EIIAriDEII - niEUWS Overdenking OUD VlfORDEN „Onder de Oranjevlag" uit de Heilige Schrift concert 2e blad Vrijdag 23 november 1979 No. 4845 KVENSTER HET ZEEUWSE WANDELINGEN Ingezonden Goeree - Overflakkee toch naar Zeeland Liefdadigheld- ELLY en RIKKERT ZUIDERVELD Dienstencentrum- nieuws SCHAKEN „De Zwarte Pion'' blik @p kerk •n samenleving De najaarssynode van de Herv. Keek Zending en Evangelisatie Een scheidende praeses Nog maar enkele weken nadat in Lvmteren de Combi-Synode (de geza menlijke vergadering van de Hervormde en de Gereformeerde Synode) werd ge houden, kwam nu de Generale Synode van de Nederlandse Hervormde Kerk in haar najaarsvergadering bijeen. Ver schillende en nogal uiteenlopende zaken vroegen de aandacht. Maar de belang rijkste agendapunten waren toch wel de beleidsnota en het jaarverslag van het instituut Kerk en Wereld, en ook de bespreking van Zending en Evangeli satie. Hoeveel deze twee onderwerpen met elkaar te maken hadden bleek wel uit de discussies. Uit die discussies was trouwens ook op te maken hoezeer de Kerk gepolariseerd is. Van de kant van Kerk en Wereld werden geluiden ge hoord waarin het bijbelse spreken over zending en evangelisatie nog nauwelijks herkenbaar was. Het moet immers niet gaan om „zielen winnen voor Jezus"... We staan in de wereld en in de maat schappij en ook zonder dat veel woorden gesproken worden moet onze geïnspi reerdheid door het Evangelie blijken en zullen verhoudingen tussen mensen en volken moeten veranderen. Werd op dat standpunt van de rechterzijde kritiek naar voren gebracht, dan werd dit door de mannen van Kerk en Wereld als vreemd en onbegrijpelijk ervaren en afgedaan. Er gaapt een wijde kloof tus sen de uitersten üi de Herv. Kerk, waar bij de ene groep het spreken van de andere niet meer herkent. De aandiii- dingen „horizontalistisch en verticalis- tisch", hoewel deze voor velen taboe zijn, vertolken misschien nog het best deze tweeërlei opvattingen. In de najaarsvergadering van de Ge nerale Synode komt ook steevast het werk en het beleid van de GZB aan de orde. De GZB, die naast „Oegstgeest" nog steeds haar eigen weg gaat, onbe grepen door de middengroep in de Herv. Kerk. Maar dat die eigen weg nog altijd nodig is was ter Synode wel dui delijk. Want zending waarin de bood schap van bevrijding en verlossing door Christus alléén niet meer centraal staat is geen zending meer. En de GZB ziet dat toch, naast de verschillende andere taken in het zendingswerk, altijd nog als haar eigenlijke opdracht. En dóarop is dan ook alleen zegen te verwachten, want hoe moeilijk en onbegaanbaar de wegen ook in het zendingswerk vaak zijn, de Heere heeft immers beloofd dat Zijn Woord nooit ledig zal terugkeren, maar zal doen wat Hem behaagt. Een belangrijk deel van deze Synode vergadering was ook gewijd aan de bespreking van een ontwerp voor een nieuw „dienstboek". Het in gebruik zijn de Dienstboek, dat de formulieren en gebeden bevat voor allerlei gewone en buitengewone, diensten, is nimmer of ficieel in gebruik genomen, maar altijd „dienstboek in ontwerp" gebleven en ieder deed ermee wat goed was in zijn ogen. Thans, in het kader van de sa menwerking met de Gereformeerden, blijkt er behoefte te zijn aan een nieuw dienstboek, waarmee op verschillende plaatsen al druk is geëxperimenteerd. Ook de voorgestelde liturgieën riepen nogal wat kritiek op, al zullen ook in het nieuwe dienstboek de klassieke for mulieren een plaats vinden. Het is te vrezen dat de verwarring in de Herv. Kerk en ook in de Ger. Kerken alleen