EIIAI1DEI1-niEUW5 Maas en Scheldebode Michiel de Ruyter Overdenking 31 juli- 7 augustus 1891 na driehonderd jaar terug in Hellevoetsluis Wiebeke Reimers I Japans UIENZAAD 't Heilige Schrift 2e blad VRUDAG 7 AUGUSTUS 1981 No. 5015 HET KVENSTER De bond tegen het vloeken - Een bond vóór het vloeken? Spreek vrijmoedig over God, maar mis bruik Zijn Naam nooit Gebruik de Naam van God niet als een stopwoord. Vloek niet, ge beledigt uzelf en ge kwetst anderen. Wie van ons heeft één van deze teksten niet eens gelezen op eén affiche in een tram, in een bus, op een station of in een wachtlokaal? We herkennen ze dadelijk als afkomstig van de Bond tegen het vloeken, die zich nu al jaren tot taak stelt ons volk te wijzen op de zonde van het misbruiken van Gods Heilige Naam. Het is een schande voor ons volk dat het werk van deze Bond nodig is en nodig blijft In Nederland is die Naam de eeu wen door verkondigd, iedereen kan weten dat die Naam heilig is en dat de Heere het misbruik van Zijn Naam hoog opneemt Maar desondanks is ons land een vloe kende natie. Overal wordt gevloekt op het werk, op school, in de kazema, in open bare middelen van vervoer, langs de open bare weg, voor de radio en de televisie, en waar eigenlijk niet? In het buitenland schijnt men te zeggen: „Hij kan vloeken als eeft Hollander". Een slechte reputatie -O-O- Het is goed dat de Bond er is en zijn werk blijft doen, ondanks veel tegenkanting. Op allerlei manieren wordt geprobeerd het ijdel gebruiken van Gods naam tegen te gaan. Het meest opvallend gebeurt dat door middel van bovengenoemde teksten op affiches, op stickers, op luciferdoosjes, op ball-points, op ansichtkaarten, enz. Maar de Bond stuurt ook herhaaldelijk protestschrijvens naar personen of orga nisaties die zich aan dat kwaad schuldig maken. Er is natuurlijk veel werk dat zich aan onze waarneming onttrekt En we weten óók iiiet of dat werk resultaat heeft en hoeveel. Maar dat is ook de vraag niet Wij hebben ook in dit geval niets te doen dan te zaaien en de oogst aan God over te laten. -O-O- Dat ik de Bond tegen het vloeken even voor het voeüicht haalde komj doordat ijk het jaarverslag over 1980 in handen kreeg. Behalve de z^eUjke gegevens bevat deze brochure de rede die de voorzitter van de Bond, Prof. Dr. W. H. Velema, hield op de jaarvergadering van 11 jan. j.l. Deze rede draagt de intrigerende titel: „Een Bond vóór het vloeken naast de Bond tegen het vloeken?" Hoe kwam Prof. Velema ertoe eenjaar- rede te houden over zo'n onderwerp? Dat zit zo: Op 31 dec. 1980 sprak de bekende Herv. Predikant Dr. P. A. Elde- renbosch voor de N.C.R.V. in de rubriek Het Levende Woord. Hij vroeg zich in die toespraak af of het misschien zinvol zou zijn een Bond vóór het vloeken op te richten. Het vloeken waartegen de Bond zich richt, aldus spreker, is eigenlijk geen echt vloeken, alleen een uiting van mach teloosheid. Maar de wereld waarin wij leven geeft aanleiding om écht te vloeken. Vloeken in de bijbelse zin met woorden die geladen zijn met geestelijke kracht Zoals Jezus de boze geesten uitwierp met het Woord Terecht zegt Velema in zij n zntwoord dat bestrijding van de boze geestelijke mach ten noodzakelijk is. machten zoal| versla ving, beheersing door het geld, materia lisme, enz. Maar kan men de bestrijding van deze machten „vloeken" noemen? Heeft Jezus de boze machten uitjedreven door vloe ken? Integendeel, Hij deed dat door de Naam