EHAIIDEII - niEU VS Jan Evertsen Overdenking Vartori's Schoarien Vice- fldmiraal De val van Bergen uit de Heilige Schrift Verovert Zierikzee Kun je niet omheen! Een jonge schoen van eerlijk 1 Herken je aan de rode stip. Nu met een unieke gratis Ga maar kijken bij: leer. 26 blad Vrijdag 3 oktober 1980 No. 4931 KVENSTER HET it Uw huis verkopen TAMBOER ZEEUWSE WANDELINGEN IK' v.a. Sdf SCHAKEN „De Zwarte Pion'' Reinata Heemskerk met twee koren en orgel in Grote Kerk VERVOLGVERHAAL HOOFDSTUK XV DE VAL VAN BERGEN blik op ktrk M saRwnlevhig ARP en CHU Naar het CDA Nadat enkele weken geleden de Christelijk Historische Unie was ont bonden om op te gaan in het C.D.A. is vorige week zaterdag ook de Anti Re volutionaire Partij opgeheven. Van de drie „Bloedgroepen" is nu alleen nog de Katholieke Volkspartij over, die volgen de maand „ter ziele" gaat. De beide grote protestants-christelijke partijen die nu niet meer bestaan heb ben diepe wortels in ons volksverleden. De Anti Revolutionaire Partij, waar van de naam nog doet denken aan de oude leuze „Tegen de Revolutie het Evangelie", is verbonden met de staat kundige richting uit de vorige eeuw, die bepaald v/erd door de gedachte van Bil- derdijk, Da Costa en Groen van Prinste- rer. De grote leider van deze partij werd later Dr. Kuyper, Abraham de Ge weldige, ook wel genoemd „de man der kleine luyden". Echter, door een verschil van inzicht tussen Kuyper en Jhr. Mr. de Savomin Lehman heeft de Partij zich in 1895 in twee delen gesplitst. Het gedeelte dat Kuyper volgde hield de oude naam „An ti Revolutionairen", de volgelingen van Lohman noemden zich „Vrije Anti Re volutionairen". Deze laatste groep ver enigde zich in 1903 met de al bestaande Chr. Historische Kiezersbond, waarin Dr. De Visser de leidende figuur was, een leiding die later werd overgenomen door Dr. Ph. J. Hoedemaker. Zo werd, doordat de Gereformeerde Kuyper de voorman was van de A.R.P., deze Partij in'den lande beschouwd als de Partij van de „dolerenden", terwijl de C.H.U. het etiket kreeg van de „Her vormde" partij. Met name in de eerste decennia van onze eeuw waren de Anti Revolutionairen, de „mannen-broeders", de mensen van de vaste, welomlijnde beginselen, waarnaar het leven in staat en maatschappij moest worden gere geld. De C.H.U. was meer een brede volkspartij, en meer gericht op de syn these -dan op de antithese, meer op dat wat verbindt dan op dat wat scheiding brengt. Na de Tweede Wereldoorlog gingen hoe langer hoe meer stemmen op om beide protestants-christelijke partijen te verenigen, maar het blééf bij wensen en pogingen. Nu is het dan zo ver dat ze samen met de K.V.P. opgaan in één Christen Democratisch Appèl. Het samengaan van deze drie partijen, die in het verleden fèl tegenover elkaar konden staan, kan alleen worden ver klaard uit een verregaande vervlakking van de beginselen. Het meest nog valt dat op bij de A.R.P. die zich altijd op die beginselen liet voorstaan en „in het isolement haar kracht" zocht. De Anti Revolutionairen die zich niet konden verenigen met de nieuwe koers hebben voor een groot deel deze partij al verlaten of zijn zó ver in de minderheid dat niet naar hen wordt geluisterd. Vandaar dat er tegen een samengaan met de CHU en de KVP in het CDA weinig of geen weerstanden meer bestonden. Het CDA zal, ondanks de C in de naam, v/einig meer hebben van een partij die gebaseerd is op het Woord Gods. Althans wat we er in het verle den al van te horen en te zien gekre gen hebben geeft ons