EiüvnDEn-niEuws Op z'n flakkees gezeit: Nae onze Patersonse reize Mayors of Prospect Park Overdenking JIKKEMIEN uit de Heilige Schrift Zonde.... genade (2) III (slot) 'n Stukje Middelharnis' gemeentegroen 2e Blad VRUDAG 13 JANUARI 1984 No. 5261 In een oud krante-artikel, uut 1959, dienk ik, vond ik dat ten zuën en ten oasten van Paterson, gelegenheid was voor emigran ten-veeboeren mit kapetaol. Daer had je de groate melkbedrieven landerrebeiers, gespeciaoliseerd in de melkerieë, zouë daer oak weark kenne vinde. 'k Wil mar zegge, datje niet mot dienke, dat het om de Silk-City zieë-stad) allemael meansen binne die in de industrie gewearkt hao. Van de city Paterson is dan Prospect Park zelfstandig geworre in 1901. De vier eerste burgemeesters zieë op deze foto, die 'k hao gehaeld uut: 1901 - 1976 Prospect Park, dat dhr. Bert Nawijn ons gaf. Tussen haekjes oak deze man heit weer 'n Flakkeese moeder of groatmoeder. 't Warre dienkelijk allemael Flakkeeë- naers; waerschienlijk was Peter Hook, de naem voor Piet Hoek. (De Hoeken binnen een Ouddurps geslacht). Voor de zelfstandigwording van Prospect Park was er ai Christian Reformed kerke lijk leven in oak Gereformeerd onderwies. Een schoolvereniging, de „Holland Re formed School Society", stichtte de Ami ty Street School; hier ofgebeeld. Mr. A. Struyk gaf 3 lots (percelen grond) in de Amity Street en er wier 1.200 dollar gecollecteerd. (A. Struyk is dienkelijk Adriaan Struyk, de latere mayor). Mr. William Veenstra nam de bouw an van de schole voor 1.129 dollar. Onder voorzitterschap van Ds. P. van Vlaanderen, predikant van de First Chris tian Reformed Church, werd de school geopend in de Amity Street. Ds. Van Vlaanderen vertolkende het ge voel van de meansen toen hij in z'n speech verklaerende: „God heeft wonderlijke dingen voor ons gedaan". Eerste onderwiezer Mr. A. van Vliet kreeg 5 dollar per week. Het eerste hoad van de schole was Mr. R. Hoan, eerder dominee van Midland Park Christian Reformed Church, kreeg IVi dollar per weke. De 75 leerlingen hadden schole in het basement (onderverdieping) van de Twee de Christelijke Gereformeerde Kerke. Hier handelde men dus echt naer Hol lands model: Een school van een school vereniging, en van dezelfde geest als de kerk En dan mozze ze geheel en al drieve op eigen geldmiddelen. Trouwens in dien tied kreeg 't Christelijk onderwies in Neder land oak nog mar, sedert 1882 'n beetje subsidie. Mar is 't er in Holland in 1920 financiële gelieksteiling gekomme, in Amerika motten de Christenen alles nog zelf betaele. De schole van de twee Gereformeerde Gemeenten, die we nog even konne be- kieke, kriegt geen cent van het Rijk, en 'n oudere paer betaelt voor 't eerste kind 1500 dollar per jaer en voor het volgende wel iets minder, mar nog veul. En dan eiste de bouw van de schole nog 'n kappe- taol. Mar 't gaet, en 't gienge in 1893 en volgende jaeren oak in 1893 en volgende jaeren oak. Er bleek een grote devotie toewijding) voor de religie uut 't stichten en instandhouën van hun eigen schole. Eén van de eerste ordinanties (verorde ningen) was het verbod van alle commer ciële activiteit op zondag. Dit verbod, schreef het in 1976 ver schenen Gedienkboek, is nog in wezen onveranderd. Het heeft altijd bijgedragen om de vrede en de sereniteit (zuiverheid) van de gemeenschap te bewaren, speciaal op zondag. Uut ons vorig stikje bleek wel hoe hoag 'n man als S. W. de Bonte de zondag opnam. Mar de echt Puriteinse geest verhinderde