van Zijn Vader uit te roepen en aan te roepen. -O-O- Het is gewoon onvoorstelbaar hoe een dienaar van het Woord zulke dwaasheden kan debiteren zoals Elderenbosch doet Prof. Velema behandelt hem héél vriende lijk en weerlegt zijn betoog heel zakelijk Maar ik kan in zo'n uitspraak als Elderen bosch deed toch niet veel anders zien dan een poging om het goede werk dat de Bond tegen het vloeken doet belachelijk te maken. Er is dus voor de Bond reden genoeg om het werk voort te zetten. Niet alleen omdat het vloeken onder ons volk gewoon door gaat Maar ook omdat er nog dominees zijn die beter konden weten, maar dood leuk stellen dat dat vloeken eigenlijk hele maal geen vloeken is WAARNEMER PLAATSELUK NIEUWS SOMMELSDIJK Door dr. T. Breesnee en den Heer J. H. Berkhof geneesheer te Middelhamis is een gedeelte van het been afgezet van C. Beerits alhier welke met gunstig gevolg heeft plaats gehad. MIDDELHARNIS Den tot den Middelhamische vissérsch- vloot behoorende sloep Vertrouwen, schipper Com. v. d. Hoek arriveerde 4 aug. te Vlaardingen, ten gevolge een aan gewende poging, om de door hen op de Noordzee aangetroffen in zinkenden staat verlaten Bark Atlas van Frederikstad binnen te brengen, doch welke zij na 3 dagen en nachten mede gevaren te hebben door het zware onweder en de hooge zeeën in het gezicht van Nieuwendiep hebben moeten verlaten. Tot bijwoning van den 60sten verjaardag van den tiendaagsche veldtocht op 1,2 en 3 aug. a.s. te 's Gravenhage dat daardoor de nog in leven zijnde oud-strijders feeste lijk zal gevierd worden, waren de 2 oud- strijders J. Vroegindeweij en J. van Delft alhier door den Heer P. S. in de gelegen heid gesteld zich daar op zijn kosten heen te begeven. Zij hebben voor dit aanbod bedankt en zullen nu toch van voornoemden Heer, een belooning worden uitgereikt OUDDORP In den nacht van vrijdag op zaterdag is de schuur van C Sandifort in den Oostdijk afgebrand. De brand werd gebluschtdoor de spuit van Goedereede. Nog laat in den morgen schitterden de Ouddorpers door hun afwezigheid. Be vreemdend is het dat toen het bericht van den brand te Ouddorp aankwam men nogthans geene aanstalten maakte met den brandspuit derwaarts te trekken. Eenige weken geleden zijn de brand- bluschmiddelen beproefd en konden deze niet werken. We hebben hier geen brand spuit om in geval van nood onder den toren te laten staan. DIRKSLAND Vrijdag 24 juli werd door het zoontje van G. Bosschieter den eerste steen van de Christelijke school gelegd. BURGERLUKE STAND STELLENDAM Geboren: Jacobad.v. C. de Graaf en T. Koenraad - Hester d.v. C. Keyzer en M. Roon. De Hellevoetse Vestingdagen wor den omvangryker dan in de vooraf gaande jaren. De organisatoren hebben zich voor 22 en 23 augustus verzekerd van de medewerking van zo'n duizend man, die de b^na dertig onderdelen voor hun reke ning nemen. Het gehele evenement wordt dit keer geopend met de ont vangst van Michiel de Rujrter, die na zo'n driehonderd jaar weer eens het Prinsehuis zal bezoeken. De zeeheld vertoeft in gezelschap van zün staf en leest op het bordes van het stadhuis een declamatie voor. Soldaten, trommelaars, kanon schoten, marketensters en dames- van-lichte-zeden zullen het schouwspel vervolmaken. GOEDEREEDE Ondertrouwd: Tobias Kramer en Maartje den Eerzamen. DIRKSLAND Geboren: Christiaanz.v. C. v. d. Ham enN. Breur. MIDDELHARNIS Geboren: Krijn z.v. J. de Ruiter en A. Westendorp - Maria