Dronken banketbakker maakte de wateren onveilig Denken over... oecumene JIKKEMIEN Royale gift Anjerfonds voor jubilerend Gem. Koor „Excelsior" Kantongerecht Sommelsdijk: IJsco-venter was nog slechts een ijsco-knaap Korfbainieuws Good-Luck Ie officiële zwemwedstrijd op Goeree-Overfiakkee Boekbespreking: Bladz. 2 „EILANDEN-NIEUWS DINSDAG 13 MAART 1984 Het is genoegzaam bekend dat de dagen na de carnaval meerdere Brabantse stedelingen wat minder monter uit de ogen kijken, maar de Brabantse brood- en banketbakker die vrydagmorgen wat schuchter voor het hekje plaats nam keek wel heel erg geslagen. Zijn kater was duidelyk een grotere dan die welke de brabanders na een carnavalsnacht pleegt te achtervolgen. Was hü? de harde sjouwer voor zijn zaak, die zich niet eens een vakantie permitteert, was hij het geweest die vorig jaar zomer, volstrekt „onbekwaam" als een imitatie zeebonk met zijn zeiljacht door Oostflakkees' vaarwater had gebanjerd en op die ongewisse tocht drie, weliswaar kleine, scheepsbotsingen had veroorzaakt....? De verdachte zei het niet zelf, maar 't was zijn raadsman die onthulde dat verd. op een deel van de tocht door een vriend vergezeld was geweest. Een goede vriend weliswaar maar niet in die omstandig heden omdat hun gemeenschappelijk klinken het alcoholpromillage in ver- dachtes banketbakkersbloed tot 2,41 had opgestuwd. De vriend was onderweg van boord gegaan en verdachte had gemeend de tocht wel solo voort te kunnen zetten. Maar was met dat even misgegaan....? „U was in een flinke staat van dronken schap", stelde Officier van Justitie mr. Scheffers bits vast, „u nam niet de vereiste bijzondere omzichtigheid en voorzienin gen (de primaire tenlastelegging) in acht, maar u bent een gevaar geweest voor het leven en de gezondheid van anderen". Weliswaar was er niks rampzaligs ge beurd maar desniettemin vond de Off. het een zeer ernstige zaak waarover zo dacht hij - oók de Raad voor de Scheeps vaart nog wel een appeltje met verdachte te schillen heeft. De off. eiste tegen verd. een onvoorwaardelijke hechtenisstraf van 6 dagen. Het speet de Off. niet de secun daire tenlastelegging te kunnen „bege leiden". Daarin wordt verd. verweten er niet voor te hebben gezorgd dat een ten minste 16-jarige het roer had overge nomen. Die laatste opmerking kon verdachtes' raadsman goed gebruiken. „Als een jon gen van 16 bekwaam geacht wordt een schip te besturen dan is het varen van een boot kennelijk een normale handeling waarvoor geen voorzorg of bijzondere omzichtigheid wordt verlangd" meende raadsman vast te mogen stellen. Hij kon best begrijpen dat die voorwaarden wel gesteld mogen worden als een machinist op z'n locomotief gaat en wanneer een chirurg aan 't opereren gaat, maar raads man vond het wel wat teveel gevraagd die bijzondere omzichtigheid ook te laten gel den voor het simpel bevaren van een boot, in dit geval een zeiljacht Raadsman wilde dan ook maar liever dat de Off. af zou stappen van het primair ten laste gelegde, met immers de vrijheidsstraf als dreigend gevolg, en zich zou beperken tot het sedundair ten laste gelegde, niet te hebben gezorgd voor een minstens 16- jarige roerganger. „M'n cliënt gaat niet graag zes dagen de bak in, dat kan hij trouwens helemaal niet van zijn zaak", zo bepleitte de raadsman. Maaro schrik, ook de kantonrechter mr. Schravendijk kondigde aan het pri mair ten laste gelegde wettig en over tuigend bewezen te achten. „Het in acht nemen van bijzondere omzichtigheid en voorzorg kan van ieder normaal mens worden verlangd, maar verd. heeft zich zelf in de onmogelijkheid gebracht". Zes dagen vond de kantonrechter ook wel wat kras maar 4 dagen hechtenis onvoorwaar delijk had hij voor verd. wél in petto. Verdachte heeft overigens zijn jacht al verkocht, wellicht vanwege de gebleken bijverschijnselen van het vrije leven op de plas waaraan hij zich wat al te harts tochtelijk had overgegeven. De raadsman liet nog in het midden of er hoger beroep zal worden aangetekend. 