EHAIIDEII - niEU VS
Jan
Evertsen
Overdenking
Vartori's
Schoarien
Vice-
fldmiraal
De val van Bergen
uit de
Heilige Schrift
Verovert Zierikzee
Kun je niet omheen!
Een jonge schoen van eerlijk
1 Herken je aan de rode stip.
Nu met een unieke gratis
Ga maar kijken bij:
leer.
26 blad
Vrijdag 3 oktober 1980
No. 4931
KVENSTER
HET
it
Uw huis verkopen
TAMBOER
ZEEUWSE WANDELINGEN
IK'
v.a. Sdf
SCHAKEN
„De Zwarte Pion''
Reinata Heemskerk
met twee koren
en orgel
in Grote Kerk
VERVOLGVERHAAL
HOOFDSTUK XV
DE VAL VAN BERGEN
blik op ktrk
M saRwnlevhig
ARP en CHU
Naar het CDA
Nadat enkele weken geleden de
Christelijk Historische Unie was ont
bonden om op te gaan in het C.D.A. is
vorige week zaterdag ook de Anti Re
volutionaire Partij opgeheven. Van de
drie „Bloedgroepen" is nu alleen nog de
Katholieke Volkspartij over, die volgen
de maand „ter ziele" gaat.
De beide grote protestants-christelijke
partijen die nu niet meer bestaan heb
ben diepe wortels in ons volksverleden.
De Anti Revolutionaire Partij, waar
van de naam nog doet denken aan de
oude leuze „Tegen de Revolutie het
Evangelie", is verbonden met de staat
kundige richting uit de vorige eeuw, die
bepaald v/erd door de gedachte van Bil-
derdijk, Da Costa en Groen van Prinste-
rer. De grote leider van deze partij
werd later Dr. Kuyper, Abraham de Ge
weldige, ook wel genoemd „de man der
kleine luyden".
Echter, door een verschil van inzicht
tussen Kuyper en Jhr. Mr. de Savomin
Lehman heeft de Partij zich in 1895 in
twee delen gesplitst. Het gedeelte dat
Kuyper volgde hield de oude naam „An
ti Revolutionairen", de volgelingen van
Lohman noemden zich „Vrije Anti Re
volutionairen". Deze laatste groep ver
enigde zich in 1903 met de al bestaande
Chr. Historische Kiezersbond, waarin
Dr. De Visser de leidende figuur was,
een leiding die later werd overgenomen
door Dr. Ph. J. Hoedemaker.
Zo werd, doordat de Gereformeerde
Kuyper de voorman was van de A.R.P.,
deze Partij in'den lande beschouwd als
de Partij van de „dolerenden", terwijl
de C.H.U. het etiket kreeg van de „Her
vormde" partij. Met name in de eerste
decennia van onze eeuw waren de Anti
Revolutionairen, de „mannen-broeders",
de mensen van de vaste, welomlijnde
beginselen, waarnaar het leven in staat
en maatschappij moest worden gere
geld. De C.H.U. was meer een brede
volkspartij, en meer gericht op de syn
these -dan op de antithese, meer op dat
wat verbindt dan op dat wat scheiding
brengt.
Na de Tweede Wereldoorlog gingen
hoe langer hoe meer stemmen op om
beide protestants-christelijke partijen
te verenigen, maar het blééf bij wensen
en pogingen. Nu is het dan zo ver dat
ze samen met de K.V.P. opgaan in één
Christen Democratisch Appèl.
Het samengaan van deze drie partijen,
die in het verleden fèl tegenover elkaar
konden staan, kan alleen worden ver
klaard uit een verregaande vervlakking
van de beginselen.
Het meest nog valt dat op bij de
A.R.P. die zich altijd op die beginselen
liet voorstaan en „in het isolement haar
kracht" zocht. De Anti Revolutionairen
die zich niet konden verenigen met de
nieuwe koers hebben voor een groot
deel deze partij al verlaten of zijn zó
ver in de minderheid dat niet naar hen
wordt geluisterd. Vandaar dat er tegen
een samengaan met de CHU en de KVP
in het CDA weinig of geen weerstanden
meer bestonden.
Het CDA zal, ondanks de C in de
naam, v/einig meer hebben van een
partij die gebaseerd is op het Woord
Gods. Althans wat we er in het verle
den al van te horen en te zien gekre
gen hebben geeft ons niet veel moed.
