EIIAIIDEn lilEUWS
Grote belangstelling
bij bevestiging en intrede
van lond. Becker
Overdenking
MUS ONROEREND GOED
mt de
HeiHge Sdirift
3e blad
Vrijdag 6 maart 1981
No. 4973
OOLTGENSPLAAT
Dankbare gemeente schonk toga
alleen, U loven wij", dat was een van de psalmen en gezangen die
door organist dhr F. Braber werden gespeeld voor de aanvang van de be-
vestigings- en intrededienst van kand. drs. J. H. Becker j.l. zondag.
Daarmede vertolkte hij de gevoelens van blijdschap van de gerefor
meerde kerk van Ooltgensplaat die nu weer een eigen predikant bezit.
In de eigen kerk werd 's morgens de bevestiging verricht door zijn vader
dr. J. H. Becker, die naast de dankbaarheid aan God de gevoelens van
vreugde in de gemeente neerlegde die bij hem en zijn vrouw leefden. De
kerk zat vol, ongeveer 300 personen en daarom werd voor de middag-
dienst de hulp gevraagd van de hervormde gemeente voor hun kerkge
bouw, aan welk verzoek spontaan werd voldaan. Deze dienst werd door
500 personen bezocht. De burgelijke gemeente werd vertegenwoor
digd door loco-burgemeester dhr A. Kroon en door gem. secr. dhr J. L.
Vetter, de plaatselijke hervormde kerk en de GerefGemeente door en
kele kerkeraadsleden, waaronder ds. en mevr. van Bennekom.
WONBNGEN:
MIDDELHARraS: Ring 36 en Fr. Halslaan 17
DIRKSLAND: Ring 11, Gasthuissteeg 1,
Winterstr. 12 en Z. Spuidijk 27
OOLTGENSPLAAT: P. Biggestraat 7
NIEUWE TONGE: Koninginnelaan 2, Westdijk 17
KERKWERVE: Zandweg 21
WINKELPANDEN
MIDDELHARNIS: Zandpad 34
DIRKSLAND: Achterdorp 14
OUDE TONGE: Voorstraat 1
PAKHUIS:
Handelsterrein Oude Tonge
BOERDERIJEN
Goeree-Overflakkee en Sohouwen-Duiveland met of zonder
enkele ha landbouwgrond
13 ha vrije landbouwgrond op Schouwen-Duiveland
2 ha vrije landbouwgrond op Flakkee
DESKUNDIGE BEMIDDELING BIJ
Aan- en verkopen van onroerend goed
BELEGGINGEN
BEHEEB
PACHTZAKEN
TAXATIES eveneens voor successie
MUS ONROEREND GOED
POSTBUS 37 -- DIRKSLAND
TEL. 01877 -1309
jüw iiuls verkopen
TAMBOER
Bijz. samenkomst
m.b.t.
abortuswetgeving
Het abonnements
geld 1981 ad.
40,-
Van de oud-predikanten van de ge
reformeerde kerk woonde drs. H. A. L.
V. d. Linden uit De Bilt de dienst bij.
Ds. K. Reenders en ds. P. Huisman en
enkele ring- en classispredikanten liad-
den bericht van verhindering gezonden.
Zusterkerken van Flakkee met ds. Van
Noord en ds. Hage waren talrijk opge
komen. Ook de oud-consulent ds. G. J.
Smink uit Barendrecht en dhr Van der
Schee uit Spijkenisse toonden belang
stelling.
Onder de zeer vele gasten van elders,
bevonden zich familie, vrienden en en
kele tientallen studenten van de V.U.
De organisatie berustte bij de ker-
keraad en de commissie van beheer,
waarbij de jeugd werd ingeschakeld.
De gasten werden in „Elthato" ont
vangen tussen en na de middagdienst.
Na de morgendienst werd kand Becker
een toga aangeboden, een initiatief van
de Vrouwenvereniging, gesteund door
alle gereformeerde gezinnen. In de mid
dagdienst deed ook de toga z'n „in
trede". Nog een aantal andere geschen
ken o.a. boeken, bloemen etc. mocht ds.
Becker (reeds vorige week) in ontvangst
nemen.