niet dat Mayor Struyk kon zeggen, op 17 maert 1902: „Our watchword must be economy" (ons wachtwoord moet zijn econimie). De vredige atmosfeer, het rustige huselijk leven van de bevolking en in het bijzonder de toewijding aan de religie. Hervormd en Gereformeerd, trok personen van Hol- lanse kom-of, uut Nederland hier heen te kommen. Men kon zich dan daer echt thuus voele. Prospect Park wier zodoende echt een HoUanse gemeenschap, waer het Hollans wier verstae en gesproke. En ik dienke dat er deur de in Prospect Park wennende Flakkeeënaers, nog wel Flakkees gepraet zal weze. Wel vind je in het Gedienkboek geen ienkele verwiezing naer Flakkeese of- komst. Mar wel komme er veul naemen in voor die je doen vermoede dat de mean sen, die ze draege van Flakkee komme. Ik noeme: L. Bosschieter, Faasse, Tanis, Breen, Schoonyong, (Schonejongen), Van Seeters, Sandford(Santifort). Kort na z'n herverkiezing wier Mayor Struyk ziek en op December 12, 1912 stierf deze „true Christian gentleman. De hele gemeenschap betreurde het heen- gaen van de „vader van onze stad". Kort na zijn dood werd de Oak Street (Eikenstraat) tot zijn gedachtenis veran derd in: „Struyk Avenue", 'k Woue noe nog vermelde, dat er in het Gedienkboek staet, dat in 1966 Dr. Peter G. Berkhout stierf. Hie was huusarts. „He was a femiliar person in the commu nity, on call 24 hours a day". Men kon 24 uur per dag een beroep op hem doeë. 12% 26-63 kreeg ik van hem een brief as antwoord op 'n brief van mien, om in lichtingen over m'n oud-noam: Adrioan Struuk. Hie was naemelijk getrouwd mit Johanna Struyk, kleindochter van Adriaan Struyk, de mayor. Ik had de wed. Berkhout graeg ontmoet, mar ze was net ziek, toen d'r broer en zuster ons opzochte. Van Dr. Peter Berkhout las ik indertied een waerderend verhael in de krante van juni 1956. (Trouw of de Rotterdammer). In 1966 meldde hetEilanden-Nieuws het volgende: „Zo Gij, HEERE! de ongerechtig heden gadeslaat; Heere! wie zal bestaan? Maar bij Uis vergeving, opdat Gij gevreesd wordt". (Psalm 1303 en 4) „Zo Gij HEERE! de ongerechtigheden gadeslaat, Heere! wie zal bestaan? „Zo Gij...." Daarin lag reeds de gedachte, dat er nog een weg, een middel was, om het oordeel te ontgaan. Daarom had hij ook uit de diepte van zijn ellende ge roepen: „hoornaar mijn stem". Ennuzegt hij het meer duidelijk: „Maar bij U is vergeving". Hier is de grote ommekeer! Dit „maar" doet het heel anders lopen dan gevreesd moest worden. Dit is het „maar" van Gods barmhartigheid! Dit „maar" is voor verlorenen een blijmaar! God wil de zonden vergeven. Hij is een God, barm hartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid. Die de weldadigheid bewaart aan vele duizen den. Die de ongerechtigheid en over treding en zonde vergeeft. (Exodus 346 en 7a). De dichter weet het.... niets van hemzelf komt bij God in aanmerking. De enige weg is: te hopen op Gods goedheid als onverdiende genade. Alleen als de Heere tegenover zijn zonde zijn genade stelt, alleen als Hij in erbarming een streep haalt door de schuldrekening, alleen dan is er hoop. „B ij U vergeving"Het is een woord van zekerheid, die zich aan het eind van de psalm ook uitspreekt in het „Hijza/ Israël verlossen van al zijn ongerechtigheid". Wondere zekerheid van Gods vergevende genade, bij een zo diep besef van de gerechtigheid van God. Hoe komt deze man aan de zekerheid omtrent de ver geving van de zonde? Wel..,, daarover heeft hij gelezen in de boeken van Mozes. Dat hebben