EiiAncEn - niEuws Bombardement van Ylissingen De val van Bergen yyHelpt door geven'' een bus is ons streven 2e blad Vrijdag 23 mei 1980 No. 4894 K VENSTER HET it -k Tir -k ZEEUWSE WANDELINGEN Uw huis verkopen TAMBOER INGEZONDEN: DE R. P. F. OP FLAKKEE (II) -k -k LEEFBAARHEID: O.D. 4 WERD TH. 10 VERVOLGVERHAAL blik op kerk •n samenleylng Kerken geen asielplaatsen OneigenUJk gebruik Pinksteren Staatssecretaris Mevrouw Haars heeft eindelijk de uitspraak gedaan die door velen vroeg of laat werd verwacht en waarvoor anderen begrijpelijk heb ben gevreesd. Zij heeft de plaatselijke politiekorpsen laten weten dat kerkge bouwen niet mogen worden beschouwd of gebruikt als asielplaatsen. Daarmee kan een einde worden ge maakt aan de ongewenste toestanden van de laatste tijd. Kan een einde wor den gemaakt, want op dit ogenblik ziet het er nog niet naar uit dat het ook zal gebeuren. Op vijf plaatsen in ons land houden zich nog Ulegaal in ons land verblijvende buitenlanders schuil in ver schillende kerken. En tot 27 mei, de da tum waarop een demonstratie is ge pland, zal de politie wel niet overgaan tot ingrijpen. Hoe de situatie zich na deze datum zal ontwikkelen moeten we uiteraard afwachten. TÜT i^ Voor ieder mens die bedeeld is met een gezond verstand zal de beslissing van Mevrouw Haars volkomen ver klaarbaar zijn. Het gaat toch niet aan dat wetsovertreders een kerk kunnen bezetten en zich op die wijze kunnen onttrekken aan de greep van het ge zag. In de Middeleeuwen was dat wel mo gelijk, maar toen stond de rechtsple ging in ons land nog op een laag pitje. Overtreders van de wet konden op die manier een beroep doen op de barmhar tigheid. Trouwens, in het Oude Testa ment kon iemand die per ongeluk een doodslag had begaan vluchten naar de vrijstad! En wie de hoornen van het altaar kon beetgrijpen mocht niet ge dood worden. Wat we echter de laatste tijd in ons land hebben zien gebeuren is niet al leen met de wet in strijd, maar ook met het doel waarvoor kerkgebouwen wor den gebruikt. Destijds hielden een aan tal mensen zich schuil in de Amster damse kerk De Duif. En omdat de po litie geen eredienst mag verstoren hield men daar dag en nacht kerkdiensten! Een continu-eredienst, afwisselend Rooms en protestant, enkel en alleen om de politie buiten de deur te houden. Het is terecht dat Mevrouw Haars gezegd heeft: dat kón niet langer. De Raad van Kerken en alles wat in ons land links is en „progressief" denkt, staat nu op z'n achterste benen. Dat past volkomen in hun theologie. Want zo zeggen ze de kerk moet het im mers opnemen voor onderdrukten en voor mensen die in nood zijn? Wat voor ons een „oneigenlijk" ge bruik van kerkgebouvyen heet, dat is voor hen het juiste gebruik: de kerk als schuilplaats voor minderheden die vervolgd of onderdrukt worden! Het Evangelie van de verzoening door Christus' bloed, dat in de kerken zou moeten w;orden verkondigd, verdrongen door een sociaal evangelie. Dat is de theologie die achter heel deze houding zit. In deze verwarde en onrustige tijd mag het nog weer Pinksteren worden. De Heilige Geest is uitgestort en brengt mensen van verschillende rassen en na tionaliteiten bij elkaar. Brengt hen ook met elkaar in de schuld, omdat ze tot de ontdekking komen: we hebben Chris tus gekruisigd! En alleen dat geeft ver broedering tussen mensen èn volken. WAARNEMER Een deel van de Engelse vloot, dat geen troepen aan land had gezet, zeilde