d.v. J. Sala en A. Schol. GEMENGD NIEUWS De directeur van de luchtvaarschool te Parijs, Henri Leconte, is voornemens in een luchtballon over Afrika te trekken van Mozambique uit De ballon die een in houd zal hebben van 10.000 cm. zal voorzien zijn van een kleine machine tot het fabriceeren van gas gedurende de nacht Hij zal proviand voor 100 dagen meenemen. Zaterdag zijn te New York 28 Russische Joden aangekomen. Zij worden echter in het immigrantenhuis voorlopig aange houden. Men verwacht dat zij zullen wor den teruggezonden want de Ver. Staten weigert haar havens voor verdreven Rus sische Israëlieten open te stellen. De beroemde Spurgeon, de man die in 1853 op 19 jarige leeftijd reeds als predi kant optrad en zooveel naam maakte dat de grootste kerken van Londen, waar 10 a 15 duizend menschen plaats vinden te klein werden voor zijn gehoor zoodat hij in 1861 een eigen kerk, de Tabernakel, moest stichten, die al zijn preeken, daags na het uitspreken in het licht zend, zodat er duizenden van zijn hand te verkrijgen zijn, is reeds eenige tijd ernstig krank, volgens de laatste berichten kan de dood elk oogenblik verwacht worden. ADVERTENTIËN Verpachting Visscherij Burgemeester en Wethouders van Sommelsdijk zullen voor de tijd van 4 jaar verpachten: de Visscherij in de Kaai en haven dier gemeente Door 's Heeren goedheid voorspoedig bevallen van een Dochter MARIA HELENA VAN GENT geliefde echtgenoote van M. Dijkers. Sommelsdijk, 6 augustus 1891 Maaskade 13, Heinekens Bierhuis vlak over de aanlegplaats der stoom- booten van Overflakkee, Brielle enz. Logement en Koffiehuis Een heerlijk plas bier a 6 cent en een kop zuivere en onvervalschte koffie kost hier slechts 5 cent, terwijl brieven, lood- schoppen of goederen van bezoekers hier gratis worden in bewaring genomen. Verhuring bij inschrijving van ongeveer 100 hectaren BOUW, WEILAND en GORZEN in den Halspolder, Boschpolder en langs het Haringvliet in de gemeente Stellendam. Notaris J.C. vanBergeyk, Middelhamis Publikatie van het Streek Museum Goeree- Overflakkee Kerkstraat Sommelsdijk A. J. K. De historische opening wordt verzorgd door leden van de toneelgroep Atmosfeer, één van de vele plaatselijke verenigingen en instanties die aan de Vestingdagen meedoen. Het programma speelt zich dit jaar helemaal in en nabij de oude vesting af, zodat het publiek alles op loopafstand van slechtSkCnkele minuten kan bereiken. De organiserende stichting mikt overigens op eeu' groter aantal bezoekers dan in 1980, toen men de belangstelling op niet minder dan 30.000 personen schatte. Nog nieer dan in andere jaren zal ge tracht worden de ginstige ligging van het oude Marinestadje te benutten. Er zijn méér aktiviteiten binnen de wallen, terwijl ook de aangrenzende Koopvaardijhaven en de Tramhaven met de bijbehorende terreinen intensiever worden gebruikt De verschillende leeftijdscategorieën ko men uitstekend aan hun trekken. Er is zowel poppenkast als popmuziek, het laatste in de vorm van het bekende Wal- lenpop, dat naast Fort Haerlem wordt gehouden. Liefhebbers van de natuur kun nen hun hart ophalen in ontmoetingscen trum De Veste, waar een unieke milieu tentoonstelling wordt ingericht De nostalgie is rijkelijk vertegenwoor digd op de Vestingdagen. Er rijden bij voorbeeld tientallen oude koetsen, rijtuig jes en boerenwagens over het eiland Voome, die hun rally met een show op het Haerlemmerplein beëindigen. Verder zet