EIUVriDEII-IIIEUWS VOLKOREN: JVat is dat eigenlijk? Overdenking' Wiebeke Reimers BRILLEN BERGMANS-OPTIEK 2e blad VRUDAG M AtJQUSTUS 1981 No. 5017 »:^^?:^5 Deze vraag- en antwoord-rubriek staat geheel ten dienste van de lezer die er kosteloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kunt u sturen aan: Redactie Eilanden-nieuws, Post bus 8, Middelharnis, met in de linker bovenhoek „Vragen-rubriek" vermeld. De vragen worden door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending compleet met antwoord in deze rubriek worden .ge publiceerd. HAAR OVER Wat is volgens u de beste methode om overtollig haar te verwijderen? Ik heb meer last van haargroei op armen en benen dan andere meisjes van mijn leef tijd. Antwoord: Gezien die laatste zin is het noodzakelijk, dat u éérst uw huisarts raad pleegt Die kan de oorzaak van die sterke haargroei vaststellen en misschien tegen maatregelen voorschrijven. Het is niet verstandig alle haren met die lady-shavé te lijf te gaan. Voor gelaat, kin, hals enz. is ook elektrische epilatie of een harsbehan deling mogelijk. Op de romp, armen en benen kunt u ontharingshars of ontha- rings-crême gebruiken, maar met crèmes moet u voorzichtig zijn, daaru hiervoor allergisch kunt zijn of worden. BOTSAUTO'S Buurman A haalt zijn auto uit de box naast mijn tuin en raakt (Jaarbij mijn, voor mijn tuinhek geparkeerde, wagen. Die gaat door deze aanraking rijden en botst tegen de volgende auto van buurman B. Wie moet nu de schade aan deze drie auto's betalen? A geeft mij de schuld. Antwoord: Buurman A reed tegen een stilstaande auto op en is in rechte verant woordelijk voor de schade aan zijn eigen auto en die aan die zijde van uw auto. Maar u had uw wagen blijkbaar niet op de handrem staan, zodat u kunt worden aan gesproken voor de schade aan de auto van buurman B en door de verzekering aan sprakelijk kunt worden gesteld voor de schade aan die zijde van uw eigen voer tuig. Wat A zegt over verkeerd parkeren doet hier niet ter zake. Dat uw auto verkeerd om stond, is niet de oorzaak van de aanrijding, maar onbelangrijke bijkom stigheid die niet meetelt bij de beoordeling van de schaderegeling. U kunt gerust A aansprakelijk stellen voor de schade aan uw auto en aanbieden gezamenlijk met hem de reparatie vanB's wagen te vergoe den. J«^ ZWART GRILLEN Sinds ik mijn vlees grill, beweren kennis sen dat die manier van roosteren kanker verwekkend is. Is dat waar? Antwoord: Het hangt er maar van af, wat u van dat geroosterde vlees opeet' Het risico bij barbecue's en grillen is namelijk, dat elke aanzittende ook stukjes aange brand en verbrand vlees mee naar binnen krijgt Onder de zwarte,randen vind je namelijk teer en daarin komt blijkens de onderzoekingen de kankerverwekkende stof ..3-4-benzpyreen" voor. Als u alle verbrande delen van het vlees afsnijdt, vermijdt u dat risico. Die zelfde stof komt overigens ook voor in gerookt en ge schroeid vlees en o.a. in sigarettenrook. De hoeveelheden zijn gelukkig gering. Het urenlang in een file staan is feitelijk veel gevaarlijker, want in de uitiaatgassen van auto's komt veel méér benzpireen voor! Volgens deskundigen loopt de mens ech ter geen kankergezwel op van één enkele stof, maar door een combinatie van aller lei factoren. Rokers, die toch al een be kend risico op zich nemen, moeten dus extra uitkijken. TELLENDE ROMEINEN Hoe kwamen de Romeinen ertoe om een V te