'n Aankomend venter Toen hij vorig jaar zomer met een ijsco kar door Stad aan 't Haringvliet trok teneinde zijn mede-dorpelingen van deze frisse versnapering te kunnen voorzien, mocht de 15-jarige A. M. L. Arensman gezien zijn leeftijd nog nauwelijks ijsco venter heten. Hij was nog slechts ijsco- „knaap" en mocht ingevolge de Wet nog niet tot het verrichten van arbeid geroepen worden. Officier en kantonrechter vonden dat de exploitant van het cafetaria dat had moeten weten, waarom de Off. een geld boete van 200,4 dagen eiste, waarvan de helft voorwaardelijk. De kantonrechter volstond met een boete van 150, waarvan de helft voorwaardelijk. De raadsman van de verd. mevr. E. S. bepleitte tevergeefs dat niet zijn cliënte-, maar haar vroegere echtgenoot de jonge man had aangenomen. Weliswaar kon niet worden ontkend dat in het Handels register het cafetaria op haar naam stond maar dat moest als een vergissing worden uitgelegd. Haar man was de beheerder. „Mijn cliënt heeft aan deze overtreding part noch deel gehad" verzekerde de raadsman; óók al heeft ze het geweten dan nog heeft ze het niet kunnen voorko men!" bepleitte de raadsman, zij het ook tevergeefs. Brom-vliegtuig Aan de brommer waarop de jongeman R. van W. zich had voortgespoed mankeerde letterlijk van alles, tót en met het niet functioneren van de bel. Dat vond de Off. het kwalijkst nog niet omdat verd. z'n brommer tot een soort vliegtuig had ge transformeerd en....: „op een vliegtuig zit nou eenmaal geen bel.... Kwalijker was het dat verd. op z'n brom mer twee passagiers (zonder helm) had meegevoerd; dat hij voorts niet op het fietspad van de Oudelandsedijk-, maar op de rijbaan had gereden en voorts waren er onderdelen aangebracht die de snelheid aanzienlijk opvoerden. Ook het verzeke ringsplaatje klopte niet al was de brommer hoe was 't mogelijk wél verzekerd. Verd. verklaarde de brommer voor 1500,- te hebben gekocht in de op gefokte staat waarin de verbalisanten hem aangetroffen hadden. Ontdaan van de verboden onderdelen mag de brommer met alle recht „onttakeld" heten, maar verd. heeft hem toch maar te koop aan geboden. Toen hij de eis van de officier vernam, een overigens nog vrij milde geldboete van 165,verzuchtte verd., zijn zakgeld tellend, er een baantje bij te zullen moeten nemen. De uitspraak van de kantonrechter kwam hem nog een beetje tegemoet, 145, Te zwaar geladen Een vrachtwagen met aanhanger van Van Rumpt's Internat, transportbedrijf was véél te zwaar geladen met flakkeese aardappelen. Op de auto zelf werd het toegestane gewicht met 55,1% overschre den terwijl de aanhanger met 47,6 te zwaar was belast „Een gruwelijke over- belading" gaf de raadsman deurwaarder Van kampenhout toe; dat kon moeilijk anders. Daartegenover bepleitte raads man wél dat noch dhr. Van Rumpt noch de chauffeur bij het laden aanwezig was geweest De bestuurder had overigens wel bemerkt dat het gewicht werd overschre den maar hij had er geen idee van gehad dat dat zó aanzienlijk was geweest Er bleek bijzonder veel tarra aanwezig. „U wéét inmiddels