EIIIVI1DEn-niEUW5 Grote belangstelling bij bevestiging en intrede kand. K. van Meijeren JANVISSEREN Woensdag 32 mei „open dag" „echte Plaatse brokken" „Echte Plaatse brokken eten" 5 moorkoppen voor f 5^25 De Echte Bakker Zwemevenementen in Stellendam Heuvings haardstee |Uw huis verkop TAMBOER jpen ?l Ooltgensplaat: Ds. C. den Boer: ,,Een schat in een vat" Ds. K.v. Meijeren:,,De roepstem van Christus" 1 o uur woensdagmorgen wordt het gedaan, Dan zal onze opvolger? iets weg laten gaan. Hiermee zult u nog niet weten, En blijft het voor ons ook een vraagteken Wanneer u nu denkt dat is iets voor mij, Het gebeurt om 10 uur in onze nieuwe BANKETBAKKERIJ De delicatesse van weleer, zijn er thans weer. Want het is echt geen jokken, We maken ze weer de Dank zij de Weledelzeergestrenge heer „JO DE RUITER" moet u weten, Kunt u nu weer ouderwetse Hij heeft ons geleerd hoe het moet, Ze zijn hard, wit en lekker zoet. Hoe wij ze bereiden, Kunt u de gehele woensdag bekijken. Speciaal voor deze woensdag In de reklame: Ze worden gemaakt waar u bij staat. Molendijk 2-4 - Ooltgensplaat- Tel. 01873 -1249 2e Biad DINSDAG 31 MEI 1983 No. 5197 „Het moet in ons aller leven gaan om de schat, niet om de verpakking, het aarden vat". Dit is kort samengevat het thema van ds. C. den Boer, studiesecretaris van de Geref. Bond uit Woudenberg, die zondagmorgen zijn vriend en broeder kandidaat Klaas van Meijeren in de hervormde kerk van Ooltgensplaat tot zijn dienstwerk inleidde. Deze gemeente die 21 maanden vacant is geweest (op 23 augustus 1981 nam ds. T. W. van Bennekom afscheid wegens vertrek naar Scherpenzeel) heeft j.l. zondag 29 mei 1983 twee indrukwekkende diensten beleefd tijdens de bevestiging en intrede van deze jonge kandidaat. Zowel 's morgens als 's middags was de kerk stampvol, niet alleen van mensen uit eigen gemeente maar zeer veel gasten van elders, waaronder familie, vrienden, predikanten, kandidaten, kerkeraden en andere functionarissen van kerken, instellingen, enz. Het was een Gode dankbaar en blijde dag. Wet en Evangelie De morgendienst ving aan met het zingen van Psalm 75 1 en 2, toepasselijk, waar in voorkomt „Als ik 't ambt ontvangen zal". De Wet met Hoofdsom en schriftlezing 2 Cor. 4 1 - 15 werden verzorgd door ouderling T. F. Okker (de Plaat heeft nog voorlezers), uit welk hoofdstuk ds. Den Boer vers 7 als tekst koos: „Maar wij hebben deze schat in aarden vaten, opdat de uitnemend heid der kracht zij van God, en niet uit ons". „Een schat in een vat". „Paulus vond men te Corinthe niet zo'n indrukwek kende man, geen krachtfiguur. Maar hij kwam in het geweer, niet uit hoogmoed maar in zijn nederigheid. Hij had de bediening der verzoening, de schat", al dus ds. Den Boer. „U krijgt een nieuwe leraar, ook een schat in een vat. God houdt niet op mensen uit te zenden. Hij heeft er weer een in de lange rij toe gevoegd, ook aan de rij die Ooltgensplaat in de eeuwen heeft gehad. Hij zal ambte lijk mogen bezig zijn, om de schat van het dierbaar geloof in God u te prediken die doodschuldige zondaars vrijspreekt. Als u zit als een failliet mens steekt dan uw hand op en zegt tot God, hier ben ik". „Ds. van Meijeren u mag er best zin in hebben om dat de mensen te prediken. In de hervormde kerk wordt ook de enkel Jezus of ook alleen de Wet gepreekt, waarbij als een klein toegiftje de uitkomst wordt voorgesteld. Het moet niet gaan over de verpakking (het vat) maar over de inhoud (de schat)Maar deze schat vraagt niet om een goede reklame van de ver pakking, want Paulus spreekt