EIIAI1DEri-l1IEUW5 KERK i I i I i HENKIE i SOMMUSniJK J. V. d. Laan GARAGE P. KLINK W. VAN DER REE Vivo Versmarkt Fa. P. Kastelein DE HERDERS VAN BETHLEHEM Abonneert U op Eilanden-Nieu ws TAALPRAATJE Wij wensen U prettige feestdagen en een gelukkig Nieuwjaar Uw huis verkopen TAMBOER TectyleerbedrijfJm ÓQ LGGUW Off. Valvoline dealer West Achterweg 55 SOMMELSDIJK VISSER MEUBELEN B.V. - Sommelsdijk Fa. KIEVIT-„WARMTE" met personeel Prettige Kerstdagen en een voorspoedig 1983 Sommelsdijk, Haveneind 13 Topslagerij VAN DER VEER RIEN VAN DER VEER'S TOPSLAGERIJ Wij wensen alle clientèle Prettige Feestdagen en een Voorspoedig Nieuwjaar Dubbele Ring, SOMMELSDIJK W. de Keizer E. de Keizei^van der Slik 4e blad DONDERDAG 23 DECEMBER 1982 No. 5155 „DE herdertjes lagen by nachte, zij lagen bij nacht in het veld". Het is de eerste regel van een onzer bekendste kerstliederen, dat bovendien nauw aan sluit bij het kerstverhaal. Wanneer wij denken aan herders en schapen, dan is de voorstelling die wy ons daarvan maken veelal gelyk aan die welke wij hebben van een herder met schaaps kudde die wij in werkelijkheid, of op foto's en films wel eens zagen. Maar dan hebben wij toch geen juiste voorstelling van de herders van Bethlehem zoals zij leefden tijdens Christus' geboorte. Wij moeten goed begrijpen, dat er in die dagen geen sprake was van industrie zoals wij die kennen. Er waren in wezen slechts drie mogelijkheden om in leven te blijven. Ten eerste als landbouwer, ten tweede als veehouder en ten derde als ambachtsman. 's Nachts in het veld HET is zo wel duidelijk, dat een groot deel van het Israëlische volk uit veehou ders bestond in welke vorm dan ook. Men vond dus veel schaapskudden, die onder het wakend oog van een of meer herders graasden op de sappige weiden. Gezien de grote afstanden die de herders soms met hun kudden moesten afleggen, bleven zij dikwijls gedurende een bepaalde tijd 's nachts in het veld over, om de dieren niet te noodzaken 's morgens heen en 's avonds terug die lange afstanden te lopen. Hiervoor werd door enkele herders geza menlijk op een daartoe geschikte plek in het Veld een schaapskooi gebouwd, die niets anders was dan een, door een laag muurtje van opgestapelde stenen omhein de ruimte, waarbinnen de schapen 's nachts werde gedreven. Deze stenen moesten de dieren tegen de wilde dieren beschermen en het weglopen in het donker voorkomen. In het lage .muurtje was slechts één opening, waardoor de dieren konden bin nengaan en de ruimte verlaten. In die opening legde zich 's nachts een herder te slapen. Hij sloot de opening met zijn lichaam af Een andere herder hield de wacht gezeten o peen van takken gevloch ten vlonder, die op een daarvoor geschikte plaats tussen de takken van een boom werd geplaatst, zodat de man als het ware in een wachttoren zat. De overige herders sliepen tussen hun dieren binnen de om muurde ruimte. Nu moeten we ook niet denken, dat die herders zo gekleed waren zoals we ze wel op plaatjes of als figuurtjes bij onze kerst stal zien. Mannetjes met kuitbroekjes aan en slappe hoeden op. Nee, de echte her ders van Bethlehem uit de tijd van Chris tus' geboorte zagen er wel iets anders uit. Stok en staf DE herder droeg een onderkleed in de vorm van een soort lang hemd, dat min stens tot halverwege het onderbeen reikte. Dit onderkleed werd rond het middel bijeen gehouden door een gordel. Aan deze gordel droeg de herder zij stok. Dat was gewoonlijk een eiken stok van om streeks zestig centimeter lang met aan het ene eind een knop ter grootte van een flinke vuist, soms voorzien van punten, „VOORZORG" De herder in vol ornaat met staf, gordel en eiken stok in de vorm van de latere goedendag, onderkleed, mantel en hofddoek. In de hand de geduchte slinger. iets lijkende op de zogenaamde goeden dag", het wapen dat wel in de Middel