EIIAriDEII - niEUWS
Overdenking
OUD VlfORDEN
„Onder de
Oranjevlag"
uit de
Heilige Schrift
concert
2e blad
Vrijdag 23 november 1979
No. 4845
KVENSTER
HET
ZEEUWSE WANDELINGEN
Ingezonden
Goeree - Overflakkee
toch naar Zeeland
Liefdadigheld-
ELLY en RIKKERT
ZUIDERVELD
Dienstencentrum-
nieuws
SCHAKEN
„De Zwarte Pion''
blik @p kerk
•n samenleving
De najaarssynode van de Herv. Keek
Zending en Evangelisatie
Een scheidende praeses
Nog maar enkele weken nadat in
Lvmteren de Combi-Synode (de geza
menlijke vergadering van de Hervormde
en de Gereformeerde Synode) werd ge
houden, kwam nu de Generale Synode
van de Nederlandse Hervormde Kerk in
haar najaarsvergadering bijeen. Ver
schillende en nogal uiteenlopende zaken
vroegen de aandacht. Maar de belang
rijkste agendapunten waren toch wel de
beleidsnota en het jaarverslag van het
instituut Kerk en Wereld, en ook de
bespreking van Zending en Evangeli
satie.
Hoeveel deze twee onderwerpen met
elkaar te maken hadden bleek wel uit
de discussies. Uit die discussies was
trouwens ook op te maken hoezeer de
Kerk gepolariseerd is. Van de kant van
Kerk en Wereld werden geluiden ge
hoord waarin het bijbelse spreken over
zending en evangelisatie nog nauwelijks
herkenbaar was. Het moet immers niet
gaan om „zielen winnen voor Jezus"...
We staan in de wereld en in de maat
schappij en ook zonder dat veel woorden
gesproken worden moet onze geïnspi
reerdheid door het Evangelie blijken en
zullen verhoudingen tussen mensen en
volken moeten veranderen. Werd op dat
standpunt van de rechterzijde kritiek
naar voren gebracht, dan werd dit door
de mannen van Kerk en Wereld als
vreemd en onbegrijpelijk ervaren en
afgedaan. Er gaapt een wijde kloof tus
sen de uitersten üi de Herv. Kerk, waar
bij de ene groep het spreken van de
andere niet meer herkent. De aandiii-
dingen „horizontalistisch en verticalis-
tisch", hoewel deze voor velen taboe
zijn, vertolken misschien nog het best
deze tweeërlei opvattingen.
In de najaarsvergadering van de Ge
nerale Synode komt ook steevast het
werk en het beleid van de GZB aan de
orde. De GZB, die naast „Oegstgeest"
nog steeds haar eigen weg gaat, onbe
grepen door de middengroep in de
Herv. Kerk. Maar dat die eigen weg nog
altijd nodig is was ter Synode wel dui
delijk. Want zending waarin de bood
schap van bevrijding en verlossing door
Christus alléén niet meer centraal staat
is geen zending meer. En de GZB ziet
dat toch, naast de verschillende andere
taken in het zendingswerk, altijd nog
als haar eigenlijke opdracht. En dóarop
is dan ook alleen zegen te verwachten,
want hoe moeilijk en onbegaanbaar de
wegen ook in het zendingswerk vaak
zijn, de Heere heeft immers beloofd dat
Zijn Woord nooit ledig zal terugkeren,
maar zal doen wat Hem behaagt.
Een belangrijk deel van deze Synode
vergadering was ook gewijd aan de
bespreking van een ontwerp voor een
nieuw „dienstboek". Het in gebruik zijn
de Dienstboek, dat de formulieren en
gebeden bevat voor allerlei gewone en
buitengewone, diensten, is nimmer of
ficieel in gebruik genomen, maar altijd
„dienstboek in ontwerp" gebleven en
ieder deed ermee wat goed was in zijn
ogen. Thans, in het kader van de sa
menwerking met de Gereformeerden,
blijkt er behoefte te zijn aan een nieuw
dienstboek, waarmee op verschillende
plaatsen al druk is geëxperimenteerd.
Ook de voorgestelde liturgieën riepen
nogal wat kritiek op, al zullen ook in
het nieuwe dienstboek de klassieke for
mulieren een plaats vinden.
Het is te vrezen dat de verwarring
in de Herv. Kerk en ook in de Ger.