maar vergroot zal wor den, ook door dit nieuwe dienstboek, waaraan in de rechtse kringen van beide kerken totaal geen behoefte bestaat. De Synode heeft op waardige wijze Ds. G. Spilt „uitgeluid", die zijn maxi mum aantal jaren als praeses van de Generale Synode heeft volgemaakt en zijn plaats moet afstaan. De Synode was unaniem vol lof over de wijze waarop de scheidende praeses zich van zijn taak heefit gekweten. Het is ook geen kleinigheid o^m zo'n kerkelijke ver gadering te leiden, waarin de kerk van Unks tot rechts vertegenwoordigd is en waarin allerlei stemmen worden ge hoord. Op de voorjaarsvergadering van 1980 zal een nieuwe praeses worden gekozen. Het zal wie het dan ook mag worden niet gemakkelijk zijn om Ds. Spilt op te volgen... WAARNEMER Onlangs klaagde de burgemeester van Veere over de vergrijzing van zijn ge meente, hij bedoelde dat er zoveel oude mensen woonden. Dat had dan betrek king op het oude Veere binnen de wal len. Bij de buitenwijk Zanddijk met de nieuwbouw is het anders, daar wonen tussen de renteniers en de gepensio neerden ook jonge gezinnen met kinde ren. Maar in het oude Veere zelf kom je veel oude mensen tegen. En nu laat ik het grote bejaardenhuis Nieuw San- denburgh nog buiten bespreking. Dit verschijnsel komt ook wel door de tweede woningen. In de zomer merk je er niets van, dan bruist het leven van oud en jong volop üi Veere. Toen de dam door het Veerse gat werd aange legd en de vissers uit Veere moesten verdwijnen, heeft een vroegere burge meester eens gezegd, dat Veere een dood stadje zou worden. Maar dat is niet uitgekomen, tenminste in de zomer niet. Het is er voller en drukker dan ooit. De haven, waar vroeger 10 a 20 vissers boten binnenliepen, Ugt nu stampvol Zelfs het achtterste gedeelte dat vroe ger nooit gebruikt werd Ugt nu vol plezierjachten. In de winter is het anders. Dan had de vroegere burgemeester wel een beet je gelijk. Toen kwamen tenminste de vissersschepen nog binnen. Nu ligt de haven wel vol jachten, maar er is geen leven op, ze wachten op de zomer. Dan is Veere echt een dood, stil plaatsje, met veel oude mensen, zoals de burge meester klaagde. Maar daar is weinig aan te doen. Hij kan het ook niet hel pen, dat de mensen veed ouder worden dan vroeger! Ouder worden Een bekende uitdrukking is: Ieder wil graag oud worden, maar niet oud zijn. Bij de laatste toestand moeten we denken aan een andere spreuk: „Lieden die van jaren zijn Elke dag een nieuwe pijn". Overdreven natuurlijk, maar die kans is er. Mozes had het er ook over in psalm 90 10: „De dagen onzer jaren, daarin zijn zeventig jaren, en indien we sterk zijn tachtig jaren, wat daarin onze trots was, is moeite en leed". Rond 1850 was de gemiddelde leeftijd van mannen 36 jaar en van vrouwen 38Va jaar. Nu is dat voor mannen 71 Va jaar en voor vrouw^en 77V2 jaar. Het is alles een gemiddelde, met natuurlijk veel schakeringen. Dat het ruim een eeuw geleden zo laag was, komt vooral door de hoge kindersterfte. Daar waren verschillende oorzaken voor: armoede, slechte voe ding, dikwijls besmettelijke ziekten zo als pest, pokken, t.b.c. met daarbij de gebrekkige geneeskunde, geen goed drinkwater, de slechte hygiëne met openriolen en straten met vuil en be dorven afval, dat er werd neergegooid. Het sterven van zoveel jonge kinderen kwam echter niet alleen bij arme men sen voor. Ook voorname lieden zagen dikwijls hun kinderen niet groot wor den. Ik denk b.v. aan de dichter Jacob Cats, die met zijn vrouw en 7 kinderen hier 20 jaar in Middelburg heeft ge