de Schelde op tot vlak voor Vlissingen. Hulp van de overkant was dus niet meer te verwachten. Als laatste redmiddel gaf generaal Monnet order om de zee dijk door te steken. Wel stroomde er wat water over de lage landen rond de stad, zodat de Engelse belegeraars op enkele plaatsen tot de knieën in het wa- ter stonden, maar veel succes behaalde men er niet mee. De opgeworpen ver schansingen waren net klaar toen het water kwam en de Engelsen bleven waar ze waren. Bombardement. Het was zondag 13 augustus (1809), een dag voor de Vüssingers om nooit te vergeten. Van de vloot en tegelijk ook van de landzijde begon men 's middags om half twee de stad te beschieten op zulk een wijze als tot nu toe bijna nooit met enige stad was gebeurd. De kogels, bommen en vuurpijlen troffen Vlissin gen van alle kanten. En waar moesten de burgers heen? Ze zochten een schuil plaats in de kelders onder de woningen en in de vleeshal onder het raadhuis, waar ook generaal'Monnet zijn hoofd kwartier had. Gelukkig had men kort te voren de bestaande brandweer uitgebreid. Die kwam nu te pas. Evenals de georgani seerde burgerwacht, die de orde moest bewaren, want de Franse soldaten wa ren geducht aan het plunderen. Deze burgerwacht hielp ook bij het blussings- werk. Overal snelde men heen met de spui ten om de uitgebroken branden te blus sen. Maar de brandspuiten werden door het vele gebruik onklaar en de bran den namen zo in hevigheid toe dat er geen blussen meer aan hielp. Tegen de avond verademde men, het bombardement hield op. Zouden de En gelsen het volk van Vlissingen een rus tige nacht gunnen? IJdele hoop, want na een paar uur stilte begon het schieten opnieuw, nog heviger dan overdag. In het donker van de nacht was het nog duidelijker te zien, welke verwoestingen de vlammen aan richtten. Een ijselijk geschreeuw klonk door de straten, want velen moesten de kelders onder hun brandende woningen verla ten. Zo liepen ze onbeschermd door de straten als doel voor de moordende pro jectielen. De Oostkerk en de Franse kerk ston den in lichterlaaie. De volgende dag werd het kruitmagazijn bij de Gevan- gentoren op de boulevard in brand ge schoten. Gelukkig wist men de brand te blus sen, hoe groot had anders de ramp kun nen worden. Een Engelse officier beschreef als ooggetuige de toestand aldus: „De stad stond weldra in brand en door de duis ternis van de nacht gezien kon er niets afschuwelij kers denkbaar zijn. Stel je voor dat je staat op 400 pas van een omwalde stad, die op vijf of zes plaat sen in brand staat. De vlammen laaien op in het nachtelijk donker en de ka nonnen schieten nog steeds. Je ziet de muren en schoorstenen en daken in storten onder de kogels. Dit is een flauw denkbeeld van het toneel dat zich aan ons vertoonde. Het inwendige van bij na ieder huis was zichtbaar, en als het geluid van de kanonnen een ogenblik ophield, werd de stUte gevuld door de MIDDELHARNIS - SOMMELSDIJK UITSLAG P.V. DE REISDUÏF Wedvlucht vanuit St. Ghislain d.d. 17- 5-1980. In concours 241 duiven. Afstand 148 KM. C. Looij: 1, 26, 37; Gebr. Kievit: 2, 5, 6, 9, 10, 11, 12, 14, 17, 21, 22, 25, 41, 46, 47, 57; J. Vis van Heemst: 3, 28, 30, 51, 55; A. de Gans: 4, 19, 20, 23, 32, 33, 34, 40, 43, 48; Gebr. Groenendijk: 7, 52, 58, 59; C Vroegindeweij: 8, 13, 15, 16, 27, 29, 38, 42, 44; P. V. d. Boogert: 18, 31, 45, 60; D. W. Kievit: 24, 39, 53, 56; L. Wielaard: 35, 49, 54; R. van Nimwegen: 36, 