EiiAnDEn - niEuws
KasteEentocht door Zeeland (2)
Zuid-Beveland
De val van Bergen
Overdenking
uit de kerken
Handleiding
aanleggen verkeers
drempels bepleit
uit de
Heilige Sdirift
Tien praktische tips
voor bergwandelaars
2e blad
Vrijdag 4 juli 1980
No. 4905
NIEUWS
{Uw huis verkopen
TAMBOER
NED. HERV. KERK
NAM AFSCHEID VAN
JUBHJERENDE KOSTERES
RODE KRUIS
INZAMELINGSCAMPAGNE
1980
We gaan nu naar Ziiid-Beveland. Maar
daar is geen kasteel meer te ontdekken.
Of het zou moeten zijn het kasteel van
Sabbinge, dat nu het „Hoge Huis" ge
noemd wordt en in 1962 gerestaureerd
is. Het lag bij de stichting niet in Zuid-
Beveland, maar op het eiland Wol-
phaartsdijk. Deze twee eilanden waren
gescheiden door de Schenge, een grote
kreek die nog bestaat. Toen in de Fran
se tijd de Wilhelminapolder werd inge
dijkt, werden de eilanden Zuid-Beve
land en Wolphaartsdijk door middel
van een dam aan elkaar verbonden.
Op dit kasteeltje woonden de heren
van Sabbinge. Het gehucht Oud-Sab-
binge bestaat nog, in 1806 werd de kerk
gesloopt en nog niet zo lang geleden de
school, die op de plaats van de afge
broken kerk werd gebouwd.
Verder levert Zuid-Beveland niets
meer op. Evenmin als Noord-Beveland,
dat we er in dit artikel ook maar bij
nemen. Maar daar is de oogst ook niet
groot. De heren van het kasteel Kats
speelden een belangrijke rol op dit ei
land en het kasteel van Kortgene was
gekocht door Floris, de bastaardzoon
van Frank van Borssele (die van Jaco-
ba van Beieren uit het vorige artikel),
die er de ambachtsheer werd. Dat is
alles. Maar dat is geen wonder, de grote
watervloeden van 1530 en 1532 hebben
het eiland geheel onder water gezet tot
kort voor het jaar 1600, dat is dus 70
jaar lang.
Toch wil ik wel een en ander vertel
len van verdwenen kastelen, die vroe
ger een belangrijke rol in de geschie
denis hebben gespeeld.
En voor de spiegelruiten
wuift nimmer een gravin.
Eén ding is daar gebleven,
één onverganklijk ding:
Uit glorievolle tijden bleef
de herinnering".
Enkele kilometers verder ligt het
mooie dorp Kapelle. Daar stonden vroe
ger wel 4 kastelen. Op het kasteel
Maalstede woonden de heren van die
naam, van de voornaamste ambachts
heren van Zuid-Beveland. Verwant
aan deze familie waren de bewoners
Van het kasteel Bruëlis, dat 400 meter
verder lag. Hier stonden ook nog de
huizen Gistelles en Poucques, die meer
leken op een landhuis dan op een kas
teel. Sommige namen van nu herinne
ren er nog aan.
Borssele en omgeving
Het geslacht van Borssele (ook wel
geschreven Borsele of Borselen) was een
van de machtigste in Zeeland. Boven
op een hoogte die de berg van Troje
genoemd wordt en nog bestaat vlak bij
het dorp Borssele en met wilgentronken
is beplant, stonden 1200 de eerste
gebouwen nog van hout. Later werd er
een stenen kasteel naast gebouwd en
er omheen een gracht gegraven. Die
hoogte heeft misschien wel gediend als
vluchtheuvel. Het land hier lag laag en
er zijn dikwijls overstromingen geweest.
