EiüvriDEn-niEuws
en de Nederlandse bankbiljetten
4e blad WOENSDAG 30 DECEMBER 1981 No. 5054
AMSTERDAM - Het nieuwe honderd-gulden bank
biljet, dat in maart van dit jaar in omloop is gebracht,
heeft niet, zoals de andere reeds bestaande bankbil
jetten, de beeltenis van een figuur uit de vader
landse geschiedenis. Aan beide zijden, ook in het
watermerk, staat de aflieelding van een snip.
Voor Amroscoop aanleiding om eens te
gaan neuzen in de ontstaansgeschiedenis
van het motieQe op dit niet alledaagse
bankbiljet. En van die op de andere Neder -
landse bankbiljetten.
Jf
(Overgenomen uit
Amroscoop,
personeelsblad van de
Amro Bank)
Het nieuwe honderdje is al
in de zomer van 1977 door
de directie van De Neder-
landsche Bank goedgekeurd, en is
dan ook gedateerd op 28 juli 1977.
Het rouleert naast het oude hon
derd-gulden biljet, dat een portret
van admiraal De Ruyter draagt. De
reden van het ontstaan van het
'snip'biljet kan worden gezocht in
het feit dat de voortschrijdende
technologische ontwikkelingen de
fabricage en het bedrukken van het
bankpapier zodanig verbeteren, dat
de veiligheid tegen namaak vergroot
wordt. In het 'snip'model is de voel
baarheid van de opdruk van de
tekstgedeelten beter dan op de oude
modellen. Ook is het gebruik van
kleur en kleurverloop vermeerderd.
De snip zelf is als afbeelding gekozen
omdat deze herkenbaarder zou zijn
dan voornoemde erflaters. Het is in
de praktijk namelijk gebleken dat
mensen vooral moeite hebben met
het onthouden van de watermerken;
de snip is in dat opzicht gemakke
lijker voor de geest te halen. Daarom
is deze beeltenis van een Nederlands
bankbiljet ook in het buitenland be
ter bruikbaar.
Het snip-model is ontworpen door
professor R. D. E. Oxenaar, die ook
aUe andere modellen op zijn naam
heeft staan. En evenals de oude
bankbiljetten is ook de snip gedrukt
bij Joh. Enschedé en Zonen Grafi
sche Inrichting B.V. te Haarlem.
Volgens de ornitholoog G. den
Hoed, die het ontwerp beoordeeld
heeft, is de snip een ongeveer 26
centimeter lange, algemeen in Ne
derland en Europa voorkomende
broedvogel, die in Oost-Afrika over
wintert. Hij nestelt in vochtig gras
land met verspreide boomgroepen
en ruigten, aan drassige oevers van
plassen, vennen en waterlopen, en in
natte duinpannen en hoogveenmoe-
ras.
•Vanaf zijn elfde jaar voer Michiel op
zee, eerst als hoogbootsmansjongen
en matroos. Later, in 1622, als ka
nonnier in het Staatse leger, nam hij
deel aan de krijgsverrichtingen in het
Kleefse, en bij het ontzet van Bergen
op Zoom. Nog in datzelfde jaar
diende hij op de oorlogsvloot, waar
bij hij uit gevangenschap in Spanje
jvist te ontsnappen. Vervolgens
diende hij op de koopvaardij, en op
walvis- en kaapvaart. Intussen door
liep hij alle rangen, bekwaamde zich
in zee- en koopmanschap en leerde
verscheidene vreemde talen. Uit
eindelijk werd De Ruyter vloot
voogd. Hij vierde indrukwekkende
triomfen in diverse zeeslagen en
kreeg de nieuwe functie van vice-
admiraal in vaste dienst bij de admi-
rahteit van Amsterdam. Hij vestigde
zich in deze stad en kreeg het groot
burgerschap.
De allergrootste prestatie die De
Ruyter leverde, was tijdens de Derde
Engelse oorlog (1672-1674), toen
zijn vloot voor de eerste maal. dank
zij uitstekende voorbereiding en
geoefendheid, discipline en tactiek,
de Engelse ver overtrof.
Als historische figuur is De Ruyter
ongetwijfeld één der grootste Ne
derlanders. Niet alleen door zijn
successen ter zee of door zijn hoog
staande karakter, maar ook omdat
hij als één der zeer weinigen in Ne
derland en in het buitenland alge
mene bekendheid geniet. Al tijdens
En dan komen we weer terug bij het
honderd-gulden biljet. Bekend is in
middels de snip. waar het allemaal
om begonnen is. Op het 'oude',
ook in bruin uitgevoerde honderd
gulden briefje, staat sinds mei 1970^
het portret van admiraal De Ruyter.