schrijven voer 5 en een X voor 10? Antwoord: Doordat ze begonnen te tur ven, zoals wij wel eens doen als we op papier bijhouden hoeveel stuks we tellen. Zij zetten dan rechtopstaande streepjes en dat werd hun cijfer 1later geschreven (en in steen gebeiteld) als de letter I. Wij kruisen (nu) vier streepjes door als we de vijfde tel aanstrepen en zij maakten bij de tiende tel een kruis. Dat werd de X. Toen ze later inplaats van vijf I'tjes een enkel teken kozen voor het getal vijf, namen ze een halve X als helft van de tien en dat werd hun V. Daarna ontstonden IV en VI voor 4 en 6, omdat ze afspraken dat een streep vóór een grotere eenheid moest worden afgetrokken en een streep erachter daarbij moest worden opgeteld. 1 AANGEBODEN: 1 Japans UIENZAAD ,,Senshyu Yellow" „Imai" C. REMUS Handelmij. DINTELOO RD Tel. 01672-2654-2510- 2772 -2466 Bevestiging en intrede ds. C. G. Geluk tot Predikant-D irekteur van de HGJB Per 1 juü j.l. trad in dienst van de Hervorm-Gereformeerde Jeugdbenden (HGJB) ds. C. G. Geluk, voorheen predi kant te Giessenburg. Ds. Geluk werd door de Generale Syno de van de Nederlandse Hervormde Kerk beroepen tot predikant voor buitengewo ne werkzaaniheden, verbonden aan de kerk in haar geheel, belast met de arbeid als predikant-direkteur van de HGJB. Op D.V. vrijdag 4 september 1981 zal een kerkdienst worden gehouden, waarin de bevestiging zal plaatsvinden. Deze dienst is in de Jacobikerk, St. Jacobsstraat 31 (nabij het Vredenburg) te Utrecht Aanvang: 19.30 uur. De bevestiging zal geschieden door ds. J. de Vreugd, voorzitter van het Centraal Bestuur van de HGJB. na de bevestiging zal ds. Geluk met een korte prediking zijn nieuwe taak an vaarden. Na afloop van de dienst is er gelegenheid om met ds. en mevr. Geluk kennis te maken en een kopje koffie te drinken. Het is de bedoeling dat de nieuwe predi kant-direkteur zich met name gaat bezig houden met de theologische aspekten van het jeugdwerk. Op deze wijze zal hij samen met de heer A. J. Terlouw, die vorig jaar tot koördinerend direkteur werd benoemd, leiding geven aan het geheel van het werk van de HGJB. Het Centraal Bestuur van de HGJB nodigt allen die bij het kerkeUjk jeugdwerk betrokken zijn hartelijk uit deze dienst bij te wonen. Gedacht wordt daarbij niet alleen aan jongeren en leidinggevenden, maar ook aan predikanten, kerkeraden, jeugdraden en gemeenteleden. Als het goed is, dan is immers jeugdwerk een zaak van de gehele gemeente. Van jongeren en ouderen samen! Tegelijkertijd is dit een prachtige gele genheid voor allen die bij dit werk betrok ken zijn om samen het nieuwe jeugdwerk seizoen te beginnen, geïnspireerd vanuit het Woord van God! |Uw huis verkopen TAMBOER Graan is een belangrijk voedingsmiddel voor mensen. Graankorrels - de zaden waaruit weer nieuw koren moet kunnen groeien - zijn rijk aan allerlei voedings stoffen die wij nodig hebben om ons prettig te voelen en om in konditie te blijven. Die voedingsstoffen - zoals B-vitaminen en mineralen als fosfor en ijzer - bevinden zich met name in de buitenste lagen en in de kiem van de korrel. Vreemd genoeg is het lange tijd gewoonte geweest, om juist die buitenste lagen niet te gebruiken, en alleen de door het hel- derwitte „meellichaam" geleverde „bloem" te consumeren. Nu de mensen zich meer gain interesse ren voor de voeding in hun voedsel, begiet de hele graankorrel weer in de belangstel ling te komen. Wij