EIIAI1DEI1 - niEUWS
Vervolg alg. beschouwingen
raad Middelharnis
De Fransche
koopmanszoon
2e blad Dinsdag 11 december 1979 No. 4850
VERVOLGVKRHAAL
door God in deze wereld zijn geplaatst
met als opdracht te bouwen en te be
waren," aldus dhr. Krijgsman, in dezen
ook vooruitziend op het welzijnsplan
dat opgesteld zal worden.
Zwembad
De vragen m.b.t. het zwembad en an
dere werden door weth. Jacobs beant
woord. Nogmaals stelde dhr. Jacobs
vast, vast te willen houden aan de ge
kozen plaats op het concordiaveld. An
ders dan de door dhr. Koppelaar verko
zen plaats in het plan Staverseweg.
Dhr. Jacobs bevestigde n.a.v. sommi-
ger zorg over de nadelige exploitatie
saldo dat de overschotten inderdaad niet
bijster hoog zijn, „maar," zo zei dhr.
Jacobs, „het is temeer een uitdaging om
dan toch die financiële ruimte aan te
wijzen en dat zal ons gelukken!"
Dhr. Jacobs volhardde in zijn over
tuiging dat vorige Colleges te weinig
met het nieuwe zwembad bezig zijn ge
weest en dat veel meer als een zwambad
dan als een noodzakelijk zwembad heb
ben bestempeld.
De inrichting van de buitenhaven
heeft op de prioriteitenlijst een 6e plaats
gekregen.
Dhr. Jacobs argumenteerde dat met
de mededeling dat het waarschijnlijk
nog enkele jaren zal duren vooral eer
de gemeente de beschikking over de
haven krijgt omdat eerst de Wet van
Overdracht de Kamer zal moeten zijn
gepasseerd.
M.b.t. het vervoer van gevaarlijke
stoffen erkende dhr. Jacobs dat dat al
lang een gevaarlijke zaak is waarin het
College overigens geen oplossing aan
kan dragen. De aanleg van de Staverse
weg zal wat Middelharnis betreft de
oplossing kunnen bieden.
Een parkeerplaats voor vrachtwagens
en bussen zoekt het College vooralsnog
op het industrieterrein. Overigens maakt
de dienst Gemeente Werken een inven
tarisatie van terreinen die als tijdelijke
parkeerplaats in aanmerking komen
zonder dat de omgeving daarvan hin
der ondervindt. Wanneer die plaatsen
aan de chauffeursvereniging worden
bekend gemaakt zal het bestuur van
deze ver. haar leden adviseren daarvan
gebruik te maken.
„Verheugd" verklaarde dhr. Jacobs
zich over de verklaring van dhr. Arens-
man m.b.t. de Prov. herindeling zijr
aanvankelijke keuze voor Rijnmond te
vertalen en nu voor Zeeland te kiezen
„Waarschijnlijk is nu zelfs de meerder
heid van de raad van Middelharnis voor
Zeeland" veronderstelde dhr. Jacobs.
Na de beantwoording door het Colle
ge was andermaal het woord aan de
raad.
Dhr. Kersbergen maakte van die ge
legenheid al direct gebruik door enkele
voorstellen tn te dienen. Dat gold het
voorstel 300.000,van de saldi reser
ve van 1978 toe te kennen aan de reser
ve voor het zwembad.
Ook verklaarde dhr. Kersbergen voor
te zullen stellen de voorziening voor
Gem. Werken naar een hoger plan te
stuwen.
Ook wenste dhr. Kersbergen dat de
raad zich, na de ommezwaai van dhr.
Arensman, opnieuwover de Prov. her
indeling uit zou spreken. Dhr. Arens
man bleek daarvoor te passen. Nader
verduidelijkte hij zijn definitieve stand
punt van de al of niet vaststelling van
het HaringvUetplan te laten afhangen.
Het lijkt dhr. Arensman toe dat Goeree
Overflakkee daarin meer als recreatie
dan als werkgebied wordt afgete
kend.
Dhr. Koppelaar verklaarde wat „be
droefd" te zijn over de gepleegde be
antwoording waarin hij met name bij
weth. Kievit elke verve miste. Ander
maal benadrukte dhr. Koppelaar ook
elke visie te missen, met name m.b.t. de
investeringsnota voor de opstelling
waarvan hij weinig waardering ten
toonstelde temeer omdat het aanwijzen
van dekkingsmiddeUen ontbreekt. „Het
staat wel stoer als weth. Jacobs het
over een viitdaging heeft maar die zal
nog altijd waargemaakt moeten wor
den."
Weinig enthousiast was dhr. Koppe
laar over de verschijning van (weer) een
nota, nu over de scholenbouw.
„Er komen steeds meer nota's zonder
dat het tot daden kan komen," stelde
dhr. Koppelaar vast. Vooralsnog ver
klaarde hij dat de SGP fractie zeker
niet staat te trappelen in te stemmen
met de veronderstelling dat in Stad de
bijz. en de openbare school onder één
dak zouden kunnen worden gebouwd.