het Nationaal Brandweermuseum en de Oudheidskamer de deuren weer wijd open. Verschillende schepen (zoals van de zeekadettenkorpsen van N|aassluis en Hellevoetsluis) leggen de loopplank uit en natuurlijk kunnen de bezoekers genieten van ontzettend veel „stoom". Het Nationale Stoomweekend mag ge rust de trekker van de Vestingdagen wor den genoemd. Vandaar dat de jonge Stichting Vesting dagen hellevoetsluis een antieke stoom wals tot beeldwerk van de organisatie heeft verheven. Speciaal uit Engeland komen drie schitterende stoommachines, die op eigen kracht vanaf het terrein van de North Sea Ferries in Europoort naar Hellevoetsluis zullen rijden. Vanzelfspre kend rijdt beide Vestingdagen de stoom tram, die in Hellevoetsluis zijn „thuisha ven" heeft. In de Tramhaven liggen overi gens stoomslepers om plezierige tochtjes mee op het Haringvliet te maken. Speciale gast is De Furie uit de bekende televisieserie Hollands Glorie naar het boek van Jan de Hartog. Naast het stoom, waarover nog veel meer te vermelden valt vragen ook de sport en cultuur aandacht op de Vesting dagen. Er zijn judo-demonstraties en Breugheliaanse spelen. In de tuin van het Prinsehuis kan in een rustige sfeer worden genoten van volksdansen, toneel en mu ziek. 1 AANGEBODEN: „Senshyu Yellow" Imai" I C. REMUS Handelmij. I DINTELOORD I Tel. 01672-2654-2510- I 2772 -2466 I van de ,,ik ben een gezel van allen, die U vrezen "(Psalm 119:63a) Het is een kostelijk getuigenis, dat de Psalmist geeft, een gezel, een vriend van allen, die de Heere vrezen. Dat blijkt dus mogelijk te zijn in de verbrokenheid van het menselijk leven. In deze wereld, waar in men van nature geniegd is. God en de naaste te haten, blijkt ook de verbonden heid in de Heere gevonden te kunnen worden. Dat is een vrucht van genade. Daarin wordt God verheerlijkt Zo spreekt de Psalmist van deze ware vriendschap. Eerst heeft hij betuigd, op deze aarde een vreemdeling te zijn. Hij kan zich in de zonde niet thuisvoelen. Zijn ziel dorst naar God. En wat is het dan groot, als er méér blijken te zijn! Hij noemt hen: „die de Heere vrezen". Wie zijn het? Zij, die door genade geleerd hebben, met de Heere te leven. Zij hebben geleerd, hun schuld, hun zonde in te leven. Zij hebben geleerd, hun schuld, hun zonde in te leven. Zij hebben geleerd, de Heere om genade aan te roepen. Hun hart heeft geschreid, om vrede met God te mogen vinden. Toen heeft de Heere zich in Zijn ontferming aan hen geopenbaard. Hij heeft tot hun hart gesproken van vrije genade. En dat heeft gebracht tot de liefdedienst in het onderhouden van Gods geboden. „De Heere vrezen" dat is dus als het ware een samenvatting van héél het leven van Gods Kerk. Het ziet op de persoon lijke, bevindelijke kennis aan de Heere, het ziet ook op de uitleving in de praktijk der God-zaligheid. In het Woord des Heeren wordt nu dit leven op een veel kleurige wijze beschreven. En dat bindt samen. Zo wordt meteen al getuigd van de overwinning des Heeren in de strijd tegen de duivel. Immers, de duivel brengt slechts verdeeldheid en haat, verwarring en verbrokenheid. Door de zondeval in het Paradijs heeft haat zijn intrede gedaan; de duivel heeft niets liever dan dat mensen tegen elkaar opstaan. En als de Heere genade openbaart, wordt de strijd tegen deze vijand gestreden. Dan worden men sen bij elkaar gebracht, om de Heere te mogen dienen en vrezen. Hoe wordt het geleerd? wat is het