Kerken alleen maar vergroot zal wor
den, ook door dit nieuwe dienstboek,
waaraan in de rechtse kringen van beide
kerken totaal geen behoefte bestaat.
De Synode heeft op waardige wijze
Ds. G. Spilt „uitgeluid", die zijn maxi
mum aantal jaren als praeses van de
Generale Synode heeft volgemaakt en
zijn plaats moet afstaan. De Synode
was unaniem vol lof over de wijze
waarop de scheidende praeses zich van
zijn taak heefit gekweten. Het is ook
geen kleinigheid o^m zo'n kerkelijke ver
gadering te leiden, waarin de kerk van
Unks tot rechts vertegenwoordigd is en
waarin allerlei stemmen worden ge
hoord.
Op de voorjaarsvergadering van 1980
zal een nieuwe praeses worden gekozen.
Het zal wie het dan ook mag worden
niet gemakkelijk zijn om Ds. Spilt
op te volgen...
WAARNEMER
Onlangs klaagde de burgemeester van
Veere over de vergrijzing van zijn ge
meente, hij bedoelde dat er zoveel oude
mensen woonden. Dat had dan betrek
king op het oude Veere binnen de wal
len. Bij de buitenwijk Zanddijk met de
nieuwbouw is het anders, daar wonen
tussen de renteniers en de gepensio
neerden ook jonge gezinnen met kinde
ren. Maar in het oude Veere zelf kom
je veel oude mensen tegen. En nu laat
ik het grote bejaardenhuis Nieuw San-
denburgh nog buiten bespreking.
Dit verschijnsel komt ook wel door
de tweede woningen. In de zomer merk
je er niets van, dan bruist het leven
van oud en jong volop üi Veere. Toen
de dam door het Veerse gat werd aange
legd en de vissers uit Veere moesten
verdwijnen, heeft een vroegere burge
meester eens gezegd, dat Veere een
dood stadje zou worden. Maar dat is niet
uitgekomen, tenminste in de zomer niet.
Het is er voller en drukker dan ooit.
De haven, waar vroeger 10 a 20 vissers
boten binnenliepen, Ugt nu stampvol
Zelfs het achtterste gedeelte dat vroe
ger nooit gebruikt werd Ugt nu vol
plezierjachten.
In de winter is het anders. Dan had
de vroegere burgemeester wel een beet
je gelijk. Toen kwamen tenminste de
vissersschepen nog binnen. Nu ligt de
haven wel vol jachten, maar er is geen
leven op, ze wachten op de zomer. Dan
is Veere echt een dood, stil plaatsje,
met veel oude mensen, zoals de burge
meester klaagde. Maar daar is weinig
aan te doen. Hij kan het ook niet hel
pen, dat de mensen veed ouder worden
dan vroeger!
Ouder worden
Een bekende uitdrukking is: Ieder
wil graag oud worden, maar niet oud
zijn. Bij de laatste toestand moeten we
denken aan een andere spreuk:
„Lieden die van jaren zijn
Elke dag een nieuwe pijn".
Overdreven natuurlijk, maar die kans
is er. Mozes had het er ook over in
psalm 90 10: „De dagen onzer jaren,
daarin zijn zeventig jaren, en indien
we sterk zijn tachtig jaren, wat daarin
onze trots was, is moeite en leed".
Rond 1850 was de gemiddelde leeftijd
van mannen 36 jaar en van vrouwen
38Va jaar. Nu is dat voor mannen 71 Va
jaar en voor vrouw^en 77V2 jaar. Het
is alles een gemiddelde, met natuurlijk
veel schakeringen.
Dat het ruim een eeuw geleden zo
laag was, komt vooral door de hoge
kindersterfte. Daar waren verschillende
oorzaken voor: armoede, slechte voe
ding, dikwijls besmettelijke ziekten zo
als pest, pokken, t.b.c. met daarbij de
gebrekkige geneeskunde, geen goed
drinkwater, de slechte hygiëne met
openriolen en straten met vuil en be
dorven afval, dat er werd neergegooid.
Het sterven van zoveel jonge kinderen
kwam echter niet alleen bij arme men
sen voor. Ook voorname lieden zagen
dikwijls hun kinderen niet groot wor
den. Ik denk b.v. aan de dichter Jacob
Cats, die met zijn vrouw en 7 kinderen
hier 20 jaar in Middelburg heeft ge
woond. Toen hij in 1623 naar Dordrecht
vertrok waren hier 5 kinderen begra
ven en kon hij alleen zijn 2 dochtertjes
meenemen. Bij het snuHelen in de ge
schiedenis kom ik telkens zulke geval
len tegen.
