EiiAncEn - niEuws
Bombardement van Ylissingen
De val van Bergen
yyHelpt door geven''
een bus is ons streven
2e blad
Vrijdag 23 mei 1980
No. 4894
K VENSTER
HET
it -k
Tir -k
ZEEUWSE WANDELINGEN
Uw huis verkopen
TAMBOER
INGEZONDEN:
DE R. P. F. OP
FLAKKEE (II)
-k -k
LEEFBAARHEID:
O.D. 4 WERD TH. 10
VERVOLGVERHAAL
blik op kerk
•n samenleylng
Kerken geen asielplaatsen
OneigenUJk gebruik
Pinksteren
Staatssecretaris Mevrouw Haars heeft
eindelijk de uitspraak gedaan die door
velen vroeg of laat werd verwacht en
waarvoor anderen begrijpelijk heb
ben gevreesd. Zij heeft de plaatselijke
politiekorpsen laten weten dat kerkge
bouwen niet mogen worden beschouwd
of gebruikt als asielplaatsen.
Daarmee kan een einde worden ge
maakt aan de ongewenste toestanden
van de laatste tijd. Kan een einde wor
den gemaakt, want op dit ogenblik ziet
het er nog niet naar uit dat het ook zal
gebeuren. Op vijf plaatsen in ons land
houden zich nog Ulegaal in ons land
verblijvende buitenlanders schuil in ver
schillende kerken. En tot 27 mei, de da
tum waarop een demonstratie is ge
pland, zal de politie wel niet overgaan
tot ingrijpen. Hoe de situatie zich na
deze datum zal ontwikkelen moeten we
uiteraard afwachten.
TÜT i^
Voor ieder mens die bedeeld is met
een gezond verstand zal de beslissing
van Mevrouw Haars volkomen ver
klaarbaar zijn. Het gaat toch niet aan
dat wetsovertreders een kerk kunnen
bezetten en zich op die wijze kunnen
onttrekken aan de greep van het ge
zag.
In de Middeleeuwen was dat wel mo
gelijk, maar toen stond de rechtsple
ging in ons land nog op een laag pitje.
Overtreders van de wet konden op die
manier een beroep doen op de barmhar
tigheid. Trouwens, in het Oude Testa
ment kon iemand die per ongeluk een
doodslag had begaan vluchten naar de
vrijstad! En wie de hoornen van het
altaar kon beetgrijpen mocht niet ge
dood worden.
Wat we echter de laatste tijd in ons
land hebben zien gebeuren is niet al
leen met de wet in strijd, maar ook met
het doel waarvoor kerkgebouwen wor
den gebruikt. Destijds hielden een aan
tal mensen zich schuil in de Amster
damse kerk De Duif. En omdat de po
litie geen eredienst mag verstoren hield
men daar dag en nacht kerkdiensten!
Een continu-eredienst, afwisselend
Rooms en protestant, enkel en alleen om
de politie buiten de deur te houden.
Het is terecht dat Mevrouw Haars
gezegd heeft: dat kón niet langer.
De Raad van Kerken en alles wat in
ons land links is en „progressief" denkt,
staat nu op z'n achterste benen. Dat
past volkomen in hun theologie. Want
zo zeggen ze de kerk moet het im
mers opnemen voor onderdrukten en
voor mensen die in nood zijn?
Wat voor ons een „oneigenlijk" ge
bruik van kerkgebouvyen heet, dat is
voor hen het juiste gebruik: de kerk
als schuilplaats voor minderheden die
vervolgd of onderdrukt worden!
Het Evangelie van de verzoening door
Christus' bloed, dat in de kerken zou
moeten w;orden verkondigd, verdrongen
door een sociaal evangelie. Dat is de
theologie die achter heel deze houding
zit.
In deze verwarde en onrustige tijd
mag het nog weer Pinksteren worden.
De Heilige Geest is uitgestort en brengt
mensen van verschillende rassen en na
tionaliteiten bij elkaar. Brengt hen ook
met elkaar in de schuld, omdat ze tot
de ontdekking komen: we hebben Chris
tus gekruisigd! En alleen dat geeft ver
broedering tussen mensen èn volken.
