100.000 e bezoeker bij Informatiecentrum Oosterscbeide Mobilstation „Ellanden-nleuws'' De vissende kat Uw huis verkopen TAMBOER WEERPRAATJE Voorboden voor zacht of streng zijn er niet WAAROM HOOI ZELDZAAM WORDT Weerspiegeling van de tijd in koek Moderne vindingen vastgelegd in speculaasplanken „VAN U WIL IK ZINGEN" OVERWELDIGENDE BELANGSTELLING VOOR ZANG- EN ORGELAVOND IN DE NED. HERV. KERK TE DIRKSLAND Hallo jongens en meisjes van Flakkee Zaterdag is de Sint er weer En hij brengt voor iedereen wat mee Toevraag je vader, tank er 's een keer. „DE RONDE BOOM" Langeweg te Middelharnis Zaterdag is de Sint van 9.30 tot 15.30 uur bij ons aanwezig. Oh; kom er eens kijken Speciale autoprijzen Koop een nieuwe of gebruikte bij onze b.v. Dan bent u weer tevree. Garage Knöps b.v. Official G.M. Dealer Langeweg 113 te Middelharnis Tel. nr. 01870 - 2222 of 2043 Inruü, financiering, leasing, OKigarantie. Bespreek tijdig de huur van uw SNEEUWKETTINGEN. Omdat de overgrote meerderheid van onze huiskatten daar zo'n duidelijke af keer van heeft, leeft bij veel mensen de veronderstelling dat alle katten weinig of niets van water moeten hebben. Dat is een misvatting. Er zijn verschillende soorten katachtigen, die best graag een bad nemen en de zwemkunst met over gave beoefenen. Tijgers en jaguars zijn daar voorbeelden van. En ook de Vis sende Kat of Viskat (Prionailurus viver- rinus) heeft er zoals zijn naam al aangeeft helemaal geen bezwaar te gen. Afgaande op de naam zou men zich hem kunnen voorstellen als een dier, dat zijn dagen geduldig aan de waterkant doorbrengt in de hoop van tijd tot tijd een visje te verschalken. Dat mag voor sportvissers een prettige bezigheid zijn, voor onze Vissende Kat zou het waar schijnlijk te weinig opleveren. Hij eet dan ook allerlei zoogdieren en vogels, die hij op zijn strooptochten door de bossen, struwelen en rietmoerassen langs de rivieren en zeekusten van India tot Java tegenkomt. Wel zoekt hij altijd de waterkant op. Wat daar aan schelp dieren, krabben en vissen naar zijn ga ding is, wordt opgevist en soldaat ge maakt. Vandaar zijn naam. De Vissende Kat is geen klein beestje. Van neus- tot staartpunt haalt hij al gauw een meter, zelfs wel 1 m 25. Daar van neemt de staart ruim een kwart voor zijn rekening. Op Java blijven ze gemiddeld wat kleiner. De kop is voor een kat smal, spits en wat langgerekt. Tezamen met de grauwgele kleur van de vacht en de in lengterichting gear rangeerde, donkere vlekken zorgt dat voor een wat civetkat-achtig uiterlijk. De wetenschappelijke naam van een be kend civetkattengeslacht (Viverra) is dan ook in zijn soortnaam terug te vin den. Op goed verscholen plekjes tussen dicht struikgewas, in holten onder boomwortels en zo meer werpt het wijf je na een draagtijd van ongeveer ne gen weken haar jongen. Vaak zijn dat er twee. Ze groeien snel op. Als alles naar wens verloopt kunnen ze zich bin nen een jaar geheel zelf redden en zoe ken ze een eigen domein. Daar staan ze dan hun mannetje wel, want Vis sende katten worden beschouwd als allesbehalve gemakkelijke tegenstan ders die niet gauw de benen nemen. Volgens wat ik daarover in de litera tuur von hoeft een hond, schaap of kalf zich beslist niet veilig te voelen voor een op jacht zijnde Vissende Kat. In het goede oude Brehms Tierleben staat zelfs een nog sterker verhaal. Een mijnheer Blyth kreeg een in het wild gevangen mannelijke Vissende Kat, die korte metten maakte