ken merk van deze verbondenheid? lu dat verband moeten we spreken van de dot moed. Als Gods kinderen op hun pel grimsweg verkeren, zijn ze daar niet om elkaar te keuren. Dat veroorzaakt hoog moed en verwijdering. Nee, dan leren zij, de ander uitnemender te achten dan zich zelf. Dat neemt niet weg, dat zij wél zullen luisteren, of de woorden, die zij horen, naar de Schrift zijn, om zonodig elkaar te onderwijzen ofte waarschuwen, maar dat kan alleen in de gestalte van ootmoed en zelfkennis, en kennis aan het Woord des Heeren. Wat moet er dan een begeerte zijn, daar van te mogen weten. Want hoe meer de Koning der Kerk in al Zijn. heerlijkheid gekend wordt hoe kleiner we worden in onszelf En dat is een zalige kennis. Dan vallen de harten samen in deze belijdenis. Dan gaan zij, die God vrezen, zich samen verwonderen over de genade, die de Heere openbaart Als de harten van die „metgezellen" samenvallen, spreken zij samen over de dienst des Heeren. Wat is dan het onder werp van het gesprek? Wel, allereerst het wonder Van het welbehagen des Heeren. Daarin is de grond van hun zaligheid geopenbaard. En vandaaruit spreken zij over het Borgwerk van Christus. Daar komen ze nooit over uitgesproken. Het verzoenende, plaatsvervangende werk van de Borg van Zijn Kerk is gedurig een onderwerp van gesprek en stof tot ver wondering en aanbidding. En dan gaan die metgezellen elkaar opmerkzaam maken op het werk van de Heilige Geest, Die hen samenbindt en van het werk des Heeren doet spreken. Zo komt de Heere in het midden te staan. Dan is de bevinding van Gods kinderen het onderwerp van het gesprek om zó uiting te kunnen geven aan de verborgen omgang met de Heere. Dan mag gespro ken worden van de wegen, die God gaat Niet om er mee te pronken; dat is maar armelijke sier, maar om de genade des Heeren te verheerlijken. Hebben we zul;ke vrienden, zulke met gezellen? Ze zijn er. Maar kennen we ze ook? Wat kan er in het hart van Gods kinderen bij tijden een hunkering zijn naar zulke vrienden in tijden, waarin alleen opgetrokken moet worden. Het kan zo eenzaam zijn, ook in geestelijk opzicht Want het kan toch zijn, dat de één de ander eens zou kunnen opbeuren. Dan wordt het verlangen gevonden, een andere pelgrimsreiziger te ontmoeten, om zo eens nader onderwezen te worden. Want zij die God vrezen, leren ook meer en meer hun onkunde inleven. En als de ander uitne mender geacht wordt, is er altijd begeerte, om van die ander te leren. O nee, dan wordt niet vergeten, dat alleen de Geest uiteindelijk leidt in de heilgeheimen des Heeren. Maar Hij wil daartoe toch mensen gebruiken. En als het goed ligt, zal er gok begeerte zijn, de ander tot steun te kunnen zijn. Dan zal een verzekerd kind des Heeren een bekommerde zielniet wegstoten of hoog moedig bejegenen. Integendeel. Dan mag gewezen worden op de genade des Hee ren, op Hem, die lankmoedig is en groot van goedertierenheid. De Heere gaat im mers in het leven van elk van Zijn kinderen een verschillende weg. Als dat geleerd wordt, is er geen plaats voor verwijdering en strijd. De weg is verschillend, al is de grondtoon van de belijdenis van Gods Kerk altijd dezelfde: de vrijmachtige ge nade Gods," verheerlijkt in de verloren zondaren, en toegepast door de Geest in de weg van gericht en genade. Maar nu denken we ook aan hen, die de Jtleere niet vrezen. Hoe is de houding tegenover dezulken? Hoogmoed? Leed vermaak? VeroordeUng? Nee, dat