EIUVriDEII-IIIEUWS
VOLKOREN:
JVat is dat
eigenlijk?
Overdenking'
Wiebeke Reimers
BRILLEN
BERGMANS-OPTIEK
2e blad
VRUDAG M AtJQUSTUS 1981
No. 5017
»:^^?:^5
Deze vraag- en antwoord-rubriek staat
geheel ten dienste van de lezer die er
kosteloos gebruik van kan maken. Uw
vragen op velerlei gebied kunt u sturen
aan: Redactie Eilanden-nieuws, Post
bus 8, Middelharnis, met in de linker
bovenhoek „Vragen-rubriek" vermeld.
De vragen worden door deskundigen
beantwoord en zullen binnen enkele
weken na de inzending compleet met
antwoord in deze rubriek worden .ge
publiceerd.
HAAR OVER
Wat is volgens u de beste methode om
overtollig haar te verwijderen? Ik heb
meer last van haargroei op armen en
benen dan andere meisjes van mijn leef
tijd.
Antwoord: Gezien die laatste zin is het
noodzakelijk, dat u éérst uw huisarts raad
pleegt Die kan de oorzaak van die sterke
haargroei vaststellen en misschien tegen
maatregelen voorschrijven. Het is niet
verstandig alle haren met die lady-shavé
te lijf te gaan. Voor gelaat, kin, hals enz. is
ook elektrische epilatie of een harsbehan
deling mogelijk. Op de romp, armen en
benen kunt u ontharingshars of ontha-
rings-crême gebruiken, maar met crèmes
moet u voorzichtig zijn, daaru hiervoor
allergisch kunt zijn of worden.
BOTSAUTO'S
Buurman A haalt zijn auto uit de box
naast mijn tuin en raakt (Jaarbij mijn, voor
mijn tuinhek geparkeerde, wagen. Die
gaat door deze aanraking rijden en botst
tegen de volgende auto van buurman B.
Wie moet nu de schade aan deze drie
auto's betalen? A geeft mij de schuld.
Antwoord: Buurman A reed tegen een
stilstaande auto op en is in rechte verant
woordelijk voor de schade aan zijn eigen
auto en die aan die zijde van uw auto.
Maar u had uw wagen blijkbaar niet op de
handrem staan, zodat u kunt worden aan
gesproken voor de schade aan de auto van
buurman B en door de verzekering aan
sprakelijk kunt worden gesteld voor de
schade aan die zijde van uw eigen voer
tuig. Wat A zegt over verkeerd parkeren
doet hier niet ter zake. Dat uw auto
verkeerd om stond, is niet de oorzaak van
de aanrijding, maar onbelangrijke bijkom
stigheid die niet meetelt bij de beoordeling
van de schaderegeling. U kunt gerust A
aansprakelijk stellen voor de schade aan
uw auto en aanbieden gezamenlijk met
hem de reparatie vanB's wagen te vergoe
den.
J«^
ZWART GRILLEN
Sinds ik mijn vlees grill, beweren kennis
sen dat die manier van roosteren kanker
verwekkend is. Is dat waar?
Antwoord: Het hangt er maar van af,
wat u van dat geroosterde vlees opeet' Het
risico bij barbecue's en grillen is namelijk,
dat elke aanzittende ook stukjes aange
brand en verbrand vlees mee naar binnen
krijgt Onder de zwarte,randen vind je
namelijk teer en daarin komt blijkens de
onderzoekingen de kankerverwekkende
stof ..3-4-benzpyreen" voor. Als u alle
verbrande delen van het vlees afsnijdt,
vermijdt u dat risico. Die zelfde stof komt
overigens ook voor in gerookt en ge
schroeid vlees en o.a. in sigarettenrook.
De hoeveelheden zijn gelukkig gering. Het
urenlang in een file staan is feitelijk veel
gevaarlijker, want in de uitiaatgassen van
auto's komt veel méér benzpireen voor!
Volgens deskundigen loopt de mens ech
ter geen kankergezwel op van één enkele
stof, maar door een combinatie van aller
lei factoren. Rokers, die toch al een be
kend risico op zich nemen, moeten dus
extra uitkijken.