Het was duidelijk dat dhr. Koppelaar
niet wilde horen van enig verwijt je
gens vorige Colleges dat ze getreuzeld
zouden hebben m.b.t. de bouw van een
nieuw zwembad. Eerst moesten de ge
volgen van de gemeentelijke herinde
ling worden overwonnen waarna pas in
de zeventiger jaren een oriëntatie op
nieuwe taken en voorzieningen plaats
kon vinderL"
Dhr de Vries verklaarde, na aanvan
kelijk uitvoerig op de beantwoording
van het College te zijn ingegaan zijn
twee voorstellen in stand te houden, t.w.
het nalaten rookwaren aan te bieden
tijdens de raadsvergadering en niet eer
der te roken dan een uur na aanvang
van de vergadering.
Desgevraagd verklaarde dhr. de Vries
dat het ook nadat uur nog ongewenst
moet worden geacht. Het zou van de
wei-roker een stukje wellevendheid zijn
t.o.v. de niet roker, zo dacht dhr. de
Vries.
Zeer breedvoerig voer de discussie
voort zonder dat daar overigens nieuwe
gezichtspunten uit tevoorschijn kwa
men. Tenslotte zag de voorz. zich nog
als taak gesteld de voorstellen in
stemming te brengen. Misschien toch
nog interssant het antwoord te verha
len dat dhr. Kievit gaf op de opmerking
van dhr. Hoogzand toen die duidelijk
maakte dhr. Kievit niet te geloven waar
die beweerde niets van de burgemees
tersbenoeming te weten.
„Ik weet niets officieels," herhaalde
hij; wel erkende dhr. Kievit wat infor
matie te hebben van, wat hij noemde
„een goede kennis," wat hem niet die
vrijheid gaf die informatie door te ge
ven.
De brede smile op het gezicht van de
PvdA'er Tiggelman en diens knipoog
naar de publieke tribune waar zich en
kele partijgenoten bevonden verrieden
dat in PvdA kring wel een veronder
stelling circuleert die tendeert in de
richting van een PvdA burgemeester.
Op de publieke tribune was het deze
avond rustig, anders dan op voorgaan
de avonden. Meerdere raadsleden klaag
den dan ook over de herrie die daar
soms gemaakt wordt en die als zeer sto
rend ervaren wordt. „De grootste boos
doener is afwezig, het is een partijge
noot van U," maakte dhr. Joppe de
voorzitter duidelijk.
„Steekt U de vinger maar op als hij
het weer doet," nodigde de voorz.; maar
dhr. Joppe had een andere suggestie:
„Ik wil hem zeU wel buiten zetten," stel
de hij voor, welke opmerking enig ge
mompel op de tribune tot gevolg had.
De voorstellen
Het eerste voorstel dat in stemming
werd gebracht was dat van dhr. Koppe
laar desuggestie voor de bouw van een
nieuwe acommodatie voor Gemeente
werken van nr. 5 naar nr. 2 op de prio
riteitenlijst te brengen. Het voorstel
strandde met 10-5 stemmen.
Het voorstel van dhr. Kersbergen deze
voorziening van nr. 5 naar nr. 3 te bren
gen had meer succes; dat verkreeg zeUs
13 van de 15 stemmen.
Het voorstel van dhr. Kersbergen om
van de saldi reserve van 1978 een be
drag van 3 ton naar de zwembadreserve
te brengen kreeg een ruime meerder
heid, 11 van de 15 stemmen.
Ook dhr. de Vries deed zijn voorstel
len gestand; geen rookwaren aan te bie
den tijdens de raadsvergaderingen en
het roken pas toe te staan een uur na
het begin van de vergadering. Het
haalde het met 8-7 stemmen; „dank
zij hun voorzitter," stelde dhr. Kievit
vast. Ook hij had voorgestemd.
Het voorstel van dhr. Tiggelman het
Landbouwschap te verzoeken haar be
zwaar tegen het best. plan Stad aan
't Haringvliet in te trekken kreeg 13
stemmen mee.
Geen steun was er voor het voorstel
van dhr. Hoogzand vuil en zwaar werk
extra te belonen.
Zo verging het ook het voorstel met
het comité Delta Flora te onderhande
len over een terugkeer van de jaarlijk
se tentoonstelling naar Middelharnis,
nadat de voorz. de bereidheid kenbaar
had gemaakt met het comité te zullen
overleggen. Ook het voorstel van dhr.
Hoogzand met de gemeenteOostflakkee,
het Waterschapsbestuur en het Prov. be
stuur de mogelijkheid van de aanleg
van een fietspad Middelharnis - Den
Bommel te onderzoeken kwam niet meer
in stemming. Ieder bleek van de wen
selijkheid van dat overleg overtuigd.