WAARNEMER
Grafmonumen
gebr. Evertsec
Hij heeft het nooit kimnen brengen
tot opperbevelhebber van onze vloot.
Niet omdat hij er niet bekwaam genoeg
voor was, integendeel, hij was een bui
tengewoon dapper zeeheld. Maar om
dat hij een Zeeuw was! Altijd is er
wrijving en jaloezie geweest tussen de
provincies Holland en Zeeland. En je
kimt toch geen Zeeuw aanstellen tot
hoofd van de gehele Nederlandse zee
macht. Toch is het later wel gebeurd
met De Ruyter, maar die woonde toen
in Amsterdam, was dus al een beetje
een Hollander geworden.
Ook onder de grote bazen op de vloot
was het niet altijd koek en ei. Ook daar
veel jaloersheid. Vooral met zijn colle
ga Witte de With kon Evertsen hele
maal niet opschieten. Nu was dat een
onmogelijk mens. Wel buitengewoon
dapper, daar mankeerde niets aan, maar
hard voor zijn ondergeschikten, die hij
onder strenge tucht hield, hij was op
vliegend van aard en haatdragend.
Zeeuwse officieren en matrozen weiger
den bij hem dienst te doen. Als hij door
de straten van Vlissrngen liep, werd hij
nagejouwd en uitgescholden.
Die jaloezie is nog steeds niet uitge
storven. Tussen collega's op een kan
toor, waar de een wat hoger rang heeft
dan de ander, tussen buren die een wat
mooier huis of een duurdere auto heb
ben. Tussen steden en dorpen, Amster
dam en Rotterdam bijvoorbeeld. Of om
wat dichter bij huis te blijven: tussen
Middelburg en Vlissingen, tussen West-
kapelle en Domburg. De lezers van dit
artikel kennen waarschijnlijk ook nog
wel andere voorbeelden.
Maar we gaan terug naar Jan Evert
sen, die ook wel met de Voornaam Jo-
han genoemd wordt.
De eerste jaren
Zijn grootvader kapitein Evert Hen-
dricksz. heeft 28 jaar tegen de Spanjaar
den en de kapers uit Duinkerken ge
vochten sinds Vlissingen zich in 1572
voor de Prins van Oranje verklaarde.
Zijn vader was Jan, zoon van Evert,
dus Jan Evertsen was de eerste die de
geslachtsnaam Evertsen voerde. Hij
heeft in alle zeeën van Zuid- en West
Europa gevochten, vooral ook tegen
zeerovers, die de handelsschepen be
dreigden. In 1617 sneuvelde hij tegen
een Franse kaper.
Toen v/as de hoofdpersoon uit dit ver
haal 17 jaar, in 1600 te Vlissingen gebo
ren. Hij had 4 jongere broers: Evert,
Pieter, Geleijn en Comelis, die zich
vooral verdienstelijk gemaakt hebben,
toen na het einde van het Twaalfjarig
Bestand in 1621 de oorlog met Spanje
opnieuw begon.
Evenals zijn vader én grootvader
heeft Jan Evertsen gevochten tegen
Spanjaarden en kapers. Zo hielp hij in
1629 Piet Hein, die de Spaanse zilver
vloot veroverd had, zijn buit veiUg in het
vaderland brengen. Witte de With was
ook op deze retourvloot.
De volgende jaren werden er door de
zeerovers uit Duinkerken tientallen ha-
ringschepen veroverd. Met het slechte
materiaal dat Jan Evertsen ter beschik
king had kon hij dit niet verhinderen.
Wel is het hem gelukt de beruchte ka
perkapitein Jacques Colaert als gevan
gene naar Vlissingen te brengen.
In die tijd was Maarten Harpertsz.
Tromp opperbevelhebber van de vloot,
luitenant-admiraal heette dat. Witte de
With en Jan Evertsen waren allebei vi-
ce-admiraal, ze waren ongeveer even
oud.
Een bekend jaar in 1639. In dat jaar
heeft Spanje een laatste poging ge
waagd om ons land te veroveren. Met
een grote vloot brengt de Spaanse ko
ning een landingsleger over. Maar de
poging is mislukt, de vloot werd opge
wacht door onze schepen van Tromp
en vluchtte in de Engelse haven van
Duins. Met zijn smaldeel Zeeuwse sche
pen heeft Jan Evertsen dapper meege
vochten. Het is hem gelukt het Portu
gese admiraaïschip Theresia met 60
stukken geschut en 1000 matrozen en
soldaten in brand te steken. Tromp
stuurde hem 5 branders om „dit grou-
welijck monster in kolen te setten".