TELLENDE ROMEINEN
Hoe kwamen de Romeinen ertoe om een
V te schrijven voer 5 en een X voor 10?
Antwoord: Doordat ze begonnen te tur
ven, zoals wij wel eens doen als we op
papier bijhouden hoeveel stuks we tellen.
Zij zetten dan rechtopstaande streepjes en
dat werd hun cijfer 1later geschreven (en
in steen gebeiteld) als de letter I. Wij
kruisen (nu) vier streepjes door als we de
vijfde tel aanstrepen en zij maakten bij de
tiende tel een kruis. Dat werd de X. Toen
ze later inplaats van vijf I'tjes een enkel
teken kozen voor het getal vijf, namen ze
een halve X als helft van de tien en dat
werd hun V. Daarna ontstonden IV en VI
voor 4 en 6, omdat ze afspraken dat een
streep vóór een grotere eenheid moest
worden afgetrokken en een streep erachter
daarbij moest worden opgeteld.
1 AANGEBODEN: 1
Japans UIENZAAD
,,Senshyu Yellow"
„Imai"
C. REMUS Handelmij.
DINTELOO RD
Tel. 01672-2654-2510-
2772 -2466
Bevestiging en intrede
ds. C. G. Geluk
tot Predikant-D irekteur
van de HGJB
Per 1 juü j.l. trad in dienst van de
Hervorm-Gereformeerde Jeugdbenden
(HGJB) ds. C. G. Geluk, voorheen predi
kant te Giessenburg.
Ds. Geluk werd door de Generale Syno
de van de Nederlandse Hervormde Kerk
beroepen tot predikant voor buitengewo
ne werkzaaniheden, verbonden aan de
kerk in haar geheel, belast met de arbeid
als predikant-direkteur van de HGJB.
Op D.V. vrijdag 4 september 1981 zal
een kerkdienst worden gehouden, waarin
de bevestiging zal plaatsvinden.
Deze dienst is in de Jacobikerk, St.
Jacobsstraat 31 (nabij het Vredenburg) te
Utrecht Aanvang: 19.30 uur.
De bevestiging zal geschieden door ds. J.
de Vreugd, voorzitter van het Centraal
Bestuur van de HGJB. na de bevestiging
zal ds. Geluk met een korte prediking zijn
nieuwe taak an vaarden. Na afloop van de
dienst is er gelegenheid om met ds. en
mevr. Geluk kennis te maken en een kopje
koffie te drinken.
Het is de bedoeling dat de nieuwe predi
kant-direkteur zich met name gaat bezig
houden met de theologische aspekten van
het jeugdwerk. Op deze wijze zal hij
samen met de heer A. J. Terlouw, die
vorig jaar tot koördinerend direkteur werd
benoemd, leiding geven aan het geheel
van het werk van de HGJB.
Het Centraal Bestuur van de HGJB
nodigt allen die bij het kerkeUjk jeugdwerk
betrokken zijn hartelijk uit deze dienst bij
te wonen. Gedacht wordt daarbij niet
alleen aan jongeren en leidinggevenden,
maar ook aan predikanten, kerkeraden,
jeugdraden en gemeenteleden.
Als het goed is, dan is immers jeugdwerk
een zaak van de gehele gemeente.
Van jongeren en ouderen samen!
Tegelijkertijd is dit een prachtige gele
genheid voor allen die bij dit werk betrok
ken zijn om samen het nieuwe jeugdwerk
seizoen te beginnen, geïnspireerd vanuit
het Woord van God!
|Uw huis verkopen
TAMBOER
Graan is een belangrijk voedingsmiddel
voor mensen. Graankorrels - de zaden
waaruit weer nieuw koren moet kunnen
groeien - zijn rijk aan allerlei voedings
stoffen die wij nodig hebben om ons prettig
te voelen en om in konditie te blijven. Die
voedingsstoffen - zoals B-vitaminen en
mineralen als fosfor en ijzer - bevinden
zich met name in de buitenste lagen en in
de kiem van de korrel.
Vreemd genoeg is het lange tijd gewoonte
geweest, om juist die buitenste lagen niet
te gebruiken, en alleen de door het hel-
derwitte „meellichaam" geleverde
„bloem" te consumeren.