WAARNEMER
Een deel van de Engelse vloot, dat
geen troepen aan land had gezet, zeilde
de Schelde op tot vlak voor Vlissingen.
Hulp van de overkant was dus niet meer
te verwachten. Als laatste redmiddel
gaf generaal Monnet order om de zee
dijk door te steken. Wel stroomde er
wat water over de lage landen rond de
stad, zodat de Engelse belegeraars op
enkele plaatsen tot de knieën in het wa-
ter stonden, maar veel succes behaalde
men er niet mee. De opgeworpen ver
schansingen waren net klaar toen het
water kwam en de Engelsen bleven waar
ze waren.
Bombardement.
Het was zondag 13 augustus (1809), een
dag voor de Vüssingers om nooit te
vergeten. Van de vloot en tegelijk ook
van de landzijde begon men 's middags
om half twee de stad te beschieten op
zulk een wijze als tot nu toe bijna nooit
met enige stad was gebeurd. De kogels,
bommen en vuurpijlen troffen Vlissin
gen van alle kanten. En waar moesten
de burgers heen? Ze zochten een schuil
plaats in de kelders onder de woningen
en in de vleeshal onder het raadhuis,
waar ook generaal'Monnet zijn hoofd
kwartier had.
Gelukkig had men kort te voren de
bestaande brandweer uitgebreid. Die
kwam nu te pas. Evenals de georgani
seerde burgerwacht, die de orde moest
bewaren, want de Franse soldaten wa
ren geducht aan het plunderen. Deze
burgerwacht hielp ook bij het blussings-
werk.
Overal snelde men heen met de spui
ten om de uitgebroken branden te blus
sen. Maar de brandspuiten werden door
het vele gebruik onklaar en de bran
den namen zo in hevigheid toe dat er
geen blussen meer aan hielp.
Tegen de avond verademde men, het
bombardement hield op. Zouden de En
gelsen het volk van Vlissingen een rus
tige nacht gunnen?
IJdele hoop, want na een paar uur
stilte begon het schieten opnieuw, nog
heviger dan overdag. In het donker van
de nacht was het nog duidelijker te zien,
welke verwoestingen de vlammen aan
richtten.
Een ijselijk geschreeuw klonk door de
straten, want velen moesten de kelders
onder hun brandende woningen verla
ten. Zo liepen ze onbeschermd door de
straten als doel voor de moordende pro
jectielen.
De Oostkerk en de Franse kerk ston
den in lichterlaaie. De volgende dag
werd het kruitmagazijn bij de Gevan-
gentoren op de boulevard in brand ge
schoten.
Gelukkig wist men de brand te blus
sen, hoe groot had anders de ramp kun
nen worden.
Een Engelse officier beschreef als
ooggetuige de toestand aldus: „De stad
stond weldra in brand en door de duis
ternis van de nacht gezien kon er niets
afschuwelij kers denkbaar zijn. Stel je
voor dat je staat op 400 pas van een
omwalde stad, die op vijf of zes plaat
sen in brand staat. De vlammen laaien
op in het nachtelijk donker en de ka
nonnen schieten nog steeds. Je ziet de
muren en schoorstenen en daken in
storten onder de kogels. Dit is een flauw
denkbeeld van het toneel dat zich aan
ons vertoonde. Het inwendige van bij
na ieder huis was zichtbaar, en als het
geluid van de kanonnen een ogenblik
ophield, werd de stUte gevuld door de
MIDDELHARNIS - SOMMELSDIJK
UITSLAG P.V. DE REISDUÏF
Wedvlucht vanuit St. Ghislain d.d. 17-
5-1980. In concours 241 duiven. Afstand
148 KM.
C. Looij: 1, 26, 37; Gebr. Kievit: 2, 5, 6,
9, 10, 11, 12, 14, 17, 21, 22, 25, 41, 46, 47,
57; J. Vis van Heemst: 3, 28, 30, 51, 55;
A. de Gans: 4, 19, 20, 23, 32, 33, 34, 40, 43,
48; Gebr. Groenendijk: 7, 52, 58, 59; C
Vroegindeweij: 8, 13, 15, 16, 27, 29, 38, 42,
44; P. V. d. Boogert: 18, 31, 45, 60; D. W.