nooit over zichzelf maar over de schat in de be diening, het ambtelijk bezig zijn met een onfeilbaar getuigenis, meer dan goud, dat is het Evangelie met Zijn innig geliefd kind Jezus Christus", aldus ds. Den Boer, die ds. van Meijeren aanprees als een vat dat nooit over zich zelf moet preken, maar die toch een man moet zijn die u zal lief hebben, van zijn jonge vrienden zal hou den, die graag studeert en werk maakt van zijn preek, die iets persoonlijks heeft, die de Heere aanprijst, maar.... hij blijft een aarden vat". „Wij moeten die schat in onze preek zo verpakken dat er niets meer van ons bij is", aldus de bevestiger, want alles ligt zo in scherven, ook in de pastoriën. Kracht ligt alleen in God „Zorgt God dan zo slecht voor Zijn dienaren", vroeg spreker zich af „Nee zij hij, er blijven geen scherven over, maar de uitnemendheid is niet uit ons. De kracht ligt alleen in God, want door de prediking van het Evangelie komt de kracht van de opzoekende liefde openbaar. Dan wordt de wereld uit zijn voegen getild. Zo is het ook met de prediking. Als de bediening niet alleen woorden zijn, maar in de kracht van Hem, dan gaat u ge meente van uw nieuwe dominee houden. Het gezag is niet in zwaarwichtigheid met een mantel of jas goed te maken. Men moet worden als de straatmaker, op de knieën, achteruit werken, maar dan komt er een heirbaan. Een heirbaan voor onze God", aldus besloot ds. Den Boer zijn appellerende prediking. Bevestiging Na het zingen van Ps. 118 8 ging ds. Den Boer over tot de bevestiging. Na het stellen van de vragen beantwoorde kandi daat Van Meijeren deze met het „Ja ik, van ganser harte". Onder het zingen van Ps. 135 1 en 2 schaarden de predikanten zich rondom de geknielde kandidaat, waarna aan de handoplegging deelnemen, de kollega's C. den Boer (bevestiger); de consulent P. de Jager (Oude Tonge), de oud-predikant T. W. van Bennekom (Scherpenzeel), H. Visser en C. van Slie- drecht (beiden Katwijk aan Zee), de pas toraal medewerker in de vacaturetijd H. Jongebreur(Sommelsdijk), T. Ouwerkerk (IJzendoorn) en tot slot R. van Kooten (Zeist, die sprak „geliefde broeder vreest niet. Amen". Staande zong de gemeente na deze bevestiging Ps. 132: 6 en 10. Het was een zeer plechtig en ontroerend mo ment. Persoonlijk woord In een persoonlijk woord zei ds. Den Boer, „beste Klaas en Boudy bedankt voor jullie vriendschap, voor het verzoek voor deze bevestiging, de consulent en de kerkeraad voor de medewerking. De ver bindingen tussen jou en ons is duurzaam en daarvoor danken we God. Het is geweldig dat Hij altijd voor nieuwe men sen zorgt, die het ambt mogen aanvaarden en ook de vrouw deelt hierbij in het werk van haar man. Ds. feliciteerde de familie, vrienden en kennissen, hoofdzakelijk uit Wageningen, Katwijk en Zeist. We hebben samen de Heere gevraagd om deze dag. Klaas, God zal je zegenen naar zijn belofte maar vraagt ogen om het te zien. Zegt tegen alle kinderen en ook tegen de boeren die in de problemen zitten:Gaat naar God, die trouw belooft en als de mensen de zorgen bij de Heere brengen, dan moetje deze bij Hem laten. Geef ook de zorg, de spanning voor de dienst van deze middag aan Hem over. Met het zingen van Ps. 89 8 werd hiermede de morgendienst besloten. Intrede In „Elthato" werd door het grote aantal gasten een koffietafel gebruikt, die door ds. Van Bennekom werd geopend en door ds. J. van Sliedregt werd gesloten. Scriba A. Mans vertelde ondertussen het een en ander over de kerk en de gemeente. Bij de intrededienst waren behalve de