Deze slag bij Duins heeft voor Evert
sen nog een vervelende nasleep gehad.
Tromp gaf hem namelijk bevel om de
Engelsen in hun eigen haven aan te
vallen om zodoende de Spanjaarden te
dwingen zich over te geven. Maar
Evertsen weigert tegen de Engelsen te
vechten, het was een „bevriende mo
gendheid", zoals dat tegenwoordig heet.
Bovendien was er een drukke handel
tussen Engeland en Zeeland.
Toen heeft Tromp aan Witte de With
opgedragen op de Engelsen te schieten.
Deze deed het wel. Hij heeft van die
weigering door Evertsen een overdreven
ophef gemaakt en dit overal in zijn ge
boorteplaats Den Briel rondverteld. Vol
gens hem was Evertsen bang geweest,
een lafaard, „hij zat in zijn kakkert".
De gevolgen van deze hatelijke roddel
praat zuUen we straks zien.
Oorlog met Engeland
Na die tijd volgde er wat „kleinwerk"
voor vice-admiraal Jan Evertsen, zoals
bescherming van koopvaardij- en vis
sersschepen, overbrenging van troepen-
Maar dan volgt in 1652 de oorlog met
Engeland, dat jaloers was op onze han-
delsbloei. We hebben die oorlog slecht
gevoerd, onze vloot was niet opgewassen
tegen de Engelse.
Het was een groot verlies voor onze
vloot dat in 1653 Maarten Tromp sneu
velde. Wie moest hem opvolgen? Zowel
Witte de With als Jan Evertsen zouden
in aanmerking komen, beide waren even
geschild; en even oud (53 jaar). Maar
dan zou de een onder de ander staan
en gezien de verhouding tussen hen ging
dat niet.
Toen werd -Wassenaar van Obdam
benoemd als luitenant-generaal, een ta
melijk onbekende persoon.
In 1665 brak de tweede oorlog met
Engeland uit. We stonden er toen heel
wat beter voor, maar het begin was
erg ongelukkig. In Lowestoft vloog
Wassenaar met zijn schip in de lucht,
zijn opvolger Cortenaar sneuvelde en
daardoor is Jan Evertsen nu opperbe
velhebber.
Maar met een vloot die terugtrekt,
met kapiteins die lafhartig op de vlucht
gaan en hem in de steek laten, nnet een
zwaar gehavend schip vol doden en ge
wonden. Er zit niet anders voor hem
op dan terug te trekken. Hij gaat niet
naar Texel, waarheen de meeste sche
pen gevlucht zijn, maar naar de mond
van de Maas. Het is zijn bedoeling via
Den Briel naar Den Haag te reizen om
zich voor de Staten Generaal te verant
woorden.
Des avonds om 7 uur rijdt hij in een
open wagen dit oude geuzenstadje bin
nen. Daar heeft men van zijn komst
HET WEE
Wee den goddeloze het zal hem
kwalqk gaan.
Jesaja 3 vers 11 a
De goddelozen zijn mensen, die zon
der vreze Gods leven, en steeds maar
voortgaan des Heeren wetten te ver
treden. De goddeloze leeft enig en alleen
uit het oude beginsel van zijn verdor
ven natuur. Hij wil aan God zich niet
onderwerpen, door Hem niet laten re
geren, en is zonder God in de wereld.
Dit waart gij volk eertyds. Er zijn
trappen in de goddeloosheid. Sommi
gen godsdienstig, maar een eigenwillige
godsdienst. Ze onderwerpen zich ge-
veinsdelijk aan het Woord Gods, en
leven toch geheel voor eigen rekening
daarheen. De goddeloze stelt zichzelven
gerust, en meent dat het zo kwaad met
hem niet staat, want dan zou het wel
zonder hoop worden. Ze krijgen soms
wel eens een conciëntie Icneep, maar
gaan weer door als het overgaat. Ze
vlogen zichzelf, dat hun stand niet ver
delgt is, ..en die van Job wel. (Job 22).
En toch klinkt
het wee der goddelozen. Als de recht
vaardige nauwelijks zalig wordt, waar
zal dan de goddeloze en zondaar ver
schijnen?