gaan weer het volle koren eten. Graan moet eerst bewerkt worden, wil len wij het kunnen gebruiken. Het moet worden gemalen of minstens geplet om het i binnenste zetmeel los te maken, het meel waarmee wij pap kunnen koken en brood kunnen bakken. Vroeger werd graan tussen molenstenen gemalen, en alles wat er in het maalsel zat - niet alleen het witte meel uit het binnen ste van de korrels, maar ook het schilletje en de kiem- bleef erin. Zulk meel was rijk aan de hoogwaardige eiwitten die zich in de buitenste lagen van de korrels bevin den, rijk aan vitaminen en mineralen. Met het voortschrijden der techniek werd het mogelijk het meel steeds fijner „uit te malen" en te zeven, waardoor tenslotte een uiterst fijn en helderwit meel, „bloem", overbleef hoe fijner het meel, hoe fijner het gebak en ho^» witter het brood. Wit brood werd een teken van welvaart en luxe, en tegelijk met de uitge- zeefde vezelachtige resten werden de be langrijkste voedingsstoffen (èn de voor spijsvertering en darmwerking eigenlijk onontbeerlijke voedingsvezels) voortaan aan het vee gegeven. Knackebröd De laatste tijd wordt het steeds meer mensen duidelijk, dat zij het paard achter de wagen spannen door alleen het (welis waar energieverschaffende) witte meel te eten, terwijl zij de waardevolle andere delen van het graan versmaden. Daarom wordt er nu steeds meer „vol-koren" gegeten. Zoals voloren broodsoorten, die gebakken zijn van meel dat alles wat de oorspronkelijke korrel biedt nog bevat Knackebröd is zo'n broodsoort Vijf honderd jaar geleden werd het door Zweedse boerinnen voor het eerst gebak ken, natuurlijk uit volkorenmeel. Het graan was rogge, en het is door de eeuwen heen altijd volkoren gebleven. Knackebröd - nu voornamelijk afkom stig uit de Wasa-fabrieken in Zweden en Duitsland - wordt nu in een groot aantal variaties gebakken uit volkoren roggemeel en volkoren tarwemeel. Ook vier van de vijf variaties, die in Nederland op de markt worden gebracht onder de naam Verkade Wasa, worden in lange ovens gebakken van dagelijks versgemalen vol koren meel uit de eigen maalderij. Puur volkoren Het stevige en smakelijke knackebröd is gebakken van puur volkorenmeel, waar aan slechts water, zout en gist zijn toege voegd. „Zacht" volkorenbrood moet om baktechnische redenen nog een percenta ge fijner uitgemalen meel bevatten. Knackebröd biedt daarom in verhouding tot andere broodsoorten de meeste „vol koren" voedingsstoffen per 100 gram. Zo bevat iedere honderd gram knackebröd circa 70 koolhydraten (energiever- schaffers), 11-14% eiwitten, 1,5-2,1% kiemoUën (die meervoudig onverzadigde vetzuren en belangrijke vitamines als BI, B2, B6 en A en E leveren. Knackebröd neemt bovendien een aparte plaats in als leverancier van mineralen en sporenelementen. Voedingsvezels Volkoren eten betekent ook: voedings vezels eten. De onverteerbare bestandde len van de graankorrel en die van groenten en fruit die het transport van het voedsel dqor de spijsverteringsorganen bevorde- van de Heilige Schrift „komt, hoort toe, o allen, gij die God vreest, en ik zal vertellen, wat Hij aan mijn ziel gedaan heeft". (Psalm 66:16) De Psalmist is er vol van! Waarvan? Van wat God aan zijn ziel gedaan heeft We lezen dat in het vers, dat op het 16e vers van deze Psalm volgt En nu is hij er zo vol van, dat hij allen, die God vrezen, erbij roept, om zijn verslag te horen, het is dan ook, om heilig