We gaan nog even de statistieken be
kijken. In 't algemeen houdt iemand in
overheidsdienst op met werken als hij
(zij) 65 jaar is. Dan kan een man nog
ruim 6 jaar en een vrouw ruim 12 jaar
leven, alles weer gemiddeld genomen
natuurlijk. Churchill heeft eens gezegd:
er zijn kleine leugens, er zijn grote
leugens en er zijn statistieken. Begrijpt
u wat hij bedoelde? De uitkomst van
statistieken lopen soms uit op grote
leugens. Dat is bij het ouder worden
ook dikwijls het geval.
U zult vragen: Hoe komt het dat de
doorsnee-leeftijd van vrouwen ongeveer
6 jaar hoger is dan die van mannen?
En vrouwen worden (of werden) nogal
eens het zwakke geslacht genoemd!
Hiervoor is geen afdoende verklaring
te geven. Misschien wel omdat mannen
meer onderweg zijn, groter gevaar lo
pen bij verkeersongevallen. Of dat het
werk op schepen of in fabrieken meer
gevaar oplevert. In ieder geval is be
wezen, dat mannen meer last hebben
van hart- en vaatziekten dan vrouwen.
Zodoende is er een overschot van vrou
wen. Dat is goed te merken in de be
jaardenhuizen.
Heel oud
Doordat het aantal geboorten de
laatste jaren minder wordt, wordt het
aantal oude mensen in verhouding tot
de jongeren steeds groter. Vanwege de
vele werklozen, afgekeurden en gepen
sioneerden is er maar een klein gedeel
te van ons volk dat nog werkt.
Tegenwoordig zijn er bedrijven, die
aanstaande gepensioneerden in een
vakantieoord voorbereiden op het af
scheid nemen van hun dagelijks werk
als ze 65 jaar worden en hoe ze die
nieuwe periode moeten gebruiken. Het
lijkt wel mooi, maar in de praktijk is
dat voor iedereen verschillend. Dat
hangt helemaal van de persoon-in-
kwestie af, zijn liefhebberijen, zijn ge
zinsomstandigheden en ook zijn gezond
heid. Ze worden bejaarden genoemd,
een groep die ongeveer lO'/o van onze
bevolking uitmaakt.
In het begin schreef ik: niet graag
oud zijn. Om jeugdig te blijven of jon
ger te worden, werden in de oudheid
allerlei kruiden en zalven gebruikt,
zelfs vlees van slangen. De schilder
Lucas Cranach heeft in 1546 een bron
geschilderd met verjongend water: oude
dames werden met een kruiwagen naar
het bad gereden en na wat gestoei en
gedartel in het water kwamen ze er als
jonge meisjes weer uit! Hij zal het zelf
wel niet gezien hebben, het was meer
fantasie dan werkelijkheid.
Ook de warmte van jonge mensen
hield het verval van krachten en het
verlies van inwendige warmte bij oude
mensen tegen. Zo bracht eens een oude
burgemeester van Amsterdam zijn laat
ste levensdagen door tussen twee jonge
deugdzame meisjes. In de Bijbel heb
ben we er ook een voorbeeld van in 1
Koningen 1, waar men voor de oude
koning David de jonge Abisag uitzocht.
In 1976 waren er in ons land 252
mensen van 100 jaar en ouder, name
lijk 75 mannen en 177 vrouwen, de
oudste (een vrouw) was 107 jaar.
Zo oud als Methusalem (969 jaar)
worden de mensen tegenwoordig niet
rneer. In Genesis 5 staan nog meer hoge
leeftijden van honderden jaren. Maar
tijdens de aartsvaders is de leeftijd al
veel la eer geworden.
Houdt Jezus Christus in gedachtenis
„Houdt in gedachtenis, dat
Jezus Christus uit de doden
is opgewekt".