woond. Toen hij in 1623 naar Dordrecht vertrok waren hier 5 kinderen begra ven en kon hij alleen zijn 2 dochtertjes meenemen. Bij het snuHelen in de ge schiedenis kom ik telkens zulke geval len tegen. We gaan nog even de statistieken be kijken. In 't algemeen houdt iemand in overheidsdienst op met werken als hij (zij) 65 jaar is. Dan kan een man nog ruim 6 jaar en een vrouw ruim 12 jaar leven, alles weer gemiddeld genomen natuurlijk. Churchill heeft eens gezegd: er zijn kleine leugens, er zijn grote leugens en er zijn statistieken. Begrijpt u wat hij bedoelde? De uitkomst van statistieken lopen soms uit op grote leugens. Dat is bij het ouder worden ook dikwijls het geval. U zult vragen: Hoe komt het dat de doorsnee-leeftijd van vrouwen ongeveer 6 jaar hoger is dan die van mannen? En vrouwen worden (of werden) nogal eens het zwakke geslacht genoemd! Hiervoor is geen afdoende verklaring te geven. Misschien wel omdat mannen meer onderweg zijn, groter gevaar lo pen bij verkeersongevallen. Of dat het werk op schepen of in fabrieken meer gevaar oplevert. In ieder geval is be wezen, dat mannen meer last hebben van hart- en vaatziekten dan vrouwen. Zodoende is er een overschot van vrou wen. Dat is goed te merken in de be jaardenhuizen. Heel oud Doordat het aantal geboorten de laatste jaren minder wordt, wordt het aantal oude mensen in verhouding tot de jongeren steeds groter. Vanwege de vele werklozen, afgekeurden en gepen sioneerden is er maar een klein gedeel te van ons volk dat nog werkt. Tegenwoordig zijn er bedrijven, die aanstaande gepensioneerden in een vakantieoord voorbereiden op het af scheid nemen van hun dagelijks werk als ze 65 jaar worden en hoe ze die nieuwe periode moeten gebruiken. Het lijkt wel mooi, maar in de praktijk is dat voor iedereen verschillend. Dat hangt helemaal van de persoon-in- kwestie af, zijn liefhebberijen, zijn ge zinsomstandigheden en ook zijn gezond heid. Ze worden bejaarden genoemd, een groep die ongeveer lO'/o van onze bevolking uitmaakt. In het begin schreef ik: niet graag oud zijn. Om jeugdig te blijven of jon ger te worden, werden in de oudheid allerlei kruiden en zalven gebruikt, zelfs vlees van slangen. De schilder Lucas Cranach heeft in 1546 een bron geschilderd met verjongend water: oude dames werden met een kruiwagen naar het bad gereden en na wat gestoei en gedartel in het water kwamen ze er als jonge meisjes weer uit! Hij zal het zelf wel niet gezien hebben, het was meer fantasie dan werkelijkheid. Ook de warmte van jonge mensen hield het verval van krachten en het verlies van inwendige warmte bij oude mensen tegen. Zo bracht eens een oude burgemeester van Amsterdam zijn laat ste levensdagen door tussen twee jonge deugdzame meisjes. In de Bijbel heb ben we er ook een voorbeeld van in 1 Koningen 1, waar men voor de oude koning David de jonge Abisag uitzocht. In 1976 waren er in ons land 252 mensen van 100 jaar en ouder, name lijk 75 mannen en 177 vrouwen, de oudste (een vrouw) was 107 jaar. Zo oud als Methusalem (969 jaar) worden de mensen tegenwoordig niet rneer. In Genesis 5 staan nog meer hoge leeftijden van honderden jaren. Maar tijdens de aartsvaders is de leeftijd al veel la eer geworden. Houdt Jezus Christus in gedachtenis „Houdt in gedachtenis, dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt". 