taal en teken van de offer dienst hem geleerd. Hij verstond de spra ke, die uitging van het offerbloed in het heiligdom vergoten. Het klonk hem daar uit toe: „zonder bloedstorting geen ver geving. „En wat onder het Oude Verbond voorbeeld en schaduw was, is onder het Nieuwe Verbond vervuld in de komst van Jezus Christus, Gods Zoon. En koste lijker dan het bloed van de offerdieren in Isrel's tempel, is het bloed van het Lam Gods. Want dat bloed reinigt van alle zonden. Christus is ook verzonken geweest in diepten en wie zal de diepte daarvan peilen? In de diepten van Gods verbolgenheid over de zonde, gingen al de baren van Zijn toom over Hem heen. In Hem heeft de heilige God de zonde gadegeslagen. De zonde van geheel het menselijk geslacht. Onder die geweldige last klaagde Hij: „Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?" MaarGode zij lof... Hij is niet onder de last bezweken. Hij heeft het verlossingswerk afgemaakt. „Het is vol bracht!" Hij is niet onder de last be zweken. Hij heeft het verlossingswerk afgemaakt. „Het is volbracht!" En om wille van dat enig en algenoegzaam offer van deze Borg en Zaligmaker, slaat de Heere onze ongerechtigheden niet gade! Aan deze waarheid klemt de dichter zich vast Op deze waarheid pleit hij. „Daar is immers bij U vergeving o Heere. Gij zijt toch de HEERE, Jahweh, de God van het verbond? Het Verbond datGij met uw volk hebt opgericht is toch een Ver bond der genade? En als de trouwe Ver bondsgod maakt Gij toch uw beloften waar? Maar ook zijt Gij de Heere, Adonai de Opperheer, de Soevereine? Wat uw liefde wil bewerken ontzegt toch uw ver mogen U niet?" Als zo de gelovigen onder het Oude Verbond zich verheugden in de genade van God, hoeveel te meer is dit het geval onder de Nieuwe Bedeling. Ziende op onze schuld voor de heilige God, is er verslagenheid en verbrijzeling. Maar.... bij de verbrijzelden wil de Heere wonen om ze levend te maken naar Zijn Woord. Hef dan uw hoofd omhoog en zie op naar het kruis. Boven dat kruis staat geschre ven: „Maar bij U is vergeving". Is deze Blijde Boodschap het ook reeds voor u? Het kan dit alleen zijn voor het door schuld en zonde verslagen hart. Alleen voor wie in deze diepten alles verloor, is deze tijding een heilstijding! Deze wordt gezegd: „Ga met al uw zon den tot deze Heiland. „In Hem alleen ligt de weg om tot vergeving van uw zonde te komen. Er is vergeving! Laat toch niemand zeggen, dat er wel vergeving is, maar niet voor hem of haar. Er is geen zonde zo groot, die niet ver geven kan worden. Voor alle geestelijke tobbers en twijfelaars moge hetgroot zijn: „Hij zal Israël verlossen". Hij zal het doea' „Indien wij onze zonden belijden. Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve...." Tenslotte: deze vergeving heeft een doel. Het doel van de vergeving is de vreze des Heeren. Boven deze meditatie zette ik: zonde.... genade. Maar niet, alsof daar mee alles zou zijn gezegd. Niet twee, maar drie stukken zijn nodig te weten tot zalig heid in leven en in sterven. „Opdat Gij gevreesd wordt". De kanttekening op de Statenvertaling zegt hierover „te weten met een kinderlijke vrees. Allen die vast vertrouwen, dat om Christus wil hunne zonden vergeven zijn, die beminnen God en als goede kinderen vrezen zij Hem te vertoornen". Juist in de levensheiliging moet openbaar komen de ware verootmoediging en de oprecht gelovige aanneming van het Evan gelie van de verzoening. Wie Gods heil heeft genoten, moet Gods wegen