jaloers op te worden. Want die man heeft dingen te vertellen, die vreugde en vrede schenken voorde tijd Zo worden ze geroepen: en de eeuwigheid. Het is een Gode-verheerlijkende belij denis. Het valt ons op, dat de Psahnist spreekt tot hen, die God vrezen. Dat zou ons op het eerste gezicht kunnen verwonderen. Er zou een gedachte in ons hart kuimen opkomen in deze zin: zou hij niet beter tot de onbekeerde mens kunnen spreken, om hem te waarschuwen? Maar als we dat denken, verstaan we deze tekstwoorden toch verkeerd. Vanzelfsprekend mag het Woord des Heeren uitgaan tot allen. Dat wordt niet uitgesloten. Deze zelfde Psal mist roept zelfs heel de aarde op, om God groot te maken. Maar er kan en mag ook een tijd zijn, dat de begeerte bestaat, eens te mogen spre-' ken met en tot hen, die óók weten, wat de Heere in^hun leven gedaan heeft het is immers niet te doen, altijd tegen eeii muiu- te spreken. Zo wordt ook de begeerte gevonden, eens van hart tot hart te mogen spreken over de weldaden, die God heeft bewezen. En de mens, die God in zijn leven niet heeft leren kennen, zal er ook niets van verstaan, wanneer de Psal mist er eens wat dieper op in gaat hij zal er soms zelfs smalend tegenover staan. Het is van tijd tot tijd echt nodig om bij het getuigenis aangaande Gods genade weer klank te vinden bij hen, die het mogen bijvallen. Dan kan er temeer sterkte zijn, o anderen in ernst, bewogenheid en liefde aan te spreken met betrekking tot de noodzaak, tot God bekeerd te worden door het werk van Christus. Intussen mogen we da^ Woord: „die God vrezen" wel zo breed mogelijk opvatten. Hier worden niet alleen zij bedoeld, die helder en welomschreven kuimen weerge ven, hoe zij in Christus gerechtvaardigd zijn. Want dan zouden arme, zoekende zondaren teruggeduwd worden. Dan zou den dezen denken, dat het voor hun toch niet mogelijk is, om zalig te worden. Nee, laat ze maar luisteren! En dan niet, om nog meer terneergeslagen weg te gaan. maar pm te bemerken, dat er nog werken Gods plaatsvinden. Dan kunnen ze moed schep pen bij het zien van de openbaring van Gods genade. Zo worde het aan de onder de last van hun schuld verkerende zondaar gezegd: „De Heere is genadig, barmhar tig, lankmoedig en groot van goedertie renheid". zij, die God vrezen. Komen ze dan allemaal direct? Welnee. Want ook onder Gods kinderen bestaat menigmaal dorheid en matheid. Dan hebben ze helemal geen zin, om te komen en te luisteren. Dat zal dan later wel tot schuld worden, maar het kan ook anders zijn. Het is vaak de verzuchting, dat het zo stil is om ons heen. En als er dan een roep weerklinkt dat God Zijn genade verheerlijkte, mag er dan geen haast bij wezen om te horen? De Psalmist vertelt, wat God aan zijn ziel gedaan heeft. Hij zet dus niet zichzelf op een voetstuk. Hij zet Gods werk in het midden. En daar gaat het nu om. Dat is het goud van de bevinding van Gods kinde ren. Uit de volheid van het hart, uit de persoonlijke beleving te mogen spreken over wat God heeft willen doen. Maar wat komt het dan teer te Uggen. Want zelfs in het leven van Gods kinderen kan de verleiding groot zijn, zichzelf te prediken. En dan wordt God er niet in groot ge maakt Zeker, dan zullen ze op een gege ven ogenbhk de Heere erin tegen krijgen. De Heere brengt Zijn kinderen wel eens in het donker, om hen te leren, dat zij tot in het kleinste toe afhankelijk zijn van de leiding en het onderwijs