EIUVriDEII - lilEUWS
Aren lezen
Mei onze reis van AtneHka naar
Holland en Dlrksland was
ntijn groote droom vervuld
Crelielde vrienden
van Goeree and
Overflakkee
3e blad
Vrijdag 22 augustus 1980
No. 4919
INGEZONDEN:
^gen
Welk woord houdt zoveel beloften in
dan het woord: vakantie?
Vakantie betekent vrij van school,
vrij van het verplichte wérk en het biedt
bij gezondheid de mogelijkheid om er
eens^op•uit te trekken. De vrije wereld
in. Slogans als „de Veluwe roept",
„Kom naar de Ardennen", „Bezoek het
goudstrand van Spanje of Bulgarije",
en alsof dat niet ver genoeg is, liggen
er tal van uitnodigingen gereed voor
een bezoek, werkelijk tot in alle hoeken
van de wereld.
Er- is echter ook een tijd geweest dat
men' niet zo ver kon gaan, al wilde men
nog zo graag. Oudere mensen herinne
ren zich nog heel goed, dat, toen zij nog
schoolkinderen waren, er niet zoveel
spanning in de klas was, alsde juffrouw
of meester de laatste uren van de school
dag voorafgaande aan de zomervakan
tie meestal doorbracht met voorlezen
van een boeiend verhaal. Daarvoor wa
ren de schoolborden extra schoonge
maakt, het krijt weggenomen, de plan
ten op de gang gezet en zelfs de mooie
schoolplaten werden van de muur ge
nomen en in de kast opgeborgen.
Totdat de schoolbel door één van de
jongens van de „hoogste" klas met de
hand werd geluid. Op het plein was het
dig daarop ging ieder kind zijns weegs.
Reeds de volgende dag gingen heel
wat kinderen met een door hen zelf ge
maakt karretje op weg naar de graan
akkers in de polder, 't Was volop zomer
en-de vlinders fladderden vrolijk om
het in volle bloei staande kaasjeskruid.
Zwaluwen zaten bij tientallen op de
telefoondraden of scheerden snel en be
hendig door de open lucht.
Op weg naar het gekozen stuk land
was nog meer te zien. Hier kwamen
plotseling de natuurplaten van school
tot levende werkelijkheid. Tal van
waarnemingen waar kinderen onge-
rnerkt de tijd voor namen, vertraagden
hun tocht. Maar eenmaal op het veld
aangekomen, werd met het werken be
gonnen. Eerst moest de leeszak worden
aangebonden. Deze was gemaakt van
licht jute stof waaraan een eindje touw
of een oude bretel was bevestigd, ten
einde de leeszak om de hals en lende
nen te kunnen dragen.
Een aardappelschilmesje werd, ook
al om de hals, aan een dun touwtje ge
bonden om het zoek raken te voorko
men. Zo'n aardappelschUmesje was im
mers een kostbaar gebruiksvoorwerp.
Dan begon het werkelijke lezen. Eén
voor één werden de verloren gegane
de andere hand verzameld tot een
schrank (zie het schilderij van de fran
se schilder J. F. MiUet getiteld: „Aren
lezen"). Al bukkend zochten de lezers
tussen de keurig op rijen gezette scho
ven of hopen tarwe. In het begin van
de dag spatten soms nog frisse dauw
druppels tegen armen en benen op.
Soms sprong er ineens een kikker ver
schrikt weg, vooral als men langs de
kant van het veld moest rapen. Dat ge
beurde ook wel met een pad die meestal
verward raakte tussen de met valse
meeldauw dik bedekte blaadjes en sten
gels van het warrig groeiende varkens
gras
Hier en daar hadden zich groepjes
lezers gevormd. Die waren meestal fa
milie van elkaar. Vrouwen en kinderen
en ook wel oudere mannensjouwden zo
de hele dag.