gaan. Kent gij iets van de kinderlijke vrees des Heeren? Is de eer van God u boven alle dingen dierbaar geworden? Is er de be geerte verlost te worden van de macht en heerschappij van de zonde en in een nieuw godzalig leven te wandelen? Toets hieraan de echtheid van uw schuldbesef Roemen in genade en een slordig leven leiden mag niet samengaan. „Wie de Naam des Hee ren noemt, sta af van ongerechtigheid". Waar genade komt, komt gegarandeerd ook een vrees voor en een haat tegen de zonde en de hartelijke begeerte die trouwe Heere te dienen. „Opdat Gij gevreesd wordt". Maak daar niet van: „omdat" Gij gevreesd wordt Dan zou het om de mens gaan. Zou de mens de eerste zijn geweest Neen het is en moge steeds meer worden: niets uit ons en al uit Hem, zo gaat het naar Jeruzalem. Hier is het leven vol strijd. Strijd tegen de zonde en de ongerechtigheid. Een weg van struikelen en vallen. Een gaan door diepe dalen. Maar toch een weg die opgaat. Het klaaglied wordt toch een lied van de opgang. Van de opgang naar Jeruzalem! Daar zal het dienen van de Heere vol komen mogen zijn. Daar wordt de genade van God op het hoogst verheerlijkt Daar weerklinkt door de hemelbogen der zalige jubel: „Gij, Heere, zijt waardig te ont vangen de heerlijkheid en de eer en de kracht". Zalig eenmaal met dit loflied te mogen instemmen. B. H. H. Lambertus Touw (1912 - 1919) Cornelius Bosland (1920 - 1926) Peter Hook (1927-1938/1943-1947) Adrian Struyk (1901 - 1912) Ds. dr. Peter G. Berkhout kreeg dodelijk ongeluk Ooltgensplaatse emigrant vond in Amerika door studie een veelzijdige en hoge positie De uit Ooltgensplaaf afkomstige emi grant ds. dr. Peter G. Berkhout die voor al onder de Hollanders in Amerika grote bekendheid kreeg, is twee weken geleden in de staat Colorado verongelukt waarbij de dood onmiddellijk intrad. Met zijn gezin was hij vanuit Paterson op een 6- weekse vakantiereis door de Verenigde Staten. Met zijn vrouw en twee dochters vertrok hij in de 5de vakantie-week uit California; op 19 juli reed men op een eenzame weg in de bergen in de staat Colorado. Het regende en de weg was glad. Zijn vrouw bestuurde de auto, zij doet dat het grootste gedeelte van de tijd en heeft nog nooit een ongeluk gehad. Op een gegeven moment gleed de auto van de weg, waarbij de deur openging. Dr. Berk hout viel er uit en is vermoedelijk tegen een paaltje terecht gekomen en was on middellijk dood. De jongste dochter van 15 jaar ging om hulp uit in een stromende regen. Geheel van streek kwam zij een politieman tegen die haar in zijn auto neeman naar een ziekenhuis. Daar ver telde zij van het ongeluk en dat haar moeder en zuster nog in de auto waren en dat haar vader overleden was. De politie ging er direkt heen, terwijl een in het ziekenhuis aanwezige predikant zorgde voor het vervoer naar Paterson en de familie waarschuwde. Zo kwam er aan dit zeer arbeidzame leven een droevig einde. Te Paterson vond onder grote be langstelling de teraardebestelling plaats. Ingezonden: Met verbazing las ik in uw blad van jl. vrijdag het berichtje: „Zin in een stukje gemeentegroen?" Wij hebben ook zo'n stukje gemeente groen; dat konden wij krijgen voor een symbolische prijs van tien gulden per jaar, opgetekend door de heer Joustra, maar laten wij nu omstreeks juU 1983 een brief krijgen van de gemeente; wij konden dit huren voor één gulden en 15 cent de vierkante meter! Dus je mag het onder houden, beplanten en nog betalen ook! De heer Jacobs is bij ons ook