2 Tim. 2 8a
De apostel Paiüus roept Timotheüs
hier op om zijn dienst in getrouwheid
te vervullen en zich niet door de men
sen of door de omstandigheden van zijn
eigenlijke roeping af te laten trekken,
maar om die te dienen als een getrouw
dienstknecht, ook als dit lijden met zich
meebrengt. En het volgen van Christus
zal lijden met zich meebrengen, dat is
altijd zo geweest en dat zal nog erger
worden naarmate we dichter bij de
wederkomst van Christus komen.
Dan roept Paulus echter ook op: houdt
in gedachtenis, dat Jezus Christus uit de
doden is opgewekt. Hier richt Paulus
alle aandacht op Jezus Christus. In ons
lijden, in de verdrukking en in de strijd
moeten we letten op Jezus Christus. Hij
heeft veel meer geleden dan een van
ons. Heel Zijn leven was een lijden onder
de zonde en onder de gevolgen van de
zonde. Hij, Die volkomen zonder zonde
was heeft de straf op de zonde tot het
einde toe gedragen. Alles wat wij ver
diend hebben is op Hem neergekomen.
Hij is gestorven voor ons, maar wat
meer is. Hij is opgewekt uit de doden.
De dood en het graf hebben Hem niet
vast kunnen houden, maar Hij heeft
overwonnen en Hij leeft tot in alle
eeuwigheid.
En Paulus roept Timotheüs op om
Jezus Christus in gedachtenis te hou
den als de Opgestane, dat wil zeggen
als Degene Die de dood en de machten
heeft overwonnen en Die nu leeft en
regeert. In het lijden dat de christenen
In onze tijd schrijven de kranten wel
eens, dat er üi Rusland of Zuid-Ameri-
ka wel mensen gevonden worden, die
140 a 150 jaar oud zijn. Het kan echter
niet bewezen worden, er zijn geen do
cumenten of geboortregisters aanwezig.
Deze mensen weten het misschien zelf
niet. Een journalist bezocht eens zo
iemand, die beweerde 121 jaar oud te
zijn. Na 4 jaar kwam hij er weer en
toen was de man 132 jaar, zoals hij zei!
Middelburg
L. V. Wallenburg
De haven van Veere
Op 15 nov. werd het nieuwe streek
plan door de Provincie gepresenteerd
in Dirksland. Dit plan heeft vérstrek
kende gevolgen voor de Inwoners van
ons eiland.
Wat is er nl. aan de hand?
Rotterdam ontvokt; ondanks de enor
me immigratie van buitenlanders. Dit
heeft tot gevolg dat de binnenstad ver
paupert. Inplaats van een beleid te voe
ren waarmee de oorzaken worden weg
genomen (de onveiligheid van de bin
nenstad; het wooncomfort e.d.) wil men
nu de gevolgen gaan bestrijden. De pro
vincie wil nl. dat een in Rotterdam wer
kende niet meer op ons eiland kan gaan
wonen door de pendelaar op drie fron
ten tegelijk te gaan bestrijden:
A. Verkeer
De verkeersstroom moet bemoeilijkt
worden; knelpunten mogen niet verbe
terd worden (zie ondermeer de nieuwe
Spijkenisse brug waarvan het aantal
rijstroken beperkt moest blijven); de
Heinenoordtunnel, waarvan de invoeg-
strook voor het verkeer van uit s'Gra-
vendeel de moeilijkheden veroorzaakt,
wordt nauwelijks verbeterd; en indien
de van Brienenoordbrug verbreed
wordt mag daarmee de capaciteit niet
verbeteren.
B. Wonen
Werkenden in Roterdam mogen niet
meer op ons eiland gaan wonen. Hier
toe wil de Provincie de Gemeenten
pressen een vestigingsbeleid te voeren,
waarin alleen een woonvergunning
wordt afgegeven (en dus verkoop mo
gelijk is) aan een economisch gebondene
aan de plaats van vestiging. Uitgezon
derd worden woningen van meer dan
270.000,— deze bewoners mogen blij
ven pendelen.
C. Werkgelegenheid.
De provincie belooft werkgelegenheid
VER V O L G V E R H A A L
door II. Penning
Uitgevery W. M. den Hertog
59
In het holle van de Decembemacht,
terwijl een krachtige wind uit het Wes
ten blies, en de regen hem in het gezicht
sloeg, liep hij langs de dijk over het in
de as gelegde Zwammerdam naar de
Gouwse Sluis. Drie keren werd hem on
derweg, binnen de Franse linie, om zijn
pas gevraagd; hij liet dan het door ge
neraal Luxemburg eigenhandig gete
kende bUjet zien, en kon ongemoeid
passeren. Maar aan de Franse voorpos
ten gekomen, werd hij gewaarschuwd,
niet verder te gaan, want nog geen uur
geleden was een troep half beschonken
soldaten, die naar geen goede raad had
den willen luisteren en de Gouwse
Sluis waren genaderd, door een bende
met pieken gewapende boeren overval
len en bijna geheel vernietigd.