kan niet Zeker, die liefdeband in de Heere kan niet ervaren worden. Maar is er dan de bewogenheid, als geweten moet worden, dat zij zonder die vreze Gods verloren zullen gaan? Het wijst op de noodzaak, zó te leven, dat de onbekeèrde mens jaloers zou worden. Wat een roeping! Om het leven met de vreze des Heeren te „versie ren", opdat middelijkerwijze een zondaar tot de Heere gebracht zou worden. Zo trekken al die vrienden voort Het is een reis naar de plaats der rust, waar alle pelgrims samen komen, om zich eeuwig te verwonderen over de genade des Heeren. Wat een tegenstelling ten opzichte van die andere plaats^ waar óók over gesproken wordt in het Woord des Heeren: de plaats der verlorenheid. Daar is alleen maar de chaos, de verwarring, de verlatenheid. Daar is maar één verbond: het verbond van de machten der hel, die zich verbon den hebben om eeuwig de verloren mens in de wanhoop te brengen. Maar waar de Heere Zijn Kerk brengt is de volmaakte rust In deze bedeling verbinden de mach ten van de duisternis zich in hun plan. Gods werk aan te vallen, maar dan zijn ze uitgestreden. En in de eeuwige heerlijkheid zal geen strijd, geen verwijdering zijn onder Gods knechten. Want ze zullen geen ander werk en geen ander doel hebben, dan samen de drie-enige God groot te maken. Daar zullen zij, die de Heere leerden vrezen, eeuwig zingen van Gods goedertieren- heeft. Hardinxveld/Giessendam Ds. W. Arkeraats. BO EK BESPREKING: A. K. Straatsma DE GANTELBOER Uitg. T. Wever, Franeker. Negende druk, 198 blz. Prijs f 19,50 Een streekroman met een bekeringsge schiedenis. Maar dan besUst niet één van het soort waarvan er dertien in een dozijn gaan! Wat wordt de kleine dorpsgemeen schap van Zee voort, waar Ds. Hartman predikant is, ons levensecht getekend. De verhouding tussen de liberale boer en de vrouw van zijn knecht, waaruit zoveel ellende voortkwam. De roddelpraat van de mensen en de inzinking van de jonge dominé, die de verborgen vijandschap wel opmerkt, maar er niet tegenop kan. En het sterfbed van de oude I^na, die de man maar niet kan vergeven die haar zoveel verdriet berokkende. Maar vooral ook de liefde van God die sterker is dan alle menselijke koppigheid en onbuigzaamheid. Het verhaal is zo'n zestig jaar oud, maar toen het voor het eerst verscheen waren de beschreven figuren voor „insiders" bijna te herkennen. Zeevoort is namelijk Elker- zee op Schouwen en Ds. Hartman is niemand minder dan de auteur van deze roman, de later zo bekend geworden Ds. Straatsma, die blijkbaar ook een verant woorde en boeiende roman kon schrijven. Jammer dat de weergave van de gesprek ken in het dialekt niet altijd vlekkeloos is. Maar wie kan het een dominé, die van elders gekomen is, kwalijk nemen dat hij het Zeeuws niet helemaal onder de knie kon krijgen? Jaren geleden las ik dit boek, en het boeide me nu weer van begin tot einde. Het zegt trouwens al genoeg dat dit de negende druk is. Meer aanbeveling heeft het nauwelijks nodig. W.v.G. VERVOLGVERHAAL door INGRID LANG Uit het Zweeds vertaald door C. Ploos van Amstel-de Jong J. N. Voorhoeve - Den Haag 21----------------------------------------- Stel je voor, dat hij ook een drinker werd net als zijn grootvader en overgrootvader! Zou ik je zo weinig liefhebben, dat ik ook maar de gedachte zou kunnen verdragen, zulk een verdriet en schande en oneer over jouw eerbare naam te brengen? Nee, nooit, nooit! Ik vroeg je