EIUVriDEII - lilEUWS Aren lezen Mei onze reis van AtneHka naar Holland en Dlrksland was ntijn groote droom vervuld Crelielde vrienden van Goeree and Overflakkee 3e blad Vrijdag 22 augustus 1980 No. 4919 INGEZONDEN: ^gen Welk woord houdt zoveel beloften in dan het woord: vakantie? Vakantie betekent vrij van school, vrij van het verplichte wérk en het biedt bij gezondheid de mogelijkheid om er eens^op•uit te trekken. De vrije wereld in. Slogans als „de Veluwe roept", „Kom naar de Ardennen", „Bezoek het goudstrand van Spanje of Bulgarije", en alsof dat niet ver genoeg is, liggen er tal van uitnodigingen gereed voor een bezoek, werkelijk tot in alle hoeken van de wereld. Er- is echter ook een tijd geweest dat men' niet zo ver kon gaan, al wilde men nog zo graag. Oudere mensen herinne ren zich nog heel goed, dat, toen zij nog schoolkinderen waren, er niet zoveel spanning in de klas was, alsde juffrouw of meester de laatste uren van de school dag voorafgaande aan de zomervakan tie meestal doorbracht met voorlezen van een boeiend verhaal. Daarvoor wa ren de schoolborden extra schoonge maakt, het krijt weggenomen, de plan ten op de gang gezet en zelfs de mooie schoolplaten werden van de muur ge nomen en in de kast opgeborgen. Totdat de schoolbel door één van de jongens van de „hoogste" klas met de hand werd geluid. Op het plein was het dig daarop ging ieder kind zijns weegs. Reeds de volgende dag gingen heel wat kinderen met een door hen zelf ge maakt karretje op weg naar de graan akkers in de polder, 't Was volop zomer en-de vlinders fladderden vrolijk om het in volle bloei staande kaasjeskruid. Zwaluwen zaten bij tientallen op de telefoondraden of scheerden snel en be hendig door de open lucht. Op weg naar het gekozen stuk land was nog meer te zien. Hier kwamen plotseling de natuurplaten van school tot levende werkelijkheid. Tal van waarnemingen waar kinderen onge- rnerkt de tijd voor namen, vertraagden hun tocht. Maar eenmaal op het veld aangekomen, werd met het werken be gonnen. Eerst moest de leeszak worden aangebonden. Deze was gemaakt van licht jute stof waaraan een eindje touw of een oude bretel was bevestigd, ten einde de leeszak om de hals en lende nen te kunnen dragen. Een aardappelschilmesje werd, ook al om de hals, aan een dun touwtje ge bonden om het zoek raken te voorko men. Zo'n aardappelschUmesje was im mers een kostbaar gebruiksvoorwerp. Dan begon het werkelijke lezen. Eén voor één werden de verloren gegane de andere hand verzameld tot een schrank (zie het schilderij van de fran se schilder J. F. MiUet getiteld: „Aren lezen"). Al bukkend zochten de lezers tussen de keurig op rijen gezette scho ven of hopen tarwe. In het begin van de dag spatten soms nog frisse dauw druppels tegen armen en benen op. Soms sprong er ineens een kikker ver schrikt weg, vooral als men langs de kant van het veld moest rapen. Dat ge beurde ook wel met een pad die meestal verward raakte tussen de met valse meeldauw dik bedekte blaadjes en sten gels van het warrig groeiende varkens gras Hier en daar hadden zich groepjes lezers gevormd. Die waren meestal fa milie van elkaar. Vrouwen en kinderen en ook wel oudere mannensjouwden zo de hele dag. Na het verzamelen van een schrank, die zo vol was dat er bijna geen enkele aar meer bij kon, werd het stro zo dicht mogelijk onder de aren afgesneden. De afgesneden aren werden dan in de lees zak gedaan. Raakte die vol dan werd deze leeg gestort in een grote jute zak, bij voorkeur in een zgn. groenstreep, waarin vroeger kunstmest werd ver voerd. Tijdens het leegmaken van de leeszak werd er even tijd genomen om wat wa ter uit de flap of fles te drinken. Het drinkwater werd in een schoof wegge stopt of bij erg warm weer op de