EIIAI1DEI1-niEUW5
Maas en Scheldebode
Michiel de Ruyter
Overdenking
31 juli-
7 augustus 1891
na driehonderd jaar terug
in Hellevoetsluis
Wiebeke Reimers
I Japans UIENZAAD 't
Heilige Schrift
2e blad
VRUDAG 7 AUGUSTUS 1981
No. 5015
HET
KVENSTER
De bond tegen het vloeken -
Een bond vóór het vloeken?
Spreek vrijmoedig over God, maar mis
bruik Zijn Naam nooit
Gebruik de Naam van God niet als een
stopwoord. Vloek niet, ge beledigt uzelf en
ge kwetst anderen.
Wie van ons heeft één van deze teksten
niet eens gelezen op eén affiche in een
tram, in een bus, op een station of in een
wachtlokaal? We herkennen ze dadelijk
als afkomstig van de Bond tegen het
vloeken, die zich nu al jaren tot taak stelt
ons volk te wijzen op de zonde van het
misbruiken van Gods Heilige Naam.
Het is een schande voor ons volk dat het
werk van deze Bond nodig is en nodig
blijft In Nederland is die Naam de eeu
wen door verkondigd, iedereen kan weten
dat die Naam heilig is en dat de Heere het
misbruik van Zijn Naam hoog opneemt
Maar desondanks is ons land een vloe
kende natie. Overal wordt gevloekt op het
werk, op school, in de kazema, in open
bare middelen van vervoer, langs de open
bare weg, voor de radio en de televisie, en
waar eigenlijk niet? In het buitenland
schijnt men te zeggen: „Hij kan vloeken
als eeft Hollander".
Een slechte reputatie
-O-O-
Het is goed dat de Bond er is en zijn werk
blijft doen, ondanks veel tegenkanting.
Op allerlei manieren wordt geprobeerd
het ijdel gebruiken van Gods naam tegen
te gaan. Het meest opvallend gebeurt dat
door middel van bovengenoemde teksten
op affiches, op stickers, op luciferdoosjes,
op ball-points, op ansichtkaarten, enz.
Maar de Bond stuurt ook herhaaldelijk
protestschrijvens naar personen of orga
nisaties die zich aan dat kwaad schuldig
maken. Er is natuurlijk veel werk dat zich
aan onze waarneming onttrekt En we
weten óók iiiet of dat werk resultaat heeft
en hoeveel. Maar dat is ook de vraag niet
Wij hebben ook in dit geval niets te doen
dan te zaaien en de oogst aan God over te
laten.
-O-O-
Dat ik de Bond tegen het vloeken even
voor het voeüicht haalde komj doordat ijk
het jaarverslag over 1980 in handen kreeg.
Behalve de z^eUjke gegevens bevat deze
brochure de rede die de voorzitter van de
Bond, Prof. Dr. W. H. Velema, hield op
de jaarvergadering van 11 jan. j.l. Deze
rede draagt de intrigerende titel: „Een
Bond vóór het vloeken naast de Bond
tegen het vloeken?"
Hoe kwam Prof. Velema ertoe eenjaar-
rede te houden over zo'n onderwerp?
Dat zit zo: Op 31 dec. 1980 sprak de
bekende Herv. Predikant Dr. P. A. Elde-
renbosch voor de N.C.R.V. in de rubriek
Het Levende Woord. Hij vroeg zich in die
toespraak af of het misschien zinvol zou
zijn een Bond vóór het vloeken op te
richten. Het vloeken waartegen de Bond
zich richt, aldus spreker, is eigenlijk geen
echt vloeken, alleen een uiting van mach
teloosheid. Maar de wereld waarin wij
leven geeft aanleiding om écht te vloeken.
Vloeken in de bijbelse zin met woorden
die geladen zijn met geestelijke kracht
Zoals Jezus de boze geesten uitwierp
met het Woord
Terecht zegt Velema in zij n zntwoord dat
bestrijding van de boze geestelijke mach
ten noodzakelijk is. machten zoal| versla
ving, beheersing door het geld, materia
lisme, enz.