Na het verzamelen van een schrank,
die zo vol was dat er bijna geen enkele
aar meer bij kon, werd het stro zo dicht
mogelijk onder de aren afgesneden. De
afgesneden aren werden dan in de lees
zak gedaan. Raakte die vol dan werd
deze leeg gestort in een grote jute zak,
bij voorkeur in een zgn. groenstreep,
waarin vroeger kunstmest werd ver
voerd.
Tijdens het leegmaken van de leeszak
werd er even tijd genomen om wat wa
ter uit de flap of fles te drinken. Het
drinkwater werd in een schoof wegge
stopt of bij erg warm weer op de koele
bodem van een droogstaande sloot neer
gezet.
Op zulke rustmomenten werden wat
dorpsnieuwtjes uitgewisseld, terwijl^ de
kinderen enige tarwe-aren met de hand
fijn wreven. Daarna blies men het kaf
weg en de aldus schoongemaakte kor
rels tarwe werden dan in de m.ond ge
nomen. Al kauwende werd tenslotte
kauwgom gevormd. Heerlijk was dat.
En dat is het gelukkig nog.
Na een zeer vermoeiende dag keerden
de lezers huiswaarts. De één had een
flinke klus bij elkaar geraapt, de an
der soms maar weinig. Vier jute zakken
goed volgestampt met leesaren gaven
bij het dorsen samen één mud van 75
kg schone tarwe.
Daar moesten heel wat aren voor wor
den opgeraaptDaarom gingen de
lezers de volgende dag weer terug naar
de afgemaaide velden. Had men de vo
rige dag een goed plekje gevonden, dan
ging men daar vanzelfsprekend weer
naar toe. Maar waar weinig te lezen
viel noodzaakte de lezers om een andere
Een fraai schilderstukje van
E. Razenberg, van een oogsttafereeltje.
Rechts is een arenlezer,
plaats te gaan zoeken, En dat kostte
dan veel tijd, want bijna iedereen ging
lopend de polders door.
Een enkele keer had men geluk bij
het zoeken naar veel aren.
Vooral wanneer de zelfbinder, de
voorloper van de hedendaagse combine,
het maaiwerk slecht had afgeleverd.
Meestal vond dit zijn oorzaak in het
ter aarde geslagen tarwegewas bij veel
slecht weer tijdens de groei. Er kon dan
niet goed gemaaid worden. Op zulke
plekken gebeurde het rapen wel op
beide knieën. Maar hoe nuttig het le
zen ook was het had zeker ook zijn
schaduwkanten Als er plotseling een
onweersbui op kwam zetten, dan vlucht
ten de lezers naar huis. Doorweekt van
de hevige regen en met veel minder
aren in de zak, kwam men dan thuis.
De volgende dag zou dan voor de lezers
een zware dag worden. Door de vele
regen was de grond natuurlijk erg nat
geworden en dal had weer als gevolg
dat de vette aarde aan schoeisel of aan
klompen zich in alle zwaarte vasthecht
te. Aanladen werd dat genoemd. Hele
bonken klei kon men dan afbreken,
waarna het dan weer heel wat lichter
liep.
De meeste jongens hadden zelfs in die
tijd ook geen kousen aan. Het laat zich
dan ook niet moeilijk raden hoe of de
benen en speciaal dè énkels van de kin
deren er uit zagen!
Het bloed Uep er meer dan eens uit
want de graanstoppels waren erg scherp
vooral als er een halm net boven een
knoop (verdikking in de halm) was af
gesneden. Ook de handen zaten vol klei
ne wondjes die vaak weer open werden
gehaald.
Het gebeurde ook wel eens dat de
lezers door de eigenaar van een bepaald
perceel werden weggejaagd. Maar over
het algemeen werd lezen als volksge
bruik toegestaan. Eerlijkheidshalve moet
gesteld worden dat ook niet elke lezer
zich aan de ongeschreven regels hield.
Enkele boei-en gingen bepaalde ge
zinnen zelfs v.'aarschuwen dat er hier
of daar gelezen kon worden. Men kon
dan ook nog meerijden naar het land.