koele bodem van een droogstaande sloot neer gezet. Op zulke rustmomenten werden wat dorpsnieuwtjes uitgewisseld, terwijl^ de kinderen enige tarwe-aren met de hand fijn wreven. Daarna blies men het kaf weg en de aldus schoongemaakte kor rels tarwe werden dan in de m.ond ge nomen. Al kauwende werd tenslotte kauwgom gevormd. Heerlijk was dat. En dat is het gelukkig nog. Na een zeer vermoeiende dag keerden de lezers huiswaarts. De één had een flinke klus bij elkaar geraapt, de an der soms maar weinig. Vier jute zakken goed volgestampt met leesaren gaven bij het dorsen samen één mud van 75 kg schone tarwe. Daar moesten heel wat aren voor wor den opgeraaptDaarom gingen de lezers de volgende dag weer terug naar de afgemaaide velden. Had men de vo rige dag een goed plekje gevonden, dan ging men daar vanzelfsprekend weer naar toe. Maar waar weinig te lezen viel noodzaakte de lezers om een andere Een fraai schilderstukje van E. Razenberg, van een oogsttafereeltje. Rechts is een arenlezer, plaats te gaan zoeken, En dat kostte dan veel tijd, want bijna iedereen ging lopend de polders door. Een enkele keer had men geluk bij het zoeken naar veel aren. Vooral wanneer de zelfbinder, de voorloper van de hedendaagse combine, het maaiwerk slecht had afgeleverd. Meestal vond dit zijn oorzaak in het ter aarde geslagen tarwegewas bij veel slecht weer tijdens de groei. Er kon dan niet goed gemaaid worden. Op zulke plekken gebeurde het rapen wel op beide knieën. Maar hoe nuttig het le zen ook was het had zeker ook zijn schaduwkanten Als er plotseling een onweersbui op kwam zetten, dan vlucht ten de lezers naar huis. Doorweekt van de hevige regen en met veel minder aren in de zak, kwam men dan thuis. De volgende dag zou dan voor de lezers een zware dag worden. Door de vele regen was de grond natuurlijk erg nat geworden en dal had weer als gevolg dat de vette aarde aan schoeisel of aan klompen zich in alle zwaarte vasthecht te. Aanladen werd dat genoemd. Hele bonken klei kon men dan afbreken, waarna het dan weer heel wat lichter liep. De meeste jongens hadden zelfs in die tijd ook geen kousen aan. Het laat zich dan ook niet moeilijk raden hoe of de benen en speciaal dè énkels van de kin deren er uit zagen! Het bloed Uep er meer dan eens uit want de graanstoppels waren erg scherp vooral als er een halm net boven een knoop (verdikking in de halm) was af gesneden. Ook de handen zaten vol klei ne wondjes die vaak weer open werden gehaald. Het gebeurde ook wel eens dat de lezers door de eigenaar van een bepaald perceel werden weggejaagd. Maar over het algemeen werd lezen als volksge bruik toegestaan. Eerlijkheidshalve moet gesteld worden dat ook niet elke lezer zich aan de ongeschreven regels hield. Enkele boei-en gingen bepaalde ge zinnen zelfs v.'aarschuwen dat er hier of daar gelezen kon worden. Men kon dan ook nog meerijden naar het land. De wagen ging dan om zes uur in de morgen vanaf de wurft. Nauwelijks bui ten het dorp gereden begon de hele schare allerlei liedjes te zingen. Op het land aangekomen keken de kinderen geboeid toe hoe de landbouw- knecht drie paarden spande voor de zelfbinder. Het voorttrekken van de binder was voor de paarden erg zwaar. Om beurten werden de dieren dan ook verwisseld. De meeste kinderen plukten dan een wis je gras of klavers om het afgeloste, sterk bezwete paard een wei nig te ondersteunen. En zo had ieder zijn taak. Zwaar maar nodig. Als men er nu op terug kijkt, lijkt het allemaal zo primitief. Doch dit was het toen beslist niet. Ondanks dit zware en tijdrovende werk viel het voor de kinderen niet mee om na de vakantie weer in de houten schoolbank te moeten gaan zitten. Het vrije leven in de polders, op de dijken en op dreven kon het kind