50. kreten van de vrouwen in de stad. Zelfs de honden huilden". Tot zover het relaas van een Engels man, die de stad belegerde en alles van dichtbij zag. Ook het stadhuis, het mooiste gebouw van Vlissingen, ging verloren. Het was een nabootsing van het raadhuis van Antwerpen, waarvan in 1594 de eerste steen was gelegd. Door met levensge vaar emmers water aan te dragen trachtte men de brand te blussen. In het begin hielp het ook wat, maar tegen de steeds groter wordende vuurzee kon men niet op, het prachtige gebouw werd totaal verwoest (14 augustus). De aanwezige vluchtelingen moesten de straat weer op om tussen de bran dende en ineenstortende huizen te trach ten een schuilplaats te vinden. Generaal Monnet bracht zijn hoofd kwartier over naar een ongebruikt kruitmagazijn. De overgave. Wanneer dit bombardement nog enke le dagen voortduurde, zou er van de stad niets meer overblijven. Op deze manier werd er in één uur meer ver woest dan bij een gewoon beleg in een hele week. Generaal Monnet begreep wel dat de stad niet te houden was. Daarom trad hij in onderhandeling met de Engelsen. Met als resultaat dat Vlissingen zich op 15 augustus onder bepaalde voorwaar den overgaf. Nu eerst kon men goed zien hoe de vijand had huisgehouden. Behalve de reeds genoemde gebouwen waren er 65 huizen en pakhuizen totaal uitgebrand, ongeveer 250 woningen waren zo zwaar beschadigd, dat ze onbewoonbaar wa ren. Slechts een twintigtal had totaal niets geleden. Tengevolge van het door steken van de dijk en later het openen van de doksluizen liep het laagste ge deelte van de stad onder water. Van de bezetting van 6500 man wer den er ongeveer 3800 als krijgsgevan genen weggevoerd. Ze leverden hun wapenen in en werden naar het Bree- zand bij Vrouwenpolder gebracht, van waar ze naar Engeland werden inge scheept. Tot de gevangenen behoorden ook de generaals Monnet en Osten. Volgens de vredesvoorwaarden moes ten alle Franse soldaten als krijgsge vangenen naar Engeland worden ge bracht. Waar waren nu de 27P0 ande ren? Wel was het verlies groot, maar die zijn niet allemaal gesneuveld. Er waren 700 zieken en gewonden. Bovendien wa ren er veel het eiland Walcheren inge vlucht, liever dan gevangenen te wor den. De Engelsen hadden ongeveer hon derd man aan doden, de meeste slacht offers zijn gevallen onder de soldaten die van de landzijde Vlissingen bescho ten. Ook onder de burgers zijn er heel wat omgekomen, grafdelvers verklaar den dat ze 335 doden hadden begraven tengevolge van de beschieting. Middelburg L. van Wallenburg Het afbranden van het stadhuis van Vlissingen als gevolg van het bombardement der Engelsen in 1809. Met bijzondere interesse nam ik ken nis van het ingezonden stuk van de heer A. Fase te Oude Tonge, waarin hij zijn verontrusting kenbaar maakt over de opgerichte kiesvereniging van de R.P.F, op Flakkee. Ik wil trachten in een aantal zinnen tot uitdrukking te brengen waarom de R.P.F, voor mij (van jongsaf anti revo lutionair), het politieke dak vormt, waar ik mij met een vrij geweten kan thuis voelen. Zoals bekend mag worden veronder steld, zullen de grote protestantse par tijen zich binnenkort samen met de (rooms)katholieke volkspartij oplossen in het Christen Democratisch Appel. Ik zal daar echter als reformatorisch Christen onmogelijk aan mee kunnen en ook mogen doen. Zeer zeer velen be horende tot de Gereformeerde Bond in de Hervormde Kerk, de Christelijk Ge