predikanten van 's morgens ook aanwezig A. Vos (Den Bommel), G. C. de Jong (Middelharnis), J. v. d. Bom (Nieuwe Tpnge), D. Dekker (Dirksland), G. C. Klok (Stad aan 't Haringvliet), J. v. d. Ketterij (Wageningen), drs. J. H. Becker, geref predikant ter plaatse en de eerw. heren A. H. Veldhuizen (Herkingen) en K. Groenendijk (Sommelsdijk). Van de vrienden-kandidaten waren tegenwoordig: De nieuwe predikant van de Her vormde Gemeente van Ooltgens plaat ds. Klaas van Meijeren werd op 12 oktober 1958 te Wageningen geboren. Hij is dus 24 jaar. Na de lagere school in zijn woon plaats te hebben doorlopen ging ds. van Meijeren naar het Chr. Lyceum te Veenendaal. Vervolgens studeerde hij theologie aan de Rijks Universiteit te Utrecht. Deed daar op 30 juni 1978 zijn Propaedeutische examen en op 21 april 1981 zijn kandidaatsexamen. Het kerkelijk examen werd afge legd op 13 december 1982 en het Colloquium voor de Provinciale Kerkvergadering te Amsterdam op 10 februari 1983. Vanaf 1 september 1981 tot 15 mei 1983 was ds. van Meijeren leer- vicaris te Katwijk aan Zee, aller eerst bij ds. H. Visser en vervolgens bij ds. C. van Shedrecht, die resp. te Nieuwe Tonge en Oude Tonge pre dikant zijn geweest. Ds. van Meije ren is sinds 1 juli 1982 gehuwd met mej. B. Slings uit Dinteloord. C. v. d. Worp (Woudenberg); Hulsman (Zeist), C. den Toom (Hardinxveld), F. J. Visser (Amsterdam), C. J. P. v. d. Bas (Veen), H. J. v. d. Veen (Nieuw Lekker- land), J. M. van Wijk(Nederhemert), van Ek (Zeist), A. Jonker, Veenendaal, e.a. Ook was er een vertegenwoordiger van de Classis Brielle en van de burgerlijke gemeente, burgemeester en mevrouw drs. C. M. de Vos en wethouder en mevrouw P. H. v. d. Ree van Oostflakkee en burge meester en mevrouw H. Bos (Dirksland). Ook vele kerkeraadsleden van Flakkee en daarbuiten met heren kerkvoogden, etc. gaven blijk van belangstelling. Bewuste keus De middagdienst werd geopend met het zingen van Ps. 68 10, waarna de dienst doende ouderling A. Mans na de Be lijdenis 2 Petrus 3 1 - 15a las. Als tekst voor deze verbintenis had ds. Van Meije ren 2 Petrus 3 9 gekozen: „De Heere vertraagt de belofte niet (gelijk enigen dat traagheid achten), maar is lankmoedig over ons, niet willende, dat enigen ver loren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen". Hij verdeelde deze tekst in drie punten: 1de wederkomst van Christus; 2. de lankmoedigheid van Christus; 3. de roepstem van Christus. Heilsfeiten Ds. K. van Meijeren begon met de heilsfeiten die we hebben herdacht, maar één heilsfeit kunnen we niet gedenken, dat is Zijn wederkomst. De jongste dag, waartoe we niet weten wanneer dit feit staat te gebeuren. Deze wederkomst moeten we verwach ten en van wachten worden we moe. In de tijd van Petrus geloofden ze daar ook niet in en ze zeiden: „Zou Christus wel ko men". Maar Petrus sprak het anders. Hij verachte Hem en wat doen wij, aldus ds. van Meijeren. Als wij leven zonder de verwachting dan gaan we maar raak leven en dit is een gevaarlijke situatie. Hij vertraagd niet De Heere vertraagd de belofte niet zoals sommigen denken aldus Petrus. Hij, dat is Petrus, gaat de geschiedenis na en roêapi wijst zijn gemeente er op, dat Christus zeker wederkomt. Vandaag de dag blijkt er niets te ver anderen, maar denkt er om gemeente de Heere komt. Hij vertraagd niet. Bidt om de Geest om deze Christus in het geloof te leren omhelzen.Geliefden" zegt Petrus tot zijn gemeente, dit woord is ingrijpend, het is niet uit de hoogte, maar vol van liefde. De liefde van Christus