met een on geveer tweemaal zo grote vrouwtjes panter; voorwaar geen kleinigheid. Hoe wel erbij wordt gezegd dat de panter nog jong en bovendien tam was en hoewel we altijd wat voorzichtig moe ten zijn met zulke berichten uit de zo veelste hand, komt onze vriend er niet uit te voorschijn als een katje om zon der handschoenen aan te pakken. Aan dat laatste moet u dan ook maar niet beginnen. Het zou trouwens moei lijk gaan, want de Vissende Kat zit net jes gehuisvest in een van de verblijven voor kleinere katten tegenover de in gangen van de Rivièrahal, verscholen achter de beplanting en dus wel een beetje op de tweede rang. Hij zal het er mee moeten doen. Drs. H. Hoogenhout. (Uit Blijdorpgeluiden) (van onze weerkundige medewerker) Als weerkundige word je prompt el ke herfst opgebeld, vaker dan één keer, met de mededeling dat ze „ze weer zien vliegen". En waar zou het dan in deze tijd anders om gaan dan wilde gan zen. Je ziet het al aankomen wanneer, zoals midden vorige week, een groot deel van Skandinavië in de kou komt te liggen met in de noordelijke helft van Zweden 's nachts tien graden vorst en in delen van Finland de eerste sneeuw van betekenis. Dan begint het de wilde ganzen te koud onder de poten te worden en kie zen ze het hazepad. Dit naar ik ver onderstel ook al zo lang er wilde gan zen bestaan, omdat ze tot de groep „trekvogels" behoren. In de winter zoe ken die, evenals de ooievaar en de zwa luw, om er een paar te noemen, de warmere gebieden op want per slot moet je, wanneer je geen grote liefhebber bent van vis (zoals de meeuwen), war mere gebieden opzoeken om nog wat te eten te hebben. Dikwijls wanneer de eerste groepen ganzen hier arriveren, blijven ze wat rondhangen. In de lage weidegebieden vooral zie je ze soms bij honderden op het land vertoeven en vliegen ze wat doelloos. Dat hjkt, maar kan ook, een dagelijkse training zijn om als het ook hier te koud wordt verder naar het zuiden te gaan. EIKELS Ook hoor je prompt elke herfst de opmerking dat er veel of weinig eikels en beukenootjes zijn. Ook dat wordt vaak in verband gebracht met het ka rakter van de komende winter. Ook dat is door de Heidemaatschappij in samenwerking met het KNMI in De Bilt al eens over een groot aantal jaren on derzocht, maar blijkt ook geen enkele betrouwbare aanwijzing te geven. Ook is er een periode geweest dat er even een aanwijzing was dat, wanneer de eerste oktoberhelft warm verliep, er een meer koude winter volgde, maar ook dat draaide op niets uit. Verleden jaar op 10 oktober nog 26 graden in het zuiden en de winter verliep zachter dan normaal. Langs wetenschappelijke weg bleef nog over de voorkeur voor noordelijke winden. Er blijkt een lichte aanwijzing te zijn dat, wanneer oktober vrij veel noordelijke winden geeft ,de kans op kou in de winter wat groter is. Maar het is allemaal toch vrij vaag. Je mag wel stellen dat er in de herfst geen enkel betrouwbaar gegeven is, noch in flora en fauna, maar ook niet in de atmos feer, dat ons enige zekerheid geeft ten aanzien van de daarop volgende winter. VRIEZEN EN DOOIEN Dit betekent gewoon dat wanneer het 1 december is, en op de kalender prijkt de eerste van de drie wintermaanden, dat wij allemaal (weerkundige of niet) nog van niets weten of zo'n winter naar de strenge, de normale of de zachte kant gaat uitvallen. Alles weten, wordt wel eens gezegd, maakt niet gelukkig. Wat het weer in de toekomst betreft weten wij weinig. Laten