2 Tim. 2 8a De apostel Paiüus roept Timotheüs hier op om zijn dienst in getrouwheid te vervullen en zich niet door de men sen of door de omstandigheden van zijn eigenlijke roeping af te laten trekken, maar om die te dienen als een getrouw dienstknecht, ook als dit lijden met zich meebrengt. En het volgen van Christus zal lijden met zich meebrengen, dat is altijd zo geweest en dat zal nog erger worden naarmate we dichter bij de wederkomst van Christus komen. Dan roept Paulus echter ook op: houdt in gedachtenis, dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt. Hier richt Paulus alle aandacht op Jezus Christus. In ons lijden, in de verdrukking en in de strijd moeten we letten op Jezus Christus. Hij heeft veel meer geleden dan een van ons. Heel Zijn leven was een lijden onder de zonde en onder de gevolgen van de zonde. Hij, Die volkomen zonder zonde was heeft de straf op de zonde tot het einde toe gedragen. Alles wat wij ver diend hebben is op Hem neergekomen. Hij is gestorven voor ons, maar wat meer is. Hij is opgewekt uit de doden. De dood en het graf hebben Hem niet vast kunnen houden, maar Hij heeft overwonnen en Hij leeft tot in alle eeuwigheid. En Paulus roept Timotheüs op om Jezus Christus in gedachtenis te hou den als de Opgestane, dat wil zeggen als Degene Die de dood en de machten heeft overwonnen en Die nu leeft en regeert. In het lijden dat de christenen In onze tijd schrijven de kranten wel eens, dat er üi Rusland of Zuid-Ameri- ka wel mensen gevonden worden, die 140 a 150 jaar oud zijn. Het kan echter niet bewezen worden, er zijn geen do cumenten of geboortregisters aanwezig. Deze mensen weten het misschien zelf niet. Een journalist bezocht eens zo iemand, die beweerde 121 jaar oud te zijn. Na 4 jaar kwam hij er weer en toen was de man 132 jaar, zoals hij zei! Middelburg L. V. Wallenburg De haven van Veere Op 15 nov. werd het nieuwe streek plan door de Provincie gepresenteerd in Dirksland. Dit plan heeft vérstrek kende gevolgen voor de Inwoners van ons eiland. Wat is er nl. aan de hand? Rotterdam ontvokt; ondanks de enor me immigratie van buitenlanders. Dit heeft tot gevolg dat de binnenstad ver paupert. Inplaats van een beleid te voe ren waarmee de oorzaken worden weg genomen (de onveiligheid van de bin nenstad; het wooncomfort e.d.) wil men nu de gevolgen gaan bestrijden. De pro vincie wil nl. dat een in Rotterdam wer kende niet meer op ons eiland kan gaan wonen door de pendelaar op drie fron ten tegelijk te gaan bestrijden: A. Verkeer De verkeersstroom moet bemoeilijkt worden; knelpunten mogen niet verbe terd worden (zie ondermeer de nieuwe Spijkenisse brug waarvan het aantal rijstroken beperkt moest blijven); de Heinenoordtunnel, waarvan de invoeg- strook voor het verkeer van uit s'Gra- vendeel de moeilijkheden veroorzaakt, wordt nauwelijks verbeterd; en indien de van Brienenoordbrug verbreed wordt mag daarmee de capaciteit niet verbeteren. B. Wonen Werkenden in Roterdam mogen niet meer op ons eiland gaan wonen. Hier toe wil de Provincie de Gemeenten pressen een vestigingsbeleid te voeren, waarin alleen een woonvergunning wordt afgegeven (en dus verkoop mo gelijk is) aan een economisch gebondene aan de plaats van vestiging. Uitgezon derd worden woningen van meer dan 270.000,— deze bewoners mogen blij ven pendelen. C. Werkgelegenheid. De provincie belooft werkgelegenheid VER V O L G V E R H A A L door II. Penning Uitgevery W. M. den Hertog 59 In het holle van de Decembemacht, terwijl een krachtige wind uit het Wes ten blies, en de regen hem in het gezicht sloeg, liep hij langs de dijk over het in de as gelegde Zwammerdam naar de Gouwse Sluis. Drie keren werd hem on derweg, binnen de Franse linie, om zijn pas gevraagd; hij liet dan het door