EiüvnDEn-niEuws
Op z'n flakkees gezeit:
Nae onze Patersonse reize
Mayors of Prospect Park
Overdenking
JIKKEMIEN
uit de
Heilige Schrift
Zonde.... genade (2)
III (slot)
'n Stukje Middelharnis'
gemeentegroen
2e Blad
VRUDAG 13 JANUARI 1984
No. 5261
In een oud krante-artikel, uut 1959, dienk
ik, vond ik dat ten zuën en ten oasten van
Paterson, gelegenheid was voor emigran
ten-veeboeren mit kapetaol. Daer had je
de groate melkbedrieven landerrebeiers,
gespeciaoliseerd in de melkerieë, zouë
daer oak weark kenne vinde.
'k Wil mar zegge, datje niet mot dienke,
dat het om de Silk-City zieë-stad)
allemael meansen binne die in de industrie
gewearkt hao.
Van de city Paterson is dan Prospect Park
zelfstandig geworre in 1901.
De vier eerste burgemeesters zieë op deze
foto, die 'k hao gehaeld uut: 1901 - 1976
Prospect Park, dat dhr. Bert Nawijn ons
gaf. Tussen haekjes oak deze man heit
weer 'n Flakkeese moeder of groatmoeder.
't Warre dienkelijk allemael Flakkeeë-
naers; waerschienlijk was Peter Hook, de
naem voor Piet Hoek. (De Hoeken binnen
een Ouddurps geslacht).
Voor de zelfstandigwording van Prospect
Park was er ai Christian Reformed kerke
lijk leven in oak Gereformeerd onderwies.
Een schoolvereniging, de „Holland Re
formed School Society", stichtte de Ami
ty Street School; hier ofgebeeld.
Mr. A. Struyk gaf 3 lots (percelen grond)
in de Amity Street en er wier 1.200 dollar
gecollecteerd. (A. Struyk is dienkelijk
Adriaan Struyk, de latere mayor).
Mr. William Veenstra nam de bouw an
van de schole voor 1.129 dollar.
Onder voorzitterschap van Ds. P. van
Vlaanderen, predikant van de First Chris
tian Reformed Church, werd de school
geopend in de Amity Street.
Ds. Van Vlaanderen vertolkende het ge
voel van de meansen toen hij in z'n speech
verklaerende:
„God heeft wonderlijke dingen voor ons
gedaan".
Eerste onderwiezer Mr. A. van Vliet
kreeg 5 dollar per week.
Het eerste hoad van de schole was Mr. R.
Hoan, eerder dominee van Midland Park
Christian Reformed Church, kreeg IVi
dollar per weke.
De 75 leerlingen hadden schole in het
basement (onderverdieping) van de Twee
de Christelijke Gereformeerde Kerke.
Hier handelde men dus echt naer Hol
lands model: Een school van een school
vereniging, en van dezelfde geest als de
kerk
En dan mozze ze geheel en al drieve op
eigen geldmiddelen. Trouwens in dien tied
kreeg 't Christelijk onderwies in Neder
land oak nog mar, sedert 1882 'n beetje
subsidie. Mar is 't er in Holland in 1920
financiële gelieksteiling gekomme, in
Amerika motten de Christenen alles nog
zelf betaele.
De schole van de twee Gereformeerde
Gemeenten, die we nog even konne be-
kieke, kriegt geen cent van het Rijk, en 'n
oudere paer betaelt voor 't eerste kind
1500 dollar per jaer en voor het volgende
wel iets minder, mar nog veul. En dan
eiste de bouw van de schole nog 'n kappe-
taol.
Mar 't gaet, en 't gienge in 1893 en
volgende jaeren oak in 1893 en volgende
jaeren oak. Er bleek een grote devotie
toewijding) voor de religie uut 't stichten
en instandhouën van hun eigen schole.
Eén van de eerste ordinanties (verorde
ningen) was het verbod van alle commer
ciële activiteit op zondag.
Dit verbod, schreef het in 1976 ver
schenen Gedienkboek, is nog in wezen
onveranderd. Het heeft altijd bijgedragen
om de vrede en de sereniteit (zuiverheid)
van de gemeenschap te bewaren, speciaal
op zondag.
Uut ons vorig stikje bleek wel hoe hoag 'n
man als S. W. de Bonte de zondag opnam.