moet ook ons begeleiden bij alles wat we doen, de catechisaties, de kringen en de jeugdclubs. Lankmoedig Het tweede punt is de lankmoedigheid van Christus. Het woord „traag" was door de spotters gekozen. Traag kunnen wij allen weleens zijn, maar bij God is er geen traagheid, maar lankmoedigheid. Dagelijks heeft hij geduld met twijfelaars. Maar Hij wil niet dat we verloren gaan, dat is een lankmoedigheid zó groot, dat niet te peilen is. Ook vandaag, omdat Hij een aarden vat gekozen heeft om hier het Evangelie te verkondigen. De tijd van Zijn goedgunstigheid is nog niet voorbij. Hij komt vriendelijk naar ons toe met Zijn aanbod van genade. Hij wil niet dat enigen verloren gaat. „Hij wil"; een woord van de bewuste keus. Hij wil dat doen, omdat Hij in de verlorenheid is gegaan. Wie Hem niet lief heeft is al reeds verloren. Maar Christus zegt: Ik wil niet dat ze verloren gaat, dat is Hem lief Hij zoekt uw leven en uw hart. Er staat in onze tekst: We kunnen allen tot bekering komen, laat dat zo staan. Blijf daar met onze vingers af. Wend u tot Mij en wordt behouden. Het is een woord, gesproken tot allen, tot alle einden der aarde. Jezus wil dat we allenzaligworden, dat is de geopendbaarde wil van God. Gaan we verloren dan is dat onze eigen schuld. Bekering Zo laat de roepstem van Christus ons niet onberoerd. Hij wil dat we allen tot bekering komen. Er wordt nogal eens gezegd: God is liefde, maar in onze tekst staat het anders. De liefde Gods brengt ons als een ver loren Zoon tot Hem: Bekeerd u dan. Laat u met God verzoenen. Wat is dat be kering? dat is een omzetting. Ik ga mij afvragen wat God van mij wil. Alle zon den laten en daar berouw over hebben. Hij veranderd onze gedachten en zo in de weg van deze bekering door het profetisch woord komt uitzicht op de morgenster" in onze harten. Dan gaat u zeggen:Heere waarom komt u tot mij"dan ziet u uit naar de wederkomst van Christus. Dan is Zijn lankmoedigheid ten einde, daarom benut deze dan tot uw zaligheid. „De Heere is goed, barmhartig en recht vaardig" en hiermede besloot ds. van Meijeren Zijn indrukwekkende predi katie, die met grote aandacht werd ge volgd. Gezongen werd hierop Ps. 145 3 en 6. Dank voor alles Na het gebed werden nog enkele woor den gericht tot personen en instanties. Dank aan ds. C. den Boer voor het Woord van de morgendienst. Veel heeft spreker in 6 jaar van hem mogen ontvangen. Van morgen sloot u een weg van die levensfase af Ds. van Meijeren betrok alle predikanten die er waren in zijn toespraak en noemde enkelen daarvan bij name, o.a.: ds. van Kooten, Visser, van Sliedregt. De Kat- wijkers werden daarbij niet vergeten, zo ook de consulent ds. P. de Jager, ds. H. Jongebreur en ds. van Bennekom. Het verheugde spreker zeer dat burge meester de Vos aanwezig was. Kerk en gemeente hebben met elkaar te maken. De Heere zij met u en uw bestuurlijke funktie. Predikanten en vertegenwoordigers van de Ring en Classis werden medewerking toegezegd. De roepende gemeente De broeders van de andere kerken en collega Becker wenste spreker alle goeds toe en Gods zegen ook op hun ambtelijke arbeid. Tot de gemeente zei ds. van Meijeren: „U bent de roepende gemeente van God voor mij geweest en daarom hoop ik dat wij samen onze weg zullen mogen gaan in gehoorzaamheid aan Hem, die ons tot u zond". Oud en jong De luisteraars van de kerktelefoon, de jongeren en de kinderen kregen een apart woord. Dank aan allen die de overkomst hebben mogelijk gemaakt. Kerkvoogden en nota belen en de vele vrijwilligers hebben