ge neraal Luxemburg eigenhandig gete kende bUjet zien, en kon ongemoeid passeren. Maar aan de Franse voorpos ten gekomen, werd hij gewaarschuwd, niet verder te gaan, want nog geen uur geleden was een troep half beschonken soldaten, die naar geen goede raad had den willen luisteren en de Gouwse Sluis waren genaderd, door een bende met pieken gewapende boeren overval len en bijna geheel vernietigd. Hij moest het zelf weten, maar de stemming onder het landvolk was ui terst verbitterd, en als de Hollanders achter zijn eigenlijke handwerk kwa men, zou hij v^el voor morgenvroeg zijn opgeknoopt. De oude Benjamin stoorde zich echter nergens aan. Hij kende de dodelijke ge varen, die hem bedreigden, maar zij konden hem niet doen wankelen in zijn heldhaftig voornemen, om aan die treu rende moeder, welke hem eens zo lief derijk en trouw had verpleegd, haar kind terug te geven. Hij wilde er alles voor wagen, en zo ging hij voort: recht op de Gouwse Sluis aan, door storm en regen, totdat hem plotseling uit de duis ternis een vervaarlijk „Wie daar werd toegeroepen. „Breng mij bij de bevelvoerende of ficier!" zei hij kortaf. Van achter de dijk kwam een lan taarn te voorschijn. Nu werd de nach telijke bezoeker gesommeerd, op dit licht aan te lopen, terwijl van beide zij den de loop van een musket hem be dreigde. Hij volgde de lantaarn en bereikte het wachthuis. „Wat heb je?" vroeg de officier op forse toon, de vreemdeling van het hoofd tot de voeten opnemend. „Ik verzoek u, mij onmiddellijk tot baas Dirksen van Bodegraven te bren gen." „Baas Dirksen ik ken die man niet!" „Hij is scheepsbouwer, luitenant!" De officier wendde zich tot enige on derofficieren, die daar stonden, en vroeg hun, of zij de genoemde man ken den. „Neen," zei een breedgeschouderde korporaal met een bruint snor: „die baas ken ik niet, maar ik waarschuw u, luitenant, om met deze sinjeur voor zichtig te zijn." „Ja!" zei de vreemdeling: „ik ben een Jood!" „En een der sluwste spionnen van de Fransman metéén!" hernam de korpo raal op vinnige toon; „onderzoek hem maar eens op zijn lijf het is de oude Benjamin!" Die naam, die uitroep, die betichting maakte een ontzaglijke indruk. Het nieuws verbreidde zich. Gewapende huislieden kwamen nader, en de wacht kamer vulde zich met sterke mannen, in de kracht huns levens, met gespierde, onverschrokken gelaatstrekken, die een dreigende kring om de vreemdeling vormden. De pieken stootten dreimend tegen de grond. „Hang hem op, luitenant!" riep een boer uit Leiderdorp. „Stilte!" commandeerde de luitenant; „spreek, man ben jij de oude Benja min?" „Ik ben het!" bevestigde de grijsaard. „Zei ik het niet?" riep de korporaal; „die ellendeling heeft ons de poets bij Kamerik gebakken, toen hij aan de strijdmacht van generaal Luxemburg de weg wees naar onze stellingen bij de Grevenbrug!" „De wakkere korporaal vergist zich deze keer," antvroordde de oude Benja min op rustige toon; „de man, die de Fransen de weg wees, heet anders. Maar ik bid u luitenant, roep baas Dirk sen van Bodegraven, want een mensen leven staat op het spel!" „Kent niemand baas Dirksen?" riep de luitenant temidden van het tumult, en een kuiper, die te Zwarhmerdam woonachtig was, antwoordde, dat baas Dirksen zich te Alphen bevond. „Goed," zei de luitenant: „dan zullen we hem direct ontbieden!" En toen de oude Benjamin zijn teleur stelling luchtte, omdat er weer een kost bare tijd verloren ging, antwoordde de luitenant kort en bondig, dat hij dan maar wat vroeger had moeten komen, terwijl de wantrouwende