Mar de echt Puriteinse geest verhinderde
niet dat Mayor Struyk kon zeggen, op 17
maert 1902:
„Our watchword must be economy" (ons
wachtwoord moet zijn econimie).
De vredige atmosfeer, het rustige huselijk
leven van de bevolking en in het bijzonder
de toewijding aan de religie. Hervormd en
Gereformeerd, trok personen van Hol-
lanse kom-of, uut Nederland hier heen te
kommen. Men kon zich dan daer echt
thuus voele.
Prospect Park wier zodoende echt een
HoUanse gemeenschap, waer het Hollans
wier verstae en gesproke.
En ik dienke dat er deur de in Prospect
Park wennende Flakkeeënaers, nog wel
Flakkees gepraet zal weze.
Wel vind je in het Gedienkboek geen
ienkele verwiezing naer Flakkeese of-
komst. Mar wel komme er veul naemen in
voor die je doen vermoede dat de mean
sen, die ze draege van Flakkee komme. Ik
noeme: L. Bosschieter, Faasse, Tanis,
Breen, Schoonyong, (Schonejongen),
Van Seeters, Sandford(Santifort).
Kort na z'n herverkiezing wier Mayor
Struyk ziek en op December 12, 1912
stierf deze „true Christian gentleman.
De hele gemeenschap betreurde het heen-
gaen van de „vader van onze stad".
Kort na zijn dood werd de Oak Street
(Eikenstraat) tot zijn gedachtenis veran
derd in: „Struyk Avenue",
'k Woue noe nog vermelde, dat er in het
Gedienkboek staet, dat in 1966 Dr. Peter
G. Berkhout stierf. Hie was huusarts.
„He was a femiliar person in the commu
nity, on call 24 hours a day".
Men kon 24 uur per dag een beroep op
hem doeë.
12% 26-63 kreeg ik van hem een brief as
antwoord op 'n brief van mien, om in
lichtingen over m'n oud-noam: Adrioan
Struuk.
Hie was naemelijk getrouwd mit Johanna
Struyk, kleindochter van Adriaan Struyk,
de mayor. Ik had de wed. Berkhout graeg
ontmoet, mar ze was net ziek, toen d'r
broer en zuster ons opzochte.
Van Dr. Peter Berkhout las ik indertied
een waerderend verhael in de krante van
juni 1956. (Trouw of de Rotterdammer).
In 1966 meldde hetEilanden-Nieuws het
volgende:
„Zo Gij, HEERE! de ongerechtig
heden gadeslaat; Heere! wie zal
bestaan? Maar bij Uis vergeving,
opdat Gij gevreesd wordt".
(Psalm 1303 en 4)
„Zo Gij HEERE! de ongerechtigheden
gadeslaat, Heere! wie zal bestaan?
„Zo Gij...." Daarin lag reeds de gedachte,
dat er nog een weg, een middel was, om
het oordeel te ontgaan. Daarom had hij
ook uit de diepte van zijn ellende ge
roepen: „hoornaar mijn stem". Ennuzegt
hij het meer duidelijk: „Maar bij U is
vergeving".
Hier is de grote ommekeer! Dit „maar"
doet het heel anders lopen dan gevreesd
moest worden. Dit is het „maar" van
Gods barmhartigheid! Dit „maar" is voor
verlorenen een blijmaar! God wil de
zonden vergeven. Hij is een God, barm
hartig en genadig, lankmoedig en groot
van weldadigheid en waarheid. Die de
weldadigheid bewaart aan vele duizen
den. Die de ongerechtigheid en over
treding en zonde vergeeft. (Exodus 346
en 7a).
De dichter weet het.... niets van hemzelf
komt bij God in aanmerking. De enige
weg is: te hopen op Gods goedheid als
onverdiende genade. Alleen als de Heere
tegenover zijn zonde zijn genade stelt,
alleen als Hij in erbarming een streep
haalt door de schuldrekening, alleen dan
is er hoop.
„B ij U vergeving"Het is een woord van
zekerheid, die zich aan het eind van de
psalm ook uitspreekt in het „Hijza/ Israël
verlossen van al zijn ongerechtigheid".