Bevestiging
De scriba van de kerkeraad ouder
ling J. J. van der Graag, sprak aller
eerst een welkomstwoord. Speciaal tot
de gasten.
Na het intochtslied Psalm 118 9 en
19: „Dit is de dag, die God deed rijzen.
Juicht nu met ons en wees verblijd",
volgde stil gebed, votum en groet.
Na lezing van de hoofdsom der Wet
ging dr. J. H. Becker voor in gebed.
Ter verootmoediging werd gezongen
Gez. 37 1 en 2.
De schriftlezing was Jesaja 6 5-8
en Mattheus 9 35-38.
Vervolgens vroeg ds. Becker een ze
gen over dit samenzijn.
Na het zingen van Psalm 119 63 las
hij de tekst voor de bevestigingsdienst
nl. Mattheus 9 37 en 38: „Toen zeide
Hij tot Zijn discipelen: De oogst is wel
groot, maar arbeiders zijn er weinig.
Bidt daarom de Heer van de oogst, dat
Hij arbeiders uitzende in Zijn oogst."
Van de predikatie geven wij hier een
korte inhoud weer:
Wanneer vandaag een herder en le
raar aan een gemeente wordt verbon
den is er blijdschap bij ons, onze zoon,
onze familie, onze gemeente maar ook
blijdschap in de Hemel, aldus vader
Becker aan het begin van zijn preek.
Op deze mooie zondag mogen wij
weer een arbeider in de wijngaard be
vestigen, want de oogst is groot zegt
Christus, Handen vol werk is er en
daarom mogen en moeten wij bidden:
O Heere, zend arbeiders uit die de kud
de schapen leidt en onderricht.
„Gemeente van Ooltgensplaat, u was
vakant, al jaren; zeker, de ambtsdra
gers hebben alles gedaan wat nodig
was maar er moet toch voorziening zijn
ook voor de zondagen en de catechi
saties," aldus dr. Becker. „Onze zoon
was na een bezoek aan Ooltgensplaat
diep onder de indruk en zo kwam er
een wederzijdse toenadering waarop
dan ook een beroep volgde."
Gebed verhoord
„Na een jaar van inwerking betrok
ken wij als gezin de pastorie en na al
de examens mogen wij nu onze zoon en
uw nieuwe predikant bevestigen'', aldus
dr. Becker.
Wij worden geroepen te bidden voor
heel Christus' kerk, nu ook aan deze
gemeente een dienaar w^ordt verbonden.
Toen wij predikant waren te Nieu-
werkerk en de arbeiders in de kerk
weinigen waren en ik hiervoor in een
kerkdienst de nood aan God opdroeg,
aldus dr. Becker kwam bij mij
ineens de gedachte en de vraag op:
„Heere, mogen ook uit deze gemeente
jonge mensen worden mtgezonden in
Uw wijngaard."
En wat gebeurde; dat gebed werd
verhoord, want onze zoon die in het
begin een andere studie volgde, ging
later over op de theologie en ook een
vriend koos voor deze studie. Hij is
hier aanwezig (kand. A. Rotte). Voor
ons was het een gebedsverhoring en
nu op deze dag mogen we spreken over
de ontfermingen Gods.
In een Joods gebed staat: „Zegen
deze jongen" en dat gebed maken we
tot het onze en vragen voor al zijn
vrienden, ook die nog studeren: Heere,
wees hen nabij. Want God roept Zijn
dienaren van nu tot in alle eeuwigheid.
Amen."
Na deze gevoelvolle predikatie werd
gezongen Gez. 79 1 en 2: „Laat m' in
U blijven, groeien, bloeien, o Heiland
die de wijnstok zijt!"
Uiteenzetting
Dr. Becker gaf hierna een uiteenzet
ting van het ambt en na de gestelde
vragen ging hij over tot de bevestiging.
Als antwoord sprak kandidaat drs.
J. H. Becker: „Ja ik van ganser harte."
Aan de handoplegging namen deel
zijn vader dr. J. H. Becker en zijn stu
dievriend ds. H. A. Speelman van
Krabbendijke.