dat Van Rumpt er niet met de pet naar gooit maar altijd maar bezig is deze dingen te voorkomen", bepleitte dhr. Van Kampenhout „Daar ben ik zéker van overtuigd", liet de Officier weten. „Ik heb wel eens de gewoonte 's morgens vroeg naar de land- bouwberichten te luisteren en dan hoor ik ook over aardappelen per mud. Is dat voor een vervoerder geen indicatie of waren deze aardappelen niet gewassen?" infor meerde de Officier. Nu de zaalcompetitie is afgelopen, kan de Korfbalvereniging Good-Luck drie kampioenen bejubelen. Good Luck I was al bekend, ook het 3e team en de C jeugd behaalden de titel. 10 maart j.l. speelden algenoemde teams hun laatste wedstrijd thuis. De C jeugd wonnen met 5-0 van P.K.C.C5, het 3e team won met 6-4 van Korbatjo 3E n het eerste team had nog 1 doelpunten nodig om de honderd vol te maken. Dit is niet gelukt, daar met II-2 van KORVO 3 werd gewonnen. En wer den alle 3 teams deze middag in de bloemen gezet Good Luck I had een gemakkelijke laat ste competitie wedstrijd, Petra Vermeulen zorgde al vrij snel met een afstandschot voor I-O; Korvo 3 maakte verrast gelijk, daar Marjo de Zout met een afstandschot voor 2-1 zorgde, Ina v.d. Vliet maakte er 3-1 van. Na vakwisseling zorgde Petra Vermeulen voor 4-1Korvo 3 kwam terug op 4-2, met nog ongeveer 10 minuten te spelen in de eerste helft, ging de doel punten machine pas lopen, om aan die 15 te komen. Leo Grootenboer 5-2, Ina v.d. Vliet 6-2, Benny Vis 7-2 en Wim Huizer 8-2. Allemaal afstandschoten. Daarna werd gerust, en de helft van de 15 stonden vast Na rust gelukte het in het aanvalsvak niet zo goed, om de stand snel op te voeren, na ongeveer 2 minuten, voor tijd zorgde Ina v.d. Vliet met een mooie doorloopbal voor 9-2, Leo Grootenboer 10-2 en Petra Vermeulen die het eerste doelpunt maakte, zorgde voor de eind stand 2-2. Dus geen 100 doelpunten, maar wel; een ongeslagen Kampioen schap. Good-Luck 3 speelde de laatste wed strijd. Het werd na 6-1 een 6-4 over winning. Doelpunten werden gemaakt door 3x Bep Kattestaart en 1 x door Chris- tien Leentjes, Louw Minheer en Wim Kattestaart Dus het eerste en derde team spelen volgend seizoen een klasse hoger. En wensen wij deze nog veel succes toe. HUIS VERKOPEN? makelaar tamboer bellen voor deskundige bemiddeling C3 01870-3477 m DD Zaterdag 10 maart j.l. werd de Ie offi ciële zwemwedstrijd verzwommen in zwembad „De Gooye" te Dirksland. De thuisploeg „de Gooye" had de vereni gingen Strijen en Merwede op bezoek. Hoewel zwemclub „de Gooye" 3e ein digde in deze Ie wedstrijd van een 3- kamp, sneuvelden er maar liefst 2 club- records en 18 persoonlijke records. De clubrecords waren voor Hellen Sol daat op de 200 m wisselslag m.o. 14 jaar en voor Johan Langbroek op de 100 m vlinderslag Heren, beide zwemmers ein digden op een 1 e plaats. De overige medaillewinnaars zijn: Katja Nederlof, 2e plaats meisjes onder 10 jaar, schoolslag; Menno Kiela, 3 e plaats jongens onder 14 jaar, wisselslag; Jóm Schürink, 2e plaats jongens onder 12 12 jaar, schoolslag; GerbenNelemans, 3e plaats jongens onder 12 jaar, schoolslag; Theo-Jan Tanis, 3e plaats jongens onder 16/Heren, rugcrawl. „Vrij simpel, deze moesten nog naar de wasserij", bedacht de raadsman. De Officier haalde dhr. Van Rumpt „een goeie klant van me", met een eis van 400,niet het vel over de neus. De kantonrechter deed er ook nog 25,af Wie werpe de eerste steen C. v.d. B. had op de Eendrachtsdijk te Stellendam harder dan 100 km per uur gereden terwijl maar een snelheid van 50 km is toegestaan. Met