Nu de mensen zich meer gain interesse
ren voor de voeding in hun voedsel, begiet
de hele graankorrel weer in de belangstel
ling te komen. Wij gaan weer het volle
koren eten.
Graan moet eerst bewerkt worden, wil
len wij het kunnen gebruiken. Het moet
worden gemalen of minstens geplet om het i
binnenste zetmeel los te maken, het meel
waarmee wij pap kunnen koken en brood
kunnen bakken.
Vroeger werd graan tussen molenstenen
gemalen, en alles wat er in het maalsel zat
- niet alleen het witte meel uit het binnen
ste van de korrels, maar ook het schilletje
en de kiem- bleef erin. Zulk meel was rijk
aan de hoogwaardige eiwitten die zich in
de buitenste lagen van de korrels bevin
den, rijk aan vitaminen en mineralen. Met
het voortschrijden der techniek werd het
mogelijk het meel steeds fijner „uit te
malen" en te zeven, waardoor tenslotte
een uiterst fijn en helderwit meel,
„bloem", overbleef hoe fijner het meel,
hoe fijner het gebak en ho^» witter het
brood. Wit brood werd een teken van
welvaart en luxe, en tegelijk met de uitge-
zeefde vezelachtige resten werden de be
langrijkste voedingsstoffen (èn de voor
spijsvertering en darmwerking eigenlijk
onontbeerlijke voedingsvezels) voortaan
aan het vee gegeven.
Knackebröd
De laatste tijd wordt het steeds meer
mensen duidelijk, dat zij het paard achter
de wagen spannen door alleen het (welis
waar energieverschaffende) witte meel te
eten, terwijl zij de waardevolle andere
delen van het graan versmaden. Daarom
wordt er nu steeds meer „vol-koren"
gegeten. Zoals voloren broodsoorten, die
gebakken zijn van meel dat alles wat de
oorspronkelijke korrel biedt nog bevat
Knackebröd is zo'n broodsoort Vijf
honderd jaar geleden werd het door
Zweedse boerinnen voor het eerst gebak
ken, natuurlijk uit volkorenmeel. Het
graan was rogge, en het is door de eeuwen
heen altijd volkoren gebleven.
Knackebröd - nu voornamelijk afkom
stig uit de Wasa-fabrieken in Zweden en
Duitsland - wordt nu in een groot aantal
variaties gebakken uit volkoren roggemeel
en volkoren tarwemeel. Ook vier van de
vijf variaties, die in Nederland op de
markt worden gebracht onder de naam
Verkade Wasa, worden in lange ovens
gebakken van dagelijks versgemalen vol
koren meel uit de eigen maalderij.
Puur volkoren
Het stevige en smakelijke knackebröd is
gebakken van puur volkorenmeel, waar
aan slechts water, zout en gist zijn toege
voegd. „Zacht" volkorenbrood moet om
baktechnische redenen nog een percenta
ge fijner uitgemalen meel bevatten.
Knackebröd biedt daarom in verhouding
tot andere broodsoorten de meeste „vol
koren" voedingsstoffen per 100 gram. Zo
bevat iedere honderd gram knackebröd
circa 70 koolhydraten (energiever-
schaffers), 11-14% eiwitten, 1,5-2,1%
kiemoUën (die meervoudig onverzadigde
vetzuren en belangrijke vitamines als BI,
B2, B6 en A en E leveren.
Knackebröd neemt bovendien een aparte
plaats in als leverancier van mineralen en
sporenelementen.
Voedingsvezels
Volkoren eten betekent ook: voedings
vezels eten. De onverteerbare bestandde
len van de graankorrel en die van groenten
en fruit die het transport van het voedsel
dqor de spijsverteringsorganen bevorde-
van de
Heilige Schrift
„komt, hoort toe, o allen, gij die God
vreest, en ik zal vertellen, wat Hij aan
mijn ziel gedaan heeft".
(Psalm 66:16)
De Psalmist is er vol van! Waarvan? Van
wat God aan zijn ziel gedaan heeft
We lezen dat in het vers, dat op het 16e
vers van deze Psalm volgt En nu is hij er
zo vol van, dat hij allen, die God vrezen,
erbij roept, om zijn verslag te horen, het is
dan ook, om heilig jaloers op te worden.