Michiel de Ruyter is één van de"
grootste (historische) figuren uit de
Nederlandse geschiedenis. Hij werd
op 24 maart 1607 in Vlissingen ge
boren en stierfin 1676 in de baai van
Syracuse. Hij kwam uit een calvinis
tisch zeemansgezin, dat zich later
wist op te werken tot de poorters
stand (Burgerschap).
■K
Michiel Adriuanszoon de Ruyler lijki helemaal niel op Je lekening op ons honderdje..
Jan Pieterzoon
Sweelinck, de musicus
op het
vijfentwintig-gulden
biljet.
zijn leven was hij een beroemdheid.
Hij kreeg vele onderscheidingen,
werd in de Deense adel verheven, tot
ridder van St. Michiel geslagen en
verkreeg een Spaanse hertogstitel.
De literatuur over zijn persoon is
buitengewoon omvangrijk.
Het watermerk in het 'oude' hon
derdje is, wanneer men goed kijkt,
een vlag. De 100-gulden biljetten zijn
154 mm breed en 76 mm hoog.
^'f4-*****'f******'f'f*¥4-***¥-***4-^-**¥**4-*'f*********************4-*4-*********
Zoals op het nieuwe
honderd-gulden biljet te
zien is, bestaat het veren
kleed van zowel de man
netjes- als de vrouw
tjessnip uit rood
bruine, geel
bruine,
roestgele
en bruinzwarte camouflagekleuren.
Over de rug zijn lichtgele lengtestre
pen zichtbaar. De poelsnip is iets
forser dan de watersnip en heeft een
kortere snavel. De poelsnip komt uit
Noordoost-Europa en is in onze
streken uitsluitend een zeldzame
doortrekker. Of de met het model
'snip' aangebrachte veranderingen
zullen doorwerken in aanpassing van
de overige coupures, valt momenteel
niet te overzien. Het ontwerpen, ver
vaardigen en drukken van nieuwe
bankbiljetten is een proces
vanjaren, waarin
de technologie
voortdurend
nieuwe mogelijk
heden opent.
De Neder-
landsche
Bank heeft
een biljet van
vijftig gulden in
behandeling. De in
troductie hiervan
kan niet wor-
verwacht
vóór
1983.
Joost van Jen Vondel: in het groen op onze
briejjes van vijf.
In de onderrand aan de achterzijde
van alle bankbiljetten wprdt aange
geven, dat zij onder de wettelijke
bescherming vallen van het auteurs
recht De Nederlandsche Bank.
ledere vorm van reproduktie van de
biljetten behoeft een schriftelijke
goedkeuring van De Nederlandsche
Bank.
Op de achterzijde van de biljetten
staat linksboven een registratienum
mer, dat aan de rechterkant herhaald
wordt. Links onder het nummer staat
de tekst van artikel 208 van het Wet
boek van Strafrecht, die er, kort sa
mengevat, op neerkomt dat iemand
die probeert geld na te maken met
het oogmerk dit voor echt te laten
doorgaan, kans loopt op gevange
nisstraf van ten hoogste negen jaar.
In het midden van de bankbiljetten
staat op ieder waardepapier een
non-figuratieve tekening. Deze teke
ningen hebben geen andere beteke
nis dan dat ze heel gecompliceerd
zijn om na temaken. Ook deze ont
werpen zijn van de hand van profes
sor Oxenaar. Zijn voorganger in het
ontwerpen van afbeeldingen op,de
Nederlandse bankbiljetten was de
onlangs overleden Eppo Doeve.
Op alle bankbiljetten zijn zoge
naamde voeltekens aangebracht
voor visueel gehandicapten. Op het
vijf-gulden biljet zijn dat vier aan
eengesmede cirkeltjes, op het tien
gulden biljet drie los van elkaar
staande cirkeltjes, op het briefje van
vijfentwintig twee los van elkaar
staande cirkeltjes en op het hon
derdje staat er maar één. Al deze
rondjes bevinden zich links van de
portretten van de historische figuren.
Alleen op het duizendje staan deze
cirkeltjes niet.
Zoals in het voorgaande al naar
voren is gekomen, staan op de Ne
derlandse bankbiljetten afbeeldin
gen van historische vaderlandse fi
guren. Op het vijf-gulden biljet staat,
sedert maart 1973, het in fel-groen
uitgebrachte portret van Joost van
den Vondel. Voor die tijd (vanaf
1966) was hij nog in bronsgroen uit
gevoerd. Joost van den Vondel is in
onze geschiedenis een zeer bekende
figuur, en er zijn dan ook ettelijke
straten, lanen en parken in vele ste
den naar hem vernoemd. Hoewel
zijn naam dan misschien wel bij een
ieder bekend is, zal niet iedereen
eventjes zo uit de losse mouw weten
te schudden wie Vondel nou precies
was en wat hem nou zo beroemd
maakte. Welnu, hier volgt een ge
heugensteuntje, want we hebben het
allemaal op school 'gehad'.