niet veel moed. WAARNEMER Grafmonumen gebr. Evertsec Hij heeft het nooit kimnen brengen tot opperbevelhebber van onze vloot. Niet omdat hij er niet bekwaam genoeg voor was, integendeel, hij was een bui tengewoon dapper zeeheld. Maar om dat hij een Zeeuw was! Altijd is er wrijving en jaloezie geweest tussen de provincies Holland en Zeeland. En je kimt toch geen Zeeuw aanstellen tot hoofd van de gehele Nederlandse zee macht. Toch is het later wel gebeurd met De Ruyter, maar die woonde toen in Amsterdam, was dus al een beetje een Hollander geworden. Ook onder de grote bazen op de vloot was het niet altijd koek en ei. Ook daar veel jaloersheid. Vooral met zijn colle ga Witte de With kon Evertsen hele maal niet opschieten. Nu was dat een onmogelijk mens. Wel buitengewoon dapper, daar mankeerde niets aan, maar hard voor zijn ondergeschikten, die hij onder strenge tucht hield, hij was op vliegend van aard en haatdragend. Zeeuwse officieren en matrozen weiger den bij hem dienst te doen. Als hij door de straten van Vlissrngen liep, werd hij nagejouwd en uitgescholden. Die jaloezie is nog steeds niet uitge storven. Tussen collega's op een kan toor, waar de een wat hoger rang heeft dan de ander, tussen buren die een wat mooier huis of een duurdere auto heb ben. Tussen steden en dorpen, Amster dam en Rotterdam bijvoorbeeld. Of om wat dichter bij huis te blijven: tussen Middelburg en Vlissingen, tussen West- kapelle en Domburg. De lezers van dit artikel kennen waarschijnlijk ook nog wel andere voorbeelden. Maar we gaan terug naar Jan Evert sen, die ook wel met de Voornaam Jo- han genoemd wordt. De eerste jaren Zijn grootvader kapitein Evert Hen- dricksz. heeft 28 jaar tegen de Spanjaar den en de kapers uit Duinkerken ge vochten sinds Vlissingen zich in 1572 voor de Prins van Oranje verklaarde. Zijn vader was Jan, zoon van Evert, dus Jan Evertsen was de eerste die de geslachtsnaam Evertsen voerde. Hij heeft in alle zeeën van Zuid- en West Europa gevochten, vooral ook tegen zeerovers, die de handelsschepen be dreigden. In 1617 sneuvelde hij tegen een Franse kaper. Toen v/as de hoofdpersoon uit dit ver haal 17 jaar, in 1600 te Vlissingen gebo ren. Hij had 4 jongere broers: Evert, Pieter, Geleijn en Comelis, die zich vooral verdienstelijk gemaakt hebben, toen na het einde van het Twaalfjarig Bestand in 1621 de oorlog met Spanje opnieuw begon. Evenals zijn vader én grootvader heeft Jan Evertsen gevochten tegen Spanjaarden en kapers. Zo hielp hij in 1629 Piet Hein, die de Spaanse zilver vloot veroverd had, zijn buit veiUg in het vaderland brengen. Witte de With was ook op deze retourvloot. De volgende jaren werden er door de zeerovers uit Duinkerken tientallen ha- ringschepen veroverd. Met het slechte materiaal dat Jan Evertsen ter beschik king had kon hij dit niet verhinderen. Wel is het hem gelukt de beruchte ka perkapitein Jacques Colaert als gevan gene naar Vlissingen te brengen. In die tijd was Maarten Harpertsz. Tromp opperbevelhebber van de vloot, luitenant-admiraal heette dat. Witte de With en Jan Evertsen waren allebei vi- ce-admiraal, ze waren ongeveer even oud. Een bekend jaar in 1639. In dat jaar heeft Spanje een laatste poging ge waagd om ons land te veroveren. Met een grote vloot brengt de Spaanse ko ning een landingsleger over. Maar de poging is mislukt, de vloot werd opge wacht door onze schepen van Tromp en vluchtte in de Engelse haven van Duins. Met zijn smaldeel Zeeuwse sche pen heeft Jan Evertsen dapper meege