Want die man heeft dingen te vertellen,
die vreugde en vrede schenken voorde tijd Zo worden ze geroepen:
en de eeuwigheid.
Het is een Gode-verheerlijkende belij
denis.
Het valt ons op, dat de Psahnist spreekt
tot hen, die God vrezen. Dat zou ons op
het eerste gezicht kunnen verwonderen.
Er zou een gedachte in ons hart kuimen
opkomen in deze zin: zou hij niet beter tot
de onbekeerde mens kunnen spreken, om
hem te waarschuwen? Maar als we dat
denken, verstaan we deze tekstwoorden
toch verkeerd. Vanzelfsprekend mag het
Woord des Heeren uitgaan tot allen. Dat
wordt niet uitgesloten. Deze zelfde Psal
mist roept zelfs heel de aarde op, om God
groot te maken.
Maar er kan en mag ook een tijd zijn, dat
de begeerte bestaat, eens te mogen spre-'
ken met en tot hen, die óók weten, wat de
Heere in^hun leven gedaan heeft
het is immers niet te doen, altijd tegen
eeii muiu- te spreken. Zo wordt ook de
begeerte gevonden, eens van hart tot hart
te mogen spreken over de weldaden, die
God heeft bewezen. En de mens, die God
in zijn leven niet heeft leren kennen, zal er
ook niets van verstaan, wanneer de Psal
mist er eens wat dieper op in gaat hij zal er
soms zelfs smalend tegenover staan. Het
is van tijd tot tijd echt nodig om bij het
getuigenis aangaande Gods genade weer
klank te vinden bij hen, die het mogen
bijvallen. Dan kan er temeer sterkte zijn, o
anderen in ernst, bewogenheid en liefde
aan te spreken met betrekking tot de
noodzaak, tot God bekeerd te worden
door het werk van Christus.
Intussen mogen we da^ Woord: „die God
vrezen" wel zo breed mogelijk opvatten.
Hier worden niet alleen zij bedoeld, die
helder en welomschreven kuimen weerge
ven, hoe zij in Christus gerechtvaardigd
zijn. Want dan zouden arme, zoekende
zondaren teruggeduwd worden. Dan zou
den dezen denken, dat het voor hun toch
niet mogelijk is, om zalig te worden. Nee,
laat ze maar luisteren! En dan niet, om nog
meer terneergeslagen weg te gaan. maar
pm te bemerken, dat er nog werken Gods
plaatsvinden. Dan kunnen ze moed schep
pen bij het zien van de openbaring van
Gods genade. Zo worde het aan de onder
de last van hun schuld verkerende zondaar
gezegd: „De Heere is genadig, barmhar
tig, lankmoedig en groot van goedertie
renheid".
zij, die God
vrezen. Komen ze dan allemaal direct?
Welnee. Want ook onder Gods kinderen
bestaat menigmaal dorheid en matheid.
Dan hebben ze helemal geen zin, om te
komen en te luisteren. Dat zal dan later
wel tot schuld worden, maar het kan ook
anders zijn. Het is vaak de verzuchting,
dat het zo stil is om ons heen. En als er dan
een roep weerklinkt dat God Zijn genade
verheerlijkte, mag er dan geen haast bij
wezen om te horen?
De Psalmist vertelt, wat God aan zijn
ziel gedaan heeft. Hij zet dus niet zichzelf
op een voetstuk. Hij zet Gods werk in het
midden. En daar gaat het nu om. Dat is het
goud van de bevinding van Gods kinde
ren. Uit de volheid van het hart, uit de
persoonlijke beleving te mogen spreken
over wat God heeft willen doen. Maar wat
komt het dan teer te Uggen. Want zelfs in
het leven van Gods kinderen kan de
verleiding groot zijn, zichzelf te prediken.
En dan wordt God er niet in groot ge
maakt Zeker, dan zullen ze op een gege
ven ogenbhk de Heere erin tegen krijgen.