Maar kan men de bestrijding van deze
machten „vloeken" noemen? Heeft Jezus
de boze machten uitjedreven door vloe
ken? Integendeel, Hij deed dat door de
Naam van Zijn Vader uit te roepen en aan
te roepen.
-O-O-
Het is gewoon onvoorstelbaar hoe een
dienaar van het Woord zulke dwaasheden
kan debiteren zoals Elderenbosch doet
Prof. Velema behandelt hem héél vriende
lijk en weerlegt zijn betoog heel zakelijk
Maar ik kan in zo'n uitspraak als Elderen
bosch deed toch niet veel anders zien dan
een poging om het goede werk dat de Bond
tegen het vloeken doet belachelijk te
maken.
Er is dus voor de Bond reden genoeg om
het werk voort te zetten. Niet alleen omdat
het vloeken onder ons volk gewoon door
gaat Maar ook omdat er nog dominees
zijn die beter konden weten, maar dood
leuk stellen dat dat vloeken eigenlijk hele
maal geen vloeken is
WAARNEMER
PLAATSELUK NIEUWS
SOMMELSDIJK
Door dr. T. Breesnee en den Heer J. H.
Berkhof geneesheer te Middelhamis is
een gedeelte van het been afgezet van C.
Beerits alhier welke met gunstig gevolg
heeft plaats gehad.
MIDDELHARNIS
Den tot den Middelhamische vissérsch-
vloot behoorende sloep Vertrouwen,
schipper Com. v. d. Hoek arriveerde 4
aug. te Vlaardingen, ten gevolge een aan
gewende poging, om de door hen op de
Noordzee aangetroffen in zinkenden staat
verlaten Bark Atlas van Frederikstad
binnen te brengen, doch welke zij na 3
dagen en nachten mede gevaren te hebben
door het zware onweder en de hooge
zeeën in het gezicht van Nieuwendiep
hebben moeten verlaten.
Tot bijwoning van den 60sten verjaardag
van den tiendaagsche veldtocht op 1,2 en
3 aug. a.s. te 's Gravenhage dat daardoor
de nog in leven zijnde oud-strijders feeste
lijk zal gevierd worden, waren de 2 oud-
strijders J. Vroegindeweij en J. van Delft
alhier door den Heer P. S. in de gelegen
heid gesteld zich daar op zijn kosten heen
te begeven.
Zij hebben voor dit aanbod bedankt en
zullen nu toch van voornoemden Heer,
een belooning worden uitgereikt
OUDDORP
In den nacht van vrijdag op zaterdag is de
schuur van C Sandifort in den Oostdijk
afgebrand. De brand werd gebluschtdoor
de spuit van Goedereede.
Nog laat in den morgen schitterden de
Ouddorpers door hun afwezigheid. Be
vreemdend is het dat toen het bericht van
den brand te Ouddorp aankwam men
nogthans geene aanstalten maakte met
den brandspuit derwaarts te trekken.
Eenige weken geleden zijn de brand-
bluschmiddelen beproefd en konden deze
niet werken. We hebben hier geen brand
spuit om in geval van nood onder den
toren te laten staan.
DIRKSLAND
Vrijdag 24 juli werd door het zoontje van
G. Bosschieter den eerste steen van de
Christelijke school gelegd.
BURGERLUKE STAND
STELLENDAM
Geboren: Jacobad.v. C. de Graaf en
T. Koenraad - Hester d.v. C. Keyzer en
M. Roon.
De Hellevoetse Vestingdagen wor
den omvangryker dan in de vooraf
gaande jaren. De organisatoren
hebben zich voor 22 en 23 augustus
verzekerd van de medewerking van
zo'n duizend man, die de b^na
dertig onderdelen voor hun reke
ning nemen. Het gehele evenement
wordt dit keer geopend met de ont
vangst van Michiel de Rujrter, die
na zo'n driehonderd jaar weer eens
het Prinsehuis zal bezoeken. De
zeeheld vertoeft in gezelschap van
zün staf en leest op het bordes van
het stadhuis een declamatie voor.
Soldaten, trommelaars, kanon
schoten, marketensters en dames-
van-lichte-zeden zullen het
schouwspel vervolmaken.
GOEDEREEDE
Ondertrouwd: Tobias Kramer en
Maartje den Eerzamen.