Wondere zekerheid van Gods vergevende
genade, bij een zo diep besef van de
gerechtigheid van God. Hoe komt deze
man aan de zekerheid omtrent de ver
geving van de zonde? Wel..,, daarover
heeft hij gelezen in de boeken van Mozes.
Dat hebben taal en teken van de offer
dienst hem geleerd. Hij verstond de spra
ke, die uitging van het offerbloed in het
heiligdom vergoten. Het klonk hem daar
uit toe: „zonder bloedstorting geen ver
geving. „En wat onder het Oude Verbond
voorbeeld en schaduw was, is onder het
Nieuwe Verbond vervuld in de komst van
Jezus Christus, Gods Zoon. En koste
lijker dan het bloed van de offerdieren in
Isrel's tempel, is het bloed van het Lam
Gods. Want dat bloed reinigt van alle
zonden.
Christus is ook verzonken geweest in
diepten en wie zal de diepte daarvan
peilen?
In de diepten van Gods verbolgenheid
over de zonde, gingen al de baren van Zijn
toom over Hem heen. In Hem heeft de
heilige God de zonde gadegeslagen. De
zonde van geheel het menselijk geslacht.
Onder die geweldige last klaagde Hij:
„Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij
Mij verlaten?" MaarGode zij lof... Hij is
niet onder de last bezweken. Hij heeft het
verlossingswerk afgemaakt. „Het is vol
bracht!" Hij is niet onder de last be
zweken. Hij heeft het verlossingswerk
afgemaakt. „Het is volbracht!" En om
wille van dat enig en algenoegzaam offer
van deze Borg en Zaligmaker, slaat de
Heere onze ongerechtigheden niet gade!
Aan deze waarheid klemt de dichter zich
vast Op deze waarheid pleit hij.
„Daar is immers bij U vergeving o Heere.
Gij zijt toch de HEERE, Jahweh, de God
van het verbond? Het Verbond datGij met
uw volk hebt opgericht is toch een Ver
bond der genade? En als de trouwe Ver
bondsgod maakt Gij toch uw beloften
waar? Maar ook zijt Gij de Heere, Adonai
de Opperheer, de Soevereine? Wat uw
liefde wil bewerken ontzegt toch uw ver
mogen U niet?"
Als zo de gelovigen onder het Oude
Verbond zich verheugden in de genade
van God, hoeveel te meer is dit het geval
onder de Nieuwe Bedeling. Ziende op
onze schuld voor de heilige God, is er
verslagenheid en verbrijzeling. Maar....
bij de verbrijzelden wil de Heere wonen
om ze levend te maken naar Zijn Woord.
Hef dan uw hoofd omhoog en zie op naar
het kruis. Boven dat kruis staat geschre
ven: „Maar bij U is vergeving".
Is deze Blijde Boodschap het ook reeds
voor u? Het kan dit alleen zijn voor het
door schuld en zonde verslagen hart.
Alleen voor wie in deze diepten alles
verloor, is deze tijding een heilstijding!
Deze wordt gezegd: „Ga met al uw zon
den tot deze Heiland. „In Hem alleen ligt
de weg om tot vergeving van uw zonde te
komen. Er is vergeving!
Laat toch niemand zeggen, dat er wel
vergeving is, maar niet voor hem of haar.
Er is geen zonde zo groot, die niet ver
geven kan worden. Voor alle geestelijke
tobbers en twijfelaars moge hetgroot zijn:
„Hij zal Israël verlossen". Hij zal het
doea' „Indien wij onze zonden belijden.
Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons
de zonden vergeve...."
Tenslotte: deze vergeving heeft een doel.
Het doel van de vergeving is de vreze des
Heeren. Boven deze meditatie zette ik:
zonde.... genade. Maar niet, alsof daar
mee alles zou zijn gezegd. Niet twee, maar
drie stukken zijn nodig te weten tot zalig
heid in leven en in sterven. „Opdat Gij
gevreesd wordt". De kanttekening op de
Statenvertaling zegt hierover „te weten
met een kinderlijke vrees. Allen die vast
vertrouwen, dat om Christus wil hunne
zonden vergeven zijn, die beminnen God
en als goede kinderen vrezen zij Hem te
vertoornen".
Juist in de levensheiliging moet openbaar
komen de ware verootmoediging en de
oprecht gelovige aanneming van het Evan
gelie van de verzoening. Wie Gods heil
heeft genoten, moet Gods wegen gaan.