De wagen ging dan om zes uur in de
morgen vanaf de wurft. Nauwelijks bui
ten het dorp gereden begon de hele
schare allerlei liedjes te zingen.
Op het land aangekomen keken de
kinderen geboeid toe hoe de landbouw-
knecht drie paarden spande voor de
zelfbinder. Het voorttrekken van de
binder was voor de paarden erg zwaar.
Om beurten werden de dieren dan ook
verwisseld. De meeste kinderen plukten
dan een wis je gras of klavers om het
afgeloste, sterk bezwete paard een wei
nig te ondersteunen.
En zo had ieder zijn taak. Zwaar maar
nodig. Als men er nu op terug kijkt,
lijkt het allemaal zo primitief. Doch dit
was het toen beslist niet. Ondanks dit
zware en tijdrovende werk viel het
voor de kinderen niet mee om na de
vakantie weer in de houten schoolbank
te moeten gaan zitten. Het vrije leven in
de polders, op de dijken en op dreven
kon het kind niet zomaar ontwennen.
Pas weken later merkte het kind hoe
belangrijk haar of zijn aandeel in het
lezen van de aren wel was geweest.
De leesaren werden dan op de klam-
penmeet door een dorsmachine gedorst.
De schone tarwe werd dan in geopende
zakken voor ontluchting op zolder gezet.
Geen wonder dat René de Clerq eens
dichtte:
Heerlijk terwe,
Siersel der aarde.
Goud is uw verwe,
Goud is uw waarde.
En wanneer moeder van het verse
tarwebloem de eerste pannekoeken had
gebakken dan was er feest, dan was er
tevredenheid.
Met dank aan dhr P. Vroegindeweij
uit Middelhamis voor zijn karakteris
tieke schetsje van een flakkeese graan
akker met schoven.
D. Hoogzand
Sommelsdijk
In de maand van Mei 1980 had ik
een brief geschreven naar het „Eilan
den Nieuws" te Middelhamis dat ik van
plan was met onze twee oudste zoonen
naar Dirksland te komen. Twee van
onze joMges waren al in Dirksland ge
weest een paar jaar geleden, maar nu
moest vader Kastelein toch ook de reis
naar Dirksland maken met onze twee
jonges, zoo dat ik twee chauffers had
om onze auto te sturen van Amsterdam
en tot veele andere plaatsen in Holland,
België^ Frankrijk en Duitchland.
Natuurlijk Dirksland was het voor
naamste van deze geheelé reis want .dat
was het dorp waar ik in deze wereld
kwam op Augustus 5—1907.
Wij hadden ons voor die reis naar
Dirksland bereid gemaakt, en op den
sevenden dag van Mei 1980 reisende wij
naar Chicago. Het groote vliegtuig K.
L.M. 747 stond daar al voor ons te
wachten.
Ik dacht dat ik in een groote slaap
gevallen was en dat ik dit alles maar ge-
droomt had. Ik dacht kan dit nu toch
echt waar zijn dat ik naar mijn oude
vaderland, en naar mijn oude geboorte
plaats zal gaan reisen? In Aug. 1925 reis
de ik - 18 jaar - van Rotterdam met het
schip Volendam naar Amerika. Ik kan
het nog good herinderen als ik N. York
aankwam op een Zaturdag Middag. Ik
dacht wat zal het alles wezen in dit
nieuw land van Amerika. Ik heb hier
nu 55 jaar gewoond, en nu gaan wij
naar' Holland weer terug hoor. Kan
dat toch nu?
Het groote vliegtuig K.L.M, zou om
5;30 van Chicago vertrekken naar de
stad van Amsterdam, Holland. Het was
den sevenden van Mei, en het was zoo
wat 5 uur. Nog een half uur en dan
gaan wij hoor. Het was nu ongeveer
5;30 uur en de deuren van het groote
vliegtuig v/erden gesloten, en de moto
ren werden bereid gemaakt voor de reis
van Amerika naar Amsterdam, Holland.