De gemeente zong hierna haar nieuwe
predikant de bekende zegenbede uit
Psalm 134 3 toe.
Vader Becker richtte zich in een per
soonlijk woord tot zijn zoon. Mede na-
mens zijn vrouw zei dr. Becker o.a.:
„Allereerst mogen wij uitspreken onze
grote dank aan God dat wij deze dag
met u als gemeente mogen meemaken.
Het is een rijke zaak om de schapen
van de Heere te weiden in deze wijn
gaard.
Wij als ouders zijn zeer dankbaar dat
wij hem hebben mogen verzorgen. God
heeft mij en mijn vrouw de krachten
gegeven dit vele jaren (bijna 30 jaar,
red.) te mogen doen.
Wij wensen u en ons een gezegende
tijd toe in deze gemeente. Moge God
ons allen genadig zijn", aldus dr. Bec
ker die in het dankgebed zijn zoon en
heel de gemeente opdroeg voor nu en
voor de toekomst.
Staande werd hierna Psalm 68 10
gezongen en na de zegenbede volgde
nog het aanbieden van een geschenk.
Togra
Namens de vrouwenvereniging en
heel de gemeente sprak mevr. A. van
Berkel-Fase in dichtvorm een kort
woord, waarin de spontaniteit van de
gemeente tot uitdrukking kwam.
Samen met mevr. L. Braber-Kreeft
werd ds. Becker een nieuwe toga aan
geboden, hem door laatstgenoemde om
gehangen. Het gedicht werd gemaakt
door organist dhr F. Braber.
Ds. Becker dankte heel hartelijk voor
dit geschenk. „Het was al wel een pu
bliek geheim, maar een verrassing is
het gebleven. In de middagdienst kom
ik hierop nog nader terug", aldus ds.
Becker.
In „Elthato" kwamen familie en ge
nodigden tussen de diensten samen voor
een broodmaaltijd.
Intrede
De hervormde kerk was 's middags
bijna geheel vol toen ds. Becker jr. zijn
intrede deed. Namens de kerkeraad
sprak mevr. H. A. Sprong-Doeland een
woord van welkom.
„Dat wij hier in deze kerk zitten,
heeft een reden. Na de morgendienst,
waarbij de Geref. kerk vol was,, bleek
het ons als commissie van ontvangst
dat het voor de intrededienst onmoge
lijk zou zijn alle bezoekers een plaats
te bieden. Daarom werd op korte ter
mijn de hulp ingeroepen van de kerk
voogdij van de hervormde gemeente die
spontaan de kerk aanbood, terwijl de
PTT zorgde dat de kerktelefoonaanslui
ting werd overgeschakeld, zodat deze
dienst zowel door de gereformeerde als
ook door de hervormde kerktelefoon
kan worden ontvangen'', aldus mevr.
Sprong, die daarvoor de dank van de
commissie uitsprak, daarbij allen in
de kerk en thuis een goede en gezegen
de dienst toewensend.
„Het welkom dat ik uitspreek gaat
ook uit naar de familie Becker, de zus
terkerken, de plaatselijke kerken, de
burgerlijke overheid, de vrienden en
de oud-predikanten en consulenten",
aldus mevr. Sprong, waarna de dienst
een aanvang nam.
Schapen weiden
Het intochtslied was Psalm 100 1, 2
en 4, waarna stil gebed, votum en groet
en vervolgens gebed en de opening van
het Woord.
Hierna werd gezongen Gez. 47 1, 2,
3 en 6. De Schriftlezing was uit 2 Tim.
3 14 tot hoofdstuk 4 5 en Ezechiël 34
vers 11 tot 16.
Tussen deze Schriftlezingen werd ge
zongen Psalm 119 8 en 9 en vervol
gens na de twee Schriftlezingen Psalm
23 1 en 2.
Als tekst had ds. Becker gekozen
Ezechiël 34 15 en 16: „Ik zelf zal mijn
schapen weiden. Ik zelf zal ze doen
neerliggen, luidt het woord van de Here
HERE; de verlorene zal Ik zoeken en
de afgedwaalde terughalen; de gewonde
zal Ik verbinden en de zieke versterken,
maar de vette en krachtige zal Ik ver
delgen. Ik zal ze weiden zoals het be
hoort."