Kent gij iets van de kinderlijke vrees des
Heeren? Is de eer van God u boven alle
dingen dierbaar geworden? Is er de be
geerte verlost te worden van de macht en
heerschappij van de zonde en in een nieuw
godzalig leven te wandelen? Toets hieraan
de echtheid van uw schuldbesef Roemen
in genade en een slordig leven leiden mag
niet samengaan. „Wie de Naam des Hee
ren noemt, sta af van ongerechtigheid".
Waar genade komt, komt gegarandeerd
ook een vrees voor en een haat tegen de
zonde en de hartelijke begeerte die trouwe
Heere te dienen.
„Opdat Gij gevreesd wordt". Maak daar
niet van: „omdat" Gij gevreesd wordt
Dan zou het om de mens gaan. Zou de
mens de eerste zijn geweest Neen het is en
moge steeds meer worden: niets uit ons en
al uit Hem, zo gaat het naar Jeruzalem.
Hier is het leven vol strijd. Strijd tegen de
zonde en de ongerechtigheid. Een weg van
struikelen en vallen. Een gaan door diepe
dalen. Maar toch een weg die opgaat. Het
klaaglied wordt toch een lied van de
opgang. Van de opgang naar Jeruzalem!
Daar zal het dienen van de Heere vol
komen mogen zijn. Daar wordt de genade
van God op het hoogst verheerlijkt Daar
weerklinkt door de hemelbogen der zalige
jubel: „Gij, Heere, zijt waardig te ont
vangen de heerlijkheid en de eer en de
kracht". Zalig eenmaal met dit loflied te
mogen instemmen.
B.
H. H.
Lambertus Touw
(1912 - 1919)
Cornelius Bosland
(1920 - 1926)
Peter Hook
(1927-1938/1943-1947)
Adrian Struyk
(1901 - 1912)
Ds. dr. Peter G. Berkhout
kreeg dodelijk ongeluk
Ooltgensplaatse emigrant
vond in Amerika door studie een
veelzijdige en hoge positie
De uit Ooltgensplaaf afkomstige emi
grant ds. dr. Peter G. Berkhout die voor
al onder de Hollanders in Amerika grote
bekendheid kreeg, is twee weken geleden
in de staat Colorado verongelukt waarbij
de dood onmiddellijk intrad. Met zijn
gezin was hij vanuit Paterson op een 6-
weekse vakantiereis door de Verenigde
Staten. Met zijn vrouw en twee dochters
vertrok hij in de 5de vakantie-week uit
California; op 19 juli reed men op een
eenzame weg in de bergen in de staat
Colorado. Het regende en de weg was
glad. Zijn vrouw bestuurde de auto, zij
doet dat het grootste gedeelte van de tijd
en heeft nog nooit een ongeluk gehad. Op
een gegeven moment gleed de auto van de
weg, waarbij de deur openging. Dr. Berk
hout viel er uit en is vermoedelijk tegen
een paaltje terecht gekomen en was on
middellijk dood. De jongste dochter van
15 jaar ging om hulp uit in een stromende
regen. Geheel van streek kwam zij een
politieman tegen die haar in zijn auto
neeman naar een ziekenhuis. Daar ver
telde zij van het ongeluk en dat haar
moeder en zuster nog in de auto waren en
dat haar vader overleden was.
De politie ging er direkt heen, terwijl een
in het ziekenhuis aanwezige predikant
zorgde voor het vervoer naar Paterson en
de familie waarschuwde. Zo kwam er aan
dit zeer arbeidzame leven een droevig
einde. Te Paterson vond onder grote be
langstelling de teraardebestelling plaats.
Ingezonden:
Met verbazing las ik in uw blad van jl.
vrijdag het berichtje: „Zin in een stukje
gemeentegroen?"
Wij hebben ook zo'n stukje gemeente
groen; dat konden wij krijgen voor een
symbolische prijs van tien gulden per jaar,
opgetekend door de heer Joustra, maar
laten wij nu omstreeks juU 1983 een brief
krijgen van de gemeente; wij konden dit
huren voor één gulden en 15 cent de
vierkante meter! Dus je mag het onder
houden, beplanten en nog betalen ook! De
heer Jacobs is bij ons ook wezen kijken, hij
vond het prachtig onderhouden, en vond
de prijs helemaal niet te hoog.