van de Heilige Geest Het gevaar bestaat zelfs, dat een mens zonder genade, zonder kennis aan 's Hee ren wegen, gaat spreken. Dan zegt hij zulke tekstwoorden na. Zulk een schijn- Christen kan het ver brengen. Hij kan zelfs door anderen op handen gedragen wor den. Waar de natuurlijke mens zich al niet mee bezig houdt! En het is vreselijk, wanneer zij openbaar komen. Soms in dit leven al, Dan vervallen zij van hun ver meende Gods-vrucht in een werelds, zelfs goddeloos bestaan, maar zij kunnen zelfs tot hun dood toe zo zijn. Wat zal het vreselijk zijn, de Heeré buiten Chrigtus te ontmoeten, maar wat kan er intussen een schade zijn aangericHt in het leven van anderen. Maar als het ernst is, zal er maar één bede overblijven: dat het door Gods gena de waarheid in het binnenste mag zijn. En zo wordt gesproken: in eenvoudige bewoordingen, maar tevens in diepe ver wondering over de genade des Heeren. Dan mag het wel eens doorleefd wordea* „Gij hebt mijn ziel, op haar gebed, ver hoord, gered, haar kracht gegeven". Dat is het verslag. Wat doet de Heere? Aan zulk een doemschuldig Adamskind schenkt Hij genade, die Zijn Zoon ver worven heeft, hij openbaart het „Ik heb u getrokken met koorden van goedertieren heid. Ik heb u liefgehad met een eeuwige Uefde". Dat neemt niet weg, dat er ook tijden van geestelijke doodsheid zijn. Dan is de mond gesloten. Maar wat zal dat tot smart zijn. Dan drijft het uit tot de Heere, opdat Hij de vernieuwende genade weer schen ken zal. Komt ik zal vertellen, wat God gedaan heeft! Weten we, zo te spreken? Begeren, we zo te luisteren? In de kennis aan 's Heeren genade? Hunkerend en zuchtend, uitziend naar de vertroostingen Israels? Zo gaat Gods werk voort Hoort wat God gedaan heeft. Hij heeft alles gedaan. En ik niets! Althans niets, wat de Heere kan behagen. Daarentegen alleen maar gezondigd! Maar de genade Gods wordt verheerlijkt in de rechtvaar diging van de goddeloze. O, dan is de rijkdom van Gods ontferming té groot pm begrepen te worden door het verstand. Dan blijft er een stamelen -in verwonde ring - over. maar dat stamelen zal over gaan in de heldere lofzang, wanneer allen, die God vrezen, zullen zijn ingegaan in dé eeuwige heerlijkheid. Dan zullen zij Gods wonderwerken vertellen - zonder ophou den. Daarom weerklinkt hier de roep: en spreekt met aandacht en ontzag van Zijne wond'ren dag aan dag". Hardinxveld-Giessendam Ds. W. Arkeraats THOLEN Diensten Herv. Gemeenten op zondag 16 augustus THOLEN 9.30 en 18.30 uur ds. L. WiUlschleger, HA en Dankz. POORTVLIET 10 en 18.00 uur ds. Tj. de Jong. SCHERPENISSE 9.30 en 14.30 uur ds. D. Budding. ST. MAARTENSDIJK 9.30 en 14.30 uur ds. J. van Loon. STAVENISSE 10 en 18.00 uur ds. Th. v. d. Heijden. ST. ANNALAND 10 en 18.00 uur ds. B. van Donkershoek. OUD VOSSEMEER10 en 18.30 uur hr. L. V. Driel, Nw. Lekkerland. ST. PHILIPSLAND 9.30 en 14.30 uur ds. A. Cysouw, n.m. H.D. ren. Het belang van voedingsvezels wordt de laatste jaren weer ingezien, nu bijvoor beeld uit vergelijkende onderzoekingen is gebleken, dat er een verband bestaat tus sen het eten van vezelrijk voedsel en het ontbreken van civilisatieziekten, zoals darmziekten en aambeien. Bevolkings groepen die plantaardig voedsel met veel voedingsvezels eten (bijvoorbeeld in Azië Afrika en Zuid-Amerika) hebben aan zienlijk minder last van zulke kwalen dan Westerse bevolkingsgroepen die door hun „geciviliseerde" eetgewoonten