De hoofdstuksgewijze behandeling
het was toen inmiddels half twaalf ge
worden leverde geen problemen meer
op. Toch werd nog een keer gestemd,
nu, op initiatief van dhr. Koppelaar,
over het al of niet handhaven van de
begrotingspost ,regeling complementai
re arbeidsvoorziening beeldende kuns
tenaars" 33.500,van welke rege
ling de Middelhamisser tekenaar Ernst
Blok gebruik maakt. Een „oneigenlijk
gebruik," zo werd verondersteld. Ook
btj een vorige gelegenheid werd hier
een stevige discussie over opgezet. Nu
haalde het voorstel van dhr. Koppelaar
de post te schrappen het evenmin; het
voorstel werd met 9-5 verworpen.
Kort tegen middernacht kon de be
groting ongewijzigd worden vastgesteld.
De raad was toen uitgeblust en doorge
rookt; de publieke tribune was verlaten.
De slag was gestreden, 't Was duidelijk
dat het veel meer om het spel dan om
I de knikkers was gegaan.
Kwalijk vond dhr. Koppelaar het ook
dat „een bepaald persoon uit een be-
paalüe politieke partij op Flakkee" (ge
doeld werd op PvdA-Siaienüd Wolf uii
Goedereede) het tot zijn plicht achi,
raadscoJleges te kapitteien, en bij Gb
vragen stelt over die raadsbesluiten die
niet stroKen met zijn zienswijze. „Hei
gaat o.i. alle perken te buiten en dan
juist van een lid van een politieke par
tij welke de democratie zo hoog in hei
vaandel heeft staan" zo verbaasde zich
dhr. Koppelaar zijn beschouwing at-
rondend met een ernstig vermaan tol
erkenning van de goddelijke Gezagdra
ger omdat de chaos ontstaat wanneer
men niet meer naar Zijn wetten leven
wil. Spr. betreurde het dat dat ook in
Middelharnis meer en meer verlaten
wordt waarbij spr, dacht aan het toe
nemen van o.m. de lunaparken. Spr.
wees college en raad op de gekregen
opdracht de aarde te bebouwen, tot
Gods eer en tot welzijn van de naaste
en de beloning die hen wacht die naar
Zijn wetten leven.
Geiyke kansen voor ieder kind
In zijn beschouwing vergastte dhr. de
Vries (Vooruitstrevend Dorpsbelang) col
lege en raad op wat hij zich als de cen
trale gedachte voor het komende jaar
voorstelt: het verbeteren en herstellen
van een goed woon- en leetmüieu mede
gelet op de eisen van economie en be
houd- en bevordering van de werkge
legenheid. Ook pleitte spr. met fraaie
zinnen voor een verdere democratise
ring van het bestuur en het waken te
gen onaangename ervaringen tussen
gem. bestuur en burgerij. Niet al te ent
housiast was dhr. de Vries over de toe
stand van de gemeente financieen, in
tegendeel, hij vond het gewenst op basis
van te nemen beslissingen als een nieuw
Diekhuus, de bouw van een zwembad en
van een bibliotheek zowel als een voor
ziening voor Gem. werken een dekkings-
plan op middellange termijn vast te
stellen waaruit zou blijken of er dek-
kingsmiddelen zijn of hoe die tijdig
kunnen worden gecreëerd. Na het noe
men van een aantal mogelijkheden om
de gemeentelijke inkomsten te verho
gen versoepelde dhr. de Vries zijn wat
sombere kijk op de financiën enigerma
te wijzend ook op de 2,1 miljoen die nog
van het Rijk ontvangen zal worden voor
de buitenhaven van Middelharnis, maar
toch meende hij dat aan een vorm van
belastingverhoging of verhoging van
retributies niet te ontkomen zal zijn.
Zoals het er nu voorstaat zou dhr. de
Vries niet durven te beginnen aan o.a.
de bouw van het zwembad. Bij ziJn pleit
voor de opstelling van een dekkingsplan
zei hij„wat heb je aan een prioriteiten
plan met 13 miljoen aan investeringen
en je hebt geen geld!" Overigens had
dhr. de Vries zijn eigen mening over de
volgorde van prioriteiten.
Komend tot de paragraaf Onderwijs
constateerde dhr de Vries dat de be
voegde gezagen de terugloop van het
leerlingental als een soort natuurramp
ervaren, „Maar," zei hij, „het is een be
wuste keuze van de bevolking". „Het
is belangrijk hoe wij als raad op die be
wuste keuze reageren, niet door er min
der geld aan te spanderen, maar nu er
minder kinderen zijn hun onderwijs
kundige verzorging te verbeteren," zo
geloofde dhr. de Vries. Verder bordu
rend op het onderwijs veronderstelde
dhr. de Vries dat het mogeUjk zou zijn
op Goeree-Overflakkee een LOM-
school te starten terwille van de kinde
ren die dat onderwijs behoeven en nu,
omdat ze schoolgaan in Oud-Beijerland
in een dubbele uitzonderingspositie
verkeren: LOM en pendel. Voorts
pleitte dhr. de Vries voor gelijke kan
sen voor ieder kind, uit het recente
CBS-verslag lezend dat het advies van
de hoofden van scholen dikwijls door
werkt in de werkelijke schoolkeuze.