wij ons daar om gelukkig prijzen. Een zekerheid is wel dat het ook de komende winter bij tijd en wijle kan vriezen en kan dooien. De geur van het hooi is grotendeels uit de boerderijen verdwenen. Ook op het land is nauwelijks meer hooi te vin den, omdat het gras tegenwoordig meestal wordt ingekuild. Daardoor heeft de moderne tijd het spelen in het hooi vrijwel onmogelijk gemaakt. En dat is jammer voor de jonge en minder jonge kinderen. Vooral in de wat vrijmoedige streekromans kon boeiend verteld wor den over de rol van het hooi in de vrye- tijdsbesteding van de plattelandsjonge- ren rond de achttien. Hooi was sinds mensenheugenis het voedsel voor de koeien in de winter. In de zomer groeit het gras erg snel. Een deel eten de koeien direkt op. Het an dere deel wordt gemaaid en opgeborgen voor de winter. Vers gemaaid gras bestaat voor SO'/o uit water. Het kan daarom niet zo maar op een hoop worden gegooid, want dan gaat het broeien, rotten of schimmelen. In ieder geval is het dan niet meer te eten. Door het gras in de zon te drogen tot 20»/o vocht is het wel goed houdbaar. Het is dan hooi geworden. Het winnen van hooi is echter uit de mode geraakt door drie problemen. Om goed hooi te winnen heb je een week lang felle zon en wind nodig om het gras snel en goed te drogen. Zulke we ken hebben we echter te weinig in ons klimaat zodat de hooiwinning vaak half en half mislukt. De voedingswaarde is dan belangrijk minder. Zolang het ge maaide gras op het land ligt te drogen staat de groei van nieuw gras vrijwel stil. Ook kan de boer geen kunstmest strooien om de groei te bevorderen. Dat betekent dat de grasgroei tijdens de hooiwinning minstens een week en soms nog langer stil staat. In de derde plaats brengt de hooioogst altijd spanningen met zich mee door de grote afhankelijk heid van het weer. De keuze van de boer op vrijdagmor gen in het hooiland is erg moeilijk als het hooi eigenlijk nog niet droog genoeg is, en de weerberichten voospellen re gen in het weekeinde. Het hooi wel in halen betekent kans op broei omdat het hooi nog niet voldoende verwelkt is. Het hooi laten liggen zal vrijwel zeker betekenen dat de voedingswaarde door de regen belangrijk achteruitgaat en het land nog niet vrijkomt voor nieuwe grasgroei. Die keuze is des te moeilijker omdat bij een fikse hooibroei het hooi spontaan in brand vliegt en de boerderij in de as wordt gelegd. Kuilvoer komt op Op grond van deze drie bezwaren is het geurige hooi op de meeste boerde rijen vervangen door het voor de bui tenstaanders enigszins stinkende kuil- gras. Dit ingekuilde gras wordt op een geheel andere manier houdbaar gemaakt voor de winter. In hooi krijgen de ver schillende schadelijke bacteriën en schimmels geen kans omdat het hooi droog is. Alleen droog hooi is houdbaar. Bij het ingekuilde gras worden de schadelijke bacteriën en de schimmels buiten de deur gehouden door het gras volledig af te sluity van de buitenlucht. Gras in de kuil is jar enhoudbaar als er maar geen lucht (zuurstof) bijkomt. Het inkuilen van het gras gaat als volgt. Na het maaien wordt het gras re gelmatig geschud zodat het een klein beetje indroogt. Na twee dagen, als het vochtgehalte is teruggelopen van 80»/o naar 60%, wordt het op een grote hoop gebracht naast de boerderij. Tijdens het opbouwen van de hoop rijdt de grootste trekker van het bedrijf verzwaard met gewichten de hele dag op de hoop heen en weer. Die trekker moet door