Hij moest het zelf weten, maar de
stemming onder het landvolk was ui
terst verbitterd, en als de Hollanders
achter zijn eigenlijke handwerk kwa
men, zou hij v^el voor morgenvroeg zijn
opgeknoopt.
De oude Benjamin stoorde zich echter
nergens aan. Hij kende de dodelijke ge
varen, die hem bedreigden, maar zij
konden hem niet doen wankelen in zijn
heldhaftig voornemen, om aan die treu
rende moeder, welke hem eens zo lief
derijk en trouw had verpleegd, haar
kind terug te geven. Hij wilde er alles
voor wagen, en zo ging hij voort: recht
op de Gouwse Sluis aan, door storm en
regen, totdat hem plotseling uit de duis
ternis een vervaarlijk „Wie daar
werd toegeroepen.
„Breng mij bij de bevelvoerende of
ficier!" zei hij kortaf.
Van achter de dijk kwam een lan
taarn te voorschijn. Nu werd de nach
telijke bezoeker gesommeerd, op dit
licht aan te lopen, terwijl van beide zij
den de loop van een musket hem be
dreigde.
Hij volgde de lantaarn en bereikte
het wachthuis.
„Wat heb je?" vroeg de officier op
forse toon, de vreemdeling van het
hoofd tot de voeten opnemend.
„Ik verzoek u, mij onmiddellijk tot
baas Dirksen van Bodegraven te bren
gen."
„Baas Dirksen ik ken die man
niet!"
„Hij is scheepsbouwer, luitenant!"
De officier wendde zich tot enige on
derofficieren, die daar stonden, en
vroeg hun, of zij de genoemde man ken
den.
„Neen," zei een breedgeschouderde
korporaal met een bruint snor: „die
baas ken ik niet, maar ik waarschuw
u, luitenant, om met deze sinjeur voor
zichtig te zijn."
„Ja!" zei de vreemdeling: „ik ben een
Jood!"
„En een der sluwste spionnen van de
Fransman metéén!" hernam de korpo
raal op vinnige toon; „onderzoek hem
maar eens op zijn lijf het is de oude
Benjamin!"
Die naam, die uitroep, die betichting
maakte een ontzaglijke indruk. Het
nieuws verbreidde zich. Gewapende
huislieden kwamen nader, en de wacht
kamer vulde zich met sterke mannen, in
de kracht huns levens, met gespierde,
onverschrokken gelaatstrekken, die een
dreigende kring om de vreemdeling
vormden.
De pieken stootten dreimend tegen de
grond.
„Hang hem op, luitenant!" riep een
boer uit Leiderdorp.
„Stilte!" commandeerde de luitenant;
„spreek, man ben jij de oude Benja
min?"
„Ik ben het!" bevestigde de grijsaard.
„Zei ik het niet?" riep de korporaal;
„die ellendeling heeft ons de poets bij
Kamerik gebakken, toen hij aan de
strijdmacht van generaal Luxemburg
de weg wees naar onze stellingen bij de
Grevenbrug!"
„De wakkere korporaal vergist zich
deze keer," antvroordde de oude Benja
min op rustige toon; „de man, die de
Fransen de weg wees, heet anders.
Maar ik bid u luitenant, roep baas Dirk
sen van Bodegraven, want een mensen
leven staat op het spel!"
„Kent niemand baas Dirksen?" riep
de luitenant temidden van het tumult,
en een kuiper, die te Zwarhmerdam
woonachtig was, antwoordde, dat baas
Dirksen zich te Alphen bevond.
„Goed," zei de luitenant: „dan zullen
we hem direct ontbieden!"
En toen de oude Benjamin zijn teleur
stelling luchtte, omdat er weer een kost
bare tijd verloren ging, antwoordde de
luitenant kort en bondig, dat hij dan
maar wat vroeger had moeten komen,
terwijl de wantrouwende korporaal de
Jood de handboeien aandeed.