Kievit: 24, 39, 53, 56; L. Wielaard: 35, 49,
54; R. van Nimwegen: 36, 50.
kreten van de vrouwen in de stad. Zelfs
de honden huilden".
Tot zover het relaas van een Engels
man, die de stad belegerde en alles van
dichtbij zag.
Ook het stadhuis, het mooiste gebouw
van Vlissingen, ging verloren. Het was
een nabootsing van het raadhuis van
Antwerpen, waarvan in 1594 de eerste
steen was gelegd. Door met levensge
vaar emmers water aan te dragen
trachtte men de brand te blussen. In
het begin hielp het ook wat, maar tegen
de steeds groter wordende vuurzee kon
men niet op, het prachtige gebouw werd
totaal verwoest (14 augustus).
De aanwezige vluchtelingen moesten
de straat weer op om tussen de bran
dende en ineenstortende huizen te trach
ten een schuilplaats te vinden.
Generaal Monnet bracht zijn hoofd
kwartier over naar een ongebruikt
kruitmagazijn.
De overgave.
Wanneer dit bombardement nog enke
le dagen voortduurde, zou er van de
stad niets meer overblijven. Op deze
manier werd er in één uur meer ver
woest dan bij een gewoon beleg in een
hele week.
Generaal Monnet begreep wel dat de
stad niet te houden was. Daarom trad
hij in onderhandeling met de Engelsen.
Met als resultaat dat Vlissingen zich op
15 augustus onder bepaalde voorwaar
den overgaf.
Nu eerst kon men goed zien hoe de
vijand had huisgehouden. Behalve de
reeds genoemde gebouwen waren er 65
huizen en pakhuizen totaal uitgebrand,
ongeveer 250 woningen waren zo zwaar
beschadigd, dat ze onbewoonbaar wa
ren. Slechts een twintigtal had totaal
niets geleden. Tengevolge van het door
steken van de dijk en later het openen
van de doksluizen liep het laagste ge
deelte van de stad onder water.
Van de bezetting van 6500 man wer
den er ongeveer 3800 als krijgsgevan
genen weggevoerd. Ze leverden hun
wapenen in en werden naar het Bree-
zand bij Vrouwenpolder gebracht, van
waar ze naar Engeland werden inge
scheept. Tot de gevangenen behoorden
ook de generaals Monnet en Osten.
Volgens de vredesvoorwaarden moes
ten alle Franse soldaten als krijgsge
vangenen naar Engeland worden ge
bracht. Waar waren nu de 27P0 ande
ren?
Wel was het verlies groot, maar die
zijn niet allemaal gesneuveld. Er waren
700 zieken en gewonden. Bovendien wa
ren er veel het eiland Walcheren inge
vlucht, liever dan gevangenen te wor
den.
De Engelsen hadden ongeveer hon
derd man aan doden, de meeste slacht
offers zijn gevallen onder de soldaten
die van de landzijde Vlissingen bescho
ten. Ook onder de burgers zijn er heel
wat omgekomen, grafdelvers verklaar
den dat ze 335 doden hadden begraven
tengevolge van de beschieting.
Middelburg
L. van Wallenburg
Het afbranden van het stadhuis van
Vlissingen als gevolg van het
bombardement der Engelsen in 1809.
Met bijzondere interesse nam ik ken
nis van het ingezonden stuk van de heer
A. Fase te Oude Tonge, waarin hij zijn
verontrusting kenbaar maakt over de
opgerichte kiesvereniging van de R.P.F,
op Flakkee.
Ik wil trachten in een aantal zinnen
tot uitdrukking te brengen waarom de
R.P.F, voor mij (van jongsaf anti revo
lutionair), het politieke dak vormt, waar
ik mij met een vrij geweten kan thuis
voelen.
Zoals bekend mag worden veronder
steld, zullen de grote protestantse par
tijen zich binnenkort samen met de
(rooms)katholieke volkspartij oplossen in
het Christen Democratisch Appel.