vochten. Het is hem gelukt het Portu gese admiraaïschip Theresia met 60 stukken geschut en 1000 matrozen en soldaten in brand te steken. Tromp stuurde hem 5 branders om „dit grou- welijck monster in kolen te setten". Deze slag bij Duins heeft voor Evert sen nog een vervelende nasleep gehad. Tromp gaf hem namelijk bevel om de Engelsen in hun eigen haven aan te vallen om zodoende de Spanjaarden te dwingen zich over te geven. Maar Evertsen weigert tegen de Engelsen te vechten, het was een „bevriende mo gendheid", zoals dat tegenwoordig heet. Bovendien was er een drukke handel tussen Engeland en Zeeland. Toen heeft Tromp aan Witte de With opgedragen op de Engelsen te schieten. Deze deed het wel. Hij heeft van die weigering door Evertsen een overdreven ophef gemaakt en dit overal in zijn ge boorteplaats Den Briel rondverteld. Vol gens hem was Evertsen bang geweest, een lafaard, „hij zat in zijn kakkert". De gevolgen van deze hatelijke roddel praat zuUen we straks zien. Oorlog met Engeland Na die tijd volgde er wat „kleinwerk" voor vice-admiraal Jan Evertsen, zoals bescherming van koopvaardij- en vis sersschepen, overbrenging van troepen- Maar dan volgt in 1652 de oorlog met Engeland, dat jaloers was op onze han- delsbloei. We hebben die oorlog slecht gevoerd, onze vloot was niet opgewassen tegen de Engelse. Het was een groot verlies voor onze vloot dat in 1653 Maarten Tromp sneu velde. Wie moest hem opvolgen? Zowel Witte de With als Jan Evertsen zouden in aanmerking komen, beide waren even geschild; en even oud (53 jaar). Maar dan zou de een onder de ander staan en gezien de verhouding tussen hen ging dat niet. Toen werd -Wassenaar van Obdam benoemd als luitenant-generaal, een ta melijk onbekende persoon. In 1665 brak de tweede oorlog met Engeland uit. We stonden er toen heel wat beter voor, maar het begin was erg ongelukkig. In Lowestoft vloog Wassenaar met zijn schip in de lucht, zijn opvolger Cortenaar sneuvelde en daardoor is Jan Evertsen nu opperbe velhebber. Maar met een vloot die terugtrekt, met kapiteins die lafhartig op de vlucht gaan en hem in de steek laten, nnet een zwaar gehavend schip vol doden en ge wonden. Er zit niet anders voor hem op dan terug te trekken. Hij gaat niet naar Texel, waarheen de meeste sche pen gevlucht zijn, maar naar de mond van de Maas. Het is zijn bedoeling via Den Briel naar Den Haag te reizen om zich voor de Staten Generaal te verant woorden. Des avonds om 7 uur rijdt hij in een open wagen dit oude geuzenstadje bin nen. Daar heeft men van zijn komst HET WEE Wee den goddeloze het zal hem kwalqk gaan. Jesaja 3 vers 11 a De goddelozen zijn mensen, die zon der vreze Gods leven, en steeds maar voortgaan des Heeren wetten te ver treden. De goddeloze leeft enig en alleen uit het oude beginsel van zijn verdor ven natuur. Hij wil aan God zich niet onderwerpen, door Hem niet laten re geren, en is zonder God in de wereld. Dit waart gij volk eertyds. Er zijn trappen in de goddeloosheid. Sommi gen godsdienstig, maar een eigenwillige godsdienst. Ze onderwerpen zich ge- veinsdelijk aan het Woord Gods, en leven toch geheel voor eigen rekening daarheen. De goddeloze stelt zichzelven gerust, en meent dat het zo kwaad met hem niet staat, want dan zou het wel zonder hoop worden. Ze krijgen soms wel eens een conciëntie Icneep, maar gaan weer door als het overgaat. Ze vlogen zichzelf, dat hun stand niet ver delgt is, ..en die van Job wel. (Job 22). En toch klinkt het wee der goddelozen. Als de recht