Als een kind van God er soms zo
diep doorgaat, hoe zal dan het kind der
wereld bestaan?
Als Aaron op Hor, Mozes op Nebo
sterft, vanwege de zonde aan deze zijde
gedragen, wat zal dan geschieden met
Korach, Dathan en Abiram?
Als een EUa zucht: neem mijn ziel van
mij weg; ik ben alleen overgebleven,
wat zal dan het einde van Achab we
zen. Dus geen verschil tussen de recht
vaardige en goddeloze? Wedervaren die
enerlei weg? Beiden geboren in het
diensth. der zonde, beiden de oorspron
kelijke schuld, en geroepen tot de reis
naar de Eeuwigheid. Maar een machtig
verschil. De rechtvaardige een voor
werp van Gods liefde de Goddeloze
van Gods toom. Als de Rechtvaardige
zijn zaligheid werkt met vreze en beven
door Gods genade, hoe dan de goddeloze
die onbekommert door het leven gaat.
Als de rechtvaardige, de tijd uitkoopt
en jaagt naar de prijs der roeping
Gods, die in Christus Jezus wordt vast
gemaakt wat dan de goddeloze die
zich niet bekommert om het eeuwig
oordeel. Wel mag de goddeloze beven,
die buiten God kan leven, maar ook
buiten Hem sterven gaat. Het wee
klinkt hem tegen, het oordeel zal hij
niet ontgaan.
Wee: het zal hem kwaiyk gaan.
De rechtvaardige mag het kwalflk
gaan, het gaat hem toch weL De god
deloze mag het wel gaan, maar het gaat
hem toch kwalijk. Zijn voorspoed zal
hem niet voordelig zijn, zijn aardse
winst geen nuttigheid geven. Hij wordt
gemest tegen de dag der slachting. Hoe
hoger hij stijgt, hoe dieper hij valt, op
het toppunt van eer, in Eeuwige ver
woesting neer. De goddeloze zegt mijn
God: hebben geen vrede.
Daarentegen het weinige des Recht
vaardigen is meer dan de veelheid der
goddeloze. Het weinige in de Gunst in
de verdienste van Jezus Christus.
Wat een onderscheid. Gelijk de Recht
vaardige de vrucht zijner handen eten
mag zo zal de vergelding zijner handen
aan de goddelozen geschieden. Vandaar
is er zo'n onderzoek noodzakelijk waar
we bij horen.
Als er genade bij U gevonden wordt,
dan verzekert Gods beloften uw heil, on
danks uw inleving wat ge zijt voor God
Hij zal U met Zijn weldaden over
laden. Zelfs op een moeilijke en zware
weg soms door diepten heen. Met Job
van z'n vrienden en broeders verdacht,
waar uw moed u vaak ontzinkt, en
toch: Het zal hem wel gaan. Geen twee
hemels.
In de wereld zult ge verdrukking heb
ben maar heb goede moed: Ik heb de
wereld overwonnen. Blijft ge zo ge bent
dan zal het Eeuwig wee zijn. En vandaar
kan het nog van de zijde Gods. Heden,
heden zo ge Zijn stem hoort, verhard
uw hart niet. Er worden vijanden met
God verzoend en goddelozen om niet
gerechtvaardigd. Het wee jnocht post
vatten in onze harten tot een vrucht
van het baren van een onrust, en een
invallen voor God. En dan het wonder
van de rechtvaardigen. De dood ver
diend. Het leven uit genade. Naar recht
eeuwig buiten God. Door genade een
goddeloze in de gemeenschap met God.
Zegt het: de rechtvaardige dat het hem
wel gaan zal, maar wee de goddeloze
het zal hem kwalijk gaan.
ds. J. L.
«?v------------
Zierikzee -Tel. 01110-2488
OUDDORP
VERKOPING
De Zendingskras „Draagt elkanders
lasten" der Ger. Gemeente te Ouddorp
hoopt D.V. woensdag 8 oktober haar
verkoping te houden van de gemaakte
goederen.
De openingstijd zijn 's middags van
2.30 - 5 uur en 's avonds van 7-9 uur
in het Herv. Jeugdgebouw.
Ook kunt u een kopje koffie of thee
en limonade voor de kinderen kopen.