DIRKSLAND
Geboren: Christiaanz.v. C. v. d. Ham
enN. Breur.
MIDDELHARNIS
Geboren: Krijn z.v. J. de Ruiter en A.
Westendorp - Maria d.v. J. Sala en A.
Schol.
GEMENGD NIEUWS
De directeur van de luchtvaarschool te
Parijs, Henri Leconte, is voornemens in
een luchtballon over Afrika te trekken van
Mozambique uit De ballon die een in
houd zal hebben van 10.000 cm. zal
voorzien zijn van een kleine machine tot
het fabriceeren van gas gedurende de
nacht Hij zal proviand voor 100 dagen
meenemen.
Zaterdag zijn te New York 28 Russische
Joden aangekomen. Zij worden echter in
het immigrantenhuis voorlopig aange
houden. Men verwacht dat zij zullen wor
den teruggezonden want de Ver. Staten
weigert haar havens voor verdreven Rus
sische Israëlieten open te stellen.
De beroemde Spurgeon, de man die in
1853 op 19 jarige leeftijd reeds als predi
kant optrad en zooveel naam maakte dat
de grootste kerken van Londen, waar 10 a
15 duizend menschen plaats vinden te
klein werden voor zijn gehoor zoodat hij in
1861 een eigen kerk, de Tabernakel,
moest stichten, die al zijn preeken, daags
na het uitspreken in het licht zend, zodat er
duizenden van zijn hand te verkrijgen zijn,
is reeds eenige tijd ernstig krank, volgens
de laatste berichten kan de dood elk
oogenblik verwacht worden.
ADVERTENTIËN
Verpachting Visscherij
Burgemeester en Wethouders van
Sommelsdijk zullen voor de tijd van 4 jaar
verpachten:
de Visscherij in de Kaai en haven dier
gemeente
Door 's Heeren goedheid voorspoedig
bevallen van een Dochter
MARIA HELENA VAN GENT
geliefde echtgenoote van M. Dijkers.
Sommelsdijk, 6 augustus 1891
Maaskade 13, Heinekens Bierhuis
vlak over de aanlegplaats der stoom-
booten van Overflakkee, Brielle enz.
Logement en Koffiehuis
Een heerlijk plas bier a 6 cent en een kop
zuivere en onvervalschte koffie kost hier
slechts 5 cent, terwijl brieven, lood-
schoppen of goederen van bezoekers hier
gratis worden in bewaring genomen.
Verhuring bij inschrijving van ongeveer
100 hectaren
BOUW, WEILAND en GORZEN
in den Halspolder, Boschpolder en langs
het Haringvliet in de gemeente
Stellendam.
Notaris J.C. vanBergeyk, Middelhamis
Publikatie van het Streek Museum
Goeree- Overflakkee
Kerkstraat Sommelsdijk
A. J. K.
De historische opening wordt verzorgd
door leden van de toneelgroep Atmosfeer,
één van de vele plaatselijke verenigingen
en instanties die aan de Vestingdagen
meedoen. Het programma speelt zich dit
jaar helemaal in en nabij de oude vesting
af, zodat het publiek alles op loopafstand
van slechtSkCnkele minuten kan bereiken.
De organiserende stichting mikt overigens
op eeu' groter aantal bezoekers dan in
1980, toen men de belangstelling op niet
minder dan 30.000 personen schatte.
Nog nieer dan in andere jaren zal ge
tracht worden de ginstige ligging van het
oude Marinestadje te benutten. Er zijn
méér aktiviteiten binnen de wallen, terwijl
ook de aangrenzende Koopvaardijhaven
en de Tramhaven met de bijbehorende
terreinen intensiever worden gebruikt
De verschillende leeftijdscategorieën ko
men uitstekend aan hun trekken. Er is
zowel poppenkast als popmuziek, het
laatste in de vorm van het bekende Wal-
lenpop, dat naast Fort Haerlem wordt
gehouden. Liefhebbers van de natuur kun
nen hun hart ophalen in ontmoetingscen
trum De Veste, waar een unieke milieu
tentoonstelling wordt ingericht
De nostalgie is rijkelijk vertegenwoor
digd op de Vestingdagen. Er rijden bij
voorbeeld tientallen oude koetsen, rijtuig
jes en boerenwagens over het eiland
Voome, die hun rally met een show op het
Haerlemmerplein beëindigen. Verder zet
het Nationaal Brandweermuseum en de
Oudheidskamer de deuren weer wijd
open. Verschillende schepen (zoals van
de zeekadettenkorpsen van N|aassluis en
Hellevoetsluis) leggen de loopplank uit en
natuurlijk kunnen de bezoekers genieten
van ontzettend veel „stoom".