veel min der van die vezels binnen krijgen. Knackebröd spant ook wat voedingsve zels betreft de kroon. Honderd gram Verkade Wasa Boerén- bruin bevat 11,7% voedingsvezel, terwijl „zacht" volkorenbrood 8,5% bevat Ge woon bruin brood bevat 5,1% voedings vezel, en wit brood komt niet hoger dan 2,7%. In deze periode van het jaar, waarin aandacht wordt gevraagd voor gezond- heidsakties onder het motto „Nederland Oké", is het goed om stil te staan bij de dingen die onze konditie beïnvloeden. Om eens te letten op hoeveel we roken, op ons drankgebruik, om eens wat meet U- chaamsbeweging te zoeken en eens wat aan ons gewicht te doen. En ook om eens een beetje te letten op ons dagelijks brood. RUILVERKAVELING "FLAKKEE" KENNISGEVING GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZUID-HOLLAND Voor Gratis cotnputerogentest Hofdgksweg 12 - Ouddorp VERVOLGVERHAAL door INGRID LANG Vit het Zweeds vertaald door C. Ploos van Amstel-de Jong J. N. Voorhoeve Den Haag 23 Hij was in ieder geval een dronkaard en in alle mogelijke opzichten deugde hij niet Dat kon je wel aan het huis en de grond zien, toen de consul het buiten kocht van de Bank. Ik kwam uit een streek hier ver vandaan, en ik wist niets van de mensen en van deze plaats af. De Bank had de grond voor een paar jaar verhuurd, voordat de consul alles overnam". Per boog het hoofd en stond daarna op van tafel. „Stoor je maar niet aan Per als hij zo'n bui als vanavond heeft, hoor meiske**, zei Anna tegen Wiebeke toen ze alleen in de keuken waren achtergebleven. „Hij weet heus we! meer van allerlei dingen af, dan hij laat merken; maar hij is bang dat hij voor roddelaar wordt uitgemaakt". Wiebeke dacht dat het wel heel goed zou zijn als meer mensen diezelfde angst in zich hadden! „Het is waar, wat ik je zei, dat Gunnar Vium op Vang met Aletta Strang Romer hier op Eikesjö verloofd geweest is. Maar dat ging uit toen Eikesjö uit het geslacht verdween. Er waren er die meenden, dat hij verwacht had iets meer dan uitsluitend armoede als bruidsschat mee te krijgen, hoewel hij toch zelf rijk genoeg was!" „Ja, de mensen!" zei Wiebeke. Ze dacht aan de brief. „Het kan toch wel zijn, dat niet hij de verloving verbroken heeft..." Ze brak ha"ar zin plotseling af „Als freule Strang Romer nog leeft, hoe oud zou ze dan nu wel kunnen zijn?" vroeg ze na een poosje. Anne keek over haar bril op van het breiwerk, waarmee ze bezig was. „Ik denk, dat ze nu ongeveer vijftig is, en Gunnar Vium is in de herfst zestig ge worden. In hoeverre dat nu met deze geschiedenis samenhangt, weet ik niet, maar hij- is nooit getrouwd. Zijn moeder zorgde voor het huishouden, tot zij stierf en nu heeft hij een huishoudster!" ein digde ze. „Oude liefde roest niet", zei Wiebeke hardop. En dus wacht je nog steeds en ben je je belofte getrouw, edele Gunnar! dacht ze. Eikesjö sliep in de diepe duisternis van de Septemberavond; maar Wiebeke zat bij het open venster in haar werkkamer en staarde naar de sterrenhemel. Haar gedachten waren eerst bij Kitten in Valamo geweest „Dezelfde sterren van deze herfstavond schijnen voor ons beiden", had ze ge schreven, „en dan zullen we aan elkaar denken en voor elkaar bidden...." die goeie, lieve Kitten! Haar gedachten gin gen over in een gebed. En in haar gebed legde ze ook haar nieuwe werk, Aletta Strang Romer en Gunnar Vium op Vang. Ze verbaasde zich eigenlijk over de warme liefde, die ze