vaardige nauwelijks zalig wordt, waar zal dan de goddeloze en zondaar ver schijnen? Als een kind van God er soms zo diep doorgaat, hoe zal dan het kind der wereld bestaan? Als Aaron op Hor, Mozes op Nebo sterft, vanwege de zonde aan deze zijde gedragen, wat zal dan geschieden met Korach, Dathan en Abiram? Als een EUa zucht: neem mijn ziel van mij weg; ik ben alleen overgebleven, wat zal dan het einde van Achab we zen. Dus geen verschil tussen de recht vaardige en goddeloze? Wedervaren die enerlei weg? Beiden geboren in het diensth. der zonde, beiden de oorspron kelijke schuld, en geroepen tot de reis naar de Eeuwigheid. Maar een machtig verschil. De rechtvaardige een voor werp van Gods liefde de Goddeloze van Gods toom. Als de Rechtvaardige zijn zaligheid werkt met vreze en beven door Gods genade, hoe dan de goddeloze die onbekommert door het leven gaat. Als de rechtvaardige, de tijd uitkoopt en jaagt naar de prijs der roeping Gods, die in Christus Jezus wordt vast gemaakt wat dan de goddeloze die zich niet bekommert om het eeuwig oordeel. Wel mag de goddeloze beven, die buiten God kan leven, maar ook buiten Hem sterven gaat. Het wee klinkt hem tegen, het oordeel zal hij niet ontgaan. Wee: het zal hem kwaiyk gaan. De rechtvaardige mag het kwalflk gaan, het gaat hem toch weL De god deloze mag het wel gaan, maar het gaat hem toch kwalijk. Zijn voorspoed zal hem niet voordelig zijn, zijn aardse winst geen nuttigheid geven. Hij wordt gemest tegen de dag der slachting. Hoe hoger hij stijgt, hoe dieper hij valt, op het toppunt van eer, in Eeuwige ver woesting neer. De goddeloze zegt mijn God: hebben geen vrede. Daarentegen het weinige des Recht vaardigen is meer dan de veelheid der goddeloze. Het weinige in de Gunst in de verdienste van Jezus Christus. Wat een onderscheid. Gelijk de Recht vaardige de vrucht zijner handen eten mag zo zal de vergelding zijner handen aan de goddelozen geschieden. Vandaar is er zo'n onderzoek noodzakelijk waar we bij horen. Als er genade bij U gevonden wordt, dan verzekert Gods beloften uw heil, on danks uw inleving wat ge zijt voor God Hij zal U met Zijn weldaden over laden. Zelfs op een moeilijke en zware weg soms door diepten heen. Met Job van z'n vrienden en broeders verdacht, waar uw moed u vaak ontzinkt, en toch: Het zal hem wel gaan. Geen twee hemels. In de wereld zult ge verdrukking heb ben maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen. Blijft ge zo ge bent dan zal het Eeuwig wee zijn. En vandaar kan het nog van de zijde Gods. Heden, heden zo ge Zijn stem hoort, verhard uw hart niet. Er worden vijanden met God verzoend en goddelozen om niet gerechtvaardigd. Het wee jnocht post vatten in onze harten tot een vrucht van het baren van een onrust, en een invallen voor God. En dan het wonder van de rechtvaardigen. De dood ver diend. Het leven uit genade. Naar recht eeuwig buiten God. Door genade een goddeloze in de gemeenschap met God. Zegt het: de rechtvaardige dat het hem wel gaan zal, maar wee de goddeloze het zal hem kwalijk gaan. ds. J. L. «?v------------ Zierikzee -Tel. 01110-2488 OUDDORP VERKOPING De Zendingskras „Draagt elkanders lasten" der Ger. Gemeente te Ouddorp hoopt D.V. woensdag 8 oktober haar verkoping te houden van de gemaakte goederen. De openingstijd zijn 's middags van 2.30 - 5 uur en 's avonds van 7-9 uur in het Herv. Jeugdgebouw. Ook kunt u een kopje koffie of thee en limonade voor de kinderen kopen. Alles ten bate van de Zending. Ieder is hartelijk