Baas Dirksen was intussen eerder aan
de Gouwse Sluis, dan men had ver
wacht. Hij had gehold. En dat was geen
wonder, want Klara had hem daar
straks de droeve tijding van Andries'
gevangenneming gebracht. Die smarte
lijke tijding beheerste zijn gehele ge-
dachtengang, en daar gloorde een kleine
hoop in zijn ziel, dat de ontvangen
boodschap in verband kon staan met
Andries' bevrijding. Doch toen hij bij
de oude Benjamin werd gebracht, en de
ondergaan, in de strijd die zij hebben
te voeren, worden zij opgeroepen om
te denken aan Jezus Christus, Die de
volkomen overwinning heeft behaald, en
in Hem ligt ook hun overwinning vast.
In Christus kunnen wij de kracht vin
den die we nodig hebben om getrouw
te blijven in de dienst des Heeren. Als
we naar onszelf kijken en naar de
krachten die wij hebben, dan lijkt het
soms onmogelijk om nog verder te
gaan, dan lijkt het soms niet meer
mogelijk om nog christenen te zijn in
deze tijd en zijn we wel eens geneigd
om onze roeping te verwaarlozen en
weg te vluchten. We zijn in onszelf niet
opgewassen tegen alle problemen die
er zijn en we kunnen in eigen kracht
de toekomst niet in. En als we dan naar
onszelf kijken en naar de mensen om ons
heen, dan zijn we geneigd om ons terug
te trekken op onszelf en vergeten we
maar het liefst dat we ook een roeping
hebben te vervullen in deze wereld.
Maar dan zegt de apostel juist: houdt
in gedachtenis, dat Jezus Christus uit
de doden is opgewekt. Eigenlijk staat
er letterlijk: houdt in gedachtenis Jezus
Christus, opgewekt zijnde uit de doden.
Het gaat om Jezus Christus, aan Hem
moeten we steeds weer denken, op Hem
zien en op Hem vertrouwen, op die
Christus, Die opgewekt is uit de doden.
Als we op Hem zien dan kunnen we
weer nieuwe moed ontvangen, nieuw
vertrouwen krijgen en een nieuw uit
zicht krijgen op de toekomst. We hoe
ven dan niet in moedeloosheid en wan
hoop neer te zitten, maar we mogen dan
in de kracht des Heeren verder gaan,
in het vertrouwen op Christus, in het
geloof dat ook de toekomst in Zijn han
den ligt. En niet alleen roept Paulus
Timotheüs op om steeds weer in ge
dachtenis te houden dat Jezus Christus
uit de doden is opgewekt, maar hij moet
deze boodschap ook doorgeven aan an
deren. We mogen het evangelie van
Jezus Christus nooit voor onszelf alleen
houden, maar we zijn geroepen om het
door te geven aan anderen.
Maar terwijl Timotheüs het evangeUe
Men hoeft maar naar tv. te kijken om
een heleboel ellende op de wereld te
zien. Duizenden mensen sterven door
gebrek aan voedsel, water etc, een voor
beeld is Cambodja wat nu weer erg in
het nieuws is.
DOE ER WAT AAN, wort er overal
geroepen!
Het Internationaal Evangelisch Hulp
fonds.
TEAR Fund doet er wat aan, zij
heeft een reeks van 6 liefdadigheids-
concerten georganiseerd ten bate van
de 3e wereld met Elly en Rikkert Zui-
derveld. In Brielle komen ze ook en wel
op zaterdag 24 november 1979 in de
voor het eiland door het oprichten van
nieuwe, milieuvriendelijke bedrijven
ter compensatie.
WAT BLIJKT NU?
De taken van het Waterschap ten
aanzien van het zuiveren van afvalwa
ter worden aan het schap onttrokken en
gegeven aan een nieuw opgericht Zui
veringsschap. Dit Zuiveringsschap (mi
lieuvriendelijk, nieuw opgericht) komt
echter NIET op ons eiland. Zelfs wil de
Provincie de overige taken van het Wa-
terchap ook van ons eiland doen ver
dwijnen.
De voorstanders voor aansluiting bij
Rijnmond gebruiken als voornaamste
argument de werkgelegenheid. Een ar
gument dat hun nu door de Provincie
uit handen wordt geslagen (N.B. ledere
3 pendelaars houden nl. 1 arbeidsplaats
op ons eiland in stand).