Ik zal daar echter als reformatorisch
Christen onmogelijk aan mee kunnen en
ook mogen doen. Zeer zeer velen be
horende tot de Gereformeerde Bond in
de Hervormde Kerk, de Christelijk Ge
reformeerde Kerken, Verontrusten in
de Gereformeerde Kerk enz., die tot nu
toe bij één der grote protestantse par
tijen behoorden komen dan voor de
keus te staan hoe verder te gaan. Het is
bekend dat het C.D.A. zich baseert op
Evangelische inspiratie evenwel reke
ning houdend met het democratisch
principe en de geestelijke draagkracht
van het volk. De vraag komt dan op,
waar komen we dan uit als het om za
ken gaat als zondagsrust, abortus, car
naval enz. om maar een willekeurige
greep te doen. Ik ben daar niet gerust
op. Waar komt mijn stem terecht als ik
het C.D.A. stem? Waar werk ik aan mee?
Vragen die zich opdringen en ernstig
overwogen dienen te worden.
Welke mogelijkheden zijn er voor hen
die een overheid begeren die spreekt
en handelt naar Schrift en belijdenis?
Daar is het Gereformeerd Politiek
Verbond. Het lidmaatschap is evenwel
exclusief voorbehouden voor leden van
de Vrijgemaakte Gereformeerde Kerken
Binnen Verband. Ik ben Hervormd, dus
kan ik geen lid worden.
Zou ik dan maar S.G.P, lid worden?
Hoewel ik de heer A Fase persoonlijk
niet ken, vermoed ik, dat hij daar de
oplossing ziet voor de zeer velen die
met mij thans afscheid gaan nemen van
hun vroegere politieke partij.
Toch kom ik dan met mijzelf in moei-
hjkheden. Ik ontwaar in de S.G.P. (waar
ik mij overigens het meest mee verwant
gevoel) toch een bepaalde partijdiscipli
ne die geen ruimte laat voor een enigs
zins genunanceerde opstelling ten op
zichte van een aantal zaken. Laat ik er
een paar noemen. Ik beoordeel de socia
le verzekeringswetten positief (hoewel
niet op alle onderdelen), ik zie grote
mogelijkheden in het inschakelen van
radio en televisie voor politieke bood
schappen, ik zou meer ruimte willen
I laten voor de vrouw in het maatschap
pelijk leven. Zaken die toch niet te ba
gatelliseren zijn. Vandaar dat ik blij
j was, dat een aantal A.R. gezinden een
I aantal jaren geleden de basis legden
i voor een nieuwe reformatorische partij,
de R.P.F. Gegrond op Gods Woord en de
I drie Formulieren van Enigheid. De in
tentie uitsprekend samen te werken
met S.G.P en G.P.V. waar maar moge
lijk! En inderdaad is dit reeds op vele
plaatsen het geval geweest. Er waren
lijstverbindingen en lijstineenschuivin-
gen. En hopenlijk zullen ze er in de toe
komst zijn.
Nu kan ik er echter niet omheen
toch nog een trieste zaak te constateren.
Dat is namelijk de tegenwerking (al
thans het ontbreken van medewerking)
van'het in onze kringen steeds meer ge
lezen Reformatorisch Dagblad. Van
Trouw hebben wij als R.P.F, geen sup
port te verwachten. Helaas heeft het
R.D. zich in een hoofdartikel op 19 no
vember j.l. negatief over de R.P F. uit
gesproken. Van de gehouden congressen
van de R.P.F, waar vele honderden
ouderen en jongeren bijeen waren heb ik
nimmer een letter verslag in het R.D.
aangetroffen. Nu kan worden tegenge
worpen dat het R.D. geen partijorgaan
van de S.G.P. is. Zeker is evenwel dat
het blad stevig in S G.P. handen is. En
dat mag ook gerust. Maar waarom
moet de R.P.F, waar regelmatig bekende
predikanten uit reformatorische kring
voor komen spreken geheel worden
doodgezwegen?
De R.P.F. Leeft volop in den lande.
Laat daar dan ook ruimte voor! Wij
hebben als broeders elkaar hard nodig.
Ik hoop van harte op een sterke band
tussen de, drie 'reformatorische partijen
die ons land nog overblijven. Sterker
hoop ik nog op een totaal samengaan
terwijl we nog in vrijheid leven. Want
met de heer Fase ken ik het verlangen
naar het samen wonen in kerk en maat
schappij van allen die de Naam des
Heeren ootmoedig vrezen en leven naar
Zijn Goddelijk bevel.
