mogen we toch echt wel om het woord van de Heere Jezus denken: „En dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis allen volken; en dan zal het einde komen!" Het einde lezers, zijn we daar wel eens mee bezig? Als straks de bazuin klinkt, waar zult GIJ dan zijn? Lijken we over 't algemeen niet veel op die Fariezeeërs, tegen wie de Heere Jezus zei: „Gij geveinsden, het aanschijn des hemels weet gij wel te onderscheiden, en kunt gij de tekenen der tijden niet onderschei den?" Ach, nu ben ik geen profeet maar wie in de tekenen der tijden niet hoort de naderende voetstappen van een komende Heere Jezus, die moet toch wel stokdoof wezen! Wat een machten openbaren zich niet die het voorzien hebben op de onder gang van Gods Kerk? En dan echt niet alleen achter het IJzeren gordijn hoor! Atheïstische en communistische pro gramma's stromen immers onze huis kamers binnen? De televisie en allerlei goddeloze lektuur verwoesten immers onze gezinnen van binnenuit! Ach, ik heb er wel begrip voor mensen, dat 't allemaal altijd zo een voudig niet is, met name als u een gezin met opgroeiende kinderen hebt! Maar zeg nou zelf lezers, als u 's zondags in de kerk zingt „Ik ben o Heere, een vreemdeling hier beneên", en in de praktijk van het leven van alle dag blijkt dat u helemaal geen vreemdeling op aarde bent dat is toch niet eerlijk, wel? Want als u nu denkt dat ik het bovenstaande, over televisie en goddeloze lektuur alleen tegen mensen zeg die het met de dienst des Heeren (althans uiterlijk) zo nauw niet nemen, dan hebt u het wel mis! Ook onder het kerkvolk openbaart zich een stuk wereldgelijkvormigheid, halfheid en liefdeloosheid om van te huiveren! De waarschuwingen van de Heere Jezus: „Gedenk aan de vrouw van Lot", (half heid!) en „de liefde van velen zal ver kouden", zijn misschien nog nooit zo aktueel geweest als in onze dagen! En laat nu maar niemand zeggen: Dit alles geldt mij niet! Want dan wil ik u (en ook mijzelf!) graag wijzen op het slot van onze Nederlandse Geloofsbelijdenis, waar wordt beleden: „Daarom verwachten wij die dag (van Clu'istus' wederkomst) met eengroot verlangen!" Wat is erbij ons van over, lezers? Want toch is dat de vrucht van hemelvaartsdag, nietwaar? Dan im mers wordt vervuld: „Alzo zullen wij altijd met de Heere wezen!" O, zegt Petrus, denk toch om dat al gemeen oordeel mensen! Als Christus weerkomt op de wolken des hemels, dan zal het grote gericht worden gehouden. „Alsdan zullen de boeken (dat is: de cons- ciëntiën) geopend worden!" (Ned. Gel. Bel.). O, en als we dan nooit in waarheid Hemelvaartsdag hebben gevierd, dan zal ons deel zijn in de poel, die van vuur en sulfer brandt! „En daarom is de gedachtenis van dit oordeel met recht schrikkelijk en ver vaarlijk voor de bozen en goddelozen en zeer wenselijk en troostelijk voor de vro men en uitverkorenen", aldus nogmaals onze Ned. Gel. Bel.! Want er zijn toch maar twee groepen, lezers! Een neutrale groep bestaat niet' Wat een vreselijke dag voor elk onbekeerd mens zal dat wezen hé? Kunt ge begrijpen, dat Petrus die schare waarschuwt? In liefde waarschuwt? Want dat was enkel liefde van die man hoor! Het ging deze man allereerst om de volkomen ver lossing die deze dag brengen zal voor allen, die in Christus geloven! En hij gunt het aan iedereen! Dat is de ondertoon van heel zijn rede! Maar als een oprecht dienstknecht van Christus ver zwijgt hij het oordeel over de goddelozen niet! (vers 23). Hij had immers de Heere Jezus Zelf horen zeggen „dat de Vader Hem macht gegeven heeft om gericht te houden omdat