Hij schreef als thema boven de preek:
„HERDERSWERK".
„Ezechiël 34 is gericht tot herders, je
kan ook zeggen tot dominee's", aldus
ds. Becker. „God heeft in dit hoofdstulc
kritiek op slechte herders, ze hebben
niet vergaderd maar ze hebben ver
strooid. Deze tekst is oneindig bescha
mend maar ook vertroostend. Maar let
er op, het is God allen Die het doet.
Hij blijft Zijn gemeente vergaderen.
Dan komen we toch weer bij de predi
kanten, want in deze tekst zijn vier
soorten mensen t.w. de verlorenen, de
afgedwaalden, de gebondenen, de zie
ken. God zoekt al deze mensen, ja Hij
is al lang op zoek naar u. Als herder
met een kleine h mogen we de bood
schap van de grote Herder doorgeven.
Een rijke Christus voor een arme zon
daar. Dit Evangelie hoop ik te mogen
doorgeven in Ooltgensplaat", aldus ds.
Becker.
„Wij zijn verstrooide schapen en die
verstrooiden wil God terughalen. Zelfs
op de berghellingen, de plaats waar niets
groeit wil God Zijn kinderen weiden.
God is Zelf Lam geworden en daarom
weet Hij van onze zonden, ons verdriet".
Zorg en liefde voor elkaar
Hij wil de gebondenen en de zieken
versterken. Deze liefde en zorg van
BIDDAG
Tekst: Spreuken 30
8,9.
In onze tekst houdt Agur bidstond.
Bidstond is een uur wat apart gezet, ge
reserveerd wordt om te bidden. In Is
raël zowel als bij ons een goede zaak,
om van alle uren die God ons schenkt
er sommige apart te zetten om tot God in
te keren, om tot Hem te bidden, Hem te
verbidden. In Israël een dagelijks te
rugkerend uur: de ure des gebeds. Op
zulk een uur treffen we Agur aan en
zie: hij bidt! Bidt hij om een goede
oogst? Om zegen op zijn werk? Over
winning op zijn vijanden? Om rijkdom,
eer? Hoor: IJdelheid en leugentaal doe
verre van mij; armoede of rijkdom geef
mij niet.
Het eerste slaat op zijn innerlijke om
standigheden; het tweede op de uiter
lijke. Het gebed is niet lang, slechts
twee verzen. Maar alles wat noodzake
lijk is, vindt u er in. Zowel de dingen
die hij niet begeert, als die waar hij
naar verlangt, legt hij zijn God voor.
Het eerste waar hij om vraagt om ervan
verschoond te blijven is ijdelheid. IJdel
heid is eigenlijk dat wat je zo weer kwijt
bent; datgene wat zomaar vervliegt en
vervlucht. Om het in bijbelse taal te
zeggen: Alles waar je niets aan hebt
voor God! Het tweede wat Agur nooit
wenst te bezitten is leugentaal. Bedoelt
hij hier onwaarheid spreken, zegt u, of
onwaarheid horen? Beide! Maar dat is
niet het enige; leugentaal is meer dan
alleen maar ordinaire leugens.
Want hieronder zijn ook begrepen al
le voornemens, woorden en daden waar
op men niet kan vertrouwen, dat is: al
les wat buiten God. is. In bijbelse taal
gezegd: Laat me geen geloof hechten
aan ketterijen over God en Zijn Woord.
Ook: Bewaar me voor valse praktijken
in de kerk en in het dagelijks leven.
Het tweede: armoede en rijkdom heeft
betrekking op het uiterlijke. In zijn ge
bed gaat Agur slechts nader in op het
laatste en dan blijkt dit ook alles met het
innerlijk te maken te hebben. Wat mo
gen we van dit gebed veel leren, lezer.
Voor alles wel: De wijze waarop Agur
bidt, n.l. met aandrang: Doe verre van
mij! Geef mij niet! Voed mij! Al deze
werkwoordsvormen staan in de gebie
dende wijs, zijn dus bevelen! Bevelen,
en dat tot God? Ziet u eens naar de
grote Bidder, in het grootste gebed leert
Hij de zijnen: Geef ons! Verlos ons! Leid
ons niet! De Mond der Waarheid Zelf
zegt: De geweldigers nemen het Konin
krijk der hemelen met geweld (Mt. 11
12).