wezen kijken, hij vond het prachtig onderhouden, en vond de prijs helemaal niet te hoog. Dus bewoners van een hoekwoning, een stukje voldoening en levensgeluk vlakbij de deur? U betaalt een zacht prijsje en de gemeente is van alle zorgen af. Misschien hebben wij dit stukje niet goed gelezen of het nu gratis gegeven wordt in Sommelsdijk-Zuid, en dat men in Nieuwe Tonge-Oost moet betalen voor het stukje levensgeluk? Bij voorbaat dank. J. C. Kievit Lauwerijnstraat 25 J. Hoogerwerf Florisstraat 2 Nieuwe Tonge, Gem. Middelharnis Aan dit artikel ontleen ik nog: Hij bleef de Hollandse taal goed machtig. Preken deed ds. Berkhout maar een enkele keer. Hij is ook nooit kandidaat geweest, daar hij zich niet beroepbaar stelde we gens zijn verdere studie. De classis van de Geref Kerk verleende hem echter verlof om het Woord te bedienen en daar maakte hij zo nu en dan gebruik van. Waardering voor muziek Als enige ontspanning, als wij het zo mogen noemen, fungeerde de dominee- dokter als president van de Orkestver eniging te Paterson. De werken van Beet hoven etc. vond hij machtig. Ook was hij examinator en verbonden aan het Calvin College. Voor zijn geboortedorp Oolt- gensplaat had dr. Berkhout altijd veel belangstelling. Met mevr. wed. Ant. Mar- cux-Tj-oost en de familie J. W. Korteweg- Ras onderhield hij kontakt door brief wisseling etc. Zijn bezoek aan Ooltgens- plaat in 1956 was een hoogtepunt in zijn leven. Ook had dr. Berkhout altijd veel interesse voor ons blad „Eilanden- Nieuws". Hij kreeg ons blad via zijn zuster mevr. D. van Beek-Berkhout uit Grand Rapids, die vroeger correspon deerde met Schrammetje. We kunnen u nog vertellen, dat Joast Berkhout was getrouwd mit Aletta den Boer, dochter van ds. P. den Boer in m'n jeugd nog op Melissant bekend as „Boer tje". J. W. Korte weg, hier bovengenoemd schreef me: „Van hem Ds. Den Boer) vond ik het volgende: P. den Boer, geb. 1828, Melissant 1852 Genderen, 1856Puttershoek, 1857 Baar- land, 1863 Kamperland, 1866 Veere, 1871Van het ambt ontheven 18 81 (Vrije Geref Gemeente te Ooltgensplaat 1881, Melissant 1888). Puttershoek (tweede maal) 1892. Overleden 1901, Zo u ziet Oak deze Amerikaon dr. Berkhout is van vaders en moeders zijde van Flakkeese bloede. Zijn vrouw Johanna en schoonzuster Henriëtte, bezochten Ouddorp. Ze dach ten dat d'r groatmoeder, Johanna Aartie, daervan daen kwam. Noe hoa'k gevonde, dat deze Johanna uut (Goeree) kwam. Zo mot 'n means z'n gedachten wel is herzieë. Ikke oak: Adriaon Struik, m'n oud-noam bliekt niet de mayor Adriaan Struyk geweest te zijn. Nog deze optnearkingen tot besluut: 1. Noch in Dr. Berkhouts brief, noch in de twee krantestikjes, leze ik van Pros peet Park. 't Die naem gaet dus schuil onder: Paterson. 2. P. Berkhout Jr. is thans ook huisarts te Paterson. Aantekening Dezer daegen schreef iemand me, dat broers van WuUem Touw en een zuster of zusters) van hem naer Paterson gienge. Oak dat twee dochters van Wullem Touw er heen trokke: Geertje Touw, getrouwd mit M. van Prooyen en Antje Touw, getrouwd mit Jan van Oudenaren. Die heit in Paterson den naem van den Olden angenome. Behalve Jan van Oudenaren, warre oak geëmigreerd: Bram, Piet en Cor van Oude naren. Alle vier warre zeuns van Leen van Oudenaren en Mina van Lenten. Slechts één zeune van hen bleef op Me lissant achter: den jongen Leen. Ik ken hier nog bievoege, dat in het lidmaetenboekje van de Geref Gemeente van Franklin Lakes voorkomme: Miss Lena van Oudenaren en