veel hulp verleend. Scriba A. Mans werd bijzonder dank gezegd voor z'n vele werk aan deze over tocht en deze dag verbonden. Ds. van Meijeren zei: „Ons huis is uw huis". Broeders van de kerkeraad Ooltgensplaat en Langstraat en gemeente dat weet u. Personeel scholen, zondagsschool, clubs: „Uw werk heeft mijn belangstelling". Kos ter, organisten en de beheerder van „El thato" werden ook dank gezegd voor deze dagen en medewerking gevraagd voor de toekomst. Dat onze lof teri Hemel moge rijzen. Hem zij de Eer tot in eeuwigheid, aldus besloot ds. van Meijeren zijn toespraak. Twee toespraken Ds. P. de Jager sprak namens de Ring Sommelsdijk en de Classis Brielle. We hebben 10 bedankjes gehad in de Plaat, maar U werd door God naar deze vaca ture gestuurd. Spreker was dankbaar voor de vervulling en wenste ds. van Meijeren de zegen des Heeren toe, hier en in breder verband van onze kerk. „Ik ben j'ong" Namens kerkeraad en gemeente sprak scriba A. Mans een welkomstwoord. Het is uw eerste gemeente. Op 10 maart sprak ds. de Jager toen wij u bezochten in Katwijk over Jeremia 1. Over zijn roe ping, waar de Heere tot Jeremia zei: ,,IK ben jong", maar God ging met deze pro feet Zijn weg en het kwam goed met hem uit. Dhr. Mans bedankte ook de consulent ds. P. de Jager voor de vele vergaderingen en begrafenissen geleid. Ds. H. Jonge breur voor Zijn werk in de gemeente bij de zieken en bejaarden en ook de mede werker van de Zaaier voor zijn bijdrage in deze vacaturetijd. Spreker feliciteerde de families Van Meijeren en Slings met deze dag en verzocht aan de gemeente de nieuwe predikant staande de Morgenzang vers 3 en 6 toe te zingen. In het zwembad te Stellendam gaat op vrijdag 3 juni a.s. de tweede zwemlescur sus van dit seizoen al weer van start. Ondanks de slechte weersomstandighe den (maar het zwemwater en de kleed ruimtes zijn verwarmd) gaan de meeste kinderen van de eerste cursus, op zaterdag 11 juni voor het diploma A of B zwemmen. A.s. zaterdag 4 juni is in Stellendam het proefzwemmen voor het A en B zwem diploma. Hiervoor kan men zich tot vrij dag 3 juni aan het bad opgeven. Men hoeft hiervoor niet persé zwemles in Stellendam te hebben gehad. De plaatselijke zwemclub Z.C. „de Stel le" heeft j.l. zaterdag 28 mei een „uit wedstrijd" gewoimen tegen „de Devel" uit Zwijndrecht. Zaterdag 4 juni organi seert „de Stelle" een zwemtoemooi in Stellendam, waaraan div. zwemvereni gingen van buiten het eiland meedoen. De aanvang is 16.45 uur. Op zaterdag 11 juni organiseert „de Stelle" een vierkamp-zwemwedstrijd en op zaterdag 25 juni ontvangen de Stellen dammers Z.V. „de Devel" uit Zwijn drecht. Op dinsdag 28 juni en op vrijdag I juli zijn er schoolzwemwedstrijden voor alle basisscholen uit de gem. Goedereede in het openluchtbad te Stellendam. THOLEN Opbrengst kollekte A.V.O. De te Tholen (stad) gehouden A.V.O.-koUekte heeft 2349,70 opgebracht, bestemd voor Arbeids- en Welzijnszorg. SINT ANNALAND Uienveiling van donderdag 26 mei 1983 Uien, maat veertig/opwaarts, klasse twee N.L. 33,20. Uienprijs per honderd kilogram. Aanvoer: zestig ton. Dankwoord Na een dankwoord van ds. Van Meije ren verzocht hij aan het einde van deze dienst de lof des Heeren te vertolken met Ps. 147 1 en 6, „want dat is mijn grootste wens" en legde hierna voor het eerst als eigen predikant van Ooltgens plaat de Zegen op de gemeente. Als organisten fungeerden in deze dien sten de heren Kees van Eek en Peter Mans. Het was een goede indrukwekkende en stijlvolle zondag waarna de gemeente al vele maanden heeft uitgezien. ^.,^J^^^^.