niet zomaar ontwennen. Pas weken later merkte het kind hoe belangrijk haar of zijn aandeel in het lezen van de aren wel was geweest. De leesaren werden dan op de klam- penmeet door een dorsmachine gedorst. De schone tarwe werd dan in geopende zakken voor ontluchting op zolder gezet. Geen wonder dat René de Clerq eens dichtte: Heerlijk terwe, Siersel der aarde. Goud is uw verwe, Goud is uw waarde. En wanneer moeder van het verse tarwebloem de eerste pannekoeken had gebakken dan was er feest, dan was er tevredenheid. Met dank aan dhr P. Vroegindeweij uit Middelhamis voor zijn karakteris tieke schetsje van een flakkeese graan akker met schoven. D. Hoogzand Sommelsdijk In de maand van Mei 1980 had ik een brief geschreven naar het „Eilan den Nieuws" te Middelhamis dat ik van plan was met onze twee oudste zoonen naar Dirksland te komen. Twee van onze joMges waren al in Dirksland ge weest een paar jaar geleden, maar nu moest vader Kastelein toch ook de reis naar Dirksland maken met onze twee jonges, zoo dat ik twee chauffers had om onze auto te sturen van Amsterdam en tot veele andere plaatsen in Holland, België^ Frankrijk en Duitchland. Natuurlijk Dirksland was het voor naamste van deze geheelé reis want .dat was het dorp waar ik in deze wereld kwam op Augustus 5—1907. Wij hadden ons voor die reis naar Dirksland bereid gemaakt, en op den sevenden dag van Mei 1980 reisende wij naar Chicago. Het groote vliegtuig K. L.M. 747 stond daar al voor ons te wachten. Ik dacht dat ik in een groote slaap gevallen was en dat ik dit alles maar ge- droomt had. Ik dacht kan dit nu toch echt waar zijn dat ik naar mijn oude vaderland, en naar mijn oude geboorte plaats zal gaan reisen? In Aug. 1925 reis de ik - 18 jaar - van Rotterdam met het schip Volendam naar Amerika. Ik kan het nog good herinderen als ik N. York aankwam op een Zaturdag Middag. Ik dacht wat zal het alles wezen in dit nieuw land van Amerika. Ik heb hier nu 55 jaar gewoond, en nu gaan wij naar' Holland weer terug hoor. Kan dat toch nu? Het groote vliegtuig K.L.M, zou om 5;30 van Chicago vertrekken naar de stad van Amsterdam, Holland. Het was den sevenden van Mei, en het was zoo wat 5 uur. Nog een half uur en dan gaan wij hoor. Het was nu ongeveer 5;30 uur en de deuren van het groote vliegtuig v/erden gesloten, en de moto ren werden bereid gemaakt voor de reis van Amerika naar Amsterdam, Holland. Ik begon nu weer te denken. „Kan dit nu toch echt waar zijn dat ik naar mijn Vaderland gaat reisen?" Ja, het is toch zeker waar, want alles is nu klaar gemaakt om deze groote reis te begin nen. Ja, daar gaan we hoor, sneller en sneller en nu van de ground af naar de wolken. Het was heel mooi weer, toen het vliegtuig van Chicago afscheid nam. Het was ook een heele mooie nacht. Het vliegtuig was vol met menschen en ik hoorde veel Hollands praten. Ik zat naast het kleine venster op de rechte vleugel van het vliegtuig. Mijn twee jongens waren in slaap gevallen maar ik kon niet slapen want daar was' zoo veel te zien, en zoo veel menschen die ik ontmoet had daar ik Hollands mee praten konde. Het was toch alles zoo prachtig mooi, en ik had veel plezier als ik dacht dat ik in een paar uuren in Amsterdam Holland zou arriveren. Het was alles nog donker en het was nu zoo wat 4 uur Donderdag morgen Mei 8. Ik dacht ik ga eens naar de an dere zijde van het vliegtuig en ik dacht dat ik daar veel meer kon zien. Maar ik zag niets anders dan groote witte wolken. Het werd een heele mooie dag in Hol land Mei 8—1980 als het vliegtuig nu uit de witte wolken kwam en begon langzaam tot het vliegveld in Amster dam te dalen. Het was nu 8;30 in Amsterdam Hol land toen wij in Schiphol arriveerden. Het is nu geen droom meer hoor v/ant nu