De Heere brengt Zijn kinderen wel eens in
het donker, om hen te leren, dat zij tot in
het kleinste toe afhankelijk zijn van de
leiding en het onderwijs van de Heilige
Geest
Het gevaar bestaat zelfs, dat een mens
zonder genade, zonder kennis aan 's Hee
ren wegen, gaat spreken. Dan zegt hij
zulke tekstwoorden na. Zulk een schijn-
Christen kan het ver brengen. Hij kan zelfs
door anderen op handen gedragen wor
den. Waar de natuurlijke mens zich al niet
mee bezig houdt! En het is vreselijk,
wanneer zij openbaar komen. Soms in dit
leven al, Dan vervallen zij van hun ver
meende Gods-vrucht in een werelds, zelfs
goddeloos bestaan, maar zij kunnen zelfs
tot hun dood toe zo zijn. Wat zal het
vreselijk zijn, de Heeré buiten Chrigtus te
ontmoeten, maar wat kan er intussen een
schade zijn aangericHt in het leven van
anderen.
Maar als het ernst is, zal er maar één
bede overblijven: dat het door Gods gena
de waarheid in het binnenste mag zijn.
En zo wordt gesproken: in eenvoudige
bewoordingen, maar tevens in diepe ver
wondering over de genade des Heeren.
Dan mag het wel eens doorleefd wordea*
„Gij hebt mijn ziel, op haar gebed, ver
hoord, gered, haar kracht gegeven".
Dat is het verslag. Wat doet de Heere?
Aan zulk een doemschuldig Adamskind
schenkt Hij genade, die Zijn Zoon ver
worven heeft, hij openbaart het „Ik heb u
getrokken met koorden van goedertieren
heid. Ik heb u liefgehad met een eeuwige
Uefde".
Dat neemt niet weg, dat er ook tijden van
geestelijke doodsheid zijn. Dan is de
mond gesloten. Maar wat zal dat tot smart
zijn. Dan drijft het uit tot de Heere, opdat
Hij de vernieuwende genade weer schen
ken zal.
Komt ik zal vertellen, wat God gedaan
heeft! Weten we, zo te spreken? Begeren,
we zo te luisteren? In de kennis aan 's
Heeren genade? Hunkerend en zuchtend,
uitziend naar de vertroostingen Israels?
Zo gaat Gods werk voort
Hoort wat God gedaan heeft. Hij heeft
alles gedaan. En ik niets! Althans niets,
wat de Heere kan behagen. Daarentegen
alleen maar gezondigd! Maar de genade
Gods wordt verheerlijkt in de rechtvaar
diging van de goddeloze. O, dan is de
rijkdom van Gods ontferming té groot pm
begrepen te worden door het verstand.
Dan blijft er een stamelen -in verwonde
ring - over. maar dat stamelen zal over
gaan in de heldere lofzang, wanneer allen,
die God vrezen, zullen zijn ingegaan in dé
eeuwige heerlijkheid. Dan zullen zij Gods
wonderwerken vertellen - zonder ophou
den. Daarom weerklinkt hier de roep:
en spreekt met aandacht en ontzag van
Zijne wond'ren dag aan dag".
Hardinxveld-Giessendam
Ds. W. Arkeraats
THOLEN
Diensten Herv. Gemeenten
op zondag 16 augustus
THOLEN 9.30 en 18.30 uur ds. L.
WiUlschleger, HA en Dankz.
POORTVLIET 10 en 18.00 uur ds. Tj.
de Jong.
SCHERPENISSE 9.30 en 14.30 uur ds.
D. Budding.
ST. MAARTENSDIJK 9.30 en 14.30
uur ds. J. van Loon.
STAVENISSE 10 en 18.00 uur ds. Th. v.
d. Heijden.
ST. ANNALAND 10 en 18.00 uur ds. B.
van Donkershoek.
OUD VOSSEMEER10 en 18.30 uur hr.
L. V. Driel, Nw. Lekkerland.
ST. PHILIPSLAND 9.30 en 14.30 uur
ds. A. Cysouw, n.m. H.D.
ren. Het belang van voedingsvezels wordt
de laatste jaren weer ingezien, nu bijvoor
beeld uit vergelijkende onderzoekingen is
gebleken, dat er een verband bestaat tus
sen het eten van vezelrijk voedsel en het
ontbreken van civilisatieziekten, zoals
darmziekten en aambeien. Bevolkings
groepen die plantaardig voedsel met veel
voedingsvezels eten (bijvoorbeeld in Azië
Afrika en Zuid-Amerika) hebben aan
zienlijk minder last van zulke kwalen dan
Westerse bevolkingsgroepen die door hun
„geciviliseerde" eetgewoonten veel min
der van die vezels binnen krijgen.