een eis van 350,- 6 dagen leek het voor verd. een flinke rekening te worden waarom hij een uit vlucht bedacht die hem overigens weinig baatte; „vannacht heb ik erover nagedacht en kreeg ik een ingeving: wie zonder zonde is werpe de eerste steen!" nodigde hij de heren. De kantonrechter wierp vervolgens met een uitspraak van 280,terwijl de griffier de verd. duidelijk maakte dat de geciteerde uitspraak is gebezigd door Iemand die niet gezondigd had.... H We kunnen zeggen dat de christelijke kerk haar nieuw testamentische gestalte ontving bij de uitstorting van de Heilige Geest op het Pinksterfeest te Jeruzalem. Over die eerste kerk lezen we in Handelingen 2 dat zij dagelijks eendrachtig in de tempel volhardde; ongedeeld van hart waren ze tezamen met verheuging. Hoe zou het ook anders kunnen? Is het niet de éne Geest die alle leden van het lichaam der kerk verbindt met het éne Hoofd Jezus Christus? „Eén Heere, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, die daar is boven allen en door allen en in u allen", zou de apostel Paulus een dertigtal jaren later aan de gemeente van Efeze schrijven. Eendrachtig waren de discipelen bijeen op de Pinksterdag. Eenparig gingen de apos telen met al hun verscheidenheid uit, de wereld in, gemeenten stichtend in de toen bekende wereld. Maar helaas Gods éne kerk ging al spoedig scheuren en breken. Vanaf toen, tot nu toe. En wel in zulk een mate dat we inmiddels moeten spreken over het gruis van Sion. Repeterende breuk In wezen was de verwijdering tussen ƒ5'- raël en de christelijke kerk al het eerste schisma. Onmiskenbaar is Israël de oud ste broeder van de kerk. In zijn brief aan de Romeinen schreef Paulus dat enkele tak ken uit de tamme olijfboom (Israël) zijn weggebroken en dat daarvoor takken van de wilde olijfboom (de volkeren) zijn ingeënt Israël heeft Christus niet als de beloofde Messias erkend. Daarom scheid de het zich eigenmachtig af van de kerk die „is geweest van het begin der wereld af' (Ned. Geloofs Belijdenis). Toen de joden van Antiochië Paulus en Barnabas lasterden en het evangelie weerspraken, zeiden dezen: „Het was nodig dat eerst tot u het Woord Gods gesproken zou worden; doch nademaal gij hetzelve verstoot en uzelf het eeuwige leven niet waardig oor deelt ziet, wij keren ons tot de hei denen" (Hand. 13 46). Vanaf toen gingen synagoge en kerk verschillende wegen. Maar ook de kerk zelf splitste zich al spoedig. De grote verdeeldheid van nu gaat al terug tot de tijd van de eerste christengemeenten. Ongelooflijk maar waar. Veelal tengevolge van theologische kwes ties kwam het tot enkele splitsingen en verbrokkelingen. Toch bleef de eenheid tussen de oosterse en westerse kerk nog bewaard tot het jaar 1054. Toen raakten de Oosters Orthodoxe Kerken (die alle Maria-dogma's alsook het primaat van de paus afwijzen) los van de kerk van het westen. Deze scheiding betekende een diepe kloof in de christenheid. Ondanks pogingen daartoe is deze nooit meer geheeld. Het volgende grote schisma voltrok zich in de zestiende eeuw. Ik duid uiteraard op de reformatorische bewegingen in Duits land en Zwitserland, die in vele andere landen navolging vonden. Hierbij zijn on der meer namen als Luther, Calvijn en Bullinger te noemen. Zou, nu het Woord zijn rechtmatige plaats in de kerk had herkregen, het nu afgelopen zijn met de afscheidingen en afsplitsingen van de kerk? Nee: ook de eenheid van de kerk der reformatie kon helaas niet be waard blijven. Zij viel in een veelvoud van kerken uiteen. D at geldt