ben ik in the groote stad van Am sterdam waar ik nog nooit was geweest. Ik ben nu in mijn oude Vaderland op de straaten van Amsterdam. Ik had nog niet veel van Holland gezien, alleen maar het EUand van Goeree en Over- flakkee waar ik in the wereld kwam als de zoon van Kees Kastelein en Eli zabeth van Broekhoven in het dorp Dirksland. Ik had 18 jaar in Dirksland gewoond en had daar veel plezier ge had in mijn jonge leven en misschien ook well wat kattekwaad uitgevoerd want de diender Gerrit Bakker die heeft mij nog wel eens een paar maal met zijn knuppel aan het achter eind goed warm gemaakt. Mij ouste broer Christoffel was naar Amerika gegaan in 1923, en hij had mij gevraagt ook naar Amerika te komen. In de maand van Augustus 1925 ging ik Dirksland verlaten. Het was niet ge makkelijk voor mij die morgen om alles te verlaten. Al mijn lieve vrienden en vriendinnen, mijn Gymnastiek vereeni- ging, en D.V.V. voetbal vereeniging. Ik will het bekennen dat tranen uit mijn oogen stroomde als ik zag Dirksland verdwijnen toen ik over die trembrug over de haven kwam. Dag Dirksland, tot ziens. Dank zij God nu stond ik op the straaten van Amsterdam 54 jaar later en nu zullen wij morgen naar Dirksland reisen hoor, met onze kleine auto. Hier stond ik nu op de straaten van Amster dam 4000 milen weg van mijn geliefde vrouw en kinderen. Ik dankte God dat ik twee van mijn zoonen meegenomen had naar Holland. Mijn twee jongens waren nu druk bezig onze koffers te vinden. We hadden een kleine auto ge huurd in Amsterdam, een Fiat. Nu de vraag is, waar zullen wij al die groote koffers wegstoppen in die kleine auto. Ja, de jongens hadden een plaatsje ge vonden voor al onze koffers. Toen was er nog een klein hondehokkie voor va der Kastelein achter in tusschen al de koffers. Good hoor, dat zal wel gaan. Het is toch nu geen droom meer, want ik ben nu in Amsterdam, en morgen gaan wij naar Dirksland en Goeree en Overflakkee. We vonden een kleine hotel genaamd Toro voor onze eerste nacht in Amster dam to slapen. Het was nu Mei 8 donderdag en wij brachten onze koffers naar het kleine hotel en dan een beetje rusten voor dat wij die stad van Amsterdam gaan be zoeken. Het was een echt plezier voor ons de straaten van Amsterdam te loopen en die- oude en de nieuwe kerk te zien. Wat een mooie stad, en daar zijn zoo veel dingen en plaatsen die wij niet gezien hebben, want daar was geen tijd voor. Het was mooi in de diamanten koop handel, en ook zoo heel mooi in het groote Rijksmuseum. Prachtig! Dan die avond onze vaart op het kanaal, dat was toch zoo prettig en heel mooi. Ik wist nu zeker dat ik in Holland v/as hoor en het Wilhelmus van Nassau komt tot mijn herrinring. Wij hadden een fijne dag gehad in Amsterdam, en nu naar onze hotel een nachtje slapen, en dan de volgenden morgen' Mei 9- gaan wij op reis naar Goeree en Overflakkee. Het was elke dag heel mooi weer, en ook aan de volgende dag toen wij Am sterdam verlaten. Nu gaan wij naar Volendam en naar Haarlem, en dan naar Keukenhof en den Haag. Keukenhof het paradise van Holland. De wereld van tulpen en ook andere prachtige bloe men. Toen ik dat alles zag dankte ik God dat Hü mü oogen had gegeven om dat alles met plezier te aanschouwen. Ik dankte m^n groote God dat Hy dat alles had geschapen. Ik stond daar by- na stom als ik dat paradise van God's onuitsprekeiyke, en wonderiyke kracht kon genieten. Ik dacht waarom heb ik zoo lang gewacht om naar Holland terug te komen. Wat een prachtig mooi va derland heb ik. Dank zq God. Holland is prachtig mooi, en ik hoop dat ik het volgend jaar met mön lieve vrouw te rug mag komen, zoo dat zq ook dit mooie land kan zien. Nu gingen wij van Keukenhof naar Madurodam, en ook naar Den Haag. Het was nu