Dus bewoners van een hoekwoning, een
stukje voldoening en levensgeluk vlakbij
de deur? U betaalt een zacht prijsje en de
gemeente is van alle zorgen af.
Misschien hebben wij dit stukje niet goed
gelezen of het nu gratis gegeven wordt in
Sommelsdijk-Zuid, en dat men in Nieuwe
Tonge-Oost moet betalen voor het stukje
levensgeluk?
Bij voorbaat dank.
J. C. Kievit
Lauwerijnstraat 25
J. Hoogerwerf
Florisstraat 2
Nieuwe Tonge,
Gem. Middelharnis
Aan dit artikel ontleen ik nog:
Hij bleef de Hollandse taal goed machtig.
Preken deed ds. Berkhout maar een enkele
keer. Hij is ook nooit kandidaat geweest,
daar hij zich niet beroepbaar stelde we
gens zijn verdere studie. De classis van de
Geref Kerk verleende hem echter verlof
om het Woord te bedienen en daar maakte
hij zo nu en dan gebruik van.
Waardering voor muziek
Als enige ontspanning, als wij het zo
mogen noemen, fungeerde de dominee-
dokter als president van de Orkestver
eniging te Paterson. De werken van Beet
hoven etc. vond hij machtig. Ook was hij
examinator en verbonden aan het Calvin
College. Voor zijn geboortedorp Oolt-
gensplaat had dr. Berkhout altijd veel
belangstelling. Met mevr. wed. Ant. Mar-
cux-Tj-oost en de familie J. W. Korteweg-
Ras onderhield hij kontakt door brief
wisseling etc. Zijn bezoek aan Ooltgens-
plaat in 1956 was een hoogtepunt in zijn
leven. Ook had dr. Berkhout altijd veel
interesse voor ons blad „Eilanden-
Nieuws". Hij kreeg ons blad via zijn
zuster mevr. D. van Beek-Berkhout uit
Grand Rapids, die vroeger correspon
deerde met Schrammetje.
We kunnen u nog vertellen, dat Joast
Berkhout was getrouwd mit Aletta den
Boer, dochter van ds. P. den Boer in m'n
jeugd nog op Melissant bekend as „Boer
tje". J. W. Korte weg, hier bovengenoemd
schreef me: „Van hem Ds. Den Boer)
vond ik het volgende:
P. den Boer, geb. 1828, Melissant 1852
Genderen, 1856Puttershoek, 1857 Baar-
land, 1863 Kamperland, 1866 Veere,
1871Van het ambt ontheven 18 81 (Vrije
Geref Gemeente te Ooltgensplaat 1881,
Melissant 1888). Puttershoek (tweede
maal) 1892. Overleden 1901,
Zo u ziet Oak deze Amerikaon dr.
Berkhout is van vaders en moeders zijde
van Flakkeese bloede.
Zijn vrouw Johanna en schoonzuster
Henriëtte, bezochten Ouddorp. Ze dach
ten dat d'r groatmoeder, Johanna Aartie,
daervan daen kwam.
Noe hoa'k gevonde, dat deze Johanna uut
(Goeree) kwam. Zo mot 'n means z'n
gedachten wel is herzieë. Ikke oak:
Adriaon Struik, m'n oud-noam bliekt niet
de mayor Adriaan Struyk geweest te zijn.
Nog deze optnearkingen tot besluut:
1. Noch in Dr. Berkhouts brief, noch in
de twee krantestikjes, leze ik van Pros
peet Park. 't Die naem gaet dus schuil
onder: Paterson.
2. P. Berkhout Jr. is thans ook huisarts te
Paterson.
Aantekening
Dezer daegen schreef iemand me, dat
broers van WuUem Touw en een zuster of
zusters) van hem naer Paterson gienge.
Oak dat twee dochters van Wullem Touw
er heen trokke: Geertje Touw, getrouwd
mit M. van Prooyen en Antje Touw,
getrouwd mit Jan van Oudenaren. Die
heit in Paterson den naem van den Olden
angenome.
Behalve Jan van Oudenaren, warre oak
geëmigreerd: Bram, Piet en Cor van Oude
naren. Alle vier warre zeuns van Leen van
Oudenaren en Mina van Lenten.