met name van de kerk die in het spoor van de calvijnse reformatie wenste te gaan. Om slechts in Nederland te blijven: elk van de jaartallen 1619, 1834, 1886, 1892, 1944, 1953, 1967, 1981 brengt de zoveelste kerk- splitsing in herinnering. Oecumenische beweging „Kortom, de kerk die als een apostolische eenheid begon door de arbeid der apos telen, van Jeruzalem uit naar de Klein- aziatische gemeenten en naar Europa, is onherkenbaar verdeeld geraakt Schis ma's riepen nieuwe schisma's op. Is het wonder dat in al deze ongeoorloofde, want bijbels-onrechtmatige verdeeldheid, ge zocht wordt naar eenheid? Opdat de we reld gelove!" Deze laatste alinea citeer ik uit een boekje dat onlangs uitkwam onder de titel „öew- ken over.... oecumene". Het werd ge schreven door ir. J. van der Graaf, secre taris van de Gereformeerde Bond en te vens eindredacteur van het blad „De Waarheidsvriend". Over het zoeken naar de zo geboden eenheid der kerk gaat dit vlotgeschreven boekje. Onderwerp is niet zozeer de kerkelijke situatie in Nederland, inclusief de op gang gebrachte toenade ring der kerken, alswel de wereldwijde oecumenische beweging. Niet op alle ter sprake gebrachte as pecten kan ik in deze aankondiging in gaan. Het zijn er vele. De verdeeldheid van de kerk, die ik hiervoor kortelings schetste, komt natuurlijk aan de orde. Verder krijgen aandacht de bijbelse ge gevens aangaande eenheid en oecumene, de oecumenische symbolen(d.w.z. de drie oud-christelijke belijdenissen die door vrij wel alle christelijke kerken als zodanig worden erkend), de geschiedenis van de oecumenische beweging en het functio neren van de Wereldraad van Kerken. Het verlangen naar de zichtbare gestalte van de Una Sancta, de heilige christelijke kerk, schetst de schrijver als rechtmatig, ja zelfs geboden. Is het immers nietChristus' eigen woord:opdat zij allen één zijn?" Toch zal het niet verwonderen dat Van der Graaf zich over het beleid van de Wereldraad van Kerken kritisch uitlaat Wie een kerkelijk leven voorstaat dat confessioneel bepaald en gebonden is, zal toruwens niet anders kunnen. Gemeten naar de norm van de, Schrift en de gerefor meerde belijdenis valt er namelijk nogal wat af te dingen op de Wereldraad. De basisformule is dermate vaag en geredu ceerd dat deze nauwelijks één ketterij uitsluit Daarbij komt dat het Schrift beroep binnen de Wereldraad erg moeilijk is. De bijbel is geen norm; er is vrijheid van interpretatie. En, om nog iets te noemen, de theologie van de Wereldraad is die van de „algemene verzoening". „Een universalistische visie, waarbij de hele wereld in het heil deelt, wist de besUssende scheidslijn, die er tussen de mensen loopt, een lijn die bepaald wordt door geloof en ongeloof, uit De kerk is er ook buiten de kerk. Quis non fleret Toch volstaat Van der Graaf niet met de constatering dat het met de oecumene niets gedaan is en dat dus op dit terrein de roeping van de kerk niet ligt Integendeel. De verdeeldheid van de kerk zal haar voortdurend als een schuldige werkelijk heid voor ogen moeten staan. We zullen de schade die de kerk daardoor naar de wereld toe oploopt, niet mogen onder schatten. „Is Christus gedeeld?" zo vroeg Paulus al aan de Corinthiërs. Hoewel verre willende blijven van een oeverloze oecumene, stelt de schrijver vast, dat „nog zoveel over blijft dat ons beschaamd doet staan voor God en de wereld. Mensen die waarachtig één zijn in het geloof in Chris tus en die verbonden zouden moeten zijn in het ene Lichaam door dezelfde Geest, gaan kerkelijk