was gaan voelen voor deze twee vreemde mensen, waarvan ze het bestaan niet vermoed had en die ze nooit nog in haar leven gezien had. En iiadat ze geen woorden meer had voor haar gebed en haar ziel slechts stil rustte bij God, daalde er een zekerheid in haar, dat die een nieuwe taak van God was en een middel, dat hij gebruikte om haar van haar eigen zorgen en problemen los te maken. Een versregel schoot haar plot seling te binnen: Wil je de wonden van anderen genezen. Vergeet dan jezelf en je eigen smart". Maar tenslotte verdween al het andere voor de woorden in de brief van Aletta. Die bleven in haar heriimering bewaard als de ondertoon voor alle gebeurtenissen van die dag, en toen ze zich tenslotte aan de piano zette, en alles wat ze dacht en voelde op dat ogenblik tot uiting bracht in een preludium van Chopin, zongen die woorden door de accoorden en het rhyÜiT me heen: „Maar God was niet in de storm, niet in het onweer en niet in het vuur, maar in het suizen van de zachte stilte!" HOOFDSTUK 2 Toen Wiebeke de volgende morgen wakker werd in de blauwe kamer, die van haar jeugd af aan haar slaapkamer op Eikesjö was geweest, had ze een sterk feestelijk gevoel in zich. Het was precies zoals ze dat vroeger gevoeld had, toen ze klein was en wakker werd heel vroeg in de morgen op haar verjaardag of met kerst mis. De Septemberzon scheen door de ramen en tekende figuren van goud op de licht blauwe muren, terwijl een licht en koel morgenzuchtje de gordijnen zacht heen en weer bewoog. Vandaag is het niet mijn verjaardag en het is ook geen kerstmis", dacht ze, terwijl ze uit haar bed sprong en de fijsse morgen- lucht met lange teugen inademde. „Maar ik ga naar Gunnar Vium op Vang, en hij zal me iets vertellen over madame, en misschien ook wel over Aletta Strang Romer, als we teiuninste dat onderwerp aanroeren", dacht ze, terwijl ze zich aan kleedde. Het was eigenlijk veel gemakkelijker geweest, als ze niet alles te weten ge komen was, wat ze nu wist Ze zou voorzichtig moeten zijn mét haar woor den, als ze dat onderwerp gingen aan roeren, en ze wilde in geen geval onbe scheiden zijn en persoonlijke vragen stel len. Een paar uur na het ontbijt was ze op weg naar Vang. Het was een prachtige herfstochtend. Ze had zichzelf toegelachen in de spiegel, toen ze wegging; een slank, klein per soontje in een zwart-wit geruit mantel pakje met een witte vos over de schouders en een grote, donkere vilthoed. Nu lachte zp naar het stukje van Noorwegen dat voor haar in de herfstzon lag. De hemel was diep en blauw zonder een wolk. En tussen het groen kon je de eerste herfsttinten ontdekken, die glansden in rood en goud. Beneden in het dal lag Eikesjö zwart en glanzend. Langs de steile oevers en op alle landtongen, die ver in de zee iiitstaken tintelde het feestelijk vol groen en rood en goud. Aan de andere kant, tegen de helling, .ontdekte ze vaag de gebouwen van Vang. De weg erheen slingerde zich door goud bruine tarweakkers en grote havervelden, die slechts hier en daar tussen al het bruine nog wat onrijpe, blauw-groene plekken vertoonden. Toen ze dichterbij kwam, hoorde ze het geluid van een motor in de verte op haar af komen. Een bindmachine maaide zich een weg over de akkers, en wierp de koren- schoven in rijen achter zich. Een paaï kerels liepen er achter, tilden de schoven op en zetten ze in rijen. Het hoofdgebouw op Vang was precies als het hoofdgebouw