Armoede of rijkdom geef mij niet.
Wat een gebed! Wat staat er verder uit
elkaar dan armoede en rijkdom? Maar
Agur zegt: Bewaar me o God voor deze
twee uitersten. Want bij beide heeft de
satan zijn invalspoort. Hoevelen zijn er
al niet door armoede tot ongeloof geko
men? ,,Als er een God is, hoe...?" De
nood leerde veelal meer vloeken dan
bidden. Agur vertrouwt zichzelf niet:
Armoede, o God, geef die niet!
Maar ook voor rijkdom is hij even
zeer bevreesd. Dat men bidt om niet in
armoede gedompeld te worden, is voor
ons heel begrijpelijk; maar rijkdom: wie
wenst dat niet? Doch Agur weet het:
Aan hoeveel verzoekingen staat een rij
ke wel niet bloot! In alle tegenspoed
geduldig; wat is dat moeilijk! Doch in
voorspoed dankbaar is nog veel moei
lijker, omdat dankbaarheid in ons oog
wat anders als die welke God vraagt.
Hoe bezwaarlijk zullen degenen die goed
hebben in het Koninkrijk Gods ingaan,
zegt de Heere Jezus.
Hoe zijn op vele plaatsen de kerken
leeg vanwege de welvaart. Als we alles
hebben wat ons hart begeert, dan heb
ben we God niet meer nodig; slechts
Zijn gaven. Maar omdat we God mis
sen, stikken we in de gaven; zijn ze ons
tot een val. „Geef mij niet!" Agur is
bang van zichzelf; legt het beheer over
zijn leven in de handen Gods.
„Voed mij met het brood mijns be
scheiden deels". Wat is dat? Het be
scheiden deel betekent hier niet: karig,
weinig, maar: het voor mij bestemde,
hetgeen mij uit Uw hand beschikt (be
scheiden )is en daarom het toereikende.
Wie de maat, de hoeveelheid van het
brood vaststelt, zegt Agur, is God! Hoe
heeft Jezus deze bede aan de zijnen ge
leerd: Geef ons heden ons dagelijks
brood!
Wat een jacht naar meer, lezer. Voor
raad, zekerheid, overvloed, iets achter de
hand! Zeg niet: Daar doe ik niet aan
mee! We hebben allen onze diepvries-
kist en ons bedrijfspensioen of A.O.W.-
uitkering staat vast! Mag dat dan niet?
Het ligt er aan hoe u/ik het bezit en
ontvang. Ik bedoel: Wie is de gever, of
Gever?
IJdelheid en leugentaal doe verre van
mij; armoede of rijkdom geef mij niet;
voed mij met het brood mijns beschei
den deels; opdat ik zat zijnde U dan niet
verloochene en zeggen: Wie is de
HEERE Bij rijkdom dreigt het ver
loochenen van de Gever omdat de ga
ven zo'n grote plaats innemen. Zat
zijnde van genot over verzadigd wor
den. Zat zijn, dat zeggen wij van iemand
die dronken is. Zo iemand weet ook niet
meer wat hij doet. Zie daar de vrees van
Agur.
De vraag hier: Wie is de HEERE ?is
niet een vraag in afhankelijkheid naar
de God des verbonds, maar de vraag
zoals die ook vandaag zo vaak gesteld
wordt: Die van de sterke, onafhankelij
ke mens, die los van God leeft en daar
mee een God-loze goddeloze is!
Of dat ik, verarmd zijnde, dan niet
stele en de naam mijns Gods aantaste.
Bij armoede dreigt een ander gevaar,
n.l. dit: Om door het verarmen uit Gods
armen weg te lopen en voor zichzelf te
nemen wat van anderen is. (diefstal).
Zo wordt Gods Wet en daarmee God
Zelf, de behouder der armen, aangetast.