verschillende wegen en trekken muren op waarover zij niet meer heen kunnen". Inderdaad. Quis non fleret? Wie zou niet wenen, wanneer hij de gescheurde kerk des Heeren ziet? Maar.... wie weent er metterdaad? Wie voelt nog de pijn aan de versplintering van de kerk? Wie heeft nog enig heimwee naar de ongedeelde kerk in Nederland? om daarmee maar te vol staan. Mèt Van der Graaf vraag ik: waar is de schreeuw, de vurige bede om de echte beleving van de eenheid des Geestes tus sen hen die echt samen horen? Nu weet ik wel: iedere afscheiding heeft zijn eigen rechtvaardiging aan beide zijden. Jullie hebben ons uit de kerk geworpen, zeggen de afgescheidenen. Jul lie zijn er uitgelopen, menen de her vormden. We moesten wel, zegt de ene groep. Het ging niet meer, roept de andere. En na vrijwel elke afscheiding gaat de weg van de continuïteit gelden: wat eenmaal is ontstaan, moet blijven bestaan koste wat kost Wie heft zichzelf nu op?! Ook de nazaten van de Afscheiding b.v. hoe rechtmatig van oorsprong deze ook was hebben nagelaten haar bestaansrecht voortdurend te toetsen. Inplaats van een „noodkerk" te stichten totdat een wederkeer naar de kerk der vaderen weer mogelijk zou blijken heeft men een eigen kerkelijk leven gesticht dat de eeu wen kan verduren. Dat geldt overigens in nog veel groter mate van de Doleantie, de georganiseerde uittreding in 1886 onder leiding yan dr. Abraham Kuyper. In dit verband moet met ere de naam van ds. Ledeboer worden genoemd, bij wie het uitzien naar het herstel van de vader landse kerk nooit heeft gesluimerd. Calvinus oecumenicus Ik besluit met een citaat van Calvijn. In zijn tijd is deze rusteloos bezig geweest met het vraagstuk van de eenheid der kerk. „Calvinus Oecumenicus" kunnen we hem wel noemen. Op een suggestie van Tho mas Cranmer, de anglicaanse aartsbis schop van Canterbury, reageerde Calvijn enthousaist Hij schreef hem een brief waarin onder meer de volgende zinsneden voorkomen. „Als wy eens konden bereiken, dat ernstige mannen uit de voornaamste kerken bijeenkwamen om de afzonder lijke punten van het geloof naarstig te bespreken en aan de nakomelingen de vaste leer der Schrift nalieten over al wat wij gemeenschappeiyk hebben! Maar het behoort tot de voornaamste misstanden van onze tijd, dat de afzon derlijke kerken zo verdeeld zijn, dat van saamhorigheid als mensen onderling nauwelijks sprake is. Iaat staan van heilige gemeenschap der leden van Christus, die zy weliswaar met de mond belijden, doch die slechts weinigen met terdaad en oprecht beoefenen.... Per soonlek zou ik het ervoor over hebben om, als men mij nodig heeft, desnoods tien zeeën over te steken". N.a.v. „Denken over.... oecumene" door ir. J. van der Graaf. Uitgeverij Boekencentrum b. v. te 's-Gravenhage. 77pagina's. Prijs f 12,90. Bij een abonnement op „Denken over...." f 10,90 J. K. DIRKSLAND Het Bestuur van het Anjerfonds Zuid- Holland heeft besloten om een gift van 1600,toe te kennen aan het Gemengd Koor „Excelsior" uit Dirksland. Dit naar aanleiding van het 75-jarig jubileum van het koor. Het bedrag dient besteed te worden aan het jubileumconcert. Dank baar maakt het Bestuur dan ook melding van deze schenking aan het koor. Voor zaterdag 2 juni a.s. heeft het Ge mengd Koor „Excelsior" een zangcon- cour uitgeschreven, terwijl er 's avonds een jubileumconcert zal worden gegeven met het bekende en nog in klederdracht zingende Volendams Opera Koor en het Marker Koperkwartet Het Volendams Opera Koor geeft elk jaar diverse concerten in binnen- en