Hij des mensen Zoon is? Verwondert u daar niet over"; zo had de Heiland gezegd, „want de ure komt in welke allen, die in de graven zijn. Zijn stem zullen horen, en zullen uitgaan, die het goede gedaan hebben tot de op standing des levens, en die het kwade gedaan hebben tot de opstanding der ver doemenis!" O, zegt Petrus, betert u dan en bekeert u mensen, want 't kan nog!! Maar anderzijds, lezers, wat zal dat een heerlijke dag wezen voor een Hemelvaarts volk, wier wandel met Paulus reeds HIER in de hemelen is! Want dan zal blijken, dat de schuld van dat volk uit Gods boek is gedaan en dat de hitte van Gods gram schap, in Christus voor hen volkomen is geblust! Let wel, dat zal dan blijken ten aanschouwe van iedereen! Die schuld was al weggenomen, toen ze door het geloof gerechtvaardigd werden! „Maar de Zoon Gods zal alsdan hun naam belijden voor God Zijn Vader en Zijn uitverkoren en gelen; alle tranen zullen van hun ogen afgewist worden; en hun zaak, die nu tegenwoordig door veel rechters en over heden als ketters en goddeloos verdoemd wordt, zal bekend worden de zaak van de Zoon Gods te zijn. En.... tot een genadige vergelding zal hun de Heere zulk een heerlijkheid doen bezitten, als het hart des mensen ninmiermeer zal kunnen beden ken!" Lezer, het is toch geen wonder, dat onze Ned. Gel. Bel. met heimwee en ver- wachtiög aldus eindigt „Daarom ver wachten wij die dag met een groot ver langen om ten volle te genieten de beloften Gods in Jezus Christus onze Heere". M'n lieve medereiziger naar de eeuwig heid, moest er geen heimwee in ons hart zijn naar de tijden der wederoprichting aller dingen, waarin de aarde, met alles wat er op is zal verbranden en de nieuwe hemel en de nieuwe aarde zullen komen, waarop gerechtigheid wonen zal? Maar die tijd „in welke alle dingen, die nu om der zonden wil der ijdelheid onderworpen zijn, weer terecht gebracht en hersteld zullen worden?" (Kantt). Moesten wij niet met deze zelfde Petrus, zuchtende in onszelf vanwege het lichaam der zonde en des doods, met heimwee uitroepen: „Maar wij verwachten, naar Zijn belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont?" Ik raad u aan lezer, om artikel 37 van onze Ned. Gel. Bel. maar eens rustig na te lezen en dan de balans van uw leven eens op te maken! Om uzelf eens af te vragen, waar nu, als het er op aan komt uw hart naar uit gaat' Of er nu in uw hart ook iets woont van dat verlangen naar dat nieuwe Para dijs, waar de levensstroom vloeit en de levensboom bloeit! Leg er uw hart eens bij, als we aan het eind van de Bijbel lezen: „En de Geest en de bruid zeggen: Kom! Én die het hoort, zegge: Kom! En die dorst heeft, kome; en die wil, neme het water des levens OM NIET!" In die tijd zal God alle tranen van de ogen der Zijnen afwissen. Maar als u dan 's nooit geen traan hebt gelaten lezer, over het feit dat u God zo ontzettend veel verdriet hebt aangedaan, wat dan?! Iemand heeft eens terecht op gemerkt dat al Gods kinoeren schreiend aan de hemelpoort zullen aankomen, want hoe zou er anders kunnen staan: „En „En God zal alle tranen van hun ogen afwissen?" Trouwens, zegt de dichter niet, dat die met tranen zaaien, met gejuich zullen maaien? En daarom eindigt de bijbel ook niet met te zeggen: Laten we maar hier, beneden in dit tranendal blijven! O neen! Ze eindigt met de verlangende uitroep: „Amen, ja kom Heere Jezus!" En daarom ga ik nu deze meditatie maar eindigen, door u en mij de vraag voor te leggen, of we met die dichter kunnen meekomen, die zong: Vol verwachting blijf ik uitzien, naar de