De dreiging van de armoede is niet min
der groot dan die der rijkdom, immers
ook hier is het gevaar groot het geloof
(immers een vast vertrouwen) in God te
verliezen en zo Zijn naam aan te tas
ten.
Armoede: Daar zullen we het komen
de seizoen geen last van hebben, zegt u
wellicht. Spreek niet te vlug! Onze
welvaart, voorspoed: God kan het in en
kele ogenblikken tijds veranderen. De
zelfde God van de 7 vette en 7 magere
jaren leeft nog! Ook in het Egypte van
die tijd werd met Hem geen rekening
gehouden, doch men leerde met Hem re
kenen door Zijn knecht Jozef. Waar het
op aankomt is: Is Hij uw, mijn God?
Zie toch in de tekst: De naam mijns
Gods! Dat is niet zomaar vanzelfspre
kend dat God ook zijn God is. Dat is
God niet omdat Agur zijn handen vouwt.
Ook niet omdat Agur er de goede ge
woonte op na houdt om bidstond te vie
ren.
Zie maar: Terwijl hij bidt, vreest Agur
ervoor dat hij ooit in een toestand zal
komen waarin hij de band met God
kwijt raakt. Dat is nu vóór alles noodza
kelijk, lezer. De band met God! Niet al
leen op de biddag, of op de zondag, maar
overal en altijd! Zie dan zal Hij u nim
mer om doen komen; zelfs niet in dure
tijd en hongersnood! Dan al heb je niets
wat je van jezelf kan noemen, bezit je
toch alles in Hem door Wie, Wie en Wie
wij danken: Doch Gode zij dank voor
Zijn onuitsprekelijke gave!
Stellendam
Ds. C. Oorschot
God moeten wij doorgeven. Gezamen
lijk ons inzetten voor de haasten. El
kaar hooghouden, een plaats geven in
onze gemeenschap en voor hen bidden.
„Hartelijk welkom, fijn dat je er
bent, je hoort er bij", zo moeten we
onze naasten tegemoet treden. Een taak
die we gezamenlijk moeten verrichten.
Waar liefde woont, daar wil God zijn.
„Ik hoop dat zelf ook zo te .doen, dat
zie ik ook als mijn opdracht", aldus ds.
Becker.
De taak van de herder is om te ver
binden. Medeleven voor lOO'/o. Geluk
kig ontdek ik dat er te Ooltgensplaat
ook medeleven bestaat. De mensen op
genomen in het ziekenhuis bemerken
dit aan bezoek en kaarten. De zusters
zeggen: „Je komt zeker uit de Plaat".
Het is een geweldige taak voor ons
allen, voor mij in het pastoraat, de ca
techese en al het andere kerkewerk. Bij
de jeugd ontdekte ds. Becker een open
oor op de catechisaties. Ze gaan op de
vragen in en dat verblijdt mij.
Voorrecht
Wij kennen elkaar persoonlijk. AI
twee jaar werk ik hier. Het is een eer
en een voorrecht om in deze gemeente
te mogen werken. Dat wil ik met na
druk zeggen. Ik voel mij met zeer vele
banden aan Ooltgensplaat verbonden.
Maar bovenal is het groot dat de Her
der er is die de schapen zal weiden en
leiden. Dat is het voornaamste.
Ik denk hierbij aan dat kleine meisje
dat na een ongeluk met haar ene hand
al de vingers van de andere hand vast
hield. Ze kon niet meer spreken en
waarom had zij dat gedaan, was de
grote vraag. Op school had de juffrouw
verteld van de goede Herder en met
haar vijf vingers kon zij tellen: „De -
Heere - is - mijn - Herder''. Vijf woor
den. Mogen wij dat ook weten, aldus
besloot ds. Becker zijn preek, die met
veel aandacht werd gevolgd. Hierop
werd gezongen Gezang 101: „De Heer
is mijn Herder!"
Op de Geloofsbelijdenis volgde als
antwoord Psalm 95 4: „Want Hij is
onze God en wij..."
Na het dankgebed volgde orgelspel:
„Als ik maar weet, dat hier mijn weg,
door U Heer wordt bereid", waarna
staande werd gezongen Ps. 89 1 en 7.