Vrijdag middag Mei 9 zoo wat drie uur. Het was ook zoo heel interessant in Madurodam, en in het vredespaleis in Den Haag. Het was nu tijd om onze reis naar het dorp van Dirksland te beginnen want onze familie zouden op ons wachten. Nu op pad naar Dirksland hoor, het dorp waar ik geboren was aan Augustus 5, 1925. Ben ik nu weer aan het droomen of is dat echt waar? Ja, hoor mijn twee jonges vertelde mij: „Vader wij gaan nu naar Dirksland, zoo hout er de moet maar in". Misschien nog een half uur en dan zijn wij in Dirksland. Het was natuur lijk jammer dat mij jonges konden hee- lemaal geen Hollands verstaan, maar zij haden toch zoo veel plezier, om dat üc plezier had. Nu nog een paar kilo meter en dan komen wij tot het Haring vliet, en dan komen wij in het Eiland van Goeree en Overflakkee. Ik zag daar een groot bord staan langs den weg, en ik zag daar met groote letters deze woorden: Middelhamis, Sommelsdij!?:, Ooltgensplaat, Oude Tonge, Nieuwe Tonge, Dirksland. Ja, nu wist ik toch zeker dat het geen droom was want nu zijn wij toch op het Eiland van Goeree en Overflakkee. Nog een paar kilometer en dan zijn wij in Dirksland hoor. Hier stond weer een groot bord aan onze rechte kand van den weg, en daar staat het hoor—DIRKSLAND. „Hier z^jn we jonges, op de straaten van het dorp waar uw vader geboren was Augustus 5,1907. Het was een groo te blqdschap voor mü als ik de oude straaten van Dirksland kon zien, en myn hart begon een beetje harder te kloppen. Onze jonges waren ook biy dat zq hun vader hier naar z^jn gehoor-, teplaats gebracht hadden. Ik dacht, waarom ben ik toch zoo lang weggeble ven van mijn mooi vaderland? i Het was nu zoo wat 6 uur savonds Mei 9, en onze familie hadden op ons gewacht zoo dat wij tesaamen het avond eten met groote blijdschap en verge^ noegheid eten konden. Ja, nu ben ik in Dirksland hoor, en nu moesten wij die straat vinden waar onze familie woon den. Vroeger werd dat Egypte genoemd maar het was alles so mooi veranderd. Wij moeten nu de straat Wemerlaan vinden, en dat nam niet so lang. Ja, boor hier zijn wij nu in goede welstand bij onze famUie leden in Dirksland aan gekomen. Wat een groote en blijde ont moeting als wij nu onze nichten en neefs weer in Dirksland na 54 jaar eens konden zien. Wij zijn nu bij onze familie leden Adriaan van Broekhoven, Gijs Bertus, Olivier en Bet je. Han Kaslander en Greta. Daar zullen wij eten, praten en slapen. Mijn geliefde zoonen stonden daar bij met een mond vol met tanden en met ooren open maar, helaas, zij kon den niets verstaan. Jammer toch niet? Ja, zoo was het ook als ik in Amerika kwam. Ik kon geen woord verstaan, en ik moest net als een klein kind dat engUsh leeren, toen ik 18 jaar oud was, en ik vond het een heele moelijke taal om te leeren, en voor twee jaar had ili groote heimwee gehad voor mijn Dlrlts- land. Nu werd het tijd om naar bed te gaan want wij hadden die heele avond druk gepraat en ik was erg moei van de groote reis van Amerika naar Dirksland, want ik had een heele dag in dat kleine hon dehokje gezeten in die kleine auto tus schen al de groote koffers. Naar bed hoor in Dirksland voor de eerste maal in 54 jaar, in het dorp waar ik was ge boren in een klein huisje dat daar nog staat. Het was vroeger „Achter Weg" genoemt. Later toen ik drie jaar oud was verhuisde myn ouders naar de steeg bij de Tuinstraat. Wij hadden allen good geslapen in Dirksland de eerste nacht. Het was nu Zaterdag Mei 10, en het was toch weer heel mooi weer. Het werd een heele drukke dag in Dirksland met een fietse wedstrijd. Het was prachtig weer en was toch een plezierige middag want ik zag toch zoo veel van mijn oude ka maraden op de straat lopen die ik in geen 54 jaren had gezien. Dat was een