^.^^^l^l^l^l^^.:fJ^^.l^l^4■**4■^■l^'>■'^■'^*■¥■¥■***¥.4■******^'^4■4^^■'^>^*■>^'^****4■***¥■4■***'^*4■'^***'^'^'^* VERVOLGVERHAAL Roman uit het oude Drente door Joh. Hidding G. F. Callenbach N.V. Nijkerk ----- 18 ---------------------------------------- Hij lacht, terwijl hij haar begroet „Anne- chien! En hoe bevalt 't je hier?" „O, goed", zegt ze strak. „Nou, en bevalt ze goed als meid?" vraagt hij aan Egbert „Best, hoor!" zei die. Zo. Ja, dat wist hij wel. Wat hij aanprijst, dat is best De messen en de meisjes! Egbert lacht Annechien keert met be trokken gezicht terug naar de keuken. Een poosje later ziet ze hem staan slijpen. Hij staat dicht bij het huis, op het gras, onder een zware eik. Zijn voet beweegt en zijn ogen zijn strak op zijn werk gericht Ja, laat hij zich daar maar mee bemoeien! Dat kan geen kwaad. Daar nadert zijn moeder het huis. Zij komt met haar koopwaar en prijst die aan. Zij heeft ook nog berichten van verre familie van Egbert in verre graad en op verre afstand. En zij zou die nacht nog wel graag weer willen slapen in hel hooi.... Dat mag. Och ja, ze moeten immers een plaatsje hebben, vindt Egbert De vrouw heeft nóg wat te vertellen. Er zal de andere dag feest zijn of wisten ze dat al? Nee. Feest? Waarom? Omdat er een paar trouwen gaan. Een scharenslijper en een scharenslijpster. Dat is een nichtje van haar. Ja, morgen is er bruiloft op het brinkje. Dat belooft wat te worden! Ieder is vol verwachting. De aanstaande bruidegom lacht blijmoedig. Het is een lange kerel, net als zijn vader. Dat is een eerste klas verteller. Als die loskomt over zijn belevenissen, dan heb je zomaar geen eind. Geweldige verhalen kan hij doen! Ook deze avond is hij goed op dreef Hij zit tegen een eik, aan de rand van Heuvings erf. Boven hem hangt de was van zijn familie en verdere tochtgenoten het is alsof er al versiering voor de bruiloft is aangebracht In een halve kring om hem heen zitten en staan luisteraars: Egbert Albert en Jans, Rieks Reinds en Willem Kamping. ouden en kinderen.... Geboeid luisteren ze naarde verhalen van de zwerver. Zijn histories rijen zich als het wasgoed boven zijn hoofd. Het geheel is ook net zo bont als die drogende kleding stukken. Hel dorpsvolk, dat maar zelden verre tochten onderneemt geniet van de levenissen van de trekker het zwerft met hem mee van plaats tot plaats. Ja, veel heeft hij beleefd, de oude slijper. Zwervend gaat hij de jaren door. Hij trekt voort met de troep. Ja, veel heeft hij gezien. Ook erge dingen: Eens was er een gevecht op de heide; toen werd een van zijn zonen gedood door een makker uit de troep.... Het leven kan hard zijn. Maar morgen gaat zijn andere zoon trouwen. Morgen is het feest' Hij vertelt verder en er wordt stil ge luisterd. Stina is er ook bijgekomen. Al leen Annechien bleef bij huis. Zij staat daar alleen in de schemering, geleund tegen de muur, en zij kijkt dromerig naar dat vreemde tafereel, die troep, die roer loos luistert naar de oude trekker. Kin deren van de zwervers spelen en zingen, jagen elkander na langs huizen en heggen. Een hond rent stoeiend mee. Ineens is er een gedempte stap in haar nabijheid en er klinkt zacht een stem. Daar staat Mi- chiel.... Wat moet die hier nu weei^ De schemering is reeds zwaar geworden, maar toch treedt Annechien een stap terug, zodat het diepe donker van de baan- derhoek haar in ieder geval aan de ogen van de luisterende troep onttrekt... „Annechien", zegt Michiel met warme stem, „ik wou je wat brengen. Kiek". Voor