zijn gewicht het gras in el kaar drukken en de lucht er uit per sen. Als al het gras op die manier op de hoop is gebracht komt er een groot plastic zeil overheen dat in de grond wordt ingegraven. De hele hoop is dan luchtdicht afgesloten en het gras kan tot de winter worden bewaard. Onder het plastic zorgen bepaalde bacteriën voor een gisting, die het gras wat zuur maakt. In dit enigszins zure gras kunnen schadelijke bacteriën niet leven, zodat het niet gaat rotten of broeien. De voedingswaarde blijft be houden en de koeien vinden het nog lekker ook. Ingekuild gras is dus eigenlijk net zuurqool uit het vat, maar dan veel droger. Door dit systeem van voeder winning is de boer voor een groot deel onafhankelijk van het weer, ook kunst mest kan twee dagen na het maaien al weer worden gestrooid, het gras kan direkt weer gaan groeien en als het toch nog mislukt vliegt de boerderij niet in brand. Daarom is het hooi vrijwel uit de schuren verdwenen en liggen nu de hopen kuilgras onder plastic op de erven. Hooi verdwijnt nooit helemaal Door de opkomst van het kuilgras is alle hooi overigens nog niet verdwenen. Veel boeren willen graag wel wat hooi in de schuur achter de hand hebben. In Waar is de tijd gebleven dat speciale Sinterklaasmarkten een hoogtepunt vormden in het dagelyks leven? In de grote steden golfden eeuwen geleden de poorters en poorteressen met hun mand jes aan de arm langs de speciaal inge richte kramen vol zoete koek, amandel brood, honingtaart en „massepeyn". Hier en daar in steden en dorpen stonden kruiwagens waar ook allerlei „slicker- demickjes" te koop waren. De stadsoverheid gelastte wel dat de markt met het luiden van de poortklok voorbij moest zijn, maar daar trok Sint Nicolaas zich niets van aan. Ook de bakkers gingen door de eeu wen heen rustig door met het bakken van poppen in speculaas. Speculatio be tekent weerspiegeling. Deze naam is wellicht ontstaan, omdat de afbeeldin gen in hout uitgesneden een spiegel beeld waren. De oorsprong kan zijn het oude gebruik van de Germanen, die hun goden in brood uitbeeldden. Die broden werden dan geofferd. Ook dierafbeel- lingen werden daarvoor gebruikt. Om dat deze gewoonte zo hardnekkig was, dat dit bijgeloof niet was uit te roeien, gaf men er een kerkelijke betekenis aan. En zo werd het van oorsprong heidense offerbrood het feestgebak voor chris telijke feestdagen. Uitgesneden prenten De prentsnijders waren de bakkers gezellen, die er menige winteravond aan besteedden. Zij voerden ook opdrachten uit voor bepaalde onderwerpen van spe ciale bakkers. Was een prent, -die in de oven werd geschoven met het deeg erin gedrukt, versleten, dan nam men de afbeelding over op een nieuwe plank. Er is een houtsnij kunst ontstaan, waarvan nog voorbeelden bewaard zijn gebleven. Niet alleen Bijbelse voorstellingen werden uitgebeeld, maar ook de nieuw ste ontwikkelingen in de techniek. Maar ook voorstellingen uit het dagelijkse, huiselijk leven. Bij dit alles kwamen de tropische specerijen, zoals kaneel, goed van pas. Overigens is marsepijn af komstig van de Arabieren en kwam het via Spanje naar Europa. Maar al is het zo dat speculaas al lang machinaal wordt gebakken en de peper noten overigens ook weer zo'n oud vruchtbaarheidssymbool een grote plaats innemen. Sinterklaas is door de eeuwen heen overeind gebleven. Al is de bestraffende vinger nog maar nauwelijks belangrijk en al zwaait Zwarte Piet wat minder met de gard, al