Knackebröd spant ook wat voedingsve
zels betreft de kroon.
Honderd gram Verkade Wasa Boerén-
bruin bevat 11,7% voedingsvezel, terwijl
„zacht" volkorenbrood 8,5% bevat Ge
woon bruin brood bevat 5,1% voedings
vezel, en wit brood komt niet hoger dan
2,7%.
In deze periode van het jaar, waarin
aandacht wordt gevraagd voor gezond-
heidsakties onder het motto „Nederland
Oké", is het goed om stil te staan bij de
dingen die onze konditie beïnvloeden. Om
eens te letten op hoeveel we roken, op ons
drankgebruik, om eens wat meet U-
chaamsbeweging te zoeken en eens wat
aan ons gewicht te doen. En ook om eens
een beetje te letten op ons dagelijks brood.
RUILVERKAVELING "FLAKKEE"
KENNISGEVING
GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZUID-HOLLAND
Voor
Gratis cotnputerogentest
Hofdgksweg 12 - Ouddorp
VERVOLGVERHAAL
door INGRID LANG
Vit het Zweeds vertaald door
C. Ploos van Amstel-de Jong
J. N. Voorhoeve Den Haag
23
Hij was in ieder geval een dronkaard en
in alle mogelijke opzichten deugde hij niet
Dat kon je wel aan het huis en de grond
zien, toen de consul het buiten kocht van
de Bank. Ik kwam uit een streek hier ver
vandaan, en ik wist niets van de mensen en
van deze plaats af. De Bank had de grond
voor een paar jaar verhuurd, voordat de
consul alles overnam". Per boog het
hoofd en stond daarna op van tafel.
„Stoor je maar niet aan Per als hij zo'n
bui als vanavond heeft, hoor meiske**, zei
Anna tegen Wiebeke toen ze alleen in de
keuken waren achtergebleven. „Hij weet
heus we! meer van allerlei dingen af, dan
hij laat merken; maar hij is bang dat hij
voor roddelaar wordt uitgemaakt".
Wiebeke dacht dat het wel heel goed zou
zijn als meer mensen diezelfde angst in
zich hadden!
„Het is waar, wat ik je zei, dat Gunnar
Vium op Vang met Aletta Strang Romer
hier op Eikesjö verloofd geweest is. Maar
dat ging uit toen Eikesjö uit het geslacht
verdween. Er waren er die meenden, dat
hij verwacht had iets meer dan uitsluitend
armoede als bruidsschat mee te krijgen,
hoewel hij toch zelf rijk genoeg was!"
„Ja, de mensen!" zei Wiebeke. Ze dacht
aan de brief. „Het kan toch wel zijn, dat
niet hij de verloving verbroken heeft..."
Ze brak ha"ar zin plotseling af „Als freule
Strang Romer nog leeft, hoe oud zou ze
dan nu wel kunnen zijn?" vroeg ze na een
poosje.
Anne keek over haar bril op van het
breiwerk, waarmee ze bezig was. „Ik
denk, dat ze nu ongeveer vijftig is, en
Gunnar Vium is in de herfst zestig ge
worden. In hoeverre dat nu met deze
geschiedenis samenhangt, weet ik niet,
maar hij- is nooit getrouwd. Zijn moeder
zorgde voor het huishouden, tot zij stierf
en nu heeft hij een huishoudster!" ein
digde ze.
„Oude liefde roest niet", zei Wiebeke
hardop. En dus wacht je nog steeds en ben
je je belofte getrouw, edele Gunnar! dacht
ze.
Eikesjö sliep in de diepe duisternis van
de Septemberavond; maar Wiebeke zat
bij het open venster in haar werkkamer en
staarde naar de sterrenhemel.