welkom. gehoord en hij krijgt de schuld van de nederlaag. De Brielenaars gooien hem met stenen en modder, trekken hem van de wagen af, slepen hem over de stenen en gooien hem in de haven. Hij zou verdronken zijn als hij zich niet aan de steven van een schip had vastgegrepen. Op het laatste nippertje wordt hij nog door een paar soldaten gered. Voor de krijgsraad kan hij zich van alle schuld vrijpleiten. In Zeeland teruggekeerd heeft hij er genoeg van en neemt ontslag. Zijn broer Comelis wordt nu vice-admiraal van Zeeland. Deze sneuvelt echter op de eer ste dag van de Vierdaagse zeeslag en nu gaat Jan Evertsen opnieuw naar zee. Op 5 augustus 1666 sneuvelt hij in de Tweedaagse zeeslag. In de Oude Kerk te Middelburg wordt hij begraven. Later is voor hem en zijn broer Cor nells een mooi praalgraf opgericht, dat nu te zien is in de ruimte tussen de twee Abdijkerken. Middelburg L. van WaUenburg Café rest. „De Kok" 22-9 -1980. afd. 1 J. Boeter M. v. d. Waal 1 - 0 W. Peeman G. de Jager 1/2 - 1/2 A. Robijn A. Stolk Ve - Vs Afd. 2 W. Tielem.an A. Abramse 1 - 0 C. van 't Geloof P. Lesuis 0 - 1 C. V. d. Groef Ant. Visser 0-1 N. van Bracht J. Albrechts V2 - V2 J. Smallegange J. Kruik 1-0 C. Groenendijk J. Schreuder 0 - 1 W. Breewer J. Nerkerk 1 - 0 J. Noordijk H. Jansen 1 - 0 „Jeugdafdeling" Na de derde speelavond is de stand in de kopgroep: 1. Edgar Nijman 6 uit 7 2. Geert-Jan Zijlstra 6 uit 8 3. Johan Duyninck 5 uit 6 4. Alexander van Oost 5 uit 7 5. Rene Faase 4 uit 5 6. Netty v. d. Valk 4 uit 6 7. Koos Verolme 4 uit 6 8. Jasper v. d. Wulp 4 uit 6 9. Bram Vroegindeweij 4 lüt 7 10. Jan Pieter Wamaer 4 uit 7 PREDIKBEURTEN ZEELAND ZONDAG 5 OKTOBER 1980 NIEUWERKERK Ned. Herv. Kerk 9.30 uur ds. H. Smits van Haamstede Geref. Kerk (N'kerk-O'land) 10 uur dhr. A. A. van Houk uit Yerseke en 5 uur ds. G. v. d. Stoel uit Bergen op Zoom Geref. Gemeente 10 3 uur ds. M. J. van Gelder Geref. Gem. in Ned. 9.45 3.30 uur leesdienst. Op zaterdag 4 oktober w;ordt op groot se wijze de concert-serie in de Grote Kerk afgesloten door een optreden van de van EO-televisie optredens bekende alt Reinata Heemskerk. Zij wordt hier bij begeleid door twee niet minder be kende koren n.l. de Young Chapel Sin gers en het Christelijk Mannenkoor Scheveningen. Het beloofd een zeer boei ende en afwisselende avond te ■worden want ook de vaste organist van de Gro te Kerk, Arie J. Keijzer, geeft zijn me dewerking aan dit concert. De koren staan onder leiding van dirigent Gerard Brëas. De Young Chapel Singers zingen o.a. de Cantique de Jean Racine van Gabriel Fauré, het Ave verum van Mo zart en Ombra mai fu van Handel. Het Christelijk Mannenkoor Scheveningen brengt naast werken van Schubert en Saint-Saêns ook enkele negro-spirituals ten gehore. Arie J. Keijzer wisselt het programma af door enkele orgelsoli o.a. van Vième het Carillon de Westmin ster en van Boèllmann de Toccata uit Suite Gothigne. Met een gezamenlijk optreden van koren en solisten, welke hun belangeloze medewerking willen plaatsen in het licht van de restauratie van de Grote Kerk, wordt deze onge twijfeld ieev interessante avond afge sloten- De aanvang is om 20.00 uur, entree 5,—, CJP en 65-plus 3,50. Historisch verhaal uit het Jaar 1572 door JAAP DE KORTE Den Hertog's Uitgevery Utrecht 52 De geuzen beginnen steeds driester op te treden en het wordt hoog tijd dat er resoluut wordt ingegrepen. Zo denkt en spreekt de wrede tiran. Hij besluit dan ook een nachtelijke uit val te wagen op het leger van de