ze het weet, heeft hij het haar reeds in de hand gedruktverbouwereerd kijkt ze er naar.... Het is een kommetje. Een kommetje, zoals ze vinden kan in zijn moeders mars.... Ja, dat is nou wel heel aardig bedacht, maar het moet toch niet gekker \yorden! Wat wil die scharenslijper, wat meent hij wel?.... Nee, nou is het werkelijk mooi genoeg! Beslist duwt ze hem het kommetje weer in de handen. „Daar heb ik geen belang bij", zegt ze kort Hij kijkt haar diep verdrietig aan. Bah! denkt ze. Net een hond. Ze is nijdig. Ze wenst hardgrondig, dat hij ophoepelt. Straks worden ze misschien door de een of ander gezien. En dan gaat het morgen als een lopend vuurtje door 't dorp: Anne chien heeft connecties met een scharen slijper.... Ja grifstel je toch voor.... als dat straks door het dorp klettert... Zij zou zich de ogen uit het hoofd schamen.... Wat staat hij daar nu nog te zemelen? Waar heeft hij 't over? Dat zij maar mee moet gaan? Wat mankeert hem? Hij lijkt wel stapel! Hij zegt, dat het helemaal niet buitensporig zou zijn, er is wel eens vaker een boerenwicht meegegaan.... Zo, ja er zijn rare mensen op de wereld. En hij is er een van 't ergste soort! Hij kan voor haar part naar de maan lopen! Ze rilt van ergernis. Hij staat daar maar met zijn vervelende, schooierige hondenogen.... Ze gruwt er van. Laat hij nu onmidellijk uitscheiden met dat gezanik! Laat hij nu toch asjeblieft ogenblikkelijk weggaan' Wat doet hij nou? Hij zet het kommetje voor haar neer. Nou, als hij het niet houden wil zij wil het niet hebben, hoor! Driftig schopt zij het ding aan scherven. „En nou wou ik, daj' optromden!" barst ze uit Met een ruk keert hij zich af Hij schijnt gekrenkt te zijn. Ze lacht schamper, ter wijl ze zijn schim ziet verdwijnen. Het is te hopen, dat hij nu voor eens en altijd heeft begrepen, dat zij allesbehalve op zijn gunst gesteld is! Wat denkt hij wel van haar....? Nog maar zelden heeft ze zich zo op gewonden.... Wat wie komt daar nu aan? Is hij daar tóch nog weer?.... Vijandig tuurt ze naar de naderende gedaante.... Nee, hij is het niet het is Marissen Scholtemeier.... Haar drift is verdwenen. Zij staat daar wat verward. „Annechien", zegt de scheper zacht „Avond, Marissen". „Ie waren nog an 't kieken naar 't gedoe?" „Och ja". Marissen schijnt nu uitgepraat te zijn. Hij staat daar stil tegenover haar. „Ik wou je wat brengen, Annechien", zegt hij ineens. En meteen hangt er iets aan haar vingers: een kralensnoer.... Verwonderd en verlegen houdt zij het in haar handen.... Marissen wacht Hij ver schuift zijn ene voet Hij raakt iets, dat licht rinkelt, een diggel van het kommetje dat Michiel haar bracht... Ja, dat pre sentje heeft zij beslist geweigerd maar dit weigert ze niet... Ze voelt zich won derlijk ontroerd.... „Nou?" vraagt Marissen zacht Er klinkt een weifelende verwachting in dat woord. Zij glimlacht en ze zegt, dat ze het mooi vindt Ze bedankt hem voor zijn presentje. Op dat ogenbhk nadert er volk: Jans en Albert Het is al laat „Nou, welterusten Annechien", zegt Ma rissen gedempt „Marissen, welterusten". Snel verdwijnt zij met het geschenk in huis. Marissen gaat het erf af, de naderenden voorbij. Voor hem uit gaan enkele zwer vers. Ze stevenen op Kampings baander af Ze slapen daar vermoedelijk in de schuur. In verschillende schuren vinden de trekkers onderdak. Het troepje dat naar Kampings baander wandelt, praat op gewonden over het feest, de bruiloft, die heel dicht op handen is.... (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1983 | | pagina 5