Mr. en Mrs. Leonard van Oudenaren (Bella), de eerste in Prospect Park en de tweede in Wayne. J. L. Struik HUIS VERKOPEN? makelaar tamboer bellen voor deskundige bemiddeling d] 01870-3477 m DD VERVOLGVERHAAL door Dignate Robbertz G. F. Callenbach B.V. Nijkerk ------3 -------------------------------------- Hij wilde buiten blijven en in de regen staan. Toen hij tegenstribbelde pakte ze hem onder haar arm. De staartklok wees vier uur. Jikkemien maakte vuur in de musterd, die dwars over de haard lag en ging op haar knieën zitten om in de blaaspijp te blazen. Het hout was nog niet helemaal droog, de rook prik kelde in haar keel, ze hoestte en veegde de tranen uit haar ogen. Arend hielp mee stoken, hij zocht de fijne stokjes uit de houthak en mikte ze in het vuur. Het koffiewater in de berookte ketel begon te zingen en de gemalen bonen geurden door den uuze. Een felle regenbui sloeg tegen het huis, kletterde langs de ramen en spoelde de weg schoon. In driftige geultjes liep het water onder de haag door. Op de zolder was een lek. Jikkemien hoorde regelmatig de druppels vallen. Bij de schouw of naast het venstertje moest het zijn. De bui dreef snel over. Toen het droog was zette ze dadelijk het raam op een klosje om de rook te laten wegtrekken. In de plassen baadden zich de luidkwette- rende mussen. Toen de school uitkwam vlogen ze met geruis van veel kleine vleugeltjes op en streken op de gootrand, waar ze bedrijvig hun veertjes glad wreven. Kee bleef buiten wachten. Ze had haar schamanteltje (schoudermanteltje) om en de kap over haar muts getrokken. Arend wilde de boterhammen voor vader dragen. Achter door, langs het AUemanspadje gingen ze naar het Olmenhof Arend liet het brood zakje aan zijn hand bungelen en Kee droeg voorzichtig de kruik met koffie en een komme. Omdat Simen aan zijn maag mankeerde kon hij geen tarwebrood eten. jEuine van 't Olmenhof zeide, dat ze zich daar niet mee bemoeien kon. Waar zou het naar toe moeten als de ene arbeider dit en de ander dat niet verdragen kon? Simen had geen asem gegeven. Het was nu al voor de derde zomer dat hij ten vier uren opzij ging zitten als de meid van het hof met de koffie kwam, en wachtte tot de kinders zijn wit brood brachten. En de koffie, die Jikkemien zette, smaakte beter dan die van de boerin, vond hij. De buien waren overgedreven. Een stra lende zon scheen over het land. Het dorp. een lange rij eendere huisjes, lag tussen de akkers. Naar de landzijde rezen de boer derijen tussen struiken en laag geboomte als grote molshopen met rode ruggen en aan de andere kant waren de golvende duinkammen, blauwachtig tegen de hel dere lucht Simen at met smaak zijn brood en keek tevreden uit over het bekende en ver trouwde land. Hij stak zijn arm nog eens op naar Kee en Arend, die spelend terugliepen. Ze rustten een kwartier en dronken hun koffiebussen leeg, dan rezen ze allen tegelijk op, Simen en de drie andere arbeiders. Op een rij stonden ze naast elkaar. Hun houwelen bewogen voorzichtig verder tussen de bo- nenplanten. Soms viel er een traag woord, waar een even beUaard en kort antwoord op kwam. Om zeven uur schreepte Simen de aarde van zijn houweel en stapte naar huis. Een beetje moe bukte hij om zijn broek af te vegen en kwam in den uuze toen Jikke mien met de kinders al om de tafel zat Het avondlicht scheen parelmoer over hen heen. Simen was huiverig. Hij stak zijn vochtige voeten op de plaat dicht bij het vuur. De reuk van de uitdampende kousen