blijde ontmoeting, en wij hadden veel te praten van vroeger en al het katte kwaad dat wij allen gedaan hadden. Ik had al de oude kamaraden laten praten op mijn recorder en ik heb ze allen mee genomen naar Amerika. Ik had veel plezier gehad in Dirksland die Zaterdag middag, en mijn twee jonges ook. Wij hadden photoos genomen van al de oude kamaraden en het is alles fijn uitgeko men, en wij hebben nu uw stenmien, en ook uw gezichten hier in Amerika. Nu komt Zondag morgen Mei 11 en het was nu een dag dat ik was ver van mijn eigen kerk en mijn eigen preek stoel in Logansport, Indiana. Het was weer een heele mooie dag, en wij maak ten ons allen bereid om naar de kerk te gaan. Wij gingen nu naar de groote kerk in Dirksland waar ik op gebracht waS. Mijn lieve ouders brachten mij in deze kerk toen ik nog maar acht dagen oud was om gedoopt te worden. Ik dank onze lieve God dat ik in een Christelijk huis- lijkheid opgebracht ben. Ik weet wel dat ik niet altyd gehoorzaam was tot mijn ouders. Daar heb ik veele jaren bedroeft van gehad, en ook veele tra nen uit gestord. Het Woord van God werd altijd gelezen in ons huis achter de maaltijd en de kinderen moesten luisteren want als wij het laatste woord van het hoofdstuk niet konden zeggen, dan kregen wij straf daarvoor. Misschien vroeg naar bed savonds. Dat Woord van God dat altijd werd gelezen toen ik nog jong was in Dirksland bracht mij tot bekeering tot Jesus Christus in Amerika toen ik 24 jaar oud was. Daar zal ik meer over schrijven later. Ik dank God voor het uitgestorte bloed van Jesus Christus dat maakt ons rein, van alle onze zonden. Ik heb daar een heel boek van geschreven en mis schien zal ik dat wel eens in de Hul- landshe taal overzetten. Ik kwam naar Jesus als de tollenaar, daar wij van kunnen lezen in het boek van Lucas hoofdstuk 18 13. Hier staan deze won derlijke woorden duidelijk geschreven zoo dat een iegelijk dat lezen kan. Hoor maar wat Jesus zegt van de ARME ZONDIGE TOLLENAAR. Hfl kwam arm naar de temple, maar hö ging rUk naar zijn huis. Luister nu naar zqn gebed. „En de tollenaar van verre staande, wilde ook zelf die oogen niet op heffen naar den hemel, maar Ik ben zeer dakbaar dat den Heer Grinwis de Redacteur van het Eilanden Nieuws", m.y deze gelegenheid gegeven heeft om tot uw allen te schrijven van onze plezierige reis van America naar mijn geboorte plaats Dirksland. Veele van uw vrienden in Dirks land weten dat ik in Dirksland was in the maand van Mei met onze twee jongens. Het was toch zoo plezierig dat ik zoo veel van mijn oude vrienden en kamera den van vroeger op de straaten van Dirksland weer eens kon ont moeten, en ook praten van de plezierige dagen van onze jeugd in het dorp van Dirksland. Mis schien ook well een beetje Katte kwaad niet? Het is net als het een groote droom voor mij geweest is als ik weer denk van onze reis naar Dirksland, Ik zal daar nu van beginnen te schrijven in het „Ei landen Nieuws". Ik hoop het vol gend jaar weer naar Dirksland to komen met mijn geliefde vrouw en dan een beetje langer te blij ven. Ik vond het alles so prachtig mooi in mijn oude geboorte plaats Dirksland. De groeten van ons allen tot uw allen. Rev. John C. Kastelein Upland, Indiana Box 622. U.S.A. sloeg op zqn borst, zeggende: O God, wees my zondaar genadig" (Lucas 18 13). Ja, deze arme man gaatnu terug naar zijn huis met Jesus Christus in zijn hart, en nu is hij niet arm meer, maar in Christus Jesus is hij heel rijk gewor den. In het volgende verse van Lucas 18 14 lezen wij deze heerlijke woor den die met de mond van onze lieve Heiland werden gesproken. Luister maar: ,Jk zeg uw lieden, dat deze ging af gerechtvaardigd in zqn huis, meer dan die: want een ieder die zichzelven verhoogtt, zal