Alles ten bate van de Zending. Ieder
is hartelijk welkom.
gehoord en hij krijgt de schuld van de
nederlaag. De Brielenaars gooien hem
met stenen en modder, trekken hem van
de wagen af, slepen hem over de stenen
en gooien hem in de haven. Hij zou
verdronken zijn als hij zich niet aan de
steven van een schip had vastgegrepen.
Op het laatste nippertje wordt hij nog
door een paar soldaten gered. Voor de
krijgsraad kan hij zich van alle schuld
vrijpleiten.
In Zeeland teruggekeerd heeft hij er
genoeg van en neemt ontslag. Zijn broer
Comelis wordt nu vice-admiraal van
Zeeland. Deze sneuvelt echter op de eer
ste dag van de Vierdaagse zeeslag en nu
gaat Jan Evertsen opnieuw naar zee.
Op 5 augustus 1666 sneuvelt hij in de
Tweedaagse zeeslag. In de Oude Kerk
te Middelburg wordt hij begraven.
Later is voor hem en zijn broer Cor
nells een mooi praalgraf opgericht, dat
nu te zien is in de ruimte tussen de
twee Abdijkerken.
Middelburg
L. van WaUenburg
Café rest. „De Kok" 22-9
-1980.
afd. 1
J. Boeter M. v. d. Waal
1 - 0
W. Peeman G. de Jager
1/2 - 1/2
A. Robijn A. Stolk
Ve - Vs
Afd. 2
W. Tielem.an A. Abramse
1 - 0
C. van 't Geloof P. Lesuis
0 - 1
C. V. d. Groef Ant. Visser
0-1
N. van Bracht J. Albrechts
V2 - V2
J. Smallegange J. Kruik
1-0
C. Groenendijk J. Schreuder
0 - 1
W. Breewer J. Nerkerk
1 - 0
J. Noordijk H. Jansen
1 - 0
„Jeugdafdeling"
Na de derde speelavond is de stand in
de kopgroep:
1. Edgar Nijman
6 uit 7
2. Geert-Jan Zijlstra
6 uit 8
3. Johan Duyninck
5 uit 6
4. Alexander van Oost
5 uit 7
5. Rene Faase
4 uit 5
6. Netty v. d. Valk
4 uit 6
7. Koos Verolme
4 uit 6
8. Jasper v. d. Wulp
4 uit 6
9. Bram Vroegindeweij
4 lüt 7
10. Jan Pieter Wamaer
4 uit 7
PREDIKBEURTEN ZEELAND
ZONDAG 5 OKTOBER 1980
NIEUWERKERK Ned. Herv. Kerk
9.30 uur ds. H. Smits van Haamstede
Geref. Kerk (N'kerk-O'land) 10
uur dhr. A. A. van Houk uit Yerseke
en 5 uur ds. G. v. d. Stoel uit Bergen
op Zoom Geref. Gemeente 10 3 uur
ds. M. J. van Gelder Geref. Gem.
in Ned. 9.45 3.30 uur leesdienst.
Op zaterdag 4 oktober w;ordt op groot
se wijze de concert-serie in de Grote
Kerk afgesloten door een optreden van
de van EO-televisie optredens bekende
alt Reinata Heemskerk. Zij wordt hier
bij begeleid door twee niet minder be
kende koren n.l. de Young Chapel Sin
gers en het Christelijk Mannenkoor
Scheveningen. Het beloofd een zeer boei
ende en afwisselende avond te ■worden
want ook de vaste organist van de Gro
te Kerk, Arie J. Keijzer, geeft zijn me
dewerking aan dit concert. De koren
staan onder leiding van dirigent Gerard
Brëas. De Young Chapel Singers zingen
o.a. de Cantique de Jean Racine van
Gabriel Fauré, het Ave verum van Mo
zart en Ombra mai fu van Handel. Het
Christelijk Mannenkoor Scheveningen
brengt naast werken van Schubert en
Saint-Saêns ook enkele negro-spirituals
ten gehore. Arie J. Keijzer wisselt het
programma af door enkele orgelsoli o.a.
van Vième het Carillon de Westmin
ster en van Boèllmann de Toccata uit
Suite Gothigne. Met een gezamenlijk
optreden van koren en solisten, welke
hun belangeloze medewerking willen
plaatsen in het licht van de restauratie
van de Grote Kerk, wordt deze onge
twijfeld ieev interessante avond afge
sloten-
De aanvang is om 20.00 uur, entree
5,—, CJP en 65-plus 3,50.