Haar gedachten waren eerst bij Kitten in
Valamo geweest
„Dezelfde sterren van deze herfstavond
schijnen voor ons beiden", had ze ge
schreven, „en dan zullen we aan elkaar
denken en voor elkaar bidden...." die
goeie, lieve Kitten! Haar gedachten gin
gen over in een gebed. En in haar gebed
legde ze ook haar nieuwe werk, Aletta
Strang Romer en Gunnar Vium op Vang.
Ze verbaasde zich eigenlijk over de
warme liefde, die ze was gaan voelen voor
deze twee vreemde mensen, waarvan ze
het bestaan niet vermoed had en die ze
nooit nog in haar leven gezien had.
En iiadat ze geen woorden meer had voor
haar gebed en haar ziel slechts stil rustte
bij God, daalde er een zekerheid in haar,
dat die een nieuwe taak van God was en
een middel, dat hij gebruikte om haar van
haar eigen zorgen en problemen los te
maken. Een versregel schoot haar plot
seling te binnen:
Wil je de wonden van anderen genezen.
Vergeet dan jezelf en je eigen smart".
Maar tenslotte verdween al het andere
voor de woorden in de brief van Aletta.
Die bleven in haar heriimering bewaard
als de ondertoon voor alle gebeurtenissen
van die dag, en toen ze zich tenslotte aan
de piano zette, en alles wat ze dacht en
voelde op dat ogenblik tot uiting bracht in
een preludium van Chopin, zongen die
woorden door de accoorden en het rhyÜiT
me heen: „Maar God was niet in de storm,
niet in het onweer en niet in het vuur, maar
in het suizen van de zachte stilte!"
HOOFDSTUK 2
Toen Wiebeke de volgende morgen
wakker werd in de blauwe kamer, die van
haar jeugd af aan haar slaapkamer op
Eikesjö was geweest, had ze een sterk
feestelijk gevoel in zich. Het was precies
zoals ze dat vroeger gevoeld had, toen ze
klein was en wakker werd heel vroeg in de
morgen op haar verjaardag of met kerst
mis.
De Septemberzon scheen door de ramen
en tekende figuren van goud op de licht
blauwe muren, terwijl een licht en koel
morgenzuchtje de gordijnen zacht heen en
weer bewoog.
Vandaag is het niet mijn verjaardag en
het is ook geen kerstmis", dacht ze, terwijl
ze uit haar bed sprong en de fijsse morgen-
lucht met lange teugen inademde. „Maar
ik ga naar Gunnar Vium op Vang, en hij
zal me iets vertellen over madame, en
misschien ook wel over Aletta Strang
Romer, als we teiuninste dat onderwerp
aanroeren", dacht ze, terwijl ze zich aan
kleedde.
Het was eigenlijk veel gemakkelijker
geweest, als ze niet alles te weten ge
komen was, wat ze nu wist Ze zou
voorzichtig moeten zijn mét haar woor
den, als ze dat onderwerp gingen aan
roeren, en ze wilde in geen geval onbe
scheiden zijn en persoonlijke vragen stel
len.
Een paar uur na het ontbijt was ze op weg
naar Vang.
Het was een prachtige herfstochtend. Ze
had zichzelf toegelachen in de spiegel,
toen ze wegging; een slank, klein per
soontje in een zwart-wit geruit mantel
pakje met een witte vos over de schouders
en een grote, donkere vilthoed. Nu lachte
zp naar het stukje van Noorwegen dat voor
haar in de herfstzon lag.
De hemel was diep en blauw zonder een
wolk.
En tussen het groen kon je de eerste
herfsttinten ontdekken, die glansden in
rood en goud.
Beneden in het dal lag Eikesjö zwart en
glanzend. Langs de steile oevers en op alle
landtongen, die ver in de zee iiitstaken
tintelde het feestelijk vol groen en rood en
goud.
Aan de andere kant, tegen de helling,
.ontdekte ze vaag de gebouwen van Vang.
De weg erheen slingerde zich door goud
bruine tarweakkers en grote havervelden,
die slechts hier en daar tussen al het bruine
nog wat onrijpe, blauw-groene plekken
vertoonden.
Toen ze dichterbij kwam, hoorde ze het
geluid van een motor in de verte op haar af
komen. Een bindmachine maaide zich een
weg over de akkers, en wierp de koren-
schoven in rijen achter zich. Een paaï
kerels liepen er achter, tilden de schoven
op en zetten ze in rijen.