vernederd worden, en die zichzelven vernederd zal verhoogd wor den." Wat een blijde boodschap van het groote evangelie van Jesus Christus. Ja, ik kwam ook tot Hem hier in Amerika toen ik 24 jaar oud was en mijn Jeven was haast verwoest door de groote zonden. Ik zal daar later van schrijven. Als ik daar nu op die banken zat Zondag morgen Mei 11, 1980 in Dirks land Holland met onze twee jongens naast mij, en ook onze familie leden ook in die zelfde bank mijn gedachten gingen terug 54 jaar. Het was net weer of ik weer in een groote droom was. Ja, het was die zelfde kerk waar Ik vroeger opgebracht was, alleen dat de kerk was zoo mooi gemaakt en heel veranderd. Ik zag dat de oude galerij was ook niet meer daar. En de tv/ee hondeslagers den Heer Bogard en Brug- geman waren ook daar niet meer. Ik will het bekennen dat ik een ondeugen de jongen was in de kerk op de galerij. Ik had menigmaal een goeie klap met de knuppel van Bogard gekregen, en dan kreeg ik nog een paar meer als ik thuis kwam van mijn vader. Veele din gen van mijn jonge leven in Dirksland werden tot mijn herrinering gebracht in de kerk aan Zondag morgen Mei 11. Sommige good, en sommige slecht. Maar ik was erg verblijd dat ik kon zeggen met de groote Apostle Paulus als hij schrijft in II Corinthiers 5 17: „Zoo dan iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel. Het oude is voorby ge gaan, zie het is alles nieuw geworden." Dank 2uj God! De dominee had a fijne preek die morgen aan het underwerp „HEBT GIJ MIJ LIEF? Het was heel goed, en ik had een grocte zegen daarvan gekregen. Ik dacht ook aan mijn gemeente in mijn kerk in Logansport, Indiana. Mijn lieve vrouw had mijn plaats genomen die Zondag morgen Mei 11 toen ik in Dirks land was. Ik vpnd die kerk was zoo prachtig mooi gemaakt, en alles was heel mooi, en mijn ziel was rijkkelijk gezegent die Zondag morgen in de groo te kerk in Dirksland. En nu komt het beste nog als deze God's dienst gesloten werd met die psalm die ik nog nooit hebt vergeten: „'t Hijgend herd, der jacht ontkomen, Schreewt niet sterker naar 't genot Van den frisse water stroomen, Dan mijn ziel verlangt naar God, Ja, mijn ziel dorst naar den Heer, God des levens, ach wanneer Zal ik naderen voor uw oogen In uw huis uw Naam verhogen. O mijn ziel wat buigt g' u neder Waartoe zijt gij Mij ontrust Voed het oud vertrouwe;i weder Zoek in 's hoogsten lof uw lust Want God's goodheid zal uw druk Eens verwisselen in 't geluk Hoop op God, sla 't oog naar boven Want üi zal zijn Naam nog loven. Maar de Heer zal uitkomst geven, Hij die daags zijn gunst gebied, 'k Zal in dit vertrouwen leven En dat melden in mijn lied, 'k Zal zijn lof zelfs in den nacht Zingen daar ik Hem verwacht En mijn hart wat mij moogt treffen Tot den Grod mijn's leven heffen." Ik dacht nu weer dat het alles maar een groote droom was geweest als ik daar zat te zingen in die mooie kerk. Do tranen kwamen gemakelijk die mor gen als ik daar zat met mijn twee groo te jonges naast mij. Ik dankte God dat ik een nieuw leven had door mijri. be keering tot Jesus Christus onze lieve Heiland, en dat ik nu aU haast 50 jaar het evangelie van Christus al over het land van Amerika had gepredikt. Ik zal verder gaan schrijven van onze reis in het volgende artikel in het „Ei landen nieuws" van onze reis naar Bel gië, Frankrijk, Duitchland en dan weer terug naar Dirksland. En dan aan de 19 Mei weer terug naar Amerika. Ik hoop dat alles dat ik geschreven hebt uw rijkelijk zal zegenen. Groeten tot uw allen in Dirksland en over het Ei land van Goeree en Overflakkee, en tot allen die het „Eilanden Nieuws" lezen. Jan C. Kastelein Box 622, Upland, Indiana, U.S.A.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1980 | | pagina 9