Tenslotte lagen hier in wat genoemd
wordt de Zak van Zuid-Beveland de
dorpen Borssele, Oudelande en Baar-
land. Eerst eilandjes zijn ze later door
inpoldering verenigd. Een bekend water
Rondom Goesj
Vlak bij de grote Maria Magdalene-j
kerk stond vroeger het mooie kasteel
Oostende. Dat is het waarvan MeUs
Stoke, de kroniekschrijver van graaf
Floris V, schreef: „Ter Goes was het
begin van een huis". Het is vooral be
kend geworden, doordat gravin Jacoba
van Beieren er nu en dan woonde. Vol
gens de legende heeft ze eens meege
daan aan het gaaischieten en wist zelfs
de vogel te treffen, zodat ze de koningin
van het schuttersfeest werd. Nou ja,
schieten en vechten kon ze wel. Goes
heeft in ieder geval veel aan haar te
danken, ze gaf het enkele privilegiën,
zoals het houden van een jaarmarkt en
het versterken van de stad met wallen
en poorten. De wallen zijn er nog, de
poorten zijn verdwenen. Men vertelt
ook, dat ze in de tuin een moerbeiboom
geplant heeft, die tot in 1929 vruchten
heeft gedragen, maar in de strenge
winter van dat jaar is doodgevroren.
Een boom van 500 jaar oud, zou het
waar zijn?
Er is niets meer van het oude slot
over, misschien nog de keldergewelven
en de naam van het café. Op een aar
dige manier heeft iemand die vergane
glorie in versvorm weergegeven:
„Daar staat in deze tijden
te Goes een ex-kasteel;
Daar danst men en daar drinkt men,
verteert men graag en veel.
't Kasteel is zeer veranderd
al door der tijden loop,
't Is deels café en dancing
en deels een bioscoop.
Geen ridders met kurassen
gaan meer de poorten in.
Baarland, slot
hier, waarvan nog een klein gedeelte
over is, heet het Zwake,
Door erfenis en grondaankoop ont
stonden uit deze machtige familie ver
schillende takken: Borssele van Zand-
dijk, van Veere, van Kortgene, van
Brigdamme, van Souburg. We ontmoe
ten ze telkens in de geschiedenis van
Zeeland.
Zoeven noemde ik Baarland. Daar
staat nu nog iets dat op een kasteeltje
gelijkt. Maar het oorspronkelijke hof
of hmze Baarland is in 1840 afgebroken.
Alleen het koetshuis is blijven staan.
Dat is enkele jaren geleden gerestau
reerd. Op het muurtje langs de gracht
zijn een paar torentjes gebouwd en nu
lijkt het erg kasteelachtig, maar het is
modem antiek.
Niet ver van het dorp heeft men in
1957 bij herverkaveling de fundamen
ten ontdekt van het kasteel Hellenburg.
Ze zijn blootgelegd en nog te zien.
Tot voor de laatste oorlog heeft bij
EUewoutsdijk een wit gebouw van ei
genaardige bouwstijl gestaan, in bezit
van de ambachtsheer J. C. van Hattem.
Men noemt het wel het slot van EUe
woutsdijk, maar het is niet het oor
spronkelijke kasteel, dat is 1823 af
gebroken. Bij de bevrijding in 1944 is
dit huis verwoest.
Totaal verdwenen zijn de kastelen
van Waarde, Krmningen, Nisse, Baars
dorp, Kloetinge en nog enlïele andere.
Van de meeste weten we weinig of niets
dat interessant is om te vermelden.
NED. HERV. KERK
Beroepen te: Klundert A. Boertje te
Wezep; Stolwijk H. Klok te Meiissant;
Groenekan L. Oosten te Wouterswoude;
Middelhamis P. Molenaar te Groot Am-
mers; Arnemuiden G. de Knegt te Bar-
neveid; Dinteioord D. Scheepmaker te
Almelo.
Aangenomen naar: Driesum kand. J.
Steiwagen ïe Veenendaal; Kamerik
kand. A. van Vuuren te Amsterdam.
Beaankt voor: Rijnsburg D. Hak
kenberg te Lopikerkapel; Giessendam
W. Verboo mte Waddinxveen; Kootwijk
J. Olie te Lmschoten; Bergambacht C.
V. d. Bergh te Rotterdam; Maartensdijk
L. Oosten te Wouterswoude; Reeuwijk
en Zetten kand. A. van Vuuren te Am
sterdam; Papendrecht J. Maasland te
Barneveld.
GEREF. KERKEN
Beroepen te: Amsterdam H. Pepper
te Renkum Gouda B. Schoep te Gro
ningen; Nijenleek kand. J. Schoonwille
Kameen; Beverwijk J. Dondorp te Een.
Aangenomen naar: Eenrewoude A.
Klein te Pieterburen; Nieuwleusen J.
Boersma te Grootegast.
Beuankt voor: Kampen K. Dijk te
Haren.