prins. Onder aanvoering van de beruchte Spaanse bevelhebber Juliaan Romero, wordt de nachtelijke tocht aangevangen. De verrassing is volkomen. Enige Spaan se lansiers weten het kamp binnen te dringen tot aan de tent van de prins. Met de beide schildwachten wordt korte metten gemaakt. Ze worden eenvoudig afgemaakt! De prins is zich van geen gevaar bewust en slaapt rustig. Zijn trouwe hond, die hem op al zijn reizen vergezelt, merkt echter onraad en wekt zijn meester. Deze grijpt zijn wapens en snelt naar buiten. Met een paar grote sprongen bereikt hij zijn paard, dat al tijd in de onmiddellijke nabijheid van zijn tent staat, en vlucht de duisternis in. Echter niet als een lafaard! In slechts enkele ogenblikken heeft hij de toestand overzien en herstelt de orde. Al spoedig merkt de prins dat de vijand slechts gering in aantal Is en met verbeten woe de weet hij ze terug te drijven naar hun verschansing. De prins heeft zich ook nu weer laten zien als een geducht veldheer die nooit zijn kalme vastbera denheid verliest. De strijd heeft hem ech ter veel soldaten gekost. Niet minder dan ruim vierhonderd mannen zijn gesneu veld terwijl de vijand slechts onge veer zeventig manschappen verloren. De gevolgen van dit verlies blijven niet uit. De soldaten, die slechts huur lingen zijn, slaan aan het muiten. Geld willen zij zien! Ja, alleen om geld is het hun te doen. Geen vaderlandsliefde drijft hen om de vijand te lijf te gaan en deze met onbegrensde moed te bestrijden. Geen liefde voor de prins, geen liefde voor de godsdienst doet hen naar het zwaard grijpen, maar slechts om geld is het hen te doen. De geldvoorraad is echter uitgeput. Hoe de prins zijn best ook doet dit de soldaten duidelijk te maken, niets baat. De soldaten weigeren langer te blijven, zodat de prins zich genoodzaakt ziet Hermigny te verlaten om elders een goed heenkomen te zoeken. Hij begeeft zich naar Zeeland om zo mogelijk daar zijn manschappen tot tevredenheid te stemmen. De prins is met frisse moed naar Bergen getrokken, maar wat heeft hij hier een bittere tegenslag gehad! Waren zijn soldaten niet zo muitziek geweest, zeker was het hem gelukt Bergen te ontzetten. De Heere heeft echter anders besloten over de burgers van de stad. Hij, de Almachtige, zal nu Zijn be sluit volvoeren en niemand zal het oor deel over Bergen kunnen keren. Op de wallen van Bergen is het een drukte van belang. Zowel de burgers als de soldaten weren zich dapper te gen de verwoede aanvallen van Alva's troepenmacht. De muur, waarop door de vijand zonder tussenpozen wordt geschoten, vertoont grote bressen, maar deze worden zo snel mogelijk her steld. Allerlei voorwerpen worden aange dragen om het bolwerk te versterken en met vaardige hand worden de inge schoten bressen geheeld. Geert en Klaas zijn elke dag druk bezet. Bijna dag en nacht hanteren zij hun wapens en reeds menige Spanjaard hebben ze in het zand doen bijten. Te midden van Hollandse, Franse en Duit se soldaten strijden ze mee voor het behoud van Bergen. Nu, in het begin van de maand sep tember, is het echter rustig. Hoewel het al laat is in de tijd van het jaar, laat de zon haar stralen nog krachtig ge voelen en menig verdediger van de stad wist zich het zweet van het gelaat. Het is rustig geweest deze morgen. Er is geen enkel schot gelost. Zowel de aanvallers als de verdedigers houden zich rustig en men zou niet zeggen dat de vorige dag nog het geschut heeft gebulderd in al haar kracht. Lusteloos slenteren de soldaten