Ik begon nu weer te denken. „Kan
dit nu toch echt waar zijn dat ik naar
mijn Vaderland gaat reisen?" Ja, het is
toch zeker waar, want alles is nu klaar
gemaakt om deze groote reis te begin
nen. Ja, daar gaan we hoor, sneller en
sneller en nu van de ground af naar de
wolken. Het was heel mooi weer, toen
het vliegtuig van Chicago afscheid nam.
Het was ook een heele mooie nacht.
Het vliegtuig was vol met menschen en
ik hoorde veel Hollands praten.
Ik zat naast het kleine venster op de
rechte vleugel van het vliegtuig. Mijn
twee jongens waren in slaap gevallen
maar ik kon niet slapen want daar was'
zoo veel te zien, en zoo veel menschen
die ik ontmoet had daar ik Hollands mee
praten konde. Het was toch alles zoo
prachtig mooi, en ik had veel plezier
als ik dacht dat ik in een paar uuren
in Amsterdam Holland zou arriveren.
Het was alles nog donker en het was
nu zoo wat 4 uur Donderdag morgen
Mei 8. Ik dacht ik ga eens naar de an
dere zijde van het vliegtuig en ik dacht
dat ik daar veel meer kon zien. Maar
ik zag niets anders dan groote witte
wolken.
Het werd een heele mooie dag in Hol
land Mei 8—1980 als het vliegtuig nu
uit de witte wolken kwam en begon
langzaam tot het vliegveld in Amster
dam te dalen.
Het was nu 8;30 in Amsterdam Hol
land toen wij in Schiphol arriveerden.
Het is nu geen droom meer hoor v/ant
nu ben ik in the groote stad van Am
sterdam waar ik nog nooit was geweest.
Ik ben nu in mijn oude Vaderland op
de straaten van Amsterdam. Ik had nog
niet veel van Holland gezien, alleen
maar het EUand van Goeree en Over-
flakkee waar ik in the wereld kwam
als de zoon van Kees Kastelein en Eli
zabeth van Broekhoven in het dorp
Dirksland. Ik had 18 jaar in Dirksland
gewoond en had daar veel plezier ge
had in mijn jonge leven en misschien
ook well wat kattekwaad uitgevoerd
want de diender Gerrit Bakker die heeft
mij nog wel eens een paar maal met
zijn knuppel aan het achter eind goed
warm gemaakt.
Mij ouste broer Christoffel was naar
Amerika gegaan in 1923, en hij had mij
gevraagt ook naar Amerika te komen.
In de maand van Augustus 1925 ging
ik Dirksland verlaten. Het was niet ge
makkelijk voor mij die morgen om alles
te verlaten. Al mijn lieve vrienden en
vriendinnen, mijn Gymnastiek vereeni-
ging, en D.V.V. voetbal vereeniging. Ik
will het bekennen dat tranen uit mijn
oogen stroomde als ik zag Dirksland
verdwijnen toen ik over die trembrug
over de haven kwam. Dag Dirksland,
tot ziens.
Dank zij God nu stond ik op the
straaten van Amsterdam 54 jaar later
en nu zullen wij morgen naar Dirksland
reisen hoor, met onze kleine auto. Hier
stond ik nu op de straaten van Amster
dam 4000 milen weg van mijn geliefde
vrouw en kinderen. Ik dankte God dat
ik twee van mijn zoonen meegenomen
had naar Holland. Mijn twee jongens
waren nu druk bezig onze koffers te
vinden. We hadden een kleine auto ge
huurd in Amsterdam, een Fiat. Nu de
vraag is, waar zullen wij al die groote
koffers wegstoppen in die kleine auto.
Ja, de jongens hadden een plaatsje ge
vonden voor al onze koffers. Toen was
er nog een klein hondehokkie voor va
der Kastelein achter in tusschen al de
koffers. Good hoor, dat zal wel gaan.
Het is toch nu geen droom meer, want
ik ben nu in Amsterdam, en morgen
gaan wij naar Dirksland en Goeree en
Overflakkee.