Het Nationale Stoomweekend mag ge
rust de trekker van de Vestingdagen wor
den genoemd.
Vandaar dat de jonge Stichting Vesting
dagen hellevoetsluis een antieke stoom
wals tot beeldwerk van de organisatie
heeft verheven. Speciaal uit Engeland
komen drie schitterende stoommachines,
die op eigen kracht vanaf het terrein van de
North Sea Ferries in Europoort naar
Hellevoetsluis zullen rijden. Vanzelfspre
kend rijdt beide Vestingdagen de stoom
tram, die in Hellevoetsluis zijn „thuisha
ven" heeft. In de Tramhaven liggen overi
gens stoomslepers om plezierige tochtjes
mee op het Haringvliet te maken.
Speciale gast is De Furie uit de bekende
televisieserie Hollands Glorie naar het
boek van Jan de Hartog.
Naast het stoom, waarover nog veel
meer te vermelden valt vragen ook de
sport en cultuur aandacht op de Vesting
dagen. Er zijn judo-demonstraties en
Breugheliaanse spelen. In de tuin van het
Prinsehuis kan in een rustige sfeer worden
genoten van volksdansen, toneel en mu
ziek.
1 AANGEBODEN:
„Senshyu Yellow"
Imai"
I C. REMUS Handelmij.
I DINTELOORD
I Tel. 01672-2654-2510-
I 2772 -2466 I
van de
,,ik ben een gezel van allen,
die U vrezen "(Psalm 119:63a)
Het is een kostelijk getuigenis, dat de
Psalmist geeft, een gezel, een vriend van
allen, die de Heere vrezen. Dat blijkt dus
mogelijk te zijn in de verbrokenheid van
het menselijk leven. In deze wereld, waar
in men van nature geniegd is. God en de
naaste te haten, blijkt ook de verbonden
heid in de Heere gevonden te kunnen
worden. Dat is een vrucht van genade.
Daarin wordt God verheerlijkt
Zo spreekt de Psalmist van deze ware
vriendschap. Eerst heeft hij betuigd, op
deze aarde een vreemdeling te zijn. Hij
kan zich in de zonde niet thuisvoelen. Zijn
ziel dorst naar God. En wat is het dan
groot, als er méér blijken te zijn!
Hij noemt hen: „die de Heere vrezen".
Wie zijn het? Zij, die door genade geleerd
hebben, met de Heere te leven. Zij hebben
geleerd, hun schuld, hun zonde in te leven.
Zij hebben geleerd, hun schuld, hun zonde
in te leven. Zij hebben geleerd, de Heere
om genade aan te roepen. Hun hart heeft
geschreid, om vrede met God te mogen
vinden. Toen heeft de Heere zich in Zijn
ontferming aan hen geopenbaard. Hij
heeft tot hun hart gesproken van vrije
genade. En dat heeft gebracht tot de
liefdedienst in het onderhouden van Gods
geboden.
„De Heere vrezen" dat is dus als het
ware een samenvatting van héél het leven
van Gods Kerk. Het ziet op de persoon
lijke, bevindelijke kennis aan de Heere,
het ziet ook op de uitleving in de praktijk
der God-zaligheid. In het Woord des
Heeren wordt nu dit leven op een veel
kleurige wijze beschreven. En dat bindt
samen.
Zo wordt meteen al getuigd van de
overwinning des Heeren in de strijd tegen
de duivel. Immers, de duivel brengt
slechts verdeeldheid en haat, verwarring
en verbrokenheid. Door de zondeval in
het Paradijs heeft haat zijn intrede gedaan;
de duivel heeft niets liever dan dat mensen
tegen elkaar opstaan. En als de Heere
genade openbaart, wordt de strijd tegen
deze vijand gestreden. Dan worden men
sen bij elkaar gebracht, om de Heere te
mogen dienen en vrezen.