reformeerde Kerken, Verontrusten in de Gereformeerde Kerk enz., die tot nu toe bij één der grote protestantse par tijen behoorden komen dan voor de keus te staan hoe verder te gaan. Het is bekend dat het C.D.A. zich baseert op Evangelische inspiratie evenwel reke ning houdend met het democratisch principe en de geestelijke draagkracht van het volk. De vraag komt dan op, waar komen we dan uit als het om za ken gaat als zondagsrust, abortus, car naval enz. om maar een willekeurige greep te doen. Ik ben daar niet gerust op. Waar komt mijn stem terecht als ik het C.D.A. stem? Waar werk ik aan mee? Vragen die zich opdringen en ernstig overwogen dienen te worden. Welke mogelijkheden zijn er voor hen die een overheid begeren die spreekt en handelt naar Schrift en belijdenis? Daar is het Gereformeerd Politiek Verbond. Het lidmaatschap is evenwel exclusief voorbehouden voor leden van de Vrijgemaakte Gereformeerde Kerken Binnen Verband. Ik ben Hervormd, dus kan ik geen lid worden. Zou ik dan maar S.G.P, lid worden? Hoewel ik de heer A Fase persoonlijk niet ken, vermoed ik, dat hij daar de oplossing ziet voor de zeer velen die met mij thans afscheid gaan nemen van hun vroegere politieke partij. Toch kom ik dan met mijzelf in moei- hjkheden. Ik ontwaar in de S.G.P. (waar ik mij overigens het meest mee verwant gevoel) toch een bepaalde partijdiscipli ne die geen ruimte laat voor een enigs zins genunanceerde opstelling ten op zichte van een aantal zaken. Laat ik er een paar noemen. Ik beoordeel de socia le verzekeringswetten positief (hoewel niet op alle onderdelen), ik zie grote mogelijkheden in het inschakelen van radio en televisie voor politieke bood schappen, ik zou meer ruimte willen I laten voor de vrouw in het maatschap pelijk leven. Zaken die toch niet te ba gatelliseren zijn. Vandaar dat ik blij j was, dat een aantal A.R. gezinden een I aantal jaren geleden de basis legden i voor een nieuwe reformatorische partij, de R.P.F. Gegrond op Gods Woord en de I drie Formulieren van Enigheid. De in tentie uitsprekend samen te werken met S.G.P en G.P.V. waar maar moge lijk! En inderdaad is dit reeds op vele plaatsen het geval geweest. Er waren lijstverbindingen en lijstineenschuivin- gen. En hopenlijk zullen ze er in de toe komst zijn. Nu kan ik er echter niet omheen toch nog een trieste zaak te constateren. Dat is namelijk de tegenwerking (al thans het ontbreken van medewerking) van'het in onze kringen steeds meer ge lezen Reformatorisch Dagblad. Van Trouw hebben wij als R.P.F, geen sup port te verwachten. Helaas heeft het R.D. zich in een hoofdartikel op 19 no vember j.l. negatief over de R.P F. uit gesproken. Van de gehouden congressen van de R.P.F, waar vele honderden ouderen en jongeren bijeen waren heb ik nimmer een letter verslag in het R.D. aangetroffen. Nu kan worden tegenge worpen dat het R.D. geen partijorgaan van de S.G.P. is. Zeker is evenwel dat het blad stevig in S G.P. handen is. En dat mag ook gerust. Maar waarom moet de R.P.F, waar regelmatig bekende predikanten uit reformatorische kring voor komen spreken geheel worden doodgezwegen? De R.P.F. Leeft volop in den lande. Laat daar dan ook ruimte voor! Wij hebben als broeders elkaar hard nodig. Ik hoop van harte op een sterke band tussen de, drie 'reformatorische partijen die ons land nog overblijven. Sterker hoop ik nog op een totaal samengaan terwijl we nog in vrijheid leven. Want met de