eeuwen werd gebruikt. Aan het andere einde bevond zich een leren lus, waarmee de stok aan de gordel werd gedragen, de herder hield de stok in de hand met de lus om de pols evenals dat het geval is met de wapenstok van onze hedendaagse politie. Over dit alles heen droeg de herder een van ruwe wol geweven mantel ongeveer even lang als het onderkleed. Voorts op het hoofd een hoofddoek, die vastgehou den werd door een band rond het hoofd. In de hand droeg hij zijn staf met een lengte variërend van 1.20 tot 1.80 meter ge woonlijk gemaakt van de tak van een olijfboom die geschild werd. Deze staf diende de herder bij het beklimmen van rotsen, om takjes en bladeren af te slaan, om treuzelende of vechtende schapen te straffen en om er op te leunen. En Davids slinger TOT zijn verdere uitrusting behoorde ook een wollen zak, gevuld met kleine gladde stenen, gezocht in de beddingen van rivieren, die dienden om gebruikt te worden in ,,de slinger". Deze slinger, gewoonlijk gevlochten van wol, had in het midden een extra breed gevlochten deel, waarin de steen kon worden gelegd. Wie een steen in de slinger deed, stak de middelvinger van de rechter hand door het oog van de lus, terwijl hij het andere, iets langere en smallere eind met de zelfde hand vasthield. Dan slingerde hij het geheel boven het hoofd. De kunst was om de slinger op het juiste punt van de be schreven cirkel los te laten, zodat de steen precies het doel trof Veelal waren de herders goed geoefende slingeraars. Wij behoeven hierbij maar te denken aan het beroemde verhaal uit de bijbel van David en Goliath, waarbij de kleine David op deze wijze de reus versloeg. Het waren deze herders, eenvoudige, doch stoere in de natuur, weer en wind, zon en hitte opgegroeide mannen die in de velden bij Bethlehem de nacht doorbrach ten, toen aan hen de Engel verscheen om hen als eerste de blijde boodschap te brengen van de geboorte van het Kindje. De kerk, het Huis des Heeren, zoals de oorspronkelijke betekenis was, is in vele dorpen niet alleen het gebouw voor open lijke Christelijke godsdienstoefeningen, maar ook een middelpunt, waaromheen de huizen werden gebouwd, vooral in brinkdorpen. De belangrijke plaats die de kerk inneemt komt tot uiting in een groot aantal plaatsnamen, zoals Hoedekensker- ke, Bovenkerke, Ouderkerk, Biggekerke, SerooSkerke, enz. Naar de bouwstijl on derscheidt men koepel- en kruiskerken, gotische, romaanse en byzantijnse ker ken. Bij de Katholieken wordt de kerk gewijd en vaak genoemd naar de Heilige waaraan de kerk is gewijd: Pieterskerk, Andries-, Maartens-, Johannes-, Petrus- en Pauluskerk, Catharijne- en Jacobus- kerk, om maar enkele voorbeelden te noemen. De kerk was vroeger een vrij plaats voor misdadigers en vluchtelingen, waar ze niet in hechtenis genomen moch ten worden. Eenoude spreuk luidde: „Die vervaart (bang) is, loope in de kercke". Dat is in de huidige tijd nog zo. Denkt u maar aan de Christen-Turken, die in Los se en Rijssen een schuilplaats vonden in de kerk. De kerk wordt eveneens genoemd naar de gelovigen, die er hun godsdienst- oefenigingen houden. Vandaar de Gere formeerde, Katholieke, Lutherse, Protes tantse, Engelse en Schotse kerk. Zo be stond in Batavia de Maleise of Portugese kerk, het gebouw voor de inlandse Chris tenen. Wat oneerbiedig ontstond daaruit de zegswijze: „De Portugese kerk staat open", om iemand te waarschuwen dat zijn broek open stond. Van de gewoonte in de kerk bekendmakingen voor te lezen, stamt de uitdrukking „Door de kerk vlie gen", als iemands naam werd afgelezen. Die uitdrukking wordt ook gebezigd voor een jonge predikant, die spoedig na zijn intrede in een kleine gemeente al weer beroepen wordt in een grote gemeente. Een heel groot, ruim huis noemt men ,,een huis als een kerk". Een zeer oud spreek woord luidt: „Oude kerken, donkere gla