Aandacht vroeg dhr. de Vries voorts
HERKINGEN
Ophalen oud papier: Morgen (woens
dag) avond D.V. wordt het oud papier
t.b.v. de Pr. Johan Frisoschool weer op
gehaald.
U wordt verzocht het papier goed ge
bundeld aan de straat te zetten. Men
hoopt te starten om 6 uur vanaf de
school.
door Joh's Staal
„Dat kun je natuurlijk niet zo streng
nemen, als je daar bent. Die mensen,
van wie je veel leren moet, zijn meest
allemaal geuzen, dus je moet je maar
een beetje stü houden. Als je maar
zorgt, dat je je niet laat overhalen tot
hun godsdienst."
„Overhalen? Mij? 'k Was nog liever
dood, dan dat ik een ketter was."
„Nou, daarom durf ik jou net naar
Holland sturen, omdat ik wel weet, dat
je een goed Katholiek bent. Maar je
begijpt wel, dat je je ginder maar een
beetje rustig houden moet. Je moet den
ken: Ik wil Hollands en de handel le
ren. Je tracht van de geuzen te leren,
wat je kunt en hun godsdienst, daar
bemoei je je maar niet mee."
„Maar als je dan naar de kerk moet?"
„Wel, dan ga je naar de Katholieke
Kerk, dat kun je in Holland wel. Maar
durf je wel alleen in een vreemd land?
voor het welzijnsbeleid, de bibliotheek
en de muziekschool en maakte hij de
behoefte duideUjk aan een subsidie
voorwaarden-regeling aan de hand
waarvan verenigingen en instellingen
kunnen worden gesubsidieerd. Bij hei.
hoofdstuk Volksgezondheid wees dhr.
de Vries op de schadeUjkheid van hei
roken waaruit zijn voorstel voortkwam
het roken tijdens de raadsvergaderingen
zeer te beperken. Na een kijk op Volks
huisvesting en Ruimtelijke Ordening
besloot dhr. de Vries met een pleit vooi
het treffen van parkeermaatregelen
voor zwaar vervoer. Hij dacht daarbij
aan het Havenhoofd omdat met het ge
schikt maken daarvan geen grote be
dragen zijn gemoeid.
Toch maar Zeeland?
In de CDA beschouwing had dhr. T.
Arensman een totale verrassing inge
bouwd.
Had hij toen het ging over de Pro
vinciale herindeling zijn keuze op
Rijnmond laten vaUen, nu tapte dhr.
Arensman tot veler verbazing uit een
ander vaatje. Aanleiding daartoe was
het nieuwe Haringvlietplan waarin het
accent meer wordt gelegd op natuur
dan op recreatie. Die lijn doortrekkend
meende dhr. Arensman dat het Prov.
bestuur weinig ernst zal maken met be
vordering van de werkgelegenheid op
Goeree-Overflakkee, reden waarom
dhr. Arensman dan toch maar liever biJ
Zeeland hoorde
Overigens zou dhr. Arensman later
verklaren zijn stem alsnog van de uit
komst van de plannen af te laten han
gen, hoewel vanuit de raad werd ge
meend dat er in dit stadium van voor
bereiding van de Prov herindeling zeker
niet meer naar de gemeentebesturen ge
luisterd zou worden. Terugkomend op
de waarschijnUjke toekomst van Goe
ree-Overflakkee o.a. een gematigde
woningbouw verklaarde dhr. Arens
man het te betreuren dat zij die komend
van elders graag in de flakkeese ge
meenschap zouden willen vertoeven
daardoor tegen worden gehouden. Spr.
maakte duidelijk niets te hebben tegen
de recreatieoefening van mensen die de
steden ontvluchten, wel maakte hij
duidelijk het te betreuren dat dat veel
al op de dag des Heeren gebeurt waar
door die dan tot een ontspanningsma
nifestatie wordt gedegradeerd.
Sprekend over het welzijn, met name
ook het specifieke welzijn wees dhr.
Arensman op de wenselijkheid dat
ieder werk heeft wat de mens een ge
voel van eigen waarde geeft en waar
door hij kan voldoen aan de opdracht
te bouwen en te bewaren. Spr. vertaal
de dat in de oproep als gemeente werk
gelegenheid te creëren door industrieën
aan te trekken voor de vestiging waar
van grond aanwezig is.
Overigens moest dhr. Arensman met
spijt vaststellen dat er in onze maat
schappij met zijn hoge welvaartsniveau
nogal wat ontbreekt aan het welzijn
van de mens.