heer Fase ken ik het verlangen naar het samen wonen in kerk en maat schappij van allen die de Naam des Heeren ootmoedig vrezen en leven naar Zijn Goddelijk bevel. J. Tieleman Couwenhoven 90-47 3703 GC Zeist Duivensport Na twee mislukte vluchtdagen, niet gelost wegens regen, is dan toch einde lijk het eerste werkelijke duivencon- cours voor de Flakkeese zaterdagvlie- gers doorgegaan. Oostenwind en zonne schijn het is een maar weinig vervulde wens van vele duivenliefhebbers. Het mocht er wel wat warmer bij zijn ge weest, maar de in goede conditie verke rende vogels, waar de kwaliteit in steekt zijn zeker voorop gekomen. Jan Kleijnenberg te Dirksland, vorig seizoen al in voor opvallende successen weet de eerste te winnen van 1644 dui ven. Een andere vedette A. Witte te Stellendam pakt de tweede prijs. De strijd tussen de twee sterkste spelers van Dirksland werd gewonnen door J. C. Roodzant maar de vlak na hem zittende L Arensman heeft er weer sneller twee in de klok. Allroundspelers J. van Seters en zoon weten net Comb. Hoek van Len ten voor te bhjven, hebben sneller hun tweede duif, maar de combinatie heeft eerder een trio. De strijd is dus gelijk ten volle ontbrand, hopelijk bUjft dit op sportief vlak. Middelhamis blijkt weer niet in de vluchtlijn te liggen, alleen de Gebr. Kievit komen behoorlijk voor de dag. Vrijgezel Alphons Schenk speeit nog maar 60 jaar met de duiven Ue'Scheu ken zijn bekende duivenliefhebbers uit Huiij bergen. Alphons woont in het nie mandsland, 200 meter van de Belgische grens. Z^n nationaliteit is Belg, maar hij woont op Nederlandse grond. Z\)n naas te Hollandse buurman zit 1 km. verder. Maar zgn wieg heeft op dit plekje grond gestaan en dat wü hg by zyn leven niet verlaten. Nog niet voor een korte vakantie, want hoe moet het dan met de duiven. H\j speelt nog doodgewoon het trucloze nestspel maar werd toch kam pioen van de 100 leden tellende vereni-, ging „De Luchtbede" te Wouw. Ouddorp kwam behoorlijk aan zijn trekken, vooral Comb. Kievit heeft met zeven prijzen waarschijnlijk de goede vorm te pakken. Te Herkingen spelen J. den Boer, C. Logmans en C. Vrees wijk de eerste drie. Mocht het weer de komende weken zo blijven dan zal de zifting aan het eind van het seizoen geen probleem zijn en zullen de mislukte beginvluchten snel zijn vergeten. ■k k In eerdere publikatie's bent u op de hoogte gebracht van de aktie, die door de welzijnszorgkommissie van de Stich ting Hervormd Diakonale Gezondheids zorg op touw is gezet. Het uiteindelijke doel van deze aktie is: aanschaf van een rolstoelbus. Vervoer is namelqk zeer belangrijk voor de bewoners, daar zij veelal gebonden zijn aan een en dezelfde plaats. Onder het motto „Helpt door ge ven" een bus is ons streven, is dan ook de aktie op 3 mei van start gegaan en duurt deze maand nog voort. HELPEN: Helpen en geven zijn zeer gelukkige bezigheden en van geven is nog nooit iemand armer geworden, alleen maar rijker. Niet rijk in materialistische be tekenis, maar wel in innerüjke beteke nis. Door uw hulp maakt u anderen blij en gelukkig, terwijl u ditzelfde even eens ten deel valt! Gelukkig geven is dankbaar helpen! Door uw hulp is het mogelijk, dat zij die beperkt zijn in hun bewegingsvrijheid, toch verder komen dan de hun afgemeten ruimte. Als er een rolstoelbus zou zijn, zouden de bewoners die beperkingen in hun bewegingen, in him gaan én staan, niet als zo heel erg ervaren. Zij kunnen