J. Tieleman
Couwenhoven 90-47
3703 GC Zeist
Duivensport
Na twee mislukte vluchtdagen, niet
gelost wegens regen, is dan toch einde
lijk het eerste werkelijke duivencon-
cours voor de Flakkeese zaterdagvlie-
gers doorgegaan. Oostenwind en zonne
schijn het is een maar weinig vervulde
wens van vele duivenliefhebbers. Het
mocht er wel wat warmer bij zijn ge
weest, maar de in goede conditie verke
rende vogels, waar de kwaliteit in steekt
zijn zeker voorop gekomen.
Jan Kleijnenberg te Dirksland, vorig
seizoen al in voor opvallende successen
weet de eerste te winnen van 1644 dui
ven. Een andere vedette A. Witte te
Stellendam pakt de tweede prijs. De
strijd tussen de twee sterkste spelers
van Dirksland werd gewonnen door J. C.
Roodzant maar de vlak na hem zittende
L Arensman heeft er weer sneller twee
in de klok. Allroundspelers J. van Seters
en zoon weten net Comb. Hoek van Len
ten voor te bhjven, hebben sneller hun
tweede duif, maar de combinatie heeft
eerder een trio. De strijd is dus gelijk ten
volle ontbrand, hopelijk bUjft dit op
sportief vlak.
Middelhamis blijkt weer niet in de
vluchtlijn te liggen, alleen de Gebr.
Kievit komen behoorlijk voor de dag.
Vrijgezel Alphons Schenk speeit nog
maar 60 jaar met de duiven Ue'Scheu
ken zijn bekende duivenliefhebbers uit
Huiij bergen. Alphons woont in het nie
mandsland, 200 meter van de Belgische
grens. Z^n nationaliteit is Belg, maar hij
woont op Nederlandse grond. Z\)n naas
te Hollandse buurman zit 1 km. verder.
Maar zgn wieg heeft op dit plekje grond
gestaan en dat wü hg by zyn leven
niet verlaten. Nog niet voor een korte
vakantie, want hoe moet het dan met de
duiven. H\j speelt nog doodgewoon het
trucloze nestspel maar werd toch kam
pioen van de 100 leden tellende vereni-,
ging „De Luchtbede" te Wouw.
Ouddorp kwam behoorlijk aan zijn
trekken, vooral Comb. Kievit heeft met
zeven prijzen waarschijnlijk de goede
vorm te pakken. Te Herkingen spelen
J. den Boer, C. Logmans en C. Vrees
wijk de eerste drie. Mocht het weer de
komende weken zo blijven dan zal de
zifting aan het eind van het seizoen
geen probleem zijn en zullen de mislukte
beginvluchten snel zijn vergeten.
■k k
In eerdere publikatie's bent u op de
hoogte gebracht van de aktie, die door
de welzijnszorgkommissie van de Stich
ting Hervormd Diakonale Gezondheids
zorg op touw is gezet. Het uiteindelijke
doel van deze aktie is: aanschaf van een
rolstoelbus. Vervoer is namelqk zeer
belangrijk voor de bewoners, daar zij
veelal gebonden zijn aan een en dezelfde
plaats. Onder het motto „Helpt door ge
ven" een bus is ons streven, is dan ook
de aktie op 3 mei van start gegaan en
duurt deze maand nog voort.
HELPEN:
Helpen en geven zijn zeer gelukkige
bezigheden en van geven is nog nooit
iemand armer geworden, alleen maar
rijker. Niet rijk in materialistische be
tekenis, maar wel in innerüjke beteke
nis. Door uw hulp maakt u anderen blij
en gelukkig, terwijl u ditzelfde even
eens ten deel valt! Gelukkig geven is
dankbaar helpen! Door uw hulp is het
mogelijk, dat zij die beperkt zijn in hun
bewegingsvrijheid, toch verder komen
dan de hun afgemeten ruimte.
Als er een rolstoelbus zou zijn, zouden
de bewoners die beperkingen in hun
bewegingen, in him gaan én staan, niet
als zo heel erg ervaren. Zij kunnen dan
eens een keer meer naar huis en eens
een keer meer een rit maken door Gods
schone schepping. Zij kunnen dan eens
dwalen door de akkers en het gewas
zien groeien en ook hierin Gods hand
zien. Hij Die dit aUes laat groeien en
bloeien. Zij kunnen eens zeewaarts gaan
en al mijmerend daar hun tijd door
brengen en genieten van de eindeloze
golfslag. Staande aan het stille strand
met een blauwe hemel aan de horizon.