Hoe wordt het geleerd? wat is het ken
merk van deze verbondenheid? lu dat
verband moeten we spreken van de dot
moed. Als Gods kinderen op hun pel
grimsweg verkeren, zijn ze daar niet om
elkaar te keuren. Dat veroorzaakt hoog
moed en verwijdering. Nee, dan leren zij,
de ander uitnemender te achten dan zich
zelf. Dat neemt niet weg, dat zij wél zullen
luisteren, of de woorden, die zij horen,
naar de Schrift zijn, om zonodig elkaar te
onderwijzen ofte waarschuwen, maar dat
kan alleen in de gestalte van ootmoed en
zelfkennis, en kennis aan het Woord des
Heeren.
Wat moet er dan een begeerte zijn, daar
van te mogen weten. Want hoe meer de
Koning der Kerk in al Zijn. heerlijkheid
gekend wordt hoe kleiner we worden in
onszelf En dat is een zalige kennis. Dan
vallen de harten samen in deze belijdenis.
Dan gaan zij, die God vrezen, zich samen
verwonderen over de genade, die de
Heere openbaart
Als de harten van die „metgezellen"
samenvallen, spreken zij samen over de
dienst des Heeren. Wat is dan het onder
werp van het gesprek? Wel, allereerst het
wonder Van het welbehagen des Heeren.
Daarin is de grond van hun zaligheid
geopenbaard. En vandaaruit spreken zij
over het Borgwerk van Christus. Daar
komen ze nooit over uitgesproken. Het
verzoenende, plaatsvervangende werk
van de Borg van Zijn Kerk is gedurig een
onderwerp van gesprek en stof tot ver
wondering en aanbidding. En dan gaan die
metgezellen elkaar opmerkzaam maken
op het werk van de Heilige Geest, Die hen
samenbindt en van het werk des Heeren
doet spreken.
Zo komt de Heere in het midden te staan.
Dan is de bevinding van Gods kinderen
het onderwerp van het gesprek om zó
uiting te kunnen geven aan de verborgen
omgang met de Heere. Dan mag gespro
ken worden van de wegen, die God gaat
Niet om er mee te pronken; dat is maar
armelijke sier, maar om de genade des
Heeren te verheerlijken.
Hebben we zul;ke vrienden, zulke met
gezellen? Ze zijn er. Maar kennen we ze
ook? Wat kan er in het hart van Gods
kinderen bij tijden een hunkering zijn naar
zulke vrienden in tijden, waarin alleen
opgetrokken moet worden. Het kan zo
eenzaam zijn, ook in geestelijk opzicht
Want het kan toch zijn, dat de één de
ander eens zou kunnen opbeuren. Dan
wordt het verlangen gevonden, een andere
pelgrimsreiziger te ontmoeten, om zo eens
nader onderwezen te worden. Want zij die
God vrezen, leren ook meer en meer hun
onkunde inleven. En als de ander uitne
mender geacht wordt, is er altijd begeerte,
om van die ander te leren.
O nee, dan wordt niet vergeten, dat
alleen de Geest uiteindelijk leidt in de
heilgeheimen des Heeren. Maar Hij wil
daartoe toch mensen gebruiken.
En als het goed ligt, zal er gok begeerte
zijn, de ander tot steun te kunnen zijn. Dan
zal een verzekerd kind des Heeren een
bekommerde zielniet wegstoten of hoog
moedig bejegenen. Integendeel. Dan mag
gewezen worden op de genade des Hee
ren, op Hem, die lankmoedig is en groot
van goedertierenheid. De Heere gaat im
mers in het leven van elk van Zijn kinderen
een verschillende weg. Als dat geleerd
wordt, is er geen plaats voor verwijdering
en strijd. De weg is verschillend, al is de
grondtoon van de belijdenis van Gods
Kerk altijd dezelfde: de vrijmachtige ge
nade Gods," verheerlijkt in de verloren
zondaren, en toegepast door de Geest in
de weg van gericht en genade.