Milieu
Er zijn bijna 100 milj. gulden uitgege
ven aan het maken van plannen voor de
Grevelingen. Dit jaar zal het kabinet
een beslissing nemen over een zout, dan
wel zoet Grevelingen bekken. Onze af
gevaardigden in de Provincie hebben
over deze essenciële beslissing nog geen
standpunt bepaald.
Dit rapport Streekplan verdient een
grote onvoldoende, en het is de grote
vraag of de Provincie nog wel mag „blij
ven zitten". Hierbij wil ik vooral wijzen
op de cijfers in de tabellen die de Pro
vincie hanteert om haar beleid te on
derbouwen; de wijze van presentatie is
nl. in strijd met de elementaire regels
voor de Statistiek ten aanzien van een
getrouwe weergave van de feiten.
J.M. Kemner
Langeweg 146
Middelhamis.
luitenant hem vroeg: „Kent gij die Jood,
meester?" was hij diep teleurgesteld.
„Neen, luitenant ik ken hem niet."
„Baas Dirksen," hernam toen Benja
min: „herinnert ge u niet meer, dat ge
vijftien jaar geleden een arme Jood van
de straat hebt opgeraapt en verpleegd?"
„Zijt gij dat?" vroeg de baas op ver
baasde toon: „ga eens dichter bij die
flambouw staan!"
En toen de oudeBenjamin aan het
verzoek voldeed, en in het rossig schijn
sel stond, zei de baas: „Nu herken ik u
gij zijt oud geworden! Maar wat wilt
ge nu?"
„U helpen, om uw zoon uit de gevan
genis te verlossen; de straf luidt, dat hij
binnen enkele uren zal worden opge
hangen."
„Pas op!" waarschuwde de korporaal:
„hij bedriegt je, baas! Hij liegt het!"
„Mijn zoon is gevangen," zei Dirksen;
„daar straks heeft mijn dochter, die uit
Bodegraven is gevlucht, het mij verteld!
„Dat doet er niet toe!" hernam de
achterdochtige korporaal; „nu moet je
zoon als lokaas dienen, om anderen in
het verderf te storten o, we kennen
de spionnenknepen!"
„Als ge zo nog een poosje staat te re
deneren," zei de grijsaard met een drif
tig gebaar: „dan is het onherroepelijk
te laat."
Toen brak het vaderhart met de ont-
stuimige kracht der liefde door alle be
denkingen heen.
1 doorgeeft aan anderen, mag hij zelf ook
1 geïnspireerd worden door dit evangeUe
De inhoud van het evangelie dat hij
1 aan anderen mag verkondigen, is ook
de drijvende kracht in zijn eigen leven.
Het meest besUssende in zijn leven is het
evangelie van Jezus Christus. En dit
geldt niet alleen voor Timotheüs maar
dit geldt voor allen die het evangelie
l mogen doorgeven, thuis in het eigen
gezin, op school, binnen de kerk of in
dienst van de zending. Dit geldt voor alle
f gelovigen, want iedere gelovige toch is
geroepen om te getuigen van het heil
J dat er is in Jezus Christus, om ervan te
getuigen dat er redding is voor verlo-
ren zondaren, omdat de Heere ons nog
wU redden in Zijn genade, omdat de
Heere een weg ten leven heeft ont-
sloten in Jezus Christus.
r
l Timotheüs kan aan zijn opdracht om
r het evangelie te verkondigen beginnen,
hij zal het volhouden ondanks aUes, en
hij zal zelfs deze opdracht kunnen vol-
brengen,al s hij Jezus Christus de Op-
gewekte maar voor ogen houdt. Het
leven van iedere christen is een leven in
volstrekte afhankelijkheid van Christus.
Wij die in onszelf niets kunnen zijn in
Christus tot grote dingen in staat, om-
dat we dan de kracht die we nodig
hebben van de Heere ontvangen en we
op al onze wegen geleid worden door de
H. Geest. Maar dan zijn wij het ook niet
meer die het doen, maar dan brengt
de Heere grote dingen tot stand door
middel van ons. De Heere wil nog wer
ken door middel van ons mensen, en de
H. Geest wil ons nog bezielen en be-
kwamen en daarom kunnen er nog gro-
te dingen gebeuren als we leven in
afhankelijkheid van de Heere en we ons
laten leiden door de H. Geest. Dan kun-
nen we het volhouden in het lijden dat
er is in deze wereld, dan kunnen we
verder gaan in de strijd van het geloof,
dan kunnen we getuigen van het heil
dat er is in Jezus Christus, omdat we
dan alles wat we nodig hebben van de
Heere mogen ontvangen.