Slechts één zeune van hen bleef op Me
lissant achter: den jongen Leen.
Ik ken hier nog bievoege, dat in het
lidmaetenboekje van de Geref Gemeente
van Franklin Lakes voorkomme: Miss
Lena van Oudenaren en Mr. en Mrs.
Leonard van Oudenaren (Bella), de eerste
in Prospect Park en de tweede in Wayne.
J. L. Struik
HUIS VERKOPEN?
makelaar tamboer bellen
voor deskundige bemiddeling
d] 01870-3477 m
DD
VERVOLGVERHAAL
door Dignate Robbertz
G. F. Callenbach B.V. Nijkerk
------3 --------------------------------------
Hij wilde buiten blijven en in de regen
staan. Toen hij tegenstribbelde pakte ze
hem onder haar arm.
De staartklok wees vier uur. Jikkemien
maakte vuur in de musterd, die dwars over
de haard lag en ging op haar knieën zitten
om in de blaaspijp te blazen. Het hout was
nog niet helemaal droog, de rook prik
kelde in haar keel, ze hoestte en veegde de
tranen uit haar ogen.
Arend hielp mee stoken, hij zocht de fijne
stokjes uit de houthak en mikte ze in het
vuur. Het koffiewater in de berookte ketel
begon te zingen en de gemalen bonen
geurden door den uuze.
Een felle regenbui sloeg tegen het huis,
kletterde langs de ramen en spoelde de
weg schoon. In driftige geultjes liep het
water onder de haag door. Op de zolder
was een lek. Jikkemien hoorde regelmatig
de druppels vallen. Bij de schouw of naast
het venstertje moest het zijn.
De bui dreef snel over. Toen het droog
was zette ze dadelijk het raam op een
klosje om de rook te laten wegtrekken.
In de plassen baadden zich de luidkwette-
rende mussen.
Toen de school uitkwam vlogen ze met
geruis van veel kleine vleugeltjes op en
streken op de gootrand, waar ze bedrijvig
hun veertjes glad wreven.
Kee bleef buiten wachten. Ze had haar
schamanteltje (schoudermanteltje) om en de kap
over haar muts getrokken. Arend wilde de
boterhammen voor vader dragen. Achter
door, langs het AUemanspadje gingen ze
naar het Olmenhof Arend liet het brood
zakje aan zijn hand bungelen en Kee droeg
voorzichtig de kruik met koffie en een
komme. Omdat Simen aan zijn maag
mankeerde kon hij geen tarwebrood eten.
jEuine van 't Olmenhof zeide, dat ze zich
daar niet mee bemoeien kon. Waar zou
het naar toe moeten als de ene arbeider dit
en de ander dat niet verdragen kon?
Simen had geen asem gegeven. Het was
nu al voor de derde zomer dat hij ten vier
uren opzij ging zitten als de meid van het
hof met de koffie kwam, en wachtte tot de
kinders zijn wit brood brachten. En de
koffie, die Jikkemien zette, smaakte beter
dan die van de boerin, vond hij.
De buien waren overgedreven. Een stra
lende zon scheen over het land. Het dorp.
een lange rij eendere huisjes, lag tussen de
akkers. Naar de landzijde rezen de boer
derijen tussen struiken en laag geboomte
als grote molshopen met rode ruggen en
aan de andere kant waren de golvende
duinkammen, blauwachtig tegen de hel
dere lucht
Simen at met smaak zijn brood en keek
tevreden uit over het bekende en ver
trouwde land.
Hij stak zijn arm nog eens op naar Kee en
Arend, die spelend terugliepen. Ze rustten
een kwartier en dronken hun koffiebussen
leeg, dan rezen ze allen tegelijk op, Simen
en de drie andere arbeiders. Op een rij
stonden ze naast elkaar. Hun houwelen
bewogen voorzichtig verder tussen de bo-
nenplanten. Soms viel er een traag woord,
waar een even beUaard en kort antwoord
op kwam.
Om zeven uur schreepte Simen de aarde
van zijn houweel en stapte naar huis. Een
beetje moe bukte hij om zijn broek af te
vegen en kwam in den uuze toen Jikke
mien met de kinders al om de tafel zat
Het avondlicht scheen parelmoer over
hen heen.