is het dus niet meer wat het eens is ge weest, toch blijft het een vrolijk feest in een inktzwarte duisternis. Een feest vol symboliek, getuige de taai taai vrijers en vrijsters, de harten van speculaas of suikergoed. En als drank, warme chocolademelk of een warme bisschopswijn. Het is in deze tijd een geluk dat oude tradities niet alleen in afbeeldingen voortleven, zonder ech ter tot excessen uit te groeien, maar zoals op een Haagse Sinterklaasprent uit de 18de eeuw geschreven staat: „Hier doet ons Sinter Klaas weer aan zyn dag gedenken Nu hij de Kindre Koek en Marsepijn wil schenken. Maar zagt houw en werpt geen suyker meer nog prik Den Jonge Juffer die begeert geen houte klik". De meeste bakkerovens zijn verdwe nen, maar in sommige oudheidkamers zijn er nog bewaard gebleven, als scha kel tussen verleden en heden. PREDIKBEURTEN ZEELAND ZONDAG 30 NOVEMBER 1980 Eerste Adventszondag SINT ANNALAND Ned. Herv. Kerk v.m. 10 uui' en sav. 6 uur ds. M. D. Geuze (sav. bed. H.D.) Gerefor meerde Gemeente v.m. 9.30 uur, nam. 2 uur en sav. 6 uur leesdienst Ge reformeerde Gemeente in Nederland v.m. 9.45 uur, nam. 2.15 uur en sav. 6.15 uur leesdienst. OOSTERLAND Ned. Herv. Kerk 10 uur ds. J. Plante en 6 uur ds. Q de Vrie uit Middelburg Ger. Kerk Ge- zamelijke diensten met de kerk van Nieuwerkerk, in het kerkgebouw al daar Ger. Gemeente 10, 2.30 en 6.30 uur leesdiensten Oud. Ger. Ge meente 9.30, 2.30 en 6.30 uur lees diensten. POORTVLIET Granaat in lading aardappelen: Bij het lossen van een vracht aardappelen uit Woensdrecht bij aardappelgroot handel Bijl aan de Langeweg werd vrijdag op de transportband een intact zijnde granaat aangetroffen. Het projec tiel van 15 cm lang en 5 cm rond werd door de gewaarschuwde politie mee ge nomen en later onschadelijk gemaakt door de explosievenopruimingsdienst. telt duizenden abonnee's en wordt op Goeree-Overflakkee zo goed als huis-aan-huis gelezen barre winters, als de kuilhopen buiten op het erf door de sneeuw of vorst moeilijk bereikbaar zijn, gaan ze dan hooi voeren. De meeste boeren winnen trouwens ook ieder jaar wat hooi voor de kalveren en de zieke koeien. Een zieke koe verdraagt hooi als regel wat beter dan kuilgras. Wat slappe thee met beschuit is voor een grieperig mens, zijn water en hooi voor een ziekelijke koe. OOSTERLAND Botsing: Maandagmiddag 24 novem ber j.l., omstreeks twee uur vond op de Lange Achterweg alhier op het kruis punt b ij de woning van de heer M. Braber een autobotsing tussen twee per sonenwagens plaats. De heer Hotting uit Ooltgensplaat had er niet op gelet dat dit gedeelte Achterweg éénrichtings verkeer had zodat hij de verkeerde kant op reed. Op dit moment draaide juist de heer C. Steenpoorten Matth.zn. deze weg op zodat beide wagens op elkaar botsten en aan de voorzijde beschadigd werden. Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor. Voor de j.l. zaterdagavond in de Ned. Herv. Kerk te Dirksland gehouden zang en orgelavond bleek een dermate grote belangstelling te bestaan (ruim 800 aan wezigen dat het organiserend comité, dat een behoorlijke opkomst voor der gelijke avonden wel gewend was, zich toch wel even de ogen uitwreef bij het zien van zo'n massale opkomst. Nu, wie deze avond in de Grote Kerk aanwezig is geweest heeft kunnen ge nieten van de uitvoering van een bui tengewoon veelzijdig programma, dat de aanwezigen van het begin tot het einde van deze avond uitermate heeft ge boeid. Zonder