We vonden een kleine hotel genaamd
Toro voor onze eerste nacht in Amster
dam to slapen.
Het was nu Mei 8 donderdag en wij
brachten onze koffers naar het kleine
hotel en dan een beetje rusten voor dat
wij die stad van Amsterdam gaan be
zoeken.
Het was een echt plezier voor ons de
straaten van Amsterdam te loopen en
die- oude en de nieuwe kerk te zien. Wat
een mooie stad, en daar zijn zoo veel
dingen en plaatsen die wij niet gezien
hebben, want daar was geen tijd voor.
Het was mooi in de diamanten koop
handel, en ook zoo heel mooi in het
groote Rijksmuseum. Prachtig! Dan die
avond onze vaart op het kanaal, dat
was toch zoo prettig en heel mooi. Ik
wist nu zeker dat ik in Holland v/as
hoor en het Wilhelmus van Nassau komt
tot mijn herrinring. Wij hadden een fijne
dag gehad in Amsterdam, en nu naar
onze hotel een nachtje slapen, en dan
de volgenden morgen' Mei 9- gaan wij
op reis naar Goeree en Overflakkee.
Het was elke dag heel mooi weer, en
ook aan de volgende dag toen wij Am
sterdam verlaten. Nu gaan wij naar
Volendam en naar Haarlem, en dan naar
Keukenhof en den Haag. Keukenhof het
paradise van Holland. De wereld van
tulpen en ook andere prachtige bloe
men.
Toen ik dat alles zag dankte ik God
dat Hü mü oogen had gegeven om dat
alles met plezier te aanschouwen. Ik
dankte m^n groote God dat Hy dat
alles had geschapen. Ik stond daar by-
na stom als ik dat paradise van God's
onuitsprekeiyke, en wonderiyke kracht
kon genieten. Ik dacht waarom heb ik
zoo lang gewacht om naar Holland terug
te komen. Wat een prachtig mooi va
derland heb ik. Dank zq God. Holland
is prachtig mooi, en ik hoop dat ik het
volgend jaar met mön lieve vrouw te
rug mag komen, zoo dat zq ook dit
mooie land kan zien.
Nu gingen wij van Keukenhof naar
Madurodam, en ook naar Den Haag.
Het was nu Vrijdag middag Mei 9 zoo
wat drie uur. Het was ook zoo heel
interessant in Madurodam, en in het
vredespaleis in Den Haag. Het was nu
tijd om onze reis naar het dorp van
Dirksland te beginnen want onze familie
zouden op ons wachten.
Nu op pad naar Dirksland hoor, het
dorp waar ik geboren was aan Augustus
5, 1925. Ben ik nu weer aan het droomen
of is dat echt waar? Ja, hoor mijn twee
jonges vertelde mij: „Vader wij gaan
nu naar Dirksland, zoo hout er de moet
maar in".
Misschien nog een half uur en dan
zijn wij in Dirksland. Het was natuur
lijk jammer dat mij jonges konden hee-
lemaal geen Hollands verstaan, maar
zij haden toch zoo veel plezier, om dat
üc plezier had. Nu nog een paar kilo
meter en dan komen wij tot het Haring
vliet, en dan komen wij in het Eiland
van Goeree en Overflakkee. Ik zag daar
een groot bord staan langs den weg, en
ik zag daar met groote letters deze
woorden: Middelhamis, Sommelsdij!?:,
Ooltgensplaat, Oude Tonge, Nieuwe
Tonge, Dirksland. Ja, nu wist ik toch
zeker dat het geen droom was want nu
zijn wij toch op het Eiland van Goeree
en Overflakkee. Nog een paar kilometer
en dan zijn wij in Dirksland hoor. Hier
stond weer een groot bord aan onze
rechte kand van den weg, en daar staat
het hoor—DIRKSLAND.