Stad aan 't Haringvliet J. Willemsen
Catharijne-kerk. TEAR Fund vertoond
ook de film „A World of Difference",
waarin wordt uitgelegd wat er met het
geld gaat gebeuren wat wordt opge
haald in een collecte. Aanvang 20.00
uur.
Het TEAR Fund zet zich dus in het
bijzonder in voor de 3e wereld, zij doet
dit op de volgende manieren:
Rampenfonds, daar waar de nood
hoog is, kan onmiddeUijk hulp wor
den geboden.
Projecten, hulp op korte en lange
termijnen in 54 landen van de Derde
Wereld.
Uitzending vrijwilligers.
„TEAR Craft", verkoop van artike
len uit de 3e wereld waardoor de
mensen hun eigen brood kunnen
verdienen.
Financieel Kinderadoptieplan.
Elly en Rikkert treden al 13 jaar op,
met veel succes, in Nederland en Bel
gië met hun eigengemaakte luisterlied
jes waarbij zij zichzelf begeleiden op
velerlei instrumenten. In 1976 kwamen
zij tot geloof in Jezus Christus. Met dit
getuigenis gaan zij nu door het land en
trekken overal volle zalen. Op 17 no
vember treden ze nog voor TEAR Fund
op in Hoogeveen en op 1 december in
Alphen a/d Rijn.
Financiële bijdragen kunnen altijd
worden overgemaakt op postgiro 41400
t.n.v. Stichting TEAR Fund te Doom.
Voor meer informatie: tel. 03430 - 5030
of 01810 - 3518.
Door een misverstand is het dit jaar
niet mogelijk u te voorzien van kaarten
voor het Doelenconcert te Rotteerdam
Daar er enorme vraag en belangstelling
is voor dit concert zijn alle kaarten uit
verkocht. Hopelijk kunnen wij u vol
gend jaar weer van dienst zijn.
Dienstencentrum Middelhamis.
Ie
M. Verolme W. Markwat. 0-1
C. Bakelaar G. de Jager. V2 - V2
J. Boeter G. Doedens. 1-0
E. Verbeek A. Stolk. O - 1
2e
W. Tieleman A. Robijn.
0 -
1
J. Schreuder C. v.d. Groef.
1
- 0
J. Breewer. J. Minnaar.
1
- 0
C. Groenendijk. J. Troost.
1
- 0
N. van Bracht. J. Kruik.
1 -
0
P. Lesuis. J. de Graaf.
1
- 0
H.K. Smit. J. Albrechts.
1 -
0
C. Littel. A. Visser.
V2 -
V2
„Ik ga," zei hij„om mijn kind te red
den of er mee te sterven!"
„Ge neemt vijftig man mee," zei Ben
jamin.
„Daar heb je 't al!" riep de korporaal:
„Andries Dirksen is het lokaas, om vijf
tig man in de opgezette fuik te leiden!"
„Luitenant!" hernam de spion: „mijn
handen zijn geboeid leg ook mijn
voeten in de ijzers! Neem mij in een
slee mee over het ijs, en stoot mij bij het
eerste verdachte gerucht in een wak! Ik
bezweer u, luitenant: geloof mij deze
éne keer! En als Andries Dirksen wordt
gered, dan hebt ge tevens een der voor
treffelijkste speurders van de Prins be
houden!"
De officier aarzelde.
Toen vouwde de Jood in de hevigste
ontroering de handen en riep: „O God
van Abraham, Izaak en Jacob! laat deze
mensen toch inzien, dat slechts de dank
baarheid mij hierheen heeft gedreven!"
Dat besliste; de aarzeling van de of
ficier was overwonnen.
Vrijwilligers voor!" riep hij: „ik zelf
ga mee! Binnen een kwartier wacht ik
vijftig man, wel gewapend, ende schaat
sen onder, aan de notenboom! Jood
gij vergezelt me! En als ge ons bedriegt,
dan zal ik je met eigen hand onder het
ijs stoppen daarvan kunt ge verze
kerd zijn!"
wordt vervolgd