korporaal de Jood de handboeien aandeed. Baas Dirksen was intussen eerder aan de Gouwse Sluis, dan men had ver wacht. Hij had gehold. En dat was geen wonder, want Klara had hem daar straks de droeve tijding van Andries' gevangenneming gebracht. Die smarte lijke tijding beheerste zijn gehele ge- dachtengang, en daar gloorde een kleine hoop in zijn ziel, dat de ontvangen boodschap in verband kon staan met Andries' bevrijding. Doch toen hij bij de oude Benjamin werd gebracht, en de ondergaan, in de strijd die zij hebben te voeren, worden zij opgeroepen om te denken aan Jezus Christus, Die de volkomen overwinning heeft behaald, en in Hem ligt ook hun overwinning vast. In Christus kunnen wij de kracht vin den die we nodig hebben om getrouw te blijven in de dienst des Heeren. Als we naar onszelf kijken en naar de krachten die wij hebben, dan lijkt het soms onmogelijk om nog verder te gaan, dan lijkt het soms niet meer mogelijk om nog christenen te zijn in deze tijd en zijn we wel eens geneigd om onze roeping te verwaarlozen en weg te vluchten. We zijn in onszelf niet opgewassen tegen alle problemen die er zijn en we kunnen in eigen kracht de toekomst niet in. En als we dan naar onszelf kijken en naar de mensen om ons heen, dan zijn we geneigd om ons terug te trekken op onszelf en vergeten we maar het liefst dat we ook een roeping hebben te vervullen in deze wereld. Maar dan zegt de apostel juist: houdt in gedachtenis, dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt. Eigenlijk staat er letterlijk: houdt in gedachtenis Jezus Christus, opgewekt zijnde uit de doden. Het gaat om Jezus Christus, aan Hem moeten we steeds weer denken, op Hem zien en op Hem vertrouwen, op die Christus, Die opgewekt is uit de doden. Als we op Hem zien dan kunnen we weer nieuwe moed ontvangen, nieuw vertrouwen krijgen en een nieuw uit zicht krijgen op de toekomst. We hoe ven dan niet in moedeloosheid en wan hoop neer te zitten, maar we mogen dan in de kracht des Heeren verder gaan, in het vertrouwen op Christus, in het geloof dat ook de toekomst in Zijn han den ligt. En niet alleen roept Paulus Timotheüs op om steeds weer in ge dachtenis te houden dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt, maar hij moet deze boodschap ook doorgeven aan an deren. We mogen het evangelie van Jezus Christus nooit voor onszelf alleen houden, maar we zijn geroepen om het door te geven aan anderen. Maar terwijl Timotheüs het evangeUe Men hoeft maar naar tv. te kijken om een heleboel ellende op de wereld te zien. Duizenden mensen sterven door gebrek aan voedsel, water etc, een voor beeld is Cambodja wat nu weer erg in het nieuws is. DOE ER WAT AAN, wort er overal geroepen! Het Internationaal Evangelisch Hulp fonds. TEAR Fund doet er wat aan, zij heeft een reeks van 6 liefdadigheids- concerten georganiseerd ten bate van de 3e wereld met Elly en Rikkert Zui- derveld. In Brielle komen ze ook en wel op zaterdag 24 november 1979 in de voor het eiland door het oprichten van nieuwe, milieuvriendelijke bedrijven ter compensatie. WAT BLIJKT NU? De taken van het Waterschap ten aanzien van het zuiveren van afvalwa ter worden aan het schap onttrokken en gegeven aan een nieuw opgericht Zui veringsschap. Dit Zuiveringsschap (mi lieuvriendelijk, nieuw opgericht) komt echter NIET op ons eiland. Zelfs wil de Provincie de overige taken van het Wa- terchap ook van ons eiland doen ver dwijnen. De voorstanders voor aansluiting bij Rijnmond gebruiken als voornaamste argument de werkgelegenheid. Een ar gument dat