Vondel werd op 17 november 1587 in
Keulen geboren en stierf in Amster
dam op 5 februari 1679. Hij was een
dichter, en is vooral bekend gewor
den door de 'Gijsbrecht van Aem-
stel'. een toneelstuk 'op rijm' dat in
de recentelijke geschiedenis tra
ditiegetrouw met Nieuwjaar in de
Amsterdamse Stadsschouwburg
werd opgevoerd.
Ook zijn hekeldichten naar aanlei
ding van twist en tweedracht, ver
oorzaakt door de godsdienstige en
politieke onderdrukking van Mau-
rits, zijn befaamd! In het gedicht
'Palamedes of Vermoorde Onnozel-
heit' (1625), kiest Vondel partij voor
de vermoorde Oldenbarnevelt en
diens opvattingen.
Ook Vondels dodenklachten zijn be
kend. De beroemdste zijn 'Kinder-
lyck', naar aanleiding van de dood
van zijn zoontje Constantijntje
(1635) en 'Lyckklaght aan het vrou
wekoor' (1635) naar aanleiding van
de dood van zijn vrouw Maria de
Wolff met wie hij in 1610 getrouwd
was. Tussen 1648 en 1660 groeide
Vondels vakmanschap tot zeer grote
hoogte] met als hoogtepunt 'Lucifer',
de ondergang van de staatszuchtige
die te hoog wil klimmen. Vondels
oeuvre getuigt van een fenomenale
scheppingsdrang en van een
groot technisch meesterschap.
Zeer opvallend is de bewuste,
gestage evolutie, die het dui
delijkst tot uiting komt in zijn
opvattingen over het drama.
De wijze waarop hij zijn
rijke, vaak grandioze, ge
dachten- en gevoelswereld
heeft verwoord heeft hem
de erenaam 'prins der
Nederlandse dichters' op
geleverd.
Het watermerk in het vijf
gulden biljet is een zoge
noemd 'schaduwwatermerk'.
Het is een inktkoker die zich
in het onbedrukte gedeel
te van
het papier bevindt. Wanneer men
het biljet tegen het licht houdt, is het
duidelijk zichtbaar.
De watermerken in onze bankbiljet
ten bevinden zich overigens alle in de
onbedrukte gedeelten en zijn in het
papier aangebracht door plaatselijke
verdikkingen en verdunningen. Het
vijf-gulden biljet is 136 mm breed en
76 mm hoog.
Op ons tien-gulden bankbiljet prijkt
sinds april 1968 het in blauw uitge
voerde portret van Frans Hals. „Aha.
wederom een bekende straatnaam,"
zult u zeggen. En dat klopt. Ook
Frans Hals schijnt de moeite waard
te zijn in straten, lanen en pleinen
herdacht te worden. Wie was hij
echter precies en wat deed hij, dat
hem zo interessant maakte om op
onze tien-gulden biljetten afgebeeld
te staan?
Frans Hals werd geboren in Ant
werpen (waarschijnlijk) tussen 1580
en 1585. Hij is in Haarlem, op 1 sep
tember 1666, begraven.
Hij was een zogenaamd 'genre- en
portretschilder', die, samen met
Rembrandt en Vermeer, behoort tot
de grootmeesters van de 17de-eeuw-
se Hollandse schilderkunst. (Hals
zou een leerling van Karel van
Mander zijn geweest). Zijn uit Me-
chelen afkomstige ouders weken na
de val van Antwerpen in 1585 uit
naar de Noordelijke Nederlanden;
de familie wordt voor het eerst in
1591 in de annalen van Haarlem
vermeld.
Hals' eerste vrouw, Annetje Har-
mensdochter, stierfin 1615. In 1617
trouwde hij met Lysbeth Reiniers.
Hij had uit beide huwelijken veel
kinderen; ten minste vijf van zijn zo
nen zijn eveneens schilder geworden.
Hals heeft nauwelijks gereisd, maar
is wel enkele maanden in Antwerpen
geweest. Daar kwam hij metde
schilderkunst van Rubens in aanra
king.