GEKEF. KERKEN VRIJGEMAAKT
Beroepen te: Eemdijk en Deventer
kand. J. Rosenbrand te Kampen; Does
burg, Doetinchem, Zaandam en Waard
huizen kand. F. v. d. Pol; Heerenveen K.
Verlmd te Paramaribo.
Aangenomen naar: Zeist D. Los te
Kaapstad (Z. Afrika).
Bedankt voor: 's Hertogenbosch J.
V. d. Wal te Surhuisterveen; Enschede
M. Brandes te Ermelo.
Overleden: Op 80 jarige leeftijd over
leed ds. J. ten Hove em. pred. te Mus
sel. Hij werd in 1932 predikant te Gees
en diende verder de kerken van Ter-
neuzen en Mussel, waar hem in 1970
emeritaat werd verleend.
CHR. GEREF. KERKEN
Beroepen te: Emmeloord en Wor-
merveer kand. H. Hoogendoom te Vee
nendaal.
Beaankt voor: Middelhamis A. Baars
te Urk; Enschede J. Jonkman te Alme
lo; Utrecht-N J. Westerink te Urk-O.
Rotterdam: De Geref. Gemeente In
Hersteld Verband, gediend door ds. P.
Overduin, vanaf 1947 (hij hoopt thans
met emeritaat te gaan) heeft zich aan
gesloten bij de Chr. Geref. Kerken. De
ze gemeente telt 300 zielen.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te: St. Catharines (C) A.
Vergunst te Veen; Arnhem E. Venema
te Drachten; Aalburg A. Hofman te
Scheveningen; St. Annaland M. Mon-
dria te Waardenburg; Rotterdam-W
D. Hakkenberg te Lisse; Nijkerk J. Ka
rens tè Opheusden; Gouda A. Moer
kerken te Nieuw Beyerland.
Aangenomen naar: Wageningen kand
J. J. Tanis te Sommelsdijk, die bedank-
Verdronken Reimerswaal
Reimerswaal was vroeger een van de
voornaamste steden van Zeeland. Het
had ook een kasteel, maar daarvan is
weinig bekend. Door de Felixvloed van
november 1530 is dit hele gebied onder
water gelopen, tot op dit ogenblik. Bij
die gelegenheid ontmoeten we de am
bachtsheer Adriaan van Reimerswaal,
heer van Lodijke, die op zijn kasteel
Lodijke woonde. Dat stond iets ten wes
ten van Reimerswaal aan de kreek
Vemoutsee. Het haventje van de Ooster-
schelde naar zijn kasteel is aan 't ver-
I zanden. Nu komt die grote watervloed
en verheugd roept hij uit: „Laet het
haevenken schuren". Maar de storm
vloed schuurt niet alleen het haventje
uit, maar overstroomt een vruchtbaar
landschap met tal van mooie dorpen.
I Ook het kasteel van Lodijke, en de kas-
I teelheer vlucht naar Bergen op Zoom.
De dichter Loosjes zegt ervan:
„Wat schouwspel treft mijn oog!
Zie ik rondom mij henen,
Die schone dorpen zijn geheel
in zee verdwenen.
Geen torenspitsje zelfs
aanschouwt mijn oog ervan.
Geen muurbrok die het oog
nog onderscheiden kan,
Noch enig overschot van
't prachtig slot Lodijke.
Wie kende in ligging of
in rijkdom zijn gelijke?
In zee begraven slot:
nooit heft ge uwen top,
Nooit uwen toren
weer uit dezen afgrond op".
Middelburg L. v. Wallenburg
V ER VOLGVERHAAL
Historisch verhaal uit het jaar 1572
door
JAAP DE KORTE
Den Hertog's Uitgevery Utrecht
„Daar heb je het al!" roept Geert, „het
poortje staat nog open!" De sleutel steekt
nog in het slot van de poortdeur. „De
monnik heeft wel haast gehad", konklu-
reert Klaas.
„Het is jammer dat we daar niet eer
der aan gedacht hebben", vindt Geert.
„Het is ons duur te staan gekomen.
Herman is dood... Gelukkig stond hij
alleen op de wereld. Zijn ouders zijn
al lang geleden gestorven en hij was on
gehuwd".
„Als de gevangenen nu maar goed
overkomen", zegt Klaas, „dan hebben
we in elk geval ons doel bereikt".
Ze keren nu naar hun makkers terug.