Duidelijk is dat de stijging van de
welvaart de mens niet gelukkiger heeft
gemaakt. Spr. zag een taak voor de
Overheid de mens te helpen ziJn rust te
hervinden, waarbij de Overheid zich
door het particulier initiatief, met na
me van kerkelijke zijde gesteund mag
weten. Spr. maande dat niet te door
kruisen maar als Overheid een coördi
nerende rol te spelen om ondoorzichtig
heid in het veld te voorkomen en
machtsblokken te doorbreken. Spr. be
ëindigde zijn beschouwing met een blik
op tal van plaatselijke aangelegenheden
met o.a. een pleit voor een afgebakende
zwemgelegenheid bij Stad waarna hij
die afrondde met de wens dat het Col
lege en de raad bij het besturen van de
gemeente Middeüiamis Gods hulp zul
len mogen ervaren.
Advies van WD:
grond verkopen.
Het was dhr. F. Kersbergen die na
mens de V.V.D.-fractie een beschou
wing ten beste gaf, de kortste van alle
eerder gehoorde. Sprekend over de op
handen zijnde grote investeringen leek
het dhr. Kersbergen een goede zaak dat
de gemeente wat meer financiële arm
slag zou krijgen, die zijns inziens be
reikt zou kunnen worden door de ver
koop van de 127 ha land die de gemeen
te bezit. Dhr. Kersbergen zou de pach-
tersdaarvan zeker niet tot aankoop
In 't eerst zul je de mensen niet ver
staan en dat is lastig."
„Ja, maar ik vind het wel leuk. En
mag ik dan al gauw. Vader?"
„Ik moet er eerst nog even over
schrijven, want je moet daar een kost
huis hebben en je moet natuurlijk be
ginnen met naar school te gaan, anders
komt het Hollands er niet goed in."
„Wat lijkt dat gek, zo bij Hollandse
jongens. Zouden die net spelen als de
Franse?"
„Dat zal wel meevallen. Maar als jtj
maar zo lang van je moeder af kunt."
„'k Zal wel naar Moeder verlangen
maar dan schrijf ik een brief. Hè, en
als ik dan terugkommen Hollands kan
spreken!"
„Ja, dan neem ik mijn hoed voor je
af en dan zek ik: dag meneer Hanapier!"
Eindelijk kwam het verbeide ant
woord uit Rotterdam. De vriend schreef
dat hij met genoegen zorgen zou, dat de
jongen op een goede school kwam. Hij
vond het evenwel beter met het oog op
z'n jeugd en omdat hij nog helemaal
geen Hollands kende, hem niet in de
drukke stad op school te doen. Hij wist
een goede school op een flink dorp, op
Bodegraven. Daar was de jongen in een
rustige omgeving en later, als hij de taal
wat machtig was, kon hij dan te Rot
terdam op een handelskantoor geplaatst
worden.
Tot zover liep alles heel mooi, maar
willen dwingen, maar hij becijferde dat
de grond zeker goed is voor een op
brengst van 2,5 miljoen terwijl nu, bii
verpachting, het rendement minder dan
l»/o per jaar bedraagt. Dhr. Kersbergen
vreesde toch dat de gevolgen van het
Bestek 81 voor de gemeenten voelbaar
zullen worden.
Het opzetten van een prioriteiten
schema vond hij dan ook een goede
zaak, al had hij ziJn bedenkingen over
de daarop voorkomende volgorde waar
om hij voorstelde enkele wijzigingen
aan te brengen. Op voorstel van dhr.
Kersbergen werd het gebouw voor G«m.
werken van de 5e naar de 3e plaats ge
bracht, temeer omdat de huidige ruimte
van Gemeentewerken straks nodig zaï
zijn voor uitbreiding van het secretarie
personeel.
M.b.t. evt. noodzakelijke belasting
verhogingen verklaarde dhr. Kersbergeii
daarmee a,ccoord te kunnen gaan mus
die worden besteed aan meer voorzie
ningen voor de burgerij en niet, zoals
eerder gebeurde om de saldi-reserve te
spekken. Overigens wüde dhr. Kers
bergen niet weten van een verhoging
van de onroerend goed belasting.
Voorts liet dhr. Kersbergen zijn ge
dachten gaan over de ruimteüjke orde
ning en de woningbouw en het Welzijn,
wetend dat over dat laatste nogal wai
misverstanden heersen waarom hij een
regelmatige voorlichting noodzakelijk
achtte. „Welzijn betekent niet alleen
subsidie, maar welzijn is een persoon
lijke ervaring die deel uitmaakt van een
onaantastbare levenssfeer van ieder
individu", zo vulde dhr. Kersbergen in.
Tot slot wees hij een aantal verkeers
knelpunten aan die om een oplossing
vragen en kwam hij nog eens terug op
de Provinciale herindeling, andermaal
de keus op Zeeland bepalend omdat de
problemen van Goeree-Overflakkee
paralel lopen met die van de gebieden
in Zeeland en omdat het dirigisme in
Zeeland minder groot is dan in Zuid-
HoUand.