Het hoofdgebouw op Vang was precies
als het hoofdgebouw op Eikesjö; een lang,
wit-geschilderd gebouw, bestaande uit
twee verdiepingen met veel glas-in-lood
ramen en zwart-paimen daken. De trap
voor het hoofdgebouw had drie treden aan
twee kanten, die in het midden op een
platform samenkwamen, afgezet door een
zwart ijzeren hek. Dat liep langs de treden
aan beide kanten.
Aan de achterkant van het huis lag een
groot terras met een eenvoudig houten
rasterwerk. Daarvandaan voerde een
brede trap naar een grintjpad in de tuin,
waarlangs de herfstbloemen in allerlei
tinten stonden te bloeien.
Onder het takkengewirwar van een
appelboom stonden een tuintafel en een
pa^r banken.
Achter de bijgebouwen aan de andere
kant van het grasveld lagen pas-geplante
boomgaarden, daarachter geweldige
stukken land, aardappel- en koolvelden.
Ver aan de horizon rezen de bergen, rug na
rug.
(wordt vervolgd)
B®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®
brengen ter openbare kennis, dat zij voornemens zijn bij de voorlopige vaststelling
als bedoeld in artikel 36, lid 2, van de Ruilverkavelingswet 1954, van het blok, het
plan van wegen en waterlopen, het landschapsplan en de toewijzing aan openbare
lichamen, van de ruilverkaveling "Flakkee", gelegen in de gemeenten Goedereede,
Dirksland, Middelharnis en Oostflakkee, het op 11 maart 1981 ter inzage gelegde
plan op grond van de daartegen ingediende bezwaren op enige punten te wijzigen.
Een lijst van de voorgenomen wijzigingen en een kaart, waarop deze wijzigingen zijn
aangegeven, zullen vanaf 17 augustus 1981 tot 1 september 1981 vooreen iederter
kosteloze inzage liggen ter secretarie van de vorengenoemde gemeenten.
Belanghebbenden kunnen hun eventuele bezwaren tegen het voorlopig gewijzigde
plan desverlangd schriftelijk of mondeling kenbaar maken aan hun college.
De leden van hun college, de heren J. Nooriand en drs. J. Borgman, zullen daartoe
tezamen met leden van de vaste commissies van advies en bijstand voor agrarische
aangelegenheden en voor recreatie, natuurbescherming en landschapszorg uit
provinciale staten, zitting houden op 25 september 1981 in het Verenigingsgebouw
't Centrum, Van Weelstraat 10 te Ooitgensplaat.
Onder belanghebbenden wordt verstaan:
a. zij, die vóór 14 april 1981 ingevolge artikel 36, lid 1van de Ruilverkavelingswet
1954 bezwaren hebben ingediend bij hun college tegen het op 11 maart 1981 ter
inzage gelegde plan en zich niet kunnen verenigen met het voorlopig gewijzigde
plan;
b. zij, die geen bezwaren als bedoeld onder a hebben ingediend, doch bezwaren
hebben tegen een of meer van de voorgenomen planwijzigingen.
Indien belanghebbenden of hun vertegenwoordigers tijdens de vorenbedoelde
zitting het woord wensen te voeren, dienen zij hun college daan/an vóór 3 septem
ber 1981 schriftelijk (Koningskade 12596 AA 's-Gravenhage) of telefonisch (tel.
070-264111tst. 2365 of 2366) in kennis te stellen. Zij ontvangen daarna bericht op
welk tijdstip zij kunnen worden gehoord.
Belanghebbenden worden voorts verzocht hun eventuele schriftelijke bezwaren
als vorenbedoeld eveneens vóór 3 september 1981 bij hun college in te dienen.
's-Gravenhage, 30 juni 1981.
Gedeputeerde staten voornoemd,
M. Vrolijk, voorzitter,
J. de Vries, griffier.
naar
^^.^.^.^.^.^.^.^.^.^.^^.^.^.^.^.^.^.^.^.^.^.^.^.^.^.^.^.^^.^^^.^.^.^.^.^.^.^■^■^■^.^.^■^■^■4■^■^■^■^■^■^■^■^■*^■4■^■4■^■'^^■*>^^