Historisch verhaal uit het Jaar 1572
door
JAAP DE KORTE
Den Hertog's Uitgevery Utrecht
52
De geuzen beginnen steeds
driester op te treden en het wordt hoog
tijd dat er resoluut wordt ingegrepen.
Zo denkt en spreekt de wrede tiran.
Hij besluit dan ook een nachtelijke uit
val te wagen op het leger van de prins.
Onder aanvoering van de beruchte
Spaanse bevelhebber Juliaan Romero,
wordt de nachtelijke tocht aangevangen.
De verrassing is volkomen. Enige Spaan
se lansiers weten het kamp binnen te
dringen tot aan de tent van de prins.
Met de beide schildwachten wordt korte
metten gemaakt. Ze worden eenvoudig
afgemaakt! De prins is zich van geen
gevaar bewust en slaapt rustig. Zijn
trouwe hond, die hem op al zijn reizen
vergezelt, merkt echter onraad en wekt
zijn meester. Deze grijpt zijn wapens en
snelt naar buiten. Met een paar grote
sprongen bereikt hij zijn paard, dat al
tijd in de onmiddellijke nabijheid van
zijn tent staat, en vlucht de duisternis
in. Echter niet als een lafaard! In slechts
enkele ogenblikken heeft hij de toestand
overzien en herstelt de orde. Al spoedig
merkt de prins dat de vijand slechts
gering in aantal Is en met verbeten woe
de weet hij ze terug te drijven naar hun
verschansing. De prins heeft zich ook
nu weer laten zien als een geducht
veldheer die nooit zijn kalme vastbera
denheid verliest. De strijd heeft hem ech
ter veel soldaten gekost. Niet minder dan
ruim vierhonderd mannen zijn gesneu
veld terwijl de vijand slechts onge
veer zeventig manschappen verloren.
De gevolgen van dit verlies blijven
niet uit. De soldaten, die slechts huur
lingen zijn, slaan aan het muiten. Geld
willen zij zien! Ja, alleen om geld is het
hun te doen. Geen vaderlandsliefde drijft
hen om de vijand te lijf te gaan en deze
met onbegrensde moed te bestrijden.
Geen liefde voor de prins, geen liefde
voor de godsdienst doet hen naar het
zwaard grijpen, maar slechts om geld
is het hen te doen.
De geldvoorraad is echter uitgeput.
Hoe de prins zijn best ook doet dit de
soldaten duidelijk te maken, niets baat.
De soldaten weigeren langer te blijven,
zodat de prins zich genoodzaakt ziet
Hermigny te verlaten om elders een
goed heenkomen te zoeken. Hij begeeft
zich naar Zeeland om zo mogelijk daar
zijn manschappen tot tevredenheid te
stemmen.
De prins is met frisse moed naar
Bergen getrokken, maar wat heeft hij
hier een bittere tegenslag gehad! Waren
zijn soldaten niet zo muitziek geweest,
zeker was het hem gelukt Bergen te
ontzetten.
De Heere heeft echter anders besloten
over de burgers van de stad.
Hij, de Almachtige, zal nu Zijn be
sluit volvoeren en niemand zal het oor
deel over Bergen kunnen keren.
Op de wallen van Bergen is het een
drukte van belang. Zowel de burgers
als de soldaten weren zich dapper te
gen de verwoede aanvallen van Alva's
troepenmacht. De muur, waarop door
de vijand zonder tussenpozen wordt
geschoten, vertoont grote bressen, maar
deze worden zo snel mogelijk her
steld.
Allerlei voorwerpen worden aange
dragen om het bolwerk te versterken
en met vaardige hand worden de inge
schoten bressen geheeld.
Geert en Klaas zijn elke dag druk
bezet. Bijna dag en nacht hanteren zij
hun wapens en reeds menige Spanjaard
hebben ze in het zand doen bijten. Te
midden van Hollandse, Franse en Duit
se soldaten strijden ze mee voor het
behoud van Bergen.
Nu, in het begin van de maand sep
tember, is het echter rustig. Hoewel het
al laat is in de tijd van het jaar, laat
de zon haar stralen nog krachtig ge
voelen en menig verdediger van de
stad wist zich het zweet van het gelaat.