dan eens een keer meer naar huis en eens een keer meer een rit maken door Gods schone schepping. Zij kunnen dan eens dwalen door de akkers en het gewas zien groeien en ook hierin Gods hand zien. Hij Die dit aUes laat groeien en bloeien. Zij kunnen eens zeewaarts gaan en al mijmerend daar hun tijd door brengen en genieten van de eindeloze golfslag. Staande aan het stille strand met een blauwe hemel aan de horizon. Hieraan kunt u helpen. U kunt op eigen gelegenheid gaan, per fiets, biis of eigen auto. Zij moeten geholpen worden aan een bus. Een een Flakkeeër zou geen Flakkeeër zijn als hij niet hielp. Binnen de Stichting H.D.G. wordt er alles aan gedaan om het de bewoner naar de zin te maken Gestreefd wordt om het zo leefbaar mogelijk te maken. Velen hebben b.v. een verkeerde indruk van een verpleeghuis en meestentijds ten onrechte. Veel van de bewoners kunnen na kor tere of langere verpleging en revalidatie weer gezond naar huis. In die tijd dat ze verpleegd worden moet het voor hen zo aangenaam mogelijk vertoeven zijn. Er eens uit kunnen naar iets anders is ook een zekere vorm van een betere leefbaarheid tijdens het verblijf in het verpleeghuis. Door vervoer worden de behandelingsmogelijkheden groter, daar bepaalde aktiviteiten zoals zwemmen, wandelen in bosrijke omgeving etc. etc. niet in Sommelsdijk kunnen. Vervoer speelt een belangrijke rol voor leefbaarheid tijdens de verpleeg huisperiode. U kunt ons helpen om het voor de verpleegden leefbaarder te maken. Door te helpen, dat de rolstoelbus er komt. U bewoont waarschijnlijk een huis met veel comfort en de leefbaarheid zijn hoogste vorm bereikt. U bent gezond en kunt gaan en staan waar u wilt. Zij zijn afhankelijk van uw gift. Het bezit vaii een rolstoelbus zou hun leef baarheid, die erg beknot is, kunnen ver ruimen. U helpt toch en uw gift stort u toch op BANKREKENINGNUMMER 3420 02.678, van de RABOBANK TE MIDDELHARNIS, gironummer van de bank is 346124, t.g.v. „HELPT DOOR GEVEN" EEN BUS IS ONS STREVEN. EEN FLAKKEEËR ZOU GEEN FLAK KEEËR ZIJN ALS HIJ NIET HIELP. Bij machinefabriek Padmos b.v. te Stellendam-Bruinisse kwam gereed de grondige verbouwing van de Viskotter TH 10, de vroegere OD 4, thans eigendom van de heer P. Baay te Tholen. De modernisering van dit schip kwam in ongeveer 8 weken gereed en hierbij behoorde ook het plaatsen van nieuwe hoofdmotor een Stork-Werkspoor Die sel van 800 pk met 750 omw. m. in het 10 jaar oude schip, dat 27 meter lang, 7 meter breed en 2.85 m. hol is. Nieuwe electronische apparatuur, waaronder een kleuren echolood en een Sonar, geleverd door de INA in Rotter dam werden in het stuurhuis aange bracht, terwijl het schip werd voorzien van een boegschroef fabrikaat Padmos, aangedreven door de DAF hulpmotor. De firma C. Bal te Bruinisse betim merde het visruim, isoleerde het met polyester en voerde nog ander timmer werk uit, aan de modernisering van het schip werkten ook mee de firma West hoeve uit Ouddorp en Bakker in Slie- drecht, door diverse werkzaamheden of leveringen. Historisch verhaal uit het jaar 1572. door JAAP DE KORTE Den Hertog's Uitgever^ Utrecht. 