zen". Dat betekent: de ouderdom komt met gebreken. Vandaar het ruimpje: „Oude netten, kwade mazen, Oude ker- cken, doncker glazen". Een wat vreemde zegswijze luidt: ,,De kerk is hoger dan de toren", om iets zeer ongewoons aan te duiden. Ook gezegd als van een echtpaar de vrouw veel langer is dan de man. „De kerk op de toren zetten", wil zeggen: een zaak totaal verkeerd aan pakken. Zeer bekend is het spreekwoord ,,De kogel is door de kerk". Betekenis: dse tijd van aarzelen is voorbij: de zaak is beklonken en heeft haar beslag. Kerken verzetten" betekende oorspronkelijk het onmogelijke eisen. Later veranderde dat in het schier onmogelijke toch doen. Om uit te drukken, dat men een vast vertrou wen heeft in iemand gebruikte men de zegswijze „Kerken op iemand (kunnen) bouwen". In de volgende uitdrukking is er geen sprake van vertrouwen, eerder van wantrouwen. „In die kerk wordt niet meer gepreekt". Dat wil zeggen: daar trappen wij niet in; het zal beslist niet gebeuren. De zegswijze „De kerk in het midden laten" wordt gebezigd om aan te duiden dat men de dingen niet moet forceren. Men moet redelijk zijn, geven en nemen. Een kwestie zo regelen dat beide partijen tevreden zijn. De vraag „Ben je in de kerk geboren?" wordt gesteld aan iemand, die de deur open laat staan. Ook: ,,Je bent hier niet in 'di^^h^ de kerk". Deze zegswijzen zijn afkomstig van de gewoonte dat de mensen als ze de kerk verlaten, de deur niet dicht behoeven te doen, dat doet de koster als ieder is vertrokken. Een grappig gezegde luidt: „Al is de kerk groot, de dominee preekt maar aan één kant". Een verontschuldi ging als bij een feest of maaltijd op een grote schaal slechts weinig voedsel wordt aangeboden. „Het huis behoort bij de kerk". De waarschijnlijke betekenis daarvan is, men moet niet afdwalen, maar voet bij stuk houden. „Er zijn meer huizen dan ker ken". Als variatie hierop: „Er zijn meer jongens (vrijers) of er zijn meer meisjes (vrijsters)". Je hoeft niet met de eerste die je leert kennen te trouwen. Ook gezegd als troost als een verkering is uitgeraakt. De algemene betekenis: men moet zich niet zo snel laten ontmoedigen, als men niet aanstonds slaagt, door aanvankelijke te genslag. Er zijn meer gewone mensen dan rijke mensen (of uitblinkers). PREDIKBEURTEN ZEELAND ZATERDAG 25 DECEMBER EERSTE KERSTDAG SINT ANNALAND - Ned. Herv. Kerk 10.00 en 18.00 uur ds. M. D. Geuze - Geref. Gem. 9.30 en 14.00 uur lees- dienst - Geref Gem. in Ned. 9.45 en 14.15 uur leesdienst. ZONDAG 26 DECEMBER TWEEDE KERSTDAG SINT ANNALAND - Ned. Herv. Kerk 10.00 uur ds. B den Butter, Stavenisse; 18.00 uur ds. L. WüUschleger, 's- Gravenhage - Geref Gem. 9.30, 14.00 en 18.00 uur leesdienst-Geref. Gem. inNed. 9.45,14.15 en 18.15 uur leesdienst. wenst u allen prettige Kerstdagen en een voorspoedig 1983 Tel. 01870 - 4306 - 5993 DIRECTIE EN MEDEWERKERS VAN wensen u Prettige Kerstdagen en een Voorspoedig 1983 Centrale verwarming. Loodgietersbedrijf van wensen u gezegende Kerstdagen en een voorspoedig 1983 Gaarne zullen we in het nieuwe jaar weer voor u klaar staan. Sommelsdijk - Tel. 2609 - Oostdijk45-49 Oost-Indischehoek 4 Tel 01870 SOMMELSDIJK 5876 wenst zijn geachte kliëntèle en bekenden een gelukkig Kerstfeest en een voorspoedig 1983. Ook nu staan wij weer voor U klaar met hout, sponning, schroten en plaatmateriaal in diverse afmetingea In opdracht maken wij ook uw kozijnen en ramen en deuren van tekening of schets. Administratie- en Assurantiekantoor Spaaragentschap F. van Lanschot Binnenweg 6 - Tel. 01870 - 2390 - Sommelsdijk wenst kliënten, familie, vrienden en bekenden goede Kerstdagen en een voorspoedig 1983. 