Zijn werk bestaat uit ongeveer 200
portretten en circa 50 portretachtige
genre-voorstellingen. Over zijn vóór
1610 ontstane werken is niets be
kend. Zijn eerste gedateerde werk is
een fragment van het Portret van Ja
cobus Zaffius. (Frans Hals Museum,
Haarlem) uit 1611. Het watermerk in
het tien-gulden biljet is een 'hoorn'
Lcn tientje is 142 mm breed en 76
mm hoog.
Op ons in zacht rood uitgevoerde
25-gulden biljet Wikt ons Jan Pie-
terszoon Sweelinck tegemoet. Dat
doet hij nu alweer ruim tien jaar,
sinds 10 februari 1971, om precies te
zijn. Na de dichter Vondel op het
vijf-gulden biljet, en de schilder Hals
op het tientje is nu de beurt aan een
historisch musicus. Sweelinck werd
in 1562 in Deventer geboren en stierf
in Amsterdam op 16 oktober 1621.
Hij volgde zijn vader op als organist
in de Oude Kerk te Amsterdam.
Sweelinck was één van de grootste
orgelvirtuozen van zijp tijd en tevens
de belangrijkste Nederlandse com
ponist na Obrecht. Zijn 254 vocale
composities omvatten chansons, ma
drigalen (korte gedichtjes van 'zachte
en innige' stemming), Franse en Ita-
haanse rimes, motetteif (meerstem
mige vocale composities op bijbelse,
gewoonlijk Latijnse tekst), calvinis
tische psalmen en gelegenheidslie-
deren. Zijn meesterschap als com
ponist lag voornamelijk op het ge
bied van de instrumentale muziek.
Sweelinck kan beschouwd worden
als een onrechtstreekse meester van
J. S. Bach, omdat hij de leraar was
van onder, anderen S. Scheidt en H.
Scheidemann. Dezen hebben de
Noordduitse orgelschool gesticht,
waar Bach later terechtkwam.
Het watermerk ten slotte, naast het
hoofd van Sweelinck. is een vier
kantje met slingers, dat de naam
■golven' draagt. Het 25-gulden biljet
is 148 mm breed en 76 mm hoog.
Waarschijnlijk kunnen niet veel
mensen even een blauw-groen dui
zendje uit hun portefeuille trekken
om de kop van Baruch d'Espinoza
aan een onderzoek te onderwerpen.
Toch is 't het hoofd van deze histori-
.sche Nederlandse filo.soof dat sedert
maart 1972 op ons 'duurste' bank
biljet staat, Baruch d'Espinoza is be
ter bekend onder de naam Spinoza.
Hij werd op 24 november 1632 in
Amsterdam geboren en stierf op 21
februari 1677 in Den Haag. Hij was
een Nederlands filosoof van Portu
gees-joodse afkomst. Zijn He
breeuwse voornaam was Baruch (de
'gezegende'), afgekort tot de roep
naam Bento. en door hem zelf later
gelatiniseerd tot Benedictus.
Spinoza's vader was koopman en
nam een vooraanstaande plaats in de
Portugees-Israëlitische synagoge in.
Na diens dood in 1654 dreef Spinoza
samen met zijn broer de zaak, tot hij
in 1656 wegens vrijzinnige opvattin
gen uit de synagoge werd gestoten en
in de joodse ban werd gedaan.
Hij had veel omgang met vrijzinnige
christenen en vrijdenkers (onder an
dere met Franciscus van den Enden,
gewezen jezuïet, van wie hij onder
wijs kreeg), en vond in hun kringen
toevlucht. In Rijnsburg, dat een cen
trum van collegianten was, schreef
Spinoza zijn eerste wijsgerige wer
ken. Hij werd een beroemd man in
de Europese geleerde wereld en on
derhield met vele belangrijke tijdge
noten correspondentie.
Spinoza leidde een zeer karig leven
en heeft zijn hoofdwerk 'Ethica'
niet tijdens zijn leven gepubliceerd.
Zijn filosofie was aan het eind van de
achttiende eeuw zeer invloedrijk en
is dat tot op de dag van vandaag nog
steeds.
Zijn denken moet vooral begrepen
worden uit tweeërlei achtergrond: de
joods-mystieke traditie en het rede
lijk wetenschappelijk denken. Hij
heeft beide in één omvattende visie
met elkaar verenigd. Het zou hier te
ver voeren de hele filosofie van Spi
noza uit de doeken te doen. maar
voot wie er werkelijk in geïnteres
seerd is: Spinoza is in elke encyclo
pedie te vinden.
Het watermerk in het briefje van
duizend draagt de naam 'stereo', en
beslaat uil een vierkantje met een
daarin verwerkt cirkeltje. Het dui
zendje is het grootste van de Neder
landse bankbiljetten; het is 160 mm
breed en, evenals de andere bank
biljetten. 76 mm hoog.