Nadat ds. Becker voor het eerst als
eigen predikant de zegen op de gemeen
te had gelegd, volgden de gebruikelijke
toespraken.
Kontakten vanaf 1978
In plaats van de tweede praeses van
de kerkeraad broeder van Drongelen,
die zijn stem niet kon gebruiken, sprak
de scriba een welkomstwoord.
Dhr v. d. Gaag ging uit van de aan
tekeningen die de 2e praeses al opge
tekend had. „Als kerkeraad en gemeente
hebben we naar deze dag uitgezien.
Voorjaar 1978 werden de eerste kontak
ten gelegd en in april 1978 werd een
toezegging van beroep op u uitgebracht.
Dit werd door u aangenomen. U woont
hier in het land waar het leven goed
is. Ik mag dit ook zeggen, als nieuwe
bewoner. Maar ook de pastorie staat
altijd open en in die twee jaar heeft de
gemeente de familie al leren kennen en
de familie Becker de gemeente. Daar
door is er al een band ontstaan", aldus
dhr v. d. Gaag.
„Uw levensloop is vanmorgen door
uw vader al gememoreerd. Wij danken
de Koning der Kerk hartelijk dat Hij
een arbeider in deze wijngaard heeft
willen uitzenden. „Dit is de dag die
de Heere gemaakt heeft, laten we jui
chen en verheugd zijn, want Hij die u
roept is getrouw die het ook doen zal",
aldus dhr Van der Gaag.
Ds. L. Bouman van Rockanje sprak
namens de classis Brielle. „Een herder
zonder kudde is niets. Ik feliciteer u
met de nieuwe gemeente en de ge
meente betrek ik in deze felicitatie. Ik
hoop Hans dat je fijn in de classis mee
zult doen en u wordt een goede tijd
toegewenst.
Drie punten
Kandidaat A. Rotte uit Nieuwerkerk,
die samen met ds, Becker heeft gestu
deerd vond het fijn deze dag mee te
maken. Hij dacht aan drie punten die
zich voordoen, ten eerste: hoe moeilijk
het thans wordt (we hebben met twee
predikanten Becker te maken), ten
tweede hoe heerlijk het thans is de
vreugde met Hans te mogen delen en zo
de Heere te danken dat Hij het tot
hiertoe voor ons samen zo geleid heeft.
Het derde punt van kand. Rotte was:
„hoe machtig het wordt" en dat wil
zeggen: Gods Woord verkondigen. Dat
is iets groots en hiervan mag men an
deren deelgenoot maken. Het ga u goed.
Dierbare broeder
Vervolgens sprak nog een studie
vriend nl. ds. H. A. Speelman uit Krab
bendijke. „Hartelijk gefeliciteerd, ook
beide ouders, voortreffelijke vriend en
dierbare broeder", aldus ds. Speelman,
die opmerkte dat ds. Becker vandaag
een profeet wordt. „Een profeet moet
zich soms opstellen tegen de gemeente
die hem geschonken is. De christelijke
boodschap is soms hard maar het moet
vermanend en ook vertroostend zijn."
Over ds. Becker zei hij: „Met hart en
ziel werkte hij in Amsterdam en ook te
Ooltgensplaat. Je deed dit vóór dat je
het ambt aanvaardde, maar nu heb je
het predikambt op je genomen. Ik hoop
dat God je de kracht en wijsheid wil
geven hier te Ooltgensplaat te werken
tot Zijn eer. Samuel moest leren aan de
kant van God te staan en dat kan
soms weleens een breuk veroorzaken,
maar God zegt: Ik zal Zelf Mijn scha
pen weiden", aldus ds. Speelman.
Op vaste grond
Namens de studenten van de VU sprak
dhr G. Mink uit Amsterdam. „Wij als
studenten mogen beamen dat je staat
op de vaste grond van de Gereformeerde
leer; vooral in deze tijd van verval is
dat een vast fudament. Wij zullen jou
op de VU missen als een strijder voor
de waarheid", aldus dhr Mink.
Namens de Geref. Kerk van Den
Bonunel sprak dhr M. D. de Wit woor
den van gelukwensen. „U hebt het
werk dat u begeerde en wij hopen dat
u het Woord van God hier onverkort
zal mogen verkondigen."