afbreuk te doen aan de bijdragen van de overige deelnemers, was toch wel het optreden van de mu ziekgroep en van het jeugdkoor van de Chr. Mavo te Middelharnis één van de hoogtepunten van deze avond. De orga nisatoren hebben door het laten optre den van deze groepen velen aan zich verplicht en het is heus niet voorbarig om nu reeds met belangstelling uit te zien naar een tweede optreden van deze muziekgroep en dit jeugdkoor. Door de organist van deze kerk. Krijn Kieviet, werd deze avond geopend met zijn Introïtus over het bekende lied „O, mijn ziel houdt goede moed", waar uit weer dadelijk bleek over welke artistieke orgelgaven dit natuurtalent beschikt en een weelde van klanken uit dit overigens bijzonder fraaie orgel te voorschijn weet te halen. Machtig klonk hierna door de grote ruimte van deze kerk het massale zin gen van Psalm 33 1 en 11, een lof prijzing ter ere van Hem, Die het zo waard is dat uit mensenmonden Hem lof wordt bereid, één van de doelstel lingen die de organisatoren met het hou den van dergelijke avonden trachten voor te staan. Na opening met gebed en schriftlezing door ds. Beens, Herv. predikant te Sommelsdijk, volgde weer samenzang van enkele liederen uit de Bundel van Joh. de Heer, waarbij de organist Krijn Kieviet het orgel in alle facetten en klankrijkdom kon laten horen. Onder de bezielende leiding van hun dirigent, de heer J. van Hoorn, volgde hierna het eerste openbaar optreden van de muziekgroep van de Chr. Mavo. Uit gevoerd werden enkele speelse werkjes, o.a. Menuette in G van L. van Beetho ven en Menuet uit Tafelmuziek van G. Th. Telemann. Gelet op het feit dat deze groep nog maar enkele maanden geleden is opge richt, stond men versteld van de resul taten van de uitvoering van deze werk jes: beheerst, gracieus en talentvol. Na samenzang van enkele verzen uit Psalm 84 en Psalm 116 volgden enkele orgelsoli, die werden ten gehore ge bracht door de jeugdige Paul Kieviet (neef van de Dirkslandse organist) die op beheerste en vakkundige wijze het Andante Tranquillo van Mendelssohn en de bekende Allegro (uit Concert II) van J. S. Bach ten gehore bracht, later op de avond nog gevolgd door zijn ver tolking van de Trio-Sonate V in C BWV van J. S. Bach, een zeker voor zo'n jeugdig talent moeilijk te vertolken mu ziekwerk dat echter door hem op su blieme wijze werd geïnterpreteerd. On getwijfeld zullen we in de toekomst van deze begaafde musicus nog wel meer horen. Het jeugdkoor „Prins Maurits" o.l.v. dhr M. V. d. Veer oogstte allerwegen waardering voor hun optreden. Gesto ken in fleurige kledij brachtten zij en kele liederen ten gehore: sprankelend, vlot en op ongedwongen wijze. Ook dit koor dat nog maar enkele maanden bestaat, zal ongetwijfeld tot meerdere optredens in het openbaar noden. Niet onvermeld mag tevens blijven het op treden van de jeugdige organist Martin Mans uit Dirksland, die op voortreffe lijke wijze voor de begeleiding zorgde. Na het optreden van muziekgroep en jeugdkoor (heel fraai klonk o.a. het „Zoek eerst het Koninkrijk van God") en samenzang van de aanwezigen klonk hierna afwisselend door gemeente, koor en muziekgroep het bekende „U zij de glorie", ondersteund door trompet door de (eveneens jeugdige) Ries Wessels. Het was een rijk moment toen ds. Beens tenslotte in zijn dankgebed ver tolkte de zegeningen die ons nog te beurt vallen dat in alle rust en vrijheid een dergelijke avond kan worden ge houden, welke dank hoorbaar