Beantwoording door het CoUege.
Nadat de middagvergadering met het
houden van de beschouwingen was be
sloten werd de vergadering 's avonds
om zeven uur weer heropend waarna
het College zich aan de beantwoording
zette. Allereerst was het de voorz. dhr.
Kievit die daarvan een deel voor zijn
rekening nam:
De investeringsnota van het College
die menig aanval te verduren had gehad
was, zo stelde weth. Kievit nadrukkelijk
vast slechts een eerste proeve „die
jaarlijks een wellicht nog frequenter
aanpassing behoeft." Het is bepaald
geen wet van Meden en Perzen stelde
dhr. Kievit vast.
M.b.t. de huisvesting van Gemeente
werken verklaarde dhr. Kievit dat de
plaatsing op de 5e plaats op de priori
teitenlijst een gevolg is van een uit
spraak van de Commissie Openbare
Werken. Overigens heeft het College
er geen enkel bezwaar tegen de wen
selijkheid enkele plaatsen hoger te no
teren. Door het College wordt de nood
zakelijkheid van een spoedige verbete
ring geheel onderkend.
Een doelgerichte verhoging van be
lastingen, zoals door dhr. Kersbergen
voorgestaan wanneer het werkelijk no
dig zou zijn, zou ook de instemming
van het College hebben. Dan valt te
denken aan een riool restibutie maar
dhr. Kievit kon verzekeren dat daar
momenteel nog geen plannen toe be
staan.
Evenmin voelt het College voor de
invoering van precariorechten of een
toeristenbelasting, op de mogelijkheid
waarvan dhr. de Vries had geatten
deerd.
Voorzover thans te voorzien zullen de
belastingen nog niet tot een maximum
worden opgeschroefd; aldus dhr. Kie
vit.
De plaats van de bouw van een ge
meenschapsbibliotheek lijkt tezijn ge
vonden aan het Kerkepad; op 12 dec-
cember zal na lang aandringen een de
putatie van de Prov. Bibliotheekbond
o.m. deze locatie komen beoordelen.
M.b.t. de herbouw van het Diekhuus
kon dhr. Kievit nog weinig concreet
zijn omdat tegen herbouw ter plaatse
meerdere bezwaren rijzen.
De Emgo lijkt niet voornemens de
naastgelegen showroom af te stoten;
wellicht is dat wel het geval met de
daarbij behorende woning.
Over de huisvesting van de scholen
verklaarde dhr. Kievit dat de O.L.
school te Middelharnis en de Chr. lage
re school te Stad beide zijn afgekeurd.
De J. C- van Gentschool te Sommels-
dijk zal straks de groei niet meer kun
nen opvangen, zodat het voor de hand
ligt dat er in Sommelsdijk een tweede
school gebouwd zal dienen te worden.
M.b.t. de schoolvoorziening in Stad
zal worden bezien of de nieuwe bijz.
school op één terrein, mogelijk zelfs
onder één dak met de eveneens nodige
nieuwe openbare school zal kunnen
worden gebouwd.
Binnenkort kaïn de raad een beleids-
op de laatste vraag, n.l. een Hollandse
jongen in Frankrijk te hebben, kon niet
zulk een gunstig antwoord gegeven
worden. De Hollanders waren sedert
de opheffing van het edict van Nantes
bang voor Frankrijk geworden.
Er waren sedert die opheffing nog
maar dertien jaar verlopen en in die
tijd waren vele réfugié's naar Holland
gekomen, die van de afgrijselijke ver
volgingen in Frankrijk vertelden. Op
dit ogenblik was er onder de Protestan
ten afschuw voor Frankrijk. Ze vrees
den, dat hun kind onder die vervolgers
niet veilig zou zijn.
Een en andermaal had hij er van ge
rept; maar het was ten slotte raadzaam
geworden, er maar van te zwijgen, want
men begon hem met zulke schuine ogen
aan te kijken, alsof hij een spion van de
koning van Frankrijk was.
Toen Hanapier die brief gelezen had,
was hij in een geweldige tweestrijd.
Zou htj toch zijn zoon naar Holland zen
den? Niet dan zeer ongaarne zou hij
zijn plan opgeven. Hij had het er nu
eenmaal op gezet, dat z'n zoon naar
Holland zou gaan, maar hij wilde er
toch nog eens over spreken met zijn
vrouw en met Pater Ambrosius.
Het eerste deed hij nog diezelfde dag
en ofschoon het ook mevrouw Hanapier
erg speet, dat geen Hollands kind als
gijzelaar naar Frankrijk zou komen,
toch liet ze zich al spoedig door haar
man overtuigen, dat Jacques in het
nota omtrent de scholenbouw tegemoet
zien.