Het is rustig geweest deze morgen. Er
is geen enkel schot gelost. Zowel de
aanvallers als de verdedigers houden
zich rustig en men zou niet zeggen dat
de vorige dag nog het geschut heeft
gebulderd in al haar kracht. Lusteloos
slenteren de soldaten op de wallen.
Sommigen nuttigen hun sobere maal
tijd. Anderen maken van deze gelegen
heid gebruik om hun wapens na te zien.
Weer anderen proberen wat te slapen,
wat bij de meesten bijzonder goed ge
lukt. Aan alles is te zien dat de mannen
zich vervelen. De meesten van hen wa
gen liever een aanval op de vijand. Het
is echter streng verboden ook maar één
enkel schot te lossen. De hogere leger
leiding is aan het onderhandelen.
Geert en Klaas bevinden zich op de
muur in de nabijheid van de hoofdpoort.
Ze hebben zich neergezet op een stapel
stenen en zijn in druk gesprek gewik
keld.
„Het begint me danig te vervelen",
bromt Geert terwijl hij naar het vijan
delijk kamp staart. „Het duurt allemaal
veel te lang".
„Wachten duurt altijd lang", merkt
Klaas droogjes op. „Maar ik had ook
liever dat we maar door zouden vech
ten. Dat onderhandelen loopt toch op
niets uit. We moesten maar een uitval
wagen".
„Dat zou warempel gelijk staan aan
zelfmoord", meent Geert. „Je moet niet
vergeten dat wij sterk in de minder
heid zijn. Bovendien liggen de Span
jaarden goed verscholen achter hun
verschansing. Zij zijn dus ver in het
voordeel. Nee makker, dót zou dwaas
heid zijn. Maar van die onderhandelin
gen verwacht ik ook niet veel goeds. Ik
heb al zoveel van de hertog van Alva
gehoord, dat ik hem beslist niet ver
trouw. Het is anders wel een slimme ke
rel. Onze prins werd genoodzaakt om
op te breken en zijn stellingen te ver
laten. Daardoor zijn wij natuurlijk ver
in het nadeel geraakt. En Alva laat
zich del aatste dagen ook niet zien. Na
tuurlijk niet! Als hij het zo kan redden,
kost het hem geen soldaten. Hij is slim
genoeg om, voor de winter haar intrede
doet, de stad in handen te krijgen. Nee,
van die onderhandelingen verwacht ik
niet veel goeds. Ik ben bang dat wij de
stad zullen moeten overgeven. Het is
een beroerde zaak. Al ons werk is tever
geefs geweest en met de burgers staat
het er niet best voor als de Spanjaarden
hier de macht weer in handen krijgen.
Bah! Wat een vervelende geschiedenis".
De jonge geus spuwt verachtelijk op
de grond. „Die Alva is een grote bloed
hond", stoot hij uit. „Er is niemand
veilig voor die ellendeling. Als hij de
stad in handen heeft, staat ons wat te
wachten!"
„Het is jammer dat graaf Lodewijk
ziek is", antwoordt Klaas terwijl hij zijn
opgewonden makker van terzijde aan
kijkt. „Als hij gezond was weet ik nog
niet wat hij zou doen. Ik geloof nooit
dat hij dan de stad zou overgeven! Daar
is hij de man niet naar. Heb je vandaag
nog iets van hem gehoord?"
„Ja", antwoordt Geert. „Ik heb van
morgen Ripperda nog gesproken. Die
is gisteravond even bij de graaf op be
zoek geweest. Hij is hard ziek. Het is
vervelend. Het is zo'n wakkere kerel en
een uitstekend aanvoerder. Hij weet er
de moed bij zijn mannen steeds in te
houden".
„Ja", beaamt Klaas, „ik vind Graaf
Lodewijk een beste kerel. Hij is wel wat
streng, maar dat kan men van hem wel
verdragen. Trouwens, La Noue is ook
een dappere kerel. Hij heeft zich tijdens
de afwezigheid van de graaf flink ge
weerd. Toch ben ik bang dat we het
niet zo lang meer vol kunnen houden.
Ik hoorde gisteren nog van een burger,
dat de mondvoorraad in de stad reeds
aanzienlijk begint te minderen. De
spekken hebben alle toegangswegen tot
de stad afgesloten, waardoor er niets
van buitenaf kan bevoorraad worden.
Daarbij komt nog dat de winter voor
de deur staat. Wie weet wat ons nog
boven het hoofd hangt".