„Het wordt nu hoog tijd dat we vertrek
ken mannen", zegt Geert. „We moeten
voortmaken, voordat de Spanjaarden
versterking gaan halen".
Somber wordt de terugtocht aanvaard.
De mannen spreken niet veel. Ze hebben
de strijd gewonnen maar... hun makker
is dood. Dit verlies weegt de dappere
geuzen zwaar en heeft hen allen diep
getroffen. Herman was altijd een gezel
lige kerel en een graag geziene kame
raad. En nu dit... Plotseling zijn ze hun
strijdmakker kwijt.
In het hart van sommigen laait de
woeste wraak op tegen de gehate Span
jaarden. Ze zweren bloedige wraak te
gen alle vijanden die hen de voet dwars
durven zetten. Het bloed van hun mak
ker zal gewroken worden!
Er wordt echter niets gezegd. In het
hart van de geuzen stormt het, maar
als ze naar de draagbaar kijken waarop
de gesneuvelde ligt, dan zijn er ook
weer andere gedachten en ze huiveren
als ze de kille dood zo van nabij zien.
De anders zo luidruchtige en ruwe ke
rels, keren nu zwijgend huiswaarts. Ze
hebijen hun doel bereikt, dat is waar.
Het klooster is geplunderd en de gevan
genen bevrijd. Maar het gelag is duur
betaald!
HOOFDSTUK VIII
HET VONNIS VOLTROKKEN
Het is druk in de herberg „De Luifel".
Verschillende reizigers komen en gaan.
Aan de tafeltjes in de ruime gelagkamer
zijn de meesten in druk gesprek gewik
keld, terwijl ze zich het schuimende
bier goed laten smaken. Buiten is het
koud en de verkleumde reizigers scha
ren zich in groepjes om het gezellige
brandende haardvuur.
Het is vandaag wel bijzonder druk in
Brussel. De herbergen, die anders toch
ook wel druk bezocht worden, zijn over
vol. Aan al deze drukte is te merken dat
er vandaag weer eens grote dingen
staan te gebeuren!
Terwijl de reizigers en kooplui zich
tegoed doen aan het bier dat bij grote
kruiken vol naar binnen wordt geslagen,
wordt de deur van de gelagkamer geo
pend en een tweetal marskramers treedt
het vertrek binnen. Ze groeten beleefd
en de waard beantwoordt hun groet met
een vriendelijk: „Komt binnen mannen,
hier is nog wel een warm plaatsje voor
jullie". Hij wijst naar een onbezet tafel
tje dat in een hoek van de gelagkamer
staat.
De marskramers zetten zich neer, ter
wijl de oudste van hen een kruik bier
bestelt. De waard is al spoedig bij hen
en reikt hun het verlangde toe. De koop
lui ontdoen zich van hun zware mars en
laten zich het bier goed smaken. De
dikbuikige waard komt bij hen zitten en
knoopt een gesprek met hen aan.
„Mijn dochter kan het nu wel even
alleen af", meent hij. „Het wordt nu iets
rustiger. Het is anders druk vandaag; er
zal wel weer veel belangstelling zijn".
„Er is veel volk op de been", antwoordt
te voor Ouddorp. Melissant, Herkingen
en tal van andere beroepen.
Bedankt voor: Sunnyside A. Ver-
gunst te Veen; Meeuwen G. Mouw te
Tholen.
Nieuwerkerk (Z): Na bevestiging
door ds. Th. van Stuyvenberg uit Me
liskerke met Hebr. 13 17, deed ds. M.
van Gelder, gekomen van Gouda in
trede alhier met Joel 3 18.
Rotterdam Zuidwijk: Wegens ver
trek naar Vlissingen, nam. ds. H. Paul
afscheid van deze gemeente met een
prediking over Rem. 15 33.
GEREF. GEMEENTEN IN NED.
Bedankt voor: H. I. Ambacht A. van
Straalen te Barneveld.
Jubileimi: Ds. D. L. Aangeenbrug, em
pred. te Ederveen (grootvader van Ds.
Aangeenbrug, Herv. predikant te Goe-
dereede) werd 50 jaar geleden lerend
ouderling in de Chr. Geref. kerk van
Nieuw Vennep. In 1934 vertrok hij naar
Leerdam. Hij ging daar in 1942 over
naar de Geref. Gemeenten en werd na
een korte studie in 1944 predikant in
die kerken.