Maar nu denken we ook aan hen, die de
Jtleere niet vrezen. Hoe is de houding
tegenover dezulken? Hoogmoed? Leed
vermaak? VeroordeUng? Nee, dat kan
niet Zeker, die liefdeband in de Heere kan
niet ervaren worden. Maar is er dan de
bewogenheid, als geweten moet worden,
dat zij zonder die vreze Gods verloren
zullen gaan? Het wijst op de noodzaak, zó
te leven, dat de onbekeèrde mens jaloers
zou worden. Wat een roeping! Om het
leven met de vreze des Heeren te „versie
ren", opdat middelijkerwijze een zondaar
tot de Heere gebracht zou worden.
Zo trekken al die vrienden voort Het is
een reis naar de plaats der rust, waar alle
pelgrims samen komen, om zich eeuwig te
verwonderen over de genade des Heeren.
Wat een tegenstelling ten opzichte van die
andere plaats^ waar óók over gesproken
wordt in het Woord des Heeren: de plaats
der verlorenheid. Daar is alleen maar de
chaos, de verwarring, de verlatenheid.
Daar is maar één verbond: het verbond
van de machten der hel, die zich verbon
den hebben om eeuwig de verloren mens
in de wanhoop te brengen. Maar waar de
Heere Zijn Kerk brengt is de volmaakte
rust In deze bedeling verbinden de mach
ten van de duisternis zich in hun plan.
Gods werk aan te vallen, maar dan zijn ze
uitgestreden.
En in de eeuwige heerlijkheid zal geen
strijd, geen verwijdering zijn onder Gods
knechten. Want ze zullen geen ander werk
en geen ander doel hebben, dan samen de
drie-enige God groot te maken. Daar
zullen zij, die de Heere leerden vrezen,
eeuwig zingen van Gods goedertieren-
heeft.
Hardinxveld/Giessendam
Ds. W. Arkeraats.
BO EK BESPREKING:
A. K. Straatsma
DE GANTELBOER
Uitg. T. Wever, Franeker.
Negende druk, 198 blz.
Prijs f 19,50
Een streekroman met een bekeringsge
schiedenis. Maar dan besUst niet één van
het soort waarvan er dertien in een dozijn
gaan! Wat wordt de kleine dorpsgemeen
schap van Zee voort, waar Ds. Hartman
predikant is, ons levensecht getekend. De
verhouding tussen de liberale boer en de
vrouw van zijn knecht, waaruit zoveel
ellende voortkwam. De roddelpraat van
de mensen en de inzinking van de jonge
dominé, die de verborgen vijandschap wel
opmerkt, maar er niet tegenop kan. En het
sterfbed van de oude I^na, die de man
maar niet kan vergeven die haar zoveel
verdriet berokkende.
Maar vooral ook de liefde van God die
sterker is dan alle menselijke koppigheid
en onbuigzaamheid.
Het verhaal is zo'n zestig jaar oud, maar
toen het voor het eerst verscheen waren de
beschreven figuren voor „insiders" bijna
te herkennen. Zeevoort is namelijk Elker-
zee op Schouwen en Ds. Hartman is
niemand minder dan de auteur van deze
roman, de later zo bekend geworden Ds.
Straatsma, die blijkbaar ook een verant
woorde en boeiende roman kon schrijven.
Jammer dat de weergave van de gesprek
ken in het dialekt niet altijd vlekkeloos is.
Maar wie kan het een dominé, die van
elders gekomen is, kwalijk nemen dat hij
het Zeeuws niet helemaal onder de knie
kon krijgen?
Jaren geleden las ik dit boek, en het
boeide me nu weer van begin tot einde.
Het zegt trouwens al genoeg dat dit de
negende druk is. Meer aanbeveling heeft
het nauwelijks nodig. W.v.G.
VERVOLGVERHAAL
door INGRID LANG
Uit het Zweeds vertaald door
C. Ploos van Amstel-de Jong
J. N. Voorhoeve - Den Haag
21-----------------------------------------
Stel je voor, dat hij ook een drinker werd
net als zijn grootvader en overgrootvader!
Zou ik je zo weinig liefhebben, dat ik ook
maar de gedachte zou kunnen verdragen,
zulk een verdriet en schande en oneer over
jouw eerbare naam te brengen? Nee,
nooit, nooit!