gisteren een ander te zoeken! O, je moest eens weten, hoe groot die onwaarheid was. Ik meende er niets van. Ik moet niet denken aan „een ander". Wij tweeën horen bij elkaar! Je antwoordde, dat er nooit een ander tussen ons zou komen, en dat je je hele leven op mij zoudt wachten! Er ligt zo'n glans over die woorden. Ik durf je niet te vragen, of je die belofte zult houden. Daar heb ik immers geen recht toe! Maar diep in mijn binnenste koester ik een lievelings- wens, al is het dan ook angstig en bevend als een jong vogeltje, dat in het nauw gedreven is, en dat is: Als je zoudt willen wachten, tot het licht doorbreekt, tot alles goed wordt, tot de schande van ons af gewist is, dan zal ik terugkomen! Mis schien kunnen we nog wat korte, gelukkige jaren samen leven.... als we alle twee oud geworden zijn. Ik durf niet eerder! Het familiespook, waaraan ik denk, ben jij niet madame; maar de dronkenschap, die vreselijke dronkenschap, die erfelijk is in ons geslacht! O, God....! Nee, ik durf niet te bidden. Maar daar binnen in mij zit een kleine, bange vogel, die beeft. En Gij, die het weet, ziet het! Ik heb hem lief, o, ik heb hem lief! Bewaar hem. Here! Ik ben.gisteren bij de oude Kari geweest met het laatste maal, dat ze van Eikesjö krijgt, als tenminste de nieuwe eigenaar dié gewoonte niet overneemt Ik weet niet wie hij is; maar ik weet dat ik hem, die de hoeve en de grond van ons zal afnemen, bijna haat. Van ons afnemen! Dat je je niet schaamt, Aletta! Wij zijn het unmers, die datgene, wat ons toevertrouwd werd, niet op juiste wijze hebben beheerd. Daarom mag God het van ons afnemen! Maar de oude Kari gaf mij een paar bijzondere woorden mee tot troost. Ik heb ze nooit eerder gelezen. Nu wil ik ze vaak lezen. „En Hij zeide: Gij uit en sta op deze berg, voor het aangezicht des Heren. En ziet, de Here ging voorbij, en een grote en sterke wind, scheurende de bergen, en brekende Je steenrotsen, ging voor de Here henen; doch de Here was in de wind niet; en na deze wind ene aardbeving; de Here was ook in de aardbeving niet En na de aardbeving een vuui^ de Here was ook in het vuur niet; en na het vuur het suizen van een zachte stilte Zo staat het er, maar in het stukje dat er op volgt, komt de Here. Hij komt in de zachte stilte. O, Here, kom na storm en onweer en vuur in de zachte stilte tot ons allen, en tot hen, die op Eikesjö na ons zullen wonen, tot hem, die ik lieflieb en tot ons, die zo grenzeloos ongelukkig zijn! Amen! Aletta Strang Romer van Eikesjö -0- Wiebeke bleef onbeweeglijk met de brief in haar handen zitten, lang voor zich uitkijkend. Haar gezicht was nat van tranen. Het was al lang geleden, dat iets haar zo sterk aangegrepen had als dit Maar wie was Aletta Strang Romer, en waarom lag deze briefin de oude eiken kist hier binnen in de groene kamer met het „Mysterie op Ravnsborg"? Ja, dat was ook een mysterie! Aletta Strang Romer van Eikesjö. Ze wist, dat haar vader de hoeve op een veiling gekocht had; maar van wie wist ze niet. Ze had wel iets gehoord van een verarmde, aan lager wal geraakte familie; maar de jaren waren te vervuld geweest van andere dingen, dat ze over dit pro bleem had kunnen nadenken. Ze was nog maar tien, elf jaar, toen ze op een vroege zomermorgen uit het dorp hierheen waren gereden. Het was op haar verjaardag, en de hemel was zo blauw ge weest en de zon zo glanzend goud boven de velden en weiden. Ze herinnerde zich