Hij diende de gemeenten van Dor
drecht en Temeuzen, waar hij in 1953
zich aansloot bij de Geref. Gemeenten
in Nederland. In 1960 ging hij naar
Rijssen en in 1965 kreeg hij emeritaat.
Sinds dient hij als hulpprediker de ge
meente van Ederveen.
NED. GEREF. KERKEN
Aangenomen naar: Lelystad (in sa
menwerking met de Chr. Geref. Kerk)
G. Roukema te Katwijk.
De Voorlopige raad voor de verkeers
veiligheid, onder voorzitterschap van
mr. Pieter van Vollenhoven, beveelt aan
op korte termijn het opstellen van een
handleiding voor het aanleggen van
verkeersdrempels ter hand te nemen.
De raad adviseert dit aan m,inister
Tuijnman van Verkeer en Waterstaat,
coördinerend minister voor de verkeers
veiligheid.
Er dient volgens de raad een bestuur-
groep te worden ingesteld, die zo'n
handleiding ten behoeve van de weg
beheerders gaat opstellen. In wooner
ven is geen onduidelijkheid over drem
pels. De inrichting van de weg dwingt
reeds tot snelheidsverlaging, terwijl
daar bovendien de wettelijk toegestane
snelheid laag is. Een drempel heeft dan
hoogstens aanvullende waarde. Het pro
bleem ligt vooral buiten de woonerven,
waar de drempel gebruikt wordt als
middel om de snelheid te verlagen.
Voor wegen buiten woonerven wordt de
wettelijke positie van verkeersdrempels
verschillend geïnterpreteerd. Daarover
is onlangs een openbare discussie ont
staan, waarvan de Voorlopige raad voor
de verkeersveiligheid met bezorgdheid
kennis heeft genomen, omdat daaruit
onzekerheid en verwarring spreekt over
de juridische positie van die verkeers
drempels. Bovendien zijn de meningen
sterk verdeeld over de werking van
deze verkeersdrempels voor de veilig
heid, mede in relatie tot de vorm die
ervoor gekozen wordt, zo» constateert de
raad.
De raad stelt ook vast, dat een van
de hoofdthema's in de aanpak van de
verkeersveiligheidsproblematiek de ver
deling van de openbare ruimte in ver-
keers- en verblijfsgebieden is. Vooral
binnen de verblijfsgebieden is aanpas
sing van de snelheid van het gemotori
seerde verkeer belangrijk voor het stre
ven naar grotere veiligheid en leefbaar
heid. Een van de goedkoopste in aan
merking komende instrumenten voor
de aanpassing van de snelheid is de
verkeersdrempel, zonder dat men dan
direct overgaat tot de veelal kostbaar
der aanpassing van de vorm van de
weg.
Verkeersdeskundigen hebben in het
verleden al gewezen op het gevaar dat
zulke drempels met zich mee zou bren
gen, omdat de aandacht van de gemo
toriseerde weggebruiker er door zou
worden afgeleid van het overige ver
keer. Andere desikundigen bestrijden dit
en stellen daar tegenover, dat het in
sommige situaties beter is de snelheid
te beperken ter beveiUging van andere
weggebruikers, onder wie spelende kin
deren.
De raad vindt dat in deze zaak dui
delijkheid gewenst is, zowel voor de
wegbeheerders als voor de verkeers-
deehiemers. Hij brengt daarbij het on
langs gehouden nationale verkeersvei-
Ugheidscongres in herinnering, waar
van de overheid een voorwaarde-schep-
pend-beleid werd gevraagd. Als men
spreekt over het scheppen van voor
waarden voor een veiliger verkeer
aldus de Voorlopige raad voor de ver
keersveiligheid dan is dat in het bij
zonder van toepassing op verkeersdrem
pels buiten woonerven.
de jongste van de marskramers. Ik denk
dat er niet dikwijls zoveel volk binnen
de muren van Brussel is als thans. Het
is ook wel de moeite waard om er aan
dacht aan te schenken. Ik vind het ver
schrikkelijk!"
„Stil toch man! niet zo luid!" waar
schuwt de waard terwijl hij zijn blik op
een vijftal Spanjaarden werpt. Deze zit
ten in een andere hoek van het vertrek
en horen niets. Ze zijn verdiept in hun
dobbelspel. Zo nu en dan klinkt er een
uitroep van verbazing, afgewisseld door
een gesmoorde vloek.