Of de stichting van een LOM school
op Flakkee mogelijk is, wordt door het
College betwijfeld. Het recruterings-
veld üjkt het College te klein temeer
omdat er twee stromingen ziJn die resp.
bijzonder- en neutraal onderwijs voor
staan.
Het geven van een extra beloning
voor het verrichten van zwaar en vuil
werk, zoals door dhr. Hoogzand bepleit,
lijkt het College ongewenst. Het zou de
verhoudingen verstoren, zo vreest hei.
College dat zich liever houdt aan de
richtlijnen op grond waarvan de belo
ningen worden vastgesteld.
M.b.t. de onbewoonbaar verklaarde
woninkjes aan de Molendijk te Nieuwe
Tonge verklaarde dhr. Kievit dat vooi
dat gebied een saneringsplan wordi
voorbereid. Zolang dat niet is vastge
steld zal er nog weinig met de wonink
jes gebeuren, zo moet worden veron
dersteld.
„Een verwarmende eensgezindheid,'-
constateerde dhr. ICievit n.a.v. de vrij
unanieme wens van de raad der ge
meente in noordelijke richting uit te
breiden. Ook de gedachten van het
College gaan in die richting en dhr.
Kievit zegde toe dat aan die mogelijk
heid binnen niet al te lange tijd een
studie gewijd zal worden.
Had dhr. Koppelaar het aankoopbe
leid van het College gehekeld, dhr.
Kievit verzekerde dat het College juist
daarop zijn best heeft gedaan. M.b.t.
de aanleg van de rest van het fietspad
langs de Rottenburgseweg verklaarde
dhr.Kievit dat B en W een rechtskun
dige opdracht hebben gegeven een ont
eigeningsprocedure op te stellen omdat
het duideUjk geworden is dat er bij een
van de grondeigenaren niet de bereid
heid tot verkoop van de grond bestaat.
Dhr. Kievit bleek niet de vrees van
dhr. Hoogzand te delen dat vele wo
ningzoekenden worden afgeschrikt door
de hoge huren van nieuwe woningen.
Dhr. Kievit ontleende die mening aan
de praktijk die recentelijk leerde dat
de 23 te verdelen woningen in Nieuwe
Tonge vlot konden worden toegewezen.
Niemand van de gegadigden liet het
om de hoogte van de huur afweten.
M.b.t. het verwijt van dhr. Koppelaar
dat iemand bij herhaling uitspraken van
Flakkeese gemeentebesturen aan G.S.
voorlegt, meende dhr. Kievit dat dat
een zaak is van die betreffende burger
waar het College buiten staat.
Het was dhr. Kievit duidelijk dat ge
doeld wordt op het PvdA Statenlid dhr.
Wolf; „er zijn trouwens ook raadsleden
die vragen aan het College stellen," zo
speelde dhr. Kievit terug.
M.b.t. de burgemeestersbenoeming
kwamen van de voorz. geen concrete
mededelingen. „Gevoelsmatig zeg ik dat
de benoeming deze maand zou kunnen
vaUen omdat die vorige 4V2 maand
heeft geduurd." Overigens was het ieder
duidelijk dat dat niet maatgevend is
waarin moest worden berust in de stel
lige verzekering van dhr. Kievit dat hij
officieel van niets weet.
De suggestie van dhr. de Vries het
roken tijdens raadsvergaderingen te be
perken werd door het College waar
in twee niet-rokers sympathiek ont
vangen. Overigens liet dhr. Kievit een
beslissing daarin graag aan de raad.
Nog eens „het Diekhuus"
Een deel van de beantwoording van
de vragen kwam op rekening van weth.
Krijgsman, waarvan het de door hem
beheerde portefeuUles betrof.
Over „het Diekhuus" en de vervang
ing daarvan liet dhr. Krijgsman weten
dat men zich na de brand behelpt met
een aantal lokaliteiten, o.a. een drietal
aan het Kerkepad die eerder werden
gebruikt door de LTS.
„We hopen die lokalen voor een schap
pelijke prijs over te kunnen nemen,"
gaf dhr. Krijgsman te kennen. M.b.t.
herbouw verklaarde dhr. Krijgsman dat
het College denkt aan herbouw ter
plaatse, alhoewel die mogelijkheid nog
moet worden bezien.
Hotel Spee zou dan geheel als vere
nigingsgebouw kunnen worden be
stemd.
„De Sommelsdykse gemeenschap is
dan door de brand uit de brand," voel
de dhr. Krqgsman aan.
„De open school geniet de sympathie
van het College," verzekerde dhr. Krijgs
man, overtuigd van het nut de kennis
te verrijken. „Helaas"... aa moest dhr.
Krijgsman vaststellen, „hebben wtj in
een gemeenschappelijk overleg met de
eilandelijke Colleges van B en W geen
voet aan de grond gekregen." Van een
eilandelijke aanpak zal dan ook voors
hands geen sprake kunnen zijn."