dag, die dagen zal, als de Heiland op de wolken weerkomt met bazuingeschal!?" Ouddorp Amen G. Meuleman delen uit deze bundel. Beter is dat u het boek zelf ter hand neemt. Ik beveel het u aan. In de dit jaar verschenen en te ver schijnen reeks geschriften over de Af scheiding geeft het een wellicht onder belicht aspekt weer. Dat kan zijn nut hebben. Toonzetting en inhoud geven aan dat de schrijvers zich grotelijks betrokken weten op „hen die bleven" en de door dezen gevoerde strijd voor kerkherstel. Weliswaar is de belichting daardoor wel eens wat te eenzijdig, een andere keer is het beeld enigszins versluierd, maar in doorsnee is de weergave korrekt en ter zake. Wat mij betreft zijn de auteurs er in geslaagd te laten zien dat velen van „hen die bleven" niet verweten mag worden dat zij lijdelijk toezagen bij de verwording van de kerk. Alle wettige middelen namen zij te baat om de dolende kerk haar dwaling te doen inzien en haar ervan terug te roepen. Niet het minst behoorden daartoe een ge trouwe prediking en een gewetensvol pas toraat. Ondanks tegenkanting en onbegrip wilden zij evenwel hun kerk niet verlaten. „In de Kerk wens ik althans te blijven stryden, zolang de Heere my daartoe kracht schenkt", zo schreef eens Du Cloux. „Bidt voor mij en alle getrouwe herders en leraars, ook voor zulken die nu nog uit mensenvrees of wat het ook moge zijn, zwegen; opdat de Heere ons geven moge te volgen en niet vooruit te lopen, en Hy over u en ons uitstorte de Geest der genade en der gebeden". N.a. V. „Zij die bleven door drs. K. Exalto, ds. W. van Gorsel en ds. H. Harkema. Uitgeverij Callenbach te Nijkerk. 143 pagina's. Prijs f 24,50 J. K. TE HUUR PUTTEN (Vel.) van 30 juni tot 14 juli onze comf. vrijst aan de bosrand; 4-5 pers. f500,— p.w. Tel. 01877 - 1606 De kerkbesturen van beide Herkingense Kerken, de Ned. Herv. Gemeente en de Gereformeerde Gemeente hebben in de portalen van hun kerkgebouw een geschreven boodschap bevestigd, gericht tot kerkbezoekers van elders, voornamelijk zij, veelal buiten landers, die in het recreatiepark verblijven. Recentelijk was dat het geval met Fransen die in Herkingen verbleven en vandaaruit excursies naar o.a. de Deltawerken maakten. Op de excursie-vrije zondagen dwarrelden de Franse plattelanders door het dorp en, zoals ze dat kennelijk in Frankrijk gewoon zijn kwamen ze de kerk binnen om er even te mediteren of alleen maar om de kerk te bezichtigen. Nadat dat enkele malen tijdens de ere-dienst was voorgekomen werd besloten deze bezoekers in alle vriendelijkheid te laten weten dat dergelijke bezoeken niet op prijs worden gesteld. In een drietal talen worden de bezoekers op de geschreven boodschap welkom geheten. Ze worden erop gewezen dat de kerk geen Katholieke kerk is en katholieken worden verwezen naar de kapel te Melissant of de kerk te Middelharnis. De bezoekers wordt gevraagd de erediensten niet te verstoren en zij die een dienst bij willen wonen wordt gevraagd de dienst niet tussentijds te verlaten. Van de zijde van de kerken is ook het Gemeentebestuur gevraagd de gasten te vragen zich naar de leefregels van het dorp te gedragen. Een deel van de traditionele bevolking stoort het dat de gasten van de recreatiecentra en van de jachthaven in badkleding naar het dorp komen. De gemeente heeft toegezegd bij de haven en bij de VW-informatiepost van het verlangen blijk te doen geven. Tevens Taxi (dag en nacht bereikbaar). P. Vroegindeweij, Emmalaan 18, Middelharnis Tel. 01870-2996

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1984 | | pagina 6