15 „Ik vroeg je waar je die man zag!" „Op de weg die naar Vianen leidt", antwoordt de knaap. „Dan kun je nu gaan!" kommandeert de kapitein. „Kom over twee dagen maar eens terug. Als je inlichtingen van waarde zijn zal een flinke beloning je niet ontgaan". „D...dank u wel, mijnheer de kapi tein", stottert de verrader en verdwijnt even sluw als hij gekomen is. Nauw'lijks is hij vertrokken of de kapitein wrijft zich vergenoegd in de handen. - „Dat moet die vermaledijde hagepre- diker zijn", mompelt hij. „Nu kan ik toch weer iets goed maken bij het hoofd kwartier". Hij staat op en roept de hopman. „Verzamel direkt twintig van de beste ruiters en laat de paarden zadelen! Die hageprediker die gister ontkomen is, werd vanmorgen gesignaleerd. Hij is verdwenen in de richting van Vianen. Maak voort hopman! Er is haast bij. Ik rij zelf mee". Nog geen tien minuten daarna geven een twintigtal ruiters hun paarden de sporen en verdwijnen, met de kapitein aan het hoofd, in de richting van Vianen. Nauw'lijks twee en een half uur daarna keert de troep zegevierend weer, met Foppesz. in hun midden. Zwaar geboeid wordt hij in een der cellen gesmeten. Een zwaar bewapende schildwacht neemt plaats voor de celdeur. De kapi tein neemt nu geen enkel risiko meer! De verrader heeft zijn werk goed ge daan... Nauw'lijks is de Judas buiten het be reik van de kapitein of hij lacht vals èn wrijft zich in de handen van louter ple zier. „Zo, daar zitten dan toch zeker enige gouden dukaten voor mij aan", mompelt hij zichtbaar tevreden. „Over twee dagen moet ik weerkomen. Het is te hopen dat die verwenste ketter wordt gepakt. Hoe meer, hoe liever. Als het gelukt heb ik flink wat geld verdiend. Wacht! Ik zal naar de pastoor gaan. Hem wil ik het vertellen. Misschien prijst hij me nog wel om de goeie da den die ik verricht voor onze kerk". Hij versnelt zijn pas en spoedt zich naar de pastorie. „Nu die jager nog uit het bos", gaat hij zijn alleenspraak verder. „Die kerel vertrouw ik ook niet. Het is vast een ketter. Zijn vader was het ook. Ik zie hem ook nooit in de kerk. Dat is toch opmerkelijk! Enfin, eerst maar eens af wachten of de kapitein met zijn mannen die prediker weet te vangen. Dat is an ders een slimme kerel! Hij wist aan een hele troep soldaten te ontkomen. Ik ge loof zeker dat de duivel die kerel bij staat. Het kan bijna niet anders. Hij werd uit het water gehaald door iemand die daar toevallig in de burrt was. Wie zou dat geweest zijn? Of zou...ja, na tuurlijk! Dat is die jager geweest! Wie komt daar anders in zo'n woestenij Im mers niemand! Ja, dat moet die jager geweest zijn, het kan niet anders!" Het staat nu voor de verrader wel vast dat Geert de hageprediker gered heeft en hij besluit zijn vermoeden aan de pas toor te vertellen. Intussen is de verra der de pastorie genaderd en hier eindigt hij zijn alleenspraak. „Als de pastoor nu maar thuis -is", mompelt hij 'teirwijl hij de klopper luid ruchtig op de deur laat vallen. Het duurt enige tijd voordat de oude huis houdster van de Eerwaarde zich laat zien. „Wie is daar al zo vroeg op de mor gen?" vraag zij brommend. „Ik ben het, Pieter Barendsz. Is mijn heer de pastoor thuis? Ik moet hem dringend spreken!" De vrouw reageert mopperend. Toch wordt de deur geopend en Pieter wordt binnengelaten. „Wacht hier maar even", zegt de huishoudster, „ik zal de pastoor roe pen". Sloffend loopt ze door de lange gang. Pieter hoeft niet lang te wachten. Al spoedig verschijnt de pastoor. „Hallo, Pieter!" begroet hij de knaap, „wat voert je al zo vroeg op de morgen hierheen? Toch geen narigheid zeker?" „O, neen Eerwaarde", antwoordt Pie ter, „maar ik wilde u even spreken. Komt 't u gelegen?" „Gerust hoor, kom maar mee naar mijn