„Hier z^jn we jonges, op de straaten
van het dorp waar uw vader geboren
was Augustus 5,1907. Het was een groo
te blqdschap voor mü als ik de oude
straaten van Dirksland kon zien, en
myn hart begon een beetje harder te
kloppen. Onze jonges waren ook biy
dat zq hun vader hier naar z^jn gehoor-,
teplaats gebracht hadden. Ik dacht,
waarom ben ik toch zoo lang weggeble
ven van mijn mooi vaderland? i
Het was nu zoo wat 6 uur savonds
Mei 9, en onze familie hadden op ons
gewacht zoo dat wij tesaamen het avond
eten met groote blijdschap en verge^
noegheid eten konden. Ja, nu ben ik in
Dirksland hoor, en nu moesten wij die
straat vinden waar onze familie woon
den. Vroeger werd dat Egypte genoemd
maar het was alles so mooi veranderd.
Wij moeten nu de straat Wemerlaan
vinden, en dat nam niet so lang. Ja,
boor hier zijn wij nu in goede welstand
bij onze famUie leden in Dirksland aan
gekomen. Wat een groote en blijde ont
moeting als wij nu onze nichten en
neefs weer in Dirksland na 54 jaar eens
konden zien.
Wij zijn nu bij onze familie leden
Adriaan van Broekhoven, Gijs Bertus,
Olivier en Bet je. Han Kaslander en
Greta. Daar zullen wij eten, praten en
slapen. Mijn geliefde zoonen stonden
daar bij met een mond vol met tanden
en met ooren open maar, helaas, zij kon
den niets verstaan. Jammer toch niet?
Ja, zoo was het ook als ik in Amerika
kwam. Ik kon geen woord verstaan,
en ik moest net als een klein kind dat
engUsh leeren, toen ik 18 jaar oud was,
en ik vond het een heele moelijke taal
om te leeren, en voor twee jaar had ili
groote heimwee gehad voor mijn Dlrlts-
land.
Nu werd het tijd om naar bed te gaan
want wij hadden die heele avond druk
gepraat en ik was erg moei van de groote
reis van Amerika naar Dirksland, want
ik had een heele dag in dat kleine hon
dehokje gezeten in die kleine auto tus
schen al de groote koffers. Naar bed
hoor in Dirksland voor de eerste maal
in 54 jaar, in het dorp waar ik was ge
boren in een klein huisje dat daar nog
staat. Het was vroeger „Achter Weg"
genoemt. Later toen ik drie jaar oud
was verhuisde myn ouders naar de steeg
bij de Tuinstraat.
Wij hadden allen good geslapen in
Dirksland de eerste nacht. Het was nu
Zaterdag Mei 10, en het was toch weer
heel mooi weer. Het werd een heele
drukke dag in Dirksland met een fietse
wedstrijd. Het was prachtig weer en
was toch een plezierige middag want
ik zag toch zoo veel van mijn oude ka
maraden op de straat lopen die ik in
geen 54 jaren had gezien. Dat was een
blijde ontmoeting, en wij hadden veel te
praten van vroeger en al het katte
kwaad dat wij allen gedaan hadden. Ik
had al de oude kamaraden laten praten
op mijn recorder en ik heb ze allen mee
genomen naar Amerika. Ik had veel
plezier gehad in Dirksland die Zaterdag
middag, en mijn twee jonges ook. Wij
hadden photoos genomen van al de oude
kamaraden en het is alles fijn uitgeko
men, en wij hebben nu uw stenmien,
en ook uw gezichten hier in Amerika.
Nu komt Zondag morgen Mei 11 en
het was nu een dag dat ik was ver van
mijn eigen kerk en mijn eigen preek
stoel in Logansport, Indiana. Het was
weer een heele mooie dag, en wij maak
ten ons allen bereid om naar de kerk
te gaan.
Wij gingen nu naar de groote kerk in
Dirksland waar ik op gebracht waS.