„Ze hebben niets gehoord", meent een
van de marskramers.
„Toch is het beter niet al te luidruch
tig te zijn".
Het gesprek wordt nu verder fluiste
rend gevoerd.
„Jullie kamer is reeds in gereedheid
gebracht", licht de waard hen in. „Mijn
dochter heeft een goede plaats voor jul
lie uitgezocht".
„Het is goed", lacht de oudste van de
marskramers. „We zullen er deze nacht
dankbaar gebruik van maken. Morgen
ochtend vertrekken we weer vroeg en
een goede nachtrust zal ons zeker geen
kwaad doen".
De waard staat op.
„Ik zal mijn dochter nog even helpen",
zegt hij,.„het wordt nu weer drukker".
Een viertal Spanjaarden stormt de ge
lagkamer binnen. Rinkelend gooien ze
de deur achter zich dicht.
EZAU's TRANEN VERSMAAD
want hij vond geen
plaats des berouws, hoewel
hij die met tranen zocht".
(Hebr. 12 17b)
We hebben nogal eens de neiging
Ezau voor te stellen als een ruige, wat
onnadenkende, maar toch best wel sym
pathieke kerel tegenover de meer ge-
slepene, onbetrouwbare figuur van Ja
kob. Dat is echter een onjuiste beoorde
ling. Jakob was al heel jong tot God
bekeerd en hoeveel fouten hij ook maak
te, 't was toch ten diepste zijn lust om
de HEERE te vrezen, het allerhoogst en
eeuwig goed. Ezau wordt ons in He
breeën 12 getekend als een onheilige,
iemand die het zinnelijke en zichtbare
van deze wereld veel hoger aanslaat en
inschat dan de zegen van de levende
God. Dat hij „om één spijze het recht
van zijn eerstgeboorte weggaf" was
maar niet een onbetekenend voorval
het was kenmerkend voor heel zijn le
venshouding! Zo is Ezau een waarschu
wend voorbeeld voor de gemeente. Ook
in onze eigen welvaartstijd is het ge
vaar zo groot om als een onheiUge het
bezit en het genot van de wereld na te
jagen. Daarmee maken we ons schuldig
aan verachting van de goddelijke gaven
die ons beloofd zijn in de Doop. Wan
neer we in wezen nog goud-zoekers zijn
in plaats van God-zoekers, zijn we nog
altijd bezig met het versmaden en ver
kwanselen van ons eerstgeboorterecht.
We doen niets met de beloften van God
die aan ons voorhoofd zijn bezegeld.
Wat een belediging van de belovende
God!
PREDIKBEURTEN ZEELAND
Zondag 6 juli 1980
THOLEN 9.30 uur kand. J. de Koeijer
uit Kruiningen en 18.30 uur ds. J.
Blom.
POORTVLIET 10 uur enl8 uur ds.
Tj. de Jong.
SCHERPENISSE 9.30 uur en 14.30
I uur ds. D. Budding.
SINT MAARTENSDIJK 9.30 uur en
14.30 uur ds. J. van Loon.
STAVENISSE 10 uur en 18 uur ds.
W. Gorissen.
SINT ANNALAND 10 uur en 18 uur
ds. M. D. Geuze.
OUD VOSSEMEER 10 uur en 18.30
I uur ds. Th. v. d. Heijden, H.A. en
I Dankzegging.
SINT PHILIPSLAND 9.30 uur en
14.30 uur ds. A. Cysouw.
NIEUWERKERK
In een druk bezochte kerkdienst,
waarin voorging de emeritus-predikant
van N'kerk, ds. M. G. Westerhof, werd
hartelijk afscheid genomen van de kos-
teres, mevr. Jo Reinhoud, welke 25 jaar
lang dit werk heeft verricht. In harte
lijke bewoordingen gedacht de predi
kant het vele dat mevr. R. voor de
kerk heeft gedaan. „U hebt uw werk
met zorg en blijdschap gedaan al die
jaren" aldus ds. W. We zijn dankbaar
en zullen U missen. De president-kerk
voogd, dhr. A. R. J. v. d. Hoek onder
streepte deze woorden en bood de ju
bilerende en scheidende kosteres een
duurzaam levensmiddelen pakket aan.
We blijven U dankbaar, aldus v. d.
Hoek.