die morgen zo goed, omdat haar vader haar een verjaardagscadeau had beloofd, waarvan ze niet had kuimen dromen. Zo waren ze de lange oprijlaan naar Eikesjö opgereden, zij, haar ouders en al haar vriendinnen. Aan het eind van de oprijlaan lag het grote, witte huis midden in een gewirwar van vroege rozen, be schaduwd door oude bomen. De vlag wapperde in de zomerwind, een lange tafel vol chocoladekoppen stond op het grasveld gedekt Het was op die dag, dat ze kennis maakte met Per en Anne Groten, die toen net in het tuinmanshuisje waren komen wonen. Ze had toen niet begrepen, wat haar vader bedoelde met zijn verjaardagsca deau. Ze dacht eigenlijk wel, dat het nieuw-ingerichte poppenhuis was, dat ze die dag in de tuin gezien had. Maar op haar een en twintigste verjaardag lag er een dikke, gele envelop naast haar bord, toen ze aan de ontbijttafel kwam, en in het document, dat ze openvouwde, stond, dat Eikesjö met zijn roerende en onroerende goederen Wiebeke Agneta Reimers toe behoorde. Maar toch was het alsof het toen nog niet helemaal van haarzelf was. Eikesjö was het huis van haar ouders en broer en zusja en in de tweede plaats haar eigen verrukkelijke huis. En in alle vacanties stind het gastvrij voor andere familiele den, vrienden en vriendinnen open. Maar toen Ivar en zij een eigen huis houden zouden gaan beginnen, werd Eikesjö voor het eerst van haar en van niemand anders. Het was voor niemand een geheim geweest, dat Ivar zich met alle geweld daar buiten wilde vestigen. Hij hield van de zee en was een hartstochteUjk zeiler. Zijn voorstel om het buiten te verkopen had haar fel doen protesteren, en zij hadden een lange en heftig discussie gehad, vóórdat hij erin berustte, dat ze in de herfst en in de winter een kleine, moderne woning in het dorp zouden bewonen, en in de zomer het onontkoom bare Eikesjö, zoals hij zei. Hij was er trouwens nooit heengegaan. In de twee jaren van hun verloving, waren ze 's zomers naar het buitenland gereisd en een paar weken bij haar ouders op Oksö geweest Zelfs de traditionele kerstfeesten hadden ze in het dorp gevierd, omdat Wiebeke's moeder de laatste jaren telkens ziek was en niet sterk genoeg om de reis daarheen in de winterkoude te maken. Al deze dingen gingen door Wiebeke heen, terwijl ze bovenop „het Mysterie van Ravnsborg" zat met de brief van Aletta Strang Romer in haar handen. Zou ze de dochter van den laatsten eigenaar van Eikesjö geweest zijn? Het moest haast wel. Anders zou ze er wel achter kunnen komen. Ze wilde Per Groten vanavond er eens over vragen, en als hij het niet wist, dan was haar vader er nog. Het was anders wel eigenaardig, dat alles hier zo rustig jarenlang in die kist gelegen had. Dat niemand op het idee gekomen was om die oude kist op te ruimen en de hele rommel t verbranden! Ze had plot seling het wonderlijke gevoel, dat het mis schien wel bewaard gebleven was, opdat zij het zou vinden! „Er zijn er wel meer dan wij tweeën, die ongelukkig in deze wereld zijn, madame," zei ze met een blik naar het schilderij. Arme Aletta Strang Romer! Wat moetje het zwaar gehad hebben op die avond, dat je je gedachten neerschreef! blik op k»r Ml MMwnltvIng 3®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®®® ^^^.4.^.^.^.l^4.4.^.^.^.^:^^^.^.^.:^^.^.^.^^^.^■^■^•^■^■^■^■^^^■*^■**^■'^^■>^^■'^^■4■^■*>^^■'^^■'^^■^■'^'^*^^4■^***^

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1981 | | pagina 5