Mijn lieve ouders brachten mij in deze
kerk toen ik nog maar acht dagen oud
was om gedoopt te worden. Ik dank onze
lieve God dat ik in een Christelijk huis-
lijkheid opgebracht ben. Ik weet wel
dat ik niet altyd gehoorzaam was tot
mijn ouders. Daar heb ik veele jaren
bedroeft van gehad, en ook veele tra
nen uit gestord. Het Woord van God
werd altijd gelezen in ons huis achter
de maaltijd en de kinderen moesten
luisteren want als wij het laatste woord
van het hoofdstuk niet konden zeggen,
dan kregen wij straf daarvoor. Misschien
vroeg naar bed savonds. Dat Woord van
God dat altijd werd gelezen toen ik nog
jong was in Dirksland bracht mij tot
bekeering tot Jesus Christus in Amerika
toen ik 24 jaar oud was. Daar zal ik
meer over schrijven later.
Ik dank God voor het uitgestorte
bloed van Jesus Christus dat maakt ons
rein, van alle onze zonden. Ik heb daar
een heel boek van geschreven en mis
schien zal ik dat wel eens in de Hul-
landshe taal overzetten. Ik kwam naar
Jesus als de tollenaar, daar wij van
kunnen lezen in het boek van Lucas
hoofdstuk 18 13. Hier staan deze won
derlijke woorden duidelijk geschreven
zoo dat een iegelijk dat lezen kan. Hoor
maar wat Jesus zegt van de ARME
ZONDIGE TOLLENAAR.
Hfl kwam arm naar de temple, maar
hö ging rUk naar zijn huis. Luister nu
naar zqn gebed. „En de tollenaar van
verre staande, wilde ook zelf die oogen
niet op heffen naar den hemel, maar
Ik ben zeer dakbaar dat den
Heer Grinwis de Redacteur van
het Eilanden Nieuws", m.y deze
gelegenheid gegeven heeft om tot
uw allen te schrijven van onze
plezierige reis van America naar
mijn geboorte plaats Dirksland.
Veele van uw vrienden in Dirks
land weten dat ik in Dirksland
was in the maand van Mei met
onze twee jongens. Het was toch
zoo plezierig dat ik zoo veel van
mijn oude vrienden en kamera
den van vroeger op de straaten
van Dirksland weer eens kon ont
moeten, en ook praten van de
plezierige dagen van onze jeugd
in het dorp van Dirksland. Mis
schien ook well een beetje Katte
kwaad niet?
Het is net als het een groote
droom voor mij geweest is als ik
weer denk van onze reis naar
Dirksland, Ik zal daar nu van
beginnen te schrijven in het „Ei
landen Nieuws". Ik hoop het vol
gend jaar weer naar Dirksland
to komen met mijn geliefde vrouw
en dan een beetje langer te blij
ven. Ik vond het alles so prachtig
mooi in mijn oude geboorte plaats
Dirksland. De groeten van ons
allen tot uw allen.
Rev. John C. Kastelein
Upland, Indiana
Box 622. U.S.A.
sloeg op zqn borst, zeggende: O God,
wees my zondaar genadig" (Lucas 18
13).
Ja, deze arme man gaatnu terug naar
zijn huis met Jesus Christus in zijn
hart, en nu is hij niet arm meer, maar
in Christus Jesus is hij heel rijk gewor
den. In het volgende verse van Lucas
18 14 lezen wij deze heerlijke woor
den die met de mond van onze lieve
Heiland werden gesproken. Luister
maar: ,Jk zeg uw lieden, dat deze ging
af gerechtvaardigd in zqn huis, meer
dan die: want een ieder die zichzelven
verhoogtt, zal vernederd worden, en die
zichzelven vernederd zal verhoogd wor
den."
Wat een blijde boodschap van het
groote evangelie van Jesus Christus. Ja,
ik kwam ook tot Hem hier in Amerika
toen ik 24 jaar oud was en mijn Jeven
was haast verwoest door de groote
zonden. Ik zal daar later van schrijven.
Als ik daar nu op die banken zat
Zondag morgen Mei 11, 1980 in Dirks
land Holland met onze twee jongens
naast mij, en ook onze familie leden
ook in die zelfde bank mijn gedachten
gingen terug 54 jaar. Het was net weer
of ik weer in een groote droom was.