op de wallen. Sommigen nuttigen hun sobere maal tijd. Anderen maken van deze gelegen heid gebruik om hun wapens na te zien. Weer anderen proberen wat te slapen, wat bij de meesten bijzonder goed ge lukt. Aan alles is te zien dat de mannen zich vervelen. De meesten van hen wa gen liever een aanval op de vijand. Het is echter streng verboden ook maar één enkel schot te lossen. De hogere leger leiding is aan het onderhandelen. Geert en Klaas bevinden zich op de muur in de nabijheid van de hoofdpoort. Ze hebben zich neergezet op een stapel stenen en zijn in druk gesprek gewik keld. „Het begint me danig te vervelen", bromt Geert terwijl hij naar het vijan delijk kamp staart. „Het duurt allemaal veel te lang". „Wachten duurt altijd lang", merkt Klaas droogjes op. „Maar ik had ook liever dat we maar door zouden vech ten. Dat onderhandelen loopt toch op niets uit. We moesten maar een uitval wagen". „Dat zou warempel gelijk staan aan zelfmoord", meent Geert. „Je moet niet vergeten dat wij sterk in de minder heid zijn. Bovendien liggen de Span jaarden goed verscholen achter hun verschansing. Zij zijn dus ver in het voordeel. Nee makker, dót zou dwaas heid zijn. Maar van die onderhandelin gen verwacht ik ook niet veel goeds. Ik heb al zoveel van de hertog van Alva gehoord, dat ik hem beslist niet ver trouw. Het is anders wel een slimme ke rel. Onze prins werd genoodzaakt om op te breken en zijn stellingen te ver laten. Daardoor zijn wij natuurlijk ver in het nadeel geraakt. En Alva laat zich del aatste dagen ook niet zien. Na tuurlijk niet! Als hij het zo kan redden, kost het hem geen soldaten. Hij is slim genoeg om, voor de winter haar intrede doet, de stad in handen te krijgen. Nee, van die onderhandelingen verwacht ik niet veel goeds. Ik ben bang dat wij de stad zullen moeten overgeven. Het is een beroerde zaak. Al ons werk is tever geefs geweest en met de burgers staat het er niet best voor als de Spanjaarden hier de macht weer in handen krijgen. Bah! Wat een vervelende geschiedenis". De jonge geus spuwt verachtelijk op de grond. „Die Alva is een grote bloed hond", stoot hij uit. „Er is niemand veilig voor die ellendeling. Als hij de stad in handen heeft, staat ons wat te wachten!" „Het is jammer dat graaf Lodewijk ziek is", antwoordt Klaas terwijl hij zijn opgewonden makker van terzijde aan kijkt. „Als hij gezond was weet ik nog niet wat hij zou doen. Ik geloof nooit dat hij dan de stad zou overgeven! Daar is hij de man niet naar. Heb je vandaag nog iets van hem gehoord?" „Ja", antwoordt Geert. „Ik heb van morgen Ripperda nog gesproken. Die is gisteravond even bij de graaf op be zoek geweest. Hij is hard ziek. Het is vervelend. Het is zo'n wakkere kerel en een uitstekend aanvoerder. Hij weet er de moed bij zijn mannen steeds in te houden". „Ja", beaamt Klaas, „ik vind Graaf Lodewijk een beste kerel. Hij is wel wat streng, maar dat kan men van hem wel verdragen. Trouwens, La Noue is ook een dappere kerel. Hij heeft zich tijdens de afwezigheid van de graaf flink ge weerd. Toch ben ik bang dat we het niet zo lang meer vol kunnen houden. Ik hoorde gisteren nog van een burger, dat de mondvoorraad in de stad reeds aanzienlijk begint te minderen. De spekken hebben alle toegangswegen tot de stad afgesloten, waardoor er niets van buitenaf kan bevoorraad worden. Daarbij komt nog dat de winter voor de deur staat. Wie weet wat ons nog boven het hoofd hangt".

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1980 | | pagina 5