Bij de uitgang kon een ieder de jubi
lerende kosteres feliciteren, waarvan
druk gebruik werd gemaakt. Ook mocht
ze van velen nog enveloppes met inhoud
ontvangen. Er was dank, in woord en
daad.
De zondagschool Vereniging bood
haar een grote fruitmand aan.
AFDELING MIDDELHARNIS
De opbrengst van de inzameling voor
het Rode Kruis is totaal 10.359,— en
is als volgt verdeeld:
Den Bommel 1.288,—; Stad aan 't Ha
ringvliet 1.409,en Middelhamis -
Sommelsdijk 7.662,—
Met vriendelijke dank aan allen die
hebben bijgedragen en medegewerkt
aan deze campagne.
Namens dg afdeling Middelhamis
van het Rode Kruis.
„Waar is de waard?" schreeuwt er
een. „We willen bier!"
De herbergier is wel aan dergelijke
taferelen gewend. Het gebeurt niet zel
den dat er beschonken soldaten binnen
vallen. Uit ervaring weet hij dat het
dikwijls moeilijkheden oplevert. Reeds
meermalen is het op een gevecht tussen
de burgers en soldaten uitgelopen en het
heeft baas Dirksz. al verscheidene gla
zen gekost. Het Is dus geen wonder dat
de waard op dergelijke bezoeken minder
gesteld is. Hij weet echter hoe hij het
beste kan handelen met de soldaten. De
ervaring heeft hem geleerd, dat men met
zachte hand meer bereikt dan met veel
lawaai.
Anderzijds moet men het soldaten
volk ook niet te veel toegeven, daar ze
anders te lang blijven plakken.
„Natuurlijk krijgen jullie bier", ant
woordt hij, „maar denkt er aan, met één
kruik moeten jullie volstaan! Als je 'm
leeg hebt moet je vertrekken".
„Schiet wat op man!" schreeuwt nu
een andere soldaat, „we hebben dorst".
Als je ons geen bier geeft, wordt je ook
onthoofd, net als die ketter, dus denkt
er aan!" lalt nu weer een ander.
De waard antwoordt niets maar
schenkt een kruik vol met schuimend
bier en geeft dit aan de soldaten. Het
duurt niet lang of de kruik is leeg. De
Spanjaarden hebben weinig zin om nu al
te vertrekken en terwijl ze zich om het
Maar wat nu te denken van de hler-
f boven afgedrukte tekstwoorden? Is Ezau
tot inkeer gekomen? Kwam er bij hem
een hartelijk berouw, heeft hij tranen
geschreid vanwege zijn zonde? En is de
HEERE God toen zó onverbiddelijk ge
weest dat Hij deze wenende verloren
zoon niet meer wilde ontvangen?
Neen, dat zegt de tekst niet. Gode zij
dank niet. Dan zou immers het evan
gelie van de schuldvergeving ondermijnd
worden. Er zou niet meer vrijuit gepre-
,j dikt kunnen worden dat bij God in
Christus de pardonbrief gereed ligt voor
de grootste der zondaars. Hebreeën 12
17b is echter een omschrijving van wat
ook te vinden is in Genesis 27 34 en
g 38. Toen Jakob de eerstgeboortezegen
t had verkregen, probeerde Ezau onder
- tranen de zaak terug te draaien. Hij
- wilde Izaak ertoe bewegen hem alsnog
- de voornaamste zegen te geven en zo
- de zegen van Jakob weer in te trekken.
1 Dat was ,,de plaats des berouws" die
- Ezau vruchteloos zocht. De kantteke-
a ning bij onze Staten-Vertaling stelt te-
1 recht: „Want dat Ezau geen berouw
van zijn eigen misdaad heeft gezocht,
blijkt daaruit dat hij terstond daarna
e Jakob naar zijn leven heeft gestaan."
1 Zo is het tekstwoord een waarschu-
e wend woord. Er zijn versmade tranen,
t De droefheid der wereld werkt de dood.
Is het ons ook in onze gebeden en tra-
- nen uiteindelijk te doen om de zegenin-
- gen los van de zegenende God, dan zul-
- len we mét Ezau tevergeefs bidden en
It smeken. Jacobus zegt daarvan: „Gij bidt
- en gij ontvangt niet, omdat gij kwalijk
t bidt, opdat gij het in uw wellusten
e doorbrengen zoudt" (Jacobus 4 3).