Ja, het was die zelfde kerk waar Ik
vroeger opgebracht was, alleen dat de
kerk was zoo mooi gemaakt en heel
veranderd. Ik zag dat de oude galerij
was ook niet meer daar. En de tv/ee
hondeslagers den Heer Bogard en Brug-
geman waren ook daar niet meer. Ik
will het bekennen dat ik een ondeugen
de jongen was in de kerk op de galerij.
Ik had menigmaal een goeie klap met
de knuppel van Bogard gekregen, en
dan kreeg ik nog een paar meer als ik
thuis kwam van mijn vader. Veele din
gen van mijn jonge leven in Dirksland
werden tot mijn herrinering gebracht
in de kerk aan Zondag morgen Mei 11.
Sommige good, en sommige slecht. Maar
ik was erg verblijd dat ik kon zeggen
met de groote Apostle Paulus als hij
schrijft in II Corinthiers 5 17: „Zoo
dan iemand in Christus is, die is een
nieuw schepsel. Het oude is voorby ge
gaan, zie het is alles nieuw geworden."
Dank 2uj God!
De dominee had a fijne preek die
morgen aan het underwerp „HEBT GIJ
MIJ LIEF? Het was heel goed, en ik
had een grocte zegen daarvan gekregen.
Ik dacht ook aan mijn gemeente in mijn
kerk in Logansport, Indiana. Mijn lieve
vrouw had mijn plaats genomen die
Zondag morgen Mei 11 toen ik in Dirks
land was. Ik vpnd die kerk was zoo
prachtig mooi gemaakt, en alles was
heel mooi, en mijn ziel was rijkkelijk
gezegent die Zondag morgen in de groo
te kerk in Dirksland. En nu komt het
beste nog als deze God's dienst gesloten
werd met die psalm die ik nog nooit
hebt vergeten:
„'t Hijgend herd, der jacht ontkomen,
Schreewt niet sterker naar 't genot
Van den frisse water stroomen,
Dan mijn ziel verlangt naar God,
Ja, mijn ziel dorst naar den Heer,
God des levens, ach wanneer
Zal ik naderen voor uw oogen
In uw huis uw Naam verhogen.
O mijn ziel wat buigt g' u neder
Waartoe zijt gij Mij ontrust
Voed het oud vertrouwe;i weder
Zoek in 's hoogsten lof uw lust
Want God's goodheid zal uw druk
Eens verwisselen in 't geluk
Hoop op God, sla 't oog naar boven
Want üi zal zijn Naam nog loven.
Maar de Heer zal uitkomst geven,
Hij die daags zijn gunst gebied,
'k Zal in dit vertrouwen leven
En dat melden in mijn lied,
'k Zal zijn lof zelfs in den nacht
Zingen daar ik Hem verwacht
En mijn hart wat mij moogt treffen
Tot den Grod mijn's leven heffen."
Ik dacht nu weer dat het alles maar
een groote droom was geweest als ik
daar zat te zingen in die mooie kerk.
Do tranen kwamen gemakelijk die mor
gen als ik daar zat met mijn twee groo
te jonges naast mij. Ik dankte God dat
ik een nieuw leven had door mijri. be
keering tot Jesus Christus onze lieve
Heiland, en dat ik nu aU haast 50 jaar
het evangelie van Christus al over het
land van Amerika had gepredikt.
Ik zal verder gaan schrijven van onze
reis in het volgende artikel in het „Ei
landen nieuws" van onze reis naar Bel
gië, Frankrijk, Duitchland en dan weer
terug naar Dirksland. En dan aan de
19 Mei weer terug naar Amerika. Ik
hoop dat alles dat ik geschreven hebt
uw rijkelijk zal zegenen. Groeten tot
uw allen in Dirksland en over het Ei
land van Goeree en Overflakkee, en tot
allen die het „Eilanden Nieuws" lezen.
Jan C. Kastelein
Box 622, Upland,
Indiana, U.S.A.