Hieraan kunt u helpen. U kunt op eigen
gelegenheid gaan, per fiets, biis of eigen
auto. Zij moeten geholpen worden aan
een bus. Een een Flakkeeër zou geen
Flakkeeër zijn als hij niet hielp.
Binnen de Stichting H.D.G. wordt er
alles aan gedaan om het de bewoner
naar de zin te maken Gestreefd wordt
om het zo leefbaar mogelijk te maken.
Velen hebben b.v. een verkeerde indruk
van een verpleeghuis en meestentijds
ten onrechte.
Veel van de bewoners kunnen na kor
tere of langere verpleging en revalidatie
weer gezond naar huis. In die tijd dat ze
verpleegd worden moet het voor hen zo
aangenaam mogelijk vertoeven zijn.
Er eens uit kunnen naar iets anders
is ook een zekere vorm van een betere
leefbaarheid tijdens het verblijf in het
verpleeghuis. Door vervoer worden de
behandelingsmogelijkheden groter, daar
bepaalde aktiviteiten zoals zwemmen,
wandelen in bosrijke omgeving etc. etc.
niet in Sommelsdijk kunnen.
Vervoer speelt een belangrijke rol
voor leefbaarheid tijdens de verpleeg
huisperiode.
U kunt ons helpen om het voor de
verpleegden leefbaarder te maken. Door
te helpen, dat de rolstoelbus er komt. U
bewoont waarschijnlijk een huis met
veel comfort en de leefbaarheid zijn
hoogste vorm bereikt. U bent gezond en
kunt gaan en staan waar u wilt.
Zij zijn afhankelijk van uw gift. Het
bezit vaii een rolstoelbus zou hun leef
baarheid, die erg beknot is, kunnen ver
ruimen. U helpt toch en uw gift stort u
toch op BANKREKENINGNUMMER
3420 02.678, van de RABOBANK TE
MIDDELHARNIS, gironummer van de
bank is 346124, t.g.v. „HELPT DOOR
GEVEN" EEN BUS IS ONS STREVEN.
EEN FLAKKEEËR ZOU GEEN FLAK
KEEËR ZIJN ALS HIJ NIET HIELP.
Bij machinefabriek Padmos b.v. te
Stellendam-Bruinisse kwam gereed de
grondige verbouwing van de Viskotter
TH 10, de vroegere OD 4, thans eigendom
van de heer P. Baay te Tholen.
De modernisering van dit schip kwam
in ongeveer 8 weken gereed en hierbij
behoorde ook het plaatsen van nieuwe
hoofdmotor een Stork-Werkspoor Die
sel van 800 pk met 750 omw. m. in het
10 jaar oude schip, dat 27 meter lang,
7 meter breed en 2.85 m. hol is.
Nieuwe electronische apparatuur,
waaronder een kleuren echolood en een
Sonar, geleverd door de INA in Rotter
dam werden in het stuurhuis aange
bracht, terwijl het schip werd voorzien
van een boegschroef fabrikaat Padmos,
aangedreven door de DAF hulpmotor.
De firma C. Bal te Bruinisse betim
merde het visruim, isoleerde het met
polyester en voerde nog ander timmer
werk uit, aan de modernisering van het
schip werkten ook mee de firma West
hoeve uit Ouddorp en Bakker in Slie-
drecht, door diverse werkzaamheden of
leveringen.
Historisch verhaal uit het jaar 1572.
door
JAAP DE KORTE
Den Hertog's Uitgever^ Utrecht.
15
„Ik vroeg je waar je die man zag!"
„Op de weg die naar Vianen leidt",
antwoordt de knaap.
„Dan kun je nu gaan!" kommandeert
de kapitein. „Kom over twee dagen
maar eens terug. Als je inlichtingen van
waarde zijn zal een flinke beloning je
niet ontgaan".