hun nu door de Provincie uit handen wordt geslagen (N.B. ledere 3 pendelaars houden nl. 1 arbeidsplaats op ons eiland in stand). Milieu Er zijn bijna 100 milj. gulden uitgege ven aan het maken van plannen voor de Grevelingen. Dit jaar zal het kabinet een beslissing nemen over een zout, dan wel zoet Grevelingen bekken. Onze af gevaardigden in de Provincie hebben over deze essenciële beslissing nog geen standpunt bepaald. Dit rapport Streekplan verdient een grote onvoldoende, en het is de grote vraag of de Provincie nog wel mag „blij ven zitten". Hierbij wil ik vooral wijzen op de cijfers in de tabellen die de Pro vincie hanteert om haar beleid te on derbouwen; de wijze van presentatie is nl. in strijd met de elementaire regels voor de Statistiek ten aanzien van een getrouwe weergave van de feiten. J.M. Kemner Langeweg 146 Middelhamis. luitenant hem vroeg: „Kent gij die Jood, meester?" was hij diep teleurgesteld. „Neen, luitenant ik ken hem niet." „Baas Dirksen," hernam toen Benja min: „herinnert ge u niet meer, dat ge vijftien jaar geleden een arme Jood van de straat hebt opgeraapt en verpleegd?" „Zijt gij dat?" vroeg de baas op ver baasde toon: „ga eens dichter bij die flambouw staan!" En toen de oudeBenjamin aan het verzoek voldeed, en in het rossig schijn sel stond, zei de baas: „Nu herken ik u gij zijt oud geworden! Maar wat wilt ge nu?" „U helpen, om uw zoon uit de gevan genis te verlossen; de straf luidt, dat hij binnen enkele uren zal worden opge hangen." „Pas op!" waarschuwde de korporaal: „hij bedriegt je, baas! Hij liegt het!" „Mijn zoon is gevangen," zei Dirksen; „daar straks heeft mijn dochter, die uit Bodegraven is gevlucht, het mij verteld! „Dat doet er niet toe!" hernam de achterdochtige korporaal; „nu moet je zoon als lokaas dienen, om anderen in het verderf te storten o, we kennen de spionnenknepen!" „Als ge zo nog een poosje staat te re deneren," zei de grijsaard met een drif tig gebaar: „dan is het onherroepelijk te laat." Toen brak het vaderhart met de ont- stuimige kracht der liefde door alle be denkingen heen. 1 doorgeeft aan anderen, mag hij zelf ook 1 geïnspireerd worden door dit evangeUe De inhoud van het evangelie dat hij 1 aan anderen mag verkondigen, is ook de drijvende kracht in zijn eigen leven. Het meest besUssende in zijn leven is het evangelie van Jezus Christus. En dit geldt niet alleen voor Timotheüs maar dit geldt voor allen die het evangelie l mogen doorgeven, thuis in het eigen gezin, op school, binnen de kerk of in dienst van de zending. Dit geldt voor alle f gelovigen, want iedere gelovige toch is geroepen om te getuigen van het heil J dat er is in Jezus Christus, om ervan te getuigen dat er redding is voor verlo- ren zondaren, omdat de Heere ons nog wU redden in Zijn genade, omdat de Heere een weg ten leven heeft ont- sloten in Jezus Christus. r l Timotheüs kan aan zijn opdracht om r het evangelie te verkondigen beginnen, hij zal het volhouden ondanks aUes, en hij zal zelfs deze opdracht kunnen vol- brengen,al s hij Jezus Christus de Op- gewekte maar voor ogen houdt. Het leven van iedere christen is een leven in volstrekte afhankelijkheid van Christus. Wij die in onszelf niets kunnen zijn in Christus tot grote dingen in staat, om- dat we dan de kracht die we nodig hebben van de Heere ontvangen en we op al onze wegen geleid worden door de H. Geest. Maar dan zijn wij het ook niet meer die het doen, maar dan brengt de Heere grote dingen tot stand door middel van ons. De Heere wil nog wer ken door middel van ons mensen, en