op Eikesjö; een lang, wit-geschilderd gebouw, bestaande uit twee verdiepingen met veel glas-in-lood ramen en zwart-paimen daken. De trap voor het hoofdgebouw had drie treden aan twee kanten, die in het midden op een platform samenkwamen, afgezet door een zwart ijzeren hek. Dat liep langs de treden aan beide kanten. Aan de achterkant van het huis lag een groot terras met een eenvoudig houten rasterwerk. Daarvandaan voerde een brede trap naar een grintjpad in de tuin, waarlangs de herfstbloemen in allerlei tinten stonden te bloeien. Onder het takkengewirwar van een appelboom stonden een tuintafel en een pa^r banken. Achter de bijgebouwen aan de andere kant van het grasveld lagen pas-geplante boomgaarden, daarachter geweldige stukken land, aardappel- en koolvelden. Ver aan de horizon rezen de bergen, rug na rug. (wordt vervolgd) B®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®® brengen ter openbare kennis, dat zij voornemens zijn bij de voorlopige vaststelling als bedoeld in artikel 36, lid 2, van de Ruilverkavelingswet 1954, van het blok, het plan van wegen en waterlopen, het landschapsplan en de toewijzing aan openbare lichamen, van de ruilverkaveling "Flakkee", gelegen in de gemeenten Goedereede, Dirksland, Middelharnis en Oostflakkee, het op 11 maart 1981 ter inzage gelegde plan op grond van de daartegen ingediende bezwaren op enige punten te wijzigen. Een lijst van de voorgenomen wijzigingen en een kaart, waarop deze wijzigingen zijn aangegeven, zullen vanaf 17 augustus 1981 tot 1 september 1981 vooreen iederter kosteloze inzage liggen ter secretarie van de vorengenoemde gemeenten. Belanghebbenden kunnen hun eventuele bezwaren tegen het voorlopig gewijzigde plan desverlangd schriftelijk of mondeling kenbaar maken aan hun college. De leden van hun college, de heren J. Nooriand en drs. J. Borgman, zullen daartoe tezamen met leden van de vaste commissies van advies en bijstand voor agrarische aangelegenheden en voor recreatie, natuurbescherming en landschapszorg uit provinciale staten, zitting houden op 25 september 1981 in het Verenigingsgebouw 't Centrum, Van Weelstraat 10 te Ooitgensplaat. Onder belanghebbenden wordt verstaan: a. zij, die vóór 14 april 1981 ingevolge artikel 36, lid 1van de Ruilverkavelingswet 1954 bezwaren hebben ingediend bij hun college tegen het op 11 maart 1981 ter inzage gelegde plan en zich niet kunnen verenigen met het voorlopig gewijzigde plan; b. zij, die geen bezwaren als bedoeld onder a hebben ingediend, doch bezwaren hebben tegen een of meer van de voorgenomen planwijzigingen. Indien belanghebbenden of hun vertegenwoordigers tijdens de vorenbedoelde zitting het woord wensen te voeren, dienen zij hun college daan/an vóór 3 septem ber 1981 schriftelijk (Koningskade 12596 AA 's-Gravenhage) of telefonisch (tel. 070-264111tst. 2365 of 2366) in kennis te stellen. Zij ontvangen daarna bericht op welk tijdstip zij kunnen worden gehoord. Belanghebbenden worden voorts verzocht hun eventuele schriftelijke bezwaren als vorenbedoeld eveneens vóór 3 september 1981 bij hun college in te dienen. 's-Gravenhage, 30 juni 1981. Gedeputeerde staten voornoemd, M. Vrolijk, voorzitter, J. de Vries, griffier. naar ^^.^.^.^.^.^.^.^.^.^.^^.^.^.^.^.^.^.^.^.^.^.^.^.^.^.^.^.^^.^^^.^.^.^.^.^.^.^■^■^■^.^.^■^■^■4■^■^■^■^■^■^■^■^■*^■4■^■4■^■'^^■*>^^

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1981 | | pagina 5