Ik vroeg je gisteren een ander te zoeken!
O, je moest eens weten, hoe groot die
onwaarheid was. Ik meende er niets van.
Ik moet niet denken aan „een ander". Wij
tweeën horen bij elkaar!
Je antwoordde, dat er nooit een ander
tussen ons zou komen, en dat je je hele
leven op mij zoudt wachten! Er ligt zo'n
glans over die woorden. Ik durf je niet te
vragen, of je die belofte zult houden. Daar
heb ik immers geen recht toe! Maar diep in
mijn binnenste koester ik een lievelings-
wens, al is het dan ook angstig en bevend
als een jong vogeltje, dat in het nauw
gedreven is, en dat is: Als je zoudt willen
wachten, tot het licht doorbreekt, tot alles
goed wordt, tot de schande van ons af
gewist is, dan zal ik terugkomen! Mis
schien kunnen we nog wat korte, gelukkige
jaren samen leven.... als we alle twee oud
geworden zijn. Ik durf niet eerder! Het
familiespook, waaraan ik denk, ben jij
niet madame; maar de dronkenschap, die
vreselijke dronkenschap, die erfelijk is in
ons geslacht!
O, God....! Nee, ik durf niet te bidden.
Maar daar binnen in mij zit een kleine,
bange vogel, die beeft. En Gij, die het
weet, ziet het!
Ik heb hem lief, o, ik heb hem lief!
Bewaar hem. Here!
Ik ben.gisteren bij de oude Kari geweest
met het laatste maal, dat ze van Eikesjö
krijgt, als tenminste de nieuwe eigenaar
dié gewoonte niet overneemt Ik weet niet
wie hij is; maar ik weet dat ik hem, die de
hoeve en de grond van ons zal afnemen,
bijna haat.
Van ons afnemen! Dat je je niet schaamt,
Aletta! Wij zijn het unmers, die datgene,
wat ons toevertrouwd werd, niet op juiste
wijze hebben beheerd. Daarom mag God
het van ons afnemen!
Maar de oude Kari gaf mij een paar
bijzondere woorden mee tot troost. Ik heb
ze nooit eerder gelezen. Nu wil ik ze vaak
lezen.
„En Hij zeide: Gij uit en sta op deze berg,
voor het aangezicht des Heren. En ziet, de
Here ging voorbij, en een grote en sterke
wind, scheurende de bergen, en brekende
Je steenrotsen, ging voor de Here henen;
doch de Here was in de wind niet; en na
deze wind ene aardbeving; de Here was
ook in de aardbeving niet En na de
aardbeving een vuui^ de Here was ook in
het vuur niet; en na het vuur het suizen van
een zachte stilte
Zo staat het er, maar in het stukje dat er
op volgt, komt de Here. Hij komt in de
zachte stilte. O, Here, kom na storm en
onweer en vuur in de zachte stilte tot ons
allen, en tot hen, die op Eikesjö na ons
zullen wonen, tot hem, die ik lieflieb en tot
ons, die zo grenzeloos ongelukkig zijn!
Amen!
Aletta Strang Romer
van Eikesjö
-0-
Wiebeke bleef onbeweeglijk met de brief
in haar handen zitten, lang voor zich
uitkijkend. Haar gezicht was nat van
tranen. Het was al lang geleden, dat iets
haar zo sterk aangegrepen had als dit
Maar wie was Aletta Strang Romer, en
waarom lag deze briefin de oude eiken kist
hier binnen in de groene kamer met het
„Mysterie op Ravnsborg"? Ja, dat was
ook een mysterie!
Aletta Strang Romer van Eikesjö. Ze
wist, dat haar vader de hoeve op een
veiling gekocht had; maar van wie wist ze
niet. Ze had wel iets gehoord van een
verarmde, aan lager wal geraakte familie;
maar de jaren waren te vervuld geweest
van andere dingen, dat ze over dit pro
bleem had kunnen nadenken.