kamer. Daar kunnen we rustig praten". Weldra zitten ze beiden op hun gemak in de grote armstoelen die in de studeerkamer van de pastoor staan. „Vertel me nu maar eens wat voor nieuws je hebt jongen", nodigt de pas toor vriendelijk. „Me dimkt, het zal wel belangrijk zijn". „Dat zou ik denken. Eerwaarde", is het bescheid van Pieter. „U bent natuur lijk wel op de hoogte van het gebeurde van gister, ik bedoel de ontvluchting van de ketterse predikant die door een troep Spanjaarden uit Bergen werd vervolgd". De pastoor knikt instemmend. „Ik weet het, maar ga verder mijn zoon". „Toen ik vanmorgen naar het land ging om daar mijn werk te doen, ont moette ik een man die veel overeen komst vertoonde met die ontvluchte ha geprediker. Hij had nogal veel haast en spoedde zich voort in de richting van Vianen. Ik weet bijna zeker dat het de gezochte ketter was. Ik spoedde mij naar Bergen om mijn ontdekking aan kapi tein de Tolento mee te delen. Deze zou dadelijk zijn maatregelen treffen..." Een ogenblik blijft het stil in het ver trek. Dan begint de pastoor de ellendige verrader te prijzen om zijn laaghartig verraderswerk. „Ge hebt buitengewoon goed werk verricht voor de Heilige Moederkerk, Pieter", prijst hij. „Een flinke beloning zal je dan ook niet ontgaan. De ketters worden steeds brutaler. Het zijn mensen die in verbinding staan met de duivel! Van onze Heilige Moederkerk willen ze niets weten en ze drijven hun eigen zin en wü zolang door, totdat ze gegrepen worden en verbrand, onthoofd of opge hangen. Deze ketters zijn er tegenwoor dig veel te vinden en ze zijn gevaarlijk, want ze trachten ook anderen van de kerk af te trekken. En daarom mijn zoon, ge kunt nooit beter werk voor de kerk doen dan hen aan te brengen! Je bewijst de kerk daarmee grote diensten en wat betreft jou zelf Pieter, mijn be loning aan jou zal niet gering zijn. Ik hoop dat die aartsketter gevangen wordt, want hij heeft al heel wat kwaad gesticht". „Ik zal mijn best doen om nog meer ketters te ontdekken Eerwaarde", lijmt Pieter die niet weinig trots is op de lof- zegging van de pastoor. Deze is inmiddels opgestaan en loopt met driftige passen het vertrek op en neer. „Heb je soms nog anderen op het oog Pieter?" vraagt hij. „Ik weet het niet pastoor, maar ik zou zeggen, die jager uit het bos, zou die wel te vertrouwen zijn? Die predikant werd geholpen op zijn vlucht door iemand die in de buurt van de vijver rondzwalkte. Wie zou dat anders ge weest zijn dan die Geert Lammers?!" De pastoor kijkt verrast op. „Die Pie ter is toch een slimme kerel", denkt hij. Juist wil hij antwoorden, als de klopper luidruchtig op de deur valt. „Wie kan dat zijn, al zo vroeg?" mompelt de pas toor. Even later verschijnt de huishoudster. „Er is hier iemand die u dringend moet spreken Eerwaarde", bericht zij. „Wacht een ogenblik Pieter, ik ben zo terug", verontschuldigt de pastoor zich. Hij verlaat het vertrek en laat Pieter al leen achter. Het duurt geruime tijd voordat hij terugkeert in zijn kamer. Zijn gelaat is rood van verontwaardi ging- „Je vermoeden is wel juist Pieter", zegt hij. „De man die de aartsketter hielp ontvluchten is niemand anders dan die Geert Lammers. Hij werd gis termiddag reeds gevangen genomen en naar Bergen gevoerd. Maar de satan staat die lui bij! Hij is nu al weer op vrije voeten! 's Is om uit je vel te sprin gen!" wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1980 | | pagina 5