trok door het lage vertrek. Weereen dag Om, zei hij dat wieën is gin zwaer werk, mer 't niept ier nogal. Hij legde zijn hand op zijn maag en keek Jikkemien strak aan. Ik zal morge wel is gae. Den boer ei vor joe wel ander werk. Ze lachte hem toe en strooide een schep suiker in zijn pap. Een trilling gleed over zijn gezicht dan tastte hij naar zijn pet. Eerbiedig, kinders.... Arend schoof recht op zijn stoel. Simen's stem was klaar en duidelijk.... O Heer! die al het leven voedt, kroon onze tafel met Uw zegen.... De zomer ging voorbij met veel warme dagen. De erwten en bonen stonden scherp. Een beetje meer regen zou niet overdadig geweest zijn, maar de boeren keken tevreden naar de oogst en wreven in hun handen. Simen had ontvelde handen van het bonen trekken. Dikwijls sprong een scheultje open en rolden de gladde boontjes er uit. Jikkemien stond heel de dag naast hem. Maar toen de bonen uit waren moest hij alleen erwten gaan pikken. Het land grens de aan de bossen van Zeeduin, ruim een half uur lopen. 's Avonds zat hij bezweet en bestoven in zijn stoel en praatte er niet over dat het zo knauwde aan zijn maag. Dat zou wel overgaan, dacht hij, als den oest (oogst) gedaan was. Krijn Wisse huurde volk bij om de gerst en de rogge te snijden. En Simen deed net als de gezonden mannen, hij nam de haver alleen aan. Ze stond prachtig en gleed gladjes, maar toen hij een dag of drie bezig was voelde zijn lichaam als geradbraakt en moest hij braken. 's Ochtends ging Jikkemien met de zeekel (sikkel) onder haar arm naar het land. Ze sneed breder stroken af dan Simen gedaan had, al werd haar rug stijf en brandden de blaren in haar handen. De volgende dag en de hele week daarna ging ze in zijn plaats en sneed de haver en een gedeelte van de rogge af tot de laatste halm. Krijn Wisse kwam een paar keer kijken en verwonderde zich over de kracht van de zwijgende vrouw. De meeste boeren haalden hun hele oest droog binnen en betaalden een extraatje aan het volk. Met Annetjeliesjereemcdonder- verhuren) gingen dc knechts naar de markt. Ze liepen aan lange rijen met de meiden door de straten van de stad, dronken een brandewijntje en trakteerden op boeren jongens en zoete likeur. Ze zongen en dansten en ontspanden zich na de zware weken op het hete land. De arbeiders vrouwen drentelden tussen het stadse volk en deden hun inkopen, die zij in de grote oorkorf aan hun arm borgen. Jikkemien reed mee op de verenwagen van het Olmenhof Ze zat op de achter bank met Leune Schietekatte en de kin ders. Bel, bel, zei Leune steeds, wat reutele (praten) die guus toch, ik oore d' r glad ketievig van. Er zat meer volk op de wagen. Janne had haar plaats naast de boer. Op de tweede bank zaten de vrouw van de timmerman en haar dochter, die heel wat met de boerinne te bedisselen hadden en deden of Jikkemien en Leune er niet waren. De zware boterkorf was naar de achterbank gewerkt, die hield Leune op haar schoot Af en toe verzette ze haar benen. Laet mien 'm noe is vast-ouwe, zei Jikkemien halverwegen, dat is gin vrachte voor een oud mensch. Maar dat was nie't naar Leune's zin. Een oud mensch, keef ze dadelijk, wat dienk je toch, ik bin nog glad nie boven de jaeren, zukke snaakjes ad ik best kun nen ebbe. Ze pakte Arend die zich benauwd terug trok, bij z'n schouder. De zon scheen pal op de huif (wordt vervolgd) dag in mei en oktober als de meiden en knechts zich opnieuw

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1984 | | pagina 5