Ze was nog maar tien, elf jaar, toen ze op
een vroege zomermorgen uit het dorp
hierheen waren gereden. Het was op haar
verjaardag, en de hemel was zo blauw
ge weest en de zon zo glanzend goud boven
de velden en weiden. Ze herinnerde zich
die morgen zo goed, omdat haar vader
haar een verjaardagscadeau had beloofd,
waarvan ze niet had kuimen dromen.
Zo waren ze de lange oprijlaan naar
Eikesjö opgereden, zij, haar ouders en al
haar vriendinnen. Aan het eind van de
oprijlaan lag het grote, witte huis midden
in een gewirwar van vroege rozen, be
schaduwd door oude bomen. De vlag
wapperde in de zomerwind, een lange
tafel vol chocoladekoppen stond op het
grasveld gedekt Het was op die dag, dat
ze kennis maakte met Per en Anne
Groten, die toen net in het tuinmanshuisje
waren komen wonen.
Ze had toen niet begrepen, wat haar
vader bedoelde met zijn verjaardagsca
deau. Ze dacht eigenlijk wel, dat het
nieuw-ingerichte poppenhuis was, dat ze
die dag in de tuin gezien had. Maar op
haar een en twintigste verjaardag lag er
een dikke, gele envelop naast haar bord,
toen ze aan de ontbijttafel kwam, en in het
document, dat ze openvouwde, stond, dat
Eikesjö met zijn roerende en onroerende
goederen Wiebeke Agneta Reimers toe
behoorde.
Maar toch was het alsof het toen nog
niet helemaal van haarzelf was. Eikesjö
was het huis van haar ouders en broer en
zusja en in de tweede plaats haar eigen
verrukkelijke huis. En in alle vacanties
stind het gastvrij voor andere familiele
den, vrienden en vriendinnen open.
Maar toen Ivar en zij een eigen huis
houden zouden gaan beginnen, werd
Eikesjö voor het eerst van haar en van
niemand anders.
Het was voor niemand een geheim
geweest, dat Ivar zich met alle geweld
daar buiten wilde vestigen. Hij hield van
de zee en was een hartstochteUjk zeiler.
Zijn voorstel om het buiten te verkopen
had haar fel doen protesteren, en zij
hadden een lange en heftig discussie
gehad, vóórdat hij erin berustte, dat ze in
de herfst en in de winter een kleine,
moderne woning in het dorp zouden
bewonen, en in de zomer het onontkoom
bare Eikesjö, zoals hij zei.
Hij was er trouwens nooit heengegaan.
In de twee jaren van hun verloving, waren
ze 's zomers naar het buitenland gereisd
en een paar weken bij haar ouders op Oksö
geweest Zelfs de traditionele kerstfeesten
hadden ze in het dorp gevierd, omdat
Wiebeke's moeder de laatste jaren telkens
ziek was en niet sterk genoeg om de reis
daarheen in de winterkoude te maken.
Al deze dingen gingen door Wiebeke
heen, terwijl ze bovenop „het Mysterie
van Ravnsborg" zat met de brief van
Aletta Strang Romer in haar handen. Zou
ze de dochter van den laatsten eigenaar
van Eikesjö geweest zijn? Het moest haast
wel. Anders zou ze er wel achter kunnen
komen. Ze wilde Per Groten vanavond er
eens over vragen, en als hij het niet wist,
dan was haar vader er nog.
Het was anders wel eigenaardig, dat alles
hier zo rustig jarenlang in die kist gelegen
had. Dat niemand op het idee gekomen
was om die oude kist op te ruimen en de
hele rommel t verbranden! Ze had plot
seling het wonderlijke gevoel, dat het mis
schien wel bewaard gebleven was, opdat
zij het zou vinden!
„Er zijn er wel meer dan wij tweeën, die
ongelukkig in deze wereld zijn, madame,"
zei ze met een blik naar het schilderij.
Arme Aletta Strang Romer! Wat moetje
het zwaar gehad hebben op die avond, dat
je je gedachten neerschreef!
blik op k»r
Ml MMwnltvIng
3®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®
^^^.4.^.^.^.l^4.4.^.^.^.^:^^^.^.^.:^^.^.^.^^^.^■^■^•^■^■^■^■^^^■*^■**^■'^^■>^^■'^^■4■^■*>^^■'^^■'^^■^■'^'^*^^4■^***^