de H. Geest wil ons nog bezielen en be- kwamen en daarom kunnen er nog gro- te dingen gebeuren als we leven in afhankelijkheid van de Heere en we ons laten leiden door de H. Geest. Dan kun- nen we het volhouden in het lijden dat er is in deze wereld, dan kunnen we verder gaan in de strijd van het geloof, dan kunnen we getuigen van het heil dat er is in Jezus Christus, omdat we dan alles wat we nodig hebben van de Heere mogen ontvangen. Stad aan 't Haringvliet J. Willemsen Catharijne-kerk. TEAR Fund vertoond ook de film „A World of Difference", waarin wordt uitgelegd wat er met het geld gaat gebeuren wat wordt opge haald in een collecte. Aanvang 20.00 uur. Het TEAR Fund zet zich dus in het bijzonder in voor de 3e wereld, zij doet dit op de volgende manieren: Rampenfonds, daar waar de nood hoog is, kan onmiddeUijk hulp wor den geboden. Projecten, hulp op korte en lange termijnen in 54 landen van de Derde Wereld. Uitzending vrijwilligers. „TEAR Craft", verkoop van artike len uit de 3e wereld waardoor de mensen hun eigen brood kunnen verdienen. Financieel Kinderadoptieplan. Elly en Rikkert treden al 13 jaar op, met veel succes, in Nederland en Bel gië met hun eigengemaakte luisterlied jes waarbij zij zichzelf begeleiden op velerlei instrumenten. In 1976 kwamen zij tot geloof in Jezus Christus. Met dit getuigenis gaan zij nu door het land en trekken overal volle zalen. Op 17 no vember treden ze nog voor TEAR Fund op in Hoogeveen en op 1 december in Alphen a/d Rijn. Financiële bijdragen kunnen altijd worden overgemaakt op postgiro 41400 t.n.v. Stichting TEAR Fund te Doom. Voor meer informatie: tel. 03430 - 5030 of 01810 - 3518. Door een misverstand is het dit jaar niet mogelijk u te voorzien van kaarten voor het Doelenconcert te Rotteerdam Daar er enorme vraag en belangstelling is voor dit concert zijn alle kaarten uit verkocht. Hopelijk kunnen wij u vol gend jaar weer van dienst zijn. Dienstencentrum Middelhamis. Ie M. Verolme W. Markwat. 0-1 C. Bakelaar G. de Jager. V2 - V2 J. Boeter G. Doedens. 1-0 E. Verbeek A. Stolk. O - 1 2e W. Tieleman A. Robijn. 0 - 1 J. Schreuder C. v.d. Groef. 1 - 0 J. Breewer. J. Minnaar. 1 - 0 C. Groenendijk. J. Troost. 1 - 0 N. van Bracht. J. Kruik. 1 - 0 P. Lesuis. J. de Graaf. 1 - 0 H.K. Smit. J. Albrechts. 1 - 0 C. Littel. A. Visser. V2 - V2 „Ik ga," zei hij„om mijn kind te red den of er mee te sterven!" „Ge neemt vijftig man mee," zei Ben jamin. „Daar heb je 't al!" riep de korporaal: „Andries Dirksen is het lokaas, om vijf tig man in de opgezette fuik te leiden!" „Luitenant!" hernam de spion: „mijn handen zijn geboeid leg ook mijn voeten in de ijzers! Neem mij in een slee mee over het ijs, en stoot mij bij het eerste verdachte gerucht in een wak! Ik bezweer u, luitenant: geloof mij deze éne keer! En als Andries Dirksen wordt gered, dan hebt ge tevens een der voor treffelijkste speurders van de Prins be houden!" De officier aarzelde. Toen vouwde de Jood in de hevigste ontroering de handen en riep: „O God van Abraham, Izaak en Jacob! laat deze mensen toch inzien, dat slechts de dank baarheid mij hierheen heeft gedreven!" Dat besliste; de aarzeling van de of ficier was overwonnen. Vrijwilligers voor!" riep hij: „ik zelf ga mee! Binnen een kwartier wacht ik vijftig man, wel gewapend, ende schaat sen onder, aan de notenboom! Jood gij vergezelt me! En als ge ons bedriegt, dan zal ik je met eigen hand onder het ijs stoppen daarvan kunt ge verze kerd zijn!" wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1979 | | pagina 5