Dank voor alles
Tot slot was het ds. Becker die een
woord van dank sprak tot de sprekers
en heel de gemeente.
Allereerst dankte ds. Becker voor het
geschenk dat hij 's morgens in de vorm
van een toga mocht ontvangen. Het was
overweldigend.
Beide ouders werden hartelijk dank-
gezegd voor hun zorgen en zijn vader
voor de bevestiging.
Verder dankte ds. Becker de eom-
missie van voorbereiding, de organist,
de koster, de jeugd, de verzorging in
„Elthato" en ook de hervormde kerk
voor de regeling op een korte termijn
bewerkstelligd. Dat heeft ons goed ge
daan,
In „Elthato" was daarna gelegenheid
de familie Becker te groeten waarvan
door een groot aantal gasten en gemeen
teleden gebrviik werd gemaakt. Ook
hier mocht ds. Becker nog enkele ka-
do's in ontvangst nemen, o.a. ook van
de jeugdvereniging.
Op 18 december j.l. werd door de
Tweede Kamer met slechts één stem
meerderheid het ontwerp Wet afbreking
zwangerschap aangenomen. In deze wet
wordt abortus provocatus, zij het onder
bepaalde voorwaarden, wettelijk toe
gestaan. Dit betekent ht openlijk los
laten van het Woord van de levende
God, Die heeft gezegd: „Gij zult niet do
den", w^ant dit gebod geldt ook voor het
prilste leven in de moederschoot. We
moeten dan ook vrezen voor de toe
komst van een volk, dat abortus wil le
galiseren.
Zoland het wetsontwerp door de Eer
ste Kamer der Staten Generaal niet is
aanvaard, zal het echter nog niet in
werking kimnen treden. Daarom wil
len we als Vrouwenbonden in een bij
zondere samenkomst tot bezinning en
gebed de Heere vragen ons land en
volk te gedenken en ons voor verdere
afglijding van Zijn Woord te bewaren.
Deze samenkomst zal worden gehou
den kort voordat de Eerste Kamer zich
over dit wetsontwerp zal uitspreken. We
hopen bijeen te komen op:
D,V. zaterdag 28 maart a.s.
in de Ahoyhallen te Rotterdam,
's middags om lialf drie.
Tijdens deze samenkomst zullen spre
ken:
Ds. H. Hofman te Gorinchem.
Prof. dr. W. H. Velema te Apeldoorn.
Dr. K. F. Gunning te Rotterdam.
Ds. W. Chr. Hovius te Apeldoorn.
Mevr. T. Kok-Fens zal een gedicht
ten gehore brengen.
Niet alleen de leden van de Vrouwen
bonden, maar ook allen die in deze zaak
meeleven zijn hartelijk welkom. .Velen
zullen zich de samenkomst van 11 de-r
cember 1976 in de Julianahal te Utrecht
herinneren. We menen ook nu weer bij
een te moeten komen in biddend opzien
tot de Heere, van Wie we alleen alle
hulp en kracht verwachten. Hij schenke
ons opnieuw, hoewel onverdiend. Zijn
onmisbare zegen.
Namens het Comité Vrouwenbonden op
Ger'eformeerde Grondslag:
mevr. A, C. Meijwaard-Fuite, Bond
van Ned, Hervormde Vrouwenvereni
gingen op Gereformeerde Grondslag;
mevr. A. P. van Schaik-de Bruijne,
Bond van Chr. Gereformeerde Vrou
wwen verenigingen
mevr. Z, Crum-Nieuwland, Bond van
Vrouwenverenigingen der Ger. Ge
meenten.
Eventuele giften ter bestrijding van
de onkosten voor deze samenkomst kun
nen worden overgemaakt op gironum
mer 4156700 t.n.v. Comité Vrouwenbon
den op Ger. Grondslag, Fazantenstraat
14, 3815 AN Amersfoort.
nog niet voldaan
Doet u het nu gelijk even
Giro-nummer 16 79 30 of hank
34.20.01.108.
Vriendelijk dank.
Adm. EILANDEN - NIEUWS