31 december is ons kantoor om 12 uur gesloten en medewerkers wensen alle clientèle prettige Kerstdagen en en voorspoedig 1983 Dubbele Ring 2 SOMMELSDIJK A. Biever en personeel Voorstraat- SOMMELSDIJK- Tel.A2241 Wij wensen familie, vrienden en bekenden gezegende Kerstdagen en een gelukkig nieuwjaar. en AD LANGEWEG 9 SOMMELSDIJK BEGRAFENISONDERNEMING hij helemaal naar zijn feest toe. Zijn gedachten waren hiervan zo vervuld dat hij aldoor delen van Kerstversjes voor zich uit liep te neuriën, alsof hij oefende voor hef grote gebeuren. Henkie zong veel en graag. Hij deed het niet mooi en van de meeste versjes l<ende hij maar een paar woorden, want Henkie was geestelijk onvolwaardig zoals wij dat op z'n zondags zeggen. Gekke Henkie dus. Een kind waar zijn ouders veel tranen om gelaten hebben. Verdriet dat allengs voor een groot deel over ging in vreugde, want Henkie groeide op tol een groot, aanhankelijk en vro lijk kind wiens zonovergoten levens wijze een bemoediging inhield voor allen die dagelijks de kleine en grote teleurstellingen van het leven moes ten verwerken. Het leven van Henk was tot nu toe een aaneenschake ling van fijne dingen geweest. Hij werd niet opgejaagd door ambities, eerzucht of hebzucht en dagelijks ontmoette hij op zijn wandelingen aardige mensen die hem spontaan en luidruchtig reeds uit de verte begroetten of even voor een praatje stil bleven staan. Als hij zong, wat hij meestal deed als hij op straat liep, plantte hij zijn grote voeten stevig op de grond en stapte precies op de maat van zijn eigen muziek, want maatgevoel hèd hij. De bruggetjes'in het plantsoen wisten er van mee te praten. Nieuwe versjes leerde hij altijd van de buurvrouw. Die kende er zo veel en ze werd niet moe de liedjes tel kens weer vóór te zingen en omdat het bijna Kerstfeest was probeerde ze Henk nu wat Kerstversjes bij te brengen. Ze had ook verteld waarom de mensen het feest vierden en hij had met open mond geluisterd naar het verhaal van het Kind in de kribbe. Hij begreep er lang niet alles van, maar het beeld van het Kind dat alle mensen gelukkig wilde maken bleef haken in zijn eenvoudige ziel. De vonk van liefde sprong over op zijn gevoelig gemoed en zoals altijd als iemand liet merken dat hij van hem hield, moest hij dat uiten in gezang. Gelukkig hadden de Kerstliederen vrolijke wijsjes zodat Henkie zijn vreugde volop kwijt kon. Zo had de buurvrouw ook verteld dat in een naburig dorp een Kerst nachtdienst gehouden zou worden met heel veel zang. En natuurlijk wilde hij daar dolgraag heen. De dagen die er aan voorafgingen leefde Het was een donkere avond en Henkie fietste stevig door. Spanning voor het feest ontlaadde zich in een hijgerig Stille Nacht", Nog even en hij passeerde iemand die met een on gelukkig gezicht naast zijn fiets stond. "Hallo Henk, waar ga jij naar toe?" Het was de organist. ,,lk ga naar jou luisteren", ant woordde Henkie en stapte af. Toen vertelde de organist dat zijn fietsketting gebroken was en dat hij nu veel te laat zou komen. Zonder een moment aan zichzelf te denken liep Henk om zijn fiets heen, drukte die de organist in de hand en zei: Rijen! Ik ga wel lopen." Als de jongen een uur later bij de kerk aankomt zingen de kerkgangers juist de laatste regels van de enge lenzang ,,Ere zij God". De overgang van het langdurige duister naar de feestelijk verlichte kerkzaal grijpt Henkie sterk aan. Als in trance loopt hij door het midden pad naar de prachtig versierde kerst boom en als hij bij de kribbe kom.t, ziet hij alleen nog het kindje. Voor zichtig als gold het een porceleinen vaas haalt hij het er uit. Het orgelspel houdt op en de kerk verstilt. Dan begint hij te zingen; ,,Ere zij God, in den hoge!" Meer woorden kent hij niet, maar hij herhaalt ze. Ook als de organist het lied overneemt en iedereen, eerst aarzelend, opnieuw het ,,Ere zij God" aanheft en het aanzwelt tot een machtig koor. Alsof ze het nooit eerder gezongen hadden l-.dr*9r»o»'*fl

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1982 | | pagina 13