Datzelfde liet dhr. Krijgsman met
spijt gelden voor de oprichting van
een Streekmuziekschool omdat het ook
in dezen aan medewerking van de ove
rige gemeenten ontbreekt.
Dhr. Krijgsman beantwoordde ook de
vragen m.b.t. het welzijnswerk, waar
van hij andermaal benadrukte dat wel
vaart niet een synoniem van welzijn is.
„Waarachtig welzijn is te weten dat wij
minst geen gevaar liep.
Waar zij meer over dacht maar dat
had met Rooms of Protestants niets uit
te staan was, dat Jacques toch ei
genlijk nog maar een kind was en dat
hij zo naar zijn moeder verlangen zou.
Maar als het beter was voor de jongen,
kon zij het ook overgeven.
De volgende avond kwam Pater Am
brosius en al spoedig ging het gesprek
over het vertrek van Jacques.
„Ik heb gistermorgen," zo begon de
heer Hanapier, „antwoord gehad op
mijn schrijven aan mijn vriend in Rot
terdam.
Hl wil wel voor de jongen zorgen en
maken, dat hij op een goede school
komt, maar van een Hollandse jongen
in Frakrijk, daar komt niets van. De
Hollanders hebben door de opheffing
van 't edict van Nantes zo'n afschrik
van Frankrijk gekregen en de réfugié's
vertellen zoveel lelijke dingen van de
Katholieken, dat ze er niet aan denken,
hier één van hun kinderen te sturen."
„Ja, de gevluchte Hugenoten zullen
ons wel niet al te mooi tekenen. Jammer,
dat ze niet inzien, hoe ze door hun afval
van 't ware geloof zelf de oorzaak van
al hun ellende zijn."
„U hebt wel gelijk, Eerwaarde, ik ben
het volkomen met u eens en als 't niet
was voor de handel, dan stuurde ik
Jacques er niet heen."
„Dus denkt u er Jacques toch heen te
sturen?"
„Ja, nu moet hij zo maar gaan, 't spijt
me wel, maar er is niets aan te doen."
„Meneer Hanapier, bedenk u tien
maal voor u het doet. Als ze de jongen
er houden, hebt u er bitter harteleed
van. U zoudt het uzelf nooit vergeven."
„'k Weet het, Eerwaarde, maar het
spreekwoord zegt: „wie waagt, die
wint." De Hollanders zijn goede han-
delslui en het zou me danig spijten, als
ik mijn geliefkoosd plan moest opgeven.
Ik ben besloten, het er op te wagen. Zo
spoedig mogelijk gaat de jongen naar
Holland en u zult eens zien, wat een
flinke kerel hij geworden is, als hij over
een jaar of drie weerkomt."
Het baatte niet, of Pater Ambrosius
nog tegensprak. De heer Hanapier was
vastbesloten zijn zin door te zetten en
alles werd nu in gereedheid gebracht
voor het aanstaand vertrek van de der
tienjarige Jacques.
II
IN DE VREEMDE
„Nou, stuurman Pronk, de wind komt
aardig in 't lapje; met zo'n stevige bries
kunnen we nog eens opschietea Als
we die een poos mogen houden, kunnen
we een oorspoedige reis hebben."
De aangesprokene stond op het dek
van het zeüschip en tuurde onafgebro
ken naar het Noord-Westen. EindeUjk
zei hij tot de matroos, die hem had aan
gesproken: „Kijk eens naar gindse kant.
Jansen. Zie je die kleine, donkere stip?
't Is een wolkje als een mans hand,
maar ils ik me niet bedrieg, spelt het
ons weinig goeds."
Voor de onwetende op het gebied van
zeevaartkunde leek het misschien of
stuurman Pronk het totaal mis had,
want inplaats dat er storm kwam, werd
het hoe langer hoe stiller en de zeilen
die eerst zo mooi bolrond hadden ge
staan, hingen nu slap neer.
Dat alles was evenwel maar schijn.
Die stilte was een stilte, die de storm
voorafgaat. In het Zuiden was de wind
gaan liggen, maar opeens kwam hij
fluitend en gierend uit het Noord-Wes
ten.
Toen eenmaal de eerste windstoot
gekomen was, volgden er meer en ze
kwamen in al sneller tempo. Eerst gie
rend en fluitend, toen bulderend en
stotend, 't Was, of de wind uit de ver
te als met een aanloop aankwam om
zich straks met al zijn woede op het
weergaloze schip te werpen.
Het duurde niet lang, of het schip
draaide als een tol in het rond. De ka
pitein gaf commando's over het reven
der zeilen, over stengen en touwen; de
stuurman greep met krachtige hand
het roer en terwijl de matrozen zich be
ijverden om de gegeven bevelen uit te
voeren, hadden ze moeite zich op het
heen en weer deinende schip staande
te houden.
wordt vervolgd