Maar als het u om de HEERE te doen
is en Zijn zegen van schuldvergeving en
eeuwig leven in Zijn gemeenschap, grijp
dan moed en laat u niet door een ver-
l keerd begrip van Hebreeën 12 17 ont
moedigen.
i Nóóit versmaadt de HEERE de zuch-
1. ten en tranen van een bedelaar aan
Zijn tfoon!
Veenendaal Ds. J. Hoek
De bekende Oostenrijkse expeditie-
en bergreddingsarts Franz Berghold uit
Kaprun (Salzburger Land) heeft „tien
praktische en „gezonde" tips" voor
bergwandelaars geformuleerd. Wande
lingen in het hooggebergte stellen nu
eenmaal bepaalde eisen aan jong en oud.
Maar de „leefregels" van dokter Berg
hold zijn ook bruikbaar voor wat mak
kelijker wandelingen.
1. Primair voor een bergwandeling is
een goede conditie. Training is
nodig.
2. Drhik aan de vooravond van de
wandeltocht geen alcohol. Een ste
vig ontbijt verdient aanbeveüng.
3. Begin de wandeltocht niet in een te
„hoge versnelling". Eerst een half
uurtje kalmpjes aan om „warm" te
lopen.
4. Het tempo van de wandeltocht moet
worden aangepast aan de langzaam
ste.
5. Om de twee uur een kwartiertje
rusten, een hapje eten, wat drinken
(besUst geen alcohol) en relaxen.
Ook moeten rustpauzes worden in
gelast bij vermoeidheid en uitput
ting. Brood, koekjes en chocolade
zijn als voeding beter dan druiven-
suiker.
6. Kinderen beneden 12 jaar mogen
niet worden overbelast. Ouderen
doen er goed aan vóór een wandel
tocht een sportarts te laten bepalen
waar de grens Ugt van zo'n presta
tietocht.
7. Verblijf in hogere luchtlagen ver
eist een proces van acclimatisering.
Het lichaam moet tijdens de rust
pauzes gelegenheid krijgen zich aan
te passen aan de veranderde (dunne)
lucht.
8. Voor wie de weg is kwijt geraakt
geldt het internationale s.o.s.-sig-
naal voor de bergen: elke minuut
zes keer een teken geven door roe
pen, fluiten of een lichtsignaal.
Daarmee doorgaan tot antwoord
wordt vernomen door hetzelfde te
ken drie keer per minuut.
9. Neem zelfs voor een gemakkelijk
lijkende wandeUng in de bergen een
noodpakketje mee. Daarin zitten
o.m. EHBO-artikelen, een bivakuit
rusting, reserve-ondergoed en een
flink stevig touw.
10. Route en doel van de wandel(berg)
tocht laten weten bij het logeer
adres.
STAVENISSE
Collecte Rode Kruis: De te Stave-
nisse gehouden collecte voor het Rode
Kruis heeft 1.316,30 opgebracht.
buffet scharen, vragen ze om een tweede
kruik.
Baas Dirksz. weigert echter beslist.
„Gaat nu mannen!" dringt hij aan, „de
gelagkamer wordt te vol. Moeten jullie
niet naar de Grote Markt? Mij dunkt,
er zal daar toch wel iets te beleven zijn".
,,Da's waar ook!" schreeuwt een van
de soldaten, „komt jongens! Er wordt
een ketter onthoofd en daar wil ik bij
zijn".
Hij werpt de waard een geldstuk toe
en staat op. De anderen volgen hem.
„Ha!" roept er een, „we zullen eens
zien wat die ketter te vertellen heeft.
Ik wou dat ik hem zijn hoofd mocht af
slaan. Het zou me een waar genoegen
zijn. En jij baas Dirksz.," zo vervolgt hij
zijn dronkenmanstaal, „als jij ons in het
vervolg geen bier meer schenkt, zal het
met jou niet veel beter aflopen".
Waggelend op zijn benen volgt de
snoever zijn makkers en verlaat de ge
lagkamer, honend spotlachend.
Zuchtend kijkt de waard het ploegje
na.
„Gelukkig, die zijn verdwenen".
De beide marskramers kunnen zich
inmiddels nauw'lijks bedwingen.
„Het was beter geweest dat je die
dronkelappen meteen de deur had uit
gesmeten", valt de jongste heftig uit
'- de dronkaards verdwenen zijn.
wordt vervolgd