bui tenland. Het bestuur van „Excelsior" prijst zich dan ook zeer gelukkig met de komst van dit beroemde koor naar Dirks land. En verzoekt u dan ook nu al om deze datum vrij te houden om dit voor Flakkee toch wel unieke jubileumconcert bij te kunnen wonen. Inzake de kaartverkoop voor dit concert zult u tz.t nog wel geïnformeerd worden. VERVOLGVERHAAL door Dignate Robbertz G. F. Callenbach B.V. Nijkerk 20 ------------------------------------- Ebbe ze kwaed gedae, Leune, daer ebbe ek spiet van. Ik zal ze noe maer meeneme, Jikkemien eit een joen gekrege. Bel bel, weer een joen! Noe, datje'm in gezond-eid mag kweêke. Simen bedankte voor de goeie wens en nam Kee en Arend bij de hand. —- Bedankt zoverre, buure, je moe dienke 't bin nog maer guus, ze richte wel is wat uut, d'r is toch niks gerinneweerd? Belneênt, buurman.... 't bin nog maer guus, gliek as je zeit, antwoordde Leune, vertederd door Simen's vermoeid en toch blij gezicht Ze hield de deur wijd open en pakte de kater, die naar buiten wilde, onder haar arm. Met z'n drieën kwamen ze nogal la waaierig binnen. Arend lette niet op de hoge dorpel en viel zo lang als hij was in den uuze, stootte zijn knie en begon te schreeuwen. Kee zag dadelijk dat het tafelkastje opzij was geschoven, daar stond nu de houten wieg, die ze op de zolder onder het blauwe geblokte kleed wel gezien had en Koba was bezig met eiers klutsen. Stilletjes, guus, anders maeke je broertje wakker. Arend veegde zijn tranen weg en kwam schoorvoetend naar de wieg, schuw keek hij naar de bedstee en dan naar Simen. Maar die knikte vriendelijk. Achter het wiegekleed zag hij een klein rood kindje met zulke kleine handjes, dat Arend ervan schrok. Wat een miezeltjé, waagde hij te zeg gen. Moeder noemde een jonge geit die erg idein was ook een miezeltjé. Wacht mer, lachte Koba, as z'n begint te groeien, dan oór jie 't miezeltjé. Teleurgesteld klom hij op de stoel bij de bedstee, moeder deed even haar ogen open en lachte. Hij wilde bij haar kruipen, maar dat mocht niet Op een andere keer, zei ze, noe moe jie je boteram ete en naer bed. Is Kee daer ook.... ebbe je 't broertje gezie en bin je d'r blie mee? Kee vond dat moeder erg wit zag en wat praatte ze zachtjes. Jie ei toch gin kouwe? vroeg ze, je zie zo bleik. Koba had het brood klaargezet, ze kregen een grote ronde beschuit met muisjes na. Dat ei broertje meegebrocht, legde Koba uit. Net as Arend, wist Kee nog, die ad ook muusjes bie z'n toen un kwam. Weet je dat nog? vroeg Koba. Dat ei moeder altied verteld. Is z'n uut de kolen gekomme, Koba? Simen lachte en Koba knikte haastig. Ja.uut een groóten witten, mee z'n beien konden we die nie oplichte. Arend zat van de witte korreltjes te proe ven, het smaakte lekker zoet en het stelde hem tevreden met het kleine broertje. Achter Kee slipte hij de ladder op naar de zolder, maar dan moest hij toch nog even plat op zijn buik gaan li^en en naar beneden kijken. Vader zat bij de tafel met z'n handen in elkaar gevouwen en Koba roerde in een pannetje. Het broertje gaf vreemde kleine geluidjes en in de bedstee bleef het stil. Verdrietig ging hij naast Kee liggen, drukte zijn gezicht in het kussen en deed z'n best om niet te schreeuwen. Nu was moeder niet meegegaan om uit te kleden en Koba had gezegd dat ze zou komen kijken of ze goed lagen. Maar moeder bleef wel eens op de matten stoel zitten tot hij bijna sliep en van Koba was hij een beetje bang, ze had zo'n grote tand, vond hij en die bewoog als ze lachte. Het bleef lang stil beneden, dan