Simen was huiverig. Hij stak zijn vochtige
voeten op de plaat dicht bij het vuur. De
reuk van de uitdampende kousen trok
door het lage vertrek.
Weereen dag Om, zei hij dat wieën is
gin zwaer werk, mer 't niept ier nogal. Hij
legde zijn hand op zijn maag en keek
Jikkemien strak aan.
Ik zal morge wel is gae. Den boer ei vor
joe wel ander werk. Ze lachte hem toe en
strooide een schep suiker in zijn pap. Een
trilling gleed over zijn gezicht dan tastte
hij naar zijn pet.
Eerbiedig, kinders....
Arend schoof recht op zijn stoel. Simen's
stem was klaar en duidelijk.... O Heer! die
al het leven voedt, kroon onze tafel met
Uw zegen....
De zomer ging voorbij met veel
warme dagen. De erwten en bonen
stonden scherp. Een beetje meer
regen zou niet overdadig geweest zijn,
maar de boeren keken tevreden naar de
oogst en wreven in hun handen.
Simen had ontvelde handen van het bonen
trekken. Dikwijls sprong een scheultje
open en rolden de gladde boontjes er uit.
Jikkemien stond heel de dag naast hem.
Maar toen de bonen uit waren moest hij
alleen erwten gaan pikken. Het land grens
de aan de bossen van Zeeduin, ruim een
half uur lopen.
's Avonds zat hij bezweet en bestoven in
zijn stoel en praatte er niet over dat het zo
knauwde aan zijn maag. Dat zou wel
overgaan, dacht hij, als den oest (oogst)
gedaan was.
Krijn Wisse huurde volk bij om de gerst en
de rogge te snijden. En Simen deed net als
de gezonden mannen, hij nam de haver
alleen aan. Ze stond prachtig en gleed
gladjes, maar toen hij een dag of drie bezig
was voelde zijn lichaam als geradbraakt
en moest hij braken.
's Ochtends ging Jikkemien met de zeekel
(sikkel) onder haar arm naar het land. Ze
sneed breder stroken af dan Simen gedaan
had, al werd haar rug stijf en brandden de
blaren in haar handen.
De volgende dag en de hele week daarna
ging ze in zijn plaats en sneed de haver en
een gedeelte van de rogge af tot de laatste
halm.
Krijn Wisse kwam een paar keer kijken en
verwonderde zich over de kracht van de
zwijgende vrouw.
De meeste boeren haalden hun hele oest
droog binnen en betaalden een extraatje
aan het volk. Met Annetjeliesjereemcdonder-
verhuren) gingen dc knechts naar de markt.
Ze liepen aan lange rijen met de meiden
door de straten van de stad, dronken een
brandewijntje en trakteerden op boeren
jongens en zoete likeur. Ze zongen en
dansten en ontspanden zich na de zware
weken op het hete land. De arbeiders
vrouwen drentelden tussen het stadse volk
en deden hun inkopen, die zij in de grote
oorkorf aan hun arm borgen.
Jikkemien reed mee op de verenwagen
van het Olmenhof Ze zat op de achter
bank met Leune Schietekatte en de kin
ders.
Bel, bel, zei Leune steeds, wat
reutele (praten) die guus toch, ik oore d' r glad
ketievig van.
Er zat meer volk op de wagen. Janne had
haar plaats naast de boer. Op de tweede
bank zaten de vrouw van de timmerman
en haar dochter, die heel wat met de
boerinne te bedisselen hadden en deden of
Jikkemien en Leune er niet waren. De
zware boterkorf was naar de achterbank
gewerkt, die hield Leune op haar schoot
Af en toe verzette ze haar benen.
Laet mien 'm noe is vast-ouwe, zei
Jikkemien halverwegen, dat is gin
vrachte voor een oud mensch. Maar dat
was nie't naar Leune's zin.
Een oud mensch, keef ze dadelijk,
wat dienk je toch, ik bin nog glad nie boven
de jaeren, zukke snaakjes ad ik best kun
nen ebbe.
Ze pakte Arend die zich benauwd terug
trok, bij z'n schouder.
De zon scheen pal op de huif
(wordt vervolgd)
dag in mei en oktober als de meiden en knechts zich opnieuw