door de aanwezigen tot uiting werd gebracht, door het zingen van enkele verzen uit het Gebed des Heeren. Na het uitspreken van een dankwoord door dhr Groenendijk, die tussentijds deze avond op fijngevoelige wijze enke le gedichten had gedeclameerd, verlie ten de aanwezigen onder uitleidend or gelspel van Krijn Kieviet het kerkge bouw, alwaar zovelen deze avond mochten zingen en luisteren en genie ten van datgene wat door middel van intrument en mensenstem ten gehore ■was gebracht. Rest nog te vermelden dat het ons op viel dat op deze avond zoveel jeugdige personen aanwezig waren, een belang rijk gegeven ondanks alle vaak negatief gepraat over „de jeugd van tegenwoor dig". Ik spreek hierbij graag de wens uit dat deze zang- en orgelavond nog door tal van andere mag worden gevolgd. Van U wil ik zingen nr. 4 wordt met belangstelling weer tegemoet gezien! L. Kats Rond 20 november werd voor 1980 de 100.000 ste bezoeker geteld bij het Informatiecentrum Stormvloedkering. 65.000 bezoekers maakten hierbij ge bruik van het openbaar busvervoer tus sen de damaanzet op Schouwen Duive- land en het Informatiecentrum op het werkeiland Neeltje Jans. De resteren de 35.000 bezoekers bezochten het werk per eigen autobus. Slechts korte tijd geleden, en wel op 8 augustus, werd de 100.000 ste bezoeker ontvangen sinds de opening op 14 juli 1979. Het totaal aantal bezoekers komt hiermee op ruim 140.000 bezoekers. Evenals in 1979 zal het centrum dit jaar gesloten zijn in de maanden de cember en januari. Wie dit jaar nog van dichtbij een kijkje wil nemen naar de vorderingen aan de werken In de mon ding van de Oosterschelde kan nog tot en met dit weekend terecht. In 1980 is duidelijk gebleken dat ook georgani seerde groepen het werkeiland en het Informatiecentrum weten te vinden. In totaal werd dit jaar door 750 groepen gereserveerd. Ongeveer de helft hiervan zag het be zoek als een uitstapje naar dit ogen schijnlijk onbereikbare kunstmatige eiland. De andere helft, vooral scholen zagen in het bezoek een meer educatief doel. Vooral bij een educatief doel is een goede voorbereiding van veel nut gebleken. Om die reden heeft de Rijkswaterstaat meegewerkt aan de tot stand koming van een 48-delige diaserie over de Del tawerken in het algemeen en de wer ken aan de Oosterschelde in het bijzon der. De serie gaat vergezeld van een ge detailleerd tekstboekje en is volgend jaar verkrijgbaar bij het centrum. Volgens de huidige plannen zal het nu gevestigde tijdelijke centrum tot eind 1983 de stroom bezoekers moeten opvan gen. Daarna zal het voorlichtingscen trum worden ondergebracht in de be dieningsgebouwen van de stormvloed kering. Tot die datum zal door gepaste maatregelen aan de vraag naar voor lichting worden tegemoet gekomen. Zo werden in 1980 de expositie en de voorlichtingsfilm aangepast. Bovendien wordt nu aan iedere bezoeker een kleu- renfolder over het project verstrekt. Voor het seizoen 1981 staan wederom enkele aanpassingen aan de inrichting van de expositie en de opvang van de bezoekers op het programma. Verder wordt gewerkt aan een betere service aan buitenlandse bezoekers. Voor gereserveerde buitenlandse ge zelschappen zal het dan veelal mogelijk zijn een film te tonen in de Duitse, En gelse of Franse taal. Bovendien zal in 1981 aan buitenlandse gasten een bege leidende tekst m.b.t. de expositie wor den aangeboden.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1980 | | pagina 10