hoorde hij vader zeggen: Ik zal nog is een bitje geite-eten gesnie. Koba zeide wat terug en dan kwam ze de ladder op. Arend kneep zijn ogen stijf dicht en bleef zo liggen tot ze weer beneden was. Achter in het hof zat Simen in de goskant, hij had de kruiwagen vol gesneden en leunde nu in de ruige stoppels. Een zacht windje suizelde door de wilgen en woei de geur van mest naar hem over. Vandaag was zijn derde kind geboren en het leek nog maar pas geleden dat hij met Jikkemien de wieg had bekeken, toen de timmerman die thuis bracht Dat was straks al tien jaar geleden. In die eerste tijd, toen Kee veel huilde en Jikkemien haar handen vol had met luren en popperig klein goedje, hij hij maar verwonderd en zwijgend toegekeken. En zijn verwonde ring groeide toen Kee begon te lachen en haar eerste woordjes te zeggen. En nu was er voor de derde maal zo'n wonder in zijn huis gekomen. ledere keer was het nieuw voor hem en voelde hij zich te veel in de uuze, waar het naar anijs en schoongewassen goed rook. Koba had hem een glas geschonken, maar het wilde amper door zijn keel. De grond gaf vochtig op, hij voelde het door zijn dikke pilow broek. De witte geit blèrde om het verse gras, hij greep de kruiwagenarmen en reed tussen de groentebedden naar het kot. Op de bakkeettafel brandde het looplampje en wachtte Koba op hem. Ik ebbe de matrassen van de guus ulder bed op de vloer geleit, zei ze. 't Is beter dat Jikkemien vannacht alleene slaapt Ze sloeg de schort over haar armen, wenste welterusten en ging op een drisje naar huis. Luid kloeften haar klompen over het stille dorp. Jikkemien werd er wakker van. Waer bin jie, Simen? Hij kwam vlakbij de bedstee staan met z'n pet in zijn handen. Jie moe nie op die matrassen legge, zei ze, dat is veê te trekkerig. 't Zal wè schikke, Jilïemien, is Koba goed voor je....? Jawoor.... 'tiszonde.... 'tmenschmoch een andere man ebbe.... dien Eine is zoo'n ruugen apostel. Daer moe je noe nie over dienke, lei je makkelik? Goed oor.... geef je 't kind strek is? Hij keek in de wieg, en gaf het pakje dan, het kreunde even, hij zag de rimpelige knuistjes tegen het gezichtje gedrukt en het gapende mondje. 't Is toch glad een wonder, je verstand staet 't er bie stil. Dan ging hij de blinden sluiten en de deur riengele. In de halfdonkere kamer begon hij zich te ontkleden. Morge moe jie 't angee, zei Jikkemien, toen het kind gedronken had en weer in de wieg teruggelegd was.... oe zulle we 't noeme? -;- Ik ebbe gedocht naer mien vader, wan dien van joe is vemaemd in Arend. Da's goed, Simen, zo ad ik ook ge docht, ze glimlachte.... dus Jan. Jan Joosse, zei hij, grootevader eête ook z6, dit is de derde Jan. De strozak was hard en de deken klein. Met zijn buis en broek op het voeteneinde draaide hij zijn gezicht naar de muur en luisterde naar het kraken van het ouwe kammenet en het zuchten van de wind om het huis. Door het uilegat in de blinden scheen de maan op het wiegje. Het gor dijntje glansde en de verschoten rode bloemen kregen een diepe warme kleur. Bovenop het voer bond Simen de poenger (wnde baik boven op het voer) vaSt CU Het zich laUgS de menladder naar beneden zakken. De paarden hoorden zijn klompen in de aarde ploffen, bogen hun koppen diep, tot hun nekken gespannen waren en de spieren bundels strak bolden. AUa! (wordt vervolgd) Noodkerk.... 4.^.^.^.^■4■4■^■^■^■'^^■^■^■*^■4■^■^■^■^■^■**^■^■*^■*^■^■^■***4■^■^■^■^■4■^■^■^■^■*^■^■*^■^■^■^■^■^■^■^■^Jt■^■*^■*^

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1984 | | pagina 2