„D...dank u wel, mijnheer de kapi
tein", stottert de verrader en verdwijnt
even sluw als hij gekomen is. Nauw'lijks
is hij vertrokken of de kapitein wrijft
zich vergenoegd in de handen. -
„Dat moet die vermaledijde hagepre-
diker zijn", mompelt hij. „Nu kan ik toch
weer iets goed maken bij het hoofd
kwartier".
Hij staat op en roept de hopman.
„Verzamel direkt twintig van de beste
ruiters en laat de paarden zadelen! Die
hageprediker die gister ontkomen is,
werd vanmorgen gesignaleerd. Hij is
verdwenen in de richting van Vianen.
Maak voort hopman! Er is haast bij. Ik
rij zelf mee".
Nog geen tien minuten daarna geven
een twintigtal ruiters hun paarden de
sporen en verdwijnen, met de kapitein
aan het hoofd, in de richting van Vianen.
Nauw'lijks twee en een half uur daarna
keert de troep zegevierend weer, met
Foppesz. in hun midden. Zwaar geboeid
wordt hij in een der cellen gesmeten.
Een zwaar bewapende schildwacht
neemt plaats voor de celdeur. De kapi
tein neemt nu geen enkel risiko meer!
De verrader heeft zijn werk goed ge
daan...
Nauw'lijks is de Judas buiten het be
reik van de kapitein of hij lacht vals èn
wrijft zich in de handen van louter ple
zier. „Zo, daar zitten dan toch zeker
enige gouden dukaten voor mij aan",
mompelt hij zichtbaar tevreden. „Over
twee dagen moet ik weerkomen. Het is
te hopen dat die verwenste ketter wordt
gepakt. Hoe meer, hoe liever. Als het
gelukt heb ik flink wat geld verdiend.
Wacht! Ik zal naar de pastoor gaan.
Hem wil ik het vertellen. Misschien
prijst hij me nog wel om de goeie da
den die ik verricht voor onze kerk".
Hij versnelt zijn pas en spoedt zich
naar de pastorie.
„Nu die jager nog uit het bos", gaat
hij zijn alleenspraak verder. „Die kerel
vertrouw ik ook niet. Het is vast een
ketter. Zijn vader was het ook. Ik zie
hem ook nooit in de kerk. Dat is toch
opmerkelijk! Enfin, eerst maar eens af
wachten of de kapitein met zijn mannen
die prediker weet te vangen. Dat is an
ders een slimme kerel! Hij wist aan een
hele troep soldaten te ontkomen. Ik ge
loof zeker dat de duivel die kerel bij
staat. Het kan bijna niet anders. Hij
werd uit het water gehaald door iemand
die daar toevallig in de burrt was. Wie
zou dat geweest zijn? Of zou...ja, na
tuurlijk! Dat is die jager geweest! Wie
komt daar anders in zo'n woestenij Im
mers niemand! Ja, dat moet die jager
geweest zijn, het kan niet anders!" Het
staat nu voor de verrader wel vast dat
Geert de hageprediker gered heeft en
hij besluit zijn vermoeden aan de pas
toor te vertellen. Intussen is de verra
der de pastorie genaderd en hier eindigt
hij zijn alleenspraak.
„Als de pastoor nu maar thuis -is",
mompelt hij 'teirwijl hij de klopper luid
ruchtig op de deur laat vallen. Het
duurt enige tijd voordat de oude huis
houdster van de Eerwaarde zich laat
zien.
„Wie is daar al zo vroeg op de mor
gen?" vraag zij brommend.
„Ik ben het, Pieter Barendsz. Is mijn
heer de pastoor thuis? Ik moet hem
dringend spreken!"
De vrouw reageert mopperend. Toch
wordt de deur geopend en Pieter wordt
binnengelaten.
„Wacht hier maar even", zegt de
huishoudster, „ik zal de pastoor roe
pen". Sloffend loopt ze door de lange
gang. Pieter hoeft niet lang te wachten.
Al spoedig verschijnt de pastoor.
„Hallo, Pieter!" begroet hij de knaap,
„wat voert je al zo vroeg op de morgen
hierheen? Toch geen narigheid zeker?"
„O, neen Eerwaarde", antwoordt Pie
ter, „maar ik wilde u even spreken.
Komt 't u gelegen?"
„Gerust hoor, kom maar mee naar
mijn kamer. Daar kunnen we rustig
praten". Weldra zitten ze beiden op hun
gemak in de grote armstoelen die in de
studeerkamer van de pastoor staan.
„Vertel me nu maar eens wat voor
nieuws je hebt jongen", nodigt de pas
toor vriendelijk. „Me dimkt, het zal wel
belangrijk zijn".
„Dat zou ik denken. Eerwaarde", is
het bescheid van Pieter. „U bent natuur
lijk wel op de hoogte van het gebeurde
van gister, ik bedoel de ontvluchting
van de ketterse predikant die door een
troep Spanjaarden uit Bergen werd
vervolgd". De pastoor knikt instemmend.
„Ik weet het, maar ga verder mijn
zoon".
„Toen ik vanmorgen naar het land
ging om daar mijn werk te doen, ont
moette ik een man die veel overeen
komst vertoonde met die ontvluchte ha
geprediker. Hij had nogal veel haast en
spoedde zich voort in de richting van
Vianen. Ik weet bijna zeker dat het de
gezochte ketter was. Ik spoedde mij naar
Bergen om mijn ontdekking aan kapi
tein de Tolento mee te delen. Deze zou
dadelijk zijn maatregelen treffen..."
Een ogenblik blijft het stil in het ver
trek. Dan begint de pastoor de ellendige
verrader te prijzen om zijn laaghartig
verraderswerk.
„Ge hebt buitengewoon goed werk
verricht voor de Heilige Moederkerk,
Pieter", prijst hij. „Een flinke beloning
zal je dan ook niet ontgaan. De ketters
worden steeds brutaler. Het zijn mensen
die in verbinding staan met de duivel!
Van onze Heilige Moederkerk willen ze
niets weten en ze drijven hun eigen zin
en wü zolang door, totdat ze gegrepen
worden en verbrand, onthoofd of opge
hangen. Deze ketters zijn er tegenwoor
dig veel te vinden en ze zijn gevaarlijk,
want ze trachten ook anderen van de
kerk af te trekken. En daarom mijn
zoon, ge kunt nooit beter werk voor de
kerk doen dan hen aan te brengen! Je
bewijst de kerk daarmee grote diensten
en wat betreft jou zelf Pieter, mijn be
loning aan jou zal niet gering zijn. Ik
hoop dat die aartsketter gevangen
wordt, want hij heeft al heel wat kwaad
gesticht".
„Ik zal mijn best doen om nog meer
ketters te ontdekken Eerwaarde", lijmt
Pieter die niet weinig trots is op de lof-
zegging van de pastoor.
Deze is inmiddels opgestaan en loopt
met driftige passen het vertrek op en
neer.
„Heb je soms nog anderen op het oog
Pieter?" vraagt hij.
„Ik weet het niet pastoor, maar ik
zou zeggen, die jager uit het bos, zou die
wel te vertrouwen zijn? Die predikant
werd geholpen op zijn vlucht door
iemand die in de buurt van de vijver
rondzwalkte. Wie zou dat anders ge
weest zijn dan die Geert Lammers?!"
De pastoor kijkt verrast op. „Die Pie
ter is toch een slimme kerel", denkt hij.
Juist wil hij antwoorden, als de klopper
luidruchtig op de deur valt. „Wie kan
dat zijn, al zo vroeg?" mompelt de pas
toor.
Even later verschijnt de huishoudster.
„Er is hier iemand die u dringend moet
spreken Eerwaarde", bericht zij.
„Wacht een ogenblik Pieter, ik ben zo
terug", verontschuldigt de pastoor zich.
Hij verlaat het vertrek en laat Pieter al
leen achter. Het duurt geruime tijd
voordat hij terugkeert in zijn kamer.
Zijn gelaat is rood van verontwaardi
ging-
„Je vermoeden is wel juist Pieter",
zegt hij. „De man die de aartsketter
hielp ontvluchten is niemand anders
dan die Geert Lammers. Hij werd gis
termiddag reeds gevangen genomen